O
„Geheimen!"
ONZE KLEEDING
De Modes.
De Amerikaansche
vrouw in het maat
schappelijk en huis
houdelijk leven.
De Herfstmode.
Aan de ouders.
Recepten.
Patronen naar Maat
MACHTEED.
(GIJ.)
liit de Moppentrommel
„De Bruin verzamelt antiquiteiten."
„Dat dacht ik al. Ik heb zijn vrouvi
ontmoet."
1
't Is loch maar vreemd gesteld met
onze befaamde liefhebberij voor gehei
men! Nergens treedt die veelgesmade
vrouwelijke inconsequentie van ons zoo
ongenadig aan 't licht! Ja, die geheimen!
Wat doen we niet ons best om ze te
bemachtigen en bijna nog meer, om
er ons weer zco spoedig mogelijk van
te ontdoen! V/e willen allemaal wét
graag dat ze ons toevertrouwd worden
maar niet om te bewaren asjehjief
neen, om bij de eerste gelegenheid weer
door te geven. In tegenstelling met an
dere bezittingen hebben ze niet de
minste waarde voor ons, wanneer we
ze heelemaal voor ons zelf moeten
houden en er in eenzaamheid van genie
ten. De gierigste en eenzelvigste vrou
wen zijn verrassend communistisch,
waar 't om geheimen gaat. En elke
vrouw, hoe levensmoe en apathisch ook,
bloeit op als ze nog weer eens de lucht
van 'n geheim snuift, en houdt haar
laatste restje activiteit in reserve om 't
met bekwamen spoed uit te vinden en
vervolgens met toewijding te gaan col-
porteeren.
Weinig gebeurlijkheden in de vrou
wenwereld leveren zooveel onschatbare
stof tot studie als de lotgevallen van
geheimen, zooals die zich voor je oogen
(en ooren!) afspelen in zooverre hun
verwikkelde levensloop zich door je
naaste omgeving kronkelt, die dikwijls
nog maar een klein deel is van hun af
te leggen weg!
Waaneer een vrouw je in een hoekje
trekt en je met borende oogen afvraagt:
„Kun je een geheim bewaren?" dan is
dat precies 't zelfde of ze je bekent: ik
kan 't niet! En wees er dan maar zeker
van, dat 't al een geheim van iemand
anders is eilacie, wie weet van hoe
veel naieve, mededeelzame, opeenvol
gende iemanden!
Als 't geheim haarzelf betreft, zal ze
daarentegen meestal anders te werk
gaan; ze zal met de deur in huis vallen,
'i je, zoodra ze je ziet, met een soort
vulcanische uitbarsting in je oor spu
wen, en pas daarna zich uitputten in
alerlei bezweringen: „Je belóóft me dat
't onder ons blijft" „je hebt niet 't
hart dat je 't óóit aan iemand vertelt!"
instructies die, haar veronderstelde
zelfkennis in aanmerking genomen, met
merkwaardig optimisme en animo wor
den uitgesproken.
Wat nu gemakkelijker te bewaren zou
zijn: 'n geheim van jezelf of van een
ander? Dat is heel individueel geloof ik.
Over 't algemeen is 't mijn overtuiging,
dat 'n vrouw nog de meeste consideratie
gebruikt met een geheim, haar door een
man toevertrouwd. Wanneer ze daarvan
naturlijk alleen voor 't glorieus feit,
niet van de quintessence der zaak
tegen haar vriendinnen melding maakt,
kan ze zelfs plotseling zeer schoon en
stichtend uitwijden over „heilig vertrou
wen" en andere verbijsterende waarden,
waarvan je niet gedacht had dat ze 't
bestaan kende! 'n Mannen geheim neemt
'n vrouw, behalve dat ze er verbazend
vereerd mee is, gewoonlijk meer „au
sérieux" dan de confidenties van leden
harer eigen sexe. Die kunnen 't ook zoo
huichelachtig-genadig hebben over „toe
vertrouwen", bedachtzaam en quasi-be-
beersoht, alsof ze je na rijp beraad een
groot blijk van vertrouwen en uitver
kiezing gaan geven terwijl je even
goed weet als zij, dat ze er eenvoudig
in zouden gestikt zijn als ze je niet ge
lukkigerwijze ontmoet hadden, en dat
je toevallig de eerste bent die hun tegen
't lijf liep op een oogenblik dat ze 't niet
meer vóór zich kónden houden! Voor
zulke wetenswaardigheden hebben we,
ónder onze instinctmatige nieuwsgierig
heid dan ook slechts 'n gemoedelijk dé
dain, we taxeeren ze op hun juiste
waarde, en gewoonlijk werken ze niet
opvoedend op onze begrippen van oon-
versatie-moraal.
