OnzeVroüwenryhriek
ONZE KLEEDING
De zwarte
bondgenoot.
Een n'euwe haar
mode.
Een origineel© sjaal.
Vriendschap.
Vermoeide voeten.
Practische wenken.
Recepten.
Patronen naar Maat
.mRGUEUITE
Als dit geen verwachtingen opwekt
Van een onbetaalbaar Abruzzen-drama,
met een masker en een kloof en een
ponjaard en véél struikgewas, dan weet
ik 't niet. En ik wil 't toch maar hebben
over dien aller-goedaardigsten gastro
noom, onze wintersche vulkachel, met
z'n blakend vriendengemoed en 'c
gloeiende eierkool tot hart, zijn kunst
van vreedzaam knorrend buikspreken en
zijn smeed-ijzeren rel; el-etiketje. midden
voor de borst, waarop hij in vloeiend
Fransch met fieren d -emoed aankondigt,
dat hij van plan is, héél den winter door
te branden, zonder ook maar één keer
uit te gaan.
We zijn zoo zachtjesaan al weer gena
derd tot dien najaars-mijlpaal: den eer
sten kacheldag. Zoo'n beetje smids-ge-
stamp in huis, wat gescharrel, en ge-
schaaf met stukken pijp een zwart,,
koud ding in de kamer, glanzend als
nieuw, met zoo'n' doffen smeerglans
dan een met wijding aangedragen bak
Stook een opvlammende krant een
doordringend stankje en onze winter
is begonnen.
Het zwarte ding zal er een maand of
zeven vriendelijk en animeerend staan te
snorren, aldoor valer' en kaler en ge
moedelijker wordend, 't zal het middel
punt en het warme hart van onze huis
kamer zijn en 't is aan oüs, uit zijn
aanwezigheid munt te slaan.
Ik heb een gezin gekend, waar de
huismoeder, wat dit laatste betrof, een
wa-e virtuositeit ontwikkelde. Ze Het
geen. oogenblik verloren gaan en over de
blijde inkomst van de kachel mocht, om
een frisch beeld te bezigen, geen gras
groeien. Denzelfden avond nog werd 'het
trouwe huismeubel, met 'n soort ceremo
nieel van eigen vinding in gebruik geno
men 'n ware huiselijke plechtigheid,
die besloten werd met een algemeene
gezinsfuif van taartjes en warmen wijn,
in de onmiddellijke nabijheid van den
glunderen zwarten nieuweling genoten,
die langzamerhand roode wangen kreeg
van de aanstekelijke feestvreugde.
Het organfseeren van dezen banket
avond, ter opening van het seizoen der
huiselijke gezelligheid heb ik toch altijd
zoo n meesterzet gevonden! De hulsvrouw
gaf daarmee eens en voorgoed zoo dui
delijk te kennen, waar dat met die
kachel eigenlijk heen moest, en hoe ze
zich de ideaal-verhouding van haar gezin
tot dezen „eigen haard" dacht De eerste
aanwijzing was gegeven, de eerste reso
lute stap in de goede richting gezet, de
sluimerende gezeliigheids-drang op weg
geholpen. Niets was voor de huisgenooten
gemakkelijker dan op het goede begin
van dien avond voort e bouwen en 'n
eenvoudig aanroeren van de gcnoegelijke
herinnering was voldoende om naar een
herhaling van zoo n oer-gezellig samen
zijn te doen verlangen.
Maar stel u een huishouden voor, waar
de vrouw den intree-dag van de kachel'
verder tot bedtijd toe volmoppert over
den rommej van den smidwaar de een
pruttelt over rookerigheid en de ander
over het Hollandsche klimaat en zijn
steeds korter en onbetrouwbaarder zo
mers! Daar sukkelt in den loop van het
najaar ieder zqo geleidelijk wel eens met
z'n stoel naar 't vuur en zegt dan, dat 't
lekker is en knus maar de echte band
van wintersche gemoedelijkheid, van
saamhoorig zich scharen om den eigen
haard, is niet gelegd, omdat het juiste
oogenblik verprutst werd.
