ALLES EN VAN OVERAL
Nieuwe Haarlemsche Courant
AAN ONZE LEZERS
Het optreden der politie
te Tie!.
Zonderlinge toestand bij den
Woningdienst te Utrecht.
Op last der gemeente een jaar niets
gedaan.
Verdronken.
De fraude in de belasting-
oohieren te Sittard.
Een Ned. Fabrieksdirecteur
in Duiischland gearresteerd.
Typhusgevallen te Breda
en omstreken.
De ongeregeldheden hij de
herhalingsoefeningen
te Amersfoort.
KERK EN SCHOOL.
Een gevaarlijke vondst.
Eerw. Zuster Bernardo, f
LEGER EN VLOOT.
Afvloeiing?
BINNENLANDSCH NIEUWS
Het 3de Internationaal Congres
voor Reddingswezen
en Eerste Hulp bij Ongelukken.
Nederland lid van den
V olkenbondsraad
YRAGENBUS.
LANDBOUW EN VISSCHERIJ
Een zeldzaam jubileum.
AMSTERDAMSCH NIEUWS.
MARKTNIEUWS.
Spoort al Uw kennissen aan
hun vraag- en aanbod-adver
tenties te plaatsen in onze eigen
Hevige stormen in
Zuid-Frankrijk.
Gespannen toestand in Spanje.
Slaat van beleg afgekondigd.
Hevige typhoon teistert Japan.
In de eerste dagen van Augustus hebben
zich te Tiel in verband met de staking aan
de azijnfabriek ongeregeldheden voorge
daan, waarbij de politie, versterkt door rijks
veldwachters, van haar wapens gebruik
maakte. In de raadszitting van 10 Augustus
hebben enkele raadsleden dit optreden der
politie aan critiek onderworpen. In de vol
gende raadszitting zal dit onderwerp weer
aan de orde komen. De burgemeester, mr.
C. G. Schattenkerk, heeft nu een brief tot
den Raad gericht, waarin hij als zijn oor
deel uitspreekt, dat de politie niet de blaam
treft, door sommige raadsleden op haar j
gelegd. Tegenover de woorden van afkeu
ring, in de raadsvergadering van 10 Aug.
geuit, meent de burgemeester een woord
van waardcering te mogen brengen aan de
politie voor de wijze, waarop zij in moeilijke
omstandigheden haar plicht heeft vervuld.
Te Utrecht heeft Woensdag j.l. een ge
meente-ambtenaar een zeer merkwaardig
jubileum gevierd. De Tel. geeft er het vol
gende relaas van De man herdacht nl.
overigens zonder eenig feestvertoon of be
langstelling van de zijde van het gemeente
bestuur dat hem een jaar geleden door de
gemeente was opgedragenniets te doen,
tegen een tegemoetkoming van ruim vijf
mille, zijnde het bedrag, dat deze ambtenaar
genoot, toen hij zijn beste krachten aan de
gemeente wijdde.
Of hier sprake is van den eersten gegadigde
van een door de gemeente Utrecht te stich
ten instituut van goed gesalarieerde niets
doeners is ons onbekend gebleven. Het was
echter Utrechts burgemeester, dr. J. P.
Fockema-Andreae, die ons de aan den aanhef
genoemde gebeurtenissen bevestigde.
De man, die nu al een jaar tot niets doen
veroordeeld is. is de heer C. J. de Haas,
gemeente-architect 2e klasse.
Deze kwam, aldus onze bij den betrok
kene zelf ingewonnen informaties, in 1914
als technisch ambtenaar naar Utrecht.
In 1916 werd hem verzocht de functie van
chef van het bouwbureau der Jaarbeurs te
aanvaarden, welke uitnoodiging de heer De
Haas accepteerde. Hoewel zonder salaris be
hield hij zijn dienstverband met de gemeente.
In 1921 werd hij echter door de inmiddels
afgetreden wethouder Van Dijk als technisch
adviseur naast zich geroepen. Op den lsten
Juni van dat jaar werd de heer De Haas, zoo
wel technisch als administratief belast met de
leiding van den woningbouw aan het z.g.
„Ondiep." Langzamerhand werd die leiding
uitgebreid over den geheelen gemeentelijken
en particulieren woningbouw. Zooals de heer
De Haas ons op een desbetreffende vraag
antwoordde behield hij, ondergeschikt aan
den directeur, zijn zelfstandige positie tot 1
Jan. 1924. Hij was toen ook reeds bevor
derd tot architect 2e klasse.
In Sept. 1924 werd de leiding van den
Bouw- en Woningdienst uitgebreid met een
ingenieur, die benoemd werd tot architect
le kl. met een salaris van f 4800.
Den 15den Juli 1925 kreeg de heer De
Haas zes weken vacantie onder voorwaarde
echter, dat hij iedere week één dag moest
lerugkomen om de zaken van zijn afdeeling
te behartigen. Een en ander geschiedde op
verzoek van den directeur, met goedkeuring
van B. en W.
Toen de heer De Haas terugkeerde, trof
hem iets buitengewoon onaangenaams.
Zonder zijn voorkennis had men zijn uit
circa 50 man bestaand personeel elders onder
gebracht.
Vanzelfsprekend ging de heer De Haas
naar zijn directeur, ten einde dezen ophel
dering van dit vreemde geval te vragen.
Wat hij toen te hooren kreeg? Dat de
directeur van den Bouw- en Woningdienst
te zwaar belast was, dat De Haas, omdat
hij zoo'n bekwaam vakman was, overal werk
zou kunnen vinden, ergo: dat hij maar
gauw moest zien wat anders te krijgen,
daar hij hier niet meer noodig was. De
directeur noemde als reden van dit optreden,
dat de heer De Haas te veel initiatief en te
veel energie bezat.
