OnzeVrouwenrÉiek ui Dancing. ONZE KLEEDING Modegrillen De Lamp. Bloemen Garneering, Beethoven en zijn huishoudster. Practische wenken. Recepten. Uit de Moppentrommel. Patronen naar Maat lillmJiimi'i' r—mi un— Ik zou werkelijk willen dat ik acht tien jaar was voor één uurtje. Want dan zou ik op veel meer sympathie mogen rekenen, wanneer ik dit belang wekkend onderwerp eens van 'n meer ensstigen kant wil pogen te benaderen (maar of ik dat dan zou doen?!) Je schijnt met de jaren het recht te ver beuren, juist daarover een zelfstandig oordeel te hebben, en alleen de meening van heel jonge menschen schijnt, zelfs bij vele toegefelijke ouderen, in dezen den doorslag te geven, omdat zij de eeni- gen heeten, wien de zaak eigenlijk aan gaat. Wee, wanneer iemand die de sei- zoens van den dancing-roes achter zich heeft liggen, zijn stem durft verheffen, of, veel erger nog, haar stem, in een anderen toonaard dan een zwemmerig- mild gekweel: ach, laat de jongelui nu toch eens echt genieten, hè. Ze zijn maar ééns jong! Maar misschien kan het de een of an der zachter stemmen, dat ik, hoewel lang geen débutante meer, toch nog niet te oud ben om bij 't onverwachts hooren van dansmuziek 'n beetje sneller adem te halen! 't Is ook heelemaal niet uitge sloten dat ik goed dans, of wie-weet, zelfs een passie voor dansen heb.... zoodat ik misschien toch wel een beetje over een en ander oordeelen kan, en niet noodzakelijk slechts uit zure ver- knepenheid en partijdig saamhoorig- heidsgevoel aan de zijde der hoofdschud dende oudjes sta! Wie heeft wel eens bij ondervinding gehad, wat het zeggen wil, in een krin getje jongelui met 'n laconieken glimlach te beweren dat je de tegenwoordige dansen onvoorwaardelijk en zonder uit zondering veroordeelt? Wat er dan ge beurt, beneemt je eenvoudig den ademj en 't zou heusch interessant en zelfs vermakelijk zijn, wanneer ze niet zóó vreeselijk schreeuwden dat je er zenuw achtig van werd! Je komt tot het uit- elkander-gaan der bijeenkomst geen se conde meer aan het woord, en al wat je doen kunt, is je vermetele onverzette lijkheid te demonstreeren door mimiek van welwillend-opgetrokken wenkbrau wen en 'n beslisten mond! Dancing! waag het eens, met een profaan woord inbreuk te maken op dit heilig levensrecht, en je telt niet meer mee! Je bent een ongure zonderling met ideeën van vóór den zondvloed, van wie verder niets verstandigs meer te verwachten is! Dancing is eigenlijk zóó met het da- gelijksch, ik zou bijna zeggen met het huiselijk leven verweven we zijn er zóó aan gewend, bij 't speuren van 't zwakste zweempje stemming" 't kleed op te rollen en de draagbare meubels te eyacueeren dat we er haast onmoge lijk meer objectief tegenover kunnen gaan staan, zóó is ons onderscheidings vermogen afgestompt door d| gewoonte, t Is ook heel begrijpelijk, dat je niet licht gevaren ziet in dingen waar je door en door vertrouwd mee bent, en dat je bij de onbevangen bedenkingen van buitenstaanders onaantastbaar glimlacht, met 'n geruststellende breedheid die je zelf „gezond" noemt. Het voornaamste verdedigings-argu- ment, waarachter de arme geplaagde jongelui zich tegen van die lastige aan vallen verschansen, is: dat alles er maar op aankomt, hoè je danst, en dat de be- denkelijkste nieuwigheden volmaakt de cent kunnen worden uitgevoerd -de manier waaróp is 't eenige! Ja, dat zeg gen ze zóó positief, dat je jezelf min of meer schuldbewust verwondert, dat de indruk die je ervan krijgt, toch zoo ver schrikkelijk vaag en onbestemd is! Dat schoons is dan ook eigenlijk de meest klinkklare onzin. Wie zal zich midden in een meeslepende dans-stemming op houden