Waarom zouden we dat goede voor
beeld van die scherpzinnige' huismoeder
niet navolgen, ieder op onze eigen ma
nier? Psychologisch zit er veel meer in,
dan je zoo wel denken zoudt. We vieren
veel te weinig geïmproviseerde gezins
feesten van eigen vinding 't Persoonlijk
stempel, dat zulke primitieve festiviteiten
dragen, t besef: dat doen wij bij ons wel
ns zoo en dat hebben ze nergens anders
versterkt bij onze kinderen zoo 't soli
dariteitsgevoel, den trots op het eigen
werelaje thuis, op de vindingrijkheid van
moeder en de aan buitenstaanders onbe
kende intimiteit van allen onderling.
Weten alle vrouwen eigenlijk goed,
wat een bondgenoot tegen den modernen
geest van uithuizigheid ze in de winter
maanden wel vinden kunnen in hun hui
selijk haardvuu-, hetzij dat nu brandt on
der 'n prachtige schouw of in een nede
rig „salamandertje"? 's Zomers, wanneer,
allen zoo vanzelfsprekend overal ve-zeild
raken, naar logeerpartijen, of tennisveld
of watersport, wanneer er gewoonlijk nog
na tafel door ieder op eigen gelegenheid
gefietst of gewandeld wordt, allemaal uit-
spanniVsn, die we heusch aan geen van
allen ook maar^ 'n oogenblik zullen mis.
gunnen -kan 't ons toch soms opvallen
cat er in de Woonkamer iets ontbreekt,
n verzamelpunt, waar alle omzwervingen
Weer op uitloopen, 'n centrum Van
warmte en behagelijkheid, waar allen el
kaar met n blik van verstandhouding
weer ontmoeten Er is dan pok wel 'n
heel verschil tusschen 't zomersche
thuiskomen van t sportterrein, onge
nietbaar en ongenaakbaar van wa~mte en
overspanning, tusschen 't pufferig en
plakkerig neerzakk enni den eersten" den
besten rieten stoel èn 't vroolijke win
tersche binnenvallen van terugkeerende
schaatsenrijders, die voor iedereen te
spreken zijn en met straldncle beschei
denheid iets warms te drinken®vragen,
te-wijl ze met uitgestoken handen recht
op moeders vuurtje toeschieten.
In de wintersche huiskamer hebben we
In ons haardvuur 'n steun, een bondge
noot, die 't voor ons veel eenvoudiger
•naakt, een sfeer vaft knusheid en beslo
tenheid te scheppen. Met de koestering
en den glans van onze Hollandsche kachel
tot achterg-ond, wordt er heel weinig
meer van onze vindingrijkheid gevergd
om de ccht-huiselijke stemming er in te
brengen. De zomer eischt veel meer van
onze persoonlijkheid, ons individueel ta
lent om ,,den boel bij elkander te hou
den" de winter maakt 't ons veel ge
makkelijker, door ons bijna zonder onze
medewerking te helpen aan '11 onwaar
deerbare scènerie voor 'n warm, vriend
schappelijk samenzijn. Laten we daar dan
partij van trekken, e-raee woekeren als
met alle andere uiterlijke hulpmiddelen,
in het belang der huiselijke eenheid en
hartelijke verstandhouding.
MACHTELD.
Een -.e?~ Onaardig bericht is de vele
modev a' k';cn komen verrijken: De
Amerika;-.-: .he tames willen plotseling
van d; H; d' id, die haar stam eigen is
liets r ar v/eter de teede-e lichte goud-
jlans, die haar slanke bevallige verschij
ning kroonde, is in dan ban gedaan, met
trJfcT'3
xVw
Tusschen het laatste scheiden van den
heerlijken zomer en het beginnen van
den allesverwoestenden herfst ligt dik
wijls een periode van aanhoudenden re-
ggn, die ons noodzaakt, dagen achtereen
thuis te blijven. Welnu, de' bovenstaande
japonnen zijn voor dergelijke dagen bij
zonder geschikt.
