CARICATURISTISCHE PLAATJES EN MORALISTISCHE PRAATJES
E
)1
Tweede blad
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
ZATERDAG 21 AUGUSTUS
ELCK WAT WILS
TREKJES.
imnniniBMnininmnian
Kleine koninkjes. Hoe je met Beethoven kunt beginnen en eindigen met
een saxophonist. Kindermoord. Hoe men kinderen opvoedt die
„weten hoe het hoort". Blozende wangen en rouge. IJdele moeders.
Een „eigewijssie". Het verongelukte ballonnetje. Feestmutsen.
Keeromme-keeromme! Waar molensteenen al niet goed voor zijn.
!Ü!!!IÉ
door FRANS MEIJER
SOCIAAL LEVEN.
Pax Romana.
Ergerlijke misstanden.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Opbrengst Limburgsche mijnen.
No. 460.
Toen 't rijpte.
(Dialoog).
DtjEK.
G. N.
llllllllllllllllllllin IIIIIIIIIIIIIIIIWIIIIWIIBilllHIWIIIIIIIIIIIIIII«lllllllilBII(IIWMWII»llllllllllllllll»IIIIIIIIIIIIIIIIIIIWIIIWIIIIIIIIIIIIIWIIIIIIIIIIII)IIWIIIWIIIIWWIIIilWIIIIIIIIIII>llilllllllllllllll>|i|WI>IIIIIIIIIMI>llllillWIIWIIIillllllillllllllill)IIIIIWIIWIIWn Willi IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
HET KINDERBAL
pil[||||||||lll!lilDlllllllliUlil!!l!l!llll!!l!U!lll!lilinillillllillllllMlllllllll!!IIIH
Toen ik deze week naar Zandvoort ging,
om in het Kurhaus eens het „Kinderbal" bij
te wonen, ontmoette ik in de E. S. M. een
groepje kinderen, blije blonde kinderen met
scheppen en emmers, ballen en vlaggen. Ze
gingen naar Zandvoort om te plassen in de
bruisende zee, om vestingen te bouwen
van het natte zand.
De ouders gingen mee om mee te genie
ten met hun kinderen. In een strandstoel
voor de oneindigheid der zee en de blauwe
lucht keert de jeugd in hun oogen terug.
Ze zijn blij met het geluk van hun kinde-
ren, op wier wangen ze de rozen zien
bloeien, die in de drukke stad zoo vaak
"innam
Jé dis ,,'n 'tit bon gar?on"
r
dreigden te kwijnen
Later, aan het strand, zag ik bruinge
brande kereltjes, dapper werkend aan een
ingewikkeld samenstel van fantastische for
ten en kanalen en jonge frissche meisjes,
die de schoolbanken geheel vergeten had
den.
Hier aan het strand zijn het alle kleine
koninkjes.
Voor hen bestaan er geen afsluitingen
meer, geen wetten, vóór alles geen ang
stige benepenheid, geen wangunstige oogen,
geen knellende banden, geen Zondagsche
pakjes, geen sommen, geen talen, geen
schoolmeesters.
En als ze hier toevallig hun onderwijzer
ontmoeten, lijkt hij een heel veranderde
man en ze maken hem heel gauw tot een
gezellige kameraad.
Veel onderwijzers zouden liever hun kin
deren in deze vrije omgeving vormen. De
karaktertjes zijn hier veel soepeler te bui
gen dan in de starre, stugge schoolbanken
met hun inkt en vernisluchtjes, dan in de
benauwde lokalen met het uitzicht op spich
tige schoorsteenen en gore binnenplaatsjes.
Hier hoeft niet gestraft te worden.
Als men hier de kinderen ziet in hun
vrije ongebondenheid, die bij normale ka
rakters nooit ontaardt in teugelooze vrij
heid, dan krijgt men den eindindruk dat het
de maatschappij is met haar dikwijls onzin
nige conventies, vaak al te strenge paeda-
gogiek, die zich richt tot uiterlijke fatsoens-
vormen, die de kinderen weerfcarstig maakt
of „stout" zooals men dat gelieft te noemen,
als de koninklijke natuur de kinderen niet
gauw genoeg meegeeft met de gedwongen
heid, die wij haar willen opleggen.
