ALLES EN VAN OVERAL Nieuwe Haarlemsche Courant AAN ONZE LEZERS Het optreden der politie te Tie!. Zonderlinge toestand bij den Woningdienst te Utrecht. Op last der gemeente een jaar niets gedaan. Verdronken. De fraude in de belasting- oohieren te Sittard. Een Ned. Fabrieksdirecteur in Duiischland gearresteerd. Typhusgevallen te Breda en omstreken. De ongeregeldheden hij de herhalingsoefeningen te Amersfoort. KERK EN SCHOOL. Een gevaarlijke vondst. Eerw. Zuster Bernardo, f LEGER EN VLOOT. Afvloeiing? BINNENLANDSCH NIEUWS Het 3de Internationaal Congres voor Reddingswezen en Eerste Hulp bij Ongelukken. Nederland lid van den V olkenbondsraad YRAGENBUS. LANDBOUW EN VISSCHERIJ Een zeldzaam jubileum. AMSTERDAMSCH NIEUWS. MARKTNIEUWS. Spoort al Uw kennissen aan hun vraag- en aanbod-adver tenties te plaatsen in onze eigen Hevige stormen in Zuid-Frankrijk. Gespannen toestand in Spanje. Slaat van beleg afgekondigd. Hevige typhoon teistert Japan. In de eerste dagen van Augustus hebben zich te Tiel in verband met de staking aan de azijnfabriek ongeregeldheden voorge daan, waarbij de politie, versterkt door rijks veldwachters, van haar wapens gebruik maakte. In de raadszitting van 10 Augustus hebben enkele raadsleden dit optreden der politie aan critiek onderworpen. In de vol gende raadszitting zal dit onderwerp weer aan de orde komen. De burgemeester, mr. C. G. Schattenkerk, heeft nu een brief tot den Raad gericht, waarin hij als zijn oor deel uitspreekt, dat de politie niet de blaam treft, door sommige raadsleden op haar j gelegd. Tegenover de woorden van afkeu ring, in de raadsvergadering van 10 Aug. geuit, meent de burgemeester een woord van waardcering te mogen brengen aan de politie voor de wijze, waarop zij in moeilijke omstandigheden haar plicht heeft vervuld. Te Utrecht heeft Woensdag j.l. een ge meente-ambtenaar een zeer merkwaardig jubileum gevierd. De Tel. geeft er het vol gende relaas van De man herdacht nl. overigens zonder eenig feestvertoon of be langstelling van de zijde van het gemeente bestuur dat hem een jaar geleden door de gemeente was opgedragenniets te doen, tegen een tegemoetkoming van ruim vijf mille, zijnde het bedrag, dat deze ambtenaar genoot, toen hij zijn beste krachten aan de gemeente wijdde. Of hier sprake is van den eersten gegadigde van een door de gemeente Utrecht te stich ten instituut van goed gesalarieerde niets doeners is ons onbekend gebleven. Het was echter Utrechts burgemeester, dr. J. P. Fockema-Andreae, die ons de aan den aanhef genoemde gebeurtenissen bevestigde. De man, die nu al een jaar tot niets doen veroordeeld is. is de heer C. J. de Haas, gemeente-architect 2e klasse. Deze kwam, aldus onze bij den betrok kene zelf ingewonnen informaties, in 1914 als technisch ambtenaar naar Utrecht. In 1916 werd hem verzocht de functie van chef van het bouwbureau der Jaarbeurs te aanvaarden, welke uitnoodiging de heer De Haas accepteerde. Hoewel zonder salaris be hield hij zijn dienstverband met de gemeente. In 1921 werd hij echter door de inmiddels afgetreden wethouder Van Dijk als technisch adviseur naast zich geroepen. Op den lsten Juni van dat jaar werd de heer De Haas, zoo wel technisch als administratief belast met de leiding van den woningbouw aan het z.g. „Ondiep." Langzamerhand werd die leiding uitgebreid over den geheelen gemeentelijken en particulieren woningbouw. Zooals de heer De Haas ons op een desbetreffende vraag antwoordde behield hij, ondergeschikt aan den directeur, zijn zelfstandige positie tot 1 Jan. 1924. Hij was toen ook reeds bevor derd tot architect 2e klasse. In Sept. 1924 werd de leiding van den Bouw- en Woningdienst uitgebreid met een ingenieur, die benoemd werd tot architect le kl. met een salaris van f 4800. Den 15den Juli 1925 kreeg de heer De Haas zes weken vacantie onder voorwaarde echter, dat hij iedere week één dag moest lerugkomen om de zaken van zijn afdeeling te behartigen. Een en ander geschiedde op verzoek van den directeur, met goedkeuring van B. en W. Toen de heer De Haas terugkeerde, trof hem iets buitengewoon onaangenaams. Zonder zijn voorkennis had men zijn uit circa 50 man bestaand personeel elders onder gebracht. Vanzelfsprekend ging de heer De Haas naar zijn directeur, ten einde dezen ophel dering van dit vreemde geval te vragen. Wat hij toen te hooren kreeg? Dat de directeur van den Bouw- en Woningdienst te zwaar belast was, dat De Haas, omdat hij zoo'n bekwaam vakman was, overal werk zou kunnen vinden, ergo: dat hij maar gauw moest zien wat anders te krijgen, daar hij hier niet meer noodig was. De directeur noemde als reden van dit optreden, dat de heer De Haas te veel