De Zevende Algemeene Vergadering
van den Volkenbond te Genève.
NIEUWE HAARE. COURANT
Derde Blad Woensdag 6 October 1926
m
KERK EN SCHOOL.
Het 7de Eeuwfeest van
St. Franciscus.
Pastoor J. J. Kluytmans. f
AMSTERDAMSCH NIEUWS.
Het SO-jarig bestaan van het
M uiderpoort-Kwartier.
Een fietstochtje zonder
belastinsiplstatje en het
gevolg daarvan.
FINANCIËN.
De Boazbanh te Utrecht
RECHTZAKEN.
Een drama tusschen man
en vrouw.
UIT ONZE OOST.
Bommen op de jaarmarkt,
te Soerabaja.
GEMENGD NIEUWS.
Hoe men een brand bluscht
in 1926.
Een interessante schilderijen
kwestie.
INGEZONDEN.
VII.
De algemeene indruk is wel deze, dat men
later niet onverdeeld gunstig van de leiding
van de zevende Assemblee zal gewagen. In
hoeverre de Voorzitter Ninsjtisj daaraan
schuldig is, moge in het midden worden ge
laten. Er waren, naar aanleiding van het in
cident, dat zich korten tijd geleden bij een
Raadsvergadering met den Hongaarschen
premier Bethlen heeft voorgedaan, die een
oorvijg kreeg van een politiek tegenstander,
reeds scherpe maatregelen genomen om on
bevoegden toegang tot het Volkenbóndsge-
bouw te beletten. Nu zijn er ook nieuwe maat
regelen genomen, die betrekking hadden op
het binnenkomen en uitgaan van de Volken
bondszaal tijdens de discussie. Men moet
daarbij op den voorgrond stellen, dat de Re
formatiezaal geen ideale gelegenheid is om
te vergaderen de bouw is onpractisch de
accoustiek vrij slecht. Aangezien elke rede
voering ten minste êên keer moet worden ver
taald, een enkelen keer zelfs twee maal komt
het voor, dat degenen, die haar in de eerste
taal verstaan hebben, wegloopen, wanneer de
vertaling begint en daardoor onrust, rumoer
veroorzaken. Om dit te verhinderen, heeft de
Voorzitter, ook ten opzichte van de journa
listen, maatregelen van orde voorgeschreven.
Aangezien deze niet ten volle bekend waren,
werd een aantal journalisten gedupeerd, wijl
zij, terwijl daarbinnen een belangrijke rede
voering werd gehouden, de deur gesloten
vonden. Ongetwijfeld onaangenaam, maar
of het middel, dat zij toepasten een dusda
nig gebrul aanheffen, dat de vergadering er
door gestoord werd, het juiste en voor de pers
meest passende middel is, dient betwijfeld.
De pers vraagt en terecht waardeering
voor haar werk en eerbied voor degenen, die
haar vertegenwoordigen, maar ook daarbij
kan niet alles van êên kant komen. Het merk
waardige is wel, dat Voorzitter Ninsjtisj, in
plaats van wat zijn goed recht zou zijn ge
weest dezen journalisten in het openbaar
althans een afstraffing toe te dienen, een ver
ontschuldiging uitsprak, die erop neerkwam,
dat de desbetreffende maatregelen zonder
zijn voorkennis zijn genomen.
Intusschen was dit incident slechts een der
uitingen van de slechte stemming, die er ten
opzichte van den Voorzitter heerscht. Want
deze was in tegenstelling met de meeste zijner
voorgangers, autoritair erkende weinig het
gezag der vergadering', en heeft in de laatst
verloopen week getracht datgene wat nog af
te doen was, er jachtend door te krijgen. Een
der Nederlandsche correspondenten zocht de
aanleiding reeds in het feit, dat hij beloofd
had den daaropvolgenden Maandag te War
schau te zijn, en nu deze belofte zal moeten
herzien. De practische macht van den presi
dent is een vrij groote, maar het werd Lord
Robert Cecil en het werd ook onzen landge
noot Loudon te erg zij protesteerden ertegen
in de gematigde termen, die men in deze ver
gadering kent, maar zij protesteerden niette
min. Het heeft in zooverre geholpen, dat de
voorgenomen avondvergaderingen van com
missies zijn uitgesteld dat de Assemblêe nog
een paar dagen langer zal bijeenblijven, zoo
dat men tenminste niet al de moties, die niet
behoorlijk behandeld kunnen worden, in een
vloek en een zucht zal afdoen. Maar Voor
zitter Ninsjtisj heeft geen goede pers. Zelfs
het mede door hem afgekondigde besluit, dat
applaus van de tribunes niet meer zal zijn toe
gelaten, wordt door sommigen bekritiseerd.
Inderdaad was het eigenlijk een anomali, dat
in deze vergadering, die toch in zekeren zin
ook een parlement is, het publiek vrijelijk
mocht applaudisseeren. Wanneer men teeke
nen van instemming toelaat, kan men dan, zoo
is menigmaal gevraagd, teekenen van afkeu
ring verbieden Stel voor, dat men deze vraag
ontkennend beantwoordt, welk heidensch
spektakel zou dan niet mogelijk zijn geweest 1
Bovendien, waarom applaus alleen aan het
einde van een redevoeringwaarom niet
tusschenin? Het ergste was bovendien, dat
het applaus der tribunes meer dan een spre
ker ertoe verleidde om niet meer voor de As
semblêe, maar voor de tribunes te spreken.Nu
wordt er wel geklaagd, dat de vergaderingen
saai en vervelend zullen worden, maar de
Volkenbondsvergadering is nu eenmaal geen
pretje. Wie naar de zitting van een rechtbank
gaat om het pleit tusschen twee partijen langs
de regelen van het recht te hooren beslechten,
Zal ook de sensatie missen, die vroegere kamp
en vuistgevechten ongetwijfeld opleverden.
