Plaatselijk Nieuws
LOTTGERING
Neg eens: de mishandeling
met doodelijken afloop.
De zevende Assemblée van den Volken
bond te Geneve.
NIEUWE
Derde Blad
HAARL. COURANT
Maanda.g 11 October 1926
De in aanbouw zijnde toren aan de R.K. Kerk te de Zilk.
DEMONSTREERENDE
WERKELOOZEN.
'n Steen door de ruiten bij voorzitter,
secretaris en ambtenaar van het
Burg. Armbestuur.
Spoedvergadering Taxi-chauifeurs.
Binnenhuis-architectuur.
De Haven- en Bruggelden.
Vereeniging van technische Hoofd
ambtenaren en technische ambte
naren van den Rijkswaterstaat.
Alliance Franchise.
2 Abonnementsconcerten
Peltenburg—Andriessen.
T entoonstellinger?.
R.-K. Vólks-Universiteit.
"«««MM
Rijwieldievcd veroordeeld.
Personalia.
MUZIEK.
BILJARTEN.
Wedstrijd-programma Biljart-
Bond Haarlem en Omstr.
NOORDWIJKERHOUT.
VOOR
ij® STOOR"EN ENCji
IF VERVEN
J Gr. Houtstraat 5a - Telefoon 10771
(Slot).
Er vallen u t de discussiën van de Assem
blée gedurende de paar'laatste dagen van haar
samenzijn nog enkele feiten te vermelden.
Een dezer heeft op de discussiën betreffende 1
de ontwapening betrekking. De Commissie
van voorbereiding voor de ontwapenings- j
conferentie, welke onder voorzitterschap van
onzen landgenoot Jhr. dr. J. Loudon in het
voorjaar van 1926 bijeen was, droeg aan een
militaire subcommissie, waarin ook de Neder-
'andsche Generaal van Tuinen zitting had,
op om technisch militair de vragen op te stel
len, die door de eventueel samen te roepen
conferentie zouden moeten wotden beant
woord. Deze militair-technische sub-com
missie heeft zich veel moeite gegeven om deze
vragen zoodanig op te stellen, dat zij met de
politieke eischen rekening hielden. Maar dit
bleek nu juist niet naar den zin van den Arrie-
rikaanschen gedelegeerde Gibson. Op deze
wijze, zoo oordeelde hij, hebben de adviezen
der militairen voor ons slechts weinig waar
de zoolang wij niet weten in hoeverre de
politiek, in hoeverre de militaire deskundig-
beid bij het geven van het verlangde tech
nische antwoord heeft medegesproken, zijn
wij nog even ver als tevoren. Gibson diende
zelfs een motie in, daarop gericht, dat de voor
bereidingscommissie aan haar militair-tech
nische subcommissie geheel het ontworpen
stel vragen zou terugzenden, met verzoek de
zaak nog eens en dan uitsluitend van tech
nisch standpunt te bezien. Dat was niet naar
den zin noch van de Engelschen, noch van de
Franschen. Deze laatsten willen, gelijk ook
uit het optreden van Boncour gebleken is, dat
spoed met de Ontwapeningsconferentie zal
worden gemaakt, en zij zagen in Gibson's
voorstel terecht vertraging. Hun verwonde
ring nam nog toe, toen Cecil met het voorstel
kwam om een klein uitvoerend comité van
slechts zes leden te benoemen, dat toezicht
zou houden op de werkzaamheden van alle
subcommissies uit de voorbereidingscom
missie en het werk van deze subcommissies
zou co-ordineeren. Dat wordt een dictato-
rium van de zes groote Mogendheden, merkte
de Belgische afgevaardigde de Brouckère
op, die tegenover dit denkbeeld afwijzend
stond, gelijk later ook de Franschen afwijzend
bleken te staan. Er is dan ook van beide voor
stellen niets gekomen de Franschen hebben
het met hun resolutie over de ontwapenings
conferentie gewonnen, en men mag verwach
ten, dat deze, ondanks den Engelschen te
genstand. nu vrij spoedig zal samenkomen.
Voor een onaangename, althans onver
wachte opvatting zorgde ook de eerste, de
Juridische commissie der Assemblée. I-Iier
was aan de orde het vraagstuk hoever de be
voegdheid van den Bond zich uitstrekt
vraagstuk, waarbij de Fransch-Engelsche
tegenstelling, die meermalen in deze verga
dering is gebleken, zich duidelijk deed ge
voelen. Te midden van deze debatten kwam
een resolutie van de derde Commissie om
trent de door de Locarno-verdragen verkre
gen verhoogde veiligheid. Nu is net bekend,
dat te Locarno ten gunste van Duitschland
een uitlegging van art. 16 van het Grondver-
drag is gegeven, die niet overeenstemt met
aller inzichten. Art. 16 betreft de sancties op
een beslissing van den Raad tegen een Staat,
die het Grondverdrag overtreedt. De Fin-
sche ppfessor Erich, vertegenwoordiger van
een klein, land, dat gaarne de strengst moge
lijke toepassing aan art. 16 ziet gegeven, acht
te het nu niet juist, dat de Assemblée van den
Volkenbond een resolutie zou aannemen,
waarin de Locarnoverdragen in haar geheel
met lof werden vermeld, en waardoor dus in
mindere of meerdere mate de Assemblée haar
goedkeuring zou hechten aan de te Locarno
gegeven uitlegging van art. 16. Hoe te doen?
