PEER GYNT ACHTER DE SCHERMEN I I 1 r Tweede Blad NIEUWE HAARLf£MSCHE COURANT Zaterdag 18 September 1926 DOOR FRANS MEIJER II fS JOYEUSE ENTREE EEN DROOMWERELD - HOE EEN BRANDWEERMAN Z'N VINGERS BRANDDE 'T CHANGEMENT HOE JE EEN OVATIE FOKT ONBEVOOROORDEELDE CRIT1EK SPORT EN WEDSTRIJDEN. VOETBAL ATHLETIEK. BILJARTEN. KUNST EN KENNIS. fë<öï ft Peer Gynt achter de couliesen. Iemand die weet wat er aan een derge lijke grootsche tooneelvoorstelling vastzit, kan begrijpen, dat ik, na te Amsterdam de premiere te hebben bijgewoond, verlangend was dit stuk ook eens van achteren, achter de schermen te zien.i Tevens zal ik trachten een beeld te geven, wat er zooal aan zoo'n voorstelling vastzit, waarvan het rustige, dikwijls onbillijke pu bliek in de zaal ,geen notie heeft. Om 7 uur begaf ik mij door de tooneel- ingang in den Schouwburg. Je gaat een trapje af en komt dan in de constellatie kamertjes en gangen, die door hun wit-grijze beschildering den indruk geven of je in n ziekenhuis bent. Een hooge trap voert naar boven. Je ver beeldt je ergens op een eerste verdieping terecht te komen, als je, de ijzeren deur doorgaande tot de ontdekking komt, dat je op het tooneel staat. Een nietingewijde zou misschien denken, dat hij in een pakhuis terecht was gekomen. Rondom hangen talrijke touwen om de vele doeken en lichtbakken te kunnen ophalen on laten zakken. Adr. v. d. Horst. Groote beschilderde lappen, die de on hebbelijke gewoonte hebben verschrikkelijk af te geven, hangen in wijde plooien hoog in de zoldering neer. Rondom staan de z.g. requisieten, rotsen, machines en alles wat er noodig is. Voor Peer Gynt is het topneal zóó breed uitge bouwd. dat er rondom nauwelijks ruimte overblijft om er omheen te loopen. Een be wijs, dal het tooneel véél te klein is. Deze chaos, waaruil een leek waarsch'jn- Iijk nooit wijs zou worden, wordt besche nen door allerlei fantastische lichteffecten. Héél in de hoogte branden lange rijen groene electrische lampen, die een onwerke lijk licht verspreiden. Ze hullen het tooneel in een licht, dat doet denken aan een maan nacht. Als tegenstelling schrijnt midden in dit lichtsel van giftig-groen een bloedroodt schijnwerper, die langzaam heen en weer draait. Ze zijn juist bezig met proeven te nemen. Een rood schijnsel glijdt langzaam over het tooneel heen, van de eene zijde naar den anderen kant. Langzaam dooft het groene schijnsel en alleen het geheimzinnige lila-voetlicht blijft schijnen. Een doorzichtig gaas zakt lang zaam neer. Het dient gebruikt ie worden in de scène van het Trollenrijk en moet nog even geinspecteerd worden. Het personeel van den Schouwburg, dat bekend staat om zijn activiteit, met dat van het Schouwtoo- neel tezamen, vormt misschien wel een twintig man. Tn alle hoeken is er een ze nuwachtig gedraaf. De meesten hebben niet eens den tijd gehad om behoarlijk te eten. Vliegensvlug klauteren ze oo tegen de hoo ge ladders, die loodrecht tegen den wand bevestigd zijn. Ze draven over de hooge bruggen, die heel boven in den nok zijn aangebracht en halen daar doeken op c-f Jat^n ze vieren oeneden deelt de inspeciënt instructies uit. Als de artisten binnenkomen, wordt er gemopperd. De ruimte om het tooneel blijkt veel te klein te zijn. Bovendien wordt de Jan Musch: „Naar den duivel met alle vrouwen, uitgezonderd één! doorgang,nog afgesneden door de windma- chine, een rol van kleine latjes, waarvoor j ecnige ellen tafzij is gespannen. De zijkanten worden bijna gebarricadfeerd door een paar schijnwerpers, met groen en lila licht. De heer Adr. van der Horst loopt rond om de zaak nog wat te inspecteeren. De horizon moet nog wat strakker getrok ken worden, de bergen moeten wat verhui zen, het gras ligt niet goed genoeg en de watermolen moet nog wat naar voren. Re gisseur zijn is 'n zenuwachtig werkje en on danks zijn dagelijksche routine 'ijkt