No. 6 is een aardige „Deux pieces"
voor .een meisje van 10 tot 16 jaar. Ze
is vervaa-digd van olijfgroene popeline.
Het lijfje is recht, heeft ingezette mou
wen en is, gegarneerd met kraag, das,
manchetten en doorgehaalde ceintuur
van bedrukte stof. Het rokje is aan een
dun katoenen lijfje gezet en heeft aan
de voorzijde een groep kleine platte
plooien.
No. 7 is een elegante japon van zwart
fluweel, welke op zijde gesloten wo-dt.
De garneering ervan beslaat uit zijden
tres, dat langs de sluiting, de balsope
ning en over de mouwen en het rokje
loopt. De japon, die op de teekening
hooggesloten is, kan echter pok open
gedragen worden, zoodat er een vest
van zijden tres zichtbaar wo-dt.
No. 8 is een japon van beige crepella.
Het lijfje heeft een ingezet vest van de
zelfde stof en lange nauwsluitende mou
wen, welke in een punt op den rug van
de hand eindigen. Het is eenigszins
blousend en wordt gegarneerd door een
ceintuur van veelkleurig leder Het rokje
is geheel geplooid.
No. 9 is een japon, die ook voor
oudere dames bijzonder zal voldoen. Ze
is vervaardigd van bedrukte crêpe ma-
rocain. De groote kreag, de onderkant
der mouwen en van-het rokje zijn van
effen stof. Zoo ook de ceintuur, die aan
de voorzijde van het gerimpeld rokje
wordt gestikt.
No. 10 is een eenvoudige japon van
donker roode wollen crêpe. Een cein
tuur van ongeveer vijf centimeter ver
bindt rok en blouse Deze laatste is ge
garneerd met kraag en manchetten van
een donker roodé zijden crêpe.
MARGUERITE
zwarte haren wil de dame aan gene zijde
van den Atlantischen Oceaan zich in het
voor de deur staande najaar vertoonen en
aangezien sedert eenige ja-en niet meer
de Parijzénharster, maar de Amerikaan-
sche dame de wereldmode bepaalt, al zijn
ook dé Parijsche en niet de New York-
sche raodesalons de geboo-teplaatsen der
nieuwe modes, mag aangenomen worden
dat de tijd der blonde vróuwen weer
eens voor een poos voorbij is.
De dames met donker haar zijn gerui-
men tijd uit de mode geweest en zij heb
ben met waterstofsuperoxyde,' henné en
alle mogelijke andce chemie:'''-: haar
best gedaan heur haar de licht 'r te
géven, welke de natuur het ha '.hou
den, maar het zou volstrekt verkeerd
zijn, als zij thans wilden triomféerc,) en
zich overgeven aan de verwachting, dat
zij met haar natuurlijke haarkleur zullen
voldoen aan de nieuwste eischen der
haarmode. Want noch het zachte donker
bruin^ der brunettes, noch het p-achtige
blauwzwart van de zuidelijke vrouw
heeft de voorkeur der mode gevonden.
Als dé Amerikaansche dame^ besluit,
een leidende rol te spelen op het gebied
der mode, dan wil zij iets heel buitenge-
woons tot algemeene waa-deering bren
gen, en het zwarte haar, dat op het
oogenblik dermate haar bijval heeft ge
vonden, dat zij er zich mee wil tooien,
is het diepzwarte, gladde haar der Ja-
pansche vrouwen. De Europeesche dame
heeft er voo-loopig de bekoring nog niet
van ontdekt; zelfs de dame met de bee-
ren-coupe, het zoogenaamde Eton-kopje,
doet voorloopig nog altijd niet geheel af
stand van de ondulatie, al bepaalt deze
zich ook dikwijls tot een enkel slangen
lijntje bovenaan het voorhoofd. Het goud
achtig glanzen van springend haar wordt
nog altijd beschouwd als een der groot
ste aantrekkelijkheden, maar hoelang zal
het duren, dat de begrippen over schoon
heid weer geheel gewijzigd zijn,« als de
Amerikaansche dame in den aanstaanden
winter overal, waar de internationale
mondaine wereld samenkomt, met haar
koolzwart Japansch kopje voor den dag
komt?