Er ontstond in de eerste commissie, die zoo
gezellig samengepakt in een der kleine zalen
van het Volkenbondssecretariaat vergaderde,
eenige opschudding. De Duitsche gedelegeer
de Gaus, die de zwijgzaamheid in persoon is
geweest, stond aanstonds op om te verklaren,
dat Duitschland zich het voorrecht der ver
kregen interpretatie niet kan laten ontnemen.
Rolin, Fremageot, Mr. Limburg trachtten al
len den ietwat starren Fin in een andere rich
ting te brengen. De voorgestelde motie im
mers noemt de verdragen van Locarno slechts
als een der vele uit den laatsten tijd, die de
rechtszekerheid en veiligheid hebben ver
sterkt. Aanneming der motie beteekent dus
geenszins, dat de Assemblée zich met de te
Locarno aangenomen interpretatie van art.
16 vereenigt. Doch Prof. Erich liet zich niet
overtuigen. De motie uitte sympathie voor
Locarno in haar geheel en hij kon dat alleen
onderschrijven, indien cle interpretatie van
art. 16 uitdrukkelijk werd uitgeschakeld.
Maar Scialoja, de scherpzinnige Italiaan,
wist uitkomst. Hij wist zijn Finsch medelid te
overtuigen, dat de redactie der motie zooda
nig is, dat deze alleen op Locarno betrekking
heeft voorzoover de daar gesloten verdragen
een versterking inhouden van de arbitrage
en de veiligheid. De woordenkeus was zoo
danig, aldus Scialoja, dat de bijlagen der ver
dragen van Locarno, betrekking hebbende
op art. 16, niet eronder vielen. Erich, zelf
een knap jurist, moest hem gelijk geven hij
legde zijn tegenstand neer, en een terecht
gevreesd onaangenaam debat in de Assem
blée zelve was vermeden.
De rede, waarmede Voorzitter Ninsjitsj
de vergadering sloot, verdient geen uitvoerige
vermelding. Zij herinnerde aan Duitsch
land's toetreding als eep feit van inderdaad
groote beteekenis in de geschiedenis van den
Volkenbond. Zij vermeldde natuurlijk ook de j
reorganisatie van den Raad, gelijk deze tot
een goed einde is gebracht. Dat zij aan ver
deren inhoud arm was, is niet de schuld van
Ninsjitsj. Want nevens de beide genoemde
problemen, tot welker afdoening zij was sa
mengeroepen, vond deze Assemblée geen of
bijna geen groot werk te doen. Zij is erin ge
slaagd, naar wij althans hopen, de bijeenroe
ping der economische en ontwapeningscon
ferentie te vervroegen. Zij heeft, na langdurige
debatten in de eerste Commissie, de resolutie,
die op de bevoegdheid van den Volkenbond
betrekking heeft, tot een volgend jaar aan
gehouden. Immers, de Engelsche opvatting
van Lord Robert Cecil en de Fransche van
Prof. Barthelemy stonden zoo lijnrecht te-
genover elkander en werden wederzijds zoo
ironisch besproken, dat Benesj het oogen-
blik dadelijk gekomen achtte om tusschen-
beide te treden met een bemiddelend voor
stel. De tweede Commissie der vergadering
heeft den arbeid der verschillende organi
saties van den Volkenbond versterkt en uit
gebreid in het bijzonder is verkregen, dat
eene derde Verkeersconferentie ter oplossing
van verschillende problemen, die inmiddels
accuut zijn geworden, is vastgesteld. De vijfde
Commissie, waarin de Volkenbond zich bij
kans uitsluitend op humanitair en sociaal ter
rein beweegt, heeft haar gewone nauwkeu
rige aandacht aan alle, daarbij voorkomende
vraagstukken geschonken, terwijl de zesde
Commissie, de zgn. politieke, haar aandacht
eigenlijk tusschen de mandaten en de slaver
nij verdeelde. Reeds een vorig jaar werd, ge
lijk men zich zal herinneren, een ontwerp
overeenkomst aangenomen, die op de bestrij
ding der slavernij betrekking heeft en ook be
palingen bevat betreffende den gedwongen
arbeid. Maar de Assemblée zelve kreeg niet
voldoende tijdig inzicht van die ontwerp
overeenkomst, en kon haar daarom destijds
niet meer afdoen. Vandaar, dat men die ont-
werp-overeenkomst thans heeft hervat, ook
wat de bepalingen betreffende den gedwongen
arbeid aangaat, en vervolgens opnieuw aan de
goedkeuring der Assemblée onderwierp, die
zoodanige goedkeuring ditmaal verleende.
Spoedig zullen de leden van den Volken
bond zich dus ieder voor zich moeten uitspre
ken over de vraag of zij al dan niet deze over
eenkomst willen onderteekenen.
