CARICATURISTISCHE PLAATJES EN MORALISTISCHE PRAATJES E )1 Tweede blad NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT ZATERDAG 21 AUGUSTUS ELCK WAT WILS TREKJES. imnniniBMnininmnian Kleine koninkjes. Hoe je met Beethoven kunt beginnen en eindigen met een saxophonist. Kindermoord. Hoe men kinderen opvoedt die „weten hoe het hoort". Blozende wangen en rouge. IJdele moeders. Een „eigewijssie". Het verongelukte ballonnetje. Feestmutsen. Keeromme-keeromme! Waar molensteenen al niet goed voor zijn. !Ü!!!IÉ door FRANS MEIJER SOCIAAL LEVEN. Pax Romana. Ergerlijke misstanden. HANDEL EN NIJVERHEID. Opbrengst Limburgsche mijnen. No. 460. Toen 't rijpte. (Dialoog). DtjEK. G. N. llllllllllllllllllllin IIIIIIIIIIIIIIIIWIIIIWIIBilllHIWIIIIIIIIIIIIIII«lllllllilBII(IIWMWII»llllllllllllllll»IIIIIIIIIIIIIIIIIIIWIIIWIIIIIIIIIIIIIWIIIIIIIIIIII)IIWIIIWIIIIWWIIIilWIIIIIIIIIII>llilllllllllllllll>|i|WI>IIIIIIIIIMI>llllillWIIWIIIillllllillllllllill)IIIIIWIIWIIWn Willi IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM HET KINDERBAL pil[||||||||lll!lilDlllllllliUlil!!l!l!llll!!l!U!lll!lilinillillllillllllMlllllllll!!IIIH Toen ik deze week naar Zandvoort ging, om in het Kurhaus eens het „Kinderbal" bij te wonen, ontmoette ik in de E. S. M. een groepje kinderen, blije blonde kinderen met scheppen en emmers, ballen en vlaggen. Ze gingen naar Zandvoort om te plassen in de bruisende zee, om vestingen te bouwen van het natte zand. De ouders gingen mee om mee te genie ten met hun kinderen. In een strandstoel voor de oneindigheid der zee en de blauwe lucht keert de jeugd in hun oogen terug. Ze zijn blij met het geluk van hun kinde- ren, op wier wangen ze de rozen zien bloeien, die in de drukke stad zoo vaak "innam Jé dis ,,'n 'tit bon gar?on" r dreigden te kwijnen Later, aan het strand, zag ik bruinge brande kereltjes, dapper werkend aan een ingewikkeld samenstel van fantastische for ten en kanalen en jonge frissche meisjes, die de schoolbanken geheel vergeten had den. Hier aan het strand zijn het alle kleine koninkjes. Voor hen bestaan er geen afsluitingen meer, geen wetten, vóór alles geen ang stige benepenheid, geen wangunstige oogen, geen knellende banden, geen Zondagsche pakjes, geen sommen, geen talen, geen schoolmeesters. En als ze hier toevallig hun onderwijzer ontmoeten, lijkt hij een heel veranderde man en ze maken hem heel gauw tot een gezellige kameraad. Veel onderwijzers zouden liever hun kin deren in deze vrije omgeving vormen. De karaktertjes zijn hier veel soepeler te bui gen dan in de starre, stugge schoolbanken met hun inkt en vernisluchtjes, dan in de benauwde lokalen met het uitzicht op spich tige schoorsteenen en gore binnenplaatsjes. Hier hoeft niet gestraft te worden. Als men hier de kinderen ziet in hun vrije ongebondenheid, die bij normale ka rakters nooit ontaardt in teugelooze vrij heid, dan krijgt men den eindindruk dat het de maatschappij is met haar dikwijls onzin nige conventies, vaak al te strenge paeda- gogiek, die zich richt tot uiterlijke fatsoens- vormen, die de kinderen weerfcarstig maakt of „stout" zooals men dat gelieft te noemen, als de koninklijke natuur de kinderen niet gauw genoeg meegeeft met de gedwongen heid, die wij haar willen opleggen. Om niet verkeerd verstaan te worden, verklaar ik hier duidelijkheidshalve, dat hier niet gedoeld wordt op karaktervorming, die natuurlijk noodzakelijk is. Maar zooals hierboven