Het Jaarverslag van den
R.-K. Nederl. Boeren- en Tuindersbond.
Radso-Omroep.
Misdaad en Boete.
NIEUWE HAARL. COURANT
Derde Blad Zaterdag 21 Augustus 1926
Het probleem van Tanger; persstemmen. De bezuinigingsmaatre
gelen in Frankrijk. - Het valsche muntersproces in Hongarije; de eisch.
De Oostenrijksche bisschoppen verbieden politieke samenwerking
met de socialisten.
Mededeeling van den K. R. O.
FEUILLETON.
2W
Regeeringsmaatregelen in Frankrijk.
0e regeering zet onafgebroken de, beraad
slagingen voort over de te nemen bezuini
gingsmaatregelen, waarover heden een be
slissende ministerraad op het Elysee zou
worden gehouden, onder leiding van den
president van de republiek, die zijn vacan-
tie te Rambouillet zal onderbreken. In die
vergadering zal iedere minister zijn voorstel
len indienen wat betreft d& aan te brengen
versobering in den' dienst van zijn departe
ment. Volgens de berekening zou een en an
der neerkomen op een bezuiniging van on
geveer een half milliard.
De minister van handel Bokanowski' wil
een commissie van vertegenwoordigers van
consumenten in het leven roepen in ver
band met de bestrijding van de duurte. Deze
commissie zal haar klachten, meeningen en
voorstellen den minister kunnen voorleg
gen, die deze kan toetsen aan de eischen
en wenschen van de producenten en de ver
schillende handelaars. Tot deze commissie
zullen waarschijnlijk ook behooren woord
voerders van de groote gezinnen, de oud-
strijders, gepensionneerden enz. Verder wor
den maatregelen overwogen om den invoer
van buitenlandsch graan, welke de handels
balans ongunstig beïnvloedt, tegen te gaan.
Spionnage en contra-spionnage.
Acht jaar na den oorlog heeft de Fransche
tegeering officieel waardeering uitgesproken
Voor de diensten welke Mme Lebrun het
vaderland gedurende den oorlog bewezen
heeft.
Het „Journal" herinnert naar aanleiding
daarvan aan hetgeen deze Mme Lebrun ge
presteerd heeft in de bestrijding van de
spionnage en haalt een staaltje aan uit haar
staat van dienst, waaruit weder een kéer
te meer blijkt, tot welke daden het instituut
van den oorlog de menschen over en weer
brengt.
De Duitsche spion Felicie Pfaadt, die lan
gen tijd gewerkt had in Toulon en Mar-
seille om bewegingen van militaire transpor
ten en de mogelijkheid ze te torpedeeren
aan haar landslieden te melden, was ge
arresteerd. Daar zij echter hardnekkig bleef
ontkennen, werd mevrouw Lebrun, die naam
had gemaakt in het vangen van spionnen,
er mede belast de noodige bewijzen te ver
krijgen.
Bij de verdachte in de cel gelaten, toonde
zij deze brieven van den chef van den Duit-
schen spionnagedienst. Felicie Pfaadt liet
zich daardoor overtuigen dat zij mevrouw
Lebrun kon vertrouwen. Deze verzekerde
haar in vrijheid te kunnen doen stellen,
maar men moest voorzichtig zijn. Aangezien
de Duitschers zeer vertoornd op haar wa
ren, omdat zij sinds maanden niets meer
van zich had laten hooren, zou het moeilijk
zijn haar weer in de^ gunst te brengen.
Daarom moest Felicie alles opschrijven
wat zij al aan Fransche geheimen was te
weten gekomen en Duitschland gemeld had.
Den volgenden morgen kwam Mme Lebrun
het stuk halen, waarin Felicie Pfaadt een
nauwkeurige beschrijving had gegeven van
al haar spionnagedaden.
Kort daarop werd de Duitsche ter dood
veroordeeld en gefusilleerd.
De meening van Engeland.
Reuter verneemt, dat men in Engelsche
regeeringskringen de onrust te Tanger niet
als ernstig beschouwt, doch men weet, dat
daar revolutionaire elementen aan het w^rk
zijn, die het slagen van het internationaal
regiem wenschen te beletten en alle gele
genheden aangrijpen om onlusten te verwek
ken.
Wat het voorstel van primo om Tanger
bij de Spaansche zone in te lijven betreft,
meent men hier, dat een zoo belangrijk en
verstrekkend voorstel natuurlijk het onder
werp van internationale discussies zou moe
ten uitmaken.
Fransche persstemmen over
i den Spaan^chen eisch,
Havas zendt een uittreksel over hetgeen
ide Fransche pers zegt over den eisch van
Spanje tot inlijving van Tanger in de Spaan
sche zone.
De „Petit Parisien", die eerst de officieele
indiening van den eisch wil afwachten, be
toogt, dat de Fransch-Spaansche samenwer
king in Marokke te bevredigende resultaten
opgeleverd heeft om het Spaansche verzoek
niet met de grootst mogelijke welwillend
heid te onderzoeken. Het „Petit Journal'
hoopt o.a. dat niets de resultaten van de
krachtige Fransch-Spaansche actie in ge-
tvaar zal brengen. Het „Journal" blijkt van
oordeel, dat de Spaansche argumenten niet
geheel onlogisch zijn en dat de Spaansche
eischen Frankrijk's hoofdbelangen niet ra
ken. Het blad wijst er op, dat de quaeslie
van Tanger feitelijk in hoofdzaak Engeland
aangaat, zoodat Engeland beslissen moe».
Tusschen Frankrijk, Spanje en Italië is eerf
nauwe solidariteit noodzakelijk.
De „Matin" ten slotte constateert, dat de
verklaring van Primo de Rivera Parijs ver
rast heeft. Volgens het blad heeft Mussolim
enkele dagen voor de onderteekening van
|"t SpaanschItaiiaansch verdrag aan Frank
rijk en Engeland gevraagd Italië een plaats
jin te ruimen in het beheer van Tanger. Bri-
'rand en Chamberlain ontvingen dit verzoek
gunstig voor zoover het in verband met de
verdragen mogelijk is. Het blad constateert
dat Frankrijk zich houdt aan de letter van
de verdragen; het statuut van Tanger kan
slechts veranderd worden door de mogend
heden, die het opstelden.
