De Zevende Algemeene Vergadering var» den Volkenbond te Genève. NIEUWE HAARL'. COURANT /weede Blad Vrijdag 17 Sept. 1926 j. IV. RECHTSZAKEN. Zenuwachtig, Overspannen en Slapeloos Mijnhardt's Zenuwtabletten De Culemborgsche moordzaak. houd .met ,h<yji ,en .vroeg .Kan je mij niets mededeélen over de zaak Hij hield er geen dagboek op na. Een twaalftal messteken toegebracht. LANDBOUW EN VISSCHERIJ VRAGENBUS. Het gehalte van suikerbieten^ "3* F> "f. v. (eigen correspondentie). Öeée zevende Assemblêe is, voorname lijk althans, bijeengeroepen ten 'bate van Duitschland's toetreding of toelating tot den Bond. Toetreding, omdat het een aan vrage moest indienen om te worden toegela ten toelating, omdat tenslotte de vergadering Zelve met 2/3 meerderheid haar instemming met de aanvrage moest betuigen. Wel zijn de tijden spoedig veranderd-! Nog nauwelijks drie of vier jaren geleden durfde men van Duitschland's toe-lating in den Volkenbond slechts terloops gewagen, en nu, trouwens ook een vorig jaar, was reeds tevoren de ze kerheid verkregen, dat Duitschland's aan vrage met algemeene stemmen zou worden goedgekeurd. Dat er op het laatste oogenblik nog moei lijkheden schenente rijzen, is dan ook niet aan 'n bezwaar tegenDuitschland's toelating, maar tegen de procedure, door den Raad en het bureau van de Assemblêe gevolgd, toe te schrijven. Het Bureau van de Assemblêe bestaat met ,den Servischen Voorzitter Ninsjtisj, uit zes voorzitters, door de Assem blêe gekozen, onder wie Briand, Chamber lain, Scialoja, maar ook onze ex-landgenoot Baron Lehman behooren, en uit zes voorzitters van de zes Commissiën. Het Bureau heeft nu, op verzoek van den Raad, een drieledig, maar tegelijk onsplitsbaar voorstel gedaan. Dit voorstel hield tegelijkertijd in de toela ting van Duitschland de toekenning van een permanenten zetel aan Duitschland en de vermeerdering van het aantal niet-perma nente zetel van den Raad van 6 tot 9. Men -gevoeld waarom Briand, de voorsteller van dit voorstel, deze onsplitsbaarheid wenschte. >Niet zonder moeilijkheden i? het compromis ;inzake de samenstelling van den Raad tot .stand gekomen zou men daaraan op het laatste oogenblik ook maar voor een enkel on derdeel gaan knabbelen, dan werd geheel de ;pplossing weer op losse schroeven gezet. 'Nu is het bekend, dat in de Assemblêe de leden vrij talrijk zijn, die elke uitbreiding van den Raad met tegenzin begroeten. Zij meenen, dat het principieel overweging ver dient, dat de Raad niet te omvangrijk zal zijn, en zij gelooven, dat 's Raads solidariteit en besluitvastheid door een klein aantal leden eer zal winnen dan verliezen. Noorwegen met den iet-wat driftigen Nansen voorop, maakte bezwaar tegen de door den Raad ge kozen oplossing. De mogelijkheid werd niet geheel uitgesloten gerekend, dat men Duitsch land met algemeene stemmen zou toelaten. Duitschland den permanenten zetel zou ge ven, dien het wenscht, en dat vervolgens het voorstel betreffende de uitbreiding van den Raad niet de noodige instemming Zou vinden. Tot welke complicaties dit zou hebben geleid, behoeft nauwelijks te worden gezegd. Nu was de van Duitschland afkomstige aanvrage om toelating geen nieuwe, maar een, die aan het einde der buitengewone Maart-Assemblêe werd geschorst. Zij was toen reeds door de militaire deskundigen onderzocht, en had tevens onderwerp van beraadslaging uitgemaakt in de eerste, de juri dische commissie der Vergadering. De Raad §n het Bureau oordeelden het daarom niet meer noodig, dat Duitschland's toetreding nog eens in de commissiën zou worden on derzocht. Maar met het voorstel van een riieuwen permanenten zetel en de uitbreiding yan het aantal der niet-permanente zetels scheen het anders. Dit voorstel was geheel nieuw en nog niet in de commissiën onder- Zocht. Nu is dit laatste wel gewoonte, maar de Assemblêe kan met 2/3 meerderheid anders besluiten. Het voorstel van het Bu reau om,zulks te doen werd door Motta, den Voorzitter der juridische commissie, reeds den dag tevoren in deze commissie verdedigd. Dit met het oog Op de mogelijkheid, dat de Assemblêe toch de verwijzing naar de com missie zou wenfchen, in welk geval de juridi sche commissie de aangewezene zou zijn. Magf gelukkig is het zoover niet gekomen. Het zou, voor den eersten keer, een conflict tusschen den Raad en de Assemblêe zijn ge weest. Want de Raad heeft begrepen, dat het aanbeveling verdiende, dat hij met geheel zijn gezag het denkbeeld ondersteunde, en dit beeft geholpen. Wel bleek van de zijde van Noorwegen ernstige oppositie te bestaan wel verklaarde ook Zweden zich tegen elke uitbreiding van den Raad,, schoon zijn ver tegenwoordiger het rapport der betreffende commissie heeft onderteekend wel tenslot te sprak ook de Nederlandsche gedelegeerde, de heer Loudon, zich tegen die uitbreiding uit. De Nieuwe Rotlerd. Courant heeft de bewoordingen van des heeren Loudon's rede vrijwel woordelijk weergegeven. De heer Loudon verklaarde zich tegen de uitbreiding van het aantal Raadszetels niet te zullen ver- Zetten. Ik zou echter te dezen aanzien, zoo betoogde hij-, te kort schieten aan