UTH2H
De moeilijkheden van de
Nederlandsche Haringvisscherij.
Uw Hoofdhuid
1
De Geheimzinnige
weldoener.
NIEUWE HAARL'. COURANT
Vierde Blad Zaterdag 9 October 1926
Vtsscherij in Nederlandsen
Oost-Indië.
Een beroep op den moreeien en
too mogelijk daadwerkelijken steun
van de Indische regeering.
Het Britsche inijnconflict. Moeilijkheden bij het terugroepen der „safety-
men". President Hindenburg heeft de ontslagaanvrage van generaal
von Seeckt aanvaard. De aangekondigde staking van het Oosten-
rijksch rijkspersoneel schijnt onvermijdelijk. Te Honkong zijn zes Ame-
rikaansche destroyers aangekomen.
GEM. BUÏTENL. BERICHTEN.
MEVROUW SCHNABFL VOOR HET
GERECHT.
INGEZONDEN.
EEN PROCES TEGEN DR. BOEHME.
FEUILLETON.
li.
Plannen tot exploitatie van de Departement van Bmnenlandsch Bestuur en
Landbouw te Buitenzorg. Zn waren var
Het Persbureau Vaz Dias te Amsterdam
Bleldt:
De Nederlandsche Noordzeevisscherij en
wel in het bijzonder de haringvisscherij, het
oude, nationale bedrijf, verkeert reeds se
dert een aantal jaren in ongunstigen toestand.
In 1923 voeren nog 717 Nederlandsche vis-
schersschepen op de Noordzee ter vissche-
rij uit en brachten zij 794.687 tonnen haring
aan. In 1925 was het aantal aan de visscherij
deelnemende schepen verminderd tot 427
met een aanvoer van 313.784 tonnen haring
en dit jaar zijn in totaal nog slechts 377
schepen ter haringvangst uitgevaren.
De ongunstige toestand van het bedrijf
noopt de reeders meer schepen uit de vaart
te nemen en naar wij vernemen, zijn er den
laatsten tijd pogingen aangewend een ander
emplooi voor een groot aantal Nederland
sche haringschepen te vinden. Reeders heb
ben getracht hun schepen naar het buiten
land voornamelijk Zuid-Amerika te
verkoopen, terwijl voorts korten tijd gele
den een poging is gedaan van de Argentijn-
sche regeering toestemming te verkrijgen tot
het oprichten van een Nederlandsche Vis
scherij Exploitatie Maatschappij in Argenti
nië. Deze pogingen zijn door de bezwarende
voorwaarden, die de Argentijnsche regeering
stelde o.a. het brengen der vaartuigen
onder Argentijnsche vlag mislukt.
De reeders en haringvisschers schrijven
de mindere vangsten toe aan de intensieve
bevissching en aan dc roofvisscherij met
modern vischtuig op de Noordzee. Tot 1857
bestonden er in ons land voorschriften
voor de visscherij op de Noordzee, zoowel
wat betreft de wijze van visschen als de
tijden, waarop gevischt mocht worden, hoe
groot de mazen der netten moesten zijn,
enz. Tot korten tijd voor genoemd jaar
was de Noordzeevisscherij bijna uitsluitend
in handen der Nederlanders. Toen evenwel
omstreeks de helft van de vorige eeuw ook
de buitenlandsche visscherij, voornamelijk
de Engelsche en Deensche, zich ging ont
wikkelen, kwam de Nederlandsche vis
scherij in het gedrang, omdat in het bui
tenland geen voorschriften voor de vis
scherij op de Noordzee werden uitgevaar-nen door inlanders onder Hollandsere lei
groot belang, omdat in Nederlandsch Oost-
Indië jaarlijks een buitengewoon groole
hoeveelheid visch ingevoerd wordt, vooral
tijdens den Westmoesson, wanneer de vis
scherij der inlanders geheel stil staat. Deze
invoer (uit Siam) bedroeg voor Java en
Madoera in de jaren 1909 tot 1918 377 mil-
lioen K.G. of bijna 38 millioen K.G. per jaar.
Sindsdien is dezeinvoer in verband met
de uitbreiding der beVolking zeker toege
nomen.
De proeven werden in 1911 gestaakt zon
der dat de plannen voor de exploitatie der
visscherij op de Javazee verder werden
uitgevoerd. De heer K. de Waart heeft toen
nog eenige jaren met een motormajang-
prauw de visscherij voortgezet, daar hij de
overtuiging had, dat de visscherij Joonend
kon zijn. Hij maakte dan ook ongeveer 100
betere besommingen dan de inlanders,
die zonder motor voeren. Om finantieele
redenen kon dê heer de Waart evenwel de
exploitatie niet voortzetten en heeft deze
moeten staken.
Het was de directies van bovenbedoelde
reederijmaatschappijen ter oore gekomen,
dat de heer K. de Waart op het oogenblik
met verlof in ons land vertoeft en van deze
gelegenheid hebben zij gebruik gemaakt om
te trachten reeds vroeger besproken plan
nen voor visscherii in Nederlandsch Oost-
Indië nader onder de oogen te zien.