de heer van der Horst wat nerveus. Jan Musch en Stine van der Gaag zijn doodkalm. Ze praten wat bver koetjes en kalfjes en je staat er verwonderd over, dat ze zich zoo zeker van hun zaak voelen. Mevrouw Wilhelmina van der Horst is in zichzelf gekeerd. Je kunt zien, dat ze hoofdzakelijk aan haar rol denkt. In zoo verre deed ze mij denken aan Tilla Durieux, die vóór den aanvang van de voorstelling met het gezicht naar den muur ging zitten, en alles om haar heen vergat. Als het wat later wordt raakt de weinige ruimte rondom langzamerhand gevuld met Noorsche boeren en boerinnen. Ook de geheimzinnige juffrouw in het groen loopt al rond met stroo-gele haren. Door een klein, maar heel diep kijkgat, dat doet denken aan den ingebouwden hoorn van een gramofoon, kan ik in de zaal kijken. Het publiek zit rustig en opgewekt te wachten om hetgeen er straks komen gaat, onbewust van de spanning en drukte daar achter het zware, roode gordijn Het orkest stemt. De onsamenhangende geluiden van de verschillende instrumenten dringen door 't kijkgat heen, hetgeen den indruk van een gramafoon bij mii versterkt. Het kijkgat ligt vol met sigarenpeukjes, niettegenstaande er op het tooneel niet ge rockt amg worden. De scherpe, nicotine- lucht van de stijve, gestorven peukjes is allesbehalve aangenaam. Opeens komt de brandweerman naar mij toe. H schijnt iets te zeggen te hebben. Er bestaat een brandweerverordening die heel verstandig geacht mag worden, dat achter de coulissen slechts zij mogen zijn, die daar noodig hebben, en dat de tooneel een vriendelijke en voorkomende ontvangst. Onze tooneelspelers zijn werke lijk joviale hartelijke menschen cn zelfs de voornaamsten onder hen plegen geen kou- we drukte'' te maken, zooals men dat noemt Nu is het mij reeds dikwijls opgevallen, niet alleen op het tooneel, maar ook andere kunst- of wetenschappelijke kringen, dat zij, die wat zijn, die iets prestecren en die niet noodig hebben belangstelling voor hun per soon kunstmatig te fokken, aangename menschen zijn. Zij integendeel, die niet gewend zijn te heerschen, die daat'ioe veelal geestelijk te laag staan, trachten hun prestige ie be waren, door hun gezag op een heel domme manier uit te buiten, bijna te misbruiken. En zoo maakte ik het deze week mede, dal er achter het tooneel een brandweer man was, die ondanks het feit dat ik jour nalist was, ondanks de 'omstandigheid dat ik niet alleen hier maar in andere groote steden geregeld achter de coulissen kom, ondanks de speciale instemming van dei) regisseur, Adr. v. d. Horst, directeur van het Schouwtooneel, die mij tevens uitnóo- digde den daaropvolgend en Donderdag nog eens te Amsterdam achter het tooneel te komen, dat er ondanks dit alles een eigen wijze brandweerheer was, die dit alles trot- seerende, naar een middel zocht om mij te verwijderen. Jan Haak, de figurant voor Haarlem en omstreken. brandweer de taak heeft ervoor te waken dat er geen indringers komen. Een dergelijke .regeling in handen van verstandige menschen, die den geest van de wet kunnen aanvoelen en niet zoo kort zichtig zijn dat ze slechts den letter ten uitvoer brengen, kan niet anders dan toe gejuicht worden. Toen ik van de, week achter de coulissen verscheen om daar te teekenen en eenige impressies op te doen, zooals ik niet alleen in Haarlem meerdere malen deed, maar ook te Amsterdam in den Stadsschouwburg, on dervond ik bij de leden van het Schouw- Het personeel na ailoop, 3SSÏ3ESSS== Morgenstimmung van achteren oi: Hoe Jan Mnsch de zaai ziet. En toen dit niet goed lukte1 hij zag al ras dat hij zich in zijn vingers sneed, wist hij in de pauze zijn commandant, don heer C. J. v. d. Broeke te bereiken, van wien hij, waarschijnlijk door een onjuiste voorstelling van zaken, gedaan wist te krijgen, dat deze hem de boodschap liet overbrengen, dat ik vandaag nog blijven mocht, maar