De Zevende Algemeene Vergadering
var» den Volkenbond te Genève.
NIEUWE HAARL'. COURANT
/weede Blad
Vrijdag 17 Sept. 1926
j. IV.
RECHTSZAKEN.
Zenuwachtig, Overspannen en
Slapeloos
Mijnhardt's Zenuwtabletten
De Culemborgsche moordzaak.
houd .met ,h<yji ,en .vroeg .Kan je mij niets
mededeélen over de zaak
Hij hield er geen dagboek op na.
Een twaalftal messteken
toegebracht.
LANDBOUW EN VISSCHERIJ
VRAGENBUS.
Het gehalte van suikerbieten^
"3*
F>
"f.
v.
(eigen correspondentie).
Öeée zevende Assemblêe is, voorname
lijk althans, bijeengeroepen ten 'bate van
Duitschland's toetreding of toelating tot
den Bond. Toetreding, omdat het een aan
vrage moest indienen om te worden toegela
ten toelating, omdat tenslotte de vergadering
Zelve met 2/3 meerderheid haar instemming
met de aanvrage moest betuigen. Wel zijn de
tijden spoedig veranderd-! Nog nauwelijks
drie of vier jaren geleden durfde men van
Duitschland's toe-lating in den Volkenbond
slechts terloops gewagen, en nu, trouwens
ook een vorig jaar, was reeds tevoren de ze
kerheid verkregen, dat Duitschland's aan
vrage met algemeene stemmen zou worden
goedgekeurd.
Dat er op het laatste oogenblik nog moei
lijkheden schenente rijzen, is dan ook niet aan
'n bezwaar tegenDuitschland's toelating, maar
tegen de procedure, door den Raad en het
bureau van de Assemblêe gevolgd, toe te
schrijven. Het Bureau van de Assemblêe
bestaat met ,den Servischen Voorzitter
Ninsjtisj, uit zes voorzitters, door de Assem
blêe gekozen, onder wie Briand, Chamber
lain, Scialoja, maar ook onze ex-landgenoot
Baron Lehman behooren, en uit zes voorzitters
van de zes Commissiën. Het Bureau heeft
nu, op verzoek van den Raad, een drieledig,
maar tegelijk onsplitsbaar voorstel gedaan.
Dit voorstel hield tegelijkertijd in de toela
ting van Duitschland de toekenning van
een permanenten zetel aan Duitschland en
de vermeerdering van het aantal niet-perma
nente zetel van den Raad van 6 tot 9. Men
-gevoeld waarom Briand, de voorsteller van
dit voorstel, deze onsplitsbaarheid wenschte.
>Niet zonder moeilijkheden i? het compromis
;inzake de samenstelling van den Raad tot
.stand gekomen zou men daaraan op het
laatste oogenblik ook maar voor een enkel on
derdeel gaan knabbelen, dan werd geheel de
;pplossing weer op losse schroeven gezet.
'Nu is het bekend, dat in de Assemblêe de
leden vrij talrijk zijn, die elke uitbreiding
van den Raad met tegenzin begroeten. Zij
meenen, dat het principieel overweging ver
dient, dat de Raad niet te omvangrijk zal zijn,
en zij gelooven, dat 's Raads solidariteit en
besluitvastheid door een klein aantal leden
eer zal winnen dan verliezen. Noorwegen met
den iet-wat driftigen Nansen voorop,
maakte bezwaar tegen de door den Raad ge
kozen oplossing. De mogelijkheid werd niet
geheel uitgesloten gerekend, dat men Duitsch
land met algemeene stemmen zou toelaten.
Duitschland den permanenten zetel zou ge
ven, dien het wenscht, en dat vervolgens het
voorstel betreffende de uitbreiding van den
Raad niet de noodige instemming
Zou vinden. Tot welke complicaties dit zou
hebben geleid, behoeft nauwelijks te worden
gezegd.
Nu was de van Duitschland afkomstige
aanvrage om toelating geen nieuwe, maar
een, die aan het einde der buitengewone
Maart-Assemblêe werd geschorst. Zij was
toen reeds door de militaire deskundigen
onderzocht, en had tevens onderwerp van
beraadslaging uitgemaakt in de eerste, de juri
dische commissie der Vergadering. De Raad
§n het Bureau oordeelden het daarom niet
meer noodig, dat Duitschland's toetreding
nog eens in de commissiën zou worden on
derzocht. Maar met het voorstel van een
riieuwen permanenten zetel en de uitbreiding
yan het aantal der niet-permanente zetels
scheen het anders. Dit voorstel was geheel
nieuw en nog niet in de commissiën onder-
Zocht. Nu is dit laatste wel gewoonte, maar
de Assemblêe kan met 2/3 meerderheid
anders besluiten. Het voorstel van het Bu
reau om,zulks te doen werd door Motta, den
Voorzitter der juridische commissie, reeds
den dag tevoren in deze commissie verdedigd.
Dit met het oog Op de mogelijkheid, dat de
Assemblêe toch de verwijzing naar de com
missie zou wenfchen, in welk geval de juridi
sche commissie de aangewezene zou zijn.
Magf gelukkig is het zoover niet gekomen.
