UTH2H De moeilijkheden van de Nederlandsche Haringvisscherij. Uw Hoofdhuid 1 De Geheimzinnige weldoener. NIEUWE HAARL'. COURANT Vierde Blad Zaterdag 9 October 1926 Vtsscherij in Nederlandsen Oost-Indië. Een beroep op den moreeien en too mogelijk daadwerkelijken steun van de Indische regeering. Het Britsche inijnconflict. Moeilijkheden bij het terugroepen der „safety- men". President Hindenburg heeft de ontslagaanvrage van generaal von Seeckt aanvaard. De aangekondigde staking van het Oosten- rijksch rijkspersoneel schijnt onvermijdelijk. Te Honkong zijn zes Ame- rikaansche destroyers aangekomen. GEM. BUÏTENL. BERICHTEN. MEVROUW SCHNABFL VOOR HET GERECHT. INGEZONDEN. EEN PROCES TEGEN DR. BOEHME. FEUILLETON. li. Plannen tot exploitatie van de Departement van Bmnenlandsch Bestuur en Landbouw te Buitenzorg. Zn waren var Het Persbureau Vaz Dias te Amsterdam Bleldt: De Nederlandsche Noordzeevisscherij en wel in het bijzonder de haringvisscherij, het oude, nationale bedrijf, verkeert reeds se dert een aantal jaren in ongunstigen toestand. In 1923 voeren nog 717 Nederlandsche vis- schersschepen op de Noordzee ter vissche- rij uit en brachten zij 794.687 tonnen haring aan. In 1925 was het aantal aan de visscherij deelnemende schepen verminderd tot 427 met een aanvoer van 313.784 tonnen haring en dit jaar zijn in totaal nog slechts 377 schepen ter haringvangst uitgevaren. De ongunstige toestand van het bedrijf noopt de reeders meer schepen uit de vaart te nemen en naar wij vernemen, zijn er den laatsten tijd pogingen aangewend een ander emplooi voor een groot aantal Nederland sche haringschepen te vinden. Reeders heb ben getracht hun schepen naar het buiten land voornamelijk Zuid-Amerika te verkoopen, terwijl voorts korten tijd gele den een poging is gedaan van de Argentijn- sche regeering toestemming te verkrijgen tot het oprichten van een Nederlandsche Vis scherij Exploitatie Maatschappij in Argenti nië. Deze pogingen zijn door de bezwarende voorwaarden, die de Argentijnsche regeering stelde o.a. het brengen der vaartuigen onder Argentijnsche vlag mislukt. De reeders en haringvisschers schrijven de mindere vangsten toe aan de intensieve bevissching en aan dc roofvisscherij met modern vischtuig op de Noordzee. Tot 1857 bestonden er in ons land voorschriften voor de visscherij op de Noordzee, zoowel wat betreft de wijze van visschen als de tijden, waarop gevischt mocht worden, hoe groot de mazen der netten moesten zijn, enz. Tot korten tijd voor genoemd jaar was de Noordzeevisscherij bijna uitsluitend in handen der Nederlanders. Toen evenwel omstreeks de helft van de vorige eeuw ook de buitenlandsche visscherij, voornamelijk de Engelsche en Deensche, zich ging ont wikkelen, kwam de Nederlandsche vis scherij in het gedrang, omdat in het bui tenland geen voorschriften voor de vis scherij op de Noordzee werden uitgevaar-nen door inlanders onder Hollandsere lei groot belang, omdat in Nederlandsch Oost- Indië jaarlijks een buitengewoon groole hoeveelheid visch ingevoerd wordt, vooral tijdens den Westmoesson, wanneer de vis scherij der inlanders geheel stil staat. Deze invoer (uit Siam) bedroeg voor Java en Madoera in de jaren 1909 tot 1918 377 mil- lioen K.G. of bijna 38 millioen K.G. per jaar. Sindsdien is dezeinvoer in verband met de uitbreiding der beVolking zeker toege nomen. De proeven werden in 1911 gestaakt zon der dat de plannen voor de exploitatie der visscherij op de Javazee verder werden uitgevoerd. De heer K. de Waart heeft toen nog eenige jaren met een motormajang- prauw de visscherij voortgezet, daar hij de overtuiging had, dat de visscherij Joonend kon zijn. Hij maakte dan ook ongeveer 100 betere besommingen dan de inlanders, die zonder motor voeren. Om finantieele redenen kon dê heer de Waart evenwel de exploitatie niet voortzetten en heeft deze moeten staken. Het was de directies van bovenbedoelde reederijmaatschappijen ter oore gekomen, dat de heer K. de Waart op het oogenblik met verlof in ons land vertoeft en van deze gelegenheid hebben zij gebruik gemaakt om te trachten reeds vroeger besproken plan nen voor visscherii in Nederlandsch Oost- Indië nader onder de oogen te zien. Dezer dagen heeft dan ook op het Minis terie van Binnenlandsche Zaken, afdecling Visscherijen, te 's-Gravenhage een bespre king plaats gevonden tusschen eennige di recteuren van reederijmaatschappijen, den heer K. de Waart, den heer G. C. Groen, secretaris van de door de regeering inge stelde Visscherijcommissie als plaatsvervan ger van het Hoofd van de afdeeling Vis scherijen en den heer J. C. Becker, expert bij de Scheepvaartinspectie te Vlaardingcn, die als trait-d'union tusschen de reederijen is opgetreden In deze conferentie werden de mogelijk heden van de visscherij in Nederlandsch Oost Indië besproken en werd vooral aan dacht geschonken aan het groote belang voor de koloniën, zoowel als voor het moe derland, voor wat Indië betreft het onaf hankelijk