Den laatsten dag hield het vraagstuk van
mandatarissen, en mandaatslanden ook de
Assemblée in pleno bezig. Men herinnert
zich welke incidenten zich daarbij hebben
voorgedaan. De Belgische gedelegeerde de
Brouckère, die voorzitter van de zesde Com
missie was, rapporteerde over de betreffende
resolutie. Hoewel deze resolutie, die de Com
missie dankt voor haar toewijding en ijver
en aandringt op hartelijke samenwerking met
de mandatarissen, niet zoover ging om ge
lijk Nansen gewild heeft den tact der
Commissie te erkennen, vulde de Brouckère
dit gemis, door velen als een leemte gevoeld,
aan met hartelijke woorden. Hij verklaarde,
dat de Volkenbond zich nooit aan de belang
stelling in het lot der mandaatgebieden kan
en mag onttrekken hij deed ook uitkomen,
dat de Mandatencommissie zeker nooit on
tactvol is opgetreden. Hij herriep zelfs min
of meer de verklaring, die Minister Vander-
velde na Briand en Chamberlain in den Raad
had afgelegd door te zeggen, dat de Belgische
Regeering niet a priori het recht van de Man
datencommissie uitschakelt om een onder
zoek in te stellen met raadpleging van beide
partijen, hetgeen een tegemoetkoming is in
de richting van het verlangen der Mandaten-
commissie om petitionarissen te mogen hoo-
ren. Dat Nansen deze gelegenheid niet liet
voorbijgaan om de Mandatencommissie nog
eens van zijn waardeerende gevoelens te
overtuigen, kan niet verwonderen. De Man
datencommissie kan dus tevreden zijn haar
positie is eer versterkt dan verzwakt. Maar
aan den anderen kant is het zelfs voor dit
voortreffelijk orgaan van den Volkenbond
niet kwaad, dat het door de ervaring nog eens
is gewezen op de moeilijke klippen, waarop
zoo menig Volkenbondswerk kan stranden.
Geleidelijkheid is in den Volkenbondsarbeid
niet slechts een schoone, maar een voor alles
noodzakelijke deugd.
Wanneer men de resultaten, door deze
zevende Assemblée bereikt, in oogenschouw
neemt, wordt men getroffen door de afwe
zigheid van eenig groot werk, uitgezonderd
dan de verkregen toetreding van Duitschland.
Daartegenover staat echter, dat deze Assem
blée die is geworden van de Fransch-Duit-
sche toenadering, ook in de praktijk. Wat
zich om de Assemblée heeft afgespeeld, is
wellicht belangrijker dan wat zich daarin
heeft afgespeeld, maar daarbij moet niet
nagelaten worden te bedenken, dat beide
in mindere of meerdere mate onafscheidelijk
zijn verbonden. Tegelijk echter met de
Fransch-Duitsche toenadering kon men op
merken een verscherpte Fransch-Erigelsche
tegenstelling. Frankrijk en Engeland zijn
meermalen, zoo op het punt van de veilig
heid en de ontwapening, de twee groote par
tijen in den Volkenbond geweest, die het
scherpst tegenover elkander stonden. Dat
Engeland zich, én uit Volkenbondsoogpunt
én uit politiek niet geheel behagelijk gevoelt,
nu Frankrijk en Duitschland, de vroegere
vijanden, zoo groote toenadering toonen,
is uit een zuiver politiek oogpunt te begrijpen.
De Franschen namen vrijwel bij alle groote
vraagstukken de leiding. Het was Briand
en niet Chamberlain, die Duitschland in den
Volkenbond verwelkomde. Het was Boncour,
die tegen Cecil's critiek in, de resolutie be
treffende zoo spoedig mogelijke bijeenroeping
der Ontwapeningsconferentie doorzette. Het
was Löucheur, die de noodzakelijkheid be
pleitte, dat er voor de economische conferen
tie spoedig maatregelen van definitieven aard
zullen worden genomen. En het was tenslotte
Barthelemy, die opnieuw tegen Cecil's ver-
toogen in, de bevoegdheid van den Volken
bond breeder wilde trekken dan de Engel
schen op het oogenblik bereid zijn te doen.
Barthelemy is een gewaardeerde kracht voor
de Fransche delegatie om zijn scherpzin
nigheid ook gewaardeerd in de Assemblée en
de Commissiën. Maar het valt niet te ontken
nen, dat zijn tjebatteeren gepaard gaat met
een zekere scherpte, die, zoo zij niet ironisch
bedoeld is, toch zeker dien indruk maakt.
Het debat tusschen Barthelemy en Cecil over
de bevoegdheidskwestie, hetgeen een zuiver
technisch debat had kunnen zijn, nam dien
tengevolge een zoodanigen scherpen vorm
aan, dat juist daarin Benesj zich, onraad be
speurende, gerechtigd achtte om in te grijpen
en, nog voordat Cecil had kunnen antwoorden
het voorstel deed om de verdere discussie tot
een volgende Assemblée te verdagen, Komt
tijd, komt raad, zoo zal ook hier zijn gedacht.
Het zou onbillijk zijn, indien men deze
zevende Assemblée zou willen verwijten,
dat zij geen groot werk heeft verricht. De
zesde Assemblée slaagde daarin evenmin,
en zij kon nog niet eens op haar crediet stellen
een toetreding van Duitschland en een reor
ganisatie van den Raad, die, zoo zij ook al
bijna niemand bevredigt, toch tengevolge
heeft gehad, dat een dreigende crisis in den
Volkenbond is afgewend. Bovendien, men be
denke wel, dat de Volkenbond de jaren van
min of meer sensationeele op- en afbouw voor
bij is. Het komt er nu op aan den arbeid van
den Volkenbond systematisch voort te zetten,
eerder te verdiepen dan te verbreeden, eerder
met grooter waarborgen te omgeven dan met
nieuwe bevoegdheden te voorzien. Reeds is
het terrein, waarop de Volkenbond zich be
weegt, uitgestrekt en belangrijk laat den
Volkenbond tijd om dit terrein te verkennen,
te bearbeiden, voordat aan den Volkenbond
opnieuw zoodanig terrein wordt toegewezen.
Het beteekenisvolle van een Assemblée als
deze Zevende is wellicht daarin gelegen, dat
zij haar arbeid verrichtte met een automati
sche zekerheid en gemakkelijkheid, die dui
delijk doen zien, dat de Volkenbond en het
door hem geschapen raderwerk voorgoed zijn
ingeschakeld in de samenleving der volken.