Om niet verkeerd verstaan te worden,
verklaar ik hier duidelijkheidshalve, dat
hier niet gedoeld wordt op karaktervorming,
die natuurlijk noodzakelijk is.
Maar zooals hierboven beweerd is, de
karaktervorming wordt door de vrijheid
vergemakkelijkt, gaat als vanzelf, zonder
straffen en dwangmaatregelen. Een verstan
dig toezicht is voldoende.
Tot zoover over kinderen, die verstandige
ouders hebben, die het welzijn in hun kin
deren behoorlijk begrijpen en behartigen,
die weten dat de natuurlijke blijheid en
levensvreugde van hun kinderen aangemoeT
digd moet worden en die beseffen dat hun
kinderen eerst groot en goed kunnen wor
den als de zon tot diep in hun kleine ont
vankelijke hartjes schijnt.
Voor het laatste deel der 9e symphonU
adopteerde Beethoven Schillers „Freude"-
zang.
Wer ein holdes Weib errungen,
Stimme mit unsrer Freude ein.
Deze muziek vertolkt alle sentimenten
die het ware geluk doen opbloeien: de
waarheid der huiselijke vreugde, de over
stelpende mooiheid van de dingen die om
ons heen zijn, niet alleen van kinderen,
bloemen en sterren, maar ook van het goede
bruine brood, de blanke weelde van ge
zonde melk, het glorieuze geel van het rijpe
koren, de verzadigende reuk van vette
aarde, in één woord alle goede gaven van
den Schepper.
Het is rijke weelde die den geest vervuld
van hen, die deze muziek in zich kan op
nemen, die den rijkdom weet te waardee-
ren omdat hij deze gevoelens kent die leven
in het eigen hart.
Aan de andere zijde echter staan zij die
een andere levenshouding zijn toegedaan.
Voor de oneindige ruimte, waarin men
God kan zien prefereeren zij de enge be
dompte lokalen van cabarets en dancings.
De zon heeft het voor hen moeten afleggen
voor de quasi-moderne glas in lood-lampen
en ziekelijke roode lampekappen. In plaats
van de gezonde muziek en de symphonieën
derw inden, hebben zij het machtelooze pijn
lijke gedreun van de nieuwe, onvolgroeide
muzikale effect-middeleb, van een orkestra
tie, die zich in haar onrijpe misvormde jeugd
met groot lawaai „Jazz-band" noemt. In
plaats van het rijke rhytme der natuur, ken
nen zij slechts de gestyleerde ertoiek, die
de ware dans vervangen heeft.
Als men echter het zoogenaamde „geluk"
van deze arme menschen wil peilen, behoeft
men slechts volkomen nuchter te gaan naar
de plaatsen waar zij plegen te komen, naar
de inrichtingen waar men dit geluk voor
héél veel geld tracht te koopen zooals Chez
Gaston en la Gaité om er enkele te noe
men, die niet in Haarlem gevestigd zijn. Be
droevend is het om aan te zjen hoe men
zich daar amuseert met het gelal van een
gedenereerden saxophonist, amuseert zon
der een glimp van vreugde in de oogen.
Dat zij echter, die hun ziel in hun harts
tochten voor verderfelijke schoonheid en
geld verloren of vervlakten, daar in wan
hoop hun genoegen zoekend omdat het leyen
voor hen niets anders meer geven kan, is be
grijpelijk en voor zooverre ze daaraan zelf
geen schuld hebben, zelfs vergeeflijk.
Maar ook de kinderen moeten zoo vroeg
mogelijk die vergiftige vreugde leeren drin
ken.
En dat is schandelijk.
In het Kurhaus te Zandvoort is iederen
Dinsdagmiddag „Kinderbal"
Dat wil zeggen: iederen Dinsdagmiddag
komt daar een aantal vrouwen meest uit
de hoogere en hoogste klassen die het
noodzakelijk achten om de onschuld van hun
kinderen zoo gauw mogelijk te vernietigen,
die daar kinderzieltjes van 4 of 5 jaar oud
reeds beginnen te vermoorden.