met bezadigde theorieën, of zich ook maar 'n oogenblik zooiets als 'n grens herinneren, aangénomen dat hem die ooit duidelijk voor den geest gestaan heeft! Dat zou misschien in 't gunstigste geval nog mogelijk zijn bij 'n zeer beslo ten huiselijk feestje, en onder menschen die eikaars beginselen door en door ken nen en eikaars opvattingen deelen. Maar hoe dan bij andere gelegenheden, waar de meest gemengde elementen samen komen? Bovendien is 't veelgeprezen voornemen, zélf de wijze van dansen te regelen, voor óns natuurlijk vanzelf al onuitvoerbaar. Alsof er iets tegen te doen is, met andere dan zeer krasse middelen, wanneer je partner in zijn op vattingen al te veel van jezelf blijkt te verschillen! Wij hebben 't allerminst in onze hand, we moeten in de meeste gevallen mach teloos afwacjiten wat iemand die ons om een dans komt vragen, daaronder belieft te verstaan. Moest 't duidelijk voelbaar, heimelijk in-opstand-komen van onze vrouwelijke fierheid ons in zoo'n geval eigenlijk al niet te denken geven? Ik vind dan ook dat je een man tegenwoordig moeilijk een grooter be wijs van vertrouwen kunt schenken, dan door zonder een oogenblik aarzelen met hem te willen dansen! Maar met dat vertrouwen zijn de meesten van ons wel een beetje erg gul! 't Is practisch niet doenlijk, een hee- len avond te dansen en daarbij aldoor jezelf te blijven, 'n Dancing is een loterij (met nogal veel nieten!) 'n weerlooze overgave aan de omstandigheden, 'n luk raak laten afdrijven van je eigen per soonlijkheid. Wie de vooropgezette mee ning heeft, eenige brokstukken daarvan te willen redden, is werkelijk niet in de vereischte „stemming"! Wat zou b.v. iemand als Coloma die, hoewel volstrekt niet onbekend met de eischen van standing en 't zich-bewegen- in-de-wereld, zoo scherp de keerzijde van onschuldige balgenoegens kon be lichten die zijn bekend „Achter de Schermen" schreef in het gl^ie-tijdperk van den onschadelijken wals, eigenlijk wel gezegd hebben van onze hvoer-mo- deme dans-lokalen van de apprecia ties van vele Roomschen, die elkaar als 'n vermakelijke historische anecdote ver halen van den tijd, weet je wel, toen ze een tango zooiets erg slechts vonden! Ik denk zoo, dat hij nog wel krasser op merkingen gemaakt zou hebben dan wij, wanneer we zoo 'ns tot nadenken komen! En dat kan ons dan weer troosten over al 't liefelijks dat we te hooren krijgen, wanneer we 't wagen, die hardop te uiten! Over den meewarigen spot en 't minachtend voorbijzien, of, wït soms wel 'n beetje pijnlijk is, de smalende insinuatie, dat ie zelf wel heel slecht moet zijn om iets te zien in wat allen aanvoelen als dood-gewoon en onscha delijk!! MACHTELD. We praten altijd over modegrillen, en toch is Madame la Mode zoo grillig niet ai* ze wel lijkt. Men zou zoo denken dat de Mode het er ten allen tijde op voorzien had, om de bekoorlijkheden van de vrouw te doen uitkomen; maar in de meeste ge vallen is dat niet zoo. Integendeel ont staan dikwijls de nieuwste modesnufjes door dat deze of gene toonaangevende dame een gebrek heeft te maskeeren. Allen kennen we de crinoline's, de meesten onder ons van afbeeldingen en sommigen mischien nog wel van dich terbij want eerst tegen 1868 zijn ze geheel van 't toonecl verdwenen nu, deze onpractische onnatuurlijke en on hygiënische kleederdracht werd gelan ceerd door een bekende Parijsche ac trice, die een scheeve heup had en 't was inderdaad een goed masker. En iedereen heeft wel eens van Cleo de Mérode gehoord, die het eerst haar haar over de ooren droeg: om te ver bergen dat zij maar één oor had. Dit verschijnsel doet zich niet alleen bij de kleeding voor, maar