Maar wel niemand zal toch durven beweren,
dat daarom een achteruitgang te constateeren
valt. Het wil er bij ons niet in, dat de Assem
blêe te Genéve zoozeer zou worden geschaad,
indien zij, wijl men niet meer applaudisseeren
mag, eens wat minder het bezoek waardig
werd gekeurd van de rondtrekkende toeristen,
van welke de Amerikanen met hun brillen,
maar met weinig goeden wil gewapend, nog
altijd het voornaamste contingent vormen
Zooveel is zeker, de zevende Assemblêe,
die er aanvankelijk op werd aangezien, dat
zij „slechts" de reorganisatie van den Raad
zou opknappen, begint al heel aardig werk
te doen. Daar is reeds dadelijk de aandrang,
door haar uitgeoefend, opdat toch vooral de
Economische conferentie, waarnaar geheel
de wereld met belangstelling ziet, binnen zoo
kort mogelijken tijd zal worden samengeroe
pen. Loucheur, de bekende ivransche econo
mist, die haar een vorig jaar plotseling en tot
veler verrassing voorstelde, heeft nu haar
bespoediging verdedigd. Ook in verband met
de verwachtingen, die door de volkeren wor
den gekoesterd mocht men z.i. niet langer ris-
keeren al te veel tijd met voorbereidende
werkzaamheden te verliezen. Loucheur zou
hebben gewenscht, dat de conferentie reeds
in het voorjaar van 1927 zou zijn bijeenge
komen, maar de Assemblêe is het tenslotte
op grond van practische overwegingen eens
geworden over de formule binnen den kortst
mogelijken tijd, teneinde de eenstemmigheid
der Assemblêe niet te verbreken. Loucheur
wees in zijn redevoering pok op de onderhan
delingen over de oprichting van een interna
tionaal staalcartel, waaraan momenteel
Duitschland, Frankrijk, België en Luxem
burg deelnemen. Hij betoogde, dat zulke on
derhandelingen slechts achterdocht wekken,
indien zij buiten het kader van de algemeene
plannen worden ondernomen. Dit cartel is
tegen niemand gerichthet zal voor alle
Staten open staan en als dienende den eco-
nomischen vrede van Europa moeten wor
den opgevat. Maar die economische vrede
kan slechts verzekerd worden, indien de inter
nationale economische conferentie die brengt.
De Duitsche gedelegeerde von Rheinbaben
pleitte zijnerzijds voor het sluiten van inter
nationale overeenkomsten ten aanzien van de
productie, den afzet e.d. gedurende een over
gangstijd, maar onderstreepte nadrukkelijk
wat Loucheur met betrekking tot het inter
nationaal staalcartel had betoogd. Het cartel
komt niet, althans niet uitsluitend ten gunste
der verbruikers tot stand, want zijn oprich
ting geschiedde in overeenstemming met de
ijzerverbruikende industrie zelve.
Maar niet alleen ten aanzien van de eco
nomische conferentie heeft de Assemblêe op
spoed aangedrongen, ook ten aanzien van de
Jog belangrijker Ontwapeningsconferentie
deed zij zulks. De heer Loudon, als Voorzit
ter en rapporteur van de voorbereidende com
missie, heeft voor zijn arbeid van de zijde der
derde Commissie veel waardeering onder
vonden. Van Fransche zijde is door Bon
cour betoog-1, dat het nutteloos zou wezen
om het noszens opnieuw met het Protocol
en de daarin belichaamde drieëenheid Ont
wapening, veiligheid en arbitrage, te pro-
beeren 1 Toch zou z.i. het Protocol een bron
van inspiratie kunnen blijven voor regionale
verdragen, en de som van zulke regionale ver
dragen kan tenslotte een staat van zaken te
weeg brengen, dat het resultaat van het Pro
tocol, ware dit aanvaard, zeer dicht zal be
naderen. Deze gedachte, die door de Engel-
schen niet geheel werd aanvaard, werd door
de Servische delegatie warm ondersteund en
uitgewerkt tot een ontwerp-resolutie, welke
de derde Commissie heeft aanvaard. Daarin
worden de beginselen van het Protocol nog
eens met name genoemd evenals de daarop
gebaseerde verdragen van Locarno. Vervol
gens wordt de meening uitgesproken, dat zul
ke verdragen ook voor andere Statengroepen
als voorbeeld kunnen dienen tot verzekering
der veiligheid door wederzij dsche waarborgen
tegen ongewettigde aanvallen, en dat alle
Bondsleden goed zullen doen, om waar noodig
zulke verdragen te sluiten, desnoods ware
„bij voorkeur" niet beter döor bemidde
ling van den Raad. Want op het oogenblik
gaat het met deze verdragen wel geweldig
vooruit, maar wanneer men hoort van ve e
dezer verdragen zooals dat tusschen Italië
en Spanje, dat tusschen Roemenië en Fran
krijk en nu weer dat tusschen Polen en Zuid-
Sla vië, maakt men zich over de uitsluitend
defensieve bedoeling dezer verdragen wel eens
ongerust. In zooverre mag de aangenomen
resolutie reeds dadelijk geacht worden £een
vrome wensch zonder meer te zijn, wijl de
Commissie bijna tegelijkertijd aandrang heeft
geoefend, dat de Ontwapeningsconferentie
toch zoo spoedig mogelijk'zal bijeenkomen.
