m
©lil
Vacantiedagen.
Zenuwachtig,
zenuwziek.
IfMNpSS* ÉSpij
Zuigelingen en
Kinderverzorging in
vroeger tijden.
Oude Jumpers.
Het bewaren van
versche vruchten.
De.vliegenplaag.
Onze moderne
dansen.
Practische wenken.
Patronen naar Maai
tm^SSÊSm
3
F-
De sporen, die de vliegen achterlaten
op blinkende voorwerpen en vooral op
verguldsel zijn een groote ergernis voor
de huisvrouw. Er bestaat een eenvoudig
middel om deze plaag te bestrijden. Men
kookt namelijk een stuk of zes uien in
een halven liter water. Als dit vocht koud
geworden is, strijkt men het met een
zachten borstel 'over de vergulde voor
werpen (spiegel- en schilderijlijsten, pen
dules enz.) en het vliegenbezoek blijft
achterwege.
De heerlijke vacantietijd der kinderen
Is dikwijls een ware beproeving voor de
moeders en ik heb menige moeder hoo-
ren zuchten: ,,o. hemel, wat een drukte,
morgen begint de vacantie!"
En toch moest moeder er wat voor
over hebben om de vacantie echt mee
te vieren met de kinderen en er ook 'n
beetje partij van weten te trekken door
de kinderen van die kleine handreikin
gen t« laten doen, die ze zelf heerlijk
vinden en waardoor het oponthoud, dat
de vacantie aan den eenen kant mee
brengt weer opgeheven wordt.
Weet ge wel dat een jongen er plezier
in heeft 's avonds de schoenen mooi
glimmend te poetóen en ze keurig als
soldaatjes In de rij te zetten, als ge hem
maar eens opwekt tot dien arbeid en
hem er ter rechter tijd een prijsje voor
weet te geven.
Wilt ge niet, dat uw jongen zulke
werkjes doet, laat hem dan niet rond-
loopen en zich vervelen of de meisjes
plagen. Zet eens een flinke mand dop
erwtjes neer en roep de kinderen te za- S
men om te doppen, tien tegen één, dat
't de jongens zeker zoo handig afgaat als
de meisjes, boonen afhalen, zijn 't dik
wijls heele bazen in, want jongens gaan
vlugger met een mes om dan meisjes,
zelfs worteltjes schrapen doen ze graag
als ge maar zorgt, dat er ook af en toe
een worteltje af kan om uit de hand op
te eten.
Zoo zijn er zooveel werkjes die de
kinderen graag doen en die hun bezig
heid verschaffen, terwijl zij de huisvrouw
weer de handen vrij geven voor iets
anders. En hoe eerder de werkjes aan
kant zijn hoe eerder moeder zelf vrij is
en met de kinderen eens uit kan. In
de meeste gevallen is vader heelemaal
niet of maar een korteren tijd vrij en
komt zoodoende de vacantie-drukte op
moeder heer, maar als ze met de kinde
ren meegaat, wordt het voor haar ook
vacantie-plezier, want ze is toch nog
jong -genoeg om mee te genieten en ple
zier te hebben bij hun spelletjes.
Het wil nu niet zeggen, dat er federen
dag wat nieuws op het programma be
hoeft t« «taan, want de kinderen genie
ten al door het vrij zijn, ze hoeven geen
lessen te leeren, geen huiswerk te ma
ken, zijn niet gebonden aan tijd, mij
dunkt, dat is alles op zich zelf al ge
noeglijk; er zijn dikwijls zooveel werk
jes die ze in hun kleine bollen hebben
maar die door de dagelifksch terugkee-
rende schoolplichten niet uitgevoerd
kunjiep worden.