Dezer dagen heeft dan ook op het Minis
terie van Binnenlandsche Zaken, afdecling
Visscherijen, te 's-Gravenhage een bespre
king plaats gevonden tusschen eennige di
recteuren van reederijmaatschappijen, den
heer K. de Waart, den heer G. C. Groen,
secretaris van de door de regeering inge
stelde Visscherijcommissie als plaatsvervan
ger van het Hoofd van de afdeeling Vis
scherijen en den heer J. C. Becker, expert
bij de Scheepvaartinspectie te Vlaardingcn,
die als trait-d'union tusschen de reederijen
is opgetreden
In deze conferentie werden de mogelijk
heden van de visscherij in Nederlandsch
Oost Indië besproken en werd vooral aan
dacht geschonken aan het groote belang
voor de koloniën, zoowel als voor het moe
derland, voor wat Indië betreft het onaf
hankelijk worden van den invoar uit Siam
en voor wat beide rijken betreft de werk
verruiming in den breedsten zin van het
woord. De visscherij zou volgens dc plan-
•digd. In 1857 zijn toen ook hier te lande de
beperkende bepalingen opgeheven en in
de eerste tientallen jaren,"die daarop volg
den, kende de Noordzeevisscherij een onge
leenden bloei. Sinds het begin van deze
eeuw zijn de vangsten evenwel steeds ver
minderd door het „leegvisschen" der
Noordzee. In 1903 bijvoorbeeld voeren nog
781 Nederlandsche visschersvaartuigen uit
en brachten dat jaar 855.113 tonnen haring
aan. Sinds dien is de vangst steeds minder
geworden. Slechts een enkel goed jaar is er
nog geweest en juist dat jaar bewijst, dat
tie Noordzee leeg gevischt wordt.
Het was nu het eerste jaar na den o.orlog,
1919, toen, nadat tengevolge van den oor
logstoestand gedurende eenige jaren zeer
weinig gevischt was, 701 schepen 939,310
tonnen haring aanbrachten. Vooral het vis
schen met snurrevcad (een in Denemarken
uitgevonden vischtuig), waarbij ook het
broed der visschen van den bodem der zee
wordt oggehaald en gedood, is volgens des
kundigen oorzaak, dat de Noordzee 'lang
zaam maar zeker leeggevischt wordt.
Ook de regeering heeft den ernst van
dezen toestand reeds ingezien en op 13
September j.l. heeft de minister van bin
nenlandsche zaken, Mr. J. B. Kan, een com
missie geïnstalleerd, aan welke onder voor
zitterschap van het Tweede Kamerlid Dr.
H. J. Lovink, is opgedragen, een onderzoek
in te stellen, omtrent de vraag, aan welke
oorzaken de ongunstige toestand van het
haringvisscherijbedrijf moet worden toege
schreven en of, en zoo ja, in hoeverre,
maatregelen van overheidswege dienen te
worden getroffen, welke zouden kunnen
leid» tot verbetering van den ongunstigen
toestand van dat bedrijf.
Wij vernemen thans, dat de directies van
eenige groote reederijmaatschappijen hier
te lande plannen hebben ontworpen om in
Nederlandsch Oost-Indië de visscherij-ex-
ploitatie ter hand te nemen.
De mogelijkheid van het vestigen op
groote schaal van een visscherijbedrijf m
Nederlandsch Indië is reeds eerder onder
de oogen gezien. De vischvangst in Neder
landsch Indië werd vroeger en wordt ook
thans nog uitsluitend uitgevoerd door inlan
ders, die met hun majang-prauwen nimmer
verder dan 20 mijl uit de kust kunnen ko
men, welke visscherij bovendien op primi
tieve wijze geschiedt.
Naar schatting nemen bijna 3000 van deze
prauwen aan de visscherij deel.
In 1907 besloot het Indische gouverne
ment een visscherij-onderzoekingsvaartuig
uit te zenden om op de Javazee te onder
zoeken of het loonend zou zijn, de vis
scherij op groote schaal ter hand te nemen.
De oude hopper-barge „Gier" werd daartoe
uitgerust en in September 1907 begonnen de
proeven, die met onderbrekingen voort
duurden tot October 1911, toen de „Gier"
wegens ouderdom afgedankt moést worden.
To{ December van hetzelfde jaar werd toen
nog gevischt met het s.s, „Reiger".
Opgemerkt dient te worden, dat wat voor
ons land de haringvisscherij is, voor Ned.
Oost-Indië de lajang-visscherij (lajang, een
bastaard-makreel) beteekent.
Deze proefvisscherijen geschiedden onder
leiding van den heer K. de Waart, verbon
den aan de afdeeling visscherijen van het
ding uitgeoefend moeten worden.
Als resultaat van deze conferentie hebben
dc directies van bedoelde reederijen beslo
ten zich tot het Gouvernement te Buiten
zorg te wenden.
Onmiddellijk na de te 's Gravenhage ge
houden besprekingen is een schrijven gezon
den aan het Departement van Binnenlandsch
Bestuur en Landbouw, afdeeling Visscherijen
te Buitenzorg, waaraan wij het volgende ont-
leenen:
„Uit het onderhoud met den heer de
Waart wil het ons voorkomen, dat mits met
het noodige doorzettings- en uithoudings
vermogen aangepakt, hier een te lang ver
zuimde taak is te vervullen. Er zal echter
pionierswerk te verrichten zijn.
Wij beschikken in Holland over een groot
aantal loggers, schepen van ongeveer 25 M.
lengte, 6.95 M. breedte en 3.70 M. holte.
Deze schepen zijn uitgerust als zeilschepen.
Voor het door ons beoogde doel zullen wij zc
moeten moderniseeren en wel in dien geest,
dat wij ze voorzien van mechanische be
weegkracht en wij hebben daartoe het oog
op motoren van ongeveer 100 P.K.
Naar de heer de Waart ons heeft medege
deeld, werd tot dusverre binnen ongeveei
twintig mijlen uit de kust van de Javazee ge
vischt en weet men eigenlijk niet hoe de toe
stand buiten die strook is.
Wij mecnen met den heer de Waart t»
mogen aannemen, dat daarbuiten groote hoe
veelheden visch te vangen zullen zijn en dit
aannemende, zouden wij ons voorstellen na
behoorlijke voorafgaande exploratie van die
terreinen verder van huis te gaan visschen
dan tot dusverre de inlanders plegen te doen.