Het zou, voor den eersten keer, een conflict
tusschen den Raad en de Assemblêe zijn ge
weest. Want de Raad heeft begrepen, dat het
aanbeveling verdiende, dat hij met geheel zijn
gezag het denkbeeld ondersteunde, en dit
beeft geholpen. Wel bleek van de zijde van
Noorwegen ernstige oppositie te bestaan
wel verklaarde ook Zweden zich tegen elke
uitbreiding van den Raad,, schoon zijn ver
tegenwoordiger het rapport der betreffende
commissie heeft onderteekend wel tenslot
te sprak ook de Nederlandsche gedelegeerde,
de heer Loudon, zich tegen die uitbreiding
uit. De Nieuwe Rotlerd. Courant heeft de
bewoordingen van des heeren Loudon's rede
vrijwel woordelijk weergegeven. De heer
Loudon verklaarde zich tegen de uitbreiding
van het aantal Raadszetels niet te zullen ver-
Zetten. Ik zou echter te dezen aanzien, zoo
betoogde hij-, te kort schieten aan oprecht-
beid, indien ik niet verklaarde, dat naar mijn
oordeel en niettegenstaande alles wat de rap
porteur Motta gezegd heeft, het een dwaling
is de kwestie van den vasten raadszetel voor
Duitschland, wat naar wij weten niemand
hier aan dit land wil'weigeren, te verbinden
aan de kwestie van de vermeerdering van het
aantal niet-vaste zetels, een punt waarom
trent de meeningen verdeeld zijn. Ik geloof
dat deze procedure de vrijheid der Volken
bondsvergadering aan banden legt en dat de
Volkenbonds-vergadering ook al onder
werpt zij zich bij wijze van uitzondering en
met het eenige doel om nieuwe verwikkelin
gen te voorkomen, ditmaal hieraan dan
toch het recht en den plicht heeft haar diepe
teleurstelling over deze wijze van handelen
uit te spreken. Ik heb deze tribune niet be
klommen om oppositie te voeren. Ik begrijp
de moeilijkheden van het oogenblik te goed.
Doch diegenen onder U, die aanwezig waren
in de bijeenkomst der derde Volkenbondsver
gadering op 25 September 1922, zullen zich
Zeker niet verwonderen, dat ook thans de
gedelegeerde van Nederland in beginsel
bestrijdt de vermeerdering van het aantal le
den van den Volkenbondsraad. Wij waren
toen geheel alleen in het stemmen tegen de
uitbreiding met twee niet-permanente raads
zetels. Mijn zeer betreurde collega prof.
Struycken lichtte onze stem aldus toe De
solidariteit en de collectieve verantwoorde
lijkheid van den Volkenbondsraad zullen
erdoor verminderen, zeide hij, en hij eindig
de met deze woorden „Indien men dit jaar
een hervorming van het voornaamste orgaan
van den Volkenbond toestaat ter wille van as
piraties van politieke groepen, welke waar
borgen zal men dan hebben, dat men een
anderen keer niet nogmaals de samenstelling
van den Volkenbondsraad zal willen regelen
öaar den veranderden staat der dingen." De
Volkenbondsvergadering schonk geen gehoor
aan deze opmerkingen. Met 44 stemmen te
gen slechts een de onze vermeerderde
Zij den Volkenbondsraad met twee leden.
Vandaag is het erom te doen niet minder
dan vier zetels aan den Raad toe te voegen.
In een tijdsverloop van vier jaren zullen wij
dus van acht tot veertien zetels gestegen zijn.
Welk een gevaar ontstaat niet hieruit voor
den Volkenbond, voor de handhaving van
het evenwicht tusschen Vergadering en Raad.
Welke moeilijkheden dreigen niet in geval
van noodzakelijkheid tot spoedige bijeen
roeping van den Raad of wanneer een kwestie
van politieken aard een onmiddellijke beslis
sing vordert. De bezwaren tegen Raadsuit-
breiding zijn helder uiteengezet in de re orga
nisatiecommissie. De verslagen dier commis
sie leeren ons met jyelke kracht Scialoja,
Sjoeberg, Le Breton zich verzetten tegen
ce.i nieuwe raadsuitbreiding. De kleinste
vermeerdering, zeide Scialoja, zal de beste
Zijn. Het beste zou zijn in het geheel niet te
vermeerderen. Desniettemin hebben de te
genstanders uit een geest van verzoening,
om tegemoet te komen aan de eenigszins be
angstigende moeilijkheden, die men, naar ik
vrees, al te dikwijls de crisis van den Volken
bond noemt, zich tenslotte neergelegd bij het
compromis, dat wil zeggen de vermeerdering
van de niet-vaste zetels tot het cijfer van ne
gen. De Nederlandsche delegatie zal hetzelfde
doen en om dezelfde redenen, maar zij staat
erop te verklaren, dat zij al haar vorige be
zwaren handhaaft en dat zij, indien dit moge
lijk zou zijn, den terugkeer zou vragen tot
het cijfer van vier niet-permanente zetels, het
cijfer dat tot 1922 van kracht was, ook al zou
daardoor Nederland wellicht nimmer zijn
intrede in den Volkenbondsraad doen.
Inderdaad, dit verheugend feit staat te ge-
bgpren. Er zullen er zijn, die het minder ver
heugend achten die meenen, dat daardoor
op Nederland nieuwe, en lang niet door allen
gewenschte verantwoordelijkheid zal worden
gelegd, maar er zullen er ook zijn, die de
daarmede gegeven onderscheiding begrijpen
en waardeeren. En waardeeren, dat Nederland
een uitermate belangstellend lid van den
Volkenbond, gelegenheid zal krijgen om iets
meer dan belangstelling te geven
Op den bovengenoemden grondslag is
Duitschland's toelating een feit geworden.
Toen Venezuela als alphabetisch laatste land
zijn toestemmend antwoord betreffende de
toelating van Duitschland had doen hooren,
ging, nog voordat de Voorzitter officieel den
uitslag mededeelde, een stormachtig applaus
op. Het herhaalde zich, toen de permanente
zetel aan Duitschland werd toegekend, en
het herhaalde zich nog eens, toen met alge
meene stemmen het aantal der niet-perma
nente zetels bleek te zijn uitgebreid. Onge
twijfeld gold dit laatste applaus niet het
voorstel zelf, maar sprak daaruit verheuging
over het feit, dat de zoo gevaarlijke Maart
crisis thans definitief is bezworen. Althans
dat mag men hopen, al zal natuurlijk de uit
slag van de verkiezing voor de leden van den
Raad dienen te worden afgewacht om uitte
maken of het prestige van den Raad groot
genoeg is, dat de vergadering geheel zijn
leiding volgt. Op deze historische zitting is
twee dagen later de wellicht nog meer histo
rische gevolgd, waarin Duitschland zijn
intrede in de Reformatiezaal te Genéve deed.