Onze eigen geheimen wel, we hoe
ven heusch nog geen imbécielen te zijn,
•As we ze niet altijd kunnen bewaren!
Integendeel, juist wanneer een vrouw
dagen en nachten lang op leven en dood
gepiekerd heeft over een harts-pro-
blcem, kan ze soms in een plotselinge
reactie 't heele geval er in 'n paar ter-
loopsche woorden uitflappen en als een
grap ten beste geven om zich dan
gretig te verkwikken aan de luchthartig
heid waarmee haar boezemvriendin zich
er vroolijk over maakt.
Wanneer het vaststaat dat je boezem
vriendin overigens niet zwijgen kan,
nóóit en welke boezemvriendin kan
't óóit? dan kun je wel eens zoo in
een naargeestige bui gaan zitten over
wegen of een trouwe vriend eigenlijk
voor particuliere ontboezemingen en
raadplegingen niet verkieselijker is. Zoo
't type uit de gezellige boemeltrein-lec-
tuur, dat spontaan j* twee handen grijpt
en met „diep sonoor geluid" zegt: „Ont
houd dat je ten allen tijde op me reke
nen kunt! Wadr ter wereld ik ook ben,
sein me slechts: „Ferdinand, kom!" en
ik zal naar je toevliegen" Och, maar
wat baat een vliegende vriend zonder
een vriendin om mee over hem te pra
ter? Stel je voor dat de vriend-zelf tot
„geheim" gepromoveerd werd wat
zou je je dan niet vreeselijk verlaten
voelen!"
Niemand zou 't willen gelooven en
toch is 't eerlijk aan 't gebeuren, al lijkt
't onwaarschijnlijk van-pas: juist nu ik
uitgepraat ben en dolgraag een pakkend
slot had, dat ik nergens vinden kan,
komt mijn particuliere boezemvriendin
ten tooneele. En na eenigen tijd vreed
zaam naast m'n bureautje te hebben
zitten lezen in een dik boek, begint ze
me plotseling „h propos" zéér mal-a-
propoa te verwijten dat ik een geheim
voor haar heb en dat zonder dezen
titel te kennen! Dat noem ik telepa
thie!
„Ga door," zeg ik, ijverig voortpen-
nend, „want zooiets heb ik juist noodig.
Jij zult er toch ook wel een voor mij
hebben!"
„Ik een geheim voor jou?" roept ze
nobel-verontwaardigd en in een
climax van de ernstigste zelfverdedi
ging: „Ik heb voor niemand geheimen!"
Kijk, dat is 't slot dat pakt en nu
is ze nog boos dat ik 't dankend ver
eeuwig! Dat is plagiaat, zegt ze. En als
ik willig aanbied, voluit de bron te ver
melden, wordt ze nogal boozer! Met
wat voor woordenkeus dat blijve een
geheiml
itl 11l'Jlu Hm11 ,ntlIImiïpT
No. 448. Sportcostuum. Neem als stof
bois de rose mouliné. De rok is recht en
heeft van voren twee stolpplooien: ver
bind hem aan een lijfje van dunne ka
toen, waarover heen een shantung-natu-
rcl blouse met boord en das gedragen
wordt, De mantel is van achter glad en
recht. De stolpplooi in elk der beide
voorpanden is tot op de helft gesloten,
zoodat ze van onder eenigszins open
hangt. Ceintuur in dezelfde stof te ma
ken. De mantel Is bedoeld om openhan
gend gedragen tc worden, zoodat er
geen knoopsluiting aan voorkomt. Hoed
in bijkleurend vilt; kousen en schoenen
bruin sportmodel.