De toestand van het zaken
leven in Frankrijk,
In een correspondentie uit Parijs in de
„Manch. Guardian" wordt opgemerkt, dat
in de Fransche zakenwereld een teruggang
van de bedrijvigheid valt waar te nemen. Dit
is een gevolg van de aanzienlijke verhooging
van de belastingen, door Poincaré ingevoerd,
uitmakende een bedrag van 3Vi milliard ge
durende de resteerende maanden van het
jaar en negen milliard voor het komende
jaar. Verder doet zich de invloed gevoelen
van de beperking van het crediet, die reeds
begonnen is met de verhooging van het dis
conto door de Bank van Frankrijk tot IVï
pCt., alsmede van de verwachte stabilisatie
van de wisselkoersen. In financieele kringen
bestaat echter twijfel of het Poincaré zal ge
lukken om den franc tot den herfst te hand
haven, wanneer het Parlement weer zal bij
eenkomen en de kwestie der ratificatie der
schuldovereenkomsten zal worden behandeld
Men is in die kringen van meening, dat zon
der buitenlandschen materieelen en moree-
len steun, die alleen verkregen kan worden
na een regeling der schuldenkwestie, de
franc niet op een solide basis kan worden
geplaatst.
Het repatrieeren van Fransch kapitaal en
het toevloeien van buitenlandsch kapitaal
moet de meest belangrijke steun vormen
voor den franc.
Het zakenleven is natuurlijk ernstig ge
stoord door het plotseling verloopen van 't
getij, nadat Poincaré aan het roer was ge
komen. Zij, die verplichtingen hadden aan
gegaan, toen de Sterling-koers nog op 200
stond, hebben" ernstige verliezen geleden.
De bladen melden, dat een groote textiel
firma in moeilijkheden is geraakt en voor
verschillende andere zaken moeten eveneens
moeilijkheden zijn gerezen. Er is echter geen
reden om aan te nemen, dat de voorraden
grondstoffen en afgewerkte artikelen in
eenige branche -van buitengewoon grooten
omvang zouden zijn.
Bovendien is, zelfs bij den tegen^oordigen
stand van de wisselkoersen, de binnenland-
sche waarde van den franc nog beneden de
waarde in het buitenland, zoodat er nog een
zekere stimulans bestaat voor den export-
handel. Neemt men den Sterlingkoers van
175 als basis aan, dan blijkt, dat de franc
in het buitenland een zevende deel van zijn
koopwaarde heeft verloren, terwijl het in
dexcijfer van de kleinhandelsprijzen 574 be
draagt op een basis van 100 voor Juli 1914.
Het indexcijfer van de groothandelsprijzen
bedraagt weliswaar 856, maar in beide ge
vallen is geen rekening gehouden met de ver
minderde koopkracht van het goud.
In werkelijkheid rekent men er op, dat bij
een stabilisatie van den franc op 175 per
pond sterling, de binnenlandsche prijzen nog
met 30 pCt. zouden moeten stijgen. Zij stij
gen ten spijt van alle maatregelen van de
regeerin^ en van alle protesten van het pu
bliek. En hetzelfde is het geval met de loo-
nen.
Aan de mijnwerkers is onlangs een loons-
verhooging toegekend; met de spoorwegar
beiders zal dit voorbeeld worden gevolgd en
ook aan de ambtenaren zijn beloften ge
daan. Tevens is er een verhooging van 30 pet.
op til van de passagiers- en goederentarieven
op de spoorwegen. Hierdoor zal de stijgende
beweging der prijzen natuurlijk in dé hand
worden gewerkt.
Veel waarde wordt gehecht aan het slui
ten der Fransch-Duitsche handelsovereen
komst, die evenals het voorloopige verdrag
voordeelen brengt voor de Fransche bodem
producten. Maar ook de fabrikanten van
zijde, automobielen, parfumerieën, zeep,
handschoenen, dameshoeden en schoenen
zullen van de bepalingen van het handels
verdrag profiteeren. De wijn, textiel- en me
taalbranches zijn buitengesloten. Aan Duit
sche zijde zullen behalve landbouwproduc
ten, ook papier, leder, glas, porselein, che
mische producten, optische instrumenten en
machinerieën voordeelen trekken.
De Britsche mijnwerkersstaktng.
Relletjes in Lancashire.
Folitieagenten, die mijnwerkers, welke hel
werk te St. Helene (Lancashire) hadden her
vat, beschermden, werden door de menigtt
met steenen gegooid. De versterkte politie
deed een charge met den stok op de menigt&
en herstelde de orde.
Het valschemuntersproces in
Hongarije. De eisch.
Volgens een B. T. A.-telegram uit Boeda
pest,. heeft de procureur-generaal in zijn
requisitoir yoor Gerö c.s. minder strenge
straffen geëischt, omdat de verantwoorde
lijkheid vooral valt op degenen, die hem
tot die daad hebben gebracht. Tegen Na-
dosy, de minister van politie, werd bevesti
ging van- het vonnis in eerste instantie ge-
eischt, waarbij Nadosy zich neerlegde.
De ambtenaar van het O. M. wees in zijn
requisitoir er op, dat de actie van de val
sche munters geheel persoonlijk is geweest,
en dat de regeering met de zaak niets te
maken heeft gehad. Raba heeft weliswaar
de regeering beschuldigd er van geweten
te hebben, maar het is spoedig gebleken,
dat elke positieve grondslag ontbreekt
voor die beschuldiging. Ongetwijfeld heeft
prins WincLisch-Graiz aan het hoofd van de
onderneming gestaan. Hij is een autor in
tellectualist geweest; hij heeft de zaak ge
financierd.