worden van den invoar uit Siam en voor wat beide rijken betreft de werk verruiming in den breedsten zin van het woord. De visscherij zou volgens dc plan- •digd. In 1857 zijn toen ook hier te lande de beperkende bepalingen opgeheven en in de eerste tientallen jaren,"die daarop volg den, kende de Noordzeevisscherij een onge leenden bloei. Sinds het begin van deze eeuw zijn de vangsten evenwel steeds ver minderd door het „leegvisschen" der Noordzee. In 1903 bijvoorbeeld voeren nog 781 Nederlandsche visschersvaartuigen uit en brachten dat jaar 855.113 tonnen haring aan. Sinds dien is de vangst steeds minder geworden. Slechts een enkel goed jaar is er nog geweest en juist dat jaar bewijst, dat tie Noordzee leeg gevischt wordt. Het was nu het eerste jaar na den o.orlog, 1919, toen, nadat tengevolge van den oor logstoestand gedurende eenige jaren zeer weinig gevischt was, 701 schepen 939,310 tonnen haring aanbrachten. Vooral het vis schen met snurrevcad (een in Denemarken uitgevonden vischtuig), waarbij ook het broed der visschen van den bodem der zee wordt oggehaald en gedood, is volgens des kundigen oorzaak, dat de Noordzee 'lang zaam maar zeker leeggevischt wordt. Ook de regeering heeft den ernst van dezen toestand reeds ingezien en op 13 September j.l. heeft de minister van bin nenlandsche zaken, Mr. J. B. Kan, een com missie geïnstalleerd, aan welke onder voor zitterschap van het Tweede Kamerlid Dr. H. J. Lovink, is opgedragen, een onderzoek in te stellen, omtrent de vraag, aan welke oorzaken de ongunstige toestand van het haringvisscherijbedrijf moet worden toege schreven en of, en zoo ja, in hoeverre, maatregelen van overheidswege dienen te worden getroffen, welke zouden kunnen leid» tot verbetering van den ongunstigen toestand van dat bedrijf. Wij vernemen thans, dat de directies van eenige groote reederijmaatschappijen hier te lande plannen hebben ontworpen om in Nederlandsch Oost-Indië de visscherij-ex- ploitatie ter hand te nemen. De mogelijkheid van het vestigen op groote schaal van een visscherijbedrijf m Nederlandsch Indië is reeds eerder onder de oogen gezien. De vischvangst in Neder landsch Indië werd vroeger en wordt ook thans nog uitsluitend uitgevoerd door inlan ders, die met hun majang-prauwen nimmer verder dan 20 mijl uit de kust kunnen ko men, welke visscherij bovendien op primi tieve wijze geschiedt. Naar schatting nemen bijna 3000 van deze prauwen aan de visscherij deel. In 1907 besloot het Indische gouverne ment een visscherij-onderzoekingsvaartuig uit te zenden om op de Javazee te onder zoeken of het loonend zou zijn, de vis scherij op groote schaal ter hand te nemen. De oude hopper-barge „Gier" werd daartoe uitgerust en in September 1907 begonnen de proeven, die met onderbrekingen voort duurden tot October 1911, toen de „Gier" wegens ouderdom afgedankt moést worden. To{ December van hetzelfde jaar werd toen nog gevischt met het s.s, „Reiger". Opgemerkt dient te worden, dat wat voor ons land de haringvisscherij is, voor Ned. Oost-Indië de lajang-visscherij (lajang, een bastaard-makreel) beteekent. Deze proefvisscherijen geschiedden onder leiding van den heer K. de Waart, verbon den aan de afdeeling visscherijen van het ding uitgeoefend moeten worden. Als resultaat van deze conferentie hebben dc directies van bedoelde reederijen beslo ten zich tot het Gouvernement te Buiten zorg te wenden. Onmiddellijk na de te 's Gravenhage ge houden besprekingen is een schrijven gezon den aan het Departement van Binnenlandsch Bestuur en Landbouw, afdeeling Visscherijen te Buitenzorg, waaraan wij het volgende ont- leenen: „Uit het onderhoud met den heer de Waart wil het ons voorkomen, dat mits met het noodige doorzettings- en uithoudings vermogen aangepakt, hier een te lang ver zuimde taak is te vervullen. Er zal echter pionierswerk te verrichten zijn. Wij beschikken in Holland over een groot aantal loggers, schepen van ongeveer 25 M. lengte, 6.95 M. breedte en 3.70 M. holte. Deze schepen zijn uitgerust als zeilschepen. Voor het door ons beoogde doel zullen wij zc moeten moderniseeren en wel in dien geest, dat wij ze voorzien van mechanische be weegkracht en wij hebben daartoe het oog op motoren van ongeveer 100 P.K. Naar de heer de Waart ons heeft medege deeld, werd tot dusverre binnen ongeveei twintig mijlen uit de kust van de Javazee ge vischt en weet men eigenlijk niet hoe de toe stand buiten die strook is. Wij mecnen met den heer de Waart t» mogen aannemen, dat daarbuiten groote hoe veelheden visch te vangen zullen zijn en dit aannemende, zouden wij ons voorstellen na behoorlijke voorafgaande exploratie van die terreinen verder van huis te gaan visschen dan tot dusverre de inlanders plegen te doen. De schrijvers hopen te bereiken: „ten eerste, dat wij dit bij uitstek gezonde voedsel tot lagen prijs onder de bevolking van uw heerlijk land zullen kunnen brengen en wel in een staat, superieur aan dien, waarin tot heden