Bij mijn buurtjes zag ik ten minste de
eerste vacantiedagen al een heele pop-
pengarderobe te voorschijn komen. Al
les wat vuil en kapot was werd uitge
zocht en na een uurtje zag ik een paar
kleine meisjes heerlijk fn den tuin in
een tobbe aan het plassen en met zorg
alles wasschen. Ze hebben alles naar
den aard behandeld, ik hoorde ze tel
kens vragen, wat er verder moest ge
beuren en toen 's middags alles in het
zonnetje op het gras lag, zaten de ijve-
re waschvrouwtjes met de glunderste
snoetjes van de wereld uit te blazen.
Nu zijn ze aldoor aan het naaien en
passen en schijnen alle poppekinderen
er een nieuwe jurk bij te krijgen en een
doos met oude lappen van mij is met
een gejuich ontvangen of het een rijk ge
schenk was.
Eén van de jongens is aan het vliegers
plakken, ook een geduldwerkje en voor
al de staart houdt hem erg bezig.
Vader of Moeder hoeft dikwijls maar
een aanwijzing te doen, maar een wenk
te geven, en de kinderen gaan aan het
werk, maar ze moeten ook eens voelen
dat er belangstelling is voor hun werk,
dat houdt den moed er in.
Het is natuurlijk wel makkelijker de
kinderen naar buiten te sturen, ze al
leen hun heil te laten zoeken en tot in
zeker opzicht mogen ze die vrijheid ook
wel hebben als de ouders ze tenminste
nagaan. Veel prettiger wordt de vacan
tie voor ouders en kinderen als er sa
men wordt gewerkt en samen wordt ge
noten en niemand zal daar ooit spijt van
hebben. Integendeel, de vele gevaren,
die een kind tegenwoordig overal be
dreigen worden er door verminderd en
de ouders behoeven zich zelf later geen
verwijten te doen. BRIGITTA.
„De zenuwen zijn mij heelemaal de
baas," „dokter, ik zit stikvol zenuwen"
en dergelijke uitdrukkingen zijn schering
en inslag op het spreekuur van menig
geneesheer en het blijkt hem dan wel,
dat vele menschen over die zenuwen al
een heel eigenaardige voorstelling heb
ben.
Ons zenuwstelsel bestaat uit hersenen,
ruggemerg en zenuwdraden; van de her
senen uit worden prikkels geleid naar de
verschillende functionneerende organen
(spieren, klieren enz", om deze aan te
sporen tot arbeid en omgekeerd kunnen
de zenuwuiteinden allerlei prikkels van
buiten of van binnen opvangen, langs de
zenuwen voeren naar de hersenen, waar
ze worden gerealiseerd (zien, hooren,
voelen, enz.).
Is er nu öf in de hersenen öf in de ge
leidingsdraden een defect, dan geeft dit
verschijnselen, afhankelijk van plaats en
uitbreiding van het proces; wij hebben
hier te doen roet een ziek gedeelte, met
een aantoonbare, anatomische laesie. In
die gevallen spreekt men van een orga
nisch zenuwlijden. Daarnaast bestaan vele
gevallen, waar men gedurende het leven
en na den dood in het zenuwstelsel
geene waarneembare afwijkingen vindt
en waar toch de werking der zenuwen
min of meer ernstig gestoord is. Hier
spreekt men van functioneele zenuwziek
ten.
Verder komen, al of niet gecombineerd
met deze functioneele stoornissen, ver
anderingen in het zieleleven der men
schen voor, die hun denken, hunne we
reldbeschouwing, hun manier van doen,
totaal veranderen. Nu eens voeren ze
tot overdreven vroolijkheid, tot het ver
richten* van allerlei overmoedige daden
enz., dan weer leiden ze tot zwaarmoe
digheid, tot geringschatting van eigen
persoonlijkheid, tot tobzucht, neiging tot
zelfmoord, waanideeën en andere grie
zeligheden. Hier is het geheele zielele
ven aangetast en spreekt men dan ook
speciaal vap zielsziekten. Sommige dezer
lijders kunnen in de gewone maatschap
pij blijven verkeeren, anderen moeten
ter wille van eigen en anderer veiligheid
tijdelijk of voorgoed onder deskundige
bewaking worden verpleegd in daarvoor
bestemde ziekenhuizen.