Aanvoerder van de Duitsche delegatie, die
tengevolge van de Fransche alphabetische
volgorde der zetels een plaats heel vooraan
heeft, was de Duitsche minister Stresemann,
dezelfde, die geheel zijn buitenlandsche poli
tiek op Duitschland's toetreding heeft
gericht. Hem vergezellen de vertegenwoor
digers van de verschillende Duitsche poli
tieke partijen. Stresemann heeft, naar het
uiterlijk te oordeelen, volkomen desinteres-
sent te kennen gegeyen voor Duitschland's
al dan niet toelating. Maar in werkelijkheid
moet de spanning voor hem in den loop der
laatste dagen groot zijn geweest. Moet hij
hebben zitten wachten op het telegram, dat
Sir Eric Drumond hem in opdracht van den
Voorzitter stuurde. Want, Duitschland
komt in den Volkenbond niet uitsluitend om
zijn plaats in de Europeèsche samenleving
te hernemen, maar ook om Duitschland's
verlangen betreffende herziening van hgt
Verdrag van Versailles kracht in de prak
tijk bij te zetten. Duitschland zal vermoede
lijk trachten een koloniaal mandaat te ver
krijgen het zal zijn stem doen hooren ten
bate van de Duitsche minderheden in ver
schillende landen het zal zich herinneren,
dat er een artikel 19 van-het Grondverdrag
is, waarin wordt voorgeschreven, dat de
mogelijkheid bestaat van herziening van
bestaande verdragen, dus ook van dat van
Versailles. Er mogen totnutoe moeilijkheden
genoeg in den Volkenbond onderling zijn
op te lossen geweest bij alle deze moei
lijkheden werden niet twee scherp afge
perkte kampen tegenover elkander gesteld.
Dat zal in de naaste toekomst min of meer
het geval zijn. En al zal men den Volkenbond
ongetwijfeld menige moeilijkheid niet bespa
ren, aan den anderen kant zal "zijn kracht
erdoor toenemen en zijn bestaan sterk wor
den in de oogen van geheel de openbare
meening.!
De dag van Duitschland's intrede is er
een geweest, die ongetwijfeld allen voldoe
ning moet hebben geschonken. Er was iets
plechtigs in het verloop der zitting, door den
Servischen voorzitter uitnemend geleid. Er
was een redevoering van Stresemann, die
tactvol en vrij 'gematigd klonk, en die, na
in het Duitsch te zijn uitgesproken, in het
Fransch tot Engelsch vertaald, vermoedelijk
een eerste bewijs, dat Duitschland ook de
officieele toenadering van de Duitsche taal
Zal verzoeken. Er waren woorden van Cham
berlain en Briand, van Issu en Scinloja, van
vertegenwoordigers van de groote en van
de kleine staten. Er werden voor de werk
zaamheid van den Volkenbond perspec
tieven geopend, die zijn versterking, zelfs
zeer belangrijke versterking in het vooruit
zicht stellen. Er is tusschen de regels door
ook vernomen, wat de Duitsche bladen wat
al te sterk voorop stellen, dat nog nimmer
de groote Russische eenheid aan den Vol
kenbond ontbreekt dat Turkije en Mexico
er buiten staan dat Amerika niet verder
wil gaan dan toetreding, aarzelende toetre
ding zelfs tot het Hof te 's-Gravenhage. Zij,
die den vooruitgang te snel willen, zijn de
vijanden van het goede, dat door geleidelijk
heid wordt voortgebracht. De Duitsche toe
treding, die een oogenblik een crisis in den
Volkenbond scheen te zullen veroorzaken,
is met een kalmte en onaandoenlijkheid, die
haast formeel aandeden, afgewikkeld. De
Raad van den Volkenbond is uitgedijd tot
een lichaam van 14 leden, zeker minder
gemakkelijk hanteerbaar dan een Raad van
8 leden, waarmede men begon, maar daar
door ook een lichaam welks verantwporde-
lijkheid sterker spreekt en waarbinnen de
verschillende stroomingen beter zijn ver
tegenwoordigd. Waarlijk deze zevende
Assemblêe, die in zeer korten tijd haar
voornaamste agendapunt afdeed, begint met
een goed vooruitzicht. Haar eigenlijk werk
is pas begonnen de commissiën zijn regel
matig bijeen om de verschillende voorstellen
en rapporten te besprekende Assembléé
behandelt het jaarverslag van den Raad, en
de sprekers daarover houden zich, meer dan
een vorig jaar het geval was, aan den inhoud
van het rapport zelf._ Zoo straks zullen de
algemeeiie beschouwingen worden beëin
digd nu niet om meer formeele aangelegen
heden te behandelen, doch om het regelmatig
werk af te doen, dat telkenjare voor den
Volkenbond gereed ligt. Dat men, door
Duitschland zoo spoedig toe te laten, erin
geslaagd is, Duitschland reeds aan deze
zevende Assemblêe te doen medewerken,
verdient zeker waardeering M.
zullen Uw zenuwen kalmeeren en sterken en
Uw slapeloosheid verdrijven.
Buisje 75 cti Bij Apoth en Drogisten.
Commissaris Blok contra de Beus.
Donderdag werd voor de rechtbank te Tiel
gehandeld de zaak tegen den 52-jarigen han
delsreiziger O. de B., gewezen soc.-dem.
raadslid van Culemborg, bedrijfsleider en si
garenfabrikant, die in twee artikelen, opge
nomen in de Nieuwe Culemborgsche Courant
den commissaris van politie van Culemborg,
/en heer J. Blók, heeft beschuldigd meer te
weten van den moord, die op den tweeden
Kerstdag 1923 in Culemborg is gepleegd.
Op dien 26 December, 3 jaar geleden, zijn
in een perceel aan den Achterweg te Culem
borg Van Wiggen en zijn zuster vermoord
gevonden. Het door de politie ingestelde on
derzoek leidde niet tot de ontdekking van de
daders. Er werden verschillende personen
aangehouden en verhoord en zeer trok het de
aandacht in het stadje en natuurlijk ook in de
omstreken, dat de< gewezen rechercheur Ha-
veman, die reeds 'geruimen tijd voordat het
feit werd gepleegd, wegens wangedrag was
ontslagen, in dit onderzoek weer als ware er
niets gebeurd rechercheursdiensten verricht
te. Van de ontstemming hierover maakte het
s.-d. weekblad De Arbeid zich in den loop
van 1924 de tolk. In zijn artikelen, die naar
men algemeen veronderstelde werden ge
schreven door O. de B., trok het blad fel te vel
de tegen commissaris Blok en zijn leiding
in het onderzoek van den moord op de van
Wiggens. Er ontstond een hevige gisting die
zich uitte in samenscholingen vóór het poli
tiebureau. Bij een van die opstootjes werd
zelfs een zware steen in de kamer van den
commissaris geworpen.