visch onder de consumenten komt en ten tweede, dat ook in den tijd, waarin üt inlandsche visschers, wegens den Westmoes son niet kunnen visschen, een zoodanige voorraad door ons op een te kiezen landings plaats zoude kunnen worden opgeslagen, dat steeds „uit voorraad" zou kunnen worden ge leverd. Het zou n.l. in onze bedoeling lig. gen om aan den wal een inrichting te bou wen, voorzien van een bevriezingssysteen,, een z.g. „cold store." Het wil ons voorkomen, dat Uw departe ment, een vestiging van een onderneming als door ons bedoeld, met instemming zal be- groeten. Immers, ook in mogelijke oorlogs tijden moet het voor een koloniaal rijk van het hoogste belang worden geacht de be schikking te hebben over voldoende levens middelen. Bovendien zou, als Indië wat visch betreft in eitfen behoefte kon voorzien, de invoer uit Siam, die naar ons verzekerd wordt, zeer belangrijk is, achterwege kunnen blijven en zouden de revenuen aan Indië zeh komen." In het schrijven wordt voorts medegedeeld dat het in de bedoeling ligt een paar proel- schepen uit te rusten om de geheele Javazee te rfaan verkennen. „Ons plan vervolgt bet schrijven zal vdcl geld vorderen. Wij begroofeo een on derneming, als door ons bedoeld, op min stens een half millioen Hollandsche guldens." De schrijvers besluiten: „Ons doel nu met 'dit schrijven is Uwe zeer gewaardeerde meeping te vragen om trent ons plan en de uitvoering daarvan, en voor zoover u zich hieromtrent wilt uitspre ken, Uw oordeel te mogen vernemen omtrent een mogelijke deelneming van Indische finan ciers en'of maatschappijen. Of en in hoeverre wij op den moreeien en zoo mogelijk op den daadwerkelijken steun van de zijde van uw departement zouden mogen rekenen, wilt U ens, zonder eenige verbinding Uwerzijds, wel zoo vriendelijk zijn te zeggen. Het ligt in onze bedoeling, als straks de zaak is ingeleid er de Nederlandsche vis scherij door bemiddeling van de regeering er. van de Reedersvereeniging voor de Neder landsche Haringvisscherij in te betrekken." Een afschrift van dit schrijven is gezonden aan het Departement van Binnenlandsche Za ken en Landbouw, afdeeling Visscherijen, te Den Haag. Het schrijven naar Buitenzorg <*aat vergezeld van een aanbeveling van het hestuur van de Kamer van Koophandel ei\ Fabrieken voor de Beneden-Maas te Vlaar- dingen. wordt vrij van roos en Uw haar wordt zapht en glanzend als ge des morgens het haar inwrijft met een weinig Doos 30, Tube 80 ct. Naast deze strafzaak. loopt, tegen mevr. Schnabel een civiele actie wegens onwaar digheid om te erven, door de familieleden van prof. Schnabel tegen haar ingesteld. De zaak verheugt zich natuurlijk kan men anders verwachten in een groote be langstelling bij het Berlijnsche publiek. DE STRIJD OM DE MACHT IN MIDDELLANDSCHE ZEE. DE Het geschil in de Britsche Mijn industrie. De dagbladcorrespondenten voor arbeids zaken schrijven de beslissing van de gedele geerdenconferentie der Mijnwerkersfederatie van gisteren toe aan bet feit, dat de leiders der minderheidsbeweging die zuiver commu nistisch is. zich van de leiding hebben mees ter gemaakt. De afgevaardigden van Zuid- Wales, die de (aangenomen) resolutie voor stelden, werden ondcrsi nd door de gede legeerden van Yorkshi. Lancashire, en Durham. De correspondenten raeenen, dat er thans ernstig gevaar dreigt voor het uiteen vallen van de mijnwerkersfederatie. De meer gematigde leiders gelooven, dat de nieuwe politiek tot een fiasco zal leiden. De mijnwerkersgedelegeerden komen mor gen opnieuw bijeen om de middelen te ®vet- wegen om de nieuwe politiek ten uitvoer te leggen. Bijna alle „safety men" behooren tot vakvereenigingen, die niet bij de Mijn werkersfederatie zijn aangesloten; de leiders verklaren, dat de „safety men" den arbeid niet zullen neerleggen. Ook ondervindt men geen moeilijkheden bij de vervanging van de „safety men" waar rij zijn ingetrokken. Op het hernieuwde beroep op de ander* vakvereenigingen zal waarschijnlijk geen acht worden geslagen. Er wordt voorspeld, dat de nieuwe politiek onder de Mijnwerkersbonden van de Mid lands de neiging zal versterken om te onder handelen over afzonderlijke regelingen. De conferentie van mijnwerkersgedele geerden kwam gistermorgen weer fe Londen bijeen tot het bespreken van de kwesties in verband met het genomen besluit om de „safety men" uit de mijnen terug te trek ken en van den internationalen toestand, ont staan door de jongste besluiten van het be stuur der Intern. Mijnwerkersfederatie te Ostende. De federatie heeft reeds zonde: succes gepoogd een embargo te leggen op de uit het buitenland aangevoerde steenkool en er is geen enkel teeken dat er op wijst, dat de vakvereeniging van havenarbeiders en de spoorwegarbeiders hun verzet tegen hei voorstel zullen opgeven. De vakvereeniging, waarbij 60 pCt. der „safety men" van Zuid- Wales zijn aangesloten, deelt mede, dat de arbeiders zeker aan het werk zullen blijven en de gisteren in de