Het is in den beginne lang niet ge
makkelijk den toestand van zulke men
schen juist te beoordeelen. Niet alleen de
leek, maar ook de geneesheer zal ver
standig doen, wanneer een zijner ver
wanten bizondere eigenaardigheden be
gint te vertoonen, dit maar niet direct
.-•ij--:
No. 488. Avondjapon van rose mousse
line de soie en zwarte kant. Deze japon
wordt als het ware in twee deelen ge
maakt; een rechte fourreau-onderrobe
waaroverheen een van voren loshangend
lijfje, dat vanaf de taille verlengd is met
vier puntvormig gesneden slippen. Elk
dezer slippen begint van boven met twee
rijen fronsjes; het onderste gedeelte van
het lijfje hier strak aangehaald valt
er over heen, omdat van voren in het
midden de twee helften in een knoop
met lus vereenigd zijn. Op de schouders
legge men twee korte vaste plooitjes,
die wat ruimte over de borst geven. De
lange smalle sjaal van dezelfde rose
mousseline. Kousen rose en schoenen
zilver of rose.
No. 489. Lieve zomerjapon van witte
crêpe. Het model is geheel rec^t, met
uitzondering van de voorbaan van den
tok, welke zeer ruim genomen, van bo
ven drie rijen fronsen laat zien, waaruit
talrijke plooien vallen. De stof voor dé
ze voorbaan is een keurig geborduurde
of bedrukte crêpe, waaraan van onder
een breede strook gezet, overeenkomend
met de kleur van het drukpatroon. Van
af de inzet van het voorpand, loopt een
smal ceintuurtje achter om. Voor den
hals een klein spitje om de opening te
vergrooten. Het kraagje is afgezet met
een biesje in dezelfde kleur als de strook
van onderen. Het bovengedeelte van
den mouw eindigt bij den pols op een
smal bandje, doch hangt verder open.
Hoed wit of bijpassende kleur; kousen
rose en schoenen wit of grijs.
No. 440. Aardig kinderjurkje met bij-
behoorend broekje, beiden van gebloem
de cretonnen met witte ondergrond. De
ruimte is van boven bij de halsopening
even bij elkaar gefronsd en afgemaakt
door een smal strookje, dat over de
beide schouders doorloopt en daar een
kleine sluiting, met stof overtrokken
knoopjes afdekt. De onderkant van het
jurkje is geschulpt en weer met een
smal strookje gegarneerd; evenzoo ein
digen de mouwtjes en het broekje op
een dergelijk strookje.
No. 441, Zomerjapon van zalmkleurige
crêpe. Tusschen den ruim vallenden rok
en het rechte lijfje is een gefronsde
heupband geplaatst in het midden
gegarneerd met een bijpassende leeren
ceintuur. Op dezelfde wijze zijn ook de
ondereinden der mouwen gefronsd. De
punt der halsopening is gegarneerd met
een geplooide jabot, welks vrijbangende
kanten met een doorgeknipte ajour-
rand zijn afgemaakt. In de punt is nog
een klein frontje gezet, dat de lijn van
den jabot volgt en van boven even ge
fronsd is. Kousen in bijpassende zalm-
kleur; schoenen beige.
No. 442. Vroolijke zomerjapon van
witte, kleurig gebloemde cretonne. (Cre
tonne is een geliefkoosde strand- en
vacantfekleedingü Van onderen is langs
den rok een breede rand gezet van e:
voor kunsten, kuren of malle fratsen te
houden, maar er aan te denken dat daar
achter soms ernstige zenuw- of ziels
ziekten verborgen kunnen zitten, waar
over. het noodig is een arts, wil men,
een zenuwarts te raadplegen. Niet zei»
den toch worden zulke ziekelijke afwij
kingen pas erkend als reeds veel licha
melijk of geestelijk kwaad is gesticht
of door dwazen handel en onzinnige spe
culatie veel geld verloren is gegaan.