Hierbij zij even opgewerkt, dat deze
woorden geen „krachttermen" zijn, maar
letterlijk zoo opgevat moeten worden.
Buiten stond de middagzon hoog in de
blauwe lucht, op het gouden strand, bijna
verscholen achter „rondbochtig stoelenge-
rug" gedeeltelijk bezet door bocht met veel
gerucht, spelden .blonde kinderen in rood-
schaterende en wollig-witte pakjes.
Daarboven lag het Kurhaus bewaakt door
de twee steenen, .lamlendige leeuwen. Daar
achter eigenwijs het terras, met de veronge
lukte rotonde die toegang geeft tot het ge
bouw dat den indruk maakt „ook mee te
willen doenu
In de vestiaire hangen foto s van badplaats
amusementen die het Kurhaus in den loop
der week brengen zal
Hoofdzakelijk zijn het foto s van een dans
paar. De danseres noemt zich Klawdia Spet-
terkopt of zoo iets. De affiches trachten te
suggereeren dat zij „Kunst" brengt met een
groote ,,K en zoo ook geaccepteerd wordt
door een publiek dat het wulpsche gedartel
op de maat van een min of meer ernstige
muziek niet weet te onderscheiden omdat
het de gave van onderscheiding, die de
eigenschap is van een zuivere geest, verlo
ren heeft.
Personen met karakter zouden alleen
reeds om deze onzin die voor zeer jonge
menschen in de puberteitsgaven reeds zoo
aantrekkelijk is, aarzelen om kinderen met
deze gebouwen vertrouwd te maken.
Wanneer de kinderen, die hier gebracht
worden en waarvan' vele de tien jaren niet
te boven komen, later ouder worden, dan
beginnen de klachten der ouders over de
uithuizigheid der kinderen.
De jongens die café, cabaret en bioscoop
verkieze'n boven den vrede van het huiselijk
leven de meisjes die de dancings afkleppen,
ontvingen op deze wijze hun eerste opleiding
in die richting. Om nog niet eens te spreken
van nog grootere afwijkingen; die het na
tuurlijk gevolg zijn van dit amusementsleven.
Ter illustratie zij hier echter een geval ver
meld dat mij toevallig vandaag ter oore
kwam. In een bekend modemagazijn in een
onzer grootste steden, waar talrijke meisjes
werken, werd den laatsten tijd veel vermist,
zoodat het personeel in verdenking kwam.
Op zekeren dag werd er besloten om de
meisjes allen te fouilleeren. En zoo kwam
men tot de ontstellende ontdekking dat 70
pet. (zegge zeventig procent) van deze meis
jes in het bezit waren van middelen om de
gevolgen van hun ongebonden levenswijze
te voorkomen. Zou hier niet de schuld even
goed bij de ouders gezocht moeten worden?
Zou het te verwonderen zijn dat de kinde
ren, die in hun prille jeugd vertrouwd ge
maakt worden met de decadente instellingen
van een bedorven maatschappij ook op la-
teren leeftijd die amusements-inrichtingen
bezoeken? Zou het dan te verwonderen zijn
dat ze daar gezelschap vinden dat hen op
den verkeerden weg brengt, temeer daar die
schepseltjes meest verwende kinderen
van binnenuit niel de minste weerstand kun
nen bieden?
Jonge kereltjes van vijf, zes jaar leeren
reeds hun „dames" te courtiseereii, en wor
den reeds vertrouwd met de schijn-welle-
vendheidjes die een schijn-wereld decre-
teert.
Elke beleefdheidsvorm voortkomende uit
spontane liefde, geestdrift of genegenheid
wordt verknoeid. Het „nette gedrag" het
„fatsoen" treedt in de plaats van lieve voor
komendheid en natuurlijke bevalligheid, dit
juist bij kinderen van die leeftijd zoo sterk
is, en daarom juist aangemoedigd moet wor
den.
De zaal van bet Kurhaus was donker en
werd slechts flauw verlicht door een paar
groote, kleurige lantaarns. Het zgn. intieme
donker van dergelijke zalen heeft de rustige
verstillende schemering van de. kerk voor
velen vervangen.
Aan de tafeltjes zaten de trotsche mama s,
fier op hun eigenwijs gekleede poppetjes in
heuschc balcostumej en zwart-fluweelen
pakjes.