er zijn ook manieren, die een dergelijk origine ver- toonen. Zoo is het b.v. een tijd mode geweest en als u goed oplet doen sommige heeren 't tegenwoordig nog om iemand (en dit speciaal bij 't voorstellen) de hand te reiken met den bovenarm pal tegen 't lichaam aangedrukt, zoodat men alleen den onderarm ter beschikking had om den afstand te overbruggen. Ze bogen dan een beetje rechts-opzij en gaven je zoo in de diepte de hand. Deze „deftige" wijze-van-begroeten is af komstig van Jacobus II (ik hoop dat ik 't bij 'i rechte eind heb, in ieder geval was het een Engelsche koning, van dien kant komen gewoonlijk de nette manie ren); deze arme man had een groote steenpuist onder zijn arm en iederen keer dat hij iemand de hand moest ge ven, deed hem dat pijn, en om die pijn zoo min mogelijk te maken, bewoog hij zijn bovenarm zoo weinig hij maar kon en het heele hof en later de deftige burgerij nam die manier van handen geven over. En nu een voorbeeld uit onzen tijd: De „Scarfs" en „shawls" hebben een buitengewoon nuttig karakter. Toen de „pas-geshinglede" en „gebob de" hoofdjes de schouwburgen en con certzalen binnen kwamen instede van de met-een-vlecht-of-wrong-versierde vatten ze kou, en kregen keelpijn of een stijven nek, maar de scarfs en shawls deden oogenblikkelijk hun intrede en goeden dienst. Zoo zou je prachtig kunnen fantasee- ren! Het nieuwste snufje: de dames-smo king? Wie weet, heeft de een of andere grappige jongedame een weddenschap gehad, om in een dergelijk mannen-pakje op een bal te verschijnen, ze dorst het, ze had toevallig een allerleukst jongenskopje en een sportieve houding en 't wekte algemeene bewondering in plaats van hilartieit. Maar 't gevolg? De zotten en dwazen pakken gretig een dergelijk, „ontwerp" aan. Zij noemen het hun: „dernière création", en nóg zottere en nóg dwazere doen het na, maar laten we hopen dat 't vrouwelijk geslacht in onze streken nog een tijdje bij zijn verstand blijft. PALJAS. Nu de zomer ten einde loopt en de groote hemelslamp dagelijks trager stijgt en ons korter van haar licht doet genieten, breekt spoedig de tijd aan, dat we ons een groot gedeelte Van het et maal tevreden moeten stellen met een andere en minder goede lamp die der huiskamer. Zij neemt dan een belang rijke plaats in, voor vele lange en don kere dagen en is het daarom niet van zelf sprekend, dat we eens wat meer aandacht aan haar besteden? Heel wat menschen toch hebben een lamp; zij geeft licht als men haar aansteekt en daarmee is alles gezegd. Een lamp kan echter meer doen dan licht geven: zij kan ook gezelligheid en warmte aan een vertrek meedeelen. Het komt er maar op aan ook onzerzijds eenige zorg aart haar te besteden. Een goede lamp moet aan haar doel beantwoorden: zij moet licht, goed licht geven en volkomen passen in haar om geving, zoodat ze met deze een geheel een gezellig geheel maakt en een rus tige atmosfeer schept. Vooral aan woon kamerlampen wijde men alle aandacht. Te vaak ziet men dat menschen een z.g. „mooie" lamp willen hebben: dat zijn dan van die pompeuze machinerieën, met veel namaak koperen staven en stangen, kettingen, krullen, grillig ver wrongen buikvormen met helkleurige zijde overtrokkenen bedorven. Let eens op, lezeres, hoe vaak men zulke miraculeuze gevaarten vindt in betrek kelijk kleine kamers, waarvan het ove rige meubilair nog dagteekent uit de vorige eeuw en hevige sporen van ver val vertoont.... rood pluche.... rond gebogen rugleuningen enz. enz Weer anderen hebben voorkeur voor een lamp die geheel is samengesteld uit glaskristallen die, aaneengeregen, één groote, fonkelende peervorm vertoonen. Men