Gelukkig is de afwijking niet altijd zoo
ernstig en dikwijls hebben wij te maken
met de zenuwzwakte of ;j;urasthenie;
spoedige vermoeidheid van het zenuw
stelsel ter eener- en verhoogde prik
kelbaarheid ter anderer zijde.
In de laatste tientallen van jaren vindt
men deze aandoeningen zeer veelvuldig
en meer bij bewoners van de groote ste
den dan bij die van het platteland. Het
geheele zenuwstelsel, of liever ieder on
derdeel hiervan, kan door -deze ziekte
worden aangetast, zoodat de neurasthe
nie zeer uiteenloopende verschijnselen
kan vertoonen en zich onder allerlei
beelden kan voordoen. Niet zilden ont
neemt deze ziekte den lijder arbeids
kracht en levensvreugde. Erfelijkheid
speelt een rol, gelegenheidsoorzaken
kunnen tot het uitbreken der verschijn
selen aanleiding geven, met name gees
telijke overspanning, overladen zijn met
beroepsbezigheden, speciaal met geeste
lijk werk, onvoldoende rust, chronische
ziekte, séxueele buitensporigheden, bij
wonen van schokkende gebeurtenissen,
huiselijk leed, misbruik maken van al
cohol of nicotine en meerdere.
Slapeloosheid, duizeligheid, hoofd
pijn, zwaktegevoel en spoedig vermoeid
zijn, trillingen en hartklopping, ziekelij
ke prikkelbaarheid, besluiteloosheid, ge
brek aan energie, zwaarmoedigheid,
pleinvrees, angsttoestanden enz, kun
nen er bij optreden, verschijnselen te
veel en te uiteenloopend om op te noe
men.
Komen deze verschijnselen, vraag dan
om medisch advies. Rust, afleiding, li
chaamsbeweging, waterkuren en meer
kunnen noodig zijn. Soms duurt een aan
val kort en dan kan de patiënt thuis be
handeld «worden, soms duurt de aanval
langer en. niet zelden- is totale veran
dering van omgeving en levenswijze noo
dig. Maar niet zelden helpt alleen wer
ken en opgaan in het werk. Algemeene
regelen zijn niet te geven; ieder geval
moet afzonderlijk worden beoordeeld.
Maar voorkomen is het beste en dat doet
men door een gezonde, regelmatige le
venswijze, waar werken, ontspanning en
rusten elkaar afwisselen en waar hygië
nisch wordt geleefd met gebruik maken
van wat de natuur ons allen biedt:
„licht, lucht en water".
Het is niet zonder bekoring, zegt een
schrijfster in „Frauenwelt", zich voor
oogen te stellen, 'hoe moeders en opvoe
ders het in vroeger tijden met de ver
zorging der zuigelingen en de behandeling
der kinderen aanlegden, vooral wanneer
men dan het verleden vergelijkt met het
heden, dat op dit gebied zulke groote
veranderingen heeft gebracht. Een jonge
moeder, die op de hoogte is van de
eisohen, die onze tijd stelt aan de zuige-
lingen-verpleging, kan nauwelijks geloo-
ven, dat grootmoeders en oude tantes
het inwikkelen van het kind voor onont
beerlijk hielden, maar zij zou van haar
verbazing in het geheel niet meer beko
men, wanneer zij een blik kon werpen
in een kinderkamer van de middel
eeuwen.
Op tal van beeldhouwwerken, prenten
en schilderijen uit vroeger eeuwen kan
men zien hoe b.v.'de zuigelingen gekleed
werden, want de kunstenaren beeldden
natuurlijk datgene uit wat hun uit de
toenmalige kinderkamer bekend was. De
reliefs van Andrea della Robbie in het
weeshuis te Florence toonen zuigelingen,
die tot aan den oksel zijn ingewikkeld.