Veel ernstiger achtte de procureur-gene
raal de houding vaii Nadosy, die mede
plichtige is geweest.
De vertegenwoordiger van de Banque de
France betoogde o.a. dat geheel Frankrijk
wist hoe het Hongaarschs volk de valsche
munters veraardeelt. De aanvallen in de
Fransche pers hadden zich dn ook alleen
gericht tgen de daders, niet tegen de Hon-
gaarsche natie.
De verdediger van Nadosy, die geldt voor
een der beroemde advocaten, bekleedt een
leidende plaats' in de democratische partij,
naar de Boedapester correspondent van het
„Berl. Tag." verzekert, en werd door Na
dosy pas op het laatste oogegblik als' ver
dediger gekozen. Hij aanvaardde de op
dracht onder uitdrukkelijke voorwaarde,
dat hij geen honorarium zou ontvangen.
In zijn verdedigingsrede, een waar
meesterstuk, volgens den correspondent,
somde hij alle motieven op, welke de be
klaagden tot hun daad gebracht hebben.
Geen verrijking was het doel; slechts pa
triottische drijfveren hadden hier gewerkt.
Verder trachtte hij aan te toonen, dat Na
dosy nooit actief aan de handelingen had
deelgenomen.
Als verdediger van prins Windisch-Gratz
trad de rechtsradicale leider dr. Ulain op.
Ook hij betoogde, dat hoogere doeleinden
de valsche munters geleid hadden. Hij be
sloot met de woorden: „Wij moeten de
wereld toonen, dat deze beklaagden bloed
zijn van ons bloed, vleesch van ons vleescb.
Wij weten, dat zij gezondigd hebben, maar
daarvoor moeten zij slechts tegenover ons
boeten. In dezen geest verzoek ik het von
nis te wijzen,"
Katholieken en Socialisten
in Oostenrijk.
De Oostenrijksche bisschoppen hebben,
volgens een bericht uit Weenen, een in
structie gericht tot het geheele episcopaat
in Oostenrijk, waarin de verkiezing van
soc.-dem. vertegenwoordigers der gemeen
ten, der landen en van den Bond wordt
veroordeeld, daar het soc. program in
strijd is met het christendom.
Het Zuid-Sfovisch-Grieksche verdrag.
Onder de bladen, dia het Zuid-Slavisch-
Grieksch verdrag bespreken, aldus da
Times-co/respondent te Belgrado, schrijft
het blad „Samoeprava" dat Zuid-Slavië dit
verdrag als een aanvullende garantie be
schouwt van de grenzen, vastgelegd bij het
verdrag van Neuilly. De nadruk wordt er
op gelegd, dat het tijdstip, dat de twee
landen gekozen hebben voor het sluiten
van dit verdrag, er de Bulgaarsche offi
cieele kringen wel toe zei brengen zich de
vraag te stellen, of bet voordeeliger is nog
langer de misdadige activiteit van de ko-
mitasji's te dulden, of dat het de voorkeur
verdient daaraan een eind te maken, ten
eintle de voorwaarden te scheppen voor het
sluiten van een Balkanpöst.
Tc Sofia wordt het sluiten v£n het Zuid-
Slavisch-Grieksch verdrag, njeldt de „Ti-
mes"-correspondent uit Sofia, als een mo
gelijkheid beschouwd om de kwesties, die
tusschen Athene en Sofia bestaan gemak
kelijker te regelen, zonder dat er achter
docht behoeft te bestaan voor een politiek
van intriges.
Men hoopt dat er een regeling tot stand
zal komen van de handelsrelaties met Grie
kenland, maar het is onjuist dat de onder
handelingen hierover reeds zijn begonnen.
De Bulgaarsche regeéring heeft echter ver
klaard, dat zij bereid is gedelegeerden te
benoemen voor het aanknoopen van derge
lijke onderhandelingen.
Brandstichters aan het werk.
Naar de correspondent van het „Berl.
Tag." te Karlsruhe meldt, komen de laatste
dagen in Baden opvallend veel branden
voor, waarvan de oorzaak in de meeste
gevallen brandstichting is.
Zondag b.v. brandden in Landhausen 15
huizen af, een 16-jarige jongen was de da
der. Elders weer brandden twee huizen af,
de derde brand binnen enkele dagen. Ook
hier wordt aan brandstichting gedacht. In
Hochsteften gingen vijf gebouwen in vlam
men op, wederom vermoedt men met brand
stichting te doen te hebben. In een boe
rendorp werd 'n 14-jarige jongen gearres
teerd, omdat hij een brand had gesticht
waardoor een groote boerderij in de asch
werd gelegd.
Bovengenoemd jaarverslag over 1925 is
thans verschenen.
Wel wat laat zal misschien worden opge
merkt, maar dan wete men, dat in den
Nederlandschen Boeren- en Tuindersbond
het jaarverslag verschijnt gelijk dat trou
wens te doen gebruikelijk is in iedere
organisatie zoo om en nabij de algemeene
jaarvergadering.
Nu heeft in genoemde organisatie de jaar
vergadering tot heden nog niet plaats gehad
omreden die vergadering dit jaar zal gehou
den worden te Venlo bij gelegenheid der
groote Land- en Tuinbouwtentoonstelling
uitgaande van de Limburgsche Land- en
Tuinbouwbond, die aldaar georganiseerd
wordt op 15 en 16 September a.s.
Ziedaar de oorzaak waarom dit jaarver
slag dezen keer wat later komt.
Maar- al komt het dan later als andere
jaren, het is er niet minder interre.ssant om
en wij haasten ons dan ook de aandacht op
<Ét verslag te vestigen om de eenvoudige
reden, dat een ieder die belang stelt in het
doen en laten van die machtige organisatie,
dit jaarverslag moet lezen.