No. 449. Elegante sportmantel van
mat-groene kasha met gedeeltelijke voe
ring van groen op lichtgrijs geruite
kasha. Het bovengedeelte is recht en
vrij nauwsluitend, terwijl van onderen
een flinke ruimte gegeven is om de vrije
beweging niet te belemmeren. Deze
ruimte wordt door den snit verkregen,
dus zonder toepassing van godets of
plooien. Sluiting op een groote galalith-
knoop. De sjaalkraag is belegd, tot op
enkele centimeters van den kant, met
de geruite voeringstof. Hoed in lichtgrijs
of groen vilt: kousen van beige wol (ge
ribd), schoenen bruin sportmodel.
No. 450. Aardige japon voor den na
zomer en herfst. Neem als stof een wol
len crêpe, licht gebloemd op rooden
ondergrond. De rok is in klokvorm ge
sneden en begint van boven met een
paar rijen fronsjes tegen dc trapsgewijs
verspringende iaülelijn. Uit het lijfje is
het front weggeknipt en vervangen door
een effen stof in de kleur van het
bloempatroon; hetzelfde weefsel ge
bruikt men voor het kraagje en de on
dereinden der mouwen. Uit het kraagje
komt een rood, gestrikt lint. Kousen
rose en schoenen rood of zwart leer.
No. 451. Eenvoudige robe van effen,
licht beige of zandkleurige kasha. De rok
heeft een aanmerkelijke wijdte die ech
ter zonder plooien in den taillenaad
overgaat. Het lijfje bestaat uit vijf stuk
ken: dc rug, en vier panden aan den
voorkant. Het middenpand valt onder
de beide zijstukken. De mouwen zijn
op raglan wijze ingezet dus over de
schouders doorloopend. Het staande
kraagje is verlengd tot een lange sjaal,
welke bij wijze van een zelfbinder ge
strikt, gesloten wordt. De garneering
bestaat uit een zwaar rood ripslint, dat
over de zaagtand-naden van taille en
borst, en beneden aan de mouw aange
bracht wordt. Kousen rose en schoenen
beige of bruin. Hoed in rood vilt of
stroo.
No. 452. Japon van blauwe toile de
soie. De rug beslaat uit een lang, recht
stuk zonder garneering. De voorkant
van het rokgedeelte heeft in de zijden
platte plooien. Het lijfje b!oust eenigs
zins over den taillenaad en heeft over
het midden een sluiting, afgedekt door
csn strookje van witte toile de soie.
Ter eener zijde plaatst men 6 witte
knoopen van galalith; ter andere, op
gelijke hoogte 6 in witte zijde uitgevoer
de knoopsgaten. Het kraagje ea de
mouwomslagen zijn van witte toile de
soie; ceintuur wit leer. Kousen rose en
schoenen zwart.
De meisjes waren gereed om naar een
partijtje te gaan. Zij droegen sjaals, al
was het ook niet duidelijk waarom; zoo
zij moesten dienen ter bedekking of ter
bescherming, konden zij ze moeilijk met
opzet zóó hebben omgehangen, dat zij
noch bedekken, noch beschermen kon
den. Maar toen Father Timothy Casey
onverwacht aan het hekje voor het huis
verscheen met een opdracht voor haren
vader, den president der St. Vincentius-
Vereeniging, schudden de meisjes de
roomkleurige bekleedsels uit en Heten
ze den dubbelen dienst verrichten, waar
voor sjaals sinds onheuglijke tijden ont
worpen zijn. Dat deed Retta denken aan
iets, dat zij in het Katholieke Weekblad
had gelezen en als Retta aan iets dacht,
moest zij het zeggen of barsten,
O, Father Casey, ik zag onlangs een
bericht van een priester in Philadelphia,
die de H, Communie weigert aan vrou
wen, die geene mouwen hebben of lage
halzen of neergerolde kousen of zulke
dingen.
Ik ken een priester in Rome, die
hetzelfde verbod gaf in zijne kerk, ant
woordde Father Casey.
Zoo?
Die priester is onze Heilige Vader
de Paus.
Maar is het niet dwaas om zoo'n
drukte te maken over zoo'n kleinigheid?
Om een verbod van den H. Vader
dwaas te noemen, Retta, toont niet veel
eerbied en, mag ik er bijvoegen, ook
niet veel nederigheid.
O, ik had niet de bedoeling den
Paus af te keuren. Ik veronderstel, dat
de zaken daar mogelijk anders staan,
maar hier in Amerika, waar een ieder
het doet en het ook all right staat.