Maar nog erger maakt Mantegna het in
zijn „Opdracht ip den Tempel". Het kind,
dat hem tot model heeft gediend, steekt
van de teenen tot aan den.hals in een
stevig omhulsel van doeken en windsels,
waarin ook de armen en beenen gevan
gen zijn, zoodat niet de geringste bewe
ging mogelijk is. Men denkt veeleer een
mummie dan een zuigeling te zien. De
meeste schilders waren cunltuur-histo-
risch te weinig ontwikkeld om zich een
denkbeeld te vormen van de kleeding
der kinderen en zuigelingen in den tijd,
waarop hun werk betrekking had; zij
beelden hen dus uit in de kleeding, die
hun eigen kinderen of baby's droegen.
In andere landen was het al niet beter
dan in Italië, dat blijkt uit de 15e en 16e
eeuwsche Duitóche houtsneden.
In onzen tijd kan men het kind nooit
genoeg van licht en lucht laten profitee-
ren. Vroeger dacht men hierover anders.
Het pasgeboren kind werd in de middel
eeuwen gedurende de eerste weken in
een halfdonker Vertrek gehouden. Waar
om? „Opdat," zegt een geschiedschrijver,
„het door zon- noch maanlicht worde
beschenen, en dat kat noch ander ge
dierte tot het kind kome en het doe
schrikken of anderszins nadeel berok-
kene."
Men maakte zich over het algemeen
de zonderlingste voorstellingen omtrent
hetgeen den kleinen wereldburger van
nut kon zijn. Keurvorstin Anna von Sak
sen, bekend om haar milddadigheid en
hulpvaardigheid, en die ook als „docto
res" een roep had, (zij schreef recepten
boeken, die druk werden geraadpleegd)
zond b.v. aan haar schoonzuster een
fleschje kostbare olie en ried haar aan
„het kindje, zoodra Onze Lieve Heer het
't licht heeft doen aanschouwen, en nog
voor het gebaad is, met een subtiel le
peltje dat slechts drie droppels kan be
vatten, tot driemaal toe, en dus, in drie
maal te zanten negen droppels olie onge-
vaarlijkerwijze in te gieten, 't geen 't kind
zeer nuttig zal zijn en het zeer zal ver
sterken. Misvormingen en afwijkingen
van het kinderlijk moest volgens het
middeleeuwsche inzicht de „vroede
vrouw" (vrcede vrouw is wijze vrouw)
onmiddellijk na de geboorte kunnen ver
wijderen.
Hoe groot de eerbied voor het moeder
schap in de „donkere middeleeuwen" was,
blijkt uit tal van plaatselijke verordenin
gen, welke ten doel hadden het huis,
waarin een moeder met haar jonggebore
ne zich bevond, te do#n ontzien. Te
Lautenburg mocht b.v. zes weken lang
niets van rechtswege' tegen het gezin
worden ondernomen. Ook het innen van
huur, rente enz. moest „geluidloos" d.
w. z. zonder leven en ruzie geschieden,
opdat „het kleine worm in dc wieg niet
in den sluimer worde gestoord." Wie
een kip als huur of rente te vorderen
had, moest de kip voor versterking aan
de kraamvrouw laten en zich met den
kop vergenoegen. Te Zürich kreeg elke
kraamvrouw gratis hout, om „het kind
behoorlijk te kunnen baden." Wij geven
hier slechts enkele voorbeelden, die ech
ter alle dateeren uit den tijd toen men
nog niet aan vrouwenkiesrecht dacht!
Tot in de zeventiende eeuw voedden
zoowel in Duitschland, als in Nederland
de vrouwen hare kinderen steeds zelve.