oprecht- beid, indien ik niet verklaarde, dat naar mijn oordeel en niettegenstaande alles wat de rap porteur Motta gezegd heeft, het een dwaling is de kwestie van den vasten raadszetel voor Duitschland, wat naar wij weten niemand hier aan dit land wil'weigeren, te verbinden aan de kwestie van de vermeerdering van het aantal niet-vaste zetels, een punt waarom trent de meeningen verdeeld zijn. Ik geloof dat deze procedure de vrijheid der Volken bondsvergadering aan banden legt en dat de Volkenbonds-vergadering ook al onder werpt zij zich bij wijze van uitzondering en met het eenige doel om nieuwe verwikkelin gen te voorkomen, ditmaal hieraan dan toch het recht en den plicht heeft haar diepe teleurstelling over deze wijze van handelen uit te spreken. Ik heb deze tribune niet be klommen om oppositie te voeren. Ik begrijp de moeilijkheden van het oogenblik te goed. Doch diegenen onder U, die aanwezig waren in de bijeenkomst der derde Volkenbondsver gadering op 25 September 1922, zullen zich Zeker niet verwonderen, dat ook thans de gedelegeerde van Nederland in beginsel bestrijdt de vermeerdering van het aantal le den van den Volkenbondsraad. Wij waren toen geheel alleen in het stemmen tegen de uitbreiding met twee niet-permanente raads zetels. Mijn zeer betreurde collega prof. Struycken lichtte onze stem aldus toe De solidariteit en de collectieve verantwoorde lijkheid van den Volkenbondsraad zullen erdoor verminderen, zeide hij, en hij eindig de met deze woorden „Indien men dit jaar een hervorming van het voornaamste orgaan van den Volkenbond toestaat ter wille van as piraties van politieke groepen, welke waar borgen zal men dan hebben, dat men een anderen keer niet nogmaals de samenstelling van den Volkenbondsraad zal willen regelen öaar den veranderden staat der dingen." De Volkenbondsvergadering schonk geen gehoor aan deze opmerkingen. Met 44 stemmen te gen slechts een de onze vermeerderde Zij den Volkenbondsraad met twee leden. Vandaag is het erom te doen niet minder dan vier zetels aan den Raad toe te voegen. In een tijdsverloop van vier jaren zullen wij dus van acht tot veertien zetels gestegen zijn. Welk een gevaar ontstaat niet hieruit voor den Volkenbond, voor de handhaving van het evenwicht tusschen Vergadering en Raad. Welke moeilijkheden dreigen niet in geval van noodzakelijkheid tot spoedige bijeen roeping van den Raad of wanneer een kwestie van politieken aard een onmiddellijke beslis sing vordert. De bezwaren tegen Raadsuit- breiding zijn helder uiteengezet in de re orga nisatiecommissie. De verslagen dier commis sie leeren ons met jyelke kracht Scialoja, Sjoeberg, Le Breton zich verzetten tegen ce.i nieuwe raadsuitbreiding. De kleinste vermeerdering, zeide Scialoja, zal de beste Zijn. Het beste zou zijn in het geheel niet te vermeerderen. Desniettemin hebben de te genstanders uit een geest van verzoening, om tegemoet te komen aan de eenigszins be angstigende moeilijkheden, die men, naar ik vrees, al te dikwijls de crisis van den Volken bond noemt, zich tenslotte neergelegd bij het compromis, dat wil zeggen de vermeerdering van de niet-vaste zetels tot het cijfer van ne gen. De Nederlandsche delegatie zal hetzelfde doen en om dezelfde redenen, maar zij staat erop te verklaren, dat zij al haar vorige be zwaren handhaaft en dat zij, indien dit moge lijk zou zijn, den terugkeer zou vragen tot het cijfer van vier niet-permanente zetels, het cijfer dat tot 1922 van kracht was, ook al zou daardoor Nederland wellicht nimmer zijn intrede in den Volkenbondsraad doen. Inderdaad, dit verheugend feit staat te ge- bgpren. Er zullen er zijn, die het minder ver heugend achten die meenen, dat daardoor op Nederland nieuwe, en lang niet door allen gewenschte verantwoordelijkheid zal worden gelegd, maar er zullen er ook zijn, die de daarmede gegeven onderscheiding begrijpen en waardeeren. En waardeeren, dat Nederland een uitermate belangstellend lid van den Volkenbond, gelegenheid zal krijgen om iets meer dan belangstelling te geven Op den bovengenoemden grondslag is Duitschland's toelating een feit geworden. Toen Venezuela als alphabetisch laatste land zijn toestemmend antwoord betreffende de toelating van Duitschland had doen hooren, ging, nog voordat de Voorzitter officieel den uitslag mededeelde, een stormachtig applaus op. Het herhaalde zich, toen de permanente zetel aan Duitschland werd toegekend, en het herhaalde zich nog eens, toen met alge meene stemmen het aantal der niet-perma nente zetels bleek te zijn uitgebreid. Onge twijfeld gold dit laatste applaus niet het voorstel zelf, maar sprak daaruit verheuging over het feit, dat de zoo gevaarlijke Maart crisis thans definitief is bezworen. Althans dat mag men hopen, al zal natuurlijk de uit slag van de verkiezing voor de leden van den Raad dienen te worden afgewacht om uitte maken of het prestige van den Raad groot genoeg is, dat de vergadering geheel zijn leiding volgt. Op deze historische zitting is twee dagen later de wellicht nog meer histo rische gevolgd, waarin Duitschland zijn intrede in de Reformatiezaal te Genéve deed. Aanvoerder