beweerd is, de karaktervorming wordt door de vrijheid vergemakkelijkt, gaat als vanzelf, zonder straffen en dwangmaatregelen. Een verstan dig toezicht is voldoende. Tot zoover over kinderen, die verstandige ouders hebben, die het welzijn in hun kin deren behoorlijk begrijpen en behartigen, die weten dat de natuurlijke blijheid en levensvreugde van hun kinderen aangemoeT digd moet worden en die beseffen dat hun kinderen eerst groot en goed kunnen wor den als de zon tot diep in hun kleine ont vankelijke hartjes schijnt. Voor het laatste deel der 9e symphonU adopteerde Beethoven Schillers „Freude"- zang. Wer ein holdes Weib errungen, Stimme mit unsrer Freude ein. Deze muziek vertolkt alle sentimenten die het ware geluk doen opbloeien: de waarheid der huiselijke vreugde, de over stelpende mooiheid van de dingen die om ons heen zijn, niet alleen van kinderen, bloemen en sterren, maar ook van het goede bruine brood, de blanke weelde van ge zonde melk, het glorieuze geel van het rijpe koren, de verzadigende reuk van vette aarde, in één woord alle goede gaven van den Schepper. Het is rijke weelde die den geest vervuld van hen, die deze muziek in zich kan op nemen, die den rijkdom weet te waardee- ren omdat hij deze gevoelens kent die leven in het eigen hart. Aan de andere zijde echter staan zij die een andere levenshouding zijn toegedaan. Voor de oneindige ruimte, waarin men God kan zien prefereeren zij de enge be dompte lokalen van cabarets en dancings. De zon heeft het voor hen moeten afleggen voor de quasi-moderne glas in lood-lampen en ziekelijke roode lampekappen. In plaats van de gezonde muziek en de symphonieën derw inden, hebben zij het machtelooze pijn lijke gedreun van de nieuwe, onvolgroeide muzikale effect-middeleb, van een orkestra tie, die zich in haar onrijpe misvormde jeugd met groot lawaai „Jazz-band" noemt. In plaats van het rijke rhytme der natuur, ken nen zij slechts de gestyleerde ertoiek, die de ware dans vervangen heeft. Als men echter het zoogenaamde „geluk" van deze arme menschen wil peilen, behoeft men slechts volkomen nuchter te gaan naar de plaatsen waar zij plegen te komen, naar de inrichtingen waar men dit geluk voor héél veel geld tracht te koopen zooals Chez Gaston en la Gaité om er enkele te noe men, die niet in Haarlem gevestigd zijn. Be droevend is het om aan te zjen hoe men zich daar amuseert met het gelal van een gedenereerden saxophonist, amuseert zon der een glimp van vreugde in de oogen. Dat zij echter, die hun ziel in hun harts tochten voor verderfelijke schoonheid en geld verloren of vervlakten, daar in wan hoop hun genoegen zoekend omdat het leyen voor hen niets anders meer geven kan, is be grijpelijk en voor zooverre ze daaraan zelf geen schuld hebben, zelfs vergeeflijk. Maar ook de kinderen moeten zoo vroeg mogelijk die vergiftige vreugde leeren drin ken. En dat is schandelijk. In het Kurhaus te Zandvoort is iederen Dinsdagmiddag „Kinderbal" Dat wil zeggen: iederen Dinsdagmiddag komt daar een aantal vrouwen meest uit de hoogere en hoogste klassen die het noodzakelijk achten om de onschuld van hun kinderen zoo gauw mogelijk te vernietigen, die daar kinderzieltjes van 4 of 5 jaar oud reeds beginnen te vermoorden. Hierbij zij even opgewerkt, dat deze woorden geen „krachttermen" zijn, maar letterlijk zoo opgevat moeten worden. Buiten stond de middagzon hoog in de blauwe lucht, op het gouden