Aan de Fransche Rivie-a worden de
voorraden bleekendp en blond of rossig
kleurende chemicaliën reeds niet meer
aangevuld, daarentegen is er reeds een
drukke vraag naar het preparaat, waar
van het gebruik het doffe, diepe zwart
te voorschijn roept, dat het haar van de
Japansche en de Chineesche vrouwen
vertoont. Dat haar te krullen of te on-
duleeren zou stijlloos zijn. Niemand
denkt er dan ook aan. Volslagen glad en
eenvoudig 'moet het om het hoofd Iig-
geh, voor zoover althans lengte van het
haar geoorloofd is.
Al zullen de mannen, die met blond,
zacht gekruld vrouwenhaar dweepen, over
de verandering in de haarmode nog zoo
veel ontzetting toonen, het zal hun niet
baten, ook hun smaak zal moeten veran
deren, want tegen een mode in te gaan,
is onbegonnen werk, even onbegonnen,
als wanneer 'n enkel zwak mensch een
overstrooming zou willen tegenhouden.
Want met den simpelen wil, aan een
haarmode niet te willen meedoen, is nicls
te bereiken, omdat de geheele kleeding
en hoedmode zich richt naar de haarmode.
Vergeefs zal men waa-schijnlijk, als men
een seizoen verder is, naar de pastel
kleuren zoeken, die voor de blonde vrou
wenkopjes zulk een verrukkelijke aan
vulling van de verschijning vormen, ver
geefs ock r.aar alle teers in mqdel en
kleur
Het gladde, zwarte haar, verlangt ia-
pojinpn in volle schakeeringsn, sterke tin
ten en patronen, en de dame die er niet
toe kan besluiten, de modevoorschriften
voor het kapsel te volgen, zal weer
eens, als zoo dikwijls in de laatste jaren,
voor het pijnlijk feit komen te staan,
dat zij onder de nieuwe japon- en hoed-
modellen er geen kan vinden, dat haar
staü.
Zij herinnert zich nog de wandeling van
hoedenwinkel naar hoedenwinkel, voor
zij overging tot het opofferen van heur
ha-ir, omdat de hocdmode'len er niet meer
op berekend waren, over groo1e masards
haar getrokken te worden en daarom
veel te klein waren; zij herinnert zich
misschien zelfs ook nog den vergeefschan
strijd om het staande boord, dien zij
heeft gevoerd, cmdnt zij er niet toe kon
besluiten, op klaarlichten dag met bloo-
ten hals over straat te loopen. De tiran
nie der mode heeft alle verzet met suc
ces best-eden en zij zal, als zij het ern
stig wil, ook bet type van de Oost-Azia
tische .rouw in Eu-opa en Amerika tot
de overwinning Jeiden. V/alkuren-figuren
zijn trouwens reeds lang uit de mode ge
raakt. Aan de sierlijke, fijn gebouwde
vrouw behoort het succes, waarom zou
dan ook niet eens de broosheid van de
.lapansche vrouw uitsluitend mode wor
den?
Er is nog niets van bekend, of ook de
teekening van de oogen ander wo-den
zal dan tot dusver, maar niet onmogelijk
is het, dat het aan de Japansche dames
herinnerende kapsel ook het amandelvor-
mige, eenigszins scheef staande dames
oog, min of meer sterk onderstreept, in
de mode zal brengen.