van de Duitsche delegatie, die tengevolge van de Fransche alphabetische volgorde der zetels een plaats heel vooraan heeft, was de Duitsche minister Stresemann, dezelfde, die geheel zijn buitenlandsche poli tiek op Duitschland's toetreding heeft gericht. Hem vergezellen de vertegenwoor digers van de verschillende Duitsche poli tieke partijen. Stresemann heeft, naar het uiterlijk te oordeelen, volkomen desinteres- sent te kennen gegeyen voor Duitschland's al dan niet toelating. Maar in werkelijkheid moet de spanning voor hem in den loop der laatste dagen groot zijn geweest. Moet hij hebben zitten wachten op het telegram, dat Sir Eric Drumond hem in opdracht van den Voorzitter stuurde. Want, Duitschland komt in den Volkenbond niet uitsluitend om zijn plaats in de Europeèsche samenleving te hernemen, maar ook om Duitschland's verlangen betreffende herziening van hgt Verdrag van Versailles kracht in de prak tijk bij te zetten. Duitschland zal vermoede lijk trachten een koloniaal mandaat te ver krijgen het zal zijn stem doen hooren ten bate van de Duitsche minderheden in ver schillende landen het zal zich herinneren, dat er een artikel 19 van-het Grondverdrag is, waarin wordt voorgeschreven, dat de mogelijkheid bestaat van herziening van bestaande verdragen, dus ook van dat van Versailles. Er mogen totnutoe moeilijkheden genoeg in den Volkenbond onderling zijn op te lossen geweest bij alle deze moei lijkheden werden niet twee scherp afge perkte kampen tegenover elkander gesteld. Dat zal in de naaste toekomst min of meer het geval zijn. En al zal men den Volkenbond ongetwijfeld menige moeilijkheid niet bespa ren, aan den anderen kant zal "zijn kracht erdoor toenemen en zijn bestaan sterk wor den in de oogen van geheel de openbare meening.! De dag van Duitschland's intrede is er een geweest, die ongetwijfeld allen voldoe ning moet hebben geschonken. Er was iets plechtigs in het verloop der zitting, door den Servischen voorzitter uitnemend geleid. Er was een redevoering van Stresemann, die tactvol en vrij 'gematigd klonk, en die, na in het Duitsch te zijn uitgesproken, in het Fransch tot Engelsch vertaald, vermoedelijk een eerste bewijs, dat Duitschland ook de officieele toenadering van de Duitsche taal Zal verzoeken. Er waren woorden van Cham berlain en Briand, van Issu en Scinloja, van vertegenwoordigers van de groote en van de kleine staten. Er werden voor de werk zaamheid van den Volkenbond perspec tieven geopend, die zijn versterking, zelfs zeer belangrijke versterking in het vooruit zicht stellen. Er is tusschen de regels door ook vernomen, wat de Duitsche bladen wat al te sterk voorop stellen, dat nog nimmer de groote Russische eenheid aan den Vol kenbond ontbreekt dat Turkije en Mexico er buiten staan dat Amerika niet verder wil gaan dan toetreding, aarzelende toetre ding zelfs tot het Hof te 's-Gravenhage. Zij, die den vooruitgang te snel willen, zijn de vijanden van het goede, dat door geleidelijk heid wordt voortgebracht. De Duitsche toe treding, die een oogenblik een crisis in den Volkenbond scheen te zullen veroorzaken, is met een kalmte en onaandoenlijkheid, die haast formeel aandeden, afgewikkeld. De Raad van den Volkenbond is uitgedijd tot een lichaam van 14 leden, zeker minder gemakkelijk hanteerbaar dan een Raad van 8 leden, waarmede men begon, maar daar door ook een lichaam welks verantwporde- lijkheid sterker spreekt en waarbinnen de verschillende stroomingen beter zijn ver tegenwoordigd. Waarlijk deze zevende Assemblêe, die in zeer korten tijd haar voornaamste agendapunt afdeed, begint met een goed vooruitzicht. Haar eigenlijk werk is pas begonnen de commissiën zijn regel matig bijeen om de verschillende voorstellen en rapporten te besprekende Assembléé behandelt het jaarverslag van den Raad, en de sprekers daarover houden zich, meer dan een vorig jaar het geval was, aan den inhoud van het rapport zelf._ Zoo straks zullen de algemeeiie beschouwingen worden beëin digd nu niet om meer formeele aangelegen heden te behandelen, doch om het regelmatig werk af te doen, dat telkenjare voor den Volkenbond gereed ligt. Dat men, door Duitschland zoo spoedig toe te laten, erin geslaagd is, Duitschland reeds aan deze zevende Assemblêe te doen medewerken, verdient zeker waardeering M. zullen Uw zenuwen kalmeeren en sterken en Uw slapeloosheid verdrijven. Buisje 75 cti Bij Apoth en Drogisten. Commissaris Blok contra de Beus. Donderdag werd voor de rechtbank te Tiel gehandeld de zaak tegen den 52-jarigen han delsreiziger O. de B., gewezen soc.-dem. raadslid van Culemborg, bedrijfsleider en si garenfabrikant, die in twee artikelen, opge nomen in de Nieuwe Culemborgsche Courant den commissaris van politie van Culemborg, /en heer J. Blók, heeft beschuldigd meer te weten van den moord, die op den tweeden Kerstdag 1923 in Culemborg is gepleegd. Op dien 26 December, 3 jaar geleden, zijn in een perceel aan den Achterweg te Culem borg Van Wiggen en zijn zuster vermoord gevonden. Het door de politie ingestelde on derzoek leidde niet tot de ontdekking van de daders. Er werden verschillende personen aangehouden en verhoord en zeer trok het de aandacht in het stadje en natuurlijk ook in de omstreken, dat de< gewezen rechercheur Ha- veman, die reeds 'geruimen tijd voordat het feit werd gepleegd, wegens wangedrag was ontslagen, in dit onderzoek weer als ware er niets gebeurd rechercheursdiensten verricht te. Van de ontstemming hierover maakte het s.