De schrijvers hopen te bereiken:
„ten eerste, dat wij dit bij uitstek gezonde
voedsel tot lagen prijs onder de bevolking
van uw heerlijk land zullen kunnen brengen
en wel in een staat, superieur aan dien,
waarin tot heden visch onder de consumenten
komt en
ten tweede, dat ook in den tijd, waarin üt
inlandsche visschers, wegens den Westmoes
son niet kunnen visschen, een zoodanige
voorraad door ons op een te kiezen landings
plaats zoude kunnen worden opgeslagen, dat
steeds „uit voorraad" zou kunnen worden ge
leverd. Het zou n.l. in onze bedoeling lig.
gen om aan den wal een inrichting te bou
wen, voorzien van een bevriezingssysteen,,
een z.g. „cold store."
Het wil ons voorkomen, dat Uw departe
ment, een vestiging van een onderneming als
door ons bedoeld, met instemming zal be-
groeten. Immers, ook in mogelijke oorlogs
tijden moet het voor een koloniaal rijk van
het hoogste belang worden geacht de be
schikking te hebben over voldoende levens
middelen. Bovendien zou, als Indië wat visch
betreft in eitfen behoefte kon voorzien, de
invoer uit Siam, die naar ons verzekerd
wordt, zeer belangrijk is, achterwege kunnen
blijven en zouden de revenuen aan Indië zeh
komen."
In het schrijven wordt voorts medegedeeld
dat het in de bedoeling ligt een paar proel-
schepen uit te rusten om de geheele Javazee
te rfaan verkennen.
„Ons plan vervolgt bet schrijven zal
vdcl geld vorderen. Wij begroofeo een on
derneming, als door ons bedoeld, op min
stens een half millioen Hollandsche guldens."
De schrijvers besluiten:
„Ons doel nu met 'dit schrijven is Uwe
zeer gewaardeerde meeping te vragen om
trent ons plan en de uitvoering daarvan, en
voor zoover u zich hieromtrent wilt uitspre
ken, Uw oordeel te mogen vernemen omtrent
een mogelijke deelneming van Indische finan
ciers en'of maatschappijen. Of en in hoeverre
wij op den moreeien en zoo mogelijk op den
daadwerkelijken steun van de zijde van uw
departement zouden mogen rekenen, wilt U
ens, zonder eenige verbinding Uwerzijds,
wel zoo vriendelijk zijn te zeggen.
Het ligt in onze bedoeling, als straks de
zaak is ingeleid er de Nederlandsche vis
scherij door bemiddeling van de regeering er.
van de Reedersvereeniging voor de Neder
landsche Haringvisscherij in te betrekken."
Een afschrift van dit schrijven is gezonden
aan het Departement van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw, afdeeling Visscherijen, te
Den Haag. Het schrijven naar Buitenzorg
<*aat vergezeld van een aanbeveling van het
hestuur van de Kamer van Koophandel ei\
Fabrieken voor de Beneden-Maas te Vlaar-
dingen.
wordt vrij van roos en Uw haar wordt
zapht en glanzend als ge des morgens
het haar inwrijft met een weinig
Doos 30, Tube 80 ct.
Naast deze strafzaak. loopt, tegen mevr.
Schnabel een civiele actie wegens onwaar
digheid om te erven, door de familieleden
van prof. Schnabel tegen haar ingesteld.
De zaak verheugt zich natuurlijk kan
men anders verwachten in een groote be
langstelling bij het Berlijnsche publiek.
DE STRIJD OM DE MACHT IN
MIDDELLANDSCHE ZEE.
DE
Het geschil in de Britsche Mijn
industrie.
De dagbladcorrespondenten voor arbeids
zaken schrijven de beslissing van de gedele
geerdenconferentie der Mijnwerkersfederatie
van gisteren toe aan bet feit, dat de leiders
der minderheidsbeweging die zuiver commu
nistisch is. zich van de leiding hebben mees
ter gemaakt. De afgevaardigden van Zuid-
Wales, die de (aangenomen) resolutie voor
stelden, werden ondcrsi nd door de gede
legeerden van Yorkshi. Lancashire, en
Durham. De correspondenten raeenen, dat er
thans ernstig gevaar dreigt voor het uiteen
vallen van de mijnwerkersfederatie. De meer
gematigde leiders gelooven, dat de nieuwe
politiek tot een fiasco zal leiden.
De mijnwerkersgedelegeerden komen mor
gen opnieuw bijeen om de middelen te ®vet-
wegen om de nieuwe politiek ten uitvoer te
leggen. Bijna alle „safety men" behooren
tot vakvereenigingen, die niet bij de Mijn
werkersfederatie zijn aangesloten; de leiders
verklaren, dat de „safety men" den arbeid
niet zullen neerleggen. Ook ondervindt men
geen moeilijkheden bij de vervanging van de
„safety men" waar rij zijn ingetrokken.
Op het hernieuwde beroep op de ander*
vakvereenigingen zal waarschijnlijk geen acht
worden geslagen.
Er wordt voorspeld, dat de nieuwe politiek
onder de Mijnwerkersbonden van de Mid
lands de neiging zal versterken om te onder
handelen over afzonderlijke regelingen.
De conferentie van mijnwerkersgedele
geerden kwam gistermorgen weer fe Londen
bijeen tot het bespreken van de kwesties
in verband met het genomen besluit om de
„safety men" uit de mijnen terug te trek
ken en van den internationalen toestand, ont
staan door de jongste besluiten van het be
stuur der Intern. Mijnwerkersfederatie te
Ostende. De federatie heeft reeds zonde:
succes gepoogd een embargo te leggen op de
uit het buitenland aangevoerde steenkool en
er is geen enkel teeken dat er op wijst, dat
de vakvereeniging van havenarbeiders en de
spoorwegarbeiders hun verzet tegen hei
voorstel zullen opgeven. De vakvereeniging,
waarbij 60 pCt. der „safety men" van Zuid-
Wales zijn aangesloten, deelt mede, dat de
arbeiders zeker aan het werk zullen blijven
en de gisteren in de gedelegeerden-conferen
tie der mijnwerkers aangenomen resolutie
volkomen zullen negeeren.