Naarmate het emotioneele van zoodanige bij
eenkomst afgaatnaarmate de menschelijke
mentaliteit aan zulk een vergadering wordt
gewend, wordt iets van haar uiterlijke beko
ring aan haar ontnomen ten bate van haar
innerlijke beteekenis. Dat intusschen behoeft
niet mede te brengen, dat een zekere slapheid,
eene zekere onverschilligheid zelfs zich van
de Assemblée meester maakte. Het was dit
jaar niet te ontkennen, vermoedelijk, omdat
men bijeenkwam onder het drukkend gevoel,
dat de belangrijkste besluiten, die te nemen
waren, reeds tevoren genomen waren buiten
Genéve. Zelfs de Raad is aan dezen indruk
niet ontkomen, want Benesj heeft, bij gebrek
aan directe stof, den Raad voor of na het uit
eengaan der Assemblée, niet meer samenge
roepen. Tot dusver was het gewoonte, dat de
Raad een paar dagen na de Assemblée nog
eens samenkwam teneinde de eerst noodige
schikkingen te treffen aangaande de uitvoe
ring der genomen besluiten thans heeft men
dit verzuimd en heeft dientengevolge Benesj
de zitting van den Raad niet eens officieel
gesloten.
Het teekent min of meer de stemming,
waarin men aan het einde der Assemblée te
Genève verkeerde. Het teekent de haast, die
men had om huiswaarts te keeren en de ge
nomen besluiten onder het licht der nieuwe
omstandigheden te bezien. Het teekent ook
den invloed, in den regel negatief, die er van
een persoonlijkheid als Ninsjitsj op den Voor
zitterszetel kan uitgaan En die voor de As
semblée, toch een der hoofdpunten van het
jaarlijksch Volkenbondsleven, niet aanbeve
lenswaardig is.
Vrijdagavond 11 uur heeft men bij de
hecrcn Visser, Nieuwe Gracht, Heerkens
Thijssen, Plein en Bouman, Schouwtjeslaan
een steen door de ruiten gegooid, gewik
keld in een papier, waarop geschreven was
„Geef den werkloozen behoorlijk onder
stand Ook zij hebben recht op het leven.
De politie stelt een onderzoek in.
De steen, een groote baksteen, heeft ner
gens noemenswaardige schade veroorzaakt
en gelukkig ook niemand verwond. Bij
den heer Visser had men zelfs het breken
der ruit niet gehoord; daar ontdekte men
hedenmorgen eerst, wat er gebeurd was.
Vrijdagnacht heeft een spoedvergadering
plaats gevonden van de afd. Haarlem van
de Ned. Unie van Arbeiders in het Auto
mobielbedrijf, waarin besproken is de ont
stemming, welke thans onder de taxi
chauffeurs heerscht.
Hel bestuur wenschte over deze verga
dering geen inlichtingen te geven, doch
deelde mede, dat alle berichten, welke de
laatste dagen in andere bladen vermeld zijn,
uit de lucht gegrepen zijn. In deze berich
ten was o. m. sprake van kans op staking.
In de voormalige Villa van jonkheer van
der Poll, welke later gebruikt is als Chris
telijk Lyceum, wordt binnenkort de dienst
der Werkeloosheidbestrijding gevestigd.
Belangwekkend zijn de benedenvertrek
ken met de mooie, deftige eiken lambri-
zeeringen, die als staaltjes kunnen gelden
van de Ijeste Oud-Hollandsche binnen
kamer architectuur. De bewerker van deze
paneelen, die blijkbaar een uitvoerige stu
die heeft gemaakt van de deftige stijl, die
zoo geliefd was bij de mannen der O. I.
Compagnie, heeft hier een prachtig harmo
nieus interieur weten te scheppen. Storend
is o.i. de tegel in de schouw met een repro
ductie van een schilderij van Mesdag, welke
sterk uit de toon valt.
Opvallend is het dat deze kapiprs 200
goed bewaard zijn gebleven, niettegen
staande het gebouw reeds voor verschil
lende doeleinden gebruikt is, waardoor men
zou kunnen veronderstellen dat een en
ander nogal geleden moest hebben, ook de
parketvloeren zijn geheel in staat gebleven.
Met veel liefde heeft de 'heer Vader,
dir. van den dienst voor werkeloosheidsbe-
strijding ervoor gezorgd, dat de kamers
zooveel mogelijk in den ouden toestand
zullen blijven.
Thans is in druk verschenen het adres
van de Kamer van Koophandel, gezonden
aan den gemeenteraad, waarin gevraagd
wordt, het havengeld te stellen op de basis
van 4 cents per ton per reis, het tarief bij
dcorvoer op 234 ccnt^ per reis en het brug
geld op 15 cept en 's nachts 30 cent.
Adhaesie aan dit adres is betuigd door
den Ned. Prof. Chr. Schippersbond, de
Beurtvaartvereeniging „Haarlem, en de
Middenstandscentrale voor Haarlem en
omliggende gemeenten.
Gemeld wordt:
Dezer dagen werd te IJmuiden de jaar-
Hjksche vergadering van bovengenoemde
vereeniging gehouden, welke zeer druk
bezocht was.