Het stond dus als een paal boven water,
dat de heer De Haas kon vertrekken.
„Neen, redeneerde deze, „dat zal niet
zonder meer gebeuren. Er zit niets anders
op dan te blijven."
Best, oordeelde de gemeente, als je dan
niet weg wilt, meneer De Haas, welnu
dan blijft ge. Bij deze gemeentelijke over
peinzing bleef het niet. Iemand die niet weg
wil, moet ergens zitten.
Als logische consequentie hiervan werd de
heer De Haas toen in de Damstraat, waar de
Woningdienst gevestigd is, een kamer aange
wezen, waar hij van September 1925 tot
Maart 1926 geen enkele opdracht heeft ont
vangen.
Hij zat dus, tegen wil en dank, a raison van
f 5600niet te doen.
In dit verband wenschen wij te vermelden,
wat de burgemeester ons hieromtrent mede
deelde, n.l. dat de heer De Haas opdracht
had het litterair archief bij te werken
Eenigen tijd terug is de heer De Haas on
gesteld geworden en werd hem, op dokters
advies, buitengewoon verlof verleend met
behoud van salaris.
De juiste motieven van de tegen den heer
De Haas aangenomen houding zijn hem vol
komen duister gebleven.
Maanden geleden werd reeds, onder voor
zitterschap van den burgemeester, een com
missie van onderzoek ingesteld, die nog niet
■net haar rapport gereed is.
Hangende dit onderzoek wenschte de bur
gemeester zich liever niet over deze zaak uit
te laten. Wel deelde dr. Fockema Andreae
mis mede, dat, in verband met gewijzigde
■verkzaamhedin op de afd. van den heer De
Haas, diens positie overbodig is geworden.
Ten slotte vernemen wij nog, dat de be
trokken gemeente-architect als eisch blijft
stellen, dat men hem zijn oude plaats bij den
Woningdienst weer teruggeeft.
Vrijdagavond is in de Vecht bij Zwolle het
lijk opgevischt van den ongeveer 45-jarigen
graanhandelaar G. J. H. uit Zwolle, die door
een noodlottig toeval te water moet zijn ge
raakt en verdronken. Zijn fiets is onder aan
den dijk gevonden.
Te Eindhoven is de 13-jarige knaap
F. v. S., bij het baden in de Kleine Dommel
onder 't gehucht Kol, verdronken.
laden granaat was, die bij onverhoopt af
gaan, heel wat onheil zou hebben kunnen
stichten. De gevaarlijke projectiel werd on
middellijk naar de politie gebracht.
In de Vrijdagavond gehouden vergadering
van den Raad der gemeente Sittard deelde
de burgemeester mede, dat het bedrag, dat
door den gearresteerden deurwaarder der
gemeente-belastingen is verduisterd de som
van f 3.590.60 bedraagt. Het onderzoek is
thans afgeloopen.
De politie te Düsseldorf heeft een Neder-
landsche fabrieksdirecteur, een zijner afdee-
lingschefs en een bedrijfsleider van een fa
briek gearresteerd.
Het drietal zou volgens de „Tel." den bij
de firma dr. Schmitz Co. aldaar in dienst
zijnden fabriekschef hebben overgehaald
hun tegen betalingen recepten te verschaf
fen voor de bereiding van verschillende
chemische producten.
Naar men vertelt maakt thans een Neder-
landsche firma van deze recepten gebruik.
Nuttigen van ijswafels de oorzaak.
Te Breda en omstreken doen zich naar de
Tel. verneemt, eenige gevallen van typhus
voor.
Naar de wethouder van Teteringen, de heer
Brantjes, mededeelde, werd de besmettings
haard der ziekte ontdekt door den geneeskun
digen dienst te Teteringen en wel bij een pa
tiëntje in een gezin dat woonde in een huis,
grenzend aan het grondgebied van Breda. Dit
geval werd door een viertal andere te Breda
gevolgd, eveneens bij kinderen. Na een on
derzoek door den Warenkeuringsdienst kon
met vrij groote zekerheid worden aangetoond,
dat de oorzaak moest worden gezocht in een
genotmiddel, veel door kinderen gebruikt, n.l.
ijswafels.
Men schrijft, naar aanleiding van de mili
taire relletjes te Amersfoort aan het „Hbld.":
De herhalingsoefeningen van de eerste
ploeg die vandaag eindigen, hebben weer
geleerd hoe uiterst lastig het is om een her
halingslichting geregeld aan het werk te hou
den op een wijze, waardoor èn de belangen
van den militairen dienst worden gediend,
èn het moreel van de doorgaans al oudere
manschappen op peil wordt gehouden.
Vooral het laatste heeft officieren en onder
officieren van 5, 16 en 21 R. I., waarvan twee
lichtingen te Amersfoort voor herhalings
oefeningen onder de wapenen waren, in de
afgeloopen weken ongetwijfeld heel wat
hoofdbrekens gekost.
De geest onder de mannen was in Amers
foort op zijn zachtst uitgedrukt, niet al te
best. „Kankeren" is den soldaat nu eenmaal
eigen maar er kan in dienst heel wat gekan
kerd worden voordat de geest er in het alge
meen onder begint te lijden. Het bezwaar
is echter, dat de kleinste kleinigheid bij een
troep-in-kankerstemming oorzaak kan wor
den tot ongeregeldheden.