een volgenden keer niet meer terug mocht komen. Men begreep waarschijnlijk niet dat' de brandweer op moet passen, dat zij niet nóg onsympathieker wordt. Misschien is het dan genoeg dal men haar even de kwestie met de politie in herinnering brengt, in welk geval haar zwakheid ook berust in een on oordeelkundig gebruik van haar gezag, m. a. w. in machtswellust. Natuurlijk werd het besluit van den heer C. J. v. d. Broeke druk becommentarieerd, en meermalen hoorde ik smalen op de naieve landelijkheid van het provincie-ste deke Haarlem, Gelukkig zijn er naast zulke brandweermannen en pastoorsmeiden nog verstandige menschen ook, zoodat ik voor taan alleen in Amsterdam ongestoord zai kunnen teekenen. Bij een volgende gelegenheid zal ik het nog eens hebben over de allerdwaaste brandweerverordeningen betreffende de Gem. Concertzaal, waar men zalen verhuurt om daarna de huurders te dupeeren. Je Jan Musch in een der laatste tafereelen. huurt daar nl. de zaal voor een tooneel voorstelling. Is dat gebeurd, dan wordt ie verteld dat je daar geen tooneelvoorstel ling mag geven. Als je dan op nadere in formaties uitgaat, wordt je dc enormiteit verteid dat er sprake is van een tooneel- uitvoering wanneer er een scherm voor hangt of wanneer er décorwisseling plaats vindt. Als je dan wijst op de décorwisseling van Ter Hall's revue, dan maken ze je weer wijs, dat een revue geen tooneelvoorstelling is, en als je dan wijst op $lè onlogica van deze bepalingen, dan bekennen zoowel B. en W als (de politie en de brandweer, dal het altijd een gekke geschiedenis is ge weest en dat ze er eigenlijk nooit goed raad mee hebben geweten. Om indertijd Calde- rons Geheimen der H. Mis in de concert zaal te mogen opvoeren, heb ik de heele gemeente moeten wijsmaken dat het een.... rcligieuse revue was. Toen mócht het! Je ,zoudt langzamerhand weer wat bran den gaan wenschen. Ais de brandweer vrije lijd heeft is ze steeds lastig, om maar ga- wichtig te blijven. Tijdens de voorstelling zelf geniet ik het gezelschap van twee figuranten, die zich hier geregeld aanbieden om de figuratie van het gezelschap een weinig aan te vullen. Hun critiek is niet bijzonder gunstig. „Nou," zegt één hunner, „ik vin 't een Jan Klaassenspul, een bombaststuk.... Kijkje achter dc coulissen. Geef mijn dan maar liever de opera." „Ja," vult de ander aan, „ik zie liever Madame de Pompadour of Madï. Dat zijne me eerst stukkies." Daarop kijkt de ander mij heel medelij dend aan. Hij vindt blijkbaar dat ik erg erg weinig gewend ben en voegt er vergoe lijkend aan toe: „Ja, ziet u, het moet al héél erg mooi zijn, willen wij het nog mooi vinden." Niet zoozeer om een polemiek te voeren, als om ze nog verder uit hun tent te lokken, maak ik de opmerking: „Ja zeker, maar die monsters in het derde tafereel hebben werkelijk hun be- teckenis Dat is geen onzin! „Natuurlijk," is het antwoord, „dat Betee- kent gewoon, dat Jan Musch ze ziet vlie gen." „Juist." De voorstelling heeft een vlot verloop.. Hier en daar kraakt even een bastaard vloek, als de electricien een lichteffect wat te sterk opzet. Mijnheer van der Horst krijgt van tijd tot tijd een klein beetje mot met het tot het uiterste gespannen tooneelpersoneel, De schuld ligt misschien aan beide kanten. Een regisseur op een drukken avond is meestal een onmensch. Ik weet dat uit eigen ondervinding. Zelf heb ik bij dergelijke gelegenheden de liefste dames wel eens voor „kaffer" uit gescholden of ging ik een tooneelknecht bijna met een hamer op z'n kop timmeren, omdat ie alle lichteffecten den nek om draaide. Jan Musch vindt het ook noodig, om de bedrijvers van stommiteiten voor „oerkaf- fer" uit te schelden. Achter de schermen nemen de menschen elkaar zoo iets heele-" maal niet kwalijk. Schelden op het tooneel is bovendien niet erg origineel. Vloeken ook niet. Ik geloof, dat vloeken achte» de