Een uitvoerige bespreking werd gehou
den over de voorstellen van de Commissie
inzake de reorganisatie van den Rijkswa-
terstaatsdierist, waarbij bleek, dat de verga
dering eenstemmig van gevoelen was. dat
het in het belang van 's Rijks schatkist en
een goede functionneerng van dezen tak
van Rijksdienst moet worden geacht, dat
aan de wei-overwogen voorstellen van de
Commissie zoo spoedig mogelijk uitvoe
ring worde gegeven.
Door den Hoofdingenieur van der. Rijks
waterstaat, J. A, Ringers werd een voor-
dracht toegelicht met lichtbeelden, gehou
den over de nieuwe sluiswerken te IJmui-
den, waarna deze werken in oogenschouw
werden genomen.
Donderdag 14 October, des avonds om
half 9, zal in Restaurant De Kroon" voor
de leden van de Alliance Franga:se een
lezing worden gehouden door den heer
André Bel'esort, secretaris-generaal van de
„Rue des Deux Mondes" te Parijs, die zal
spreken over het Pausdom.
De voortzetting van bovengenoemde con
certen, waarvoor ieder seizoen weer groo
ter belangstelling bestaat, is verzekerd.
Bovendien hopen de artlsten Mia Pelten-
burg en Hendrik Andriessen dit seizoen
een uitvoering te geven aan een lang ge
koesterd plan, namelijk de voordracht van
het geheele „Spanisches Liederbuch" (nach
gedichte van Heyse und Goibel) van Hugo
Wolf. Voor dezen beiangwekkenden avond
hebben zij zich de medewerking verzekerd
van den tenor Louis van Tulder. Het 2e
abonnementsconcert zal wederom een pia
no-avond van Willem Andriessen zijn.
De regelig en uitvoering, van deze plan
nen moet eenige wijziging brengen >n de
tot nu' toe gevolgde arrangementen. Zoo zal
het concert waarop de beide heeren An
driessen samenspelen ditmaal verValten ter
wille van den Hugo Wollavond De gewone
liederen-avond van Mia Peltenburg en Hen
drik Andriessen zal het 3e concert der se-
rie zijn.
De volgorde is; Vrijdag 15 Oeiober a s.
Hugo Wolf-avond, te geven door Mia Pel
tenburg, Louis van Tulder en Hendrik An
driessen.
Vrijdag 14 Januari a.s. Piano-a'ond door
Willem Andriessen.
Maandag 14 Februari a.s. Liederen-avond
door Mia Peltenburg en Hendrik Andries-
sen.
Hel programma van den eersten avond
zal nader worden bekend gemankt.
Het bestuur van het Teekencollege „Kunst
Zij Ons Doel" meldt ons, dat voor bet a.s.
winterseizoen de volgende tentoonstellingen
voor de Kunstzaal op de Waag aan het
Spaarne kunften worden aangekondigd
Van 14 tot 24 October zullen exposeeren
N. Bastert te Loenen aan de Vecht en A. L.
Kester te Heemstede van 27 October tot
10 November Mevrouw W. Dijsselhof-
Keuchenius en van 14 tot 28 November
de schilder-etser A. J. van 't Hoff uit den
Haag.
Naar aanleiding van alles wat wij gisteren
avond hebben vermeld betreffende de R. K.
Vol ks-Universiteit heeft men ons vandaag
meerdere malen opgebeld, om ons te vra
gen, waar het programmaboek der R. K.
V. U. te verkrijgen is.
We deelen dan nog eens mede, dat het
gratis te verkrijgen is bij de Firma Coe-
bergh, Ged. Oude Gracht de Firma Leu-
sen, Groote HoutstraatGebouw Sint Bavo,
Smedestraat R. K. Leerzaal,Jansstraat
Firma Tweehuijzen, Lieve Vrouwe Gracht
en bij meerdere andere firma's.
Toegangskaarten voor den openings
avond der R. K. V. U. op aanstaanden Maan
dag, zijn gratis, verkrijgbaar in „St. Bavo",
Smedestraat, doch reserveeren is verplich
tend.
De Rechtbank te Middelburg heeft A. C.
M., 45 jaar en Th M., 37 jaar resp. uit
Haarlem en Breda, beiden recidivist, tegen
wie op 24 September wegens verschillende
rijwieldiefstallen 7 jaar gevangenisstraf was
gevorderd, veroordeeld ieder tot 4 jaar
gevangenisstraf
Onze oud-stadgenoot, de adjunct- inspec
teur der Directe Belastingen en Accijnzen,
de heer H. W. M. Leising te Winterswijk is
benoemd tot inspecteur bij dezelfde tak
van dienst te Amsterdam.
De heer P. A. Streelland, gediplomeerde
van de afd. Electrotechniek der Middelbare
Technische School te Haarlem is benoemd
tot electrotechnicus bij de industriëcle
ondernemingen der Handelsvereeniging
„Amsterdam", op Sumatra.
Het certificaat voor Machineschrijven vol
lens Stolze-Wery's tienvingersysteem (blind-
schrijven) is uitgereikt aan den heer D. C. v.
Borselen alhier.
Bij Kon. besluit is met ingang van 1 No
vember a.s. de adjunct-inspecteur der directe
belastingen invoerrechten en accijnzen, al
hier, 2e aid., de heer C. v. Willigen, benoemd
tot inspecteur dier middelen, 1ste afdeeling,
de heer P. C. M. v. d. Drift, rite afdeeling
benoemd tot inspecteur dier middelen, 2de
afdeel'ng en is de heer P. J. Broekhoven be
noemd tot adjunct-inspecteur dier middelen
1ste afdeeling, die werkzaam was bij de dir.
bel. te Amsterdam.