Frankrijk heeft een motie in deze richting
ingediend. Het oogenblik is aangebroken,
aldus heeft de Jouvenel gezegd, waarop ieder
zijn verantwoordelijkheid zal hebben te dra
gen. Wat Frankrijk betreft, onze deskun
digen zijn gereed. Locarno is geratificeerd
Duitschland is hier opgenomen. De Fransche
delegatie wenscht dus dat met het werk der
ontwapening een spoedig begin zal worden
gemaakt. Weliswaar is daartegen van Engel-
sche en Italiaansche zijde tegenstand ge
boden werd een zoo spoedige bijeenroeping
van de conferentie zelfs onverstandig ge
noemd, maar Frankrijk hield, gesteund door
Noorwegen en België, vol. Tenslotte heeft
een bemiddelend Roemeensch amendement
de overeenstemming gebrachtde woorden
zoo mogelijk zijn in de resolutie ingevoegd
om te doen uitkomen, dat men niet in elk
geval de spoedige bijeenkoming van de Ont
wapeningsconferentie men sprak reeds
van den zomer 1927 mag verwachten.
Hoewel de zaken, waarom het ging, van
geringer beteekenis waren, heeft het in de
zesde Commissie, die der politieke aange
legenheden, heel wat meer gespannen dan
in de derde zijn er zelfs uitdrukkingen ge
bruikt, die nauwelijks in een Volkenbonds
vergadering thuis hooren. Wat geschiedde bij
de bespreking der mandaatkwestie. De Man-
datencommissie heeft onlangs tegenover den
Volkenbondsraad de wenschelijkheid geuit,
dat haar zou worden toegestaan jaarlijks een
aanmerkelijk uitvoeriger questionaire aan de
mandatarissen toe te zenden, en tevens, dat
het haar geoorloofd zou zijn om petitionaris-
sen uit mandaatslanden persoonlijk te hooren.
De Raad heeft, op eenstemmig advies van
Frankrijk, Engeland en België, deze ver
zoeken afgewezen, en Chamberlain en Briand
zijn bij die gelegenheid tegenover onzen
landgenoot Van Rees, den ondervoorzitter
der Mandatencommissie, in het geweer ge
komen. Daarmede was de zaak afgedaan,
maar niet voor Nansen, die met zijn gewone
bruuskheid in de zesde Commissie de zaak
dacht te forceeren. Hij deed dit door in ter
men, die de Mandatencommissie zelve zelfs
tegenover den meest nalatigen mandataris
nimmer zou hebben gebruikt, de houding
van Frankrijk en Engeland te gispen. Hij
liet het daarbij aan toespelingen op Syrië,
een voor Franktijk uitermate pijnlijk punt.
niet ontbreken, hetgeen de Jouvenel aan
leiding gaf tot de opmerking, dat het rapport
der Mandatencommissie over Syrië en de
openbare behandeling dezer aangelegenheid
de revolutie daar met weken hadden ver
lengd. De Jouvenel is in dit opzicht geen on
partijdige getuige, maar aan den anderen
kant kan hij het beter weten dan iemand
anders. De heer van Rees heeft hem zakelijk
en waardig weerlegd heeft gewezen op de
verplichtingen, die op de Mandatencom
missie rusten heeft teruggewezen vorderin
gen, die den arbeid der Commissie binnen
te nauwe perken zouden omsluiten. Ten
slotte stelde Nansen kort en goed een motie
voor, waarbij geheel de arbeid der Mandaten
commissie zou worden goedgekeurd, dus
ook haar wensch om uitbreiding van haar
questionaire en bevoegdheden. Daarin kon
den noch Cecil, noch de Jouvenel treden, en
terecht heeft de Belgische voorzitter der
Commissie het nuttig geoordeeld om het
debat voorloopig te sluiten en aan een Re
dactiecommissie de verdere afwikkeling op
te dragen. Zoo werd althans voor het moment
de situatie gered, maar de scherpe woorden
zijn vrij noodeloos gevallen, en zouden zeker
bij een minder bruuskrapporteur als Nansen
is, niet tiaar voren zijn gekomen.
Inmiddels heeft de Raad vergadertde
voorbereidende behandeling van verschil
lende vraagstukken over de nieuwe leden
verdeeld, waarbij Polen en Roemenië vaste
groepen van problemen hebben gekregen.
De heer Loudon moest rapporteeren over
een paar grenskwesties geheel in het Oosten
van Europa, en heeft qp gebruikelijke wijze
uitstel verzocht. Maar het meest belangrijke
van deze Raadszitting was wel daarin ge
legen, dat zij Duitschland bij monde van
Stresemann gelegenheid, schonk om zich te
uiten. Dat geschiedde zoowel over Memel
als over Danzig. Wat Memel betreft waren
vraagstukken, die op de rechten der minder
heden betrekking hadden, hangende nog
immer zijn er bezwaren, die voortvloeien uit
het feit, dat Lithauen zich Memel heeft
toegeëigend, niet tegenstaande het n'og altijd
doorgaat zich te beklagen over Polen's, latei-
door den Raad gesanctioneerde in bezit
neming van Wilna. Nadat de Lithauensche
gedelegeerde zich met het meerderheids
rapport der Commissie accoord had ver
klaard, in welk rapport het standpunt wordt
ingenomen, dat, de onderteekenaars der
Memelconventie het recht hebben zelf nauw
keurig te preciseeren in welk geval de con
ventie is geschonden, hetgeen zij evenwel
niet hadden gedaan, verklaarde ook Strese-
mannfjmet het rapport in te stemmen, indien
daarin zou worden geconstateerd, dat de
mededeelingen der inwoners van 't Memelge-
bied aan de autoriteiten van dit gebied gericht
moeten worden aan de verschillende regee-
tingen der Staten, die in den Volkenbonds
raad vertegenwoordigd zijn en niet aan den
Generaal. Daardoor, komt tot uiting, dat elke
in den Raad vertegenwoordigde Mogendheid
het recht heeft om kwesties, die op de schen
ding der Memelconventie betrekking heb
ben, te bespreken. Voorloopig is in Memel
de financieele kwestie langs minnelijken weg
afgedaan de overige geschillen zijn openge
bleven, en zullen voorloopig openblijven.