Met zeldzame modegrillen meldt de
herfst zich aan, maar als zij het gö-
wenschte succes bezorgen, zullen de da
mes ook het gladde, zwarte haar en alles
wat ef bij behoort, gaarne dragen.
Wel, ze zijn praktisch en bovendien
zeer flatteus. Een werkelijk aardige sjaal
'is echter vrij kostbaar en dus een luxe,
welke menige beurs niet toelaat. Waarom
probeert u zelf niet eens om een sjaal
te maken. Zij zal u dan niet veel kosten
en zeker veel origineeler zijn dan die
welke men in de groote magazijnen
koopt. U neemt b.v, een reep crêpe de
chine of fluweel, waarvan de uiteinden
met appliqué-werk worden versierd.
Hiervoor kunt ge alle mogelijke stoffen
gebruiken, zooals restjes van japonnen,
mantels, enz. De applicatie geschiedt
door middel van een zijden of wollen
steek, een koordje of gouddraad. Hiervoor
kunnen ook gekleurde kraaltjes gebe
zigd worden.
In bovenstaande teekening werd een
das gedacht van zwarte rips, gevoerd
met lichtg-oene zijde. Het motief is
bedoeld van groen en grijs peau de
pêche, omrand door zilveren kraaltjes.
Bijzonder aardig is het, om een bijpas
sende versiering voro het winterhoedje
te maken, hetwelk erbij ged-agen wordt.
Er is dan een -zekere éénheid, welke
altijd gedistingeerd is en den indruk
geeft dat de draagster bijzondere zorg
aan haar toilet besteedt, zonder te ver
vallen in onharmonieuse versieringen.
MARGUERITE.
De mode verandert tegenwoordig al
heel vlug! Alleen de sjaals, welke wij
reeds eenige jaren dragen, blijven hard
nekkig „en vogue". De reden hiervan?
Dotje had haar been gebroken. Dotje
is ons buurmeisje, een kleine meid van
gu7 jaar en een dikke vriendin van onze
zevenjarige. Het was Dot haar eigen
schuld, ze mocht nog niet fietsen, maar
ze was toch aan het probeeren gegaan,
staande tusschen de trappers; ze was ge
vallen, en nu was haar been gebroken,
nog wel op twee plaatsen. Ongerust
kwam onze Mieke het vertellen. Of ik
niet eens gauw naar Dotje haar moeder
kon gaan en of het erg was en wat of cr
nu met Dotje zou gebeuren en of ze er
naar toe mocht. De angst van het vrien
dinnetje stond' op haar snuitje te lezen
en den heelen dag bleef zij stil en terug
getrokken, omdat er maar geen bood
schap kwam, dat zij bij Dot mocht ko
men.
Den volgenden morgen, daar kwam ge
lukkig al gauw de boodschap, dat als
Dotje gewasschen was, of Mieke dan bij
haar mocht komen. Ze scharrelde wat in
haar kast, en haalde er verschillende
schatten uit, prulletjes, door het vrien
dinnetje wel eens bewonderd, die ze nu
allemaal als evenveel pleisters voor het
zieke been meenam.
Ze bleek zoo geschikt voor ziekenge-
zelschap, dat ze telkens gehaald werd en
icderen keer, ook als ze prettig met an
deren aan het spelen was, was ze toch
even bereid, het zieke vriendinnetje te
ve-strooien. Wij gingen een poos de stad
uit en de eerste en mooiste prentkaart
ging weer naar Dotje. Toen meende ik,
vervaagde de gedachte aan het vrien
dinnetje, ze genoot ook zoo volop bui
ten, tot ze op een avond, toen ik haar
naar bed bracht, ineens vroeg: „gaan we
nog niet naar huis Moede-?"
„Waarom vraag je dat kindje; vindt je
het hier niet heerlijk?" zei ik.
„O, jawel Moeder, maar het is om Dot
zi* je, ze zal zich zoo vervelen."