H. O. V.-LEDENCONCERT.
Begrijpelijkerwijze was onze belangstelling
voor dit eerste concert van het nieuwe ver-
ecnigingsjaar grooter dan gewoonlijk, wijl
er sinds de laatste maal, dat wij de H.O.V.
hoorden veel tijcis was verlcopen. Het or
kest heeft intusschen niet stil gezeten. Wij
weten dit niet alleen uit de berichten die ons
van tijd tot tijd geworden en waaruit wij op
de hoogte blijven van het werken en streven
van het orkest, n.aar wij konden het gisteren
ook hooien. Men behoeft daartoe niet speci
aal zich te zetten, om met muzikantenooren
te luisteren, wat er in de bezetting van het
ensemble is verbeterd van den doorsnee
luisteraar is het evident, dat men in algemee-
nen zin een groote schrede is voortgegaan
de toets der klankgeving is verfijnd de ge
voeligheid waarmee de intenties van den
dirigent werden omgezet in klinkend leven,
is neg subtieler pcv, den. Gelegenheid om
deze bemerking te n.a„en had men bij voort
during in Haydn's sy: iphonie.
Is er niet een tijd geweest, dat men smaalde
op uitvoeringen dezer werken voer orkest
Men doelde dan op de „lichte taak" die de
uitvoerenden hadden. Dit is nu wel anders
geworden, en de zucht om alles wat muziek
is, in het kleed te steken van de groote zware
klankenmassa, heeft als onzinnige mode al
spoedig plaats gemaakt voor efen juister begrip,
dat deze toonstukken weergeeft volgens de
bedoeling van den componist het klein
orkest heeft weer zijn intrede gedaan een
heel gelukkig verschijnsel. Hoe rein kwam
in deze bezetting het beeld van Haydn's on
volprezen muzie tot ons. Het slotdeel alleen
reeds is een gang naar de concertzaal waard
en het is goed gezien, de keuze voor een pro-
gramdeel van het e. v. jeugdconcert te laten
vallen op dit blijde lentefeest, dat Oxford-
symphonie geheeten wordt.
De verheugenis der bezetting van het klein
ensemble mochten wij niet smaken eenige
oogenblikken te voren, toen nJ. het eerste
stuk, een ballet-suite van Rameau tot uit
voering kwam. Voor de weergave van deze
muziek, die in alles den clavecimbeltoon
verraadt, is de meest doorzichtige orkest
partituur niet fijn genoeg. De uitvoering kon
mij niet bekoren, wijl mij de klankgeving te
„schwerfallig" was. Mijn gevoelen, dat hierin
een Duitscher de hand had, bleek bij nader
informeeren juist te zijn: het was Felix
Mottl, de dirigent van wereldreputatie, die
deze hoogfijne Fransche kunst in een nieuw
kleed had gestoken, dat haar zeer slecht
paste. En hoewel dirigent en executanten
zich beijverden om het petillante dezer mu
ziek weer te geven, slaagde men daarin
alleen daar, waar de bezetting, toevallig
allicht, daartoe de gelegenheid bood. Ik
gaf een lief ding, deze muziek nu ook eens te
hooren in een bewerking van een Franschen
orkestkenner. De taak van den dirigent zou
er ook belangrijk door worden verlicht,
De zoon van het hooge Noorden, Edward
Grieg, lijdt in zijn liederen met orkest aller
minst aan deze „verdikking des bloeds".
Daar is alles vol van warm, snelvlietend leven.
Daar voegde zich het frissche zingen van
Mej. To van der Sluys uitstekend bij. Vooral
haar „Letzter Frühling", waarmee zij het
slot van Solveg's lied belangrijk verbeterde,
was een heerlijk geurende bloem in den krans
van dit lenteprogramma. Eveneens heeft mij
de muziek bij „Peer Gynt" een zuiver genot
verschaft en ik ben nieuwsgierig hoe bij
Ibsens drama, dat ik nog niet bijwoonde,
haar uitwerking zal zijn, vooral in verband
met de bekrompen ruimte van den orkest
bak en de daaruit noodwendig voortvloeiende
onvolmaaktheid der akoestiek. G. J. K.
Klasse A.
13 Oct. H. B. C.—D. E. S.
20 Vriendenkr ngD. V. S.
27 D. E. S.Vriendenkring.
3 Nov.- D. V. S.—H. B. C.
10 VriendenkringH. B. C.
17 D. V. S.—D. E. S.
24 D. E. S.—H. B. C.
1 Dec, D. V. S.Vriendenkring.
8 H. B. C.—D. V. S.
15 VriendenkringD. E. S.
22 H. B. C.Vriendenkring.
29 D. E. S.—D. V. S.
150 caramboles cadre.
Klasse B.
14 Oct. D. E. S.—D. O. S.
18 OlympiaH. B. C.
21 D. O. S.Vriendenkring.
25 H. B. C.—D. E. S.
28 VriendenkringOlympia.
4 Nov. H. B. C.—D. O. S.
8 OlympiaD. E. S.
11 VriendenkringH. B. C.
15 D. O. S.Ölympia.
18 D. E. S.Vriendenkring.
2 Dec. H. B. C.Olympia.
9 D. O. S.—D. E. S.
13 OlympiaVriendenkring.
16 D. E. S.—H. B. C.
20 VriendenkringD. S.
23 H. B. C.Olympia.
125 caramboles libre.
Klasse C.
15 Oct. VriendenkringOlympia.
18 D.. S.—D. E. S.
20 OlympiaExcelsior.
25 D. V. S.Vriendenkring.
27 ExcelsiorD. O. S.
1 .Nov. D. E. S.Olympia.