vergete echter niet dat deze model len nogal ouderwetsch zijn en alleen geen gek figuur maken in groote salons en zalen. Neen, onze woonkamerlamp zij een voudig en niet te groot. Het laatste vooral, omdat de kamers onzer moderne woningen in 't algemeen van kleinere afmetingen zijn en waarin dus een groote lamp abnormale verhou dingen zal teweegbrengen. Waar bijna iedereen tegenwoordig electrisch licht heeft, zijn de meeste lampekappen van zijde, wat meebrengt dat bijna alle denkbare vormen gemaakt kunnen wor den. Dit is nu misschien wel erg prettig voor de lampekappenmakers, maar lang niet altijd mooi. Kappen met allerlei holle vormen, buikvormige uitwassen en bekroningen zijn misschien knappe werk stukken, maar geen goede en rustige, nog fraaie kamergarnituren. De kleur der zijde moet niet te donker, noch te schel zijn; wit, geel, zacht tango, vieux rose (zeer in de mode), beige, goudbruin, zijn tinten welke een zacht licht ver spreiden. Daarentegen zijn groen, blauw en paars volstrekt uit den booze; ze doen denken aan Bengaalsch vuur, fantastisch voor een oogenblikje, maar smakeloos op den duur; ze geven aan menschen en dingen een grauwe en lijkachtige kleur. Gebloemde stoffen zijn dikwijls zeer aardig (in landhuizen bijv.) mits rekening gehouden is met bovengenoemde kleur keuze. Ook verkrijgt men mooie tinten door een kleurige zijde nog eens met een lichtbeige of grijze crêpe georgette te overtrekken. Woonkamerlampen, han gende of staande, moeten hun licht ruim naar beneden kunnen verspreiden. Voor slaapkamers daarentegen, kieze men lampen met z.g. indirect licht, waarbij de kap onder het lichtpunt hangt en het licht dus tegen het plafond gekaatst wordt. In bed liggend schijnt het «char- pe licht ons dan niet recht in de oogen, No. 455. Een keurig costuum voor den herfst, bestaande uit 'n laVigen mantel en een rok. Als stof kieze men havana- bruin kasha. De mantel heeft het beken de rechte model met van voren een heel kleinen overslag en zakken in de zijden. De rand langs 't overslaande overpand, evenals de versiering op den sjaalkraag en de mouwen bestaat uit een gouden tres met aan weerskanten twee lijnen van soutache. De rok is recht, en moet bevestigd worden aan een katoenen lijf je, over welk laatste een gewone zij den, witte of beige blouse gedragen wordt. Hoed bijpassend bruin (liefst met goud-gameering), schoenen zwart en kousen beige. No. 456. Eenvoudige robe van bleu kasha. Blouse en rok worden apart ge maakt: de laatste wordt met een dun, ka toenen lijfje verbonden en heeft alleen van voren een groep platte plooien. De blouse heeft van onderen een heupband, terwijl de sluitingen op de borst en aan de mouwen voorzien zijn van blauwe of zwarte galalithknoopen. Hoed bijpas send blauw, kousen rose en schoenen zwart. No. 457. Japon van gebloemde crêpe de chine met garneering van zijden rips in de kleur der bloemmotieven der crê pe de chine. Het lijfje heeft een ovale halsopening, afgezet met een strook der ripsstof. Tusschen rok en blouse is een heupband geplaatst, van achteren gegar neerd met een grooten strik (beiden van rips). Het voor- en achterpand van den rok zijn aan drie kanten met een strook rips gegarneerd; in de zijden zijn ze- zoo tegen elkaar gezet, dat de ripsstrooken vrijhangen en eenigszins opgetrokken zijn. De mouwen zijn van onderen op een polsbandje van rips gezet. Kousen rose en schoenen beige. No. 458. Japon van blauwe popeline. Voor en achterpand bestaap beiden uit één stuk, dat van onderen met een zoo danige verwijding is geknipt, dat een flinke ruimte ontstaat. Uit de borst is een strook weggeknipt en vervangen door een