strand, bijna verscholen achter „rondbochtig stoelenge- rug" gedeeltelijk bezet door bocht met veel gerucht, spelden .blonde kinderen in rood- schaterende en wollig-witte pakjes. Daarboven lag het Kurhaus bewaakt door de twee steenen, .lamlendige leeuwen. Daar achter eigenwijs het terras, met de veronge lukte rotonde die toegang geeft tot het ge bouw dat den indruk maakt „ook mee te willen doenu In de vestiaire hangen foto s van badplaats amusementen die het Kurhaus in den loop der week brengen zal Hoofdzakelijk zijn het foto s van een dans paar. De danseres noemt zich Klawdia Spet- terkopt of zoo iets. De affiches trachten te suggereeren dat zij „Kunst" brengt met een groote ,,K en zoo ook geaccepteerd wordt door een publiek dat het wulpsche gedartel op de maat van een min of meer ernstige muziek niet weet te onderscheiden omdat het de gave van onderscheiding, die de eigenschap is van een zuivere geest, verlo ren heeft. Personen met karakter zouden alleen reeds om deze onzin die voor zeer jonge menschen in de puberteitsgaven reeds zoo aantrekkelijk is, aarzelen om kinderen met deze gebouwen vertrouwd te maken. Wanneer de kinderen, die hier gebracht worden en waarvan' vele de tien jaren niet te boven komen, later ouder worden, dan beginnen de klachten der ouders over de uithuizigheid der kinderen. De jongens die café, cabaret en bioscoop verkieze'n boven den vrede van het huiselijk leven de meisjes die de dancings afkleppen, ontvingen op deze wijze hun eerste opleiding in die richting. Om nog niet eens te spreken van nog grootere afwijkingen; die het na tuurlijk gevolg zijn van dit amusementsleven. Ter illustratie zij hier echter een geval ver meld dat mij toevallig vandaag ter oore kwam. In een bekend modemagazijn in een onzer grootste steden, waar talrijke meisjes werken, werd den laatsten tijd veel vermist, zoodat het personeel in verdenking kwam. Op zekeren dag werd er besloten om de meisjes allen te fouilleeren. En zoo kwam men tot de ontstellende ontdekking dat 70 pet. (zegge zeventig procent) van deze meis jes in het bezit waren van middelen om de gevolgen van hun ongebonden levenswijze te voorkomen. Zou hier niet de schuld even goed bij de ouders gezocht moeten worden? Zou het te verwonderen zijn dat de kinde ren, die in hun prille jeugd vertrouwd ge maakt worden met de decadente instellingen van een bedorven maatschappij ook op la- teren leeftijd die amusements-inrichtingen bezoeken? Zou het dan te verwonderen zijn dat ze daar gezelschap vinden dat hen op den verkeerden weg brengt, temeer daar die schepseltjes meest verwende kinderen van binnenuit niel de minste weerstand kun nen bieden? Jonge kereltjes van vijf, zes jaar leeren reeds hun „dames" te courtiseereii, en wor den reeds vertrouwd met de schijn-welle- vendheidjes die een schijn-wereld decre- teert. Elke beleefdheidsvorm voortkomende uit spontane liefde, geestdrift of genegenheid wordt verknoeid. Het „nette gedrag" het „fatsoen" treedt in de plaats van lieve voor komendheid en natuurlijke bevalligheid, dit juist bij kinderen van die leeftijd zoo sterk is, en daarom juist aangemoedigd moet wor den. De zaal van bet Kurhaus was donker en werd slechts flauw verlicht door een paar groote, kleurige lantaarns. Het zgn. intieme donker van dergelijke zalen heeft de rustige verstillende schemering van de. kerk voor velen vervangen. Aan de tafeltjes zaten de trotsche mama s, fier