gedelegeerden-conferen tie der mijnwerkers aangenomen resolutie volkomen zullen negeeren. De Mijnwerkersfederafie heeft besloten om naar aanleiding van de aangenomen reso lutie niet onmiddellijk tot actie over te gaan doch haar ter goedkeuring naar de distric ten te verwijzen. Het ontslag van generaal Von Seeckt aanvaard. President Hindenburg heeft het ontslag va:, generaal von Seeckt aanvaard. Het Engelsch-Italiaansche ver drag inzake Abessynië. De vertegenwoordigers van Abessynië te Genève hebben voor bun vertrek bij het secretariaat-generaal van den Volkenbond •een nota van hun regeering ingediend be treffende de problemen, welke ontstaan zijn door het sluiten van het Engelsch-Italiaansch verdrag inzake Abessynië. In de nota, waar van de tekst aan alle leden van den Vol kenbond is medegedeeld, neemt de regeering van Abessynië acte van de verklaringen, die Italië en Engeland in de nota aan den Volkenbond over de interpretatie van hun verdrag hebben afgelegd. Abessynië behoudt zich verdere stappen voor, indien het op treden van Italië en Engeland niet in over eenstemming is met deze interpretatie. Dreigende staking in Oostenrijk Het schijnt, dat de tegen heden aangekon digde staking niet te vermijden is. Nieuwe onrust in Portugal. In Portugal is het blijkbaar toch nog niet of weer niet heelemaal rustig. Reeds maak ten wij melding van draadlooze berichten dienaangaande. Een telegram uit Lissabon meldt thans, dat zekere kolonel Almeida, aan wien een gisteravond afloopende ter mijn was gesteld om zich bij het ministerie van oorlog aan te melden, daaraan niet heeft voldaan. Hij zal nu als deserteur wor den vervolgd. Het garnizoen der hoofdstad is bij wijze van voorzorg geconsigneerd. Het telegram eindigt met de stereotype mededeeling, dat het volkomen rustig is. Een telegram ui* Alcantara meldt nog, dat volgens berichten uit particuliere bron, Donderdagnacht in Portugal de eerste symp tomen eener militaire beweging plaats had den. De leider der beweging zou kolonel Joan Almeida zijn Ontploffing op een pctroleum- schip. Gisteren had aan boord van het petroleum- schip „San Leopoldo" een ontploffing plaats, waardoor twee leden der bemanning wer den gedood en één gewond, aldus wordt uit Vera Cruz geseind. De burgeroorlog in China, Aan de „Times" wordt uit Sjanghai gemeld, dat de troepen van Soen Tsjoean-fang de Kantonneesche strijdkrachten uit Tehan hebben verdreven, waardoor generaal Tsjang Kai Sjeh genoopt werd teTug te trekken. De actie tegen de vreemdelingen Te Hongkong zijn zes Amerikaansche destroyers aangekomen. EEN MERKWAARDIG SABOTAGE- PROCES. Voor de rechlbank te Mulhouse is dezer dagen een merkwaardig proces wegens sabo tage in een fabriek behandeld. De heer Wein- mann heeft te Illzach, even buiten Mulhouse, een bleekerij en ververij, waarop een concur- reerende onderneming te Thaon een begee- rig oog had laten vallen. Gedurende 1925 constateerde de beer Weinmann telkens ge breken aan de machines; toen de verant woordelijke meesterknecht ontslagen werd, bleek den fabrikant, dat de in zijn inrichting behandelde stoffen er beschadigd uitkwamen. Na een nieuw ontslag kwam een zijner mees terknechts hem vertellen, dat hem geld was geboden als hij bijtende stoffen in de verl- baden deed. Het aanbod was afkomstig van den chef van den inlichtingendienst de» concurreerende fabriek, toebehoorend aan senator Lederlin. Het gevolg was een aan. klacht bij de justitie en zoo moesten zich ze ven personen, tot beide fabrieken behoo- rend, voor den rechter verantwoorden. De vrede tusschen beide ondernemingen is in- tusschen geteekend. De heer Weinmann is toegetreden tot dc trust, waartoe ook de on derneming van den heer Lederlin behoort, en heeft van de trust een bedrag ontvangen als vergoeding voor de beperking der pro ductie, waarin hij heeft toegestemd, dat tien. maal zoo groot is als de schade, in zijn fa briek aangericht. Hii heeft zich dan ook tij dens het proces als civiele partij terugge trokken. Senator Lederlin verklaarde ter zitting, dal de chef van zijn inlichtingendienst geheel uit eigen beweging, uit overmaat van ijver, ge handeld bad. De „Figaro" acht bet merkwaar dig, dat deze man uit zijn eigen zak, de dui zenden francs zou betaald hebben otn de ar beiders der concurreerende fabriek om te koopen. In ziin requisitoir wees de procureur der republiek er op, dat wat een vermoeden was (dat dc ooncurreerende fabrikant de band in de zaak zou gehad hebben) een vermoeden was gebleven. Hij achtte het niet van gewicht dat er geen klager meer was. De openbar* orde had z. i. beb>ng bit een onderdrukking van dit „industrieel banditisme." De rechtbank zal heden uitspraak doen. Gisteren zou de eerste zitting ziin van het proces tegen mevrouw Schnabel, de weduwe van prof. Schnabel. In 1924 stierf prof. Schnabel, een groot vermogen achter latend. Een testament werd niet gevonden, althans niet direct. De fami lieleden deden hun aanspraken gelden. Maar