-d. weekblad De Arbeid zich in den loop van 1924 de tolk. In zijn artikelen, die naar men algemeen veronderstelde werden ge schreven door O. de B., trok het blad fel te vel de tegen commissaris Blok en zijn leiding in het onderzoek van den moord op de van Wiggens. Er ontstond een hevige gisting die zich uitte in samenscholingen vóór het poli tiebureau. Bij een van die opstootjes werd zelfs een zware steen in de kamer van den commissaris geworpen. Commissaris Blok liet deze artikelen langs Zich heen gaan, een houding, die bevreemding wekte. In den zomer 1924 stelde op last van den subst-officier van justitie der Tielsche recht bank de inspecteur van politie te Culemborg, van Overeem, een onderzoek naar de toe standen in het politiecorps en naar de ge grondheid van de tegen commissaris Blok geuite beschuldigingen in. Tot eenig resultaat heeft dit onderzoek niet geleid, althans naar buiten is daarvan niets gebleken. Terwijl dit onderzoek nog liep, werd Have- man, bij wien reeds kort na den moord huis zoeking had plaats gehad, welke echter niets opleverde, aan een verhoor onderworpen. Hij werd op vrije voeten gesteld en enkele weken later nogmaals gearresteerd. Den ochtend na zijn arrestatie vond men hem dood in zijn cel. De man had een eind aan zijn leven gemaakt. Inmiddels bevonden zich eenige verdachten in voorloopige hechtenis, van wie de metaal bewerker M. zelfs een half jaar in het huis van bewaring heeft doorgebracht. Gedurende 1925 heeft de zaak vrijwel gerust, althans men merkte er weinig van, tot dat in Maart 1926 bekend werd, dat de Am- sterdamsche inspecteur van de centrale recherche van Slobbe haar in handen had. Er werden weer drie verdachten aangehouden, van wie er één nu nog in het huis van bewa ring vertoeft, en van wie er één sedert dien veroordeeld is tot een gevangenisstraf van 3 jaar ter zake van abortus provocatus. In de tweede week van April is naar aan leiding van deze aanhouding commissaris Blok als getuige opgeroepen. De rechter commissaris heeft hem toen een week gegij zeld. Hij werd binnen den door de rechtbank gestelden termijn van 12 dagen op vrije voeten gesteld en kreeg daarna 'een maand verlof. De heer de B. heeft, na diens terugkeer, twee artikelen in de Nieuwe Culemborgsche Courant geschreven de Arbeid bestaat niet meer waarvoor hij zich vandaag te ver antwoorden had. Er zijn twee dagvaardingen tegen hem uitgebracht. De getuigenverklaringen. De rechtbank is als volgt samengesteld President mr. Murman, rechters mr. Ridder van Rappard en mr. J. van Everdingen. Het O.M. wordt waargenomen door mr. J. van Everdingen. Verdediger van de B. is mr. Th. Muller Massis uit Amsterdam én mr. E. G. S. Bourlier uit den Haag is als raadsman .van commissaris Blok in de zaal. Er zijn twee getuigen a charge en 23 a dé charge en zeer groote belangstelling. Mr. Bourlier stelde zich in beide zaken civiel-partij voor den heer Blok tot 'n bedrag van f 150 in de kosten. Getuige Blok spreekt. Bij het verhoor van commissaris Blok als eerste getuige vroeg de verdediger of de ge wezen rechercheur Haveman op 1 Novem ber 1923 was ontslagen. Ja, op mijn voordracht. Getuige wist niet dat men H. en hem verdacht van allerlei misdrijven vóór den moord. Op verdere vragen van mr. Muller Massis ontkende hij dat hein ooit is gerapporteerd door andere politie-beamten, dat Haverman spoten van misdrijf had weg gemaakt. Wel had de in specteur hem medegedeeld, dat tijdens ge- tuiges verlof Haveman vingerafdrukken niet had opgenomen, zooals een politieman dat behoort te doen, toen er een inbraak bij Sax lampenfabrieken had plaats gehad. Bij de inbraak in het station zouden er voet stappen van een man zijn weggewischt; wat hem is gerapporteerd. Mr. Muller Massis merkt op, dat ge tuige zich zelf vrijspreekt. Getuige ontkent dit met klem en herhaalt zijn ontkenning driftig. Mr. Bourlier tot mr. Muller Massis: U moet geen spijkers op laag water zoeken. Mr. Muller Massis vraagt getuige, of het hem niet is opgevallen, dat er nooit zaken uitkwamen in Culemborg. Getuige en zijn raadsman: Precicieeren als 't u belieft. Mr. Muller Massis: Bestond er een ver trouwelijke vriendschappelijke omgang tus schen u en Haveman? Getuige: Neen, als frére en compagnon ging ik niet met hem om, maar ik had een inspecteur Dortland, aan wien ik niets had, en dus moest ik met Haveman werken. Ik vertrouwde hem. Mr. Muller Massis vraagt of Blok sa men met den rechercheur naar de hoeve, waar de moord op de van Wiggen's is geschiedt, had begeven. Get. zet uiteen, dat hij twee dagen na den moord op de hoeve komende, daar een agent heeft gezien, in gesprek met Haveman, die hem zeide een meening te hebben. Hij heeft die meening willen weten en haar aan mr Oostling gerapporteerd. Hij