Ten aanzien van Danzig waren er wat meer
bezwaren. De Voorzitter van den Danziger
Senaat Sahn, die voortdurend ten onrechte
van Danzig gewaagt als een onafhankelijke
Staat. Wat deze geenszins is, stelde de nood
zakelijkheid der gevraagde leening in het lich'.
Het financieele Comité was Danzig slechts
weinig tegemoet gekomen de Raad heeft
het, wellicht om den goeden indruk tegenover
Duitschland te maken, in sterker mate gedaan
Zooveel is zeker, Danzig zal zijn leening, op
welker beteekenis ook de Hooge Commissa
ris Prof. van Hamel wees, wel verkrijgen.
Want de financieele toestand van Danzig
eischt algeheele herziening, want komt die
er niet, dan valt het afdoend karakter van
elke hulp aan Danzig in twijfel te trekken.
Nog verblijdender dan de samenwerking,
die Stresemann en zijn collega's in den Raad
over kwestiën als die van Danzig en Memel
toonden, is het bericht van de samenspreking,
die tusschen Frankrijk en Duitschland te
Thoiry in de onmiddellijke nabijheid van
Genève heeft plaats gehad. Daar hebben
Briand en Stresemann, als het ware in het
loover van het groen, gesproken en onder
handeld, en mag men de voorloopig dienaan
gaande aan de pers verschafte mededeelingen
gelooven, dan zijn zij erin geslaagd om werke
lijk een grondslag voor overeenstemming te
leggen, die de beste resultaten kan opleveren.
Stresemann is nu naar Berlijn vertrokken
Briand vertrekt binnen zeer korten tijd naar
Parijs beiden zullen op die wijze het accoord
hunner regeeringen op de door hen voorloo
pig gedane stappen trachten te verkrijgen.
Maar, het schijnt werkelijk, dat alweer een
nieuwe phase is ingeluid. En al staat Thoiry
los van den Volkenbond, gelijk een vorig jaar
Locarno los van Genève stond, toch is het
de atmosfeer, de invloed van Genève, die dit
werk heeft mogelijk gemaakt, en die daaraan
het speciaal vereischt karakter geeft.
In dit verband dient nog gewezen op het
voorloopig bevredigend resultaat, dat de con
ferentie over de toetreding van Amerika tot
het Hof van den Volkenbond te 's-Graven-
hage heeft gehad. Onze landgenoot Prof. v.
Eysinga heeft eer van de leiding dezer con
ferentie. Men heeft getracht, en is erin ge
slaagd, een vorm te vinden, waardoor alle de
vijf Amerikaansche punten van voorbehoud
zijn aanvaard. Slechts ten aanzien van een
enkel onderdeel der voorbehouden heeft zij
daaraan een interpretatie toegevoegd, die
wellicht in Amerika niet eenstemmig zal
worden aanvaard. Maar dat is ook niet noodig,
want het streven is vooral dit geweest, dat de
Amerikaansche Senaat juridisch buiten de
verdere gedachtenwisseling zal kunnen wor
den gehouden. Kenners van het Amerikaan
sche Staatsrecht verzekeren, dat alles wat ver
der van Amerikaansche zijde nog dient te
worden gedaan, behoort tot de daden van uit
voering, waaromtrent de Amerikaansche Re
geering bevoegd is besluiten te nemen zonder
uitdrukkelijke goedkeuring van den Senaat.
Of zij dit doen zal, is een andere kwestie.
Prof. van Eysinga heeft van de conferentie
de opdracht gekregen en aanvaard om een
modelbrief te ontwerpen, die door alle regee
ringen van de reeds tot het Haagsche Hof
toegetreden Staten aan de Amerikaansche
Regeering Zal worden gezonden. Deze model
brief is natuurlijk geheel gebaseerd op
de bovenbedoelde uitspraak. De bedoeling
is, dat dan later tusschen deze Regeeringen en
Amerika een Protocol van uitvoering zal
worden gesloten, waarbij zal worden overeen
gekomen hoe Amerika's voorbehouden in de
practijk worden opgevat en ten uitvoer ge
bracht. Het is een uiterst moeilijk werk ge
weest, dat deze conferentie verricht heeft, en
terecht heeft men Prof. van Eysinga gehul
digd om den tact, die hij toonde, en heeft
Prof. van Eysinga de conferentie gehuldigd
om het breede standpunt, dat zij innam.
Waarlijk, van de gedelegeerden van deze
conferentie kan men zeggen, dat zij, zonder
zich door Amerikaansche pretenties, die uit
sommige voorbehouden beslist spreken,
van de wijs te laten brengen, het groote doel
geen oogenblik hebben vergeten. Zij hebben
begrepen, dat bereikt moest worden om te
trachten aan de Vereenigde Staten voldoe
ning te schenken en daardoor mogelijk te ma
ken, dat Amerika weer eenigszins kon her
vatten de grootsche taak, die dit land met
betrekking tot de internationale rechtsvor
ming in het verleden heeft volvoerd. De weg
daartoe is thans geopend het is nu aan Ame
rika en zijn Staatslieden om den weg te be
wandelen. Laten wij hopen, dat zij deze gele
genheid niet zullen laten voorbijgaan.
Men ziet het, de Assemblêe en al wat haar
omgeeft, bieden wel aanleiding tot althans
eenige voldoening l
M.
De plechtige herdenking te Weert.
De plechtige herdenking .van het 7e Eeuw
feest van St. Franciscus door de Minder
broeders Franciscanen werd gisteren voort
gezet met een academische vergadering.
Om half twaalf had in dc collegezaal der
fraters een plechtige bijeenkomst plaats die
als een academische zitting werd aangeduid.