Commissaris Blok liet deze artikelen langs
Zich heen gaan, een houding, die bevreemding
wekte.
In den zomer 1924 stelde op last van den
subst-officier van justitie der Tielsche recht
bank de inspecteur van politie te Culemborg,
van Overeem, een onderzoek naar de toe
standen in het politiecorps en naar de ge
grondheid van de tegen commissaris Blok
geuite beschuldigingen in. Tot eenig resultaat
heeft dit onderzoek niet geleid, althans naar
buiten is daarvan niets gebleken.
Terwijl dit onderzoek nog liep, werd Have-
man, bij wien reeds kort na den moord huis
zoeking had plaats gehad, welke echter niets
opleverde, aan een verhoor onderworpen. Hij
werd op vrije voeten gesteld en enkele weken
later nogmaals gearresteerd. Den ochtend na
zijn arrestatie vond men hem dood in zijn cel.
De man had een eind aan zijn leven gemaakt.
Inmiddels bevonden zich eenige verdachten
in voorloopige hechtenis, van wie de metaal
bewerker M. zelfs een half jaar in het huis
van bewaring heeft doorgebracht.
Gedurende 1925 heeft de zaak vrijwel
gerust, althans men merkte er weinig van, tot
dat in Maart 1926 bekend werd, dat de Am-
sterdamsche inspecteur van de centrale
recherche van Slobbe haar in handen had. Er
werden weer drie verdachten aangehouden,
van wie er één nu nog in het huis van bewa
ring vertoeft, en van wie er één sedert dien
veroordeeld is tot een gevangenisstraf van 3
jaar ter zake van abortus provocatus.
In de tweede week van April is naar aan
leiding van deze aanhouding commissaris
Blok als getuige opgeroepen. De rechter
commissaris heeft hem toen een week gegij
zeld. Hij werd binnen den door de rechtbank
gestelden termijn van 12 dagen op vrije voeten
gesteld en kreeg daarna 'een maand verlof.
De heer de B. heeft, na diens terugkeer,
twee artikelen in de Nieuwe Culemborgsche
Courant geschreven de Arbeid bestaat
niet meer waarvoor hij zich vandaag te ver
antwoorden had. Er zijn twee dagvaardingen
tegen hem uitgebracht.
De getuigenverklaringen.
De rechtbank is als volgt samengesteld
President mr. Murman, rechters mr. Ridder
van Rappard en mr. J. van Everdingen. Het
O.M. wordt waargenomen door mr. J. van
Everdingen.
Verdediger van de B. is mr. Th. Muller
Massis uit Amsterdam én mr. E. G. S.
Bourlier uit den Haag is als raadsman .van
commissaris Blok in de zaal.
Er zijn twee getuigen a charge en 23 a dé
charge en zeer groote belangstelling.
Mr. Bourlier stelde zich in beide zaken
civiel-partij voor den heer Blok tot 'n bedrag
van f 150 in de kosten.
Getuige Blok spreekt.
Bij het verhoor van commissaris Blok als
eerste getuige vroeg de verdediger of de ge
wezen rechercheur Haveman op 1 Novem
ber 1923 was ontslagen.
Ja, op mijn voordracht. Getuige wist niet
dat men H. en hem verdacht van allerlei
misdrijven vóór den moord. Op verdere
vragen van mr. Muller Massis ontkende hij
dat hein ooit is gerapporteerd door andere
politie-beamten, dat Haverman spoten van
misdrijf had weg gemaakt. Wel had de in
specteur hem medegedeeld, dat tijdens ge-
tuiges verlof Haveman vingerafdrukken niet
had opgenomen, zooals een politieman dat
behoort te doen, toen er een inbraak bij
Sax lampenfabrieken had plaats gehad. Bij
de inbraak in het station zouden er voet
stappen van een man zijn weggewischt; wat
hem is gerapporteerd.
Mr. Muller Massis merkt op, dat ge
tuige zich zelf vrijspreekt.
Getuige ontkent dit met klem en herhaalt
zijn ontkenning driftig.
Mr. Bourlier tot mr. Muller Massis: U
moet geen spijkers op laag water zoeken.
Mr. Muller Massis vraagt getuige, of
het hem niet is opgevallen, dat er nooit
zaken uitkwamen in Culemborg.
Getuige en zijn raadsman: Precicieeren
als 't u belieft.
Mr. Muller Massis: Bestond er een ver
trouwelijke vriendschappelijke omgang tus
schen u en Haveman?
Getuige: Neen, als frére en compagnon
ging ik niet met hem om, maar ik had een
inspecteur Dortland, aan wien ik niets had,
en dus moest ik met Haveman werken. Ik
vertrouwde hem.
Mr. Muller Massis vraagt of Blok sa
men met den rechercheur naar de hoeve, waar
de moord op de van Wiggen's is geschiedt,
had begeven.
Get. zet uiteen, dat hij twee dagen na den
moord op de hoeve komende, daar een agent
heeft gezien, in gesprek met Haveman, die
hem zeide een meening te hebben. Hij heeft
die meening willen weten en haar aan mr
Oostling gerapporteerd. Hij ontkent dien
zelfden avond Verrips last te hebben gege
ven, weg te gaan. Met Haveman is hij toen
van de hoeve weggegaan. Haveman heeft
zich later op het parket beklaagd dat ik hem
niet in den arm genomen had in het onder-
Mr. Hofstede Vrull en mr. Oostling hebben
Zich uitgelaten, dat H. zoo brutaal was, dat
hij die klacht durfde indienen. Eenige malen
op het bureau, aan zijn woning en 's avonds
nogmaals aan zijn woning is H. nog bij getuige
geweest.