Dat dit op de eerste plaats' onze katho
lieke boeren en tuinders en kweekers zijn,
is natuurlijk zoo klaar als de dag, maar
onder die categorie zijn het natuurlijk weer
boven en voor alles onze L. T. B. ers, die
dit verslag moeten lezen en moeten zoggen,
dat het gelezen wordt door hen, die, nu ja
in de organisatie zijn omdat ze met goed
fatsoen niet anders kunnen ofwel die van
het katholiek organisatieleven niets weten
of beter gezegd niets willen weten.
Het is opvallend, dat wat wij zelf op de
propaganda-vergaderingen zoo dikwijls ge
zegd hebben, dat n.l. de vraag ep wij mogen
er wel bijvoegen de tot in-den-treure-
gestelde-vraag, de eenvoudig-alles-beheer-
schende-vraag: „Wat heb ik aan mijn orga
nisatie?" dat die vraag juist haar beant
woording vindt in dit jaarverslag; het is op
vallend, zeggen wij, dat in dit jaarverslag op
die vraag juist gewezen wordt. Want pagina
146 is alleen bedrukt met deze zes veelzeg
gende regeltjes: „Als iemand u vraagt wat
de R.K. Nederlandsche Boeren- en Tuin
dersbond voor hem doet, geef hem dit jaar
boek ter 'inzage,"
Inderdaad zoo is het.
En nu mogen er zijn, die zullen zeggen:
maar ik ben lid van den L. <T. B. ofwel men
heeft mij gevraagd lid te worden van den
L.T.B., wat heeft dat nu uit te staan met
den R.-K. Nederl. Boeren- en Tuindersbond?
dan antwoorden wij: iemand, die lid is van
den L.T.B. is daardoor ook lid van den
R.-K Nederl. Boeren- en Tuindersbond.
Deze bond immers wordt samengesteld door
de 4 gewestelijke of diocesane organisaties,
te weten: de Noord-Brabantsch Christelijke
Boerenbond zich uitstrekkend over de beide
Bisdommen van den Bosch en Breda; de
Limburgsche Land- en Tuinbouwbond in het
Bisdom Roermond; de Aartsdiocesane R.-K.
Boeren- en Tuindersbond in het Aartsbis
dom Utrecht en de R.-K. Diocesane Land
en Tuinbouwbond in het Bisdom Haarlem.
Dat is juist de kracht van onze mooie
organisatie, we staan niet alleen, maar waar
in de gewestelijke organisaties de bijzon
dere belangen der leden worden behartigd,
daar worden in de groote organisatie van
den R.-K. Nederlandschen Boeren- en Tuin
dersbond de algemeene belangen ter harte
genomen, zooals trouwens ook blijkt uit de
Statuten >n art. 2; De Nederlandsche
Boeren- en Tuindersbond zich stellende op
den grondslag der Katholieke beginselen ep
de leiding aanvaardende van het Doorluchtig
Nederlandsche Episcopaat, stelt zich ten
doel de behartiging der belangen van den
Nederlandschen boeren- en tuindersstand in
het algemeen, van de bij hem aangesloten
boeren- en tuindersbonden, instellingen en
vereenigingen in het 'bijzonder, in zooverre
de zorg voor deze belangen niet behoort tot
de taak van deze boeren- en tuindersbon
den, instellingen en vereenigingen zelf.
Wij meenden op bovenstaande nog wel
eens te mogen wijzen.
^Ongeveer een week geleden lazen wij in
een courant, die verschijnt in een zeer
noordelijk gedeelte van Noord-Holland en
waarin iémand schrijft onder den benzine
naam Tuf-Tuf, dat het in verschillende
L.T.B'.-afdeelingen zoo'n dooie boel was,
dat zelfs hier eri daar een bestuur ver
klaarde, je zou er de boel bij neergooien.
Nu had „Meester'" hem als reden daarvan
opgegeven, dat gezien de minder goede en
zelfs slechte jaren, die op de dorpen de
menschen doormaken en waardoor ze komen
te zitten met een kop vol zórg, zoodat ze
heelemaal in die zorgen opgaan, thans bij
de menschen de belangstelling voor veel
waaronder ook het organisatie-leven is ver
dwenen.
Wij willen niet zeggen, dat Meester het
hier heelemaal abuis had, maar wij gelooven
toch, dat de oorzaak ergens anders zit. Wij
zouden willen zeggen en na al die, jaren,
dat we als propagandist het boerenland zijn
overgetrokken meenen we wel uit eenige
ervaring te mogen spreken wij zeggen,
dat die weinige belangstelling, dat absoluut
niet meeleven, ja dat hier en daar afkeering
zijn der organisatie voor het grootste ge
deelte berust op onkunde.
Men kent de organisatie niet en voor
velen durven wij er gerust bijvoegen, men
wil baar ook niet kennen.
Samenstelling der organisatie, werkzaam
heid der organisatie, doel en middelen om
dat doel te bereiken, de groote kracht die
er uitgaat van de samenwerking van onge
veer 70.000* vak- en standgenooten; het feit,
dat het bestuur van den Nederlandschen
R.-K, Boeren- en Tuindersbond daar waar
het pas geeft en waar het kan (dat zal
natuurlijk altijd wel zijn op stoffelijk ter
rein) samenwerkt met den Christeliiken
Boeren- en Tuindersbond in Nederland en
met het Nderlandsch Landbouw-Comité
(cfr, pag. 90 van het verslag) dat alles en
nog meer men 'weet het niet en omdat men
het niet weet ontstaat er afkeer en luste
loosheid en in de geheele organisatie wordt
geen goeds en geen moois meer gevonden.
Gaan nu de zaken zelf nog goed, zijn er
veel producten en is de prijs goed, nu ja
dan bekijkt men hst organisatie-léven nog
wel even anders, maar loopen ook de zaken
tegen dan deugt er ook aan de organisatie
absoluut niets meer, want niet waar, de
portemonnaie is over het algemeen wel een
der zwakste zijden van den mensch.
Toch of de zaken goed gaan of niet, het
organisatie-leven mag daar nooit onder
lijden en behoeft daar ook niet onder te
lijden wanneer men zijn organisatie maar
kent.