Eerst is in de twee laatste eeuwen be
gon het als „voornamer" te gelden, een
min te houden. Wel bleven geneeshee-
ren, geleerden en dichters, elk op hun
wijze, het zöogen der moeders aanprijzen
of verheerlijken, maar toen in 't midden
der 18de eeuw Johanna Schopenhauer
geen min aannam doch haar kind zelf
voedde, verwekte dit geweldig opzien,
en Thomas Plattzner, die noch door een
min, noch door zijn moeder werd gevoed,
zegt dat dit „meines ellentz ein anfang"
„het begin mijner ellende" was.
Anders dan in onzen tijd ging men
vroeger te werk bij de keuze der kinder-
oppasters. Men nam daarvoor slechts
oudere of ervaren personen, meestal we
duwen, die bij de verzorging barer eigen
kinderen de school der practijk hadden
doorgemaakt. Jongemeisjes zooi men der
gelijke verantwoordelijke posten nooit
hebben toevertrouwd, In de meeste ge
vallen lette de moeder zelf op het aan
komende kind en hield zich er bijna uit
sluitend mee bezig.
Zij gaf het kind al haar liefde en al
haar zorgen. Tot de iijd kwam, dat liefde
en toewijding bij de opvoeding van kin
deren niet voldoende waren. De paeda-
gogen predikten' dat naast liefde ook
strengheid moest worden beoefend. De
„roede" moest niet worden vergeten.
Alles moest echter met mate geschieden,
opdat de kinderen niet door al te groote
strengheid zouden worden geïntimideerd.
Naarmate de middeleeuwen ten einde
liepen, werd de opvoeding der kinderen
ruwer. Het puritemsche protestantisme
speelde hierbij in de landen der hervor
ming een groote rol. In de 16e eeuw
werd „slaag" blijkbaar voor het voor
naamste opvoedingsmiddel gehouden.
Zelfs prinsen en minderjarige koningen
werden door hun opvoeders grovelijk
mishandeld. Deze opvoeding maakte de
kinderen, als zij eenmaal volwassen waren
geworden, ook weer tot ruwe menschen,
die vaak met nog grooter ruwheid him
eigen kinderen groot brachten. Of laat
ons liever zeggen; „lieten grootbrengen",
want een dergelijke behandeling was al
leen mogelijk, wanneer de ouders zich
niet zelf met hun kinderen bemoeiden,
maar ze aan de „zorgen" van vreemden
overlieten.
En ditzelfde geldt trouwens nog voor
onzen tijd: het best gaat het dien kinde
ren, wier ouders, de oogen op hen ge
vestigd houden, en Tiaar beste weten alles
doen om hen tot flinke menschen te doen
opgroeien.
Jumpers zijn uit de mode, dat is een
vaststaand feit, nu dragen we „Deux-
fen cretonne in de tint van het gedrukte
bloemmotief. Van dezelfde effen stof
maakt men ook de sjaalkraag, die in de
linkerzijde tegelijk met de ceintuur
in een groote strik eindigt; tevens ook
de polsbandjes en het front. Kousen ro
se of licht beige, schoenen bruin-beige.
No. 443. Avondjapon van zwarte mous
seline de soie met witte kant. De
rechte fourreau-rok heeft een in het
voormidden open hangenden overrok
met ruime plooien. 'De zoom van het
lijfje is van onderen strak aangehaald,
terwijl de beide panden in het midden in
een groote knoop met strik aan elkaar
vereenigd zijn. De beide voorpanden
worden vanuit het midden teruggesla
gen, zoodat een soort gedrapeerde revers
ontstaat, welke later gegarneerd wordt
met witte kant. De mouw is van onder
voorzien van een volant der witte kant.
Kousen rose en schoenen zwart.
pieces," wat eigenlijk ook jumperpak
jes zijn, en bewaren onze warme wollen
jumpers, met lange mouwen en hoogslui-
tende kragen om schaatsen te rijden. De
zomerjumpers van zij, kunstzij of wol
met zij, met halflange mouwen zijn ech
ter van de baan en we vragen ons af wat
we ermee moeten doen.» Mijn vriendin
uit Engeland raadde me aan, van de aar
digste uit de oude collectie de mouwen
heelemaal weg, en den hals in een die
pen V-vorm te knippen en deze, even
als den onderkant en de zakjes te om
boorden met zijden tres, in een dominee-
rende of sterk afstekende kleur.