Geïmponeerd door de gewichtige duister
nis der zaal heerschte bij de kinderen een
bedompte begrafenis-stemming.
Zilveren stemmetjes en parelende lachjes
werden niet gehoord.
Waarschijnlijk dat de „fatsoenlijke
mama's hen verboden hadden luidruchtig te
zijn, misschien ook dat ze de situatie zelf
niet zoo prettig vonden als de kort-ziebtige
geleidsters zici. wel voorstelden.
Bij meerdere kinderen was de natuurlijke
fristhheid der wangen bedekt met rouge of
poudre-de riz, bij anderen was met crème
gepoogd de natuurlijke blankheid en zacht
heid der huid te verbeteren. Met zorg waren
de haren, die buiten in zon en wind een
lichtkrans vormt om de lieve kopjes gekruld,
of gladgestreken.
Kortom, met alle ten dienste staande mid
delen had men getracht de natuurlijke, slui
merende ijdelheid der kinderen wakker te
maken.
IJdelheid is het meest kenmerkende
woord voor- dergelijke zgn. feestelijkheden,
niet alleen ijdelheid der kinderen, maar
vooral der belachelijk trotsche ouderen.
Kostelijk is het om de gezichten van de
moeders gade te slaan als hun kinderen dan
sen. Bij de meesten leest men naast deze
trots een stil onderdrukte jalouzie omdat
andere kinderen beter dansten of mooiere
pakjes droegen..
Vooral het vraagstuk „wie het beste
danste" scheen de gemoederen te vervullen.
Toevallig maakte ik een staaltje van moe
derlijke ijdelheid mee.
Aan de andere zijde van de zaal zaten
twee dames met een drietal kinderen. Nau
welijks had ik plaats genomen en het schets
boek voor den dag gehaald of de heele fa
milie stevende in n-.ijn richting en kwam
naast mij zitten. Aanvankelijk had ik er geen
flauw idee van dat hier andere bedoelingen
achter konden schuilen
Geruimen tijd was het „bal" echter aan
den gang of een der moeders vroeg:
„Vous êtés du jury, m'sfeur?"
„Pardon, madame, je suis de la presse, je
ifais des dessins."
„Ah ca.... ik had u eigenlijk willen vra
gen of u de kinderen geen solo-dansen kon
laten uitvoeren."
waar ballonnetjes lagen. Even later zag ik
hem weer het trapje afdalen, precieus een
leeggeloopen ballonnetje in de hand hou
dende.
Onmiddellijk naderde de chef om het geval
nader te onderzoeken.
Zelfs de piccolo vond het noodig het ver
ongelukte ballonnetje te bestudeeren.
Ër volgde een ernstige bespreking, die
heel lang duurde: alles om het leeg geloopen
ballonnetje.
Toen ik de zaal verliet was het onderhoud
nog niet afgeloopen.
Laten we hoopen dat de besprekingen een
gunstig resultaat hadden.
Er werd nog een poging gedaan om de
kinderen het idéé bij te brengen dat ze op
een feestje waren. De meisjes kregen kleine
hooge hoedjes op en de jongens papieren
mutsjes.
Er sJas niet één kind dat erom kon
lachen.
Onwillig werden deze hoedjes afgezet en
?e zouden waarschijnlijk niet meer opgezet
zijn als de diverse mama's het niet gewild
hadden.
Kinderen houden van maskerade en malle
mutsen.
Maar ze doen het niet op commando. Dat
is alleen goed voor groote menschen.
Toen ben ik maar gauw naar buiten ge
gaan, niettegenstaande het „feest" nog lang
niet afgeloopen was.
Waarschijnlijk hadden er nog heel veel
festiviteiten plaats, werden er nog veel on
natuurlijke dingen van de kinderen verlangd
om de glunderende martia's een genoegen te
doen.
Gelukkig heb ik het niet gezien.
Heel gauw ben ik uit de donkere zaal naar
buiten gegaan, naar de frissche lucht een
weldaad was, de zee muziek en de zon een
zachte strecling. Boven het bruisen van de
branding uit hóórde ik weer het lachen van
Glunderende mama's.