Zoo is het ook in Amersfoort gegaan. De
geest was er aanvankelijk niet slecht,'integen
deel zouden wij zeggen. Er werd gekankerd
op den dienst in het algemeen: speciale fei
ten, waarover ontevredenheid heerschte,
waren er niet. Die ontevredenheid begon na
den eersten Zondag. De menschen, die met
24 uur gingen, moesten om half elf Zondag
avond binnen zijn, inplaats van Maandag
morgen eerste gelegenheid, zooals gewoonte
is (later, toen het meerendeel der mannen
al weg was, werd bekend gemaakt, dat het
appel Zondagavond te 12 uur zou zijn). Heel
groot was de ontevredenheid trouwens niet
en de week ging voorbij zonder eenig inci
dent. De dienst was zwaar, maar zeker niet
te zwaar. In de afgeloopen week kwam ech
ter de warmte roet in het eten gooien. Op
den Maandag werd de stemming meer
opgewonden na een lange en vermoeiende
oefening. De parade op Koninginnedag bracht
de gemoederen op kookhitte. Inplaats van
een feestdag werd hetéén der zwaarste dagen
van de herhalingsoefeningen. De geest van
den troep, allengs al minder goed geworden,
kwam beneden peil en 's avonds kwam het
tot een uitbarsting, toen de militaire politie
op een minder tactvolle wijze een aantal
soldaten de kazerne aan den Leusderstraat-
weg wilde binnenloodsen.
Veel waarde dienst men overigens aan
relletjes als die van Dinsdagavond j.l. in
Amersfoort, niet te hechten. Het zijn een
paar oproerkraaiers, die den boel aan den
gang maken, om te verdwijnen als het mis
gaat loopen, en goed-willende kameraden
er doorgaans laten invliegen. Het relletje van
Dinsdagavond intusschen was absoluut fnui
kend voor het laatste restje goeden wil van
den troep. Met tegenzin werd Woensdag
morgen aangetreden en juist op dezen Woens
dag toonde de leiding geen gelukkigen kijk
op den geest van de menschen. Na een ver-
mocienden marsch moest er urenlang op de
moordend heete beide worden geoefend.
Verschillende afdeelingen waren drie, vier
uur in de brandende zon, zonder drinken.
Het aantal uitvallers was niet te tellen, het
ziekerapport overstelpend vol. De geest van
verzet werd algemeen en 's avonds, toen naar
aanleiding van een woordenwisseling met de
militaire politie, een soldaat naar de meening
van zijn kameraden ten onrechte werd ge
arresteerd, ging men een officier te lijf, werd
er zoolang gejouwd en gehoond, dat noodge
dwongen de arrestant weer werdririjgelaten.
Een der avonden tevoren waren eenige sol
daten in een rustkamer ingebroken en hadden
daar een groot aantal scherpe patronen wég-
genomen.
De laatste dagen waren nu de oefeningen
minder zwaar en werd niet meer uitgerukt
met volledige uitrusting ,een voorgenomen
groote nachtelijke oefening werd afgelast en
dank zij deze maatregelen eindigden deze
herhalingsoefeningen zonder verdere ernstige
ncidenten, hoewel hef steeds rumoerig bleef.
In een woning te Middelburg, waarvan
enkele weken geleden de bewoner vertrok
ken is, werd door den nieuwen bewoner op
den zolder een voorwerp aan een der balken
hangende gevonden, dat bij nader onderzoek
een granaat bleek te zijn. De vinder, die oud
militair is, bemerkte spoedig, dat het een ge-
In het Zusterhuis aan de Voorstraat te
Dordrecht is gisteren, na een langdurige
ziekte, in den ouderdom van 53 jaar over
leden de ecrw .Zuster Marie Bernardo, in de
wereld tnej. E. Oortmeijer, geboren te Alk
maar.
Zuster Bernardo was gedurende 31 jaar
aan de Zusterscholen te Dordrecht als onder
wijzeres werkzaam. Voor dien tijd was zij
twee jaar te Groningen.
Naar wij vernemen is een belangrijk,
afvloeiing van het beroepskader binnen niet
al te langen tijd te wachten. In hoofdzaak
zou dit de onderofficieren der infanterie
gelden, ferwijl ook enkele officieren in aan-1
merking zouden komen. (Msb<)
De oiiicieele opening.
In het Koloniaal Instituut te Amsterdam
heeft Maandag de officieele opening plaats
gehad van het derde Internationale Congres
voor Reddingwezen en Eerste Hulp bij On
gelukken. Dor den Eere-voorzitter, Z. K.H.
den Prims der Nederlanden, werd het Con
gres geopend met een Franscbe toespraak,
waarin Z. K. H. het volgende betoogde:
„Ik acht mij gelukkig, dal mij de gelegen
heid wordt geboden, als Eere-voorzitter van I
dit Congres, mijne beste wenschen bij de
opening uwer zittingen tot u te richten voor
den arbeid, welken gij staat te ondernemen.
Deze arbeid boezemt mij in de hoogste
mate belang in, evenals alle philanlropische
arbeid, die ten doel heelt de bestaansvoor
waarden van bet geheele menschdom te ver
beteren. Tot mijn groote voldoening consta
teer ik, dat een groot aantal der meest be
voegde personen op het gebied van het red
dingwezen en eerste hulp bij ongelukken bij
eengekomen zijn om gezamenlijk te arbeiden
aan een internationaal werk, van het groot
ste gewicht.
Onder herhaling van mijne wenschen voor
het welslagen van uwen arbeid verklaar ik
het 3e Internationaal Congres voor Red
dingswezen en Eerste Hulp bij Ongelukken
te zijn geopend.