Retta, Retta, riep de priester, geef
me toch een kans om je bij te houden.
Jij hebt in één enzin drie verschillende
zaken beweerd en elk dezer was ver
keerd. Eerst dan, de menschelijke natuur
is dezelfde zoowel in Rome als hier;
tweedens, zelfs niet in Amerika loopt een
ieder half gekleed uit en derdens staat
het volstrekt niet all right.
Wel, ik ben er zeker van, dat wij
er geen kwaad mee bedoelen, wierp
Retta op, terwijl zij wat brutaal vervolg
de: Daar is dan toch geen gebod, dat
zegt: Gij zult niet met korte mouwen
te Communie gaan.
Zij gevoelde zich een weinig beschaamd
over haar brutaliteit, toen Father Casey
plotseling van onderwerp veranderde.
Hoe noemt ge dien man, die op en
neer wandelde in Fourthdienne met twee
borden aan zijn hals hangend?
Dat is een Sandwichman, antwoord
de Lucy. Op het eene bord staat: Eet
in Dinty's Restaurant! Op het ander, op
zijn rug: Roastbeaf en kool vandaag! f
Bij Dinty! Ik ben er eens heengegaan om
te lunchen, alleen maar om eens te zien
hoe het er uitzag. Wat bewijst, dat ad-
verteeren betaalt.
Ik veronderstel, dat hij dat doet
om den kost te verdienen, sprak de
priester als bij zich zeiven. En dat is
onschuldig genoeg. Toch denk ik niet,
dat het erg passend zou zijn, als die man
op die manier te Communie zou gaan.
Lieve Hemel, Father! Tc Communie
gaan met die advertentieborden op zijn
heele lijf geplakt. Dat zou een heilig
schennis zijn!
Waarom dan houdt gij vol, dat het
geoorloofd is voor die dwaze meisjes dal
te doen?
Wat te doen, Father?
Te Communie te gaan met adver
tenties over haar heele lijf geplakt.
Wie heeft ooit van zoo iets ge
hoord?
Wie er ooit van zoo iets gehoord
heeft? Iedereen, die gehoord heeft van
meisjes die te Communie gaan in die
vermetele, onbeschaamde dracht, welke
zelfs sommigen onzer goede katholieken
overnemen.
Maar, Father, daar staan toch geen
advertenties op!
Wat is het anders? vroeg de pries
ter. Het geschiedt niet om haar mooi te
doen schijnen, want dat doet het toch
zeker niet. Het is niet om baar te be-
sohutten tegen het weer, want dat doet
het ook niet. Wat is het dan anders dan
advertentie advertentie, die haar van
het hoofd tot ds voeten bedekt en ver
meldt even duidelijk als welk adverten
tiebord dan ook: Ik verlang, o, zoo vurig,
dat mannen naar me kijken! De adverten
tie luidt verschillend naar de verschil
lende graden, waarin deze onzedige
dracht is aangenomen. Daar is de eerste
graad, die luidt: „Mannen, ziet mij aan,
ik heb de Christelijke zedigheid er aan
gegeven om u aan te zetten naar mij te
kijken." Dan komt de tweede graad, die
zegt: „Mannen kijk toch als 't u belieft
naar mij. Mijn eenigst verlangen in mijn
leven is, dat gij naar mij kijkt." Einde
lijk komt de derde graad, die tot de
uiterste grens gaat van deze uiterste
mode en spreekt: „Mannen, vooral man
nen met bedorven hart, ik haak er bijzon
der naar, dat gij naar mij kijkt." Hoe is
het toch ter wereld mogelijk, dat een
meisje naar de Communiebank kan gaan
om het Allerheiligste aller Sacramenten
te gaan ontvangen, om Ons Heer in heur
hart te ontvangen en terzelfdertijd zich
zelve te adverteeren aan alle mannen in
de kerk? Het is zoo in het oog springend,
dat deze beide handelingen niet kunnen
samengaan, dat het moeilijk is te begrij
pen, dat haar gedrag niet bijna heilig
schennend is. De priester, die de H.