coulissen nooit lot zonden gerekend kunnen worden. Heel interessant zijn ook de tooneelwis- selingen, de z.g. changementen. De heele hut van Aase's dood, met deur en alles erin, 'hangt in de ducht en wordt, als het oogen- fclik gekomen is, aan touwen neergelaten. De tent van het tafereel van Marokko hangt eveneens opgevouwen in de hoogte, kortom van alle decors zwerven en zweven er hier en daar stukken, die snel in elkaar gescho ven kunnen worden en in onbegrijpelijk kor ten tijd een heel ander aspect geven. Toch gingen in Amsterdam de changements vlug ger. De takelage was er daar eerder op voorbereid en men had ook in andere op zichten meerdere maatregelen kunnen tref fen, die een vlot verloop in de hand wer ken. Dan komt heel aan het eind de ovatie, met of zonder bloemen. Ditmaal zonder bloemen. 'Het publiek geeft z'n opgetogenheid lucht door hard te klappen. Achter de schermen lijkt 't of het hagelt. De mannen, die het zaakje in elkaar getimmerd hebben, komen op de planken, lachen lieftallig en doen bescheiden. Als het wat lang duurt buigen ze het hoofd en laten de hagelbui gewoon op zich neerkletteren. Gedrang van monsters achter de schermen, vlak vóór het 3e tafereel. 't Pakje flatteert de dames niet erg' Brandweerman (negatief). Hoe' lang zoo'n ovatie duurt hangt ge woonlijk af van den inspeciënt van het ge zelschap, die bij den man van het scherm gaat staan en dan zijn instructies geeft: „Halen.... nja.... nog maar es.... ha len.... njakan nog wel eshalen nja". Wanneer deze regulateur bij het zakken van het scherm merkt dat de huldebetoo- gingen verflauwen, zorgt hij dat er weer gauw gehaald wordt. Natuurlijk barsten dan weer nieuwe toejuichingen los. Als de inspeciënt dus een kwiek mannetje is, is het een koud kunstje voor hem het aantal malen „halen" te verdubbelen. Maar we kunnen aannemen, dat bij deze Peer Gynt- opvoering de ovatie van het publiek zelf kwam, misschien dat alleen de vijfde keer halen „gefokt" werd. BLOEMENDAAL—H, R. C. Voor Zondag a.s. is vastgesteld de beker wedstrijd Bloemendaal—H. R. C. H. R. C. is de zeer sterke Heldersche 3de kiasser, welke reeds eenige jaren achtereen met Helder een spannende race om het 3t klasse kampioenschap hield. Helder bleek ten slotte een tikje sterker. Zondag komt nu de tweede Heldersche club in Bloemendaal op bezoek. De Bloe mendalers zullen deze 3e kiasser zeker niet zonder inspanning de baas blijven. Naar wij vernemen verschijnt de thuisclub thans geheel volledig. Een spannende strijd kan worden verwacht, welke ongetwijfeld belangstelling zal trekken, vooral nu er ion- dag hier in verband met de keurwedstrijden weinig te doen is. H. F. C.—STORMVOGELS. Voor den vriendschappelijken wedstrijd tegen H. F. C. kan Stormvogels beschikken over: Thijssen, Wijnberg, v. d. Velde, Struys, Snoeks, Heeling, Blinkhoff, Oldenburg, v. Pel, Houtkamp, de Jonge. HAARLEM II—STORMVOGELS II, Voor dê reserve 2de klas wordt morgen deze wedstrijd gespeeld. De Stormvogels ko men uit met: Terhorst, Veuger, Visman, Hoogerduin, Visser, Heelg, de Waard, Struys, v. Hemert, v. d. Veld Bonekamp 0 DE A. V. A. C. WEDSTRIJDEN. Evenals in 1925 sluit ook thans de Amstér- damsche Veldathletiekclub, Jan Zèegers' ver- eeniging, het seizoen dezen zomer met de „v. Pampus"-wedstrijden op a.s. Zondag om half 2 op de sinteibaan aan het Olympia- plein te Amsterdam. Deze is zoo genoemd naar den fraaien, een halven meter hoogen zilveren beker, die de bekende Amsterdam- sche juwelier in 1924 beschikbaar stelde voor de 50C0 M. Houder in' 1924 en 1925 was Jan Zeegers. Mocht het hem gelukken ook thans de overwinning te behalen, dan is het kosthare kleinood voor goed in zijn bezit. Arie Klaas- se, Haarlem, za! het hem niet gemakkelijk maken! Een attractie voor dezen wedstrijd is het groot aantal Nieuwelingen-nummers. A. Paulen, R. v. d. Berge, F. Lamp en de Amsterdammer W. Bolten starten a.s. Zon dag te Cassel (Duitschlandl; de H. A. V. Haarlem schreef voor A. V. A. C. met de volgende ploeg in: A. Nieuwelingen: 100 M.: A. Hoppe, N. N., B. en J. Henneman. Discuswerpen: A. Kaan, G. Rinkel en A. Hoppe. Verspringen: J. en B. Henneman, A. Hoppe. 