Hierna hield de Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid, Prof. dr. J. R. Slote-
maker de Bruine de volgende rede:
Met zeer veel genoegen geef ik gevolg aan
de uitnoodiging van den heer Voorzitter om
bij de opening van dit congres een enkel
woord te spreken.
In Nederland bestaat warme belangstelling
voor de zaken, welke deze dagen meer in
het bijzonder Uw aandacht zullen vragen.
Het reddingwezen aan onze kust is, zooals
U dezer dagen zal blijken, op uitnemende
wijze georganiseerd. Het drukke verkeer,
dat over de groote Nederlandsche havens
gaat, deed voorts van zelf uitzien naar mid
delen ter voorkoming van en hulpvsrleening
bij verkeersongevallen. Verder noopte de
ontwikkeling van industrie en mijnwezen,
alsmede tot het treffen van de noodige be-
veiiigings- en reddingsmaatregelen. Ook de
wenscbelijkheid van internationale samen
werking wordt hier te lande sterk gevoeld.
Reeds op het Eerste Internationaal Congres
voor Reddingwezen in 1908 te Frankfurt
a. M, gehouden, was ons land officieel ver
tegenwoordigd. Z. K. H. de Prins der Ne
derlanden, was Eerste Eere-Voorzitter der
delegatie. Op het Tweede Internationaal
Congres te Weenen in 1913 kon onze dele
gatie mtdedeelen, dat het der Nederland
sche Regeering aangenaam zou zijn, indien
het derde Congres te Amsterdam werd ge
houden, Dat deze uitnoodiging door U is
aanvaard, wordt tenzeerste op prijs gesteld.
Bij de hervatting van Uwe werKzaamhe-
den spreek ik mijn blijdschap uit. dat zoo
vele buitenlandscne Regeeringen door haar
officieele vertegenwordiging aan hec welsla
gen van dit congres haar hooggewaardeer-
den steun hebben verleend. Namens de Ne
derlandsche Regeering heet ik U, officieele
gedelegeerden cn voorts allen, die hier te
zamen zijn gekomen om met hunne kennis
mede te werken aan een betere organisatie
van den arbeid op het gebied van het red
dingswezen en het verleenen van eerste hulp
bij ongelukken, hartelijk welkom. Huipver-
lcenen bij ramp of gevaar is ongetwijfeld
een schoon werk. Het gaat hier niet slechts
om afwering van financieel of economisch
nadeel, het gaat veelal om het welzijn, ja
dikwijls het leven van onzen medemensen.
Hier is de mensch zelf, de mensch als ge
heel, in geding. Hier gaat het om wat een
bekend Fransch socioloog als inhoud van
het geheel der sociale bemoeienis genoemd
heeft ,,Le droit au Salut" en waarin de be
moeienis met de lichamelijke zijde des le
vens van zoo groote beteekenis. De arbeid,
die door de op dit congres vertegenwoordig
de organisaties, zoowel afzonderlijk als in
internationaal verband, daartoe wordt ver
richt, verdient grooielijks waardeering.
Bij het inzien van werkprogram treft het,
hoe uitgestrekt het terrein uwer bemoeiin
gen is. Gevaren dreigen overal: in de lucht,
op het land, op het water en onder den
grond, bij industrieelen en anderen arbeid,
maar ook bij sport cn ontspanning. Bij het
luchtverkeer dreigen weer andere gevaren
dan bij het spoorweg- en automobiel-ver
keer, in het gebergte andere gevaren dan
aan de kust of op het water, in de huishou
ding andere gevaren dan in het bedrijfsle
ven Dit brengt mede, dat ook aar. de or
ganisatie van het reddingwezen en het ver
leenen van eerste hulp bij ongelukken voor
elk dezer gebieden geheel verschillende
ciscben moeten worden gesteld. Eischen.
die alleen door hen, die deskundig zijn op
het bepaalde gebied, voldoende kunnen
worden overzien en beoordeeld. Met het
oog hierop worden de werkzaamheden van
uw congres verdeeld over niet minder dan
elf afdeelingen.
Het houden van Congressen als het uwe,
acht ik in hooge mate nuttig. Brengt de
voortschrijdende techniek wijziging in ar-
beidsmethoden, werktuigen of vervoermid
delen, dan wordt ook de aard der gevaren
vaak anders. De organisatie van het red
dingwezen cn het verleenen van eerste hulp
bij ongelukken moet zich dan opnieuw aan
de gewijzigde omstandigheden aanpassen
Doch ook afgezien hiervan blijft het een
voortdurende taak om, gebruik makende
van de resultaten van den vooruitgang van
wetenschap en techniek, te streven naar
perfectioneering van de voor hulpverleening
aan te wenden middelen en methoden.
Hiervoor i snoodig, op geregelde tijden sa-
men tc komen voor uitwisseling van gedach
ten, tentoonstelling van nieuwe vindingen,
demonstraties e.d Daardoor wordt weder
zijds het inzicht verhelderd, de lust om
voort te arbeiden versterkt. Het werken in
internationaal verband kan voorts bevorder
lijk zijn aan een meer algemeene toepassing
van beveiligingsmaatregelen en methoden
van hulpverleening, hetgeen bijv. voor het
internationaal verkeer van belang kan zijn.
Moge dit congres zich op waardige zijde
aansluiten bij zijn voorgangers en van uw
arbeid voor de menschheid het nut worden
verkregen dat door velen en ook door mij
daarvan wordt gehoopt.
(Wordt vervolgd.)