De twee kinderen weten zelf niet hoe
een aardig voorbeeld van trouwe
vriendschap zij geven en toch is die
vriendschap voor beiden zooveel waard
zooals het gaat met iedere oprechte
vriendschap.
Ik las eens; ,,de vriendschap is de
volmaaktheid in de naastenliefde." Ja,
zoo moet de vriendschap zijn, ik bedoel
niet de vriendschap, die er op uit is,
zooveel mogelijk vrienden te hebben om
mee uit te gaan, om van te proiitceren
om alle laatste nieuwtjes te hooren, om
zaken door te doen. Neen, dat is niet de
ware vriendschap, maar wel de vriend
schap, die steunt op zielengemeenschap,
die trouw is en in staat tot zelfverloo
chening. Egoïstische menschen kunnen
geen ware vriendschap sluiten, want zij
zoeken altijd zich zelf, willen niet zich
zelf en eigen lust wegcijferen ter wille
der vriendschap.
Bij oprechte vriendschap moet men
niet alleen genegenheid voor elkaar heb
ben, maar ook achting. Zonder weder-
zijdsche achting kan de vriendschap niet
blijven bestaan, of het wordt een vriend
schap, die ons ten verderve leidt. Want
het is maar al te waar, dal de slechte
vriend altijd mey kans heeft de over
hand te krijgen dan de goede. Of kent ge
niet de Arabische fabel van Fath-Ali.
Falh-AIi had 115 zonen, honderd wa
ren traaf, vijftien waren vlegels. Nu ver
trouwde hij de 15 vlegels aan de 100
andere broeders ter opvoeding toe en be
gaf zich voor één jaar op reis. Bij zijn
terugkeer verheugde Fath-Ali zich reeds
bij voorbaat over de gedachte, nu al zijn
zonen als toonbelden van edele en be
schaafde zeden aan te treffen. Hij be
zocht hen en.... vond 115 vlegels.
Zooveel invloed heeft het slechte voor
beeld en dus zeker de slechte vriend of
vriendin.
Behalve de wederzijdsche achting zijn
de trouw en de zelfve-loochening noodig
voor het in stand houden van een ware
vriendschap. En voor dien trouw zal het
rigen-ik op den achtergrond mogten ge
schoven worden, want ook bii den vriend
zal men fouten en feilen ontdekken of
eigenschappen waarvbij men zich moet
leeren aanpassen.
Geeft men daa-om telkens den vriend
schap op, dan zal men er geen behouden
want wie onzer is zonder gebreken?
Neen, men moet leeren, elkander ver
staan, en wat voor elkaar over hebben,
eigen meening eens prijs weten te geven
en elkaar weten toe te geven. Zonder of
fertje is geen vriendschap mogelijk.
Zooals de twee kleine meisjes haar lief
en leed samen deelden, terwille van haar
vriendschap, moeten ook wij, grooten,
doen.
Zelfs fn de H. Schrift lezen wij het:
„Een trouw vriend is een sterke schutse
wie dien gevonden heeft, heeft een
schat gevonden."
Menige huisvrouw, die den geheelen
dag door het huis getrippeld heeft,
klaagt 's avonds over vermoeide voeten.
Zij gaat naar bed en den volgenden dag
begint het heen en w^r loopen opnieuw;
daarbij komt het lange staan in de keu
ken, trappenloopen, enzoovoort, zoodat
na eenige dagen, vooral bij warm weer,
de voeten zoo'n pijn gaan doen, dat het
haast niet uit te houden is. Massage is 'n
middel tegen bijna alle voct-„kwalen",
vooral voor vermoeide voeten. Massage
geeft wonderlijke verlichting. De heele
voet moet gewreven worden, tot aan de
toppen der teenen toe; en het beste doet
men met aan de knie te beginnen en
dan langzaam, zacht, doch flink naar be
neden te werken met de palm van beide
handen.