Welnu voor die kennis, ja we durven
schrijven: voor die zoo noodzakelijke ken
nis is het noodig, dat men het jaarverslag
leze van den R.-K. Nederl. Boeren- en Tuin
dersbond.
Wat er in dat verslag allemaal staat, zul
len we hier niet vermelden om de eenvou
dige reden, dat wilden we alles noemen, we
de geheele krant wel ter beschikking kon
den vragen en gaan we ons beperken, dan
loopen we gevaar interessante dingen over
te slaan.
Alleen zeggen we dit:
In den loop dezer dagen wordt dat „Over-,
zicht der werkzaamheden van den R.-K.
Nederlandschen Boeren- en Tuindersbond
over 1925" vanuit ons Secretariaat ver
zonden naar de afdeelings-Secretarissen.
Gaat nu eens naar uwen Secretaris toe en
vraagt hem dat verslag ter lezing, beter nog,
laat bij voor u een exemplaar bestellen, de
prijs is een centen-kwestie.
En leest dan dat verslag en laat het lezen,
want op die wijze zal er komen kennis der
organisatie en met en door die kennis zal
onvermijdelijk ook opgroeien de waardee
ring voor de organisatie en volgens onze
eerlijke en overtuigde meening is juist die
waardeering de eerste en noodzakelijkste
factor voor den verderen groei en bloei van
het katholiek organisatie-leven onzer boeren
en tuinders. Ganzeboom.
Van alle kanten bereiken ons, vooral in de
laatste dagen berichten van ongeduldige le
den van den K. R. O., dat zij bij opgave van
hun naam toetreden tot den Katholieken
Omroep, verzenden van hun jaarlijkschc bij
drage, niet spoedig genoeg de vermelding van
ontvangst en kaart toegezonden krijgen. Zij
vergeten, dat in de maand Augustus zeer ve
len, vooral te Amsterdam, met hun huisgezin
uit de stad zijn en de loopende zaken zich
niet zoo gemakkelijk en spoedig afwikkelen
als anders.
Laat mij die ongeduldige menschen eens
mededeelen, dat onze secretaris, (wie hem
kennen weten wat ijverig en accuraat man
hij is) twee volle dagen van de week met mij
de cojrespondentie voert en de overige viei
dagen op reis is, om leden voor den K. R. O.
te werven, propagandisten aan te stellen en
te bezoeken, busfes te plaatsen. Dat onze
penningmeester een zijner bedienden speciaal
belast heeft met de finantieele zorgen van
den K. R. O. én deze zijn jaarlijksche vacan-
tie aan 't genieten is, doch bij zijn thuis
komst weer terstond de ontvangst en beta-
lingskwestie regelt. Dat hier op ons kantoor
nog een flinke jongeman halve dagen ad-
ministratiewerk verricht, en dat ik zelf iedere
dag tot minstens 2 uur voor den K. R. O.
bezig ben.
Onbegrijpenlijk is het voor de buitenstaan
ders, hoeveel correspondentie wij te verwei-
ken hebben, en wij zouden onze briefschrij
vers en -schrijfsters wel willen verzoeken,
als zij om inlichtingen vragen, een postzegel
voor antwoord er bij te voegen. Want onze
rekening wijst na enkele maanden van het be
drijf een kapitaal aan van postzegelgclden.
Ik vind het heerlijk, dat de menschen zoo on
geduldig zijn, dat is een bewijs van opge
wekt leven in de Katholieke radiobeweging,
maar niet de wijsheid verliezen, dames en
heeren, alles komt goed, vertrouwt daarop.
En nu wat over den „R. K. Radio-Gids
't Is Curieus" maar zoowat alle klachten
komen terecht aan een verkeerd kantoor,
want dat is niet Spuistraat 12, maar op de
Heerengracht 253. De K. R. O. heeft noch
redactioneel, noch finantieel, noch-technisch
iets met den R. K. Radiogids uit te staan. De
hoofdredacteur was zoo goed en voelde zoo
veel voor den K. R. O,, dat hij op ons vei-
zoek: „Zou u de leden van den K. R. O. nu
ook u daagsch nummer niet gratis zenden,
gelijk u het zendt aan de R. K. Radiovei-
eenigingen? onmiddellijk daartoe overging.
Hij heeft het enkele maanden gratis verzon
den, maar toen hij vroeg om het wekelijkscn
programma, dat men er bij wilde, te betalen
met 3.50 per jaar, gaven daar maar weini
gen aan gehoor. Maar bedenk toch eens, Ka
tholieke luisteraars, dat het onmogelijk is
voor den R. K. Radiogids te blijven bestaan,
als u alles maar gratis wil hebben. De zaak
is nu zoo geregeld: met het nieuwe seizoen
(half September) verschijnt de Gids iedere
week in het uitgebreide formaat van wat
tot heden de veertrendaagsche was, met
iedere week ook volledig programma. Ook
zullen daarin worden opgenomen artikelen
speciaal voor luisteraars, die nu tot de ama
teurs gerekend kunnen worden, den tekst dei
liederen, welke de K, R. O. uitzend en öe
portretten der dames en heeren sprekers,
musici, en zangers, zoodat ieder K. R. O. lid
met deze uitgave volkomen kan volstaan.
Voor die wekelijksche volledige uitgave
wordt slechts ƒ3.50 per jaar gevraagd. Ver
gelijk nu deze abonnementsprijs eens met de
andere en maak dan uw gci^lgtrekking.
Welke? Deze, dat alle Katholieke luisteraars
vóór half September zich nog abonneeren
op den „Gids." Maar niet Spuistraat 12,
maar Heerengracht 253 te Amsterdam. Als
allen het doen zullen er geen klachten meer
zijn en zal de redactie en administratie van
den R. K. Radiogids aan alle redelijke ver
langens kunnen voldoen.
Maar als het sommigen dan nog niet naar
den zin gaat, laten ze dan mede helpen op
bouwen en vooral hun misnoegen niet uiten
aan ons bureau in de Spuistraat 12. Want
waarlijk wij hebben het al druk genoeg met
onze ontevredenen en belangstellenden W
woord te staan. Wij bezwijken er andefs
onder. L. H. PERQUIN.