ontkent dien zelfden avond Verrips last te hebben gege ven, weg te gaan. Met Haveman is hij toen van de hoeve weggegaan. Haveman heeft zich later op het parket beklaagd dat ik hem niet in den arm genomen had in het onder- Mr. Hofstede Vrull en mr. Oostling hebben Zich uitgelaten, dat H. zoo brutaal was, dat hij die klacht durfde indienen. Eenige malen op het bureau, aan zijn woning en 's avonds nogmaals aan zijn woning is H. nog bij getuige geweest. Verdediger: U hebt dus niet meer met hem geloopen? Getuige: Wat zou daarin steken? Als het zoo was, zou ik ja zeggen. Alleen de vuil schrijverij van de B. kan daarin wat zoeken. Een mededeeling, dat H. veel geld uitgaf, heeft'getuige doorgegeven aan het parket en rechter-commissaris. Uitgevloekt heeft get. menschen, die hem mededeelingen kwamen doen, nooit. Tot den man die de aandacht vestigde op het vele geld uitgegeven van H., heeft hij gezegd: dat is geen bewijs, dat het van den moord afkomstig is. Dat kan van chantage, van onzedelijke' handelingen of van smokkelen afkomstig zijn. Er er ontstaat dan een oogenblik een heftig twistgesprek tusschen mr. Muller •Massis, igeiuige Blok en-mr.'Botti4kf Ier Massis, weet u tóch'ook wel, dat mén op allerlei wijze geld kan verdienen. Mr. Muller Massis Laat mijn practijk er maar buiten. Getuige ik bedoel niet uw practijk. Mr. Bourlier Ja, jouw practijk zal er niet van ondergaan. Getuige zegt, dat eerst eenigen tijd na den moord die aanduidingen zijn gegeven van het vele geld, dat H. uitgaf, niet direct. Verdediger Hebt gij uw vreugde ook te kennen gegeven over het feit, dat Haveman na zijn eerste aanhouding was op vrije voe ten gesteld? Getuige Wel neen, verwondering mis schien. Verdediger: Hebt gij u wel eens uitgelaten vóór den moord, dat de Van Wiggens wel eens vermoord zouden worden Gekeerd naar de rechtbank, steunend té gen de tafel, vertelt get. met nadruk en zeer op zijn gemak, hoe. hij reeds meermalen uit verschillende oorzaken had afgeleid, dat er menschen waren, die het op het geld van de stumperds Van Wiggen voorzien hadden en voorzorgsmaatregelen had genomen. Er was al eens ingebroken bij hen en hij had aan buren wel eens gezegd bemoei je eens met die menschen en aan de politie gezegd houd een oogje op die menschen. Ga er eens kijken. H. had hij opgedragen voor sloten en ramen te zorgen, en hij had van Wiggen zelf een waakhond bezorgd. Verdediger U bent hier in de gijzeling gezet. GetuigeOnwettig. Hij herinnert zich niet tijdens zijn verlof in den Haag aan een verslaggever te hebben gezegd, dat de tegen woordige aangehoudenen bekend hadden. Verdediger Waarom hebt U zich van de vorige artikelen in De Arbeid niets aange trokken Getuige Daar stond ik boven. Als fat soenlijk man was ik daarboven verheven. Ik liet ze kletsen. De redacteur van de Nieuwe Culemborg sche Courant, J. G. M. ter Haar verklaarde, de artikelen te hebben opgenomen in zijn neutraal blad. Hij wilde klaarheid in de zaak. De Bi'is niet voor de artikelen betaald. M. de Smale (onverstaanbaar) heeft ge werkt bij Sweeris in Buren. Daar is iemand in het zwart gekleed gekomen, wiens naam S. niet wilde zeggen. Later zei S. hem, dat hij maar eens mee moest gaan naar Culemborg. Dat is driemaal gebeurd. Bij Haveman zijn besprekingen gehouden, waarbij deze gezegd zou hebben, dat hij zeker het onderzoek van den commissaris zou krijgen. G. van Meeteren, die eveneens zoo is geplaatst, dat op de plaatsen der pers zijn verhoor niet is te volgen, spreekt fluisterend. Voor zoover er iets is op te vangen, zou de commissaris hem hebben uitgevloekt en is hij toen naar de B. gegaan. De concierge C. Klomp, gewezen agent van politie, heeft den commissaris er opmerk zaam op gemaakt, dat Haveman zooveel geld verteerde. De commissaris heeft hem toen gezegd dat is uit een andere bron voortge komen en zou toen gedoeld hebben op ho- mosexualiteit gemaakt hebben. De timmerman J. H. de Leeuw, is, na den moord naar het privé-adres van Óen commis saris gegaan, om daar een mededeeling over den moord te doen en is toen naar zijn bureau verwezen. Haveman heeft hem later gevraagd, of hij bij den commissaris was geweest, zeg gende Ik zat bij den commissaris toen jij er kwam. Maar gezien heeft getuige H. ten huize van den commissaris niet. De concierge, A. D. Borsma, oud-agent van politie, had enkele maanden na den moord een aanwijzing gekregen, dat Haveman bij den moord op de van Wiggens betrokken was. Het volgen van dit spoor Werd hem niet belet, door een of andere macht, maar geholpen werd hij ook niet. Hij dacht, dat de commis saris Haveman de hand boven het hoofd hield. Dien indruk had men algemeen, Onder dezen commissaris heeft hij nooit gediend. Getuige Overbeek, directeur van de Na tionale Bankvereeniging, verklaart, dat 31 December 1923 de ex-rechercheur Haveman een schuld van f 25.79 heeft afbetaald met een bankbiljet van f 100. Met dit biljet is getuige naar den commissaris gegaan. Commissaris Blok Ik heb het nummer ge noteerd en het parket er van in kennis gesteld. Getuige heeft het noteeren niet gezien. Het lid van den Culemborgschen gemeen