initiatief en te veel energie bezat. Het stond dus als een paal boven water, dat de heer De Haas kon vertrekken. „Neen, redeneerde deze, „dat zal niet zonder meer gebeuren. Er zit niets anders op dan te blijven." Best, oordeelde de gemeente, als je dan niet weg wilt, meneer De Haas, welnu dan blijft ge. Bij deze gemeentelijke over peinzing bleef het niet. Iemand die niet weg wil, moet ergens zitten. Als logische consequentie hiervan werd de heer De Haas toen in de Damstraat, waar de Woningdienst gevestigd is, een kamer aange wezen, waar hij van September 1925 tot Maart 1926 geen enkele opdracht heeft ont vangen. Hij zat dus, tegen wil en dank, a raison van f 5600niet te doen. In dit verband wenschen wij te vermelden, wat de burgemeester ons hieromtrent mede deelde, n.l. dat de heer De Haas opdracht had het litterair archief bij te werken Eenigen tijd terug is de heer De Haas on gesteld geworden en werd hem, op dokters advies, buitengewoon verlof verleend met behoud van salaris. De juiste motieven van de tegen den heer De Haas aangenomen houding zijn hem vol komen duister gebleven. Maanden geleden werd reeds, onder voor zitterschap van den burgemeester, een com missie van onderzoek ingesteld, die nog niet ■net haar rapport gereed is. Hangende dit onderzoek wenschte de bur gemeester zich liever niet over deze zaak uit te laten. Wel deelde dr. Fockema Andreae mis mede, dat, in verband met gewijzigde ■verkzaamhedin op de afd. van den heer De Haas, diens positie overbodig is geworden. Ten slotte vernemen wij nog, dat de be trokken gemeente-architect als eisch blijft stellen, dat men hem zijn oude plaats bij den Woningdienst weer teruggeeft. Vrijdagavond is in de Vecht bij Zwolle het lijk opgevischt van den ongeveer 45-jarigen graanhandelaar G. J. H. uit Zwolle, die door een noodlottig toeval te water moet zijn ge raakt en verdronken. Zijn fiets is onder aan den dijk gevonden. Te Eindhoven is de 13-jarige knaap F. v. S., bij het baden in de Kleine Dommel onder 't gehucht Kol, verdronken. laden granaat was, die bij onverhoopt af gaan, heel wat onheil zou hebben kunnen stichten. De gevaarlijke projectiel werd on middellijk naar de politie gebracht. In de Vrijdagavond gehouden vergadering van den Raad der gemeente Sittard deelde de burgemeester mede, dat het bedrag, dat door den gearresteerden deurwaarder der gemeente-belastingen is verduisterd de som van f 3.590.60 bedraagt. Het onderzoek is thans afgeloopen. De politie te Düsseldorf heeft een Neder- landsche fabrieksdirecteur, een zijner afdee- lingschefs en een bedrijfsleider van een fa briek gearresteerd. Het drietal zou volgens de „Tel." den bij de firma dr. Schmitz Co. aldaar in dienst zijnden fabriekschef hebben overgehaald hun tegen betalingen recepten te verschaf fen voor de bereiding van verschillende chemische producten. Naar men vertelt maakt thans een Neder- landsche firma van deze recepten gebruik. Nuttigen van ijswafels de oorzaak. Te Breda en omstreken doen zich naar de Tel. verneemt, eenige gevallen van typhus voor. Naar de wethouder van Teteringen, de heer Brantjes, mededeelde, werd de besmettings haard der ziekte ontdekt door den geneeskun digen dienst te Teteringen en wel bij een pa tiëntje in een gezin dat woonde in een huis, grenzend aan het grondgebied van Breda. Dit geval werd door een viertal andere te Breda gevolgd, eveneens bij kinderen. Na een on derzoek door den Warenkeuringsdienst kon met vrij groote zekerheid worden aangetoond, dat de oorzaak moest worden gezocht in een genotmiddel, veel door kinderen gebruikt, n.l. ijswafels. Men schrijft, naar aanleiding van de mili taire relletjes te Amersfoort aan het „Hbld.": De herhalingsoefeningen van de eerste ploeg die vandaag eindigen, hebben weer geleerd hoe uiterst lastig het is om een her halingslichting geregeld aan het werk te hou den op een wijze, waardoor èn de belangen van den militairen dienst worden gediend, èn het moreel van de doorgaans al oudere manschappen op peil wordt gehouden. Vooral het laatste heeft officieren en onder officieren van 5, 16 en 21 R. I., waarvan twee lichtingen te Amersfoort voor herhalings oefeningen onder de wapenen waren, in de afgeloopen weken ongetwijfeld heel wat hoofdbrekens gekost. De geest onder de mannen was in Amers foort op zijn zachtst uitgedrukt, niet al te best. „Kankeren" is den soldaat nu eenmaal eigen maar er kan in dienst heel wat gekan kerd worden voordat de geest er in het alge meen onder begint te lijden. Het bezwaar is echter, dat de kleinste kleinigheid bij een troep-in-kankerstemming oorzaak kan wor den tot ongeregeldheden. Zoo is het ook in Amersfoort gegaan. De geest was