Ik volgde haar raad, en het resultaat
was werkelijk verrassend. Zooals bij
gaande schets u toont, is het nu een van
die mouwlooze sweaters, die over een
witte blouse en een plissé rokje aller
aardigst staan, en bijzonder practisch
zijn voor tennis, zeilen, enz.
MARGUERITE.
Versch ooft is gezonder dan gekookt
of ingemaakt.
Juist in verschen toestand komen de
volle aromatische eigenschappen der
vruchten tot haar recht en verkwikken
zij des te meer; daarom zijn versche
vruchten zoo verf-isschend en dorststil-
lend, zij zijn een onschatbaar nagerecht
bij iederen maaltijd, maar ook in den
tusschentijd moet men vruchten eten en
ze aan de kinderen geven in plaats van
koffie of thee.
Bovendien bezit volkomen rijp fruit
een groot suikergehalte in licht te verte
ren vorm, dat hooge voedingswaarde be
zit.
De zoelheid van versche vruchten be
schadigt ook niet de tanden. Boterham
men met vruchten is een uitstekend ont
bijt en avondeten voor kinderen. Wie
kinderen tracteeren wil koope voor hen
geen zoetigheid of taartjes, maar fruit.
Vruchten zijn een zeer geschikt mid
del tot regeling van dieet en tegen ver
stopping en dus aan vetzuchtigen zeer
aan te bevelen. Vooral de zure soorten:
aalbessen en pruimen zijn zeer aan te be
velen, terwijl de zoete, b.v. druiven, min
der goed werken. Ook andere afschei
dingen van het lichaam worden door
vruchten bevorderd. Vandaar haar gun
stige invloed op nierlijders. Vooral wer
ken zij gunstig bij menschen, die bij ,een
zittend leven, aan gestoorde spijsverte
ring lijden.
Vruchten zijn reinigers van het bloed
en verbeteren dit, dus genezen zij huid
uitslag en andere huidziekten.
Plantenzuren van versche vruchten
werken vernietigend op ziektekiemen,
waarom het eten van fruit als nagerecht
zoo gezond is. Door het eten van een
appel vóór het naar bed gaan wordt op
aangename wijze de mond gedesinfec
teerd.
Kleine kinderen geve men voor het
zuiveren der maag meermalen het sap
van aardbeien, perziken of druiven, of
hetg eschaafde vleesch van een appel.
Voor zieken zijn vruchtensappen een
groote verkwikking, vooral voor koorts
lijders. Fruit in iederen vorm is een on
schatbaar middel bij alle ziekten der
stofwisseling, zooals rheumatiek en
jicht.
Men kan gerust zeggen, dat versch
fruit niet alleen een heerlijk genotmid
del, maar ook een goed smakend na-
tuurgezondheidsmiddel is.
Wie zijn kamer van vliegen ontdoen
wil, passé het volgende middel toe. Even
vóór de schemering begint steke men een
petroleumkachel of petroleumstel aan.
Als dan de schemering invalt, zitten de
meeste vliegen tegen de zolder aan, om
dat het daar warmer is dan beneden in
de kamer. Nu neme men een stok, zóó
King, dat men er gemakkenyR aan zoitfei
mee kan raken, hinde bovenaan een af
gedankt likeurglaasje en vuile dit voor
een gedeelte met benzine of spiritus. Het
wc:ktuig voor het vangen der vliegen is
dan klaar. In de schemering schijnt het
gezichtsvermogen der vliegen aanmerke
lijk minder te zijn dan overdag; althans
men kan het glas tegen den zolder aan
houden op de plaats waar de vlieg zit en
zonder dat deze het bemerkt. Een kleine
beweging is dan voldoende om het insect
te doen wegvliegen, echter zijn dood te
gemoet, in een van genoemde vloeistof
fen. In korten tijd pikt men zoo al de
vliegen van den zolder weg. Zoowel in
benzine als in spiritus zijn de vliegen
spoedig dood; in d(e eerste vloeistof ech
ter nog vlugger dan in de laatste. Over
dag kan men de aan den zolder zittende
vliegen ook wel op deze manier wegpik
ken, maar dan zitten ze niet zoo hokvast
als in de schemering.