De Mijnwerkersfederafie heeft besloten
om naar aanleiding van de aangenomen reso
lutie niet onmiddellijk tot actie over te gaan
doch haar ter goedkeuring naar de distric
ten te verwijzen.
Het ontslag van generaal Von
Seeckt aanvaard.
President Hindenburg heeft het ontslag va:,
generaal von Seeckt aanvaard.
Het Engelsch-Italiaansche ver
drag inzake Abessynië.
De vertegenwoordigers van Abessynië te
Genève hebben voor bun vertrek bij het
secretariaat-generaal van den Volkenbond
•een nota van hun regeering ingediend be
treffende de problemen, welke ontstaan zijn
door het sluiten van het Engelsch-Italiaansch
verdrag inzake Abessynië. In de nota, waar
van de tekst aan alle leden van den Vol
kenbond is medegedeeld, neemt de regeering
van Abessynië acte van de verklaringen,
die Italië en Engeland in de nota aan den
Volkenbond over de interpretatie van hun
verdrag hebben afgelegd. Abessynië behoudt
zich verdere stappen voor, indien het op
treden van Italië en Engeland niet in over
eenstemming is met deze interpretatie.
Dreigende staking in Oostenrijk
Het schijnt, dat de tegen heden aangekon
digde staking niet te vermijden is.
Nieuwe onrust in Portugal.
In Portugal is het blijkbaar toch nog niet
of weer niet heelemaal rustig. Reeds maak
ten wij melding van draadlooze berichten
dienaangaande. Een telegram uit Lissabon
meldt thans, dat zekere kolonel Almeida,
aan wien een gisteravond afloopende ter
mijn was gesteld om zich bij het ministerie
van oorlog aan te melden, daaraan niet
heeft voldaan. Hij zal nu als deserteur wor
den vervolgd. Het garnizoen der hoofdstad
is bij wijze van voorzorg geconsigneerd.
Het telegram eindigt met de stereotype
mededeeling, dat het volkomen rustig is.
Een telegram ui* Alcantara meldt nog,
dat volgens berichten uit particuliere bron,
Donderdagnacht in Portugal de eerste symp
tomen eener militaire beweging plaats had
den. De leider der beweging zou kolonel
Joan Almeida zijn
Ontploffing op een pctroleum-
schip.
Gisteren had aan boord van het petroleum-
schip „San Leopoldo" een ontploffing plaats,
waardoor twee leden der bemanning wer
den gedood en één gewond, aldus wordt uit
Vera Cruz geseind.
De burgeroorlog in China,
Aan de „Times" wordt uit Sjanghai gemeld,
dat de troepen van Soen Tsjoean-fang de
Kantonneesche strijdkrachten uit Tehan
hebben verdreven, waardoor generaal
Tsjang Kai Sjeh genoopt werd teTug te
trekken.
De actie tegen de vreemdelingen
Te Hongkong zijn zes Amerikaansche
destroyers aangekomen.
EEN MERKWAARDIG SABOTAGE-
PROCES.
Voor de rechlbank te Mulhouse is dezer
dagen een merkwaardig proces wegens sabo
tage in een fabriek behandeld. De heer Wein-
mann heeft te Illzach, even buiten Mulhouse,
een bleekerij en ververij, waarop een concur-
reerende onderneming te Thaon een begee-
rig oog had laten vallen. Gedurende 1925
constateerde de beer Weinmann telkens ge
breken aan de machines; toen de verant
woordelijke meesterknecht ontslagen werd,
bleek den fabrikant, dat de in zijn inrichting
behandelde stoffen er beschadigd uitkwamen.
Na een nieuw ontslag kwam een zijner mees
terknechts hem vertellen, dat hem geld was
geboden als hij bijtende stoffen in de verl-
baden deed. Het aanbod was afkomstig
van den chef van den inlichtingendienst de»
concurreerende fabriek, toebehoorend aan
senator Lederlin. Het gevolg was een aan.
klacht bij de justitie en zoo moesten zich ze
ven personen, tot beide fabrieken behoo-
rend, voor den rechter verantwoorden. De
vrede tusschen beide ondernemingen is in-
tusschen geteekend. De heer Weinmann is
toegetreden tot dc trust, waartoe ook de on
derneming van den heer Lederlin behoort,
en heeft van de trust een bedrag ontvangen
als vergoeding voor de beperking der pro
ductie, waarin hij heeft toegestemd, dat tien.
maal zoo groot is als de schade, in zijn fa
briek aangericht. Hii heeft zich dan ook tij
dens het proces als civiele partij terugge
trokken.
Senator Lederlin verklaarde ter zitting, dal
de chef van zijn inlichtingendienst geheel uit
eigen beweging, uit overmaat van ijver, ge
handeld bad. De „Figaro" acht bet merkwaar
dig, dat deze man uit zijn eigen zak, de dui
zenden francs zou betaald hebben otn de ar
beiders der concurreerende fabriek om te
koopen.
In ziin requisitoir wees de procureur der
republiek er op, dat wat een vermoeden was
(dat dc ooncurreerende fabrikant de band in
de zaak zou gehad hebben) een vermoeden
was gebleven. Hij achtte het niet van gewicht
dat er geen klager meer was. De openbar*
orde had z. i. beb>ng bit een onderdrukking
van dit „industrieel banditisme."
De rechtbank zal heden uitspraak doen.
Gisteren zou de eerste zitting ziin van het
proces tegen mevrouw Schnabel, de weduwe
van prof. Schnabel.
In 1924 stierf prof. Schnabel, een groot
vermogen achter latend. Een testament werd
niet gevonden, althans niet direct. De fami
lieleden deden hun aanspraken gelden.
Maar toen kwam mevrouw Schnabel plot
seling met een testament te voorschijn, dai
zij gevon 'en had in een der boeken van het
Robert Koch Instituut, waar haar man ge-
werkt had. In dit testament werd mevrouw
■Schnabel tot universeel erfgename benoemt,.