toen kwam mevrouw Schnabel plot seling met een testament te voorschijn, dai zij gevon 'en had in een der boeken van het Robert Koch Instituut, waar haar man ge- werkt had. In dit testament werd mevrouw ■Schnabel tot universeel erfgename benoemt,. De familieleden vonden dit verdacht; de ius- titie kwam er bij te pas en na een lang verhoor bekende mevrouw Schnabel zelf dit testament te hebben gemaakt. De zitting zou om half een beginnen. Vooraf ginrfen drie andere zaken, de eerste daarvan echter was om half een nog niet af- *eloopen. Het „Berl. Tag." meent, dat de ju», litie al bet hare zal doen om alle sensatie te vermijden en het publiek er zooveel mo- geliik builen te laten. Of dat haar gelukken zal? Reeds om zeven uur 's morgens ston den er menschen op de trao van het gebouw te' wachten, in de hoop in de ziftingszaal een plaatsje te bemachtigen. Ook de fotografen waren er vroeg bij; maar de beklaagde bleef onzichtbaar. Het „Hamburger Fremdenblatt" publi ceert een interessant artikel over de wed strijd in vlootbewapening in de Middelland- sche Zee, die een centrum van politieke hoogspanning is geworden. De stijgende macht van Italië, de weder geboorte van Turkije, de toenemeivde in vloedsfeer van Engeland en Frankrijk in bet Oostelijk bekken der Middellandschc Zee en het streven der Islamitische Noord- Afrikaansche volkeren, politiek zelfstandig te worden, zijn evenzooveel bewijzen voor het feit, dat in de Middellandsche Zee de Europeesche belangen heftig met elkander in conflict komen. Daarbij komt. dat de moderne techniek een eind heeft gemaakt aan de beteekenis die de verouderde mili taire steunpunten in de Middellandsche Zee hebben. De wedstrijd in de Middellandsche Zee manifesteert zich in toenemende oor logsuitrustingen, die in bepaalde richting ting gaan, sinds de Washington-confe- rentie den bouw van groote oorlogsschepen heeft beperkt. Vliegtuigen, U-booten, snelkruisers, on derzeekabels en draadlooze stations zijn op heden de zichtbare teekenen der komende gebeurtenissen. De oude rivalen in de Middellandsche Zee, vooral Frankrijk, Italië en Spanje, ko men, aldus het „Hamburger Fremdenblatt", steeds scherper tegenover elkaar te staan. De handelsvloten van alle drie die staten groeien steeds meer aan, de toerustingen ter zee worden met krampachtige energie voortgezet. Het nieuwe Fransche vlootpro- gram, dat reeds in uitvoering is, bevat 72 nieuwe eenheden, met een waterverplaat sing van 200 000 ton; 32 dezer vlooteenhe- den zullen nog in den loop van dit jaar in dienst gesteld worden. Zij zijn nieuwe, zeer verbeterde typen van de eenheden, die vóór den wereldoorlog bestonden. De nieuwe „le Tigre", die op de werven in Bretagne is gebouwd, heelt een waterverplaatsing van 25.000 ton en ontwikkelt een snelheid van 36 zeemijlen per uur. Het is de snelste in zijn type van de geheele wereld, zooals de Fransche bladen berichten. Hij beschikt over 30.000 paardekrachten. Het nieuwste onderzceboottype, de „Requin", heeft een waterverplaatsing van 2150 ton en ontwik kelt een snelheid van 16 knoopen. Boven dien bouwt Frankrijk nog onderzeebooten voor Griekenland, waarvan het er zes in be stelling heeft, De nieuwe torpedobooten heb ben meer dan 33 zeemijlen snelheid per uur. De kruisers van het Duquesnetype verdring- gen 10.000 ton en ontwikkelen de gewel dige kracht van 130.000 paardekrachten, ter wijl de Duguay-Truoin met 8000 ton water verplaatsing 100.000 paardekracht ontwik kelt. Van 1920 tot 1925 heeft Frankrijk on danks zijn groote koloniale oorlogen en zijn geldelijke offers in Syrië en Marokko voor het ombouwen van zijn vloot 2831 millioen goudfranken uitgegeven, zijn arse nalen vergroot en verbeterd, maar geen enkel nieuw schip van stapel laten loopen. Nu echter begint het met alle energie nieuwe schepen te bouwen. De brandstof verzorging blijft een moeilijk probleem. De nieuwe vaartuigen zijn geschikt om met olie gestookt te worden. Ook de handelsvloot is door nieuwe typen speciaal door groote stoombooten voor snel verkeer belangrijk uitgebreid. De gezamen lijke handelsvloot beschikt over 3.350.000 ton, waaronder zich 204 zeestoombooten met Boehme uil Gossröbdorf Hij wordt be* schuldigd in Sept. 1916, dus tien jaar gei den zijn vrouw vermoord te hebben. D« aanklacht luidt dat Boehme op grond van een erfenis die hij van zijn vrouw te wach ten had, haar op jacht zou hebben dood geschoten. Dr, Boehme verklaart haar dood door het bij ongeluk afgaan van zijn jaent- geweer, toen hij struikelde. In 1916 was beklaagde onder dienst; in de instructie van den krijgsraad werd hij schuldig bevonden en de zaak werd niet op de openbare terechtzitting gebracht. In het zelfde jaar stelden de erfgenamen der vrouw een civiele actie tegen dr. Boehme in om hem „erbunwürdig" te laten verklaren; hun. eisch werd afgewezen. Na eenige jaren werd door bet O. M, omdat de voor Boehme bezwarende geruch ten in de kleine stad steeds talrijker wer den, weer