1500 M.: P. Peper. B. Cracks: 100 M.: J. Boot, A. v. Welse- nes, G. Rinkel, A. Kaan. 400 M.: D. Nooy, G. Rinkel, A. Hooger- werf. 5000 M.: A. Klaasse. 4 X 100 M. estafette: 2 ploegen, n.l. 1 J. Boot, A. v. Welsenes, G. Rinkel en D. Nooy en 2. J. en B. Henneman, A. Hoppe en N.N. Indien bet weer meewerkt, wordt het als in 1925 een waardig slot aan een ook zeer zeker voor de H. A. V. Haarlem succesvol seizoen. Behalve genoemde nummers worden ver werkt; s Kogelstooten: (o.a. J. Selmanj. Snelwandelen: 10 K.M. (o.a. C. Gubbels, P. V. Doesburg, 'P. v. Breemen). 3 X 1000 M. estafette 3 X 1000 M. ESTAFETTE. De bedoeling van het laatste is een record te vestigen. Nu Paulen afwezig is, moet Haarlem zich hiervoor terug trekken. Met Klaasse en Hoogerwerf vormde hij anders een sterk trio. VRIENDENKRING—D.O.S. (Schoten). Twee viertallen van bovengenoemde clubs speelden gisterenavond'in Café Roodenburg aan de Spekstraat voor dc seriewedstrijden van de B. C. „Vriendekring". De strijd werd gevoerd tusschen het A. en het D. viertal van beide vereenigingen. „Vriendekring kwam uit met 2 spelers uit de A-klasse en 2 uit de B. klasse. D.O.S. was versterkt met de ex-Vriendenkringspeler C. v. Vliet. De eerste partij tusscfien de heeren Boer winkel, Vr. Kr., en Meeuwenoord, D.O.S., is tegen de verwachting in op het einde nog zeer spannend geworden. Met een stand van 74 tegen 25 in 10 beurten in het voor deel van de D.O.S.'er, was er van eemgc spanning geen sprake, doch van stonde at aan liep Boerwinkel in, zoodat Meeuwen oord tenslotte met slechts 2 car. verschil won. Doordat no. 1 der. thuisclub nog ver hinderd was, speelde de heer v. Lrigt, D. O.S., tegen no. 4 van Vriendenkring en bleef tensiotté slechts met moeite in de meerder heid .Alhoewel de heer v. Trigt eenige se ries maakte, n.l .13, 1 5en 28 car. is er in deze match niet sterk gespeeld. Ook hier was D.O.S. in het begin ver voor, 79 tegen 13 in 15 beurten en toch bracht de Vrien denkringspeler het nog tot 114. Kobus speelde nu tegen A. Copini Jr. en won met groot verschil dezen ongelijken str d. Reeds in de 7e beurt bad Kobus een een voorsprong van 40 car. De eindstand werd 125 in 22 beurten. Ook de laatste partij was voor de thuis club, welke in Sikman een goede B-klasse speler heeft. Vooral in het begin speelde hij uitstekend en scoorde 2 17 en 11 car. Een mooi gespeelde 24 van den heer C. v. Vliet verdiend evenzeer vermelding, toch won de Vriendenkringer door constanter spel, 125—89. De volledige uitslagen zijn: Klasse A. Vriendenkring: No. 1 N.N. 114; no. 2 H. Boerwinkel 123; no. 3 Sikman 125; no. 4 P. Kobus 125, totaal 487. D.O.S.: No, 1 V. Trigt 125: no. 2 Meeu wenoord 125; no. 3 C. v. liet 89; no. 4 A. Copini Jr -65, totaal 404. Klasse D: Vriendenkring no. 1 46; no. 2 46- no. 3 33; no. 4 36, totaal 16 D.O.S.: no, 1 50; no. 2 50; no. 3 50; no. 4 50, totaal 200 In de volgende ronde komen dus: Masse A. Vriendenkring. Klasse D. D.O.S. RéUNIE DER OUD-LEERLINGEN VAN HET CANISIUS-COLLEGE TE NIJMEGEN. In eene dezer dagen gehouden vergade ring van het bestuur van het oud-Icerlin- gen-comité met den Rector en eenige Pa ters van het College, werd besloten, dat elke vijf jaren eene réunie der oud-leer lingen zal worden gehouden, en wel in aansluiting met het zilveren feest, zoodat de eerstvolgende réunie in 1930 zal gehou den worden. i De beelden, waarvan de ontwerpen ver leden jaar werden aangeboden, zulen in het begin der maand October gereed zijn en 'in den gevel van het College worden ge plas t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5