op hun eigenwijs gekleede poppetjes in heuschc balcostumej en zwart-fluweelen pakjes. Geïmponeerd door de gewichtige duister nis der zaal heerschte bij de kinderen een bedompte begrafenis-stemming. Zilveren stemmetjes en parelende lachjes werden niet gehoord. Waarschijnlijk dat de „fatsoenlijke mama's hen verboden hadden luidruchtig te zijn, misschien ook dat ze de situatie zelf niet zoo prettig vonden als de kort-ziebtige geleidsters zici. wel voorstelden. Bij meerdere kinderen was de natuurlijke fristhheid der wangen bedekt met rouge of poudre-de riz, bij anderen was met crème gepoogd de natuurlijke blankheid en zacht heid der huid te verbeteren. Met zorg waren de haren, die buiten in zon en wind een lichtkrans vormt om de lieve kopjes gekruld, of gladgestreken. Kortom, met alle ten dienste staande mid delen had men getracht de natuurlijke, slui merende ijdelheid der kinderen wakker te maken. IJdelheid is het meest kenmerkende woord voor- dergelijke zgn. feestelijkheden, niet alleen ijdelheid der kinderen, maar vooral der belachelijk trotsche ouderen. Kostelijk is het om de gezichten van de moeders gade te slaan als hun kinderen dan sen. Bij de meesten leest men naast deze trots een stil onderdrukte jalouzie omdat andere kinderen beter dansten of mooiere pakjes droegen.. Vooral het vraagstuk „wie het beste danste" scheen de gemoederen te vervullen. Toevallig maakte ik een staaltje van moe derlijke ijdelheid mee. Aan de andere zijde van de zaal zaten twee dames met een drietal kinderen. Nau welijks had ik plaats genomen en het schets boek voor den dag gehaald of de heele fa milie stevende in n-.ijn richting en kwam naast mij zitten. Aanvankelijk had ik er geen flauw idee van dat hier andere bedoelingen achter konden schuilen Geruimen tijd was het „bal" echter aan den gang of een der moeders vroeg: „Vous êtés du jury, m'sfeur?" „Pardon, madame, je suis de la presse, je ifais des dessins." „Ah ca.... ik had u eigenlijk willen vra gen of u de kinderen geen solo-dansen kon laten uitvoeren." waar ballonnetjes lagen. Even later zag ik hem weer het trapje afdalen, precieus een leeggeloopen ballonnetje in de hand hou dende. Onmiddellijk naderde de chef om het geval nader te onderzoeken. Zelfs de piccolo vond het noodig het ver ongelukte ballonnetje te bestudeeren. Ër volgde een ernstige bespreking, die heel lang duurde: alles om het leeg geloopen ballonnetje. Toen ik de zaal verliet was het onderhoud nog niet afgeloopen. Laten we hoopen dat de besprekingen een gunstig resultaat hadden. Er werd nog een poging gedaan om de kinderen het idéé bij te brengen dat ze op een feestje waren. De meisjes kregen kleine hooge hoedjes op en de jongens papieren mutsjes. Er sJas niet één kind dat erom kon lachen. Onwillig werden deze hoedjes afgezet en ?e zouden waarschijnlijk niet meer opgezet zijn als de diverse mama's het niet gewild hadden. Kinderen houden van maskerade en malle mutsen. Maar ze doen het niet op commando. Dat is alleen goed voor groote menschen. Toen ben ik maar gauw naar buiten ge gaan, niettegenstaande het „feest" nog lang niet afgeloopen was. Waarschijnlijk hadden er nog heel veel festiviteiten plaats, werden er nog veel on natuurlijke dingen van de kinderen verlangd om de glunderende martia's een genoegen te doen. Gelukkig heb ik het niet gezien. Heel gauw ben ik uit de donkere zaal naar buiten gegaan, naar de frissche lucht een weldaad was, de zee muziek en de zon een zachte strecling. Boven het bruisen van de branding uit hóórde ik weer het lachen van Glunderende mama's. Doorzichtiger tactiek en belachelijker ijdelheid lijkt niet denkbaar. 