'Voorzitter K. R. O.
O A T>ÏA De grootste keuze in ontvang-
FVrll/llU toestellen en onderdeelen
heeft U bij H A J. MOt'RS, Kcning-
siraat 27. - T 1. 14609 - Haarlem.
ZONDAG 22 AUGUSTUS.
HILVERSUM 1050 M. 8.30—9.30 uur
v.m, R. K. Morgenwijding. Mej. Fien
Boele, alt. H. F. M. M. A. Bal, bariton,
beiden te Amsterdam. Spreker: De heer
G. Schouten, litt. student a. d. universi
teit van Utrecht, te Baarn. Pianobegel.
Hf. Veen Jr. 1. Sei Stille dem Herrn,-
Mendelssohn, Bartholdy, alt. 2. Litanie
„Ruhe und Frieden allen Seelen", Schu
bert, bariton. 3. Ave Maria, Luzzi, alt.
4'. Rede door den heer G. Schouten, over:
Ons genadeleven. 5. Ave Maria Jungfrau
mild, Schubert, bariton. 6. Gebet, Hiller,
alt. 7. Recitatief en aria no. 5 „Die Schöp-
fung", Raydn, bariton 10 uur v.m.
Dienst in de Ned. Herv. Kerk te Bussum.
Voorganger: Ds. A. J. W. Wormgoor. 1.
Zingen Ps. 43 w. 3 en 4. - 2. Votum en
zegen. 3. Lezen: de wet des Heeren,
waarna gezongen wordt Ps. 32 v. 1.
4. Lezen: Joh. 8 v. 42-59. 5. Preek. Inlei
dend woord. 6. Tekst: Hebreen 13 v. 8.
Drie vragen: a. Wie was Jezus Christus,
b. Wie is Hij? c. Wie zal Hij zijn? 7. Ge
bed. 8. Zingen: Ps. 118 v. 7 en 11., 9. Ie
ged. preek. Vraag a en b. 10= Zingen: gez.
44 v 1 en 2. 11. 2e ged. preek. Vraag c.
12. Gebed en dankzegging. 13. Zingen: Ps.
72 v. 7 en 11. 14. Zegen"3 uur Kur-
hausuitzending. Matinée o. 1. v. Ignaz
Neumark. Soliste: Hélne Zimmerman,
piano. 1. Gluck: Ouverture „Iphigenie in
Aulis". 2. Mozart: Klavier-konzert A-dur
(allegro, andante, presto), (piano). Pauze.
3. Liszt: Polonaise E-dur. 4a. Jarnefeldt:
Berceuse, b. Sibelius; Valse triste. 5.
Strauss: Zwei Militair, Marsche 7 uur
V. P. R. D.-omroep. Spreker: Ds. A.
C. Schade van W'estrum, Èv. Luth Pred.
te Groningen, over: „Zedelijke therapie",
tekst Gal. 6 1. Te zingen liederen uit
den bundel v. d. Ned. Prot. Bond. Lied
8:1 en 4. Lied 130 3 en 4. Lied 133 4.
8 uur Persber. en sportuitslagen
8.15 uur n.m. Kurhausuitzending. So
listenconcert o. 1. v. Prof. G. SchneevoigL
Soliste: Birgit- Engell, zang. 1. Brahms:
Academische Fest, ouverture. 2. Haydn:
Symphonie concertante, voor viool, cello,
bobo, fagot en orkest (allegro, andante,
allegro con spirito). Solisten: Sam Swaap,
Chrl. v. Isterdael. J. H. Stotyn en J.
Poons. 3. Mozart: Aria „Che mi scordi
te'1, zang. Met obligaa, piano: Louis
Schnitzler. Pauze. 4. Tschaikowsky: Suite
du ballet -„Casse-Noisette", ouverture mi
niature, Marche, Danse de la fee dragee,
Danse russe (Trepak). Danse arabe, Danse
chinoise, Danse des mirlitons, Valse des
fleurs. 5. Liederen met pianobegeleiding.
Wolf: Die ihr schwebet. b. Wolf:
Frühling iiber's Jahr. c. Wolf: Die Spröde
d. Strauss: Schlagende Herzen, e. Strauss:
Schlochtes Wetter (zang met pianobeg.l.
Elger: Contrasto (The gavotte a. d.
1700—1900).
DAVENTRY 1600 M, 3.50 uur Con
cert. M. Nevada, sopraan. H. Leoni, te
nor. H. Williams, bariton. B. Harrison,
cello. Sapellnikof, piano. J. Cowl, actrice
5.456.05 uur Twee scènes uit
Paolo and Francesca", tragedie in 4 ac-
ten v. S. Phillips 8.20 uur Orgelcon
cert 8.35 uur Kerkdienst (in de Stu
dio) 9.05 uur Orgelconcert (vervolg)
9.15 uur Causerie: Papworth village
settlement 9.20 uur Weerber.,
nieuws. 9.3510.50 uur Licht or
kestconcert. Orkest en G. Parker, bari
ton.
PARIJS „Radio-Paris" 1750 M. 1.05
uur Concert door het orkest Gayina
8.50 uur Concert. Dansmuziek.
KONIGSWUSTERHAUSEN 1300 M.
11.501.10 uur Concert door blaas-
orkest 8.50 uur Concert. L. Ful-
dauer, sopraan, M. Rostal, viool. Th. De-
metriescu, piano. G. Piatigorsky, cello
10.5012.20 uur Dansmuziek.
BRUSSEL 486 M. en ANTWERPEN
2f)5 M. 8.35 uur Galaconcert, Wer
ken van Debussy 10.20 uur Nieuwsber.