een klacht tegen dr. Boehme in gediend, maar ook dit keer ging het proces niet door. Nu, tien jaar dus na den dood der vrouw zal voor de derde maal dc zaak voorkomen, omdat de familieleden der vrouw beweren thans voldoende te kunnen aantoonen, dat beklaagde zijn vrouw op» zettelijk heeft doodgeschoten. DE TYPHUS-EPIDEMIE. Een bericht uit Hannover meldt, dat het aantal typhuspatiënten gisterenmorgen 1841 bedroeg. Het aantal gestorvenen 197. ELECTRISCHE SPOORWEGEN. Voor het eerst hebben Woensdag elecirl- sche treinen geloopen van Parijs naar Or leans, een afstand van ruim 120 K.M. Bin nenkort zal het heele traject Parijs-Toulou- se geëleqtrificeerd worden. Voor den inhoud van deze rubriek stelt dl Redactie zich niet aansprakelijk. 1,214.000 ton waterverplaatsing bevinden. Het nieuwste type is de lie de France. Bij een lengte van 214 meter heeft ze een water- verplaatsing van 41.000 ton, terwijl zij met hare turbinen 52.000 paardekracht ontwik kelt, Ook deze stoomer wordt met olie ge stookt. De vlootbasis, die Frankrijk door zijn verovering van Marokko heeft gekregen, maakt, dat dit land de hegemonie heeft in het Westelijk deel der Middellandsche Zee, waar de gezamenlijke vloten van Spanje en Italië nog te zwak zouden zijn om eene ernstige bedreiging te vormen. Ook de Italiaansche handelsvloot is sedert den oorlog sterk aangegroeid. Van 1.5 mil lioen ton is ze op heden reeds op 3.5 millioen ton aangegroeid. Genua met zijn schepenverkeer van 17 millioen ton is een wereldhaven van grooie beteekenis gewor den. De Italiaansche handelsvloot domineert in het Oostelijk deel der Midellandsche Zee. Ook het scheepvaartverkeer in het Suezkanaal toont, dat de Italiaansche vlag zich de laatste jaren heeft weten te hand haven, Zij neemt daar de vijfde plaats in. Van weinig beteekenis was tot nu toe de Spaansche oorlogs- en handelsvloot. Nu begint ook Spanje met een belangrijk vloot- program voor den dag te komen. Het moet in 1937 uitgevoerd zijn en zou de Spaansche marine in de Middellandsche Zee tot een factor maken, waarmede rekening gehouden zou moeten worden. Van de zijde van het Directorium zijn hiertoe 877 millioen peseta's ter beschikking gesteld, die over 10 jaar termijnen worden verdeeld. Alle nieuwe eenheden worden onder practische Engel sche leiding gebouwd. Al is de Spaansche marine op heden nog niet gereed voor den oorlog, zoo is ze toch ongetwijfeld op weg binnen weinige jaren die beteekenis te krijgen, die haar tot een wenschelijken bondgenoot stempelt. Het verdrag van Madrid wijst er duidelijk op, dat de beide Middellandsche Zee-machten in de toekomst gemeenschappelijk zullen optreden. Italië zal nu een kabel door de Tyrrhcensche Zee naar Spanje leggen. De wedstrijd in de Middel landsche zee is in vollen gang. Spoedig zal blijken wien het Mare nostrum zal toebc- hooren. Gisteren begon voor het Landgericht te Dresden het proces tegen „Sanitatsrat" dr. AAN ALLE KATHOLIEKE VROUWEN EN MEISJES VAN NEDERLAND. Met groote voldoening kunnen wij mede» deeling doen van het enorm succes dat onze vereeniging „Vrouwenadel" heeft ingeoogst door den kortelings ingezonden „oproep", in alle katholieke couranten van Nederland, „Aan alle Katholieke vrouwen en meisjes." Wij deden een beroep op haar eerbaarheid, om mede te werken aan de bestrijding der onzedelijke kleeding, door zich te kleeden volgens de voorschriften van „Vrouwenadel" die ook door de Bisschoppen in hun brieven als voorschriften van kleeding zijn overge nomen, met een aansporing aan de vrouwen en meisjes lid te worden van onze vereeniging „Vrouwenadel." Naar aanleiding van dezen oproep ont vingen wij van uit alle streken van ons land vele bewijzen van instemming, gaf een groot aantal zich op als nieuwe leden, verklaarden zeer velen zich bereid een afdeeling van„Vrou- wenadel" in haar omgeving op te richten of boden zich zelve aan voor onze vereeniging te werken, indien zij daarvoor iets konden doen. Wat deze laatsten betreft, kunnen wij haar allen mededeelen, dat zij prachtig pro pagandistisch werk zouden doen voor onze vereeniging, wanneer zij, op welke wijze dan ook, proefnummers van ons bondsblad „Vrouwenadel" en onze statuten zouden willen verspreiden, om daardoor nieuwe leden aan te werven. Zij behoeven slechts aan ons op te geven het aantal afleveringen van „Vrouwenadel" en statuten, die zij voor dit doel wenschen te ontvangen. Aan de nieuwe leden richten wij nog een verzoek. Van de meesten uwer ontvingen wij in dank reeds de jaarlijksche contributie, terwijl velen vrijwillig een hoogere contri butie betaalden, om zoodoende onze kas en daarmede de mogelijkheid om propaganda te maken vergrooten. Aan haar, die de toege zegde contributie nog niet voldeden, ver zoeken wij dit alsnog te doen, daar de gewone tijd voor de inning van contributie der andere leden, verstreken is. Mochten wij einde Oc tober deze contributie nog niet hebben ont vangen, dan zullen wij zoo vrij zijn het be