Een uitstekend middel tegen vochtige
voeten is: poeder in de kousen te
strooien. Een zeer goede poeder daar
voor krijgt men door twee deelen borax
te vermengen met een deel bloem. Sali-
cylzuur is ook uitstekend, doch veel
duurder. Boraxzuur is ook goed, vooral
in uiterste gevallen. Ook het baden der
voeten met een vloeistof, die de huid
sament-ekt, is een groote verfrissching
Een flinke scheut boraxzuur in een voet
bad met heet water geeft een groote
verlichting. Men kan de voeten ook om
wikkelen met een zwachtel, welke men
eerst in boraxzuur heeft gedrenkt. Men
kan er den zwachtel een paar uren om
laten zitten, doch moet zoo nu en dan
weer eens wat boraxzuur er op doen.
Deze behandeling zal de meest vermoeide
voeten binnen t korten tijd verfrisschen,
maar men moet er om denken, dat men
de voeten gedurende de behandeling om
hoog houdt en niet laat hangen.
Eieren pellen.
Een ei pelt beter af wanneer men ze
na het koken even in koud water dom
pelt.
Gaslekkage.
Iedereen weet hoe gevaarlijk het is,
wanneer je gas ruikt in je kémer, om
dan (net een brandenden lucifer te gaan
zoeken waar het lek zit.
Maar bet is niet algemeen bekend, dat
er een gemakkelijk maniertje bestaat om
het euvel te ontdekken. Maak een flink
zeepsop, net zoo'n sopje als u voor het
bellen-blazen van de kinderen klopt en
strijk het met een kwastje langs de gas-
pijp. Op het punt van 't lek, al is dit ook
nog zoo miniem, maakt 't zeepwater da
delijk bellen.
In den laatsten tijd komen er nog veel
te veel ongelukken door gasontsnapping
voor Men kan in dat opzicht niet voor
zichtig genoeg wezen. De beste voorzorg
is natuurlijk om altijd een raam geopend
te houden. En wanneer u een groot lek
in huis heeft, moet onvoorwaardelijk de
gasmeter afgesloten worden tot de fitter
er is geweest, al bezo-gt u deze afslui
ting oak den grootsten last.
Krollend haar.
Koude thee met suiker is een goe?
middel om sluik haar langen tijd te laten
krullen bevochtig de haren met een
spons 'en zet daarna de tangetjes er in.
JAM VAN PEREN
Op 1 K.G. peren, die geschild zijn ea
van klokhuizen ontdaan, gebruikt men
1H pond suiker.
De peren opzetten met wat water en
laten koken, tot men ze geheel tot moes
kan wrijven, daarna suiker er bijvoegen
en de jam tot de vereischte dikte laten
koken. Op de gewone wijze bewaren in
potjes, afgesloten met perkamentpapier ot
deksel.
PALING BAKKEN.
Benoodigd: 1 K.G. zeer dikke paling,
zout, bloem, paneermeel of fijnge-*
stampte beschuit, 25 gram boter Berei
ding: De gewasschen pallrigmooten een
half uur in zout laten staan; ze stuk
voor stuk afdrogen en ze in bloem, pa
neermeel of fijngestampte beschuit wik
kelen. De boter in een koekepan licht
bruin laten worden de palingmooten ef
in leggen en aan alle kanten vlug bruin
bakken.
Den schotel garneeren met takjes
peterselie en schijfjes citroen of met
mooie gele blaadjes kropsla en partjes
hard gekookt ei.
Men kan er aangemaakte sla of tarta*
rensaus bii presenteeren.
PRACTISCHE WENKEN.
Vlaamsche Tomaten-recepten.
Tomatensoepen.
Eerste manier.