er aanvankelijk niet slecht,'integen deel zouden wij zeggen. Er werd gekankerd op den dienst in het algemeen: speciale fei ten, waarover ontevredenheid heerschte, waren er niet. Die ontevredenheid begon na den eersten Zondag. De menschen, die met 24 uur gingen, moesten om half elf Zondag avond binnen zijn, inplaats van Maandag morgen eerste gelegenheid, zooals gewoonte is (later, toen het meerendeel der mannen al weg was, werd bekend gemaakt, dat het appel Zondagavond te 12 uur zou zijn). Heel groot was de ontevredenheid trouwens niet en de week ging voorbij zonder eenig inci dent. De dienst was zwaar, maar zeker niet te zwaar. In de afgeloopen week kwam ech ter de warmte roet in het eten gooien. Op den Maandag werd de stemming meer opgewonden na een lange en vermoeiende oefening. De parade op Koninginnedag bracht de gemoederen op kookhitte. Inplaats van een feestdag werd hetéén der zwaarste dagen van de herhalingsoefeningen. De geest van den troep, allengs al minder goed geworden, kwam beneden peil en 's avonds kwam het tot een uitbarsting, toen de militaire politie op een minder tactvolle wijze een aantal soldaten de kazerne aan den Leusderstraat- weg wilde binnenloodsen. Veel waarde dienst men overigens aan relletjes als die van Dinsdagavond j.l. in Amersfoort, niet te hechten. Het zijn een paar oproerkraaiers, die den boel aan den gang maken, om te verdwijnen als het mis gaat loopen, en goed-willende kameraden er doorgaans laten invliegen. Het relletje van Dinsdagavond intusschen was absoluut fnui kend voor het laatste restje goeden wil van den troep. Met tegenzin werd Woensdag morgen aangetreden en juist op dezen Woens dag toonde de leiding geen gelukkigen kijk op den geest van de menschen. Na een ver- mocienden marsch moest er urenlang op de moordend heete beide worden geoefend. Verschillende afdeelingen waren drie, vier uur in de brandende zon, zonder drinken. Het aantal uitvallers was niet te tellen, het ziekerapport overstelpend vol. De geest van verzet werd algemeen en 's avonds, toen naar aanleiding van een woordenwisseling met de militaire politie, een soldaat naar de meening van zijn kameraden ten onrechte werd ge arresteerd, ging men een officier te lijf, werd er zoolang gejouwd en gehoond, dat noodge dwongen de arrestant weer werdririjgelaten. Een der avonden tevoren waren eenige sol daten in een rustkamer ingebroken en hadden daar een groot aantal scherpe patronen wég- genomen. De laatste dagen waren nu de oefeningen minder zwaar en werd niet meer uitgerukt met volledige uitrusting ,een voorgenomen groote nachtelijke oefening werd afgelast en dank zij deze maatregelen eindigden deze herhalingsoefeningen zonder verdere ernstige ncidenten, hoewel hef steeds rumoerig bleef. In een woning te Middelburg, waarvan enkele weken geleden de bewoner vertrok ken is, werd door den nieuwen bewoner op den zolder een voorwerp aan een der balken hangende gevonden, dat bij nader onderzoek een granaat bleek te zijn. De vinder, die oud militair is, bemerkte spoedig, dat het een ge- In het Zusterhuis aan de Voorstraat te Dordrecht is gisteren, na een langdurige ziekte, in den ouderdom van 53 jaar over leden de ecrw .Zuster Marie Bernardo, in de wereld tnej. E. Oortmeijer, geboren te Alk maar. Zuster Bernardo was gedurende 31 jaar aan de Zusterscholen te Dordrecht als onder wijzeres werkzaam. Voor dien tijd was zij twee jaar te Groningen. Naar wij vernemen is een belangrijk, afvloeiing van het beroepskader binnen niet al te langen tijd te wachten. In hoofdzaak zou dit de onderofficieren der infanterie gelden, ferwijl ook enkele officieren in aan-1 merking zouden komen. (Msb<) De oiiicieele opening. In het Koloniaal Instituut te Amsterdam heeft Maandag de officieele opening plaats gehad van het derde Internationale Congres voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij On gelukken. Dor den Eere-voorzitter, Z. K.H. den Prims der Nederlanden, werd het Con gres geopend met een Franscbe toespraak, waarin Z. K. H. het volgende betoogde: „Ik acht mij gelukkig, dal mij de gelegen heid wordt geboden, als Eere-voorzitter van I dit Congres, mijne beste wenschen bij de opening uwer zittingen tot u te richten voor den arbeid, welken gij staat te ondernemen. Deze arbeid boezemt mij in de hoogste mate belang in, evenals alle philanlropische arbeid, die ten doel heelt de bestaansvoor waarden van bet geheele menschdom te ver beteren. Tot mijn groote voldoening consta teer ik, dat een groot aantal der meest be voegde personen op het gebied van het red dingwezen en eerste hulp bij ongelukken bij eengekomen zijn om gezamenlijk te arbeiden aan een internationaal