't Is alleen maar treurig van de kinderen. Iets verderop hoorde ik het volgende: Aan een ander tafeltje zal een moeder met twee dochtertjes. Deze dame vond het blijkbaar erg leuk dat haar dochtertje zich op zoo'n komieke wijze voor een der jongetjes interesseerde en bij iederen dans persoonlijk op het ventje toe- stapte om het jongmensch ten dans te noo- digen. Blijkbaar had de moeder het meisje ver keerd verstaan, want nuffig hoorde ik het kind zeggen: „Je ne dis pas „beau garcon, je dis 'n 'tit bon garcon. Even later schuifelden de kleine beentjes, die misschien pas kort konden loopen, met foxtrot pasjes over den gladden vloer. Tijdens het bal gebeurde er iets^ontstel- lends. Op een gegeven oogenblik, toen er na de muziek weer een beklemmende stilte ge vallen was, zag ik iemand een der leiders waarschijnlijk, naar het podium stappen, Aufforderung- zum Tane. kinderen, zag ik weer het natuurlijke onge dwongen gedoe, van het kleine goed dat zich dikwijls tot ongenoegen van pa's en ma's heelemaal nat floddert, maar het was natuur, natuur, natuur! Daar was weer levensvreugde en levens blijheid. Een stelletje kinderen stond hand aan hand in een kring en blij schalden de stem metjes: Keeromme, keeromme, Mientje die is ommegekeerd Dat heeft ze van 'dr moeder geleerd. Zoo draaide het stelletje in luchtige pas sen rond als in een Meidans. Deze kinderen dansten ook, spontaan, op hun manier. Maar het was heerlijk natuurlijk. Zóó moeten kinderen dansen. Ik zou willen dat wij het óók zoo konden. In het Evangelie is er sprake van een mo lensteen, die aan den hals gebonden moet worden van hen die de kleinen ergernis geeft, om ze zoo in zee te laten zinken. Het' steen-materiaal is tegenwoordig mis schien moeiliik te krijgen, maar de zee is in ieder_ góval dichtbij. Eenige dagen geleden sprak ik een paeda- goog over het geval. Zijn eenigste opmerking, die niets aan duidelijkheid te wenschen ovqrlaat, was deze: „Ouders die hun kinderen zóó opvoeden, moest het ouderrecht ontnomen worden." Op 2, 3 en 4 September a.s. zal de inter nationale organisatie der katholieke stu denten, Pax Romana, te Amsterdam haar Vle congres houden. Opgericht op initiatief van Spanje, Zwit serland en Nederland in 1920, kwam de jeugdige internationale in congres bijeen, achtereenvolgens te Freiburg, te Salzburg, te Boedapest en te Bologna. De na-oorlogsche omstandigheden, de nood der intellectueelen in Centraal- Europa, de bedreiging van den academi- scben stand, in bet bizonder onder de katho lieke bevolkingsgroepen, bepaalden de aan vankelijke directe taak der jeugdige organi satie. Zij wijdde zich hoofdzakelijk, en met succes, aan het Auxilium Studiosorum. Thans, nadat in dezelfde periode de in wendige organisatie is uitgebreid en haar voltooiing nadert, schijnt voor Pax Romana het oogenblik aangebroken, om zich te zetten aan haar breedere, meer algemeene taak, te weten het leggen van contact tus- schen de katholieke academieburgers van verschillende nationaliteit. Zonder concrete mogelijkheden te overschatten en zich in fantasiën te verliezen, mag worden vast gesteld, dat Pax Romana, bij welslagen, veel zal kunnen doen voor de verwezenlij king der idéé, die in