4 D. V. S.Excelsior.
4 VriendenkringD. O. S.
9 OlympiaD. V. S.
12 ExcelsiorD. E. S.
16 VriendenkringExcelsior.
18 D.. S.Olympia.
22 D. E. S.—D. V. S.
24 OlympiaVriendenkring.
25 D. V. S.—D. O. S.
29 VriendenkringD. E. S.
1 Dec. ExcelsiorOlympia.
8 D.O.S.Vriendenkring.
13 ExcelsiorD. V. S.
13 D. E. S.—D. O. S.
16 VriendenkringD. V. S.
20 OlympiaD. E. S.
100 caramboles libre.
Klasse D,
20 Oct. OlympiaExcelsior.
22 D. O. S.D. E. S.
25 ExcelsiorD. O. S.
28 VriendenkringOlympia.
1 Nov. D. E. S.Olympia.
1 D. O. S.Vriendenkring.
8 OlympiaD. O. S.
11 VriendenkringExcelsior.
18 D. E. S.Vriendenkring.
22 ExcelsiorOlympia.
23 D. E. S.—D. S.
25 OlympiaVriendenkring.
2 Dec. D. O. S.Excelsior.
9 VriendenkringD. O. S.
13 OlympiaD. E. S.
20 .ExcelsiorD. E. S.
75 caramboles libre.
Klasse E I.
22 Oct ,D. O. S.Vriendenkring.
26 D. E. S.Olympia.
3 Nov. VriendenkringD. E. S.
11 OlympiaD. O. S.
17 D. O. S— D. E. S.
22 VriendenkringOiyripia.
1 Dec. D. E. S.Vriendenkring.
10 VriendenkringD. O. S.
20 OlympiaD. E. S.
iia.60 caramboles libre.
Klasse E II.
25 Oct. VriendenkringOlympia.
5 Nov. OlympiaD. O. S.
19 D. O. S.Vriendenkring.
29 OlympiaVriendenkring.
8 Dec. VriendenkringD. O. S.
15 D. O. S.Ölympia.
60 caramboles libre.
Hceit de verpleging te wenschen
overgelaten?
Nadere mededeelingen.
Alles wat voorvalt in het gebied, waar
onze lezerskring zich uitstrekt, heeft uit den
aard der zaak de belangstelling van onze
redactie. En zoo kan het niet anders of de
betreurenswaardige mishandeling met doo
delijken afloop van den Amsterdammer, die
tijdens de kermis in een draaimolen het
orgel gedraaid had. werd uitvoerig in onze
kolommen vermeld. Uit het roerend relaas
van de begrafenis van het slachtoffer bleek
ook wel, dat de indruk in Noordwijkerhout
groot was. Maar er bleef een pijnlijken in
druk hangen omtrent de eerste hulp, die
aan het slachtoffer zou zijn verleend na de
mishandeling, eer. indruk, die uiting vond
in een ingezonden stuk in ons blad waarin
de politieautoriteiten verweten werd zulk
een zwaar gewonde op een boerenwagen te
hebben vervoerd naar het gemeentelijk ca
chot, inplaats van naar het „St. Bavo-
gesticht", waar hij allicht betere verpleging
had kunnen vinden bii doelmatiger vervoer
in overeenstemming met den emstigen toe
stand van dén patiënt. In een naschrift wees
onze redactie er al op, op gezag van ter
gemeente-secretarie te Noordwijkerhout in
gewonnen inlichtingen, dat de politie in de
meening verkeerde, dat de man, die op den
Kerkweg gevonden was, dronken was en
pas later kwam zij tot de ontdekking dat hij
zwaar verwond was. Maar in een later toe
gezonden stuk hield een andere inzender
staande, dat de politie wel wist, dat de
man doodelijk gewond kon zijn, en deson
danks den man op zulk een onoordeelkun
dige wijze had laten vervoeren
Dit is een zeer ernstige aanklacht '-en wij
sielden er prijs op, wat meer licht op deze
zaak te laten vallen, teneinde ofwel de
blaam niet te onthouden aan hen, die ze
verdiend hebben ofwel te trachten een le
gende uit de wereld te helpen, die in
Noordwijkerhout en omgeving dreigt post te
vatten en jarenlang kan doorwerken. 97ij
wilden de waarheid zoo nabij mogelijk trach
ten te naderen en hebben daarom nieuwe
inlichtingen ingewonnen, die ons veroorloven
het volgende te melden.
De man, die slachtoffer is geworden, had
tijdens de kermis wat trachten te verdienen
met het orgel te draaien in een draai
molen. Den Zondagnacht van de kermis
heeft hij in den draaimolen geslapen en hij
gevoelde zich den volgenden Maandagmor
gen niet lekker. Dit bekende hij aan een
kennis van hem. die van Haarlem was ko
men loopen en hem uiinoodigde naar de
3 October-feesten in Leiden te gaan, om te
tiachten daar vat te verdienen. Ze gingen
dan ook niet naar Leiden, maar belandden
ten slotte in een café, waar, zoo werd on»
medegedeeld, de man twee potjes bieff
dronk en daarna, op uitnoodiging van een
der aanwezigen, een borrel. Toen het op
betalen aankwam, werd hij aangemaand zijn
consumptie te betalen, zijnde twee potjes
bier en een borrel. De man verzekerde, dat
hij den borrel cadeau had gehad en kon
trouwens niet meer betalen dan zijn potjes
bier. Hierop ontstond een vechtpartij, die
ten doel had den man het café uit te wer
ken en toen hij op den drempel stond, moet
hij, bij een afwerende beweging, een ruit
hebben ingeslagen. Hij werd toen op het
hoofd geslagen en twee of drie mannen
giepen hem onder den arm om hem aan de
politie over te leveren, op grond dat hij
een ruit gebroken had en daarvoor betaling
geëischt werd. Op weg naar het bureau
ontmoette men een agent van politie, die
verontwaardigd beval den man los te laten
en hem te laten loopen. Dat gebeurde dan
ock en ket slachtoffer verwijderde zich.