Communie weigert aan zulk een meisje
doet zulks, wijl hij haar wil vrijwaren
voor de zonde van heiligschennis en wijl
hij de bewaarder is van het H. Sacra
ment en als zoodanig verplicht is het
voor onteering te bewaren. Ik voor mij
zelf heb haar nog nooit van de Com
muniebank weggestuurd, ofschoon ik
vaak vreesde, dat ik verkeerd deed door
haar de H. Communie te geven, wanneer
zij aldus naderden, terwijl zij zich zeiven
onbeschaamd adverteerden,
Maar, Father, kwam Adelaide hier
tegen op, ik ben overtuigd, dat meisjes
zich volstrekt niet op die wijze kleeden
om de reden, die u geeft,
Mogelijk denken zij daar niet aan,
gaf hij toe. Maar weet gij, Adelaide,
waarom zij daar niet aan denken?
Waarom dan?
Omdat zij zoo wispelturig en on
nadenkend zijn, dat zij nooit haar gewe
ten onderzoeken om de ware beweeg
reden van hare handelingen te onderzoe
ken, Een oogenblik later voegde hij er
bij: Het is ook zoo'n goedkoope manier.
Het verbaast mij, dat een meisje, dat
zichzelve acht, daartoe kan afdalen.
Goedkoop? Wat bedoelt u, Father?
Goedkoope manier van wat?
Goedkoope manier om aantrekkelijk
te zijn. Gij weet wel, dat er verschillen
de manieren zijn. Eene daarvan is door
hare bekoorlijke persoonlijkheid. Doch
deze vereischt eene lange oefening in
zelfbeschaving, goede manieren, achting
voor anderen, geestige, onderhoudende
conversatie, een gedrag vol tact, vrien
delijke hoffelijkheid. Dit is eene wijze
waarop een meisje aantrekkelijk kan zijn,
maar ze kost eenige moeite. Eene andere
wijze is gelegen in het afleggen van
eenige kleedingstukken, welke een
Christelijk meisje behoort te dragen. Dit
vraagt slechts een oogenblik tijds en
eene grenzelooze onbeschaamdheid, dat
is de reden, waarom ik ze goedkoop
noem. Zooals alles, wat goedkoop is, is
het voddenwerk, het houdt geen stand.
Van den anderen kant doorstaat de aan
trekkelijkheid van eene bekoorlijke per
soonlijkheid den toets das tijds. Zoo gij
de moeite doet om over dit punt na te
denken, zult gij daarin het antwoord
vinden op vele vraagstukken van tegen
woordig, zooals gelukkige en ongeluk
kige huisgezinnen enz.
Retta was ontstemd. Zij had het land
aan lange preeken.
Wat te zeggen van het meisje, vroeg
zij, dat op beide manieren aantrekt
door eene aangename persoonlijkheid en
door, wat u noemt, onbeschaamde klee-
dinjg?
Toen zij die vraag stelde, dacht zij mo
gelijk aan haar eigen zelve vol welbe
hagen als een tastbaar voorbeeld. Zoo
zij het deed, moest zij stellig terdege te
leurgesteld zijn, want Father Casey ant
woordde kortaf:
Retta, dat is eenvoudig onmogelijk.
Retta was verontwaardigd.
Pardon, Father, ik ken meisjes bij
het dozijn, die eene aantrekkelijke per
soonlijkheid bezitten, juist als u daar
beschreef en die terzelfder tijd tot de
uiterste grens gaan inzake kleeding.
Neen, dat doet gij niet Retta
evenmin als gij cirkels kent, die vierkant
zijn of rechte lijnen, die krom zijn. Be
vallige persoonlijkheid zooals ik ze be
schreef besluit in zich goede manie
ren, beschaving, tact, eerbied voor an
deren. Nu, goede manieren kunnen niet
gepaard gaan met onbeschaamdheid, be
schaving met onkieschheid, tact met
lompheid, eerbied voor anderen met bru
taal vergrijp aan hun fijnder gevoel. Die
zaken kunnen evenmin samengaan als
een vierkante cirkel.
Father, sprak Lucy, is u niet on
billijk om all schuld te geven aan on
schuldige ijdelbeid in kleeding? Een
meisje kan tegenwoordig nauwelijks op
straat komen zonder telkens te worden
aangesproken en beleedigd en verleid
door allerlei soort van mannen. Het is
bijna een mirakel, dat een goed, onschul
dig meisje met natuurlijk het gewone
mengsel van ijdelheid, onbezonnenheid
en zonder veel ondervinding uit zulke
onophoudelijke gevaren ongelet te voor
schijn komt.