De familieleden vonden dit verdacht; de ius-
titie kwam er bij te pas en na een lang
verhoor bekende mevrouw Schnabel zelf dit
testament te hebben gemaakt.
De zitting zou om half een beginnen.
Vooraf ginrfen drie andere zaken, de eerste
daarvan echter was om half een nog niet af-
*eloopen. Het „Berl. Tag." meent, dat de ju»,
litie al bet hare zal doen om alle sensatie
te vermijden en het publiek er zooveel mo-
geliik builen te laten. Of dat haar gelukken
zal? Reeds om zeven uur 's morgens ston
den er menschen op de trao van het gebouw
te' wachten, in de hoop in de ziftingszaal een
plaatsje te bemachtigen. Ook de fotografen
waren er vroeg bij; maar de beklaagde bleef
onzichtbaar.
Het „Hamburger Fremdenblatt" publi
ceert een interessant artikel over de wed
strijd in vlootbewapening in de Middelland-
sche Zee, die een centrum van politieke
hoogspanning is geworden.
De stijgende macht van Italië, de weder
geboorte van Turkije, de toenemeivde in
vloedsfeer van Engeland en Frankrijk in bet
Oostelijk bekken der Middellandschc Zee
en het streven der Islamitische Noord-
Afrikaansche volkeren, politiek zelfstandig
te worden, zijn evenzooveel bewijzen voor
het feit, dat in de Middellandsche Zee de
Europeesche belangen heftig met elkander
in conflict komen. Daarbij komt. dat de
moderne techniek een eind heeft gemaakt
aan de beteekenis die de verouderde mili
taire steunpunten in de Middellandsche Zee
hebben. De wedstrijd in de Middellandsche
Zee manifesteert zich in toenemende oor
logsuitrustingen, die in bepaalde richting
ting gaan, sinds de Washington-confe-
rentie den bouw van groote oorlogsschepen
heeft beperkt.
Vliegtuigen, U-booten, snelkruisers, on
derzeekabels en draadlooze stations zijn op
heden de zichtbare teekenen der komende
gebeurtenissen.
De oude rivalen in de Middellandsche
Zee, vooral Frankrijk, Italië en Spanje, ko
men, aldus het „Hamburger Fremdenblatt",
steeds scherper tegenover elkaar te staan.
De handelsvloten van alle drie die staten
groeien steeds meer aan, de toerustingen
ter zee worden met krampachtige energie
voortgezet. Het nieuwe Fransche vlootpro-
gram, dat reeds in uitvoering is, bevat 72
nieuwe eenheden, met een waterverplaat
sing van 200 000 ton; 32 dezer vlooteenhe-
den zullen nog in den loop van dit jaar in
dienst gesteld worden. Zij zijn nieuwe, zeer
verbeterde typen van de eenheden, die vóór
den wereldoorlog bestonden. De nieuwe
„le Tigre", die op de werven in Bretagne is
gebouwd, heelt een waterverplaatsing van
25.000 ton en ontwikkelt een snelheid van
36 zeemijlen per uur. Het is de snelste in
zijn type van de geheele wereld, zooals de
Fransche bladen berichten. Hij beschikt
over 30.000 paardekrachten. Het nieuwste
onderzceboottype, de „Requin", heeft een
waterverplaatsing van 2150 ton en ontwik
kelt een snelheid van 16 knoopen. Boven
dien bouwt Frankrijk nog onderzeebooten
voor Griekenland, waarvan het er zes in be
stelling heeft, De nieuwe torpedobooten heb
ben meer dan 33 zeemijlen snelheid per uur.
De kruisers van het Duquesnetype verdring-
gen 10.000 ton en ontwikkelen de gewel
dige kracht van 130.000 paardekrachten, ter
wijl de Duguay-Truoin met 8000 ton water
verplaatsing 100.000 paardekracht ontwik
kelt. Van 1920 tot 1925 heeft Frankrijk on
danks zijn groote koloniale oorlogen en
zijn geldelijke offers in Syrië en Marokko
voor het ombouwen van zijn vloot 2831
millioen goudfranken uitgegeven, zijn arse
nalen vergroot en verbeterd, maar geen
enkel nieuw schip van stapel laten loopen.
Nu echter begint het met alle energie
nieuwe schepen te bouwen. De brandstof
verzorging blijft een moeilijk probleem. De
nieuwe vaartuigen zijn geschikt om met olie
gestookt te worden.
Ook de handelsvloot is door nieuwe typen
speciaal door groote stoombooten voor snel
verkeer belangrijk uitgebreid. De gezamen
lijke handelsvloot beschikt over 3.350.000
ton, waaronder zich 204 zeestoombooten met
Boehme uil Gossröbdorf Hij wordt be*
schuldigd in Sept. 1916, dus tien jaar gei
den zijn vrouw vermoord te hebben. D«
aanklacht luidt dat Boehme op grond van
een erfenis die hij van zijn vrouw te wach
ten had, haar op jacht zou hebben dood
geschoten. Dr, Boehme verklaart haar dood
door het bij ongeluk afgaan van zijn jaent-
geweer, toen hij struikelde.
In 1916 was beklaagde onder dienst; in
de instructie van den krijgsraad werd hij
schuldig bevonden en de zaak werd niet op
de openbare terechtzitting gebracht. In het
zelfde jaar stelden de erfgenamen der vrouw
een civiele actie tegen dr. Boehme in om
hem „erbunwürdig" te laten verklaren; hun.
eisch werd afgewezen.
Na eenige jaren werd door bet O. M,
omdat de voor Boehme bezwarende geruch
ten in de kleine stad steeds talrijker wer
den, weer een klacht tegen dr. Boehme in
gediend, maar ook dit keer ging het proces
niet door. Nu, tien jaar dus na den dood
der vrouw zal voor de derde maal dc zaak
voorkomen, omdat de familieleden der
vrouw beweren thans voldoende te kunnen
aantoonen, dat beklaagde zijn vrouw op»
zettelijk heeft doodgeschoten.