werk, van het groot ste gewicht. Onder herhaling van mijne wenschen voor het welslagen van uwen arbeid verklaar ik het 3e Internationaal Congres voor Red dingswezen en Eerste Hulp bij Ongelukken te zijn geopend. Hierna hield de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, Prof. dr. J. R. Slote- maker de Bruine de volgende rede: Met zeer veel genoegen geef ik gevolg aan de uitnoodiging van den heer Voorzitter om bij de opening van dit congres een enkel woord te spreken. In Nederland bestaat warme belangstelling voor de zaken, welke deze dagen meer in het bijzonder Uw aandacht zullen vragen. Het reddingwezen aan onze kust is, zooals U dezer dagen zal blijken, op uitnemende wijze georganiseerd. Het drukke verkeer, dat over de groote Nederlandsche havens gaat, deed voorts van zelf uitzien naar mid delen ter voorkoming van en hulpvsrleening bij verkeersongevallen. Verder noopte de ontwikkeling van industrie en mijnwezen, alsmede tot het treffen van de noodige be- veiiigings- en reddingsmaatregelen. Ook de wenscbelijkheid van internationale samen werking wordt hier te lande sterk gevoeld. Reeds op het Eerste Internationaal Congres voor Reddingwezen in 1908 te Frankfurt a. M, gehouden, was ons land officieel ver tegenwoordigd. Z. K. H. de Prins der Ne derlanden, was Eerste Eere-Voorzitter der delegatie. Op het Tweede Internationaal Congres te Weenen in 1913 kon onze dele gatie mtdedeelen, dat het der Nederland sche Regeering aangenaam zou zijn, indien het derde Congres te Amsterdam werd ge houden, Dat deze uitnoodiging door U is aanvaard, wordt tenzeerste op prijs gesteld. Bij de hervatting van Uwe werKzaamhe- den spreek ik mijn blijdschap uit. dat zoo vele buitenlandscne Regeeringen door haar officieele vertegenwordiging aan hec welsla gen van dit congres haar hooggewaardeer- den steun hebben verleend. Namens de Ne derlandsche Regeering heet ik U, officieele gedelegeerden cn voorts allen, die hier te zamen zijn gekomen om met hunne kennis mede te werken aan een betere organisatie van den arbeid op het gebied van het red dingswezen en het verleenen van eerste hulp bij ongelukken, hartelijk welkom. Huipver- lcenen bij ramp of gevaar is ongetwijfeld een schoon werk. Het gaat hier niet slechts om afwering van financieel of economisch nadeel, het gaat veelal om het welzijn, ja dikwijls het leven van onzen medemensen. Hier is de mensch zelf, de mensch als ge heel, in geding. Hier gaat het om wat een bekend Fransch socioloog als inhoud van het geheel der sociale bemoeienis genoemd heeft ,,Le droit au Salut" en waarin de be moeienis met de lichamelijke zijde des le vens van zoo groote beteekenis. De arbeid, die door de op dit congres vertegenwoordig de organisaties, zoowel afzonderlijk als in internationaal verband, daartoe wordt ver richt, verdient grooielijks waardeering. Bij het inzien van werkprogram treft het, hoe uitgestrekt het terrein uwer bemoeiin gen is. Gevaren dreigen overal: in de lucht, op het land, op het water en onder den grond, bij industrieelen en anderen arbeid, maar ook bij sport cn ontspanning. Bij het luchtverkeer dreigen weer andere gevaren dan bij het spoorweg- en automobiel-ver keer, in het gebergte andere gevaren dan aan de kust of op het water, in de huishou ding andere gevaren dan in het bedrijfsle ven Dit brengt mede, dat ook aar. de or ganisatie van het reddingwezen en het ver leenen van eerste hulp bij ongelukken voor elk dezer gebieden geheel verschillende ciscben moeten worden gesteld. Eischen. die alleen door hen, die deskundig zijn op het bepaalde gebied, voldoende kunnen worden overzien en beoordeeld. Met het oog hierop worden de werkzaamheden van uw congres verdeeld over niet minder dan elf afdeelingen. Het houden van Congressen als het uwe, acht ik in hooge mate nuttig. Brengt de voortschrijdende techniek wijziging in ar- beidsmethoden, werktuigen of vervoermid delen, dan wordt ook de aard der gevaren vaak anders. De organisatie van het red dingwezen cn het verleenen van eerste hulp bij ongelukken moet zich dan opnieuw aan de gewijzigde omstandigheden aanpassen Doch ook afgezien hiervan blijft het een voortdurende taak om, gebruik makende van de resultaten van den vooruitgang van wetenschap en techniek, te streven naar perfectioneering van de voor hulpverleening aan te wenden middelen en methoden. Hiervoor i snoodig, op geregelde tijden sa- men tc komen voor uitwisseling van gedach ten, tentoonstelling van nieuwe vindingen, demonstraties e.d Daardoor wordt weder zijds het inzicht verhelderd, de lust om voort te arbeiden versterkt. Het werken in internationaal verband kan voorts bevorder lijk zijn aan een