Lucy, antwoordde de priester, een
slecht man is bang voor een goede vrouw
werkelijk hang voor haar. Hij zal het
zelden wagen met haar te flirten, tenzij
daartoe uitgenoodigd.
Ik ken een aantal meisjes, die lastig
gevaUen werden door vreemde mannen,
wier attenties zij zeker nooit hadden
aangemoedigd.
Gij kent een aantal meisjes die door
vreemde mannen werden lastig gevallen,
gaf hij toe, maar zijt gij zoo zeker, dat
zij nooit de attenties van die mannen
hadden uitgenoodigd? Ik veronderstel,
dat zij zich volgens de laatste modes
kleeden?
Natuurlijk.
Wellicht zijn zij, inplaats van die
modes te volgen op een conservatieven
afstand, heel vooraan daarin en gaan zij
zelfs tot de uiterste grens?
Ongetwijfeld doen zij dat, tenminste
sommigen harer, antwoordde het meisje.
En gij zegt, dat zij de attenties van
slechtgezinde mannen niet uitnoodigen?
Daarin zijt gij mis. Wanneer zij over de
straat gaan en een man met rein gemoed
ziet haar, dan moet hij zijne oogen af
wenden. Een man met rein hart blijft rein
door de gevaren te ontvluchten. Een der
gevaren, die hij moet ontvluchten, is de
aanblik van eene onzedig gekleede
vrouw. Hij moet de oogen afwenden. De
eenige man, die naar haar blijft kijken,
is de man met onrein gemoed. Oeh, zijn
uiterlijk moge vlekkeloos genoeg zijn,
maar zijn hart is bedorven. Hij is de
eenige, die naar haar blijft staren. Als
het meisje, dat in het publiek in zulk
een dracht paradeert, dat geene behalve
verdorven lui naar haar mogen kijken,
er niet op uit is om hunne attenties te
trekken, dan weet ik niet, hoe zij er
wel op uit kon zijn.
Father, u verstaat het niet. Deze
zaken worden bepaald door gewoonte.
Als een meisje twintig jaren geleden zich
had geleed als een moderne flapper, zou
zij schuldig zijn aan al de onvoorzichtig
heid, die u daar vermeldt. Maar thans
is het de mode en niemand ziet er iets
verkeerds in. De vrouw, die lieden in
Foristh Avenue zou loopen gekleed als
mijne grootmoeder zich placht te klee
den, toen zij een meisje was, zou meer
de aandacht trekken dan de meest durf-
achtige flapper.
Lucy, gij weet in uw hart, dat gij
daar met geen eerlijk argument voor
den dag kotpt. Gij weet wel, dat niemand
onzer u vraagt it te kleeden vol-
aens de mode van vijftig jaar geleden.
ij weet, dat zelfs de meest moderne
mode nooit uwe kleeding voorschrijft met
de nauwkeurigheid van een soldaten
uniform. Ze laat altijd ruimte genoeg
naar ieders opvatting. Gij ziet goede
meisjes God zij dank, dat gij er velen
ziet die netjes gekleed gaan en met
smaak en volgens de mode en toch met
evenveel Christelijke zedigheid als uwe
grootmoeder vijftig jaren geleden deed.
In al die afwisselende modes, die over
het land strijken van seizoen tot seizoen
en van jaar tot jaar is er altijd plaats
genoeg voOr de zich zelve respccteerende
vrouw die zich niet wil verlagen om haar
verlangen om opgemerkt te worden even
schreeuwerig te adverteeren als de Sand
wich-man, die Dinty's Restauratie adver
teert. Zij behoeft nimmer een costuum
aan te trekken, dat overal luid ten he
mel schreit: Ik brand van verlangen, dat
de mannen naar mij zullen kijken!
Tijdens de verwarring van den na-
oorlogstijd ondernam een jonge Ween-
sche leerares, mej. Anna Leitich, de
verre reis naar Amerika, om daar haar
geluk te gaan beproeven, daar het ver
blijf in Weenen haar ondraaglijk werd.