DE TYPHUS-EPIDEMIE.
Een bericht uit Hannover meldt, dat het
aantal typhuspatiënten gisterenmorgen 1841
bedroeg. Het aantal gestorvenen 197.
ELECTRISCHE SPOORWEGEN.
Voor het eerst hebben Woensdag elecirl-
sche treinen geloopen van Parijs naar Or
leans, een afstand van ruim 120 K.M. Bin
nenkort zal het heele traject Parijs-Toulou-
se geëleqtrificeerd worden.
Voor den inhoud van deze rubriek stelt dl
Redactie zich niet aansprakelijk.
1,214.000 ton waterverplaatsing bevinden.
Het nieuwste type is de lie de France. Bij
een lengte van 214 meter heeft ze een water-
verplaatsing van 41.000 ton, terwijl zij met
hare turbinen 52.000 paardekracht ontwik
kelt, Ook deze stoomer wordt met olie ge
stookt. De vlootbasis, die Frankrijk door zijn
verovering van Marokko heeft gekregen,
maakt, dat dit land de hegemonie heeft in
het Westelijk deel der Middellandsche Zee,
waar de gezamenlijke vloten van Spanje en
Italië nog te zwak zouden zijn om eene
ernstige bedreiging te vormen.
Ook de Italiaansche handelsvloot is sedert
den oorlog sterk aangegroeid. Van 1.5 mil
lioen ton is ze op heden reeds op
3.5 millioen ton aangegroeid. Genua met zijn
schepenverkeer van 17 millioen ton is een
wereldhaven van grooie beteekenis gewor
den. De Italiaansche handelsvloot domineert
in het Oostelijk deel der Midellandsche
Zee. Ook het scheepvaartverkeer in het
Suezkanaal toont, dat de Italiaansche vlag
zich de laatste jaren heeft weten te hand
haven, Zij neemt daar de vijfde plaats in.
Van weinig beteekenis was tot nu toe de
Spaansche oorlogs- en handelsvloot. Nu
begint ook Spanje met een belangrijk vloot-
program voor den dag te komen. Het moet
in 1937 uitgevoerd zijn en zou de Spaansche
marine in de Middellandsche Zee tot een
factor maken, waarmede rekening gehouden
zou moeten worden. Van de zijde van het
Directorium zijn hiertoe 877 millioen peseta's
ter beschikking gesteld, die over 10 jaar
termijnen worden verdeeld. Alle nieuwe
eenheden worden onder practische Engel
sche leiding gebouwd. Al is de Spaansche
marine op heden nog niet gereed voor den
oorlog, zoo is ze toch ongetwijfeld op weg
binnen weinige jaren die beteekenis te
krijgen, die haar tot een wenschelijken
bondgenoot stempelt. Het verdrag van
Madrid wijst er duidelijk op, dat de beide
Middellandsche Zee-machten in de toekomst
gemeenschappelijk zullen optreden. Italië zal
nu een kabel door de Tyrrhcensche Zee naar
Spanje leggen. De wedstrijd in de Middel
landsche zee is in vollen gang. Spoedig zal
blijken wien het Mare nostrum zal toebc-
hooren.
Gisteren begon voor het Landgericht te
Dresden het proces tegen „Sanitatsrat" dr.
AAN ALLE KATHOLIEKE VROUWEN
EN MEISJES VAN NEDERLAND.
Met groote voldoening kunnen wij mede»
deeling doen van het enorm succes dat onze
vereeniging „Vrouwenadel" heeft ingeoogst
door den kortelings ingezonden „oproep",
in alle katholieke couranten van Nederland,
„Aan alle Katholieke vrouwen en meisjes."
Wij deden een beroep op haar eerbaarheid,
om mede te werken aan de bestrijding der
onzedelijke kleeding, door zich te kleeden
volgens de voorschriften van „Vrouwenadel"
die ook door de Bisschoppen in hun brieven
als voorschriften van kleeding zijn overge
nomen, met een aansporing aan de vrouwen
en meisjes lid te worden van onze vereeniging
„Vrouwenadel."
Naar aanleiding van dezen oproep ont
vingen wij van uit alle streken van ons land
vele bewijzen van instemming, gaf een groot
aantal zich op als nieuwe leden, verklaarden
zeer velen zich bereid een afdeeling van„Vrou-
wenadel" in haar omgeving op te richten of
boden zich zelve aan voor onze vereeniging
te werken, indien zij daarvoor iets konden
doen. Wat deze laatsten betreft, kunnen wij
haar allen mededeelen, dat zij prachtig pro
pagandistisch werk zouden doen voor onze
vereeniging, wanneer zij, op welke wijze dan
ook, proefnummers van ons bondsblad
„Vrouwenadel" en onze statuten zouden
willen verspreiden, om daardoor nieuwe leden
aan te werven. Zij behoeven slechts aan ons
op te geven het aantal afleveringen van
„Vrouwenadel" en statuten, die zij voor dit
doel wenschen te ontvangen.
Aan de nieuwe leden richten wij nog een
verzoek. Van de meesten uwer ontvingen wij
in dank reeds de jaarlijksche contributie,
terwijl velen vrijwillig een hoogere contri
butie betaalden, om zoodoende onze kas
en daarmede de mogelijkheid om propaganda
te maken vergrooten. Aan haar, die de toege
zegde contributie nog niet voldeden, ver
zoeken wij dit alsnog te doen, daar de gewone
tijd voor de inning van contributie der andere
leden, verstreken is. Mochten wij einde Oc
tober deze contributie nog niet hebben ont
vangen, dan zullen wij zoo vrij zijn het be
drag per post te innen.