Deze feestvergadering werd ook bijgewoond
door den Internutius, en daarbij werden een
drietal dissertaties gehouden.
Door pater Gilbertus Lohuis werd de ver
gadering voorgezeten en een woord ter in
leiding gesproken, vxaarbij hij vooral dank
bracht aan den Internuntius voor het zeld
zame voorrecht dat de communauteil door
zijn tegenwoordigheid werd vereerd.
De eerste dissertatie werd gehouden door
fr. Gonfilius Knipping O.F.M., die in het
Fransch sprak over: St. Franciscus en het
leven der liefde.
De tweede dissertatie \verd in het Duitsch
gehouden door fr. Eericus Uppenkamp O.
F. M. over het onderwerp: St. Franciscus
en het apostolisch leven.
Door de schola cantorum der theologan
ten werd vervolgens met begeleiding van
viool, harmonium en piano het „Zonnelied'
gezongen in de meesterlijke toonzetting van
den Franciscaner pater J. G. Bapt. Falco-
nara.
Daarna had de derde dissertatie plaats die
wederom in het Fransch werd gehouden
door fr, Salesius Lemmens O.F.M. over het
onderwerp: St. Franciscus en het moderne
leven.
Aan het einde dezer academische zitting
verzocht de voorzitter den zegen van Z.Exe.
den Internuntius.
Mgr. Schioppa stond hierna op, om een
enkel woord tot de vergadering te richten.
Met bijzondere vreugde, zeide mgr., ben ik
hier in uw midden gekomen om deel te ne
men-'aan. uw feest- en- deze plechtige verga
dering bij te wonen. Als lid der Derde Orde
van St. Franciscus en als Italiaan ben ik
buitengewoon tevreden over deze bijeen
komst. Hier heb ik vernomen hoezeer gij in
alles beantwoordt aan de wenschen van
Z. II. den Paus.
St. Franciscus heeft de wereld overwon
nen door goedheid en wetenschap. Dit voor
beeld, zeide Z.Exc., wordt ook door u na
gevolgd en het voorbeeld is het beste apos
tolaat. Zet dat apostolaat voort, dan zult gij
evenals St. Franciscus door goedheid en
wetenschap de wereld overwinnen. Dat is,
besloot mgr., mijn wensch en als onderpand
daarvan wil ik u mijn zegen schenken, op
dat God op mijn gebed uw apostolaat zege-
ne tot in lengte van jaren en u in Zijn
hemel met St. Franciscus doe juichen het
eeuwig „Laudate et benedicite".
Mgr. gaf hierna aan de geknielde verga
dering den zegen, waarna de voorzitter met
den Christelijken groet de bijeenkomst sloot.
Na voorzien, te zijn van de H.H. Sacra
menten der Stervenden is overleden de Z.
Eerw. heer J. J. Kluytmans, pastoor te
Zeelst.
De ZeerEerw. heer Johannes Josephus
Kluytmans werd geboren te Oisterwijk 21
Februari 186). Hij studeerde aan de semi
naries te St. Michels Gestel en Haaren en
werd priester gewijd 19 Juni 1886. Achter
eenvolgens werd Z.Eerw. benoemd tot ka
pelaan te St. Michiels-Gestel in 1887, -te
Geldrop den 9en Juli 1900 en tot pastoor
te Zeelst den 29sten September 1905.
Deze maand bestaat het Muiderpoort-
kwartier te Amsterdam 50 jaren.
En zooals begrijpelijk is de bewo
ners van dat kwartier willen deze gebeurte
nis niet onopgemerkt voorbij laten gaan.
Integendeel, hard is er gewerkt voor een
waardige en feestelijke herdepking.
Een comité, door de bewoners benoemd,
is geruimen tijd bezig geweest met het
treffen der noodzakelijkste voorbereidingen
en het opstellen van een zeer gevarieerd
programma.
Niet minder dan tien dagen zijn er mee
gemoeid om dat te verwerken! Gansch Am
sterdam want ook de bewoners van
andere stadsgedeelten leven natuurlijk mee
met het feest van het Muiderpoortkwartier!
zal in die dagen getuige kunnen zijn van
muziekuitvoeringen, optochten en wedstrij
den. Zelfs aan een reclame-markt en aan
een huldiging van dc oudste buurtbewoners
is gedacht.
En last not least: de opening van het
Koloniaal Instituut door H. M. de Koningin
en de feestelijk verlichte en versierde
straten, zullen niet weinig tot het welslagen
van het feest bijdragen.
Dat er reden is om feest te vieren zal
niemand betwisten als men bedenkt hoe dit
kwartier in een tijdperk van betrekkelijk
juttere jaren van een „onherbergzaam oord"
is geworden tot een belangrijk stadsgedeel
te, dat een waardig entree heeft gekregen
met het Koloniaal Instituut,
Nadat gisteravond in café „De Poort van
Muiden' een feestelijke bijeenkomst van
genoodigden is gehouden, vingen heden
morgen reeds om acht uur de feesten aan
met plechtig klokgelui. Herauten te paard
en te voet trokken door de straten om
den aanvang van het feest aan te kondigen.
Er was veel publiek op de been.
Vanavond begint het pas goed, de illumi
natie wordt dan ontstoken en door de ver
lichte en versierde straten zal dan een
rondgang met muziek worden gemaakt.
door 'de getuigen geschetst als een goede
man onophoudelijk.
Dc procureur-generaal, mr. Busta, be
toogde. dat de rechtbank te Rotterdam z.i.
ten onrechte de voorbedachte rade niet
bewezen heeft verklaard. Spr. achtte hier,
.vaar verdachte rcndgelocpen heeft met
een scheermes in zijn zak beschouwd in
verband met de overige omstandigheden
zeer zeker voorbedachte rade aanwezig.