haar naam en wapen spreuk is geformuleerd. Eenmaal in actie voor het vestigen van bovenbedoeld con tact, heeft Pax Romana alie kans, dat haar samenvattende invloed de grenzen der stu dentenwereld zal te buiten gaan. Immers, brengt zij de katholieke studenten van ver schillende nationaliteit tot wederzijds ver staan in de eenheid van hun katholicisme zoowel als in de verscheidenheid hunner landseigen beschavingen, dan zal die ver houding ook gaandeweg intreden tusschen de academisch gevormde katholieken der onderscheiden landen die straks geroe pen zijn tot de leiding in hun geestelijke, maatschappelijke en staatkundige omgeving. Om deze redenen, om de mogelijkheden, die door Pax Romana worden ontsloten, be velen wij het Amsterdamsche Congres aan in de belangstelling van het katholieke pu bliek; en in bet bijzonder in de belangstel ling van de oud-leden der Katholieke Stu- dentenvereenigingen, die als kameraad en als toehoorder ten Congresse, van harte welkom zullen zijn. Binnenkort zullen door publicatie van het program nadere inlichtingen worden gegeven L. J. M. FEBER, President van Pax Romana. De „R.K. Transportarbeider" noemt eenige krasse staaltjes van de slechte toe standen, waaronder het personeel werkt van de A..O.A.D. (Limburgsche Auto-omai- busdiensf), die een geregelden personeel- dienst onderhoudt tusschen Heerlen en Maastricht. Nadat het blad eerst medege deeld heeft, dat niemand van het perso neel in de drie jaren van het bestaan van den Dienst zich dorst organiseeren uit angst voor ontslag, maar dat er later on der leiding van den directeur en een con troleur een personeels-organisatie is opge richt, die alle bestaande misstanden heeft weggewerkt" en daarna wegens gebrek aan werkzaamheden is ontbonden, geeft het blad een overzicht van den dus „voor- treffclijken" toestand voor het personeel, waaraan wij het volgende onlleenen. De arbeidsvoorwaarden: ten eerste: nie mand wordt verboden om lid te worden van een landelijken vakbond, maar zoodra de directie hiervan kennis krijgt, wordt de betrokkene ontslagen; De wet op het arbeidscontract wordt buiten werking gesteld; ieder werknemer is met de maatschappij een individueel con tract overeengekomen. De bepalingen hier van zijn onbekend, maar wel weet de schrijver, dat de directie met één dag op zegging ieder kan ontslaan. De loonen van chauffeurs worden van 32 per 7 dagen gebracht op 30, die van conducteurs van 25 op 21, met het oog op de fooien. De arbeidstijd werd van 10 uur per dag op 12 uur per dag verlengd, met dien ver stande. dat de conducteurs op den 4en Zondag een dag vrij hebben, maar de chauf feurs hebben nooit eea Zondag en ook geen anderen dag meer vrij. Met andere woorden: dezen moeten 365 dagen in een jaar dienst doen. Daarbij komt dat iedere chauffeur op den lOen Zondag een beurt krijgt van 's morgens 554 tot 's nachts 1 uur, of 19 uur ononderbroken dienst ach ter het Stuur. Voor overuren, dat wil zeggen voor uren boven de 12 dagelijks, werd tot nu toe iets betaald, van 1 Augustus af, komt dit ech ter te veryallen, zooals het personeel eeni ge dagen geleden werd medegedeeld. Bij ziekte wordt een vergoeding betaald van 70 «>Ct. van het loon en daarvoor moe ten de menschen wekelijks 4 pCt. van hun loon missen. Voorts werd het personeel medegedeeld, dat het hum bij straffe van direct ontslag verboden was ook maar de minste mede- deeling over bedrijfstoestanden, waaronder begrepen de loon- en arbeidsvoorwaarden, aan derden te doen. Niemand zal willen b ?