front Van licht grijze crêpe de chine of popeline: de halsopening is van een smal kraagje voorzien, dat in de punt in een fraaien strik eindigt. Dezelf de licht grijze stof dient tevens voor de ondereinden der mouwen, welker man chetjes met strikjes gegarneerd zijn. Hoed lichtgrijs vilt, kousen llchtgrijs-ro- se, schoenen grijs of zwart leer. No, 459, Een keurige herfstjapon van grijze kasha met een rand. Het voor pand is uit één stuk, valt glad en met een verwijding naar onderen. De rug heeft een taille-naad, waar de rok glad ie in gezet, maar het bovengedeelte met een zekere ruimte, zoodat het even over- bloust. De halsopening heeft een ge schulpt kraagje, van achteren opstaand en voorzien van een geschulpt opnaaisel in de kleur van den rand. De mouwen, nauw en glad, hebben van onderen een splitje waaruit een lus te voorschijn komt. Hoed in de kleur van den rand, kousen in de kleur der stof, schoenen zwart of grijs-beige. wat vooral bij ziekte van groot belang is. Onnoodig te zeggen, dat we in onze slaapkamer geen al te kleurige lampekap kiezen: witte zijde met een klein rose bloempatroontje is zeer geschikt, terwijl een goedgevulde beurs haar eigenares wellicht een der fraaie marmeren scha len laat kiezen. Een lamp stelt bijna voor ieder ver trek andere eischen; zoo is het te begrij pen, dat ganglampen bijv. heel anders moeten zijn dan woon- of slaapkamer lampen. De eerste toch moeten vooral bescheiden van afmeting zijn en behoo- ren een goed licht alom te verspreiden; ze moeten liefst in de buurt van spiegel en kapstok hangen. Slechts zelden past men zijden overtrek toe, maar ziet men in den regel lantaarnvormige modellen van koper en wit met gekleurd glas. De schemerlamp behoort tot het huis kamer-genre: ze is klein en. elegant Men ziet den laatsten tijd veel moderne voetstukken uit bol- of kegelvormen sa mengesteld en in harde kleuren gelakt, terwijl de kap van gepliceerd papier ge maakt is, dat, door het te drenken in olie, het aanzien van heel dun, oud per kament gekregen heeft. De lampjes van gekleurd glas op een metalen voetje en een deuk van boven waarop men enke le druppels odeur laat verdampen om een geparfumeerde geur in de kamer te krijgen (z.g. brule parfum's) zijn maar zelden op zichzelf fraaie voorwerpen, doch „doen" het wel eens in een meis jeskamer. De tijd van uitgaan breekt weer zoo langzamerhand aan en het is nu het mo ment om een aardig avOndtoiletje te ma ken. Iets wat op het oogenblik zeer in trek is, is een rand van groote bloemen on deraan den zoom van de rok. Bijgaande de japon of, bij gebrek hieraan in taf lint, knipt men vier groote rosetten zoo als fig, I laat zien, daarna vier kleinere en ten slotte vier hééle kleine. Nu wor den de rosetten in volgorde op elkander gelegd zooals fig. II u toont en in het midden met kraaltjes of een glimmenden steen vastgenaaid. Daarna één voor één op de japon bevestigd. Behalve dat deze versiering zeer ele gant is, doet zij de ruimte van den rok tot haar recht komen. MARGUERITE. Dat het in de vorige eeuw even moei lijk was, om dienstboden te krijgen, als thans, blijkt uit een dagboek van den grooten van Beethoven, waarin Mej. Belpaire zoo aardig den kleinen kant van 's meesters leven laat zien. We be merken dan, dat 'n meester in de edele toonkunst tegelijkertijd een stumperd in de huishouding kan zijn. Het schijnt, dat van Beethoven voor namelijk met dienstboden sukkelde en in zijn serieus dagboek van 1818 teekent hij de' volgende merkwaardige feiten aan: 31 Jan. Huishoudster opgezegd. 15 Febr. Keukenmeid gekomen. 8 Maart. De keukenmeid haar dienst voor binnen 14 dagen opgezegd. 