Wat de strafmaat betreft, w^es spr. er
op, dat de Rechtbank uit overweging, dat
men hier te doen heeft me een psychopaat,
die waar de psychopatenwct nog met
in werking is getreden minder zwaar
gestraft zal moeten v-orden dan een vol
komen normaal mensch. een gevangenis
straf van vier jaren heeft opgelegd. 6pr.
kon zich hier niet mee vereenigen. Hij
beschouwt verdachte als zeer gevaarlijk,
vcoral in verband met zijn leeftijd.
Spr. concludeerde ten slotte tot schul
digverklaring van verdachte aan moord en
zijn veroordeeling tot 10 jaren gov s.r„f
Verdachte's raadsman, mr. Beerman,
kwam in zijn pleidooi tot de conclusie,
dat de verdachte ontslagen zou me eten
worden van rechtsvervolging wegens on
toerekenbaarheid'. Daarnaast betoogde pl.
uitvoerig, dat z.i. noch moord noch dooo-
slag hier bewezen is. Alleen mishandeling,
den dood tengevolge hebbende, is hier vast
komen te staan. Dit is echter niet ten laste
gelegd.
Voor geval van veroordeeling >s. zoo
meende pl., een niet te zware, straf voor
dezen verdachte, die nog nooit met de
justitie in aanraking is geweest en die
detor zeer ongelukkige omstandigheden tot
de daad is gekomen, op haar plaats. Niets
verzet er zich tegen om dezen man nog eens
een kans te geven.
Re- en dupliek volgden.
De uitspraak werd vervolgens bepaald
op 21 October a.s.
Voor den politiereohter te Amsterdam
stond terecht een fouragehandelaar. die op
10 Augustus te Hilversum zonder belasting-
plaatje aan zijn fiets reed.
Door den Riiksambtenaar, die toen de con
trole uitoefende, gesommeerd af te stappen,
had de fietser geweigerd hieraan te voldoen
en was doorgereden. Een ander ambtenaar
was hem toen achterna gereden en had de
sommatic: „Afstappen, Rijksambtenaar! her
haald. Niettegenstaande wilde de man toch
weer doorrijden. Hij werd echter genood
zaakt af te stappen, waarna hij zich. volgens
de woorden van den ambtenaar als een
„recalcitrant" gedroeg.
Toen hij nu inzag, dat er aan ontkomen
niet meer te denken viel, toonde hij zich
meer inschikkelijk en stelde zelfs voor, dat de
ambtenaar mee naar zijn huis zou gaan, dan
zou hij het belastingplaatje toonen.
In dien tusschentijd kwam dc jongen var.
den handelaar met een plaatje aanloopen en
gaf het zijn vader.
Het O.M., mr. Versteeg, meende, dat met
is uit te maken of de verdachte m het bezit
was van een belastingpla.at.je, dan wel of we
hier te doen hebben met een huishouden,
welker leden een en hetzelfde belasting
plaatje gebruiken. In ieder geval is bet ten
laste gelegde feit oo zichzelf vrij ernstig, ook
door dc omstandigheden, waaronder het ge
pleegd Is. Hierom vorderde mr. Versteeg
tegen den verdachte één maan gevangenis-
straf.
Mr. Servatius meende ook, dat men nier
niet te doen heeft met een opwelling van het
oogenblik. Het is daarom, dat mr. S. zich
vereenigde met den eisch en den verdachte
één malnd gevangenisstraf oplegde.
j daar waren beleend. Een bevestigend ant
woord was daarop ontvangen. De heer B,
I btcaalde 800 voor het briefje en bega!
zich daarop opnieuw naar de Bank van
Leening om de schilder: ,cs in ontvangst
te nemen. Hier werd kern geantwoord, dat
de schilderijen zich in het filiaal ie t*^.®*
veningen bevonden, waar hem twee scini-
derüen waarvan de nummers klopten met
die 'op het beleenbriefje, werden ter hand
gesteld. De schilderijen waren verplakt en
eerst later, toen de heer B. zc uitpakte,
bleek hem, dat een der schi denten niet net
werk was, dal op de foto voorkwam, doen
een portret, waarvan hem de waarde n»e[
bekend was. De heer B. stelde de directie
van de Bank van Leening hiermede in ken
nis en eischte het stuk, dat hem volgen*
dc foto toekwam. .-
Hem werd echter geantwoord dat de
nummers klopten, dat deze beide stukk*»
de beleende waren en dat van n naaktfiguur
niets bekend was. Een vergissing were*
door de directie uitgesloten geacht, ten
slotte gaf men hem in overweging
genoegen te nemen met hetgeen hem
was ter hand gesteld te meer omdat aaa
de foto door de Bank geenerlei waarde
kon worden gehecht onder opmerking, dat
de figuur nier te lande tochmmderyw-
koopbaar was dan het schildenj dat hv)
ervoor in dc plaats meende te hebben ge
Hierin schikte zich de heer B„ die kort
daarop het portret, dat hl, voor de itfuur
in de plaats had ontvangen, van de hand
wist te doen.
Groot was zijn verwondering, toen ee
paar maanden later vanwege de Gem. Ban*
van Leening bij den heer B. de boodschap
kwam. dat inderdaad een vergissiag haé
plaats gehad en dat de Bank alsnog-ruilmg
van het portret, dat gebleken was een
echte Albert Cuyp' te zijn, verlang^
De heer B. zeide, hieraan met te
voldoen, dear hij immers hel portret re
Korf0 daarop werd hij bij de politie oft
het Alexanderpiein ontboden vt**r r„
kennen gegeven werd, dal hn diende e
gen dat de Gem. Bank van Leening weer
in het bezit van het portret werd geste
in dr plaats waarvan hij dan de figuur z<*t
°nDVea'S B antwoordde echter ook hier
dat aan f' *erlan*en d°°r hem
w or Hen voldaan.