drag per post te innen. Nieuwe leden, die nu 'over het geheels land zijt verspreid, laten we u nog eens aan sporen met nieuwen moed deze echt Room- sche actie tegen de onzedelijke kleeding te steunen, hetzij door uw lidmaatschap en uw voorbeeld in kleeding, hetzij door uw lid maatschap in vereeniging met een vrijwillige geldelijke bijdrage, hetzij door uwe persoonlij ke propaganda nog te versterken voor het ver spreiden van ons boqdsblad „Vrouwenadel" en onze statuten. Denkt er aan, het groote le dental is onze groote kracht. De vele bewijzen van instemming, uit alle deelen van ons land ontvangen, geven ons te kennen, dat onze actie en onze vereeniging nu over geheel Ne derland bekend is geworden. Indien wij nu de noodzakelijke mede werking ontvangen, zullen wij, geheel in de lijn der laatste brieven van het Nederlandsch Episcopaat, onze landelijke actie dermate op voeren, dat, zoo mogelijk, op de meeste plaat sen in ons land een of meerdere afdeelingea onzer vereeniging „Vrouwenadel" zullen worden opgericht, de bestaande afdeelingen in ledental stijgen en ook de verspreide leden over het geheele land in steeds grooter aantal zullen toenemen. Moge dan, onder Gods zegen, het getal dergenen onder de vrouwen en meisjes, die zich eerbaar willen kleeden, die de onzedelijke kleeding willen helpen bestrijden, die met ons als lid van „Vrouwenadel" daadwerkelijk onze Roomsche actie willen steunen, moge dat getal steeds grooter en grooter worden. Steeds is ons Secretariaat van „Vrouwenadel" Graafscheweg 14, Nijmegen, bereid inlich tingen te geven ter oprichting van nieuwe afdeelingen, nieuwe leden op te nemen of pro- paganda-materiaal te zenden n.l. ons bonds blad „Vrouwenadel" en onze statuten, te* verspreiding. Het Bestuur van de vereeniging „Vrouwenadel", afd. Nijmegen. SecretariaatGraafscheweg 14, Nijmegen, 28 Zij nam tegenover hem plaats, en zag hem langen tijd onbewegelijk aan. Zij handelde onder een drang, die volstrekt niet gemoti veerd was, hetzij dat zij in den jqngen man, dien zij nooit van nabij gezien had, iets hoo- gers zag, dan zijn nederigen stand, hetzij dat ze het buitengewone gewicht vermoedde, dat het onderhoud zou hebben. Zonder weifeling en zonder bedeesdheid ging hij recht op zijn doel af en begon aan stonds de beweegreden van zijn bezoek bloot te leggen. Juffrouw, ik zjil u verrassen, misschien zelfs u aanstoot geven en u ergeren. Zonder eenig recht, zonder eenige reden om uw ver trouwen te vragen, veroorloof ik mij eene vraag, die buitengewoon kiesch en onbe scheiden is. Ik moet dit noodzakelijk doen, om dat het gaat over het geluk van iemand, die u zeer dierbaar is. Dit begin had de oude juffrouw niet alleen moeten verwonderen, maar ook, zooals de jonge man zelf erkend bad, verontwaardigen en boos maken, Hoe kwam het, dat zij dien onbeschoften jongen man, die haar aldus toegesproken, had, nog in hare tegenwoor digheid duldde? Een enkele zaak kon dit verklaren: juf frouw Octavie bleef Georges bekijken, in plaats van naar hem te luisteren. Zij bekeek hem en lette niet op zijn woorden. Zij be schouwde hem hartstochtelijk en trachtte in de trekken op zijn gelaat, in zijne uit drukking, in zijn bewegingen iets te onder kennen, dat een verleden in haar geheugen terugriep, dat zij dood waande en dat baar hart dierbaar was gebleven. Georges wilde echter tot het uiterste gaan en ongewoon de vraag stellen: Heeft So- lange Fabien Rabiac wel lief? Op het punt deze woorden uit te spreken, begreep hij er het ontzettende van. Maar zijn besluit was genomen en hij was mans genoeg om het uit te voeren. Hij vervolgde: Ik heb voor juffrouw Solange eene zeer eerbiedige bewondering. Mijn beschei den stand, het verleden mijner familie, dat ik niet kan bloot leggen, stellen mij niet in staat om er. ook maar in de vqrste verte aan te denken hare hand te vragen, maar ik moet weten, of zij er zich in schikt de echtgenoote van Fabien Rabiac te worden, of zij hem werkelijk lief heeft. Juffrouw wil mij een antwoord geven.... Hij zweeg. Gedurende eenige verschrikke lijke oogenblikken, wachtte Georges de uit- spraak af. Dan stond juffrouw Octavie op. Haar gelaat had een lijkkleur, haar oogen stonden wijd open. Wat zou zij antwoorden? Zij gaf geen antwoord op de haar gestelde vraag, maar over hare bevende lippen kwa men deze onverwachte woorden: Gij zijt zijn zoon!Gij zijt zijn zoon!. Wat zegt u juftrouw? Ik zeg, dat gij zijn zoon zijt..,. de zoon van I.ucien Dubar! Georges werd bleek en hij stond op zijn beurt op: Heeft u hem gekend? De oude juffrouw had nu hare oogen vol tranen en met bevende stem legde zij deze bekentenis af: Ja, mijn kind, ik heb hem gekend.... gekend, en.... liefgehad. HOOFDSTUK IV. VERKLARINGEN. Deze Lucien Dubar, dien juffrouw Octavie toegaf gekend en bemind te hebben, was reeds lang vergeten: en hij, die tot heden naar den naam van Georges Dubois had ge luisterd, ontkende niet, dat hij diens zoon was. be oudste menschen