- twisten, dat deze voorzichtige maatreg 1 overbodig is. De totale netto-opbrengst der gezamen lijke Limburgsche mijnen bedroeg over de maand Juli 1926 792.916.9654 ton. Het totaal aantal arbeiders der gezamen lijke Limburgsche mijnen bedroeg ep 1 Augustus 1926 22980 ondergronds en 8715 bovengronds. Personen: De Vader. De Zoon. f o o n eel: Een deftige kamer; daar achter een serre met uitzicht op groote tuin. Aan de wand schilderstukken in gou den lijsten, waaronder olieverf-portret van de moeder, voor ongeveer tien jaar over leden. Zoon: (18 19 jaar, verstandige, heldere blik, komt binnen en bekijkt met aandacht 'n vergeeld bidprentje. Hij blijft er, stil staand, nog 'n poosje op staren en leest dan bijna fluisterend): „Zij was een moeder, waardig om te leven in de gbdachtenis der goeden. In vrede is zij van hier gescheiden, voorzien van vele vruchten der vreeze Gods. Kinderenvergeetde lessen uwer moeder niet.dient den Heer in waarheidbemint uw va(hij staart even op met saamgeknepen lippen) „....en de God van liefde zal met u zijn. Ik zal u allen.... wederzien.... en dan zal uw hart blijde zijn...." (droomerig) Moeder.... welke zijn die lessen dan? En waér zult u ons weer zien? En wat moeten we daarvoor doen? (smart trek). Vader: (rustig-trotsche verschijning, komt binnen met eenige poststukken. Hij ziet de zoon daar zielig staan, starend op 't prentje. Komt zacht naderbij; de zoon schrikt even. De vader neemt hem kalm, belangstellend het prentje af en bekijkt het. De zoon volgt met spanning de uit werking op diens gelaat, waarop zich een frons van ingehouden toorn vertoont. Don zegt de vader losjes:) Hoe kom je daar aan? Zoon: Gevonden, vader Vader: Hier? In huis? Z o n: Ja.... natuurlijk hier in huis. Vader: Zoo heel toevallig.... of.... Zoon: Ik zocht naar iets, dat me aan moeder zou kunnen herinneren. Toen vond ik dit tusschen een stapeltje oude ansich ten. ('n Stilte). Vader: Waar komt die belangstelling ineens vandaan? Zoon: Die belangstelling is niet van vandaag of gisteren, vader. Vader: HmVandaag misschien toch wèl 'n intiem gesprekje gehad.... met een van de familieleden of kennissen Zoon: Toch nietMaar als dat nou wèl «es gebeurd was.-..? Vader: 't Is niet gebeurddus Zoon: U bedoelt toch niet, dat u dat kwalijk genomen zou hebben? Vader: Misschien Zoon: Ik wou, dat u wat duidelijker was, vader(even 'n spanning). Vader: Dat hoef ik niet meer te zijn. Je kent m'n standpunt. Zoon: Ja zekervrijheid van onder zoek, als 'k 't goed zeg. Vader: Ja.... maar ik verlang, dat niemand daar invloed op heeft. Zoon: Wat voor bedoeling heeft u daar dan mee? Vader: (hem even streng aanziend): Het antwoord op die vraag hèb je al. Als iemand jou 'n bepaalde leerstelling gaat op dringen, dan komt die vrijheid al in 't ge drang. Zoon: En als ik me dan niets laat op dringen, maar alleen vragen stel, die me dat vrije onderzoek gemakkelijker kunnen maken? Vader: Het eene kan het andere niet uitsluiten. En als ik zeg: ik verlang het zoo, dan moest je dat voldoende zijn. Je moet vertrouwen stellen in je vader, die beter over die zaken kan oordeelen, dan jij. Zoon: (zich met moeite bedwingend): Dat wil 'k, vader.maar u zult me toch wel toegeven, dat dat vertrouwen .niet veel waard is als. Vader: (Kort): Als? Zoon: Als er twijfel bij komtals je voelt, dat