Intusschen zou hij - *00 werd meeg®
deze beslist eischte. de Albert Cuyp
in haar bezit te krijgen u„dra«
Wij mecnen te weten, dat nicen bedrag
„3,1 f 30.000 als waard van dit schilder J,
dat buiten haar toestemming zou zijn be
leend, had opgegeven. „„>„U,e,tuiir
Intusschen heeft het Gemeentebestuur
van Den Haag door tusschenkomst van znrf
advocaat, den beer B. doen weten dat
do .weigering van den heer B. me' wot.
den berust en dat een civiele actie tegen
hem zal worden ingesteld.
De heer B„ die van meenin u dat de
Gemeente geen recht meer heeft cp
schilderii. heeft zijnerzijds de zaak in han
don gesteld van mr. Bourlier.
Met belangstelling kan het resultaat
van deze actie worden afgewacht.
Nog niet tot liquidatie besloten.
De gisteravond te Utrecht gehouden ver
gadering van leden der coöperatieve spaar
en voorschotbank Boaz te Utrecht, heeft
de balans en de winst- en verliesrekening
over 1925 goedgekeurd. Aan de orde was
voorts een voorstel om de vennootschap
als zoodanig ie ontbinden en het bedrijf in
een anderen vorm voort te zetten. De aan
leiding tot dit voorstel is geweest het feit,
dat belangrijke verliezen zijn geleden,
voornamelijk voortvloeiende uit het ver
strekken van credieten in de jaren na den
oorlog. Daar de Boaz-banken coöperaties
zijn, met onbeperkte aansprakelijkheid, ko
men deze verliezen voor rekening van de
leden, Treden er leden uit, dan vervalt hun
wettelijke aansprakelijkheid na het daarop
volgende boekjaar, waardoor de overblij-
venden zwaarder worden belast. Om dik
laatste te voorkomen, zal men gaarne liqui
deeren. Ten einde alle reden tot ongerust
heid bij de inleggers der bank weg te ne
men, heeft de coöperatieve centrale Boaz-
bank te Amsterdam, die tot liquidatrice zal
worden benoemd, zich bereid verklaard,
om zich voor alle verplichtingen der
Utrechtsche bank aansprakelijk te stellen
en het bedrijf voorloopig voor hare reke
ning voort te zetten, in afwachting van de
beslissing over den nieuwen bedrijfsvorm,
welke in voorbereiding is. Daar het bij de
statuten vereischte aantal leden niet ter
vergadering aanwezig was, moet het be
sluit tot liquidatie in een 2e vergadering
worden genomen, welke tegen 15 dezer
is opgeroepen.
Wij kunnen hieraan toevoegen, dat dc
Haarlemsche bank, die deze naam draagt,
met deze zaak niets te maken heeft. De
Boaz Bank in de Zijlstraat 61 alhier, is
volkomen onafhankelijk, staat geheel op
zich zelf en zou dus even goed een an
dere naam kunnen dragen.
In hooger beroep 10 jaar gevangenisstraf
geëisebt.
Woensdag heeft voor het Haagsch Ge
rechtshof in hooger beroep terecht geslaan
de bootwerker J. L. O. uit Rotterdam, ge
detineerd, die door de rechtbank te Rot
terdam, wegens doodslag gepleegd op zijn
vrouw, is veroordeeld tot vier jaren ge
vangenisstraf. Verdachte, die in voortdu-
renden onmin leefde met zijn vrouw, zou
deze bij een twist roet een scherp scheer
mes zoodanig in den hals gesneden hebben,
dat zij korten tijd daarna overleed. Ver
dachte gaf toe, dat hij een scheermes in
zijn zak gehad heeft, en .voorts, dat hij
naar zijtn vrouw geslagen heeft. Hij kon
zich echter niet herinneren dat hij eerst
het mes geopend zou hebben. Later had hij
gezien, dat hij bloed aan zijn handen had
en dat er ook bloed aan het mes was.
Getuigen k charge werden thans niet ge
hoord, wel eenige getuigen a décharge,
Deze legden verklaringen af omtrent de
onaangename verstandhouding tusschen het
echtpaar/ De vrouw treiterde verdachte
Aneta seint uit Soerabaja.
Op het jaarmarkt-terrein zijn vijf uurwerk-
bommen geworpen, waarvan één op den
dansvloer. Drie dames en twee heeren wer
den licht gewond, een inlander en een Ara
bier ernstig. Twee honderd politieagenten
zochten het terrein af. De daders zijn onbe
kend.
Drie Chineezen hebben ook wonden in hei
gelaat gekregen.
Woensdagavond om half tien werd te
Rotterdam brand ontdekt in een houten
loods van 30 M. lang en 15 M. breed, die
geheel gevuld was met stroo en hooi en
welke loods was gelegen op het laadterrein
van de Ned. Spoorwegen achter de Cein
tuurbaan nabij Hillegersberg. De brand greep
zeer snel om zich heen en binnen een kwar
tier stond het gcheele houten gebouw in
lichtte laaie. De brandweer uit Hillegersberg
en die uit Rotterdam, trokken naar de plaats
des onheils, doch konden aanvankelijk
weinig uitrichten, omdat op bedoeld spoor
wegterrein geen brandkraan aanwezig was.
Het water, dat noodig was, voor het blus-
schingswerk, moest uit een in de nabijheid
liggende sloot worden gepompt. Zoo kwam
het, dat de straaltjes, die op de vuurzee wer
den gericht, niet het minst effect hadden.
Het zou natuurlijk mogelijk zijn geweest,
groot materiaal uit Rotterdam te ontbieden,
doch men was het er lang niet over eens, of
de loods stond op Rotlerdamsch gebied of
onder de gemeente Hillegersberg behoorde.