alleen herinner den zich, dat op een van de voornaamste huizen van het dorp een vergulde weerhaan had gestaan, dat het notariaat, dat later naar de hoofdstad werd overgebracht, als titularis had gehad Mr. Emile Antoine Dubar, dan zijn zoon Lucien, dat deze laat ste slechte zaken had gedaan en vertrok ken was, en dat hij niet in staat was geweest verschillende sommen terug te betalen, die hem door zijn cliënten waren toevertrouwd. Op den bewusten avond, dat Emilien Pages aan zijn werklieden had medegedeeld, dat hij genoodzaakt was de fabriek te slui ten, had hij ook eenige verklaringen ge geven en o. a. als oorzaak der moeilijkheden, waarin zijn vader verkeerd had en hij thans Ook was, deze treurige en lang vergeten zaak aangehaald. Slechts weinigen van die hem dien avond hoorden, konden zich dat herinneren. De geschiedenis was al zoo oud! Zij was in vergetelheid geraakt, hetgeen des te gemakkelijker ging, omdat de slachtoffers hun nadeèl verzwegen. En nu deed vandaag de samenspraak van juffrouw Octavie en Georges, die zeer vreemd begonnen was, dat gebeurde her leven! Welk een smartelijk verleden, dat door bijna niemand meer gekend werd! Nadat dc eerste ontroering voorbij was, had de oude juffrouw Georges gedwongen weer plaats te nemen: zij sprak vol tecder- heid: Ja gij gelijkt op uwen armen vader. Ge hebt zijn stem, zijn uiterlijk, zijn ma nieren, O, mijn kind, ik mag het u thans wel zeggen, nu ik een zeer oude vrouw ben ge worden, ik heb veel, zeer veel geleden om zijn.... misslag, of liever van zijn vergis sing; want hij was meer ongelukkig dan schuldig. Hij heeft zich vergist, maar hij is vooral bedrogen geworden. Door wien? v Dat zal ik u later zeggen. Vertel mi) eerst, wat er van uw vader geworden is, en hoe en waarom gij hier zijt. Georges verhaalde: Ik ben te New-York geboren. Ik wist dal mijn vader van geboorte Franschman was; hij bezat een vrij aardig fortuin, dat hij door zijn arbeid verdiend had. Ik werkte zelf ook en vermeerderde aldus het vermo gen, dat ik eens zou bezitten. Mijn moeder stierf. Eenigen tijd later werd mijn vader eveneens zwaar ziek. Hij liet mij roepen en deelde mij mede betgeen hij zich verwee' als een misdaad, die zijne laatste uren veront rustte. Ik smeekte hem mij alles duidelijk le verklaren, om hem te kunnen helpen: ook natuurlijk opdat hij in vrede zou kunnen sterven. Hij stemde er in toe. Hij bracht mij van alles op de hoogte. Hij zeide mij, dat zijn eigenlijke naam Lucien Dubar was, dat hij zijn vader als notaris te Valsaguas was opgevolgd, dat hij er zich boven op had willen werken, omdat de zaken van zijn kan toor niet schitterend waren, dat hij gespe culeerd had, en dat hij ten slotte geruïneerd was en met hem de meesten zijner cliënten. Het was zijn schuld niet, onderbrak juffrouw Octavie, maar ga verder. Hij was bang dat hij vervolgd werd; vertrok naar Amerika, veranderde van naam en ging weer aan het werk. Zooals ik u daar even zeide, slaagde hij en was weldra in een, zekeren welstand. Hij trouwde. Zijne bedoe ling was, zooals hij mij herhaaldelijk ver zekerd heeft, weer naar Frankrijk terug te keren ep de schade te herstellen waarvan hij door zijn onvoorzichtigheid de schuld was. De vrees dit aan zijn echtgenoote te moeten bekennen, weerhield hem. Mijne goede moeder was zeer zwak en hij vreesde, dat zulke -bekentenis haar noodlottig zou worden. Hij beslool dus ziin plan na haren dood uit te voeren. Korten tijd na haar over lijden werd ook hij op 't ziekbed geworpen. Ihij voelde zijn einde naderen en kon zijn plan niet meer ten uitvoer brengen. Ik be- loofde hem op zijn sterbed dat ik zelf alle» zou in orde maken. Ik heb de vreugde gehad hem, met God verzoend, kalm en gerust te zien sterven, overtuigd als hij was, dat zijn laatste wil door mij zou worden uitgevoerd. En zijt gij daarvoor hier, mijn dierbaar kind? Ja, juffrouw, enkel en alleen om die reden, kon ik de belofte l>reken, die ik mijn vader op zijn sterfbed gedaan had? Kon ik genieten van een fortuin dat mij toebe hoorde, omdat de schuldeischer» van óiijn vader hunne verliezen rog niet vergoed had den gekregen?.... Ik had eene volledig* lijst. Ik had hun uit Amerika kunnen zen den wat hun toekwam. Ik gaf er de voor keur aan eene minder gewone en ook meer rechtvaardiger wijze, in dezen zin dat ik van nabij "het kwaad kou zien dat gesticht was, en het verhelpen zoover het zich had uitgestrekt, want u weet dat, wanneer men iemand te gronde richt, zij het dan zonder te willen en weten, men ook anderen in het ongeluk kan meeslepen en °°k meesleept. Ook vond ik er genoegen in, eene provi- dentieele, weldoende rol in het geheim te spelen, op de plaats die mijn vader verlaten had zonder zijn schulden te kunnen betalen. En eindelijk zult u ook wel weten dat de Amerikanen en ik ken er een, ten minste van moederszijde van avonturen houden. Dit had ook voor mij iets aantrekkelijks, (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 13