Ten slotte de misschien overbodige
opmerking, dat men zoowel met benzine
als met spiritus voorzichtig zijn moet bij
vuur.
Is echter het euvel reeds aanwezig,
zijn de koperen of vergulde voorwerpen
met het vuil besmet, dan wascht men de
stoffen, die gereinigd moeten worden,
wanneer ze althans tegen zeepsop be
stand zijn, daarmee schoon. Heeft men
te doen met gevernist metaal, met brons
gepolitoerd hout en dergelijke stoffen,
dan strijkt men er over met een penseel,
gedoopt in stijf geklopt eiwit of slaolie.
Moulay Youssef, de sultan van Marok
ko, die, gelijk men weet, op het oogcu-
blik in Frankrijk vertoeft, woonde dezer
dagen in een bekend restaurant in het
Bois de Boulogne, in gezelschap van den
resident-generaal van Marokko, Sgeeg,
en den heer Painléve, een dans-uitvoe-
ring bij.
Toen de Mohammedaansche heerscher
met zekere oplettendheid de verschil
lende dansevoluties, door „fashionable"
Britsche en Amerikaansche foxtrot-,
tango- en Charleston-enthousiasten uit
gevoerd, gadesloeg, meenden de hem
vergezellende heeren, dat hun hooge
gast wel bijzonder veel smaak in dit
„stichtelijk" gedoe moest vinden.
Zij bleken zich echter leelijk vergist
te hebben. Want de sultan merkte na
eenige oogenblikken van stil gepeins
lakoniek op: „Die dansen zijn hogost
eigenaardig. Ik kan niet begrijpen, hoe
Westersche mannen hun vrouwen en
dochters kunnen toestaan, zooiets te
doen!"
Daarmee konden de heeren van het
gezelschap en de „beschaafde' Wester
sche dansmaniakken het doen.
Wel beschamend, dat een Mohamme
daan de christenen in deze de les moest
lezen.
Maar gelijk heeft hijl
Het beste middel, om het barsten van
het email der pannen te voorkomen is,
dat men de pannen voorzichtig behan
delt.
Zet men de pannen op het vuur als
er maar weinig water in is, dat spoedig
geheel verdampt, dan behoeft men zich
niet te verwonderen, als het email bij
groote hitte barsten krijgt.
Nog erger zal dat het geval zijn, als
men dan de pan plotseling met koud
water volgiet. Men moet er warm wa
ter in schenken of eerst de pan laten af
koelen.
Om verfvlekken van vensterruiten te
verwijderen wrijve men deze stevig af
met een stérk mengsel van soda en wa
ter. Nawrijven met een flanellen lap.
Flesschen kan men op een gemakkelij
ke en binnen ieders bereik liggende wij
ze s choonraaken. -Men ga- daarbij als
volgt te werk:
Wanneer men vlekken van de heften
van messen wil verwijderen, kan men dit
gemakkelijk bereiken door de heften
luchtig af te wrijven met heel fijn ge
stampt puimsteen-poeder dat men met
een weinig water tot een papje heeft
gemaakt De vlekken verdwijnen spoe
dig.
1.00 per stuk.
Kindermaten tot 12 jaar 0.75.
Papieren patronen op maat gemaakt
kunnen, onder toezending van het be
drag, besteld worden aan Paper Pattern
Service, Parkstraat 79, Den Haag.
De maten op te geven volgens onder
staande teekening.