22 Maart Nieuwe huishoudster geko men. 14 Mei. Is de 'nieuwe dienstmaagd ge komen voor zes gulden per maand. 20 Juli. De huishoudster afgedankt. In het jaar 1820 was het met v. Eeet- hoven's huishouden nog erger gesteld, 17 April. Keukenmeid gekomen. 16 Mei. Keukenmeid opgezegd. 19 Mei. Keukenmeid heengegaan. 1 Juli. Keukenmeid gekomen. 29 Juli. Des avonds keukenmeid ge vlucht. En zoo ging het door, totdat er in December van dat jaar een keukenmeid kwam die maar zes dagen bleef en het record sloeg. téekening toont u een dergelijk japonne tje. Het is vervaardigd van zeegroene tafzijde. Het lijfje is nauwsluitend, de mouwen en het rokje wijd. De versiering bestaat uit den reeds bovengenoemden bloemenrand en één groote bloem op den schouder. Deze bloemen zijn van groen taflint en worden op de volgende manier vervaardigd, In de snippers van SCHEUREN IN HEERENKLEEDING. Een scheur in de kleeding van haar man of zoon bekijkt menige huisvrouw met een wanhopig gezicht. Zij gelooft niet, dat zij in staat zal zijn, om haar zoo te herstellen, dat zij onzichtbaar wordt. Het stoppen van heerenkleeding is echtet in het geheel niet moeilijk, zoo lang de scheur nog nieuw en niet uitge rafeld is. Men behoeft er werkelijk geen kleermaker bij te halen. Men herstelt de scheur op de volgen de manier: Men trekt haar op den linker kant van de stof met fijne zijde bij el kaar, terwijl men altijd slechts de bo venste draden neemt en heen en weer steekt over de scheur. De draad mag niet hard aangetrokken worden, daar de stof glad moet blijven. Dan het werk omkeeren en de scheur aan den buiten kant met weer kleine steken met een uit de stof getrokken draad stoppen. Heeft men zulk een draad niet tot zijn beschikking, dan kan ook vrouwenhaar genomen worden, dat de draden onzicht baar tezamen trekt. De vezels van de stof, die boven op de stof blijven zitten, moeten glad worden afgeknipt. Daarna wordt de stof goed vochtig gemaakt en laat men haar een poosje vochtig liggen, zoodat het nat er goed intrekt. Dan wordt een witte doek genomen, er over gelegd en de plek stevig met 'n zwaar strijkijzer gestreken en ten slot te geborsteld met- den draad van de stof mede. POTLOOD SLIJPEN. Tot de weinige dingen, waarin een vrouw niet handig is, behoort het slijpen van een punt aan een potlood. Of zij maakt er een raar, gedeukt, gebocheld, gekneusd, verboemeld stompje van, of het is zoo'n naaldfijn puntje zonder steun, dat het bij de eerste letter al af knapt. Ook hiervoor bestaat een met hode, die vele mannen met succes in praktijk brengen, dus die de vrouw ook moet leeren toepassen. Snijd rondom het potlood een ring, on geveer 2 fi c.M. van de punt af. Slijp nu voorzichtig met een fijn mesje vanaf dien ring het hout in dunne schilfers weg. U mpg dus niet er in japen, zoodat het potlood zelt wordt geraakt. Scheer het hout weg, draai het potlood drie- vier maal in de rondte, vóór u bij de punt belandt. Als eindelijk het lood zichtbaar wordt, moet het er uitzien als het on derste deel van een wandelstok en niet als een fijne naald. Om tenslotte te pun ten, legt u het op den rand van de tafel en slijpt één zijde plat. De andere kant is dan een stevige punt, waar u uitste kend mee kunt schrijven, en die niet gauw breken zal. ZOMERKAAS. Melk, die zuur is geworden, kan nog best gebruikt worden. Giet de melk in een schoonen doek en laat het water er uit druipen. Gij kunt den doek daarvoor vastbinden en ophangen of in een vergiet zetten. Als het water er uit is, haal het dikke dan van den doek af; vermeng dit met wat peper en zout. Ook kan men de kaas vermengen met Vi ons boter, een beetje zout en wat komijnzaad (bij den drogist verkrijgbaar). Op de boterham gesmeerd is dit heer lijk frisch en tevens erg lekker. MAGERE BLOEMKOOLSOEP. 