Ajuinen bruinen in vet of boter, aan
leggen met de noodige hoeveelheid
water of bouillon, aardappelen, prei en
de tomaten grof vaneen gensneden
bijvoegen, alsook een snede brood en
een laurie-blad. Laten gaar koken, door
steken, peper (cayennepeper), zout en
desverlangend kerry bijvoegen en noj
eens laten doorkoken.
Tweede manier.
Boter, bloem, peper en zout In e
kom schikken, op 't vuur zetten al ro
rende aanlengen met water of bouillon.
Tomatenpurée bijvoegen, alsook tapioca
en vleeschballetjes en, naar verkiezel
een glas madeirawijn.
Gestoofde of gebakken tomaten.
De tomaten in een kom of braadpan
schikken in gesmolten boter of vet;
peper en zout aan toevoegen. In den
oven laten bakken of in een gedekte
kom nevens het vuur laten gaar stoven.
Opgevulde tomaten.
De tomaten uithalen, vullen met
bewerkt en gehakt vleesch; met een
stukje boter beleggen en in den ovea
lateli bakken.
Kleine groene tomaten fn wijnazijn
en suiker.
Kleine groene tomaten schoonmaken,
doorprikken en even laten koken in een
vocht, bestaande uit 1/3 water, 1/3 wijn
azijn en 1/3 suiker. Fn bokalen schikken,
laten verkoelen en stoppen (Bijzonder
geschikt om bij koud vleesch gegeten te
worden).
De groente tomaten, die men niet
meer rijp kan krijgen, kunnen hiertof
ook dienen.
Tomatensaus.
De tomaten schoon maken, in stukken
nijdtei, later gaar koken met peper en
zout, doorsteken, nogmaals laten door
koken en binden met aardappelbloem.
Een stukje gebruinde boter bijvoegen en
een Maggiblokje verhoogt Jen zeerst»
den smaak.
Onze lezeressen kunnen van onze mo
de-ontwerpen, nauwkeurig naar maat
geknipte patronen ontvangen, tegen
uiterst billijke prijzen, die voor elk mo
del afzonderlijk worden opgegeven. Men
neme daarvoor zorgvuldig de maat op de
volgende wijze:
Voordat men de maat gaat nemen,
bindt men een bandje om de taille,
waardoor men de juiste lengte van voor
zij en ruglengte af kan meten.
Bovenwijdte. De geheele bovenwijdt*
wordt genomen over het breedst v«j«
den rug. (volg. voorb.)
Taillewijdte. De taillewijdtc wordt ge
nomen strak om de taille.
Heupwijdte., De hcupwijdte wordt ge-
ndmen 15 c.M. onder de taille, vooral
niet te trak.
Voorlengte. De voorlengte wordt ge-
nomqp vanuit den hals tot het bandje.
Zijlengte. De zijlengte wordt genomen
vanuit het oksel tot het bandje.
Ruglengte. De ruglengte wordt geno
men vanuit den rugwervel tot het
bandje.
Schouder-, Elleboog- en Polslengte,
waarbij men steeds den centimeter bij
den hals laat liggen, (volg. voorb.)
Elleboogwijdte. Hierbij houdt men den
arm gebogen, daar anders tde mouw te
zwaar zou worden.
Polswijdte. Vuistwijdte, Arm^gatwijdte.
Heele lengte. De geheele lengte van
japon of mantel wordt vanuit den hals
gmeten.
Met het maat nemen geliven men
nauwkeurig op het voorbeeld te letten.
De maten gelieve men bij een bestelling
van een pat-oon met het nummer van
het geWenschte model duidelijk op te ge-
v ertaan: „Het Patronen Kantoor,.. Post
bus no. 1, Hanrlem, onder bijvoeging
van het bepaalde bedrag in postzegels.
Men verwijze daarbij naar den naam van
dit blad. Binnen enkele dagen volgt dan
franco toezending van het patroon.
PRIJZEN DER PATRONEN,
Prijzen der patronen: no. 6 0.60; no
7 0.80; no. 8 1.no. 9 f 1.—; no,
10 0.90.