meer algemeene toepassing van beveiligingsmaatregelen en methoden van hulpverleening, hetgeen bijv. voor het internationaal verkeer van belang kan zijn. Moge dit congres zich op waardige zijde aansluiten bij zijn voorgangers en van uw arbeid voor de menschheid het nut worden verkregen dat door velen en ook door mij daarvan wordt gehoopt. (Wordt vervolgd.) Het „Vad." verneemt uit Genève Met stelligheid verluidt in Genève, dat bij de a.s. raadsverkiezing Zweden zich niet voor een herbenoeming candidaat zal stellen. De kans van Nederland om een raadszetel te verkrijgen stijgt hierdoor, Ofschoon altijd mogelijk blijft, dat Zweden, ofschoon geen candidaat, toch herkozen wordt, en dan nog een herbenoeming aanneemt. rV. Kan men van een bloemistknecht, die zich per week verhuurd heeft en die j.l. Maandagmiddag plotseling zonder re den hel werf verlaten heeft, schadever- gocd:ng eischen en zoo ja. hoeveel en op welke wijze? Zijn loon bedroeg j(j per week An'.w, «ja, u hebt recht cd vergoeding van de werkelijk geleden schade. Wendt u daarvoor tot eer rechtskundige ol tul de griffie van het kantongerecht. Vr, Hoe kan men spiegelglas, waarin het weer is gekomen weer herstellen? Wat is hiervoor noodig? Antw. Het kwikzilver aan den achter kant is aangetast en moet nu vernieuwd worden. Voor een dergelijk werkje is het beter het door een vakman te later, ver richten. Vr. Bij wien moet ik mij vervoegen om een betrekking te krijgen als aankomend tweede bediende banketbakker-kok in Nederl. Ocst-ïndië? Antw. Wend u tot het informatie-bureau der vereeniging „Oost en West" Hcul- straal 17, 's Gravenhage. Vr. Kunt u mij ook zeggen of er te Haar lem een banketbakkersschool is voor avond-cursus. Welke maand van het jaar begint deze? Zoo ja, wat zou dit kosten? Antw. Te Haarlem is een dergelijke school niet gevestigd. Wend u echter eens tot de Ambachtsschool te Amsterdam. Vr. Kunt u mij ook zeggen waar het be stuur van de bouwvereeniging „Ons Be lang" is gevestigd? Antw. Architect is de heer F. L. Oos tenbroek, Koninginneweg 32. Vr.: Hoe moet men pruimen op brande wijn of vruchtenwijn inmaken? Antw.: In een pan doet men een kopje water en een kopje brandewijn of vruchten wijn. Bedek den bodem van dc pan met ge- wasschen pruimen. Wanneer het velletje der pruimen loslaat, moet men de pruimen er uithalen en ze door nieuwe vervangen, zoo lang tot alle pruimen behandled zijn. Men vult vervolgens de flesscben met pruimen en giet er brandewijn bij, terwijl men er naar smaak klontjes suiker bij voegt. Naar „Onze Tuinen" meldt zal het echt paar Jurrissen-Rietveld op 13 September a.s. den dag van hun 60-jarige bruiloft herdenken. De jubilaris J. J. Jurrissen is de bekende Naardensche kweeker, een der mannen, zegt het blad, waarop de boomkwëekersstand trotsch kan zijn, altijd vol belangstelling voor alles wat het tuinvak in het algemeen en zijn organisatie betrof. Niettegenstaande zijn bijna 87 jaren, was hij nog op de laatstge houden vergadering der Vaste Keurings commissie aanwezig en genoot hij van de ingezonden bloemen en planten. De firma Jurissen is sedert 1785 steeds van vader op zoon overgegaan; vijf generaties hebben er aan gewerkt en van 1870 tot 1904 heeft de jubilaris zijn kweekerijen belangrijk uitge breid. De heer Jurissen is steeds een van beweeg- lijkste tuinbouwers geweest. Hij reisde vaak in het buitenland en deed voor den tuinbouw veel, door het mede-organiseeren van ten toonstellingen en het inzenden daarop. In 1905 werden zijn verdiensten officieel er kend en ontving hij de Oranje-Nassau- riddersorde, terwijl ook het officierskruis van de Mérite agricole de France hem siert. Sedert 1S971 is de heer Jurrissen regent van het Burgerweeshuis te Naarden, waar van vijftien jaren voorzitter van het college van regenten. In 1921 vierde hij als zoodanig zijn 50-jarig jubileum, waarbij de gemeente hem zijn portret vereerde, dat thans in de Regentenzaal hangt. Hij was ook dertig jaren lid van den Naardenschen gemeenteraad (van 1879—1909). DE „CAP POLONIO" Groote belangstelling voor dit zeekasteel. Talrijk waren de bezoekers, die Zater dagmiddag op invitatie van de firma Wam- bersio en Zoon, een kijkje hebben genomen op het zeekasteel van de „Hamburg-Suda- morikanische Dampffschiffahtrs - Gesell- scbaft" de „Cap Polonio". In eene lange file hebben zij staan wach ten om tot het 20.000 ton groote schip te kunnen worden toegelaten. En er was een en al bewondering voor hetgeen hier de techniek heeft tot stand gebracht. Het schip is ruim 200 Meter lang en meer dan 20 meter breed. De 1ste klasse eet-saion vertoont veel gelijkenis met een restaura tiezaal in een 1ste klasse