Even ging hij nog aan in den draaimolen,
dien men aan het afbreken was. ging daarna
langs de Schippersloot en vandaar naar den
Kerkweg. Op dien weg viel hij neer. De
politie kreeg toen bericht dat er op den
Kerkweg e enpian lag en wel de man, die
uit het café gegooid was. Het is dus wel
juist, dat de politie wist, dat de man een
aframmeling had gehad. Maar men denke
zich even in dat de agent, toen hij bericht
kreeg dat de .man op den Kerkweg lag, on
middellijk dacht aan het feit dat het slacht
offer bier had gedronken en jenever en daar
na het café was uitgegooid. Maar de mis
handeling was toch in dien gedachtengang
niet het voornaamste. Hij dacht, dat dron
kenschap de oorzaak was, dat de man was
neergevallen. Ons konW. die lezing aanneme
lijk voor. Toen de agent op den Kerkweg
kwam, vond hij den man, naar hij meende,
slapende. Hij verzocht den landbouwer D.
met een boerenwagen te komen om hem to
vervoeren. Die wagen was niet .onzindelijk,
naar men ons mededeeld-eN integendeel en
op verzoek van de politie waren er eenige
bossen stroo op gelegd. Laten wij nog op
merken, dat de man geen uiterlijke verwon
dingen had, waardoor de politie te eerder
aan dronkenschap kon denken. Onderweg
deed de politie echter nog voor alle zeker
heid halt houden vóór het huis van dokter
Romijn en deze constateerde, na onderzoek,
dat de man niet sliep maar bewusteloos
was. Daar ook hij echter geen uiterlijk let
sel opmerkte, bleef het onzeker of dc be
wusteloosheid haar oorzaak had in dronken
schap of dat er een andere reden voor was.
Op advies werd de patiënt toen verder
voorzichtig naar het cachot vervoerd, waar
de dokter een nader onderzoek zou instel
len. Wat gebeurde en daar dé toestand niet
beter werd, oordeelde dokter Romijn het
nuttig een consult te houden met dokter de
Wit, directeur-geneesheer van het St. Bavo-
gcsticht. Beiden kwamen toen lot de slot
som. denkende aan de plaats gehad hebben
de mishandeling, dat er wellicht een bloed
uitstorting in de hersenen had plaats gehad,
en verboden verder vervoer van den patiënt.
Dat is de reden, waarom deze niet in het
St. Bavo-gesticht werd opgenomen, alhoe
wel men hem daar gaarne zou hebben ver
pleegd en er bii de politie of gemeente-
autoriteiten geen enkel bezwaar tegen ge
maakt zou zijn. Het slachtoffer bleef dus in
het cachot. Om 6 uur ongeveer had de mis
handeling plaats gehad, rond 8 uur was de
getroffene in het cachot en den anderen!
morgen half 8 is hij overleden. Bii het sec-
iie-onderzock in het ziekenhuis in Leiden
werd schedelbreuk geconstateerd, maar ook
daar constateerde men uiterlijk geen afwij
kingen. Zelfs niet toen het hoofdhaar was
weggeschoren. Pas toen de? schedel was
blootgelegd, kwamen de gevolgen van de
mishandeling te voorschijn. Het is dus alles
zins begrijpelijk dat de politie niet dadelijk
heeft gezien, wat de man mankeerde.
Wjj meenen naar ons beste weten, hier
mede een juiste lezing van het geval te
hebben gegeven.
Achteraf moge men betreuren niet direct
den ernst van den toestand te hebben in
gezien, hoewel het absoluut niet zeker is
dal dan het slachtoffer gered had kunnen
worden van den dood, maar men zaj bij
overweging der feiten moeten toegeven, dat
er geen aanleiding was direct het ergsti
te veronderstellen. Niemand schijnt dat dan
ook gedaan te hebben, want in het café,
waar de mishandeling had plaats gehad, is
men er, naar ons werd medegedeeld, eem
firoot deel van den avond prat op gegaan
dat men der man. die n et betalen wilde,
het café had uitgegooid. Ook ^daar dacht
men er dus niet aan, dat men iemand half
dood had geslagen en dit moge als verzach
tende omstandigheid pleiten voor het overi
gens natuurlijk af te keuren gedrag van hen.
d e de mishandeling pleegden. Men moge
dus betreuren, wat er gebeurd is, er is o. i.
geen reden te veronderstellen, dat 't slacht
offer de vereischte eerste hulp geweigerd is,
althans niet met opzet. Ook niet dat de
mishandelde op onwaardige wijze zou zijn
behandeld. Over gens ontkende men tegen
over ons nog, dat het cachot er beestachtig
zou uitgezien hebben. Juist 8 dagen tevoren
was het schoongemaakt en van schoon stroo
voorzien. Ook acht men het uitgesloten,
dat het kermen en reutelen van het slacht
offer buiten het cachot door voorbijgangers
hoorbaar was.