Het „Vad." verneemt uit Genève
Met stelligheid verluidt in Genève, dat
bij de a.s. raadsverkiezing Zweden zich niet
voor een herbenoeming candidaat zal stellen.
De kans van Nederland om een raadszetel
te verkrijgen stijgt hierdoor, Ofschoon altijd
mogelijk blijft, dat Zweden, ofschoon geen
candidaat, toch herkozen wordt, en dan nog
een herbenoeming aanneemt.
rV. Kan men van een bloemistknecht,
die zich per week verhuurd heeft en die
j.l. Maandagmiddag plotseling zonder re
den hel werf verlaten heeft, schadever-
gocd:ng eischen en zoo ja. hoeveel en op
welke wijze? Zijn loon bedroeg j(j per
week
An'.w, «ja, u hebt recht cd vergoeding
van de werkelijk geleden schade. Wendt u
daarvoor tot eer rechtskundige ol tul de
griffie van het kantongerecht.
Vr, Hoe kan men spiegelglas, waarin het
weer is gekomen weer herstellen? Wat is
hiervoor noodig?
Antw. Het kwikzilver aan den achter
kant is aangetast en moet nu vernieuwd
worden. Voor een dergelijk werkje is het
beter het door een vakman te later, ver
richten.
Vr. Bij wien moet ik mij vervoegen om
een betrekking te krijgen als aankomend
tweede bediende banketbakker-kok in
Nederl. Ocst-ïndië?
Antw. Wend u tot het informatie-bureau
der vereeniging „Oost en West" Hcul-
straal 17, 's Gravenhage.
Vr. Kunt u mij ook zeggen of er te Haar
lem een banketbakkersschool is voor
avond-cursus.
Welke maand van het jaar begint deze?
Zoo ja, wat zou dit kosten?
Antw. Te Haarlem is een dergelijke
school niet gevestigd. Wend u echter eens
tot de Ambachtsschool te Amsterdam.
Vr. Kunt u mij ook zeggen waar het be
stuur van de bouwvereeniging „Ons Be
lang" is gevestigd?
Antw. Architect is de heer F. L. Oos
tenbroek, Koninginneweg 32.
Vr.: Hoe moet men pruimen op brande
wijn of vruchtenwijn inmaken?
Antw.: In een pan doet men een kopje
water en een kopje brandewijn of vruchten
wijn. Bedek den bodem van dc pan met ge-
wasschen pruimen. Wanneer het velletje der
pruimen loslaat, moet men de pruimen er
uithalen en ze door nieuwe vervangen, zoo
lang tot alle pruimen behandled zijn. Men
vult vervolgens de flesscben met pruimen
en giet er brandewijn bij, terwijl men er
naar smaak klontjes suiker bij voegt.
Naar „Onze Tuinen" meldt zal het echt
paar Jurrissen-Rietveld op 13 September a.s.
den dag van hun 60-jarige bruiloft herdenken.
De jubilaris J. J. Jurrissen is de bekende
Naardensche kweeker, een der mannen, zegt
het blad, waarop de boomkwëekersstand
trotsch kan zijn, altijd vol belangstelling voor
alles wat het tuinvak in het algemeen en zijn
organisatie betrof. Niettegenstaande zijn
bijna 87 jaren, was hij nog op de laatstge
houden vergadering der Vaste Keurings
commissie aanwezig en genoot hij van de
ingezonden bloemen en planten. De firma
Jurissen is sedert 1785 steeds van vader op
zoon overgegaan; vijf generaties hebben er
aan gewerkt en van 1870 tot 1904 heeft de
jubilaris zijn kweekerijen belangrijk uitge
breid.
De heer Jurissen is steeds een van beweeg-
lijkste tuinbouwers geweest. Hij reisde vaak in
het buitenland en deed voor den tuinbouw
veel, door het mede-organiseeren van ten
toonstellingen en het inzenden daarop. In
1905 werden zijn verdiensten officieel er
kend en ontving hij de Oranje-Nassau-
riddersorde, terwijl ook het officierskruis van
de Mérite agricole de France hem siert.
Sedert 1S971 is de heer Jurrissen regent
van het Burgerweeshuis te Naarden, waar
van vijftien jaren voorzitter van het college
van regenten. In 1921 vierde hij als zoodanig
zijn 50-jarig jubileum, waarbij de gemeente
hem zijn portret vereerde, dat thans in de
Regentenzaal hangt. Hij was ook dertig jaren
lid van den Naardenschen gemeenteraad
(van 1879—1909).
DE „CAP POLONIO"
Groote belangstelling voor dit
zeekasteel.
Talrijk waren de bezoekers, die Zater
dagmiddag op invitatie van de firma Wam-
bersio en Zoon, een kijkje hebben genomen
op het zeekasteel van de „Hamburg-Suda-
morikanische Dampffschiffahtrs - Gesell-
scbaft" de „Cap Polonio".
In eene lange file hebben zij staan wach
ten om tot het 20.000 ton groote schip te
kunnen worden toegelaten. En er was een
en al bewondering voor hetgeen hier de
techniek heeft tot stand gebracht.
Het schip is ruim 200 Meter lang en meer
dan 20 meter breed. De 1ste klasse eet-saion
vertoont veel gelijkenis met een restaura
tiezaal in een 1ste klasse hotel.
Op het schip zijn vervolgens een dans
zaal, een wintertuin een rooksalon en
een zwembassin.
De hutten, vooral dc smaakvol ingerichte
luxe-hutten, zijn zoo ruim als een slaapka
mer van een moderne middenstandswoning.