Verdediger: U hebt dus niet meer met
hem geloopen?
Getuige: Wat zou daarin steken? Als
het zoo was, zou ik ja zeggen. Alleen de vuil
schrijverij van de B. kan daarin wat zoeken.
Een mededeeling, dat H. veel geld uitgaf,
heeft'getuige doorgegeven aan het parket en
rechter-commissaris. Uitgevloekt heeft get.
menschen, die hem mededeelingen kwamen
doen, nooit. Tot den man die de aandacht
vestigde op het vele geld uitgegeven van H.,
heeft hij gezegd: dat is geen bewijs, dat het
van den moord afkomstig is. Dat kan van
chantage, van onzedelijke' handelingen of
van smokkelen afkomstig zijn.
Er er ontstaat dan een oogenblik een
heftig twistgesprek tusschen mr. Muller
•Massis, igeiuige Blok en-mr.'Botti4kf
Ier Massis, weet u tóch'ook wel, dat mén op
allerlei wijze geld kan verdienen.
Mr. Muller Massis Laat mijn practijk
er maar buiten.
Getuige ik bedoel niet uw practijk.
Mr. Bourlier Ja, jouw practijk zal er niet
van ondergaan.
Getuige zegt, dat eerst eenigen tijd na den
moord die aanduidingen zijn gegeven van
het vele geld, dat H. uitgaf, niet direct.
Verdediger Hebt gij uw vreugde ook te
kennen gegeven over het feit, dat Haveman
na zijn eerste aanhouding was op vrije voe
ten gesteld?
Getuige Wel neen, verwondering mis
schien.
Verdediger: Hebt gij u wel eens uitgelaten
vóór den moord, dat de Van Wiggens wel
eens vermoord zouden worden
Gekeerd naar de rechtbank, steunend té
gen de tafel, vertelt get. met nadruk en zeer
op zijn gemak, hoe. hij reeds meermalen uit
verschillende oorzaken had afgeleid, dat er
menschen waren, die het op het geld van de
stumperds Van Wiggen voorzien hadden en
voorzorgsmaatregelen had genomen.
Er was al eens ingebroken bij hen en hij had
aan buren wel eens gezegd bemoei je eens
met die menschen en aan de politie gezegd
houd een oogje op die menschen. Ga er eens
kijken. H. had hij opgedragen voor sloten en
ramen te zorgen, en hij had van Wiggen zelf
een waakhond bezorgd.
Verdediger U bent hier in de gijzeling
gezet.
GetuigeOnwettig. Hij herinnert zich
niet tijdens zijn verlof in den Haag aan een
verslaggever te hebben gezegd, dat de tegen
woordige aangehoudenen bekend hadden.
Verdediger Waarom hebt U zich van de
vorige artikelen in De Arbeid niets aange
trokken
Getuige Daar stond ik boven. Als fat
soenlijk man was ik daarboven verheven. Ik
liet ze kletsen.
De redacteur van de Nieuwe Culemborg
sche Courant, J. G. M. ter Haar verklaarde,
de artikelen te hebben opgenomen in zijn
neutraal blad. Hij wilde klaarheid in de zaak.
De Bi'is niet voor de artikelen betaald.
M. de Smale (onverstaanbaar) heeft ge
werkt bij Sweeris in Buren. Daar is iemand in
het zwart gekleed gekomen, wiens naam S.
niet wilde zeggen. Later zei S. hem, dat hij
maar eens mee moest gaan naar Culemborg.
Dat is driemaal gebeurd. Bij Haveman zijn
besprekingen gehouden, waarbij deze gezegd
zou hebben, dat hij zeker het onderzoek van
den commissaris zou krijgen.
G. van Meeteren, die eveneens zoo is
geplaatst, dat op de plaatsen der pers zijn
verhoor niet is te volgen, spreekt fluisterend.
Voor zoover er iets is op te vangen, zou de
commissaris hem hebben uitgevloekt en is hij
toen naar de B. gegaan.
De concierge C. Klomp, gewezen agent
van politie, heeft den commissaris er opmerk
zaam op gemaakt, dat Haveman zooveel geld
verteerde. De commissaris heeft hem toen
gezegd dat is uit een andere bron voortge
komen en zou toen gedoeld hebben op ho-
mosexualiteit gemaakt hebben.
De timmerman J. H. de Leeuw, is, na den
moord naar het privé-adres van Óen commis
saris gegaan, om daar een mededeeling over
den moord te doen en is toen naar zijn bureau
verwezen. Haveman heeft hem later gevraagd,
of hij bij den commissaris was geweest, zeg
gende Ik zat bij den commissaris toen jij
er kwam. Maar gezien heeft getuige H. ten
huize van den commissaris niet.
De concierge, A. D. Borsma, oud-agent van
politie, had enkele maanden na den moord
een aanwijzing gekregen, dat Haveman bij
den moord op de van Wiggens betrokken was.
Het volgen van dit spoor Werd hem niet belet,
door een of andere macht, maar geholpen
werd hij ook niet. Hij dacht, dat de commis
saris Haveman de hand boven het hoofd
hield. Dien indruk had men algemeen, Onder
dezen commissaris heeft hij nooit gediend.
Getuige Overbeek, directeur van de Na
tionale Bankvereeniging, verklaart, dat 31
December 1923 de ex-rechercheur Haveman
een schuld van f 25.79 heeft afbetaald met een
bankbiljet van f 100. Met dit biljet is getuige
naar den commissaris gegaan.
Commissaris Blok Ik heb het nummer ge
noteerd en het parket er van in kennis gesteld.
Getuige heeft het noteeren niet gezien.
Het lid van den Culemborgschen gemeen
teraad J. A. Klein heeft met den commissaris
over het vele geld uitgeven van Haveman ge
sproken. De commissaris heeft gezegd, dat
Haveman niets met den moord te maken had
en dat zijn geld afkomstig was van chantage
en homosexueele handelingen. Getuige kent
de B. als een fideelen en jovialen man, wiens
artikelen hem in de pen gegeven zijn door
zijn zorg voor het algemeen belang.
Dat is de algemeene meening in Culem
borg.