teraad J. A. Klein heeft met den commissaris over het vele geld uitgeven van Haveman ge sproken. De commissaris heeft gezegd, dat Haveman niets met den moord te maken had en dat zijn geld afkomstig was van chantage en homosexueele handelingen. Getuige kent de B. als een fideelen en jovialen man, wiens artikelen hem in de pen gegeven zijn door zijn zorg voor het algemeen belang. Dat is de algemeene meening in Culem borg. Getuige Blok zegt, dat er een antipathie tegen hem bij de notabelen van Culemborg be staat, omdat hij bedankt heeft als lid van de sociëteit. De inspecteur van politie Dortland heeft ongeveer een week na den moord zijn aan dacht op Haveman gevestigd. De commissa ris geloofde daarvan niets en beweerde dat Haveman geen kip kon doodmaken en heeft gezegd Ben je bedgeloof je dat? Mr. Bourlier en commissaris Blok is dat uitvloeken, o Getuige Dortland verklaart verder, dat Haveman het vertrouwen van den commissa ris genoot, die alles met hem besprak en zijn ander personeel er buiten liet. Getuige heeft gezien, dat bij de inbraak van Sax Haveman vingerafdrukken en sporen wegmaakte en heeft dit getuige gerapporteerd. De commissaris Ja, toen ik van mijn bui tenlandsche reis terugkwam. Getuige Dortland weet niet dat Haveman daarvoor een uitbrander heeft gehad. Hij is 's middags om 3 uur na den moord op de hoeve gekomen.De sloten die Haveman na den eersten diefstal bij van Wiggen had aange bracht, op last van den commissaris, waren dicht, terwijl binnen de zwaargewonde men schen lagen. De deuren zijn opengebroken door de politie. Niemand van de buren kon voor haar zijn binnen geweest. Getuige J. de Raad, een buurman van de van Wiggens, verklaart dat Haveman hem heeft gezegd, dat die inbraak maar fantasie is. De stumperds moesten in November pacht betalen en konden dat niet. De agent van politie J. Roode, die na den moord was belast met de wacht op de hoeve, had 'n paar dagen na den moord den commis saris in gezelschap van Haveman de hoeve zien opkomen en heeft Haveman niet willen toelaten. De commissaris heeft dien toen weer meegenomen op vriendschappelijke manier. Getuige heeft ook het wegvegen van vinger afdrukken door Haveman gezien bij de in braak bij Sax. Hij heeft toen ook een stuk hout met een beitelafdruk weggegooid, wat getuige aan den commissaris heeft gerappor teerd, die vond, dat getuige zich er niet mee moest bemoeien. Getuige vertelt nog een en ander van de verhoudingen in het Culemborgsche politie corps. Hij heeft met de rijksrecherche een onderzoek ingesteld, dat een lijn heeft ge wezen, leidend naar Haveman. Niet lang voor diens arrestatie had Haveman, die behoorde, 'tot -zijn ^godsdienstige tgemeente 'een 'onder-, Getuige Ik zeg niets. Haveman De zaak is voor mij toch verlo ren. Er is geen hoop meer. Getuige Als je tot inkeer komt, kan er nog behoudenis voor je zijn. Haveman De commissaris heeft mij on gelukkig gemaakt. Hij weet er ook van. De commissaris noemt getuige onbetrouw baar. Hij is verdacht geweest van verduis tering en kon uit dien hoofde ook geen rijks veldwachter worden. De agent van politie, A. Verburg, her haalt de beschuldiging tegen Haveman van het wegwisschen van sporen en afdrukken. H. had veel te zeggen op het bureau. Mr. Bourlier verzoekt vast te leggen, dat getuige verklaart, dat de vingerafdrukken zijn meegenomen naar het politiebureau. De eisch. Het O. M. heeft wegens smaad en een voudige beleediging geëischt 2 maal 50 boete subs. 2 maal 10 dagen hechtenis. Voor de rechtbank te Roermond st<?nd Dinsdag terecht de gedetineerde 25-jarige huisknecht M. H. L. uit Deventer. Verdachte werd ten laste gelegd, dat hij op 7 Juni j.l. te Venlo verschillende gouden sieraden, behoorende aan de familie B. al daar heeft weggenomen. Getuige B, en haar dochter verklaarden ter terechtzitting, op den bewusten dag uit te zijn geweest en 's avonds bij haar thuis komst te hebben bemerkt, dat er een on bevoegde was geweest, die verschillende gouden voorwerpen had ontvreemd. Verdachte, die bij den rechter-commis saris verschillende dingen had toegegeven, wist thans niets meer. Pres.: Ben jij op den bewusten dag in Venlo geweest? Verd.: Dat weet ik niet. Pres.: Je hebt op 7 Juni een ringetje ver kocht? Verd.: Dat kan wel. Ik mag toch zeker wel ringetjes verkoopen! Rechter mr. Bibau: Weet u nou niet meer, dat u op den dag van de inbraak in Venlo bent geweest? Verd.: Dat weet ik niet; ik houd er geen dagboek op na, Pres.: Het is niet goed die houding van jou. Je hebt al meer in de gevangenis ge zeten nietwaar? Verd.: Dat kan wel, maar dat zegt alle maal niks. Pres.: Ik vind die houding van u dom, al kan ik u niet verplichten te antwoorden. Verd.: Dat heeft de rechter-commissaris mij niet gezegd, want daar hebben ze me erg neergedrukt. Verdachte, die zich verder van alles niets meer kon herinneren, verklaarde niet inge broken of gestolen te hebben. Verschillende getuigen leggen verklarin gen af, dat vedachte aan hen gouden voor werpen heeft verkocht, waarvan bleek, dat zij van inbraak afkomstig waren. Het O. M., waargenomen door mr, dr. P. Rieter, acht door de