De inrichting van het schip maakt overal
door zijn buitengewonen omvang speciaal
nog door zijn ruime zalen, breede gangen
en groote hutten, een geweldigen indruk.
Dat de 400 passagiers die met dit schip
een toeristenreis van drie maanden hebben
gemaakt, geen oogenblik in verveling heb
ben doorgebracht, zal ieder, die het voor
recht heeft mogen genieten dit reuzenschip
te bezichtigen gaarne erkennen.
De „Cap Polonio" is slechts 24 uren in
Amsterdam gebleven.
Zondagmorgen is het schip onder groote
belangstelling van het publiek op de
IJ-oevers, naar Hamburg vertrokken.
TER AAR, 3 September. Veilingsbericht
van de R. K. Tuindersvereeniging ,,St. Pho-
cas". 1684 zakken snij'boonen I 3 ct., 273
zkn. id. II 3 ct., 1219 zkn. id. mooi 19 ct.,
156 zkn. id. stek 3 ct., 260 zkn. prins.b. z.
dr. I 55 ct., id. id. II 20 ct„ id. dik 25 ct.,
id. extra z. dr. 1.22, 79 zkn. w. pronkb.
30 ct., id. dubb. st. pr. 23 ct., 60 zkn. spek-
boonen 19 ct„ 54 zkn. extra snijboonen
1.22, per 10 k.g.; 66 manden fijn I 5.15,
14 mnd. A. 2.90 15 mnd. mooi f 6.io, 119
mnd. F. B. I 2.80, 3 mnd. id. II 1.60, 283
mnd. Bast. I 1.75, id. II 75 ct., 1025 mnd.
grof I 1.10, 9 mnd. g. grof 25 ct., 797 mnd.
stippel 10 ct., 33 mnd. fijn stippel 35 ct., 386
mnd. K. K. 55 ct., gele k. k, 2 ct., per 25 k.g.
MEDEMBL1K, 4 Sept. 1926. R.-K.
Marktvereeniging „St. Jozef." Aard
appelen: Groote Muizen 1.952.25. Kleine
Muizen 1.552.45. Groote Witje 1.60
1.80 per halve H.L. Kool: Bloemkool
0.708.60 per 100 stuks.
PURMEREND, 4 Sept. 1926. „Afslrg
vereeniging Bcemsfer, Purmerend en
streken." 21924 manden Augurken:
Middel 0.51—0.60; Basterd f 0.54—0.95;
Grof Fijn 1.75—1.85; Stek 0.05—0.07;
Bommen 0.20 per mand van 6
BEN HUR.
Vijfentwintig millioen gulden is geen klein
beetje en als er iemand wordt gevonden, die
een film maakt, welke, om zijn maker ten
minste een behoorlijke winst op bet er in ge
stoken kapitaal te verzekeren, aan huur dat
bedrag moet opbrengen, dan mag men ver
onderstellen, dat zoo n film iets bizonders is.
Zoon film is Ben Hur, door de Metro-
Goldwyn vervaardigd, naar den beroemden
roman van dien naam, van den Amerikaan
Lew Wallis,
In Amerika gaat alles in het groot, dat
weten we nu eenmaal, óók het kosten-maken,
maar dat er, zooals hier is geschied, dric-en-
een-half miljoen gulden aan reclame word!
uitgegeven vcor één enkele film, is zelfs voor
Amerika iets buitengewoons. Al is dat dan
ook een film die een kleine vijfentwintig mil
joen gekost heeft en waarin scènes voorko
men, waaraan dertig duizend menschen als
figuranten hebben meegewerkt.
Alleen maar als figuranten, jawel, maar dat
beteekende dan toch maar, dat er voor die
cene scène dertig duizend kostuums moesten
vervaardigd worden zooals de menschen die
in het oude Romeinsche rijk droegen. En al
die dertig duizend menschen moesten samen
de toeschouwers voorstellen bij de wagenren
nen in het Amphitheater te Antiochië. Dat
Amphitheater moest dus ook gebouwd wor
den en als men dat alles bedenkt, dan trekt
men niet meer zoo'n heel ongeloovig gezicht,
als er, het zij dan misschien met een
beetje Amerikaansche overdrijving, verteld
wordt, dat deze ééne scène één-en-een-kwart
miljoen gulden gekost heeft. m
Ben Hur speelt in Jeruzalem onder de
Romeinsche overheersching, ten tijde van
Christus. Juda Ben Hur is een Joodsche prins,
die zich tot ideaal heeft gesteld Palestina te
bevrijden van het juk der Romeinen. Bij den
intocht van een Romeinschen legeraanvoer
der in Jeruzalem, wordt deze door een val
lenden steen getroffen en op getuigenis van
Messala, een Romein, vroeger Juda's vriend,
thans zijn verbitterdsten vijand, wordt Ben
Hur van een aanslag op den legeraanvoerder
beticht, en naar de galeien gezonden. Drie
jaren werkt hij daar als slaaf en alleen zijn
wil om zich op zijn vijand te wreken geeft
hem de kracht het in die afschuwelijke om
geving zoolang vol te houden. Dan komt zijn
'bevrijding. Bij een zeegevecht redt hij den
Romeinschen bevelhebber der vloot Quintus
Arrius, die hem uit dankbaarheid als zoon
aanneemt.
In Rome is hij, als Arrius de Jongere al
spoedig bekend als een voortreffelijk athleet
en wagenmenner. Hij wil echter weer van
Rome weg, hij wil naar Palestina, om zijn
moeder en zijn zuster, indertijd gelijk met
hem gevangen genomen, te zoeken. Door al
lerlei wederwaardigheden treedt hij in An
tiochië in het reusachtige Amphitheater als
wagenmenner op tegen Messala, den bewer
ker van zijn endergang. Ben Hur wint, Mes
sala werdt door zijn eigen wagen verplet
terd.