Niet verlangen naar avonturen of zucht
naar den dollar, doch slecht» da wensch
de Amerikaansche toestanden door eigen
ondervinding te leeren kennen gaf haar
aanleiding tot deze onderneming, die
door Hare bloedverwanten en kennissen
als een onbezonnen daad werd be
schouwd, Vertrouwend op haar gróndige
kennis der Engelsche taal en haar stoere
gezondheid ondernam de moedige Ween-
sche de groote reis over den oceaan,
zonder een enkele aanbeveling op zak
en voorzag in New Vork en Washington
als dienstbode, correspondente en jour
naliste in haar onderhoud. In Weenen
teruggekeerd verzamelde het meisje
hare ondervindingen en waarnemingen in
een boek.
Van belang in deze, in aangenamen
verteltrant gehouden, brochure zijn de
hoofdstukken over de Amerikaansche
vrouw. De schrijfster is er vooral op uit
het in Europa verspreide vooroordeel
weg te nemen dat de Amerikaansche
vrouw het afschrikwekkend voorbeeld
der geëmancipeerde, de genoegens na
jagende, en het huishouden verwaarloo-
zende vrouw is. Natuurlijk zijn in de
nieuwe wereld, zooals overa], zulke on
verkwikkelijke vertegenwoordigsters van
het vrouwelijke geslacht te vinden, maar
„Amerikaansch", zooals wij ons dat voor
stellen, zijn ze volstrekt nietl
In de Vereenigde Staten hebben de
vrouwen tot alle beroepen toegang. Daar
bij bestaat evenwel tusschen de mannen
en vrouwen al een even groote concur
rentie als bij ons, Amerika is nog steeds
eten nieuw land; er is in veel beroepen
en betrekkingen altijd plaats, zoodat de
werkzaamheid der vrouwen bijna nood
zakelijk is. Toch zijn vrouwen in staats
dienst ook in Amerika nog zeldzaamhe
den. Een zekere miss Mary Barthelme is
rechter te Chicago; een andere te Cle
veland. Vele vrouwen verdienen een
goed inkomen met illustratiewerk aan
groote tijdschriften of doordat ze voor de
ontelbare „Magazines" korte, pittige ver
halen schrijven. In eên stad in den staat
Iowa leerde de schrijfster een 24-jarig
meisje kennen, dat zich tot chef van een
maatschappij had opgewerkt, die 20 bus
lijnen exploiteerde en een succesvollen
strijd met de spoorwegmaatschappijen
voerde. Ontelbaar is het leger der gemid
deld goed betaalde typisten en corres
pondenten. Over het algemeen wordt
echter eerst bij 't sluiten van het huwe
lijk het beroep vaarwel gezegd, daar de
Amerikaan eerst dan trouwt, wanneer
hij een gezin kan onderhouden.
Over de Amerikaansche als huisvrouw
is de schrijfster vol warmen lof. De
Amerikaansche vrouw uit den midden
stand doet volstrekt niet aan luxe, om
de eenvoudige reden, dat zij er geen geld
voor heeft. Slechts in weinig huishoudens
treft men dienstboden aan. De blanke zijn
te duur; de negerinnen weliswaar goed
koop, doch niet erg gewild. Daarom is
het Amerikaansche huis met alle moder
ne gerieflijkheden uitgerust die voor de
Europeesche vrouwen nog lang onbereik
baar zullen zijn. Levensmiddelen in bus
sen en vruchten worden door de door
snee-Amerikanen veel gebruikt bij hun
maaltijden. Zeer vele Amerikaansche
vrouwen brengen des morgens hun man
met den auto naar zijn kantoor en de kin
deren naar school. Daarna doen ze thuis
zonder hulp van anderen hun huishoude
lijk werk. Komt de man s avonds tus
schen 6 en half 7 thuis, dan vindt hij ajles
netjes ia orde en daarbij een vriendelijke
vrouw, die opgewekt met hem weet te
babbelen en van al de zorgen, die zijn
beroep meebrengt, verstand heeft. Des
Zondags ziet men op de goed onderhou
den kiezelpaden van het Park, echt
paartjes eensgezind wandelen. Hii duwt
den kinderwagen, want zij heeft hem
immers ie geheele week ge<fnw'd en vfn^t
er zijn Zondagsche ontspanning in; met
trots ziet hij op zijn woelenden, bolligen
spruit neer.