hotel. Op het schip zijn vervolgens een dans zaal, een wintertuin een rooksalon en een zwembassin. De hutten, vooral dc smaakvol ingerichte luxe-hutten, zijn zoo ruim als een slaapka mer van een moderne middenstandswoning. De inrichting van het schip maakt overal door zijn buitengewonen omvang speciaal nog door zijn ruime zalen, breede gangen en groote hutten, een geweldigen indruk. Dat de 400 passagiers die met dit schip een toeristenreis van drie maanden hebben gemaakt, geen oogenblik in verveling heb ben doorgebracht, zal ieder, die het voor recht heeft mogen genieten dit reuzenschip te bezichtigen gaarne erkennen. De „Cap Polonio" is slechts 24 uren in Amsterdam gebleven. Zondagmorgen is het schip onder groote belangstelling van het publiek op de IJ-oevers, naar Hamburg vertrokken. TER AAR, 3 September. Veilingsbericht van de R. K. Tuindersvereeniging ,,St. Pho- cas". 1684 zakken snij'boonen I 3 ct., 273 zkn. id. II 3 ct., 1219 zkn. id. mooi 19 ct., 156 zkn. id. stek 3 ct., 260 zkn. prins.b. z. dr. I 55 ct., id. id. II 20 ct„ id. dik 25 ct., id. extra z. dr. 1.22, 79 zkn. w. pronkb. 30 ct., id. dubb. st. pr. 23 ct., 60 zkn. spek- boonen 19 ct„ 54 zkn. extra snijboonen 1.22, per 10 k.g.; 66 manden fijn I 5.15, 14 mnd. A. 2.90 15 mnd. mooi f 6.io, 119 mnd. F. B. I 2.80, 3 mnd. id. II 1.60, 283 mnd. Bast. I 1.75, id. II 75 ct., 1025 mnd. grof I 1.10, 9 mnd. g. grof 25 ct., 797 mnd. stippel 10 ct., 33 mnd. fijn stippel 35 ct., 386 mnd. K. K. 55 ct., gele k. k, 2 ct., per 25 k.g. MEDEMBL1K, 4 Sept. 1926. R.-K. Marktvereeniging „St. Jozef." Aard appelen: Groote Muizen 1.952.25. Kleine Muizen 1.552.45. Groote Witje 1.60 1.80 per halve H.L. Kool: Bloemkool 0.708.60 per 100 stuks. PURMEREND, 4 Sept. 1926. „Afslrg vereeniging Bcemsfer, Purmerend en streken." 21924 manden Augurken: Middel 0.51—0.60; Basterd f 0.54—0.95; Grof Fijn 1.75—1.85; Stek 0.05—0.07; Bommen 0.20 per mand van 6 BEN HUR. Vijfentwintig millioen gulden is geen klein beetje en als er iemand wordt gevonden, die een film maakt, welke, om zijn maker ten minste een behoorlijke winst op bet er in ge stoken kapitaal te verzekeren, aan huur dat bedrag moet opbrengen, dan mag men ver onderstellen, dat zoo n film iets bizonders is. Zoon film is Ben Hur, door de Metro- Goldwyn vervaardigd, naar den beroemden roman van dien naam, van den Amerikaan Lew Wallis, In Amerika gaat alles in het groot, dat weten we nu eenmaal, óók het kosten-maken, maar dat er, zooals hier is geschied, dric-en- een-half miljoen gulden aan reclame word! uitgegeven vcor één enkele film, is zelfs voor Amerika iets buitengewoons. Al is dat dan ook een film die een kleine vijfentwintig mil joen gekost heeft en waarin scènes voorko men, waaraan dertig duizend menschen als figuranten hebben meegewerkt. Alleen maar als figuranten, jawel, maar dat beteekende dan toch maar, dat er voor die cene scène dertig duizend kostuums moesten vervaardigd worden zooals de menschen die in het oude Romeinsche rijk droegen. En al die dertig duizend menschen moesten samen de toeschouwers voorstellen bij de wagenren nen in het Amphitheater te Antiochië. Dat Amphitheater moest dus ook gebouwd wor den en als men dat alles bedenkt, dan trekt men niet meer zoo'n heel ongeloovig gezicht, als er, het zij dan misschien met een beetje Amerikaansche overdrijving, verteld wordt, dat deze ééne scène één-en-een-kwart miljoen gulden gekost heeft. m Ben Hur speelt in Jeruzalem onder de Romeinsche overheersching, ten tijde van Christus. Juda Ben Hur is een Joodsche prins, die zich tot ideaal heeft gesteld Palestina te bevrijden van het juk der Romeinen. Bij den intocht van een Romeinschen legeraanvoer der in Jeruzalem, wordt deze door een val lenden steen getroffen en op getuigenis van Messala, een Romein, vroeger Juda's vriend, thans zijn verbitterdsten vijand, wordt Ben Hur van een aanslag op den legeraanvoerder beticht, en naar de galeien gezonden. Drie jaren werkt hij daar als slaaf en alleen zijn wil om zich op zijn vijand te wreken geeft hem de kracht het in die afschuwelijke om geving zoolang vol te houden. Dan komt zijn 'bevrijding. Bij een zeegevecht redt hij den Romeinschen bevelhebber der vloot Quintus Arrius, die hem uit dankbaarheid als zoon aanneemt. In Rome is hij, als Arrius de Jongere al spoedig bekend als een voortreffelijk athleet en wagenmenner. Hij wil echter weer van Rome weg, hij wil naar Palestina, om zijn moeder en zijn zuster, indertijd gelijk met hem gevangen genomen, te zoeken. Door al lerlei wederwaardigheden treedt hij in An tiochië in het reusachtige Amphitheater als wagenmenner op tegen Messala, den bewer ker van zijn endergang. Ben