Doorzichtiger tactiek en belachelijker
ijdelheid lijkt niet denkbaar.
't Is alleen maar treurig van de kinderen.
Iets verderop hoorde ik het volgende:
Aan een ander tafeltje zal een moeder met
twee dochtertjes.
Deze dame vond het blijkbaar erg leuk dat
haar dochtertje zich op zoo'n komieke wijze
voor een der jongetjes interesseerde en bij
iederen dans persoonlijk op het ventje toe-
stapte om het jongmensch ten dans te noo-
digen.
Blijkbaar had de moeder het meisje ver
keerd verstaan, want nuffig hoorde ik het
kind zeggen: „Je ne dis pas „beau garcon,
je dis 'n 'tit bon garcon.
Even later schuifelden de kleine beentjes,
die misschien pas kort konden loopen, met
foxtrot pasjes over den gladden vloer.
Tijdens het bal gebeurde er iets^ontstel-
lends. Op een gegeven oogenblik, toen er na
de muziek weer een beklemmende stilte ge
vallen was, zag ik iemand een der leiders
waarschijnlijk, naar het podium stappen,
Aufforderung- zum Tane.
kinderen, zag ik weer het natuurlijke onge
dwongen gedoe, van het kleine goed dat
zich dikwijls tot ongenoegen van pa's en
ma's heelemaal nat floddert, maar het was
natuur, natuur, natuur!
Daar was weer levensvreugde en levens
blijheid.
Een stelletje kinderen stond hand aan
hand in een kring en blij schalden de stem
metjes:
Keeromme, keeromme,
Mientje die is ommegekeerd
Dat heeft ze van 'dr moeder geleerd.
Zoo draaide het stelletje in luchtige pas
sen rond als in een Meidans.
Deze kinderen dansten ook, spontaan, op
hun manier.
Maar het was heerlijk natuurlijk.
Zóó moeten kinderen dansen.
Ik zou willen dat wij het óók zoo konden.
In het Evangelie is er sprake van een mo
lensteen, die aan den hals gebonden moet
worden van hen die de kleinen ergernis
geeft, om ze zoo in zee te laten zinken.
Het' steen-materiaal is tegenwoordig mis
schien moeiliik te krijgen, maar de zee is
in ieder_ góval dichtbij.
Eenige dagen geleden sprak ik een paeda-
goog over het geval.
Zijn eenigste opmerking, die niets aan
duidelijkheid te wenschen ovqrlaat, was
deze:
„Ouders die hun kinderen zóó opvoeden,
moest het ouderrecht ontnomen worden."
Op 2, 3 en 4 September a.s. zal de inter
nationale organisatie der katholieke stu
denten, Pax Romana, te Amsterdam haar
Vle congres houden.
Opgericht op initiatief van Spanje, Zwit
serland en Nederland in 1920, kwam de
jeugdige internationale in congres bijeen,
achtereenvolgens te Freiburg, te Salzburg,
te Boedapest en te Bologna.
De na-oorlogsche omstandigheden, de
nood der intellectueelen in Centraal-
Europa, de bedreiging van den academi-
scben stand, in bet bizonder onder de katho
lieke bevolkingsgroepen, bepaalden de aan
vankelijke directe taak der jeugdige organi
satie. Zij wijdde zich hoofdzakelijk, en met
succes, aan het Auxilium Studiosorum.
Thans, nadat in dezelfde periode de in
wendige organisatie is uitgebreid en haar
voltooiing nadert, schijnt voor Pax Romana
het oogenblik aangebroken, om zich te
zetten aan haar breedere, meer algemeene
taak, te weten het leggen van contact tus-
schen de katholieke academieburgers van
verschillende nationaliteit. Zonder concrete
mogelijkheden te overschatten en zich in
fantasiën te verliezen, mag worden vast
gesteld, dat Pax Romana, bij welslagen,
veel zal kunnen doen voor de verwezenlij
king der idéé, die in haar naam en wapen
spreuk is geformuleerd. Eenmaal in actie
voor het vestigen van bovenbedoeld con
tact, heeft Pax Romana alie kans, dat haar
samenvattende invloed de grenzen der stu
dentenwereld zal te buiten gaan. Immers,
brengt zij de katholieke studenten van ver
schillende nationaliteit tot wederzijds ver
staan in de eenheid van hun katholicisme
zoowel als in de verscheidenheid hunner
landseigen beschavingen, dan zal die ver
houding ook gaandeweg intreden tusschen
de academisch gevormde katholieken der
onderscheiden landen die straks geroe
pen zijn tot de leiding in hun geestelijke,
maatschappelijke en staatkundige omgeving.