getuigenverklaring het ten laste gelegde bewezen. Spr. wil niet uitwijden over de verdediging, welke ver dachte hier heeft willen voeren. In het oog nemende de brutaliteit, waarmede verdach te pleegt op te treden en gezien het straf register van dezen man, waarop reeds meerdere inbraken en diefstallen prijken, eischte spr. de maximumstraf, zijnde vier jaren. Mr. Höppener, die verdachte verdedigt, meende, dat het geenszins vaststaat, dat deze sieraden door verdachte zijn ont vreemd, maar dat het ook mogelijk is, dat verdachte deze voorwerpen van een ander heeft gekocht. Uitspraak over veertien dagen. Vader en zoon voor de rechtbank. Vader en zoon R., arbeiders te Gastel, beiden gedetineerd, stonden voor de recht bank te Breda terecht, omdat zij hun zwa ger en oom, C. D., op 3 Aug. j.l. bij een vechtpartij zoodanig met messen hebben gestoken, dat deze ernstig werd gewond. Een wachtmeester der maréchaussée. als getuige gehoord, deelde mede, dat hij bij het slachtoffer een 12-tal messteken had geconstateerd in armen, hals en boofd; de getroffene staat nu juist "niet *als het gun stigste lid bekend van deze vechtlustige fa milie. Getuige Marie J., de vrouw_ van den ge wonde, had gezien, hoe haar man klop kreeg. Zij deed een omstandig verhaal van hetgeen zij gezien heeft. Oom en neef had den ieder een mes in de hand, waarmede zij haar man bewerkten. Het slachtoffer, als getuige gehoord, stel de zich civiele partij en vroeg schadever goeding voor de dagen dat hij niet kon werken. Vader R. bekende zijn optreden; D. was onder bedreiging op den jongen R. toege sprongen, waarom de vader zoo woedend werd, dat hij met z'n geopend mes toe sprong. Hij had niet de bedoeling zijn zwa ger te dooden, doch hij had zich in zijn woede laten gaan. De jeugdige R. verklaarde in ongeveer gelijken geest; hij had zich verweerd, zag zijn vader in gevecht met zijn oom, zag messen glinsteren en kwam zijn vader te hulp. De Officier vhn Justitie achtte het ten laste gelegde bewezen, nam aan dat 't niet de bedoeling was D. te dooden, doch wel om hem zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Voor dergelijk optreden was geen aanleiding, al kunnen voor den vader ver zachtende omstandigheden gelden. Tegen den vader werd geëischt een gevangenis straf van 8 maanden, tegen den zoon 1 jaar en 6 maanden. De verdedigers bepleitten clementie. Uitspraak over 14 dagen. van Aalsmeernaar -Breda en t hoeveel* is <*at? V Antw.: Aalsmeer, Kudelstaart, Kwakel, Vrouwenakker, Zevenhoven, Nieuwkoop, Zwammerdam, Bodegraven, Gouda, Stol wijk, Lekkerkerk, Elshout, Alblasserdam, Papendrecht, Dordrecht,Willemsdorp, Moer dijk, de 3 Hoefijzers, Terheijden, Breda. Af stand 103.2 K.M. Vr. Zoudt u mij inlichtingen kunnen ver strekken omtrent de mandolineclub „Santa Lucia", of het adres, waar ik deze kan be komen? i Antw. Secretaris is de heer Jos. w<" Bamhoorn, Linschotenstraat 43. i Vr. Welk middel bestaat er om vetvlek ken uit een lichtgrijze travers japon te ver wijderen (zonder te wasschen)? Antw. Indien het geen gecompliceerde vetvlek is, kunt u de vlek waarschijnlijk verwijderen door een schoon wit doekje matig (anders krijgt u kringen) met benzine te bevochtigen ei^ daarmede de vlek voor zichtig uit te wrijven. Mocht dit middel niet baten, schrijft ons dan even welke soort vetvlek het is (jus, wagensmeer, kaarsvet of iets anders). Vr. Is u een R. K. Weeshuis bekend, waarvan meisjes als dienstboden in R. K. gezinnen geplaatst worden? Antw. Een speciaal adres kunnen wij u daarvoor niet opgeven. Natuurlijk komt het wel eens voor, dat meisjes uit R. K. Wees huizen als dienstbode in betrekking gaan, Vr. Mag men zonder daartoe gemachtigd te zijn een waarschuwing in de courant plaatsen, zonder met den strafrechter in aanraking te komen? Antw. Het ligt geheel aan het feit waar voor men waarschuwt en aan den vorm, waarin de waarschuwing gegoten wordt. Of de door u bedoelde waarschuwing zóó geplaatst mag worden, kunnen wij niet be- oordeelen. Wendt u echter even tot den commissaris van politie bij u ter stede. Vr. Ik ben in de gem. Haarlem aangesla gen voor Rijks Ink, bel., verd. bel. II en gem. ink. bel. resp voor 17.55, 2.60 en 7.50, totaal 41.15 naar een zuiver in- kotaen van 1514. Is deze aanslag juist? Antw. Ja, uw aanslag is juist. Vr. Kunt u mij ook zeggen, hoe men een grijze peau de Suède tasch kan schoon maken? Antw. Schuier met heel fijn schuurlinnep of oud brood de tasch af. Nooit met benzinji aan Suède komen. Vr. Mijn zoon is 19 jaar oud, goedge keurd voor alle militaire diensten, doch vrijgeloot. Hij zou gaarne bij de bereden marchaussée ingedeeld willen worden. Tot wien moet hij zich nu wenden? Antw. Hij zal daarvoor een vrijwillige verbintenis moeten aangaan. Wendt u daar voor tot het garnizoensbureau, Infanterie- kazerne, Koudenhorn, Haarlem. Vr. Welke papieren heeft iemand noodig die als matroos op een koopvaardijschip wil gaan varen? Antw. Een pas en waarschijnlijk het bewijs dat hij gemonsterd is. Ten kantore van het schip, waar men varen gaat, zal men u wel inlichten. Vr. Welk middel bestaat er om vet vlekken uit