Nieuwe leden, die nu 'over het geheels
land zijt verspreid, laten we u nog eens aan
sporen met nieuwen moed deze echt Room-
sche actie tegen de onzedelijke kleeding te
steunen, hetzij door uw lidmaatschap en uw
voorbeeld in kleeding, hetzij door uw lid
maatschap in vereeniging met een vrijwillige
geldelijke bijdrage, hetzij door uwe persoonlij
ke propaganda nog te versterken voor het ver
spreiden van ons boqdsblad „Vrouwenadel"
en onze statuten. Denkt er aan, het groote le
dental is onze groote kracht. De vele bewijzen
van instemming, uit alle deelen van ons land
ontvangen, geven ons te kennen, dat onze
actie en onze vereeniging nu over geheel Ne
derland bekend is geworden.
Indien wij nu de noodzakelijke mede
werking ontvangen, zullen wij, geheel in de
lijn der laatste brieven van het Nederlandsch
Episcopaat, onze landelijke actie dermate op
voeren, dat, zoo mogelijk, op de meeste plaat
sen in ons land een of meerdere afdeelingea
onzer vereeniging „Vrouwenadel" zullen
worden opgericht, de bestaande afdeelingen
in ledental stijgen en ook de verspreide leden
over het geheele land in steeds grooter aantal
zullen toenemen.
Moge dan, onder Gods zegen, het getal
dergenen onder de vrouwen en meisjes, die
zich eerbaar willen kleeden, die de onzedelijke
kleeding willen helpen bestrijden, die met
ons als lid van „Vrouwenadel" daadwerkelijk
onze Roomsche actie willen steunen, moge
dat getal steeds grooter en grooter worden.
Steeds is ons Secretariaat van „Vrouwenadel"
Graafscheweg 14, Nijmegen, bereid inlich
tingen te geven ter oprichting van nieuwe
afdeelingen, nieuwe leden op te nemen of pro-
paganda-materiaal te zenden n.l. ons bonds
blad „Vrouwenadel" en onze statuten, te*
verspreiding.
Het Bestuur van de vereeniging
„Vrouwenadel", afd. Nijmegen.
SecretariaatGraafscheweg 14, Nijmegen,
28
Zij nam tegenover hem plaats, en zag hem
langen tijd onbewegelijk aan. Zij handelde
onder een drang, die volstrekt niet gemoti
veerd was, hetzij dat zij in den jqngen man,
dien zij nooit van nabij gezien had, iets hoo-
gers zag, dan zijn nederigen stand, hetzij dat
ze het buitengewone gewicht vermoedde,
dat het onderhoud zou hebben.
Zonder weifeling en zonder bedeesdheid
ging hij recht op zijn doel af en begon aan
stonds de beweegreden van zijn bezoek
bloot te leggen.
Juffrouw, ik zjil u verrassen, misschien
zelfs u aanstoot geven en u ergeren. Zonder
eenig recht, zonder eenige reden om uw ver
trouwen te vragen, veroorloof ik mij eene
vraag, die buitengewoon kiesch en onbe
scheiden is. Ik moet dit noodzakelijk doen,
om dat het gaat over het geluk van iemand,
die u zeer dierbaar is.
Dit begin had de oude juffrouw niet alleen
moeten verwonderen, maar ook, zooals de
jonge man zelf erkend bad, verontwaardigen
en boos maken, Hoe kwam het, dat zij dien
onbeschoften jongen man, die haar aldus
toegesproken, had, nog in hare tegenwoor
digheid duldde?
Een enkele zaak kon dit verklaren: juf
frouw Octavie bleef Georges bekijken, in
plaats van naar hem te luisteren. Zij bekeek
hem en lette niet op zijn woorden. Zij be
schouwde hem hartstochtelijk en trachtte
in de trekken op zijn gelaat, in zijne uit
drukking, in zijn bewegingen iets te onder
kennen, dat een verleden in haar geheugen
terugriep, dat zij dood waande en dat baar
hart dierbaar was gebleven.
Georges wilde echter tot het uiterste gaan
en ongewoon de vraag stellen: Heeft So-
lange Fabien Rabiac wel lief?
Op het punt deze woorden uit te spreken,
begreep hij er het ontzettende van. Maar
zijn besluit was genomen en hij was mans
genoeg om het uit te voeren. Hij vervolgde:
Ik heb voor juffrouw Solange eene
zeer eerbiedige bewondering. Mijn beschei
den stand, het verleden mijner familie, dat
ik niet kan bloot leggen, stellen mij niet in
staat om er. ook maar in de vqrste verte
aan te denken hare hand te vragen, maar
ik moet weten, of zij er zich in schikt de
echtgenoote van Fabien Rabiac te worden,
of zij hem werkelijk lief heeft. Juffrouw wil
mij een antwoord geven....
Hij zweeg. Gedurende eenige verschrikke
lijke oogenblikken, wachtte Georges de uit-
spraak af. Dan stond juffrouw Octavie op.
Haar gelaat had een lijkkleur, haar oogen
stonden wijd open.
Wat zou zij antwoorden?
Zij gaf geen antwoord op de haar gestelde
vraag, maar over hare bevende lippen kwa
men deze onverwachte woorden:
Gij zijt zijn zoon!Gij zijt zijn
zoon!.
Wat zegt u juftrouw?
Ik zeg, dat gij zijn zoon zijt..,. de
zoon van I.ucien Dubar!
Georges werd bleek en hij stond op zijn
beurt op:
Heeft u hem gekend?
De oude juffrouw had nu hare oogen vol
tranen en met bevende stem legde zij deze
bekentenis af:
Ja, mijn kind, ik heb hem gekend....
gekend, en.... liefgehad.
HOOFDSTUK IV.
VERKLARINGEN.