Tenslotte vindt Ben Hur zijn moeder en zijn
zuster in Jerusalem terug op het oogenblik,
dat beiden door Christus van haar melaatsch-
heid zijn genezen. v
En nu over het technische gedeelte van
deze geweldige film. Zooals men uit het slot
der boven gegeven beschrijving ziet, komt
ook de Christus-figuur in de film voor; niet
alleen in deze scène, maar herhaalde malen.
En nu vind ik daarvan wel het allermooiste,
cat men geen enkele maal die Christus-fi
guur werkelijk \ziet dat zij telkens alleen
mooi wordt aangeduid maar zóó, dat men
toch de aanwezigheid voelt, dat de indruk
zuiverder, verhevener is, dun wanneer men
daar een mensch zou zien, die poogde de
Goddelijke figuur van den Zaligmaker weer
te geven en daarin natuurlijk faalde.
Maar behalve deze op zoo uiterst kieschc
wijze opgeloste mMilijkheid, waren er in
deze reusachtige iilnfhet eerste deel duurt
anderhalf uur aan één stuk, het tweede
deel veertig minuten nog heel wat meer
cp te lossen en de staaltjes van massa-regie
hier te zien gegeven behooren tot het knap
ste wat cp dit gebied ooit is vertoond.
Een zeeslag tusschen een vloot Romeinsche
oorloggaleien en zeeroovers, die tevens gele
genheid geeft het erbarmelijke bestaan de:
galeislaven in al zijn afgrijselijkheid in beeld
te brengen, is een meesterstuk van filmkunst.
Men ziet de vijandelijke schepen elkaar ram-,
men en openrijten en in de diepte wegzin
ken, terwijl honderden opvarenden in zee
storten; men ziet daar de weinig scrupuleuze
strijdwijze der zeeroovers, die manden, met
giftige slangen gevuld, op de Romeinsche
schepen werpen, om hun vijanden te verder
ven, met ziet den verwoeden strijd van man
tegen man.... en men vraagt zich met ver
bazing af, hoe het mogelijk is een zóó rea
listische beeld t geven van de werkelijkheid,
zonder daarbij ernstig gevaar te loopen, dat
ongelukken er het gevolg van zijn
Maar dit zeegevecht blijkt nog niets te zijn
bij de in den aanvang reeds genoemde wa
genrennen. De scène is zeker wel de mach
tigste, de overweldigendste, ooit door een.
film in elkaar gezet.
In het machtige Amphitheater, dat met een
30.000-koppige, geestdriftige menigte is ge
vuld, komen ze aanstormen, de vurige vier
spannen, die elkaar de zege zullen betwis
ten. In woesten ren schieten de wagens
voorbij, elkaar inhalend of elkaar don weg
versperrend om het voorbijrennen te voorko
men. Dit laatste is echter een gevaarlijk spel
letje en meermalen ziet men twee wagens in
vollen ren met elkaar in botsing komen en
versplinterd neerstorten; wagens, paarden en.
menners, alles door elkaar. Hoofdzaak is na
tuurlijk de strijd tusschen Ben Hur en Mes
sala, welke laatste tot de vertwijfeldste da
den zijn toevlucht neemt. Zoo ziet men hem
opzettelijk een naast hem rijdenden Griek
tegen den grond rijden, in de hoop, dat do
vlak achter dezen aanstormenden Ben Hur
zijn wagen op den versplinterden wagen van
den Griek zal te pletter loopen. Maar Ben
Hur weet nog juist uit te wijken en dan be
gint de spannende strijd tusschen Ben Hur
en Messala. Geruim en tijd gaan zij gelijk op,
naast elkaar, tot ten slotte Messala, woedend,
alle zelfbeheersching verliest en zijn tegen
stander met zijn zweep ranselt. Dat wordt
echter zijn ongeluk. Ben Hur blijft kalm,
grijpt de zweep en rukt dien Messala uit dc
hand. Daardoor naderen de beide wagens el
kaar, de wielen haken in elkaar en terwijl
Ben Hur vooruitstormt, het wiel van den
anderen wagen meesleurend, stort Messala
neer, om dood onder zijn versplinterden wa
gen te worden weggehaald.
Natuurlijk moest Ben Hur winnen, dat wist
men vooruit, het verhaal zou anders het ver
haal niet zijn. Maar toch trilt heel de zaal vaa
spanning bij dezen geweldigen wedstrijd tus
schen de beide tegenstanders.
Filmacteurs worden goed betaald, maar
heusch, ze moeten er dan ook soms wat voor
doen!
Ik heb reeds gezegd, dat door het verhaal
heen ook het leven van Christus voor de
geboorte van den Heiland tot aan Zijn kruis
dood geweven is. Dit is echter op zóó
voortreffelijke, op zoo uiterst kieschc wijze
gedaan, dat elke gedachte aan profanatie
verre blijft en integendeel verschillende mo
menten van groote stichtende werking zijn.
Schitterend is bijvoorbeeld de aanbidding
der drie koningen en der herders, waarvoor
een kleurenfilm is gebruikt, zoodat dit ge
deelte en ook nog enkele andere in de
natuurlijke kleuren wordt weergegeven.