je 'r geen houvast aan hebt. Vader: Waarmee je dus wil zeggen, dat je twijfelt aan mijn bedoelingen? Zoon: (na korte stilte, haalt de schou ders op) Ik weet zelf niet, vaderik twijfel aan zoo véél de laatste tijd. Vader: Ik vermoed, dat jij dingen in je hoofd gaat halen, die voor' 'n jongmensch van achttien nog te veraf liggen. Zoon; (zich opwindend) Waarom liggen ze zoo veraf? Waarom, yader? Waarom is 't niet b ij me gebleven, wat nu zoo veraf ligt? Vader: (even verbluft). Jongen, wees voorzichtig met je woorden! t Begint waar achtig op 'n verhoor te lijken! Dat past jou allerminst! Zoon: Tstcrker) Waarom geeft u me nou geen antwoord.Waarom ligt alles zoo ver van me af? Omdat 't zoo ver van me gehouden werd? Vader: (staat dreigend recht) Zwijg! Dat is geen toon tegenover je vader! Ik hoef jou vooralsnog geen rekenschap te geven over m'n handelingen! Zoon: U ontwijkt 'n antwoord.... en dwingt me het zelf te zoeken! (hevig) En dan moet ik aannemen, dat t met opzet is gebeurdl (De vader komt kwaad naar hem toe, doch aarzelt terug voor de eer lijke fonkeling in de oogen van z'n zoon) ....Dat u met opzet van me heeft ver wijderd wat moeder me gaf! Vader: (krachtig). Jongen.... ik ben al veel tfe geduldig geweest! Maar nog wil ik je van antwoord dienen. Wat je later, als je meerderjarig bent, wil doen, moet je zelf weten.... maar dan moet 't ook héélemaal uit je zelf komen. Ik veracht 't systeem van opkweeken naar eigen religieuze in zichten, dat alle gevoel van eigenwaarde doodt! Zoon: (snel-hartstochtelijk). Wat moetik later zelf weten.... als 'k niks weet.... heelemaal niks van dat alles, omdat nie mand me mag helpen en voorlichten.als elk steunpunt me ontnomen wordt en ik alleen moet loopen dwalen en zoeken?! Waar blijft m'n vrijheid dan? Dat is geen vrijheidof de vrijheid van 'n dier, dat op 'n afgesloten stuk land loopt! Vader: Zwijg, zeg ik je nóg eens! Je bent overprikkeld en vergeet tot wie je spreekt! Zoon: Ik kan niet zwijgennou kan ik 't niet meer! U weet niet hoe lang ik hier al heb loopen smachten en zoeken naar uitkomst.... zoo heelemaal aan me zelf overgelaten. Die bloemen en planten daar in de tuinzijn die vanzelf zoo geworden? Zijn d i e niet verzorgd en op gekweekt?! T1' ben overprikkeld, ja.... maar wat heeft 't me gemaakt?! 't Moet veranderen, vader.... 't moet.... anders zou 'k in staat zijn weg te loopen.... weg uit dit huis, dat me walgt met al z'n weelde weg van u, die me niet geeft wat 'k noodig heb! Vader: (grijpt hem woedend in de borst). Wat zeg jij daar? Wat praat jij van veranderen en wegloopen?! We zullen met jou andere maatregelen moeten ne mendat zal dan de verandering zijn! Zoon; (met jagende ademhaling). Ja.... ja...-, nou zie ik 'tnou begrijp ik 't! Vader: (nog vasthoudend). Wat? Wat begrijp jij? Zoon: U wil t er uit trappener uit trappen.... er uit trappen, wat 'k van moeder kreeg. nou u ziet, dat ik 'f nog niet heelemaal kwijt boni Maar dat laat ik me niet doen.... nooit.... nooit.... dat kleine beetje hou ik vast.... dat kan er niet uitdaar blijf ik zelf baas over en ik zal Vader: (laat niet uitspreken, heft z'n vuist op voor 'n slag). Geen woord meer! Nou is 't genoeg! Zoon: (schreeuwend): Moeder!! (De vader houdt schichtig de slag in; zwijgt in verbeten woede, gaat in de serre en smijt de deur achter zich dicht. De zoon snikt hartstochtelijk).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5