Getuige Blok zegt, dat er een antipathie
tegen hem bij de notabelen van Culemborg be
staat, omdat hij bedankt heeft als lid van de
sociëteit.
De inspecteur van politie Dortland heeft
ongeveer een week na den moord zijn aan
dacht op Haveman gevestigd. De commissa
ris geloofde daarvan niets en beweerde dat
Haveman geen kip kon doodmaken en heeft
gezegd Ben je bedgeloof je dat?
Mr. Bourlier en commissaris Blok is dat
uitvloeken, o
Getuige Dortland verklaart verder, dat
Haveman het vertrouwen van den commissa
ris genoot, die alles met hem besprak en zijn
ander personeel er buiten liet. Getuige heeft
gezien, dat bij de inbraak van Sax Haveman
vingerafdrukken en sporen wegmaakte en
heeft dit getuige gerapporteerd.
De commissaris Ja, toen ik van mijn bui
tenlandsche reis terugkwam.
Getuige Dortland weet niet dat Haveman
daarvoor een uitbrander heeft gehad. Hij is
's middags om 3 uur na den moord op de
hoeve gekomen.De sloten die Haveman na den
eersten diefstal bij van Wiggen had aange
bracht, op last van den commissaris, waren
dicht, terwijl binnen de zwaargewonde men
schen lagen. De deuren zijn opengebroken
door de politie. Niemand van de buren kon
voor haar zijn binnen geweest.
Getuige J. de Raad, een buurman van de
van Wiggens, verklaart dat Haveman hem
heeft gezegd, dat die inbraak maar fantasie
is. De stumperds moesten in November pacht
betalen en konden dat niet.
De agent van politie J. Roode, die na den
moord was belast met de wacht op de hoeve,
had 'n paar dagen na den moord den commis
saris in gezelschap van Haveman de hoeve
zien opkomen en heeft Haveman niet willen
toelaten. De commissaris heeft dien toen weer
meegenomen op vriendschappelijke manier.
Getuige heeft ook het wegvegen van vinger
afdrukken door Haveman gezien bij de in
braak bij Sax. Hij heeft toen ook een stuk
hout met een beitelafdruk weggegooid, wat
getuige aan den commissaris heeft gerappor
teerd, die vond, dat getuige zich er niet mee
moest bemoeien.
Getuige vertelt nog een en ander van de
verhoudingen in het Culemborgsche politie
corps. Hij heeft met de rijksrecherche een
onderzoek ingesteld, dat een lijn heeft ge
wezen, leidend naar Haveman. Niet lang voor
diens arrestatie had Haveman, die behoorde,
'tot -zijn ^godsdienstige tgemeente 'een 'onder-,
Getuige Ik zeg niets.
Haveman De zaak is voor mij toch verlo
ren. Er is geen hoop meer.
Getuige Als je tot inkeer komt, kan er
nog behoudenis voor je zijn.
Haveman De commissaris heeft mij on
gelukkig gemaakt. Hij weet er ook van.
De commissaris noemt getuige onbetrouw
baar. Hij is verdacht geweest van verduis
tering en kon uit dien hoofde ook geen rijks
veldwachter worden.
De agent van politie, A. Verburg, her
haalt de beschuldiging tegen Haveman van
het wegwisschen van sporen en afdrukken.
H. had veel te zeggen op het bureau.
Mr. Bourlier verzoekt vast te leggen, dat
getuige verklaart, dat de vingerafdrukken
zijn meegenomen naar het politiebureau.
De eisch.
Het O. M. heeft wegens smaad en een
voudige beleediging geëischt 2 maal 50 boete
subs. 2 maal 10 dagen hechtenis.
Voor de rechtbank te Roermond st<?nd
Dinsdag terecht de gedetineerde 25-jarige
huisknecht M. H. L. uit Deventer.
Verdachte werd ten laste gelegd, dat hij
op 7 Juni j.l. te Venlo verschillende gouden
sieraden, behoorende aan de familie B. al
daar heeft weggenomen.
Getuige B, en haar dochter verklaarden
ter terechtzitting, op den bewusten dag uit
te zijn geweest en 's avonds bij haar thuis
komst te hebben bemerkt, dat er een on
bevoegde was geweest, die verschillende
gouden voorwerpen had ontvreemd.
Verdachte, die bij den rechter-commis
saris verschillende dingen had toegegeven,
wist thans niets meer.
Pres.: Ben jij op den bewusten dag in
Venlo geweest?
Verd.: Dat weet ik niet.
Pres.: Je hebt op 7 Juni een ringetje ver
kocht?
Verd.: Dat kan wel. Ik mag toch zeker
wel ringetjes verkoopen!
Rechter mr. Bibau: Weet u nou niet meer,
dat u op den dag van de inbraak in Venlo
bent geweest?
Verd.: Dat weet ik niet; ik houd er geen
dagboek op na,
Pres.: Het is niet goed die houding van
jou. Je hebt al meer in de gevangenis ge
zeten nietwaar?
Verd.: Dat kan wel, maar dat zegt alle
maal niks.
Pres.: Ik vind die houding van u dom, al
kan ik u niet verplichten te antwoorden.
Verd.: Dat heeft de rechter-commissaris
mij niet gezegd, want daar hebben ze me
erg neergedrukt.
Verdachte, die zich verder van alles niets
meer kon herinneren, verklaarde niet inge
broken of gestolen te hebben.
Verschillende getuigen leggen verklarin
gen af, dat vedachte aan hen gouden voor
werpen heeft verkocht, waarvan bleek, dat
zij van inbraak afkomstig waren.
Het O. M., waargenomen door mr, dr. P.
Rieter, acht door de getuigenverklaring het
ten laste gelegde bewezen. Spr. wil niet
uitwijden over de verdediging, welke ver
dachte hier heeft willen voeren. In het oog
nemende de brutaliteit, waarmede verdach
te pleegt op te treden en gezien het straf
register van dezen man, waarop reeds
meerdere inbraken en diefstallen prijken,
eischte spr. de maximumstraf, zijnde vier
jaren.
Mr. Höppener, die verdachte verdedigt,
meende, dat het geenszins vaststaat, dat
deze sieraden door verdachte zijn ont
vreemd, maar dat het ook mogelijk is, dat
verdachte deze voorwerpen van een ander
heeft gekocht.