En zoo is er meer, dat hoewel niet ia
rechtstreeks verband met 't verhaal staande,
toch met zoo groote zorg is behandeld, dat
het geworden is tot iets subliems, iets verhe
vens, iets grootsch, dat den toeschouwer
treft en sticht.
Ik heb de film waarin Ramon Novarro da
rol van Juda Ben Hur vervult, gezien in het
City Theater te 's-Gravenhage, waar zij voor
genoodigden werd vertoond het zal echter
nog wel eenige weken duren, alvorens zij het
publiek zal worden te zien gegeven.
ARTHUR TERVOOREN.
Hevige stormen hebben Vrijdagnacht boven
het Zuiden van Frankrijk gewoed, en door
den bliksem en overstroomingen is veel
schade aangericht In het dorp Grand-Naves
in Savoye werdeft ongeveer twintig huizen
door den bliksem getrofen; de woningen
brandden geheel af. Hondervijftien personen
werden hierdoor dakloos. Door den bliksem
werden twee personen getroffen; een hunner
was op slag dood, de ander werd zwaar ge
wond.
Een visscher aan boord van een treiler, die
naar de haven van Marseille terugkeerde,
werd eveneens door den bliksem getroffen,
hij kreeg ernstige brandwonden.
In de streek van Mimes moest de wijn
oogst ondrebroken worden en werd veel
schade in de wijngaarden aangericht. In hei
'departement Gard zijn veel huizen ondei
water geloopen, terwijl de bruggen door het
overstroomende water niet meer voor het
verkeer bruikbaar zijn. In de Haute Garonne,
Tarn ct Garonne en Lot et Garonne zijn de
wegen versperd door omgevallen hoornen
en telegraafpalen. De oogst had veel te lijden.
Bij Koninklijk decreet zijn alle artillerie
officieren, met uitzondering van de in Ma
rokko vertoevende officieren, uit het legei
verwijderd en is hun het dragen der uniforn.
verboden. Al hun ondergeschikten worden
ontslagen van den plicht, de bevelen der be
treffende officieren op te volgen en hut»
wordt het recht verleend, de officieren te
arresteeren, die hen daartoe zouden willen
dwingen. De vaandelwacht in de kazernes
is door reserve-officieren overgenomen. Alle
voor de artillerie werkende fabrieken wor
den onder controle der arbeiders gesteld,
zulks onder bevel van een officier. De artil
lerie-academie moet alle cadetten ontslaan
en alle lichtingen, evenals de officieren-leei-
aren vallen onder de algemeene bepalingen.
Over geheel Spanje is de verscherpte staal
van beleg afgekondigd. Elk verzet wordt be
schouwd als een weigering der gehoorzaam
heid voor den vijand. Hetzelfde geldt ten
aanzien van dengenen, die weigeren aan de
legeering bij het overwinnen der moeilijkhe
den hun steun te verleenen.
Het betreffende decreet is door den ko
ning, die reeds op weg is naar Madrid, gis
terennacht om 1 uur te San S»l»-\stiaan on-
derteekencL
Zaterdagmorgen is door een typhoon de
trein van *1 okio naar Nagoya bij Hamamat-
soe omgeslagen, ten gevolge waarvan 50 per
sonen werden gedood of gewond. Terzelf-
dertijd werd te Hamamatsoe het dak van
een school geslagen. Men verwachtte, dat
de typhoon Zaterdagmiddag Tokio zou he
reiken.
Omtrent de typhoon te Tokio wordt no(
gemeld, dat aldaar veel houten gebouwen
zijn omgewaaid, o,a. een school, doch dat
niemand gewond werd.
In geheel Oost-Japan zijn echter honder
den huizen verwoest en werd zoo groote
schade aangericht aan den rijstoogst, dat
men een stijging der prijzen verwacht. Te
Oeraba werden 37 huizen vernield, waarbij
vijf personen om het leven kwamen.
De straten te Tokio zijn bijna geheel ver
laten en alle winkels hebben de blinden
voor hun ramen. Het electrisch licht is af
gesloten en de kaarsverlichting in de huizen
levert een eigenaardigen aanblik op. Drie
uur lang reden er geen trams en lokaaltrèi-
nen. Van drie stations zijn de daken geheel
afgewaaid, o.m. van het station te Yoko
hama; de schepen in de haven dier stad
moesten het vertrek uitstellen.
De Zweedsche kroonprins en kroonprin
ses, die een bezoek brachten kan Tsjoezeni,
teneinde deel te nemen aan de zeilwedstrij
den aldaar, moesten hun plan opgeven. De
typhoon belette natuurlijk het doorgaan der
wedstrijden. De hooge gasten keerden per
riksja naar Nikko terug, daar het vervoer
per auto over de met hoornen bezaaide we
gen te gevaarlijk was.
In het vliegkamp van Akenogohara nabij
Nagoya, zijn veertig vliegtuigen zwaar be
schadigd en enkele zelfs geheel vernield.
Te Toyohasje is een school ingestort me!)
het noodlottig gevolg, dat twaalf kinderen
gedood en twintig zwaar gewond werden
Hier zijn 300 huizen overstroomd.
Te Hamantsoe is een confectie-fabrieV
verwoest. Acht arbeiders gedood, vijf en
twintig gewond.
Te Tosjigi zijn 40 huizen verwoest, waar
onder ook het politie-bureau. Drie agenten
en verscheidene andere personen ernstig ge
wond.
Te Kawasohi bij Yokohama zijn twee
lichters omgeslagen. Vijftien der opvarenden
zijn verdronken.
Volgens de laatste berichten zijn bij het
spoorwegongeluk bij Mamamatsoe slechts
enkele reizigers niet ernstig gewond.