Om deze redenen, om de mogelijkheden,
die door Pax Romana worden ontsloten, be
velen wij het Amsterdamsche Congres aan
in de belangstelling van het katholieke pu
bliek; en in bet bijzonder in de belangstel
ling van de oud-leden der Katholieke Stu-
dentenvereenigingen, die als kameraad en
als toehoorder ten Congresse, van harte
welkom zullen zijn.
Binnenkort zullen door publicatie van
het program nadere inlichtingen worden
gegeven
L. J. M. FEBER,
President van Pax Romana.
De „R.K. Transportarbeider" noemt
eenige krasse staaltjes van de slechte toe
standen, waaronder het personeel werkt
van de A..O.A.D. (Limburgsche Auto-omai-
busdiensf), die een geregelden personeel-
dienst onderhoudt tusschen Heerlen en
Maastricht. Nadat het blad eerst medege
deeld heeft, dat niemand van het perso
neel in de drie jaren van het bestaan van
den Dienst zich dorst organiseeren uit
angst voor ontslag, maar dat er later on
der leiding van den directeur en een con
troleur een personeels-organisatie is opge
richt, die alle bestaande misstanden heeft
weggewerkt" en daarna wegens gebrek
aan werkzaamheden is ontbonden, geeft
het blad een overzicht van den dus „voor-
treffclijken" toestand voor het personeel,
waaraan wij het volgende onlleenen.
De arbeidsvoorwaarden: ten eerste: nie
mand wordt verboden om lid te worden
van een landelijken vakbond, maar zoodra
de directie hiervan kennis krijgt, wordt de
betrokkene ontslagen;
De wet op het arbeidscontract wordt
buiten werking gesteld; ieder werknemer
is met de maatschappij een individueel con
tract overeengekomen. De bepalingen hier
van zijn onbekend, maar wel weet de
schrijver, dat de directie met één dag op
zegging ieder kan ontslaan.
De loonen van chauffeurs worden van
32 per 7 dagen gebracht op 30, die van
conducteurs van 25 op 21, met het oog
op de fooien.
De arbeidstijd werd van 10 uur per dag
op 12 uur per dag verlengd, met dien ver
stande. dat de conducteurs op den 4en
Zondag een dag vrij hebben, maar de chauf
feurs hebben nooit eea Zondag en ook
geen anderen dag meer vrij. Met andere
woorden: dezen moeten 365 dagen in een
jaar dienst doen. Daarbij komt dat iedere
chauffeur op den lOen Zondag een beurt
krijgt van 's morgens 554 tot 's nachts 1
uur, of 19 uur ononderbroken dienst ach
ter het Stuur.
Voor overuren, dat wil zeggen voor uren
boven de 12 dagelijks, werd tot nu toe iets
betaald, van 1 Augustus af, komt dit ech
ter te veryallen, zooals het personeel eeni
ge dagen geleden werd medegedeeld.
Bij ziekte wordt een vergoeding betaald
van 70 «>Ct. van het loon en daarvoor moe
ten de menschen wekelijks 4 pCt. van hun
loon missen.
Voorts werd het personeel medegedeeld,
dat het hum bij straffe van direct ontslag
verboden was ook maar de minste mede-
deeling over bedrijfstoestanden, waaronder
begrepen de loon- en arbeidsvoorwaarden,
aan derden te doen. Niemand zal willen b ?-
twisten, dat deze voorzichtige maatreg 1
overbodig is.
De totale netto-opbrengst der gezamen
lijke Limburgsche mijnen bedroeg over de
maand Juli 1926 792.916.9654 ton.
Het totaal aantal arbeiders der gezamen
lijke Limburgsche mijnen bedroeg ep 1
Augustus 1926 22980 ondergronds en 8715
bovengronds.