1 Yt L. water, waarin bloemkool ge kookt is, eenige kleine stukjes bloem kool, 60 gram boter, 50 gram bloem, 1 d.L. melk of room, 1 a 2 eieren, noot muskaat, 1 lepel fijngehakte peterselie, 1 theelepel Maggi's Aroma. Bereiding: De 'boter in een pan smel ten, daarbij de bloem voegen en lang zaam het kokende bloemkoolwater. Dit alles roerende ^10 minuten door laten koken. De eierdooiers in de soepterrine flink kloppen, met een weinig geraspte nootmuskaat, daarbij de room of de melk voegen en langzaam de kokende soep. Het laatst een theelepel Maggi's Aroma, de stukjes bloemkool en de fijngehakte peterselie er door roeren BRUINE BOQNEN-SLA. 250 gr. bruine boonen, 1 biet, paar stronkjes Brusselsch lof, wat ingemaakte augurkjes, olie, azijn, zout, mosterd. Bereiding: De boonen gaar koken en goed uit ïaten lekken. De biet en de augurkjes in plakjes snijden, het Brus selsch lof van de buitenste leelijke bla deren ontdoen en in dunne snippers ver- deelen. Een sausje maken van, een kou den aardappel, olie, azijn en kruiderijen. Boonen, biet, enz. door elkaar roeren en vermengen met het sausje. Het gerecht een half uur laten staan. RUSSISCHE AARDAPPELPANNE- KOEKEN. 6 mooie aardappelen worden afge- boend, flink gewassfchen en in de schil gekookt. Nadat ze wat afgekoeld zijn, worden ze gepeld en geraspt. Dan wordt er peper, zout, 2 eetlepels bloem en 2 eieren aan toegevoegd en alles flink dooreen gemengd. Van het deeg bakt men pannekoeken in de koekepan met flink heetgemaakte boter. Deze worden goed warm gereserveerd met takjes ge bakken peterselie. BLOEMKOOL MET TOMATENSAUS. 1 groote bloemkool, 4 d.L. vocht, 1 blikje tomatenpurée, 30 gr. bloem, 40 gr, boter, iets citroensap. Bereiding: De bloemkool gaar koken in ruim kokend water met zout De bloemkool warm houden op een hergiet boven de pan met water. Van 4 d.L. kooknat saus maken. Hierdoor het blikje tomatenpurée roeren en de saus afma ken met wat citroensap en zoo noodig zout. De bloemkool overdoen op een verwarmden vleeschschotel, de tomaten saus er over heen gieten en de schotel afmaken met wat mooie blaadjes salade en garnalen. RIJSTCROUQUETJES MET KAAS. 100 gr. geraspte kaas, 400 gr. gekook te rijlstt, 1 ei, 2 d.L, melk, 25 gr. bUrievn, 30 gr. boter, zout, iets kerry. Bereiding: Van boter, bloem en melk een dikke saus maken. Hierdoor de ge raspte kaas mengen en roeren tot ze gesmolten is. De saus vermengen met de rijst, zout en kerry. Het mengsel ge heel koud laten worden, en Croquetjes vap vormen, deze door panneermeel, losgeklopt ei en nog eens paneermeel halen, en ze in goed warm frituurvet mooi bruin bakken, Ze netjes opstapelen en versieren met mooie krulpeterselie. „Neen, Henri, i k vrees dat het nooit goed zou gaan tusschen ons," zei het meisje. „Verleden maakte je nog de op merking, dat ik in alles mijn eigen hoofd wenschte te volgen." „O, maar dat is heelemaal geen be zwaar," antwoordde hij. „Als we ge trouwd zijn, kun je dat blijven wenschen." „Wat een onzin, dat twee ;ongge- trouwde menschen zoo tegen elkaar koppen Waarom leggen ze de kwestie niet bij?" „Dat kunnen ze niet. Ze weten met meer, waar ze ruzie over hebben gehad. 1.00 per stuk. Kindermaten tot 12 jaar 0.75 Papieren patronen op maat gemaakt, kunnen onder toezending van het bedrag (vergeet niet het nummer van het model op te geven) besteld worden aan Pa per Pattern Service, Parkstraat 79, Din Haag. De maten op te geven volgens oneer» staande teekening. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 8