Hur wint, Mes sala werdt door zijn eigen wagen verplet terd. Tenslotte vindt Ben Hur zijn moeder en zijn zuster in Jerusalem terug op het oogenblik, dat beiden door Christus van haar melaatsch- heid zijn genezen. v En nu over het technische gedeelte van deze geweldige film. Zooals men uit het slot der boven gegeven beschrijving ziet, komt ook de Christus-figuur in de film voor; niet alleen in deze scène, maar herhaalde malen. En nu vind ik daarvan wel het allermooiste, cat men geen enkele maal die Christus-fi guur werkelijk \ziet dat zij telkens alleen mooi wordt aangeduid maar zóó, dat men toch de aanwezigheid voelt, dat de indruk zuiverder, verhevener is, dun wanneer men daar een mensch zou zien, die poogde de Goddelijke figuur van den Zaligmaker weer te geven en daarin natuurlijk faalde. Maar behalve deze op zoo uiterst kieschc wijze opgeloste mMilijkheid, waren er in deze reusachtige iilnfhet eerste deel duurt anderhalf uur aan één stuk, het tweede deel veertig minuten nog heel wat meer cp te lossen en de staaltjes van massa-regie hier te zien gegeven behooren tot het knap ste wat cp dit gebied ooit is vertoond. Een zeeslag tusschen een vloot Romeinsche oorloggaleien en zeeroovers, die tevens gele genheid geeft het erbarmelijke bestaan de: galeislaven in al zijn afgrijselijkheid in beeld te brengen, is een meesterstuk van filmkunst. Men ziet de vijandelijke schepen elkaar ram-, men en openrijten en in de diepte wegzin ken, terwijl honderden opvarenden in zee storten; men ziet daar de weinig scrupuleuze strijdwijze der zeeroovers, die manden, met giftige slangen gevuld, op de Romeinsche schepen werpen, om hun vijanden te verder ven, met ziet den verwoeden strijd van man tegen man.... en men vraagt zich met ver bazing af, hoe het mogelijk is een zóó rea listische beeld t geven van de werkelijkheid, zonder daarbij ernstig gevaar te loopen, dat ongelukken er het gevolg van zijn Maar dit zeegevecht blijkt nog niets te zijn bij de in den aanvang reeds genoemde wa genrennen. De scène is zeker wel de mach tigste, de overweldigendste, ooit door een. film in elkaar gezet. In het machtige Amphitheater, dat met een 30.000-koppige, geestdriftige menigte is ge vuld, komen ze aanstormen, de vurige vier spannen, die elkaar de zege zullen betwis ten. In woesten ren schieten de wagens voorbij, elkaar inhalend of elkaar don weg versperrend om het voorbijrennen te voorko men. Dit laatste is echter een gevaarlijk spel letje en meermalen ziet men twee wagens in vollen ren met elkaar in botsing komen en versplinterd neerstorten; wagens, paarden en. menners, alles door elkaar. Hoofdzaak is na tuurlijk de strijd tusschen Ben Hur en Mes sala, welke laatste tot de vertwijfeldste da den zijn toevlucht neemt. Zoo ziet men hem opzettelijk een naast hem rijdenden Griek tegen den grond rijden, in de hoop, dat do vlak achter dezen aanstormenden Ben Hur zijn wagen op den versplinterden wagen van den Griek zal te pletter loopen. Maar Ben Hur weet nog juist uit te wijken en dan be gint de spannende strijd tusschen Ben Hur en Messala. Geruim en tijd gaan zij gelijk op, naast elkaar, tot ten slotte Messala, woedend, alle zelfbeheersching verliest en zijn tegen stander met zijn zweep ranselt. Dat wordt echter zijn ongeluk. Ben Hur blijft kalm, grijpt de zweep en rukt dien Messala uit dc hand. Daardoor naderen de beide wagens el kaar, de wielen haken in elkaar en terwijl Ben Hur vooruitstormt, het wiel van den anderen wagen meesleurend, stort Messala neer, om dood onder zijn versplinterden wa gen te worden weggehaald. Natuurlijk moest Ben Hur winnen, dat wist men vooruit, het verhaal zou anders het ver haal niet zijn. Maar toch trilt heel de zaal vaa spanning bij dezen geweldigen wedstrijd tus schen de beide tegenstanders. Filmacteurs worden goed betaald, maar heusch, ze moeten er dan ook soms wat voor doen! Ik heb reeds gezegd, dat door het verhaal heen ook het leven van Christus voor de geboorte van den Heiland tot aan Zijn kruis dood geweven is. Dit is echter op zóó voortreffelijke, op zoo uiterst kieschc wijze gedaan, dat elke gedachte aan profanatie verre blijft en integendeel verschillende mo menten van groote stichtende werking zijn. Schitterend is bijvoorbeeld de aanbidding der drie koningen en der herders, waarvoor een kleurenfilm is gebruikt, zoodat dit ge deelte en ook nog enkele andere in de natuurlijke kleuren wordt weergegeven. En zoo is er meer, dat hoewel niet ia rechtstreeks verband met 't verhaal staande, toch met zoo groote zorg is behandeld, dat het geworden is tot iets subliems, iets verhe vens, iets grootsch, dat den toeschouwer treft en sticht. Ik heb