MUNSTER 410 M, 9.20—10.20 uur
Orkestconcert 11.201.20 uur
Vocaal concert. Zangkoor. 3.35 uur
Madchenkranzchen 4.20 uur Zither-
concert 6.20—6.40, 6.50—7.05, 7.20—
7.50, 7.508.20 uur Lezingen 8.20
uur Humoristische plat-Duitsche voor
drachten 8.50 uur Declamatie: Die
Heide 10.20—11.20 uur Yroolijk
Orkestconcert.
MAANDAG, 25 AUGUSTUS,
HILVERSUM 1050 M. 12 uur Politie.
berichten; 5 tot 6 uur Kinderuurtje
door mevrouw Ant. van Dijk; 6.15
7.43 Voordrachtavond door het H. D. O.-
orkest. Joh. Ripkens, clarinet; 7 uur
Politieberichten; 7.45 en 10 uur Pers
berichten; 8.10 Haagsche avond. Ge
mengd Koor „Onder Ons", eere-voor-
zitter E. C. Baron Sweerts de Landas
Wyborgh. directeur Jacob Hamel. Har
monie „Meyerbeer", directeur A. Bielen.
Mandonilegezelschap Qnder Ons", dir.
W. Buitenveld. De Tole band (jazzband),
leider Joan Douw es. Lucien-humorist.
DAVENTRY 1600 ML 11.20—1.20 uur
radiokwartet en solisten: 9opraan, bariton,
piano; 1.20 tot 2.20 Lunchmuziek;
4.20 Scènes van „Cranford", en „The
story of Oatlands palace": 4.35 Dans
muziek; 5.35 Kinderuurtje; 6.20
Lichte orkestmuziek; 7.20 Tijdsein
Big Ben, weerbericht, nieuws; 7.45
Piano-composities van Brahms; 8 uur
Lezing:" By motor-tractor across the
Himalaya; 8.20 „The sea affair and
Harry Binns", le deel „The merchant
seamen"; 8.55 Pianoduetten; 8.50
Werken van Roger Quilter door orkest
en M. Raphael, bariton; 9.50 Weerber.,
nieuws; 10.20 „Ghostly firigers" deel
1 en 2, mysterie radio-stuk van H.
Chamberlain: 11.2012.20 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M.
12.50 Concert Lucien Paris: piano, viool,
cello; 5.05 Concert OrkestMalsang en
solisten; 8.50 Concert.
KÖNIGSWÜSTERKAUSEN 1300 M.
8.50 Concert Orkest van E. Prill, fluit,
A. Linde, cembalo, S. Meyen sopraan.
BRUSSEL 486 M. ANTWERPEN 265 M.
8.20 Orkestconcertf 9.5010.20 „La
paix chez spi". comedie in 1 acte.
MÜNSTER 410 M. 1.35—2.50 Marsch-
muziek door orkest; 4.20 Radiopraatje;
4.50—6.20 Werken van Gustav Mahler;
6.20—6.50, 6.50—7.10, 7.10—7.40, 7.40—
8 uur en van 8,208.50 Lezingen; 8.50
Concert door het Essener Trio; 10.20
11.30 Liedjes bij de Luit.
21
Dat was voor haar een echte afzondering:
want telkens als Madeleine verplicht was uit
te gaan, dped zij zulks met tegenzin, omdat
zij wist dat zij zich bijna zeker aan on
vermijdelijke beschimpingen blootstelde.
Men beleedigde haar nog wel niet per
soonlijk,, maar als zij voorbijging werd er
gefluisterd, soms op beleedigende wijze, en
altijd kon zij de woorden dief of diefstal
verstaan. Ofwel voegde een snibbig wijf haar
een of ander scherp woord toe. Of wel sprak
men van menschen, die deden alsof zij ziek
of ongelukkig waren, maar die niemand kon
den bedriegen en die zich vroeg of laat het
leven met het geld van anderen zouden aan
genaam maken,
Het ergste was. dat men voelde, dat de
menschen elkaar ophitsten, en dat zij da
gelijks gemeener werden. De meesten van
hen zouden trouwens erg verlegen geweest
zijn, wanneer men hen gevraagd had, om
welke beweegredenen zij zoo zeer tegen
Mutaud en de zijnen waren. Te midden der
ellende van dit verwoest dorp. waar alles
nog getuigde van den verschrikkelijken oor-
i logsgeesei, waar alles den haat moest uit
bannen en slechts aan eenheid' doen denken,
vervolgd de menschelijke snoodheid, laf en
laag, onschuldigen en een heele bevolking
had samengespannen tegen twee zieke grijs
aards, een jong meisje en een kind
Het leed geen twijfel dat Grandin, en hij
alleen, voor dezen toestand verantwoordelijk
was, de haat van Grartdin had deze men
schen opgehitst. Men kon echter den haat
van Grandin verontschuldigen of tenminste
verklaren, want hij was, alles bij elkaar ge
ltomen, ter goeder trouw, daar zijn haat het
gevolg was eener dwaling. Maar hoe kon
men al de anderen verontschuldigen, welke
Mutaud volstrekt niets te verwijten hadden
en die geen enkele persoonlijke grief tegen
hem konden hebben?
Daardoor vooral leed Madeleine, welke
maar niet kon begrijpen en verklaren,
waarom de menschen zoo laf en onrecht
vaardig ten hunnen opzichte waren.
Indien wij hun nog iets in den weg
gelegd hadden.... herhaalde zij aan moeder
Rasselange. Maar wat kunnen zij ons ver
wijten?? Wat hebben wii hun gedaan? Wat
heb ik hun gedaan? Alsof ik nog niet on
gelukkig genoeg was!
Het jonge meisje trachtte deze algemeene
kwaadwilligheid zooveel mogelijk voor hare
ouders te verbergen, hetgeen niet zoo moei
lijk was, wijl zjj nog steeds in bed bleven
en er geen bezoekers kwamen.
Madeleine had een dokter laten komen,
die de zieken nauwkeurig onderzocht had en
eenige geneesmiddelen had voorgeschreven,
zonder zich echter uit te spreken.