Uitspraak over veertien dagen.
Vader en zoon voor de rechtbank.
Vader en zoon R., arbeiders te Gastel,
beiden gedetineerd, stonden voor de recht
bank te Breda terecht, omdat zij hun zwa
ger en oom, C. D., op 3 Aug. j.l. bij een
vechtpartij zoodanig met messen hebben
gestoken, dat deze ernstig werd gewond.
Een wachtmeester der maréchaussée. als
getuige gehoord, deelde mede, dat hij bij
het slachtoffer een 12-tal messteken had
geconstateerd in armen, hals en boofd; de
getroffene staat nu juist "niet *als het gun
stigste lid bekend van deze vechtlustige fa
milie.
Getuige Marie J., de vrouw_ van den ge
wonde, had gezien, hoe haar man klop
kreeg. Zij deed een omstandig verhaal van
hetgeen zij gezien heeft. Oom en neef had
den ieder een mes in de hand, waarmede
zij haar man bewerkten.
Het slachtoffer, als getuige gehoord, stel
de zich civiele partij en vroeg schadever
goeding voor de dagen dat hij niet kon
werken.
Vader R. bekende zijn optreden; D. was
onder bedreiging op den jongen R. toege
sprongen, waarom de vader zoo woedend
werd, dat hij met z'n geopend mes toe
sprong. Hij had niet de bedoeling zijn zwa
ger te dooden, doch hij had zich in zijn
woede laten gaan.
De jeugdige R. verklaarde in ongeveer
gelijken geest; hij had zich verweerd, zag
zijn vader in gevecht met zijn oom, zag
messen glinsteren en kwam zijn vader te
hulp.
De Officier vhn Justitie achtte het ten
laste gelegde bewezen, nam aan dat 't niet
de bedoeling was D. te dooden, doch wel
om hem zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen. Voor dergelijk optreden was geen
aanleiding, al kunnen voor den vader ver
zachtende omstandigheden gelden. Tegen
den vader werd geëischt een gevangenis
straf van 8 maanden, tegen den zoon 1 jaar
en 6 maanden.
De verdedigers bepleitten clementie.
Uitspraak over 14 dagen.
van Aalsmeernaar -Breda en t hoeveel*
is <*at? V
Antw.: Aalsmeer, Kudelstaart, Kwakel,
Vrouwenakker, Zevenhoven, Nieuwkoop,
Zwammerdam, Bodegraven, Gouda, Stol
wijk, Lekkerkerk, Elshout, Alblasserdam,
Papendrecht, Dordrecht,Willemsdorp, Moer
dijk, de 3 Hoefijzers, Terheijden, Breda. Af
stand 103.2 K.M.
Vr. Zoudt u mij inlichtingen kunnen ver
strekken omtrent de mandolineclub „Santa
Lucia", of het adres, waar ik deze kan be
komen? i
Antw. Secretaris is de heer Jos. w<"
Bamhoorn, Linschotenstraat 43. i
Vr. Welk middel bestaat er om vetvlek
ken uit een lichtgrijze travers japon te ver
wijderen (zonder te wasschen)?
Antw. Indien het geen gecompliceerde
vetvlek is, kunt u de vlek waarschijnlijk
verwijderen door een schoon wit doekje
matig (anders krijgt u kringen) met benzine
te bevochtigen ei^ daarmede de vlek voor
zichtig uit te wrijven. Mocht dit middel niet
baten, schrijft ons dan even welke soort
vetvlek het is (jus, wagensmeer, kaarsvet of
iets anders).
Vr. Is u een R. K. Weeshuis bekend,
waarvan meisjes als dienstboden in R. K.
gezinnen geplaatst worden?
Antw. Een speciaal adres kunnen wij u
daarvoor niet opgeven. Natuurlijk komt het
wel eens voor, dat meisjes uit R. K. Wees
huizen als dienstbode in betrekking gaan,
Vr. Mag men zonder daartoe gemachtigd
te zijn een waarschuwing in de courant
plaatsen, zonder met den strafrechter in
aanraking te komen?
Antw. Het ligt geheel aan het feit waar
voor men waarschuwt en aan den vorm,
waarin de waarschuwing gegoten wordt.
Of de door u bedoelde waarschuwing zóó
geplaatst mag worden, kunnen wij niet be-
oordeelen. Wendt u echter even tot den
commissaris van politie bij u ter stede.
Vr. Ik ben in de gem. Haarlem aangesla
gen voor Rijks Ink, bel., verd. bel. II en
gem. ink. bel. resp voor 17.55, 2.60 en
7.50, totaal 41.15 naar een zuiver in-
kotaen van 1514. Is deze aanslag juist?
Antw. Ja, uw aanslag is juist.
Vr. Kunt u mij ook zeggen, hoe men een
grijze peau de Suède tasch kan schoon
maken?
Antw. Schuier met heel fijn schuurlinnep
of oud brood de tasch af. Nooit met benzinji
aan Suède komen.
Vr. Mijn zoon is 19 jaar oud, goedge
keurd voor alle militaire diensten, doch
vrijgeloot. Hij zou gaarne bij de bereden
marchaussée ingedeeld willen worden. Tot
wien moet hij zich nu wenden?
Antw. Hij zal daarvoor een vrijwillige
verbintenis moeten aangaan. Wendt u daar
voor tot het garnizoensbureau, Infanterie-
kazerne, Koudenhorn, Haarlem.
Vr. Welke papieren heeft iemand noodig
die als matroos op een koopvaardijschip
wil gaan varen?
Antw. Een pas en waarschijnlijk het
bewijs dat hij gemonsterd is. Ten kantore
van het schip, waar men varen gaat, zal
men u wel inlichten.
Vr. Welk middel bestaat er om vet
vlekken uit een regenjas te verwijderen?
Antw. Met benzine of over de, vlek een
stuk poreus (grauw) papier leggen en dal
met een warm strkijzer verwarmen, zoodal
het vet in het papier trekt.
Vr.: Is lot 08739 van Berger Compasemitn
reeds uitgeloot?