een regenjas te verwijderen? Antw. Met benzine of over de, vlek een stuk poreus (grauw) papier leggen en dal met een warm strkijzer verwarmen, zoodal het vet in het papier trekt. Vr.: Is lot 08739 van Berger Compasemitn reeds uitgeloot? Antw.: Neen. Vr.: Wanneer worden dit jaar de 3 Octo- berfeesten in Leiden gehouden? Antw.: Op 2 en 4 October. Vijf abonné's te N. Wij kunnen uw stuk niet opnemeif, omdat het ongeteekeiifl is en omdat wij moeilijk tusschen twee o?)r dememingen partij kunnen kiezen. Vr.: I. Is de Ned. Jaarbeurs te Utrecht Zondags geopend? Antw»* Neen Vr.: li Wat is de toegangsprijs per per soon? Antw.; Er zijn voor 1.50 kaarten ver krijgbaar, die driemaal toegang geven en waarop men bij vertoon aan het station 50 pèt. korting ontvangt op den prijs voor zijn terugrcisbiljet naar 'het station van vertrek. Dagkaarten kosten, naar wij meenen 1.— Vr.: III. In welk gedeelte van Utrecht is de jaarbeurs? Antw.: Op het Vreeburg een minuut of 7 van het station. Vr.: 'Kunt u mij ook zegge», wat of de ingesloten medaille voor beteekenis heeft? Antw.: Het is een bronzen medaille, uit gegeven ter gelegenheid van de opening van den Simplon-tunnel op de grens van Zwit serland en Italië. Aan de eene zijde ziet men de emblemen van welvaart over den ingang van den tunnel en aan de andere zijde zijn werklieden bezig aan de door boring van de alpen, met in het latijn dit opschrift: Het genie en de 'hand der men schen hebben1 mij doorboord. 19891906. Vr.; Kunt u mij ook zeggen tot hoe laat een meisje van bijna 16 jaar in een winkel mag staan? En als z 16 jaar is? Antw.: De arbeidstijd in winkels is nog njet geregeld, Meisjes boven, en beneden de 16 jaar zijn dus niet aan een uur gebonden. Afró 'Welke 'de "kortste ,weg i per -auto Geslaagd bij het op 14 en 15 Sept. ge houden toelatingsexamen aan de Rijkstuin bouwschool te Lisse: W. de Wreede, A A. J. Philippo, J. Ruigrok, C. A. Veldhuyze» van Zanten, C. de Jong te Hillegom, J. Bijlo te Alkmaar, H. Roozen te Bennebroek, H, W. Verdegaal, P. K. v. d. Kamp, C. Verdegaal Jz., J. W. Bergman, J. P. van Reisen te Sassenheim, W. van Zadel, A. J. M, Berkhout te Aerdenhout, J. Bronkhorst te Heemstede, Gerda D. van Dijk te Oegst- geest, A. A. J. Woudstra te Leiderdorp, P. S, van Leeuwen te Noordwijkerhout, H. C. Verdegool, S. van Reisen te Voorhout, C. Marbus, P. D. Lindhout te Noordwijk, H. Kolewijn te Haarlem, D. van Wieringen te Abbenès, M. A. J. Roozen te Voorhout, Afgewezen werden 5 candidaten. Na gehouden herexamen werden nog tot de 2e kl. toegelaten: A A. Matze, D. Wijntjes te Sassenheim. J. Mooy te Haarlem, S. Roozen te Ben nebroek, A. H. v. Zadel te Aerdenhout. Afgewezen werden 2 candidaten. Tot de 3e kl. werden na afgelegd her examen nog toegelaten: L. Miedema, Delftr, D. Q. Mulock Houwer, Zierikzee. Het moet in het belang geacht worden van den landbouwer, den handelaar en dan verbruiker, dat de berichtgeving omtrent dé verwachtingen der oogstresultaten zoo be trouwbaar mogelijk is en dat wordt voor komen, dat mededeelingen, welke mèt speculatieve doeleinden worden verspreid; ingang vinden. Uit de landbouwoogstberichten zijn, met betrekking tot de suikerbieten, wel gevolg trekkingen le maken betreffende de ver moedelijke opbrengst aan wordtelen; maar zoolang aangaande het suikergehalte dier wordtelen niets bekend is, ka» niets worden geoordeeld over de vermoedelijke suiker opbrengst. Om deze leemte in de berichtgeving aan te vullen, heeft de directie van den Land bouw overleg gepleegd met de organisaties van beetworlelsuikerfabrikanten, die zich bereid verklaarden kosteloos het suiker gehalte te onderzoeken van alle monster# suikerbieten, welke door tusschenkomst van genoemde directie zullen worden inge zonden. In de onderscheidene deelen des lands verklaarden zich 178 landbouwers bereid, om als correspondent der directie van den Landbouw voor dit doel een monster te nemen. De eerste monsterneming had plaats op 1 September. Ofschoon mag worden aange nomen, dat deze, in het bijzonder met be trekking tot dc keuze der monsterbieten; nog zal verbeteren, als eenige ervaring zal zijn verkregen, zijn de resultaten van bet eerste onderzoek toch reeds van dien aard; dat tot publicatie ervan kan worden over gegaan. De indruk is, dat v.oor monsterbieten in verschillende gevallen exemplaren zijn ge nomen, welke in grootte uitsteken boven die, zooals het veld ze in doorsnee ver toont. Hierdoor is "het gevonden gewicht van 621 gram per biet waarschijnlijk té hoog en moet ook de vermoedelijke op brengst, welke aan de hand van het gewicht en het berekende aantal bieten per H.A.' op 35.000 K.G.. zou moeten worden bepaald; te groot worden geacht. Toch kan met vrij groote zekerheid worden aangenomen, dat de gewichlsopbrengst in 1926 zeer bevredi gend zal zijn. Ook het suikergehalte, dat van alle mon sters te zamen gemiddeld 15.89 pet. bedraagt,' mag, den tijd van het jaar en de gegevens uit andere landen in aanmerking genomen," goed worden geacht. Op 15 September zal een tweede monster* neming,plaats-hebben,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5