Personen:
De Vader.
De Zoon.
f o o n eel: Een deftige kamer; daar
achter een serre met uitzicht op groote
tuin. Aan de wand schilderstukken in gou
den lijsten, waaronder olieverf-portret van
de moeder, voor ongeveer tien jaar over
leden.
Zoon: (18 19 jaar, verstandige, heldere
blik, komt binnen en bekijkt met aandacht
'n vergeeld bidprentje. Hij blijft er, stil
staand, nog 'n poosje op staren en leest dan
bijna fluisterend): „Zij was een moeder,
waardig om te leven in de gbdachtenis der
goeden. In vrede is zij van hier gescheiden,
voorzien van vele vruchten der vreeze
Gods. Kinderenvergeetde lessen
uwer moeder niet.dient den Heer in
waarheidbemint uw va(hij staart
even op met saamgeknepen lippen) „....en
de God van liefde zal met u zijn. Ik zal
u allen.... wederzien.... en dan zal uw
hart blijde zijn...."
(droomerig) Moeder.... welke zijn
die lessen dan? En waér zult u ons weer
zien? En wat moeten we daarvoor doen?
(smart trek).
Vader: (rustig-trotsche verschijning,
komt binnen met eenige poststukken. Hij
ziet de zoon daar zielig staan, starend op
't prentje. Komt zacht naderbij; de zoon
schrikt even. De vader neemt hem kalm,
belangstellend het prentje af en bekijkt
het. De zoon volgt met spanning de uit
werking op diens gelaat, waarop zich een
frons van ingehouden toorn vertoont. Don
zegt de vader losjes:) Hoe kom je daar
aan?
Zoon: Gevonden, vader
Vader: Hier? In huis?
Z o n: Ja.... natuurlijk hier in huis.
Vader: Zoo heel toevallig.... of....
Zoon: Ik zocht naar iets, dat me aan
moeder zou kunnen herinneren. Toen vond
ik dit tusschen een stapeltje oude ansich
ten. ('n Stilte).
Vader: Waar komt die belangstelling
ineens vandaan?
Zoon: Die belangstelling is niet van
vandaag of gisteren, vader.
Vader: HmVandaag misschien toch
wèl 'n intiem gesprekje gehad.... met een
van de familieleden of kennissen
Zoon: Toch nietMaar als dat nou
wèl «es gebeurd was.-..?
Vader: 't Is niet gebeurddus
Zoon: U bedoelt toch niet, dat u dat
kwalijk genomen zou hebben?
Vader: Misschien
Zoon: Ik wou, dat u wat duidelijker
was, vader(even 'n spanning).
Vader: Dat hoef ik niet meer te zijn.
Je kent m'n standpunt.
Zoon: Ja zekervrijheid van onder
zoek, als 'k 't goed zeg.
Vader: Ja.... maar ik verlang, dat
niemand daar invloed op heeft.
Zoon: Wat voor bedoeling heeft u daar
dan mee?
Vader: (hem even streng aanziend):
Het antwoord op die vraag hèb je al. Als
iemand jou 'n bepaalde leerstelling gaat op
dringen, dan komt die vrijheid al in 't ge
drang.
Zoon: En als ik me dan niets laat op
dringen, maar alleen vragen stel, die me
dat vrije onderzoek gemakkelijker kunnen
maken?
Vader: Het eene kan het andere niet
uitsluiten. En als ik zeg: ik verlang het
zoo, dan moest je dat voldoende zijn. Je
moet vertrouwen stellen in je vader, die
beter over die zaken kan oordeelen, dan jij.
Zoon: (zich met moeite bedwingend):
Dat wil 'k, vader.maar u zult me toch
wel toegeven, dat dat vertrouwen .niet veel
waard is als.
Vader: (Kort): Als?
Zoon: Als er twijfel bij komtals
je voelt, dat je 'r geen houvast aan hebt.
Vader: Waarmee je dus wil zeggen, dat
je twijfelt aan mijn bedoelingen?
Zoon: (na korte stilte, haalt de schou
ders op) Ik weet zelf niet, vaderik
twijfel aan zoo véél de laatste tijd.