Deze Lucien Dubar, dien juffrouw Octavie
toegaf gekend en bemind te hebben, was
reeds lang vergeten: en hij, die tot heden
naar den naam van Georges Dubois had ge
luisterd, ontkende niet, dat hij diens zoon
was. be oudste menschen alleen herinner
den zich, dat op een van de voornaamste
huizen van het dorp een vergulde weerhaan
had gestaan, dat het notariaat, dat later
naar de hoofdstad werd overgebracht, als
titularis had gehad Mr. Emile Antoine
Dubar, dan zijn zoon Lucien, dat deze laat
ste slechte zaken had gedaan en vertrok
ken was, en dat hij niet in staat was geweest
verschillende sommen terug te betalen, die
hem door zijn cliënten waren toevertrouwd.
Op den bewusten avond, dat Emilien
Pages aan zijn werklieden had medegedeeld,
dat hij genoodzaakt was de fabriek te slui
ten, had hij ook eenige verklaringen ge
geven en o. a. als oorzaak der moeilijkheden,
waarin zijn vader verkeerd had en hij thans
Ook was, deze treurige en lang vergeten
zaak aangehaald. Slechts weinigen van die
hem dien avond hoorden, konden zich dat
herinneren. De geschiedenis was al zoo oud!
Zij was in vergetelheid geraakt, hetgeen des
te gemakkelijker ging, omdat de slachtoffers
hun nadeèl verzwegen.
En nu deed vandaag de samenspraak van
juffrouw Octavie en Georges, die zeer
vreemd begonnen was, dat gebeurde her
leven! Welk een smartelijk verleden, dat
door bijna niemand meer gekend werd!
Nadat dc eerste ontroering voorbij was,
had de oude juffrouw Georges gedwongen
weer plaats te nemen: zij sprak vol tecder-
heid:
Ja gij gelijkt op uwen armen vader.
Ge hebt zijn stem, zijn uiterlijk, zijn ma
nieren, O, mijn kind, ik mag het u thans wel
zeggen, nu ik een zeer oude vrouw ben ge
worden, ik heb veel, zeer veel geleden om
zijn.... misslag, of liever van zijn vergis
sing; want hij was meer ongelukkig dan
schuldig. Hij heeft zich vergist, maar hij is
vooral bedrogen geworden.
Door wien? v
Dat zal ik u later zeggen. Vertel mi)
eerst, wat er van uw vader geworden is, en
hoe en waarom gij hier zijt.
Georges verhaalde:
Ik ben te New-York geboren. Ik wist
dal mijn vader van geboorte Franschman
was; hij bezat een vrij aardig fortuin, dat
hij door zijn arbeid verdiend had. Ik werkte
zelf ook en vermeerderde aldus het vermo
gen, dat ik eens zou bezitten. Mijn moeder
stierf. Eenigen tijd later werd mijn vader
eveneens zwaar ziek. Hij liet mij roepen en
deelde mij mede betgeen hij zich verwee' als
een misdaad, die zijne laatste uren veront
rustte. Ik smeekte hem mij alles duidelijk
le verklaren, om hem te kunnen helpen: ook
natuurlijk opdat hij in vrede zou kunnen
sterven. Hij stemde er in toe. Hij bracht mij
van alles op de hoogte. Hij zeide mij, dat
zijn eigenlijke naam Lucien Dubar was, dat
hij zijn vader als notaris te Valsaguas was
opgevolgd, dat hij er zich boven op had
willen werken, omdat de zaken van zijn kan
toor niet schitterend waren, dat hij gespe
culeerd had, en dat hij ten slotte geruïneerd
was en met hem de meesten zijner cliënten.
Het was zijn schuld niet, onderbrak
juffrouw Octavie, maar ga verder.
Hij was bang dat hij vervolgd werd;
vertrok naar Amerika, veranderde van naam
en ging weer aan het werk. Zooals ik u daar
even zeide, slaagde hij en was weldra in een,
zekeren welstand. Hij trouwde. Zijne bedoe
ling was, zooals hij mij herhaaldelijk ver
zekerd heeft, weer naar Frankrijk terug te
keren ep de schade te herstellen waarvan
hij door zijn onvoorzichtigheid de schuld
was. De vrees dit aan zijn echtgenoote te
moeten bekennen, weerhield hem. Mijne
goede moeder was zeer zwak en hij vreesde,
dat zulke -bekentenis haar noodlottig zou
worden. Hij beslool dus ziin plan na haren
dood uit te voeren. Korten tijd na haar over
lijden werd ook hij op 't ziekbed geworpen.
Ihij voelde zijn einde naderen en kon zijn
plan niet meer ten uitvoer brengen. Ik be-
loofde hem op zijn sterbed dat ik zelf alle»
zou in orde maken. Ik heb de vreugde gehad
hem, met God verzoend, kalm en gerust te
zien sterven, overtuigd als hij was, dat zijn
laatste wil door mij zou worden uitgevoerd.
En zijt gij daarvoor hier, mijn dierbaar
kind?
Ja, juffrouw, enkel en alleen om die
reden, kon ik de belofte l>reken, die ik mijn
vader op zijn sterfbed gedaan had? Kon ik
genieten van een fortuin dat mij toebe
hoorde, omdat de schuldeischer» van óiijn
vader hunne verliezen rog niet vergoed had
den gekregen?.... Ik had eene volledig*
lijst. Ik had hun uit Amerika kunnen zen
den wat hun toekwam. Ik gaf er de voor
keur aan eene minder gewone en ook meer
rechtvaardiger wijze, in dezen zin dat ik
van nabij "het kwaad kou zien dat gesticht
was, en het verhelpen zoover het zich had
uitgestrekt, want u weet dat, wanneer men
iemand te gronde richt, zij het dan zonder
te willen en weten, men ook anderen in het
ongeluk kan meeslepen en °°k meesleept.
Ook vond ik er genoegen in, eene provi-
dentieele, weldoende rol in het geheim te
spelen, op de plaats die mijn vader verlaten
had zonder zijn schulden te kunnen betalen.
En eindelijk zult u ook wel weten dat de
Amerikanen en ik ken er een, ten minste
van moederszijde van avonturen houden.
Dit had ook voor mij iets aantrekkelijks,
(Wordt vervolgd.)