Antw.: Neen.
Vr.: Wanneer worden dit jaar de 3 Octo-
berfeesten in Leiden gehouden?
Antw.: Op 2 en 4 October.
Vijf abonné's te N. Wij kunnen uw
stuk niet opnemeif, omdat het ongeteekeiifl
is en omdat wij moeilijk tusschen twee o?)r
dememingen partij kunnen kiezen.
Vr.: I. Is de Ned. Jaarbeurs te Utrecht
Zondags geopend?
Antw»* Neen
Vr.: li Wat is de toegangsprijs per per
soon?
Antw.; Er zijn voor 1.50 kaarten ver
krijgbaar, die driemaal toegang geven en
waarop men bij vertoon aan het station 50
pèt. korting ontvangt op den prijs voor zijn
terugrcisbiljet naar 'het station van vertrek.
Dagkaarten kosten, naar wij meenen 1.—
Vr.: III. In welk gedeelte van Utrecht is
de jaarbeurs?
Antw.: Op het Vreeburg een minuut of 7
van het station.
Vr.: 'Kunt u mij ook zegge», wat of de
ingesloten medaille voor beteekenis heeft?
Antw.: Het is een bronzen medaille, uit
gegeven ter gelegenheid van de opening van
den Simplon-tunnel op de grens van Zwit
serland en Italië. Aan de eene zijde ziet
men de emblemen van welvaart over den
ingang van den tunnel en aan de andere
zijde zijn werklieden bezig aan de door
boring van de alpen, met in het latijn dit
opschrift: Het genie en de 'hand der men
schen hebben1 mij doorboord. 19891906.
Vr.; Kunt u mij ook zeggen tot hoe laat
een meisje van bijna 16 jaar in een winkel
mag staan? En als z 16 jaar is?
Antw.: De arbeidstijd in winkels is nog
njet geregeld, Meisjes boven, en beneden de
16 jaar zijn dus niet aan een uur gebonden.
Afró 'Welke 'de "kortste ,weg i per -auto
Geslaagd bij het op 14 en 15 Sept. ge
houden toelatingsexamen aan de Rijkstuin
bouwschool te Lisse: W. de Wreede, A A.
J. Philippo, J. Ruigrok, C. A. Veldhuyze»
van Zanten, C. de Jong te Hillegom, J.
Bijlo te Alkmaar, H. Roozen te Bennebroek,
H, W. Verdegaal, P. K. v. d. Kamp, C.
Verdegaal Jz., J. W. Bergman, J. P. van
Reisen te Sassenheim, W. van Zadel, A. J.
M, Berkhout te Aerdenhout, J. Bronkhorst
te Heemstede, Gerda D. van Dijk te Oegst-
geest, A. A. J. Woudstra te Leiderdorp,
P. S, van Leeuwen te Noordwijkerhout, H.
C. Verdegool, S. van Reisen te Voorhout,
C. Marbus, P. D. Lindhout te Noordwijk,
H. Kolewijn te Haarlem, D. van Wieringen
te Abbenès, M. A. J. Roozen te Voorhout,
Afgewezen werden 5 candidaten.
Na gehouden herexamen werden nog tot
de 2e kl. toegelaten: A A. Matze, D.
Wijntjes te Sassenheim.
J. Mooy te Haarlem, S. Roozen te Ben
nebroek, A. H. v. Zadel te Aerdenhout.
Afgewezen werden 2 candidaten.
Tot de 3e kl. werden na afgelegd her
examen nog toegelaten: L. Miedema, Delftr,
D. Q. Mulock Houwer, Zierikzee.
Het moet in het belang geacht worden
van den landbouwer, den handelaar en dan
verbruiker, dat de berichtgeving omtrent dé
verwachtingen der oogstresultaten zoo be
trouwbaar mogelijk is en dat wordt voor
komen, dat mededeelingen, welke mèt
speculatieve doeleinden worden verspreid;
ingang vinden.
Uit de landbouwoogstberichten zijn, met
betrekking tot de suikerbieten, wel gevolg
trekkingen le maken betreffende de ver
moedelijke opbrengst aan wordtelen; maar
zoolang aangaande het suikergehalte dier
wordtelen niets bekend is, ka» niets worden
geoordeeld over de vermoedelijke suiker
opbrengst.
Om deze leemte in de berichtgeving aan
te vullen, heeft de directie van den Land
bouw overleg gepleegd met de organisaties
van beetworlelsuikerfabrikanten, die zich
bereid verklaarden kosteloos het suiker
gehalte te onderzoeken van alle monster#
suikerbieten, welke door tusschenkomst
van genoemde directie zullen worden inge
zonden.
In de onderscheidene deelen des lands
verklaarden zich 178 landbouwers bereid, om
als correspondent der directie van den
Landbouw voor dit doel een monster te
nemen.
De eerste monsterneming had plaats op
1 September. Ofschoon mag worden aange
nomen, dat deze, in het bijzonder met be
trekking tot dc keuze der monsterbieten;
nog zal verbeteren, als eenige ervaring zal
zijn verkregen, zijn de resultaten van bet
eerste onderzoek toch reeds van dien aard;
dat tot publicatie ervan kan worden over
gegaan.
De indruk is, dat v.oor monsterbieten in
verschillende gevallen exemplaren zijn ge
nomen, welke in grootte uitsteken boven
die, zooals het veld ze in doorsnee ver
toont. Hierdoor is "het gevonden gewicht
van 621 gram per biet waarschijnlijk té
hoog en moet ook de vermoedelijke op
brengst, welke aan de hand van het gewicht
en het berekende aantal bieten per H.A.'
op 35.000 K.G.. zou moeten worden bepaald;
te groot worden geacht. Toch kan met vrij
groote zekerheid worden aangenomen, dat
de gewichlsopbrengst in 1926 zeer bevredi
gend zal zijn.
Ook het suikergehalte, dat van alle mon
sters te zamen gemiddeld 15.89 pet. bedraagt,'
mag, den tijd van het jaar en de gegevens
uit andere landen in aanmerking genomen,"
goed worden geacht.
Op 15 September zal een tweede monster*
neming,plaats-hebben,