Vader: Ik vermoed, dat jij dingen in je
hoofd gaat halen, die voor' 'n jongmensch
van achttien nog te veraf liggen.
Zoon; (zich opwindend) Waarom liggen
ze zoo veraf? Waarom, yader? Waarom is
't niet b ij me gebleven, wat nu zoo veraf
ligt?
Vader: (even verbluft). Jongen, wees
voorzichtig met je woorden! t Begint waar
achtig op 'n verhoor te lijken! Dat past jou
allerminst!
Zoon: Tstcrker) Waarom geeft u me
nou geen antwoord.Waarom ligt alles
zoo ver van me af? Omdat 't zoo ver van
me gehouden werd?
Vader: (staat dreigend recht) Zwijg!
Dat is geen toon tegenover je vader! Ik
hoef jou vooralsnog geen rekenschap te
geven over m'n handelingen!
Zoon: U ontwijkt 'n antwoord.... en
dwingt me het zelf te zoeken! (hevig) En
dan moet ik aannemen, dat t met opzet
is gebeurdl (De vader komt kwaad naar
hem toe, doch aarzelt terug voor de eer
lijke fonkeling in de oogen van z'n zoon)
....Dat u met opzet van me heeft ver
wijderd wat moeder me gaf!
Vader: (krachtig). Jongen.... ik ben al
veel tfe geduldig geweest! Maar nog wil ik
je van antwoord dienen. Wat je later, als
je meerderjarig bent, wil doen, moet je zelf
weten.... maar dan moet 't ook héélemaal
uit je zelf komen. Ik veracht 't systeem
van opkweeken naar eigen religieuze in
zichten, dat alle gevoel van eigenwaarde
doodt!
Zoon: (snel-hartstochtelijk). Wat moetik
later zelf weten.... als 'k niks weet....
heelemaal niks van dat alles, omdat nie
mand me mag helpen en voorlichten.als
elk steunpunt me ontnomen wordt en ik
alleen moet loopen dwalen en zoeken?!
Waar blijft m'n vrijheid dan? Dat is geen
vrijheidof de vrijheid van 'n dier, dat
op 'n afgesloten stuk land loopt!
Vader: Zwijg, zeg ik je nóg eens! Je
bent overprikkeld en vergeet tot wie je
spreekt!
Zoon: Ik kan niet zwijgennou
kan ik 't niet meer! U weet niet hoe lang
ik hier al heb loopen smachten en zoeken
naar uitkomst.... zoo heelemaal aan me
zelf overgelaten. Die bloemen en planten
daar in de tuinzijn die vanzelf zoo
geworden? Zijn d i e niet verzorgd en op
gekweekt?! T1' ben overprikkeld, ja....
maar wat heeft 't me gemaakt?! 't Moet
veranderen, vader.... 't moet.... anders
zou 'k in staat zijn weg te loopen.... weg
uit dit huis, dat me walgt met al z'n weelde
weg van u, die me niet geeft wat 'k
noodig heb!
Vader: (grijpt hem woedend in de
borst). Wat zeg jij daar? Wat praat jij
van veranderen en wegloopen?! We zullen
met jou andere maatregelen moeten ne
mendat zal dan de verandering zijn!
Zoon; (met jagende ademhaling). Ja....
ja...-, nou zie ik 'tnou begrijp ik 't!
Vader: (nog vasthoudend). Wat? Wat
begrijp jij?
Zoon: U wil t er uit trappener
uit trappen.... er uit trappen, wat 'k van
moeder kreeg. nou u ziet, dat ik 'f nog
niet heelemaal kwijt boni Maar dat laat
ik me niet doen.... nooit.... nooit....
dat kleine beetje hou ik vast.... dat kan
er niet uitdaar blijf ik zelf baas over
en ik zal
Vader: (laat niet uitspreken, heft z'n
vuist op voor 'n slag). Geen woord meer!
Nou is 't genoeg!
Zoon: (schreeuwend): Moeder!!
(De vader houdt schichtig de slag in;
zwijgt in verbeten woede, gaat in de serre
en smijt de deur achter zich dicht. De zoon
snikt hartstochtelijk).