In het hoekje wordt ook het sterk ont
wikkelde solidariteitsgevoel der Aiperi-
kaansche vrouw geroemd. Geen enkele
vrouw zal op de gedachte komen het
werk van een andere vrouw als minder
waardig te beschouwen. En in de talrijke
damesclubs onderhouden de vrouwen en
meisjes zich op aangename wijze, ook
zonder gezelschap van heeren. De Ameri
kaansche vrouw mist over 't algemeen
het vleugje poëzie en romantiek, dat naar
de Europeesche opvattingen de bekoor
lijkheid der vrouw uitmaakt, maar zij
is degelijk, plichtsgetrouw en vertrouw
baar, en voor haar man een vriendelijke
echtgenoote.
Wat de voorspellingen betreffende de
herfstmode ditmaal aangaat, op het ge
bied van stof- en bontmantels open
baart zich het blouse-achtige silhouet
zoo duidelijk en onverholen, dat het, als
de schijn niet bedriegt, een der karak
teristieken van de aanstaande mode zal
worden.
Een met laken gevoerde en gegar
neerde zijden mantel, met lange revers
en afgezet met vossebont, vertoont een
volstrekt blouse-achtig model, maar ook
de rechte rug blijft gehandhaafd.
Interessant zal ook zijn voor het ko
mende najaar de toepassing van het
capelet, de kleine cape, aan bontman
tels, waarbij de mantels van zwart bont
zijn, de garneering: kraag en mouwop
slagen, van hermelijn.
Origineel is voorts de bontdolman op
een in cacaokleur geverfden hermelijn
mantel. Daarbij loopen, ter afpaling van
de gebogen ruglijn van den dolman, de
vellen straalvormig naar elkaar toe.
Lang afvallende schouders vertoont
de streng Engelsche tailormantel van
covercoat met lange bontrevers in sjaal-
model.
Tot zoover de uiteraard vluchtige
blik in de „naaste toekomst".
i
Als gij uwe kinderen:
hoe klein zij ook zijn, alles geeft, wat zij
vragen,
in hun bijzijn over hunne buitenge
wone hoedanigheden spreekt,
in hunne tegenwoordigheid zegt, dat
ze onverbeterlijk zijn,
onder elkander, gij vaders en moe
ders, het niet eens zijt omtrent uwe kin
deren en dit laat merken,
als gij, vader, terwijl uwe kinderen bij
u zitten, met minachting spreekt van
moeder,
als gij er niet op let met welke vrien
den uwe kinderen omgaan,
hen maar laat lezen wat zij willen,
en voortdurend hen straft voor eene
kleinigheid, of lacht met hunne fouten
en omdeugden,
dan in al die gevallen geeft gi; aan uwe
kinderen eene slechte opvoeding.
TOMATENSAUS.
Men fruit in boter een gesneden nl,
wat gestooten peperkorrels en een takje
thijm. Als de uien gaar zijn, roert men
er niet een gard een lepel bloem door,
doe er wat vleeschjus op, en zes in
vieren gesneden tomaten. Laat alles ge-
dekt koken, ongeveer een half uur.
Wrijf de saus door een puntzeef en
maak haar af met een scheut Japansche
Soya. Deze saus gebruikt men bij kalfs-
vleesch, lamscotclcttcn, kalfsteng en
ook bij gekookte makreel en rivier-
visch.
GEZOUTEN TOMATEN.
Wil men tomaten zoo bewaren, dan
kan men dit op de volgende manier
doen. Ontdoe de tomaten van hun kroon.
Wasch ze goed schoon. Doe een weinig
zout in een groote Keulsche pot. Dan
een laagje tomaten, dan weer zout en
zoo vervolgens tot de pot vol is. De to
maten prikt men van te voren met een
stopnaald (één prikje is voldoende). Op
10 K.G. tomaten gebruikt men 100 gram
zout. Dus evenveel als op zuurkool
Bedek de tomaten met een doekje,
waarop een plankje en bezwaar ze met
een klein steentje, zóó dat ze niet te
hard gedrukt worden.
1.00 per stnk.
Kindermaten tot 12 jaar 0.75.
Papieren patronen op maat gemaakt,
kunnen onder toezending van het bedrag
(vergeet niet het nummer van het model
op te geven) besteld worden aan Pa
per Pattern Service, Parkstraat 79, Den
Haag" J
De maten op te geven volgens onder
staande teekening.