de film waarin Ramon Novarro da rol van Juda Ben Hur vervult, gezien in het City Theater te 's-Gravenhage, waar zij voor genoodigden werd vertoond het zal echter nog wel eenige weken duren, alvorens zij het publiek zal worden te zien gegeven. ARTHUR TERVOOREN. Hevige stormen hebben Vrijdagnacht boven het Zuiden van Frankrijk gewoed, en door den bliksem en overstroomingen is veel schade aangericht In het dorp Grand-Naves in Savoye werdeft ongeveer twintig huizen door den bliksem getrofen; de woningen brandden geheel af. Hondervijftien personen werden hierdoor dakloos. Door den bliksem werden twee personen getroffen; een hunner was op slag dood, de ander werd zwaar ge wond. Een visscher aan boord van een treiler, die naar de haven van Marseille terugkeerde, werd eveneens door den bliksem getroffen, hij kreeg ernstige brandwonden. In de streek van Mimes moest de wijn oogst ondrebroken worden en werd veel schade in de wijngaarden aangericht. In hei 'departement Gard zijn veel huizen ondei water geloopen, terwijl de bruggen door het overstroomende water niet meer voor het verkeer bruikbaar zijn. In de Haute Garonne, Tarn ct Garonne en Lot et Garonne zijn de wegen versperd door omgevallen hoornen en telegraafpalen. De oogst had veel te lijden. Bij Koninklijk decreet zijn alle artillerie officieren, met uitzondering van de in Ma rokko vertoevende officieren, uit het legei verwijderd en is hun het dragen der uniforn. verboden. Al hun ondergeschikten worden ontslagen van den plicht, de bevelen der be treffende officieren op te volgen en hut» wordt het recht verleend, de officieren te arresteeren, die hen daartoe zouden willen dwingen. De vaandelwacht in de kazernes is door reserve-officieren overgenomen. Alle voor de artillerie werkende fabrieken wor den onder controle der arbeiders gesteld, zulks onder bevel van een officier. De artil lerie-academie moet alle cadetten ontslaan en alle lichtingen, evenals de officieren-leei- aren vallen onder de algemeene bepalingen. Over geheel Spanje is de verscherpte staal van beleg afgekondigd. Elk verzet wordt be schouwd als een weigering der gehoorzaam heid voor den vijand. Hetzelfde geldt ten aanzien van dengenen, die weigeren aan de legeering bij het overwinnen der moeilijkhe den hun steun te verleenen. Het betreffende decreet is door den ko ning, die reeds op weg is naar Madrid, gis terennacht om 1 uur te San S»l»-\stiaan on- derteekencL Zaterdagmorgen is door een typhoon de trein van *1 okio naar Nagoya bij Hamamat- soe omgeslagen, ten gevolge waarvan 50 per sonen werden gedood of gewond. Terzelf- dertijd werd te Hamamatsoe het dak van een school geslagen. Men verwachtte, dat de typhoon Zaterdagmiddag Tokio zou he reiken. Omtrent de typhoon te Tokio wordt no( gemeld, dat aldaar veel houten gebouwen zijn omgewaaid, o,a. een school, doch dat niemand gewond werd. In geheel Oost-Japan zijn echter honder den huizen verwoest en werd zoo groote schade aangericht aan den rijstoogst, dat men een stijging der prijzen verwacht. Te Oeraba werden 37 huizen vernield, waarbij vijf personen om het leven kwamen. De straten te Tokio zijn bijna geheel ver laten en alle winkels hebben de blinden voor hun ramen. Het electrisch licht is af gesloten en de kaarsverlichting in de huizen levert een eigenaardigen aanblik op. Drie uur lang reden er geen trams en lokaaltrèi- nen. Van drie stations zijn de daken geheel afgewaaid, o.m. van het station te Yoko hama; de schepen in de haven dier stad moesten het vertrek uitstellen. De Zweedsche kroonprins en kroonprin ses, die een bezoek brachten kan Tsjoezeni, teneinde deel te nemen aan de zeilwedstrij den aldaar, moesten hun plan opgeven. De typhoon belette natuurlijk het doorgaan der wedstrijden. De hooge gasten keerden per riksja naar Nikko terug, daar het vervoer per auto over de met hoornen bezaaide we gen te gevaarlijk was. In het vliegkamp van Akenogohara nabij Nagoya, zijn veertig vliegtuigen zwaar be schadigd en enkele zelfs geheel vernield. Te Toyohasje is een school ingestort me!) het noodlottig gevolg, dat twaalf kinderen gedood en twintig zwaar gewond werden Hier zijn 300 huizen overstroomd. Te Hamantsoe is een confectie-fabrieV verwoest. Acht arbeiders gedood, vijf en twintig gewond. Te Tosjigi zijn 40 huizen verwoest, waar onder ook het politie-bureau. Drie agenten en verscheidene andere personen ernstig ge wond. Te Kawasohi bij Yokohama zijn twee lichters omgeslagen. Vijftien der opvarenden zijn verdronken. Volgens de laatste berichten zijn bij het spoorwegongeluk bij Mamamatsoe slechts enkele reizigers niet ernstig gewond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 8