Waarheid was dat Mutaud en zijne echt-
genoote wegkwijnden van verdriet en be
zorgdheid. Zii sliepen in hetzelfde vertrek
en urenlang bleven zij stil liggen en zwijgen
en droomen of dachten waarschijnlijk aan
treurige en wanhopige dingen.
Madeleine voelde heel goed, dat hare
ouders op den duur zouden bezwijken, in
dien deze toestand nog lang bleef bestaan
en wat zou er van haar worden, als zij
waren heengegaan?
Want ook voor haar zelf hoopte zii niets
meer. Thans voelde zij dat de haat van
Grandin er een was, die nooit zou worden af
gelegd. Wanneer ook haar ouders overleden
waren, zou die haat blijven voortleven en
zou zelfs de kinderen vervolgen. Bleef zij
alleen en nog ongelukkiger over, onoit zou
Grandin medelijden met haar hebben; nooit
zou hii er in toestemmen, dat zij eens zijne
dochter werd.
Ja, Jean was voor haar verloren. Aan die
gedachte moest zij van nu af gaan wennen,
Of de waarheid moest aan het licht komen
en hunne onschuld erkend worden.
Maar hoe kon men dit redelijkerwijs nog
verwachten, nadat het onderzoek, dat met
zooveel zorg was ingesteld, zonder resultaat
gebleven was, Dan, men had niets meer ge
hoord van Garnaud, die misschien in staat
was geweest zijne vrienden met het zoeken
naar de waarheid te helpen. Zou men hem
wel ooit terugvinden? Ja wist men zelfs of
zh nog in leven waren?
Neen, Madeleine had alle hoop laten va
ren, Naar welken kant zij hare blikken
wendde, zij zag niets dan leed en smart en
ongeluk. Ja, het ongeluk en het lijden sche
nen de gezellen te zijn van dit leven van
beproevingen zonder einde, waarin zij hare
treurige jeugd doorbracht.
Toch liet zij geen dag voorbijgaan, zonder
dat zij tusschen de puinhopen der kerk voor
het beeld der zoete Maagd nederknielde.
Dat beeld, dat op zoowonderbare wijze op
het verminkte altaar tusschen de algemeene
verwoesting ongeschonden was bewaard ge
bleven, trok haar bijzonder aan.
Of bewaarde het jonge meisje toch nog
eer.e bovennatuurlijke hoop in haar hart op
een wonderbare tusschenkomst van haar,
welke zij hare goddelijke moeder noemde?
Maar zij dacht er niet aan. zich dat af te
vragen, omdat zij geen andere reden voor
haar gedrag kende als de stipte trouw aan
het eens gegeven woord. Zij had eene be
lofte gedaan, wat er ook mocht gebeuren,
zij moest die gelofte volbrengen. Dat was
voor haar geen kwestie van vroomheid,
maar plicht en eer.
Daarenboven was het ook eene dagelijk-
sche gelegenheid om te bidden en te over-
wegen, hetgeen haar troost en sterkte gaf
om haar kruis moedig te dragen.
Het gebeurde dikwijls, dat zij lang bleef
neergeknield voor het verminkte altaar. Zij
■was alleen en zij was daar zoo goed. Geen
mensch was daar tegenwoordig, geen laffe
en onrechtvaardige haat bespiedde haar op
die plek. De eenzaamheid en de stilte werd
er nu of dan slechts gestoord door het rui-
schen van den wind, die de netelen en het
gras op de puinhopen in golvende beweging
bracht.
Er siond achter het altaar nog een be
trekkelijk hoog stuk muur, welke beschutting
tegen den regen verleende, wanneer 'l weer
slecht was. Het gebeurde dikwijls, dat Ma
deleine tegen dezen muur leunde, wanneer
zij hare gebeden geëindigd had, hare ge
dachten liet gaan naar het verleden, naar
dien gezegenden tijd, die nooit meer zou
wederkeeren, toen zij nog kind was en ge
lukkig, liefhad en bemind werd, en steeds
op een min of meer verwijderd geluk re
kende, als iets dat volstrekt zeker was
evenals een bedorven kind, dat met machtig
vertrouwen op de pop wacht, die haar be
loofd is.
Madedeine doorleefde dezen gelukkigen
tijd opnieuw, zij meende, dat hij teruggeko
men was, zij glimlachte zelfs tegen 't weer
gevonden geluk. Dan hief zij haar hoofd op,
haar blik viel op de ruïnen, welke haar om
gaven en in die treurige werkelijkheid ont
snapte haar een diepe zucht.
Op een avond kwam Madeleine van de
verwoeste kerk terug, toen zij een der gen
darmen ontmoette, welke het onderzoek bij
haar thuis hadden ingesteld.
Zoo is u dat, juffrouw?.... zeide deze.
Ik heb geen tijd gehad om even bij u aan
te komen. Maar nu ik u ontmoet, meen ik
gced te doen u een nieuwtje mee te deel en,
dat uwe ouders genoegen zal doen.
Wat dan, mijnheer?
Wel, ik kan u verzekeren, dat er geev
gevolg zal gegeven worden aan de beschul
diging, welke tegen u is ingebracht. Met
andere woorden, het parket heelt het pro
ces niet ontvankelijk verklaard.
Madeleine dankte hem en ging huiswaarts'
Toch verheugde haar deze tijding niet zoo
bijzonder. Eene niet-ontvankelijk verklaring
beteekende, dat er een eind was gemaakt
aan pijnlijke ondervraging en vernederend
onderzoek. Maar het was te vreezen, dat *t
nieuws, wel verre van de gemoederen te
kalmeeren, de hartstochten nog zou aan
wakkeren, eer een dergelijke verklaring als
een dwaling, zelfs als een onrecht zou wor
den gehouden. Feitelijk was dit nieuws reeds
in het dorp bekend, want onderweg hoorde
Madeleine gesprekken, welke haar ongerust
maakten.
Voor hunne woning zag zij een aantal kwa
jongens bij elkaar, die stonden te lachei
en gekheden te maken.
iWordt vervolgd.)
f