Toen eindelijk was vastgesteld, dat de bran
dende loods nog onder Rotterdam ressor
teerde, was de gelieele zaak reeds een prooi
der vlammen, geworden.
Om uitbreiding te voorkomen en de smeu
lende massa's z.oo spoedig mogelijk t*e
dooven, werd anderhalf uur na liet uitbre
ken een stoomspuit gezonden.
In de geheele stad was de geweldige vuur.
gloed duidelijk waar te nemen, vandaar, dat
duizenden naar den buitenkant der stad
trokken.
De voorraad hooi en stroo, behoorende
aan de fa. Stogbergen en Hermans te Hille
gersberg werd een prooi der vlammen.
Omtrent de hoeveelheid en de waarde
waren er geen inlichtingen te verkrijgen.
Men schat evenwel, dat de loods en voor
raad ongeveer 15.000 gulden waard waren,
Wat een beleenbriefje al niet
te weeg kan brengen.
schilderijen te 's-Graveniiagc houdt op het
oogenblik de gemoederen bezig in de krin
gen, die er bij zijn betrokken.
De zaak komt hierop neer: Iemand te
Amsterdam, zekere heer B., kocht van een
ander een beleenbriefje, recht gevende op
twee schilderijen, welke bij de Gemeente
lijke Bank van Leening in pand waren ge
geven. Bij het beleenbriefje was een foto
overgelegd, waarop de' beide schilderstuk
ken, 'n Christuskop en 'n naaktfiggur. de
laatste uit de school Rubens, waren afge
beeld. Alvorens het briefje te koopen, had
de heer B. zich aan de Bank van Leening
vergewist of inderdaad die beide stukken
Voor den inhoud van deze rubriek «telt de
Redactie zich niet aansprakelijk.
HET BEDREIGDE KIND DER DRENTSCHB
VENEN.
De winter nadert met rassche 'treden.,
Kachels en verwarmmgsmstallaties wor
deOndaewijl%lammen de haarden lustig op
en verdrijven de kilte van den herfst.
Een schrille tegenstelling met de krotten
de loodsjes, de afdakken, ginds in verarmd#
^Daar^giert de wind door de reten e»
scheuren der hokken, die nauwelijks dea
„aam van noodwoningen verdienen
De tocht bolt het asphaltpapier, dat dienst
doet als schrale bedekking van het zoog -
naamde dak; de bewoners hurken samen op
ccn paar kreupele stoelen met uitgerafeld*
mat of zitten op den leeraen vloer.
Overdag scharrelen de werkloozen rond
en leren op den steun der reeds "Bgeputt*
gemeente. Zij ontvluchten de rookerige som
bere hokken, zooals alleen het uitgestrekt*
Emmen er 600 heeft.
En denk u daar het lot van zieken e»
zwakken, denk u daar het lot van de kwij
nende jeugd, die óf langzaam wegteert of
straks op onrustbarende wijze het leger aan-
vult van de non-valeurs m de maatschappij.
De Regeering. de Provincie en vooral het
Comité voor cultureelen, hygiënisch» en
economischen opbouw van Drenthe, waar
de krachtige figuur van den Commissaris der
Koningin, terzijde gestaan door zijn aan
Drenthe toegewijde echtgcnoote, de leiding
heeft zij allen werken samen lot he»
groote doel: de genezing der zwaar bcproet-
de provincie.
Deze opbouw vordert kennis en bekwaam-
heid, maar vooral tijd.
Naast en nauw verbonden met genoemd
Provinciaal Comité, onder beschermend toe
zicht van den Commissaris der Eomngm en
den Inspecteur voor de Volksgezondheid
voor de Hygiëne van het Kind en de lu-
berculosebestrijding, hebben onderwijzers-
corporaties en vereenigingen voor gezond,
heidskolonies van alle gezindten broederlijk
de handen ineen geslagen tot redding van
het kind en daardoor van het komende ge-
Het Centraal Genootschap, de Katholiek*
en Christelijke vereenigingen hebben juist in
den winter, wanneer de zwakke jeugd het
meest steun noodig beeft, hun mooie huizen
opengesteld voor het lijdende kmd der
venen.
Voor het veenkind vragen we uw hulp,
die hulp is tevens een mooi stuk culturecle,
hygiënische en later economische opbouw.
Geeft allen en geelt veel!
Er is veel noodig en door directe gaven
worden nog grootere voor later overbodig.
De onderwijzerscomité's verzamelden
reeds 15 mille, juist genoeg om te beginnen.
Men bedenke, dat volgens onlangs ver
schenen publicaties zeker 3000 kinderen uit
de bedreigde Zuidoosthoek uitzending noo
dig hebben.
We vragen nu eenige tonnen, om later
millioenen te besparen, die dan noodig zul
len zijn voor armenzorg, bestrijding van
werkloosheid, tuberculose en andere zick-
^Nict alles is van de Overheid te wachten.
Het particulier initiatief moet hier krachtig
optreden om onmiddellijke en afdoende hulp
mogelijk te maken.
Namens de Landelijke Vereenigmg, tusie
van onderwijzerscorporaties en vereenigin
gen voor gezondheidskolonies van alle ge
zindten, de Propagandacommissie.
Th. M. Ketelaar, van het Centraal Genoot
schap, Voorzitter.
Ds, H. C. Hogerzeil, van de Christelijke Ge-
zondheids- en Vacantie-kolonies in Ne
derland, Vice-Voorzitter;
Mr. A. J. M. Leesberg, van de R.K. ver-
eeniging voor Kindervacanfiekolonies en
Herstellingsoorden, Alkmaar, giro no.
44418, Penningmeester;
A. C. Bos, Egmond aan Zee, secretaris,