OnzeVroüwenryhriek ONZE KLEEDING De zwarte bondgenoot. Een n'euwe haar mode. Een origineel© sjaal. Vriendschap. Vermoeide voeten. Practische wenken. Recepten. Patronen naar Maat .mRGUEUITE Als dit geen verwachtingen opwekt Van een onbetaalbaar Abruzzen-drama, met een masker en een kloof en een ponjaard en véél struikgewas, dan weet ik 't niet. En ik wil 't toch maar hebben over dien aller-goedaardigsten gastro noom, onze wintersche vulkachel, met z'n blakend vriendengemoed en 'c gloeiende eierkool tot hart, zijn kunst van vreedzaam knorrend buikspreken en zijn smeed-ijzeren rel; el-etiketje. midden voor de borst, waarop hij in vloeiend Fransch met fieren d -emoed aankondigt, dat hij van plan is, héél den winter door te branden, zonder ook maar één keer uit te gaan. We zijn zoo zachtjesaan al weer gena derd tot dien najaars-mijlpaal: den eer sten kacheldag. Zoo'n beetje smids-ge- stamp in huis, wat gescharrel, en ge- schaaf met stukken pijp een zwart,, koud ding in de kamer, glanzend als nieuw, met zoo'n' doffen smeerglans dan een met wijding aangedragen bak Stook een opvlammende krant een doordringend stankje en onze winter is begonnen. Het zwarte ding zal er een maand of zeven vriendelijk en animeerend staan te snorren, aldoor valer' en kaler en ge moedelijker wordend, 't zal het middel punt en het warme hart van onze huis kamer zijn en 't is aan oüs, uit zijn aanwezigheid munt te slaan. Ik heb een gezin gekend, waar de huismoeder, wat dit laatste betrof, een wa-e virtuositeit ontwikkelde. Ze Het geen. oogenblik verloren gaan en over de blijde inkomst van de kachel mocht, om een frisch beeld te bezigen, geen gras groeien. Denzelfden avond nog werd 'het trouwe huismeubel, met 'n soort ceremo nieel van eigen vinding in gebruik geno men 'n ware huiselijke plechtigheid, die besloten werd met een algemeene gezinsfuif van taartjes en warmen wijn, in de onmiddellijke nabijheid van den glunderen zwarten nieuweling genoten, die langzamerhand roode wangen kreeg van de aanstekelijke feestvreugde. Het organfseeren van dezen banket avond, ter opening van het seizoen der huiselijke gezelligheid heb ik toch altijd zoo n meesterzet gevonden! De hulsvrouw gaf daarmee eens en voorgoed zoo dui delijk te kennen, waar dat met die kachel eigenlijk heen moest, en hoe ze zich de ideaal-verhouding van haar gezin tot dezen „eigen haard" dacht De eerste aanwijzing was gegeven, de eerste reso lute stap in de goede richting gezet, de sluimerende gezeliigheids-drang op weg geholpen. Niets was voor de huisgenooten gemakkelijker dan op het goede begin van dien avond voort e bouwen en 'n eenvoudig aanroeren van de gcnoegelijke herinnering was voldoende om naar een herhaling van zoo n oer-gezellig samen zijn te doen verlangen. Maar stel u een huishouden voor, waar de vrouw den intree-dag van de kachel' verder tot bedtijd toe volmoppert over den rommej van den smidwaar de een pruttelt over rookerigheid en de ander over het Hollandsche klimaat en zijn steeds korter en onbetrouwbaarder zo mers! Daar sukkelt in den loop van het najaar ieder zqo geleidelijk wel eens met z'n stoel naar 't vuur en zegt dan, dat 't lekker is en knus maar de echte band van wintersche gemoedelijkheid, van saamhoorig zich scharen om den eigen haard, is niet gelegd, omdat het juiste oogenblik verprutst werd. Waarom zouden we dat goede voor beeld van die scherpzinnige' huismoeder niet navolgen, ieder op onze eigen ma nier? Psychologisch zit er veel meer in, dan je zoo wel denken zoudt. We vieren veel te weinig geïmproviseerde gezins feesten van eigen vinding 't Persoonlijk stempel, dat zulke primitieve festiviteiten dragen, t besef: dat doen wij bij ons wel ns zoo en dat hebben ze nergens anders versterkt bij onze kinderen zoo 't soli dariteitsgevoel, den trots op het eigen werelaje thuis, op de vindingrijkheid van moeder en de aan buitenstaanders onbe kende intimiteit van allen onderling. Weten alle vrouwen eigenlijk goed, wat een bondgenoot tegen den modernen geest van uithuizigheid ze in de winter maanden wel vinden kunnen in hun hui selijk haardvuu-, hetzij dat nu brandt on der 'n prachtige schouw of in een nede rig „salamandertje"? 's Zomers, wanneer, allen zoo vanzelfsprekend overal ve-zeild raken, naar logeerpartijen, of tennisveld of watersport, wanneer er gewoonlijk nog na tafel door ieder op eigen gelegenheid gefietst of gewandeld wordt, allemaal uit- spanniVsn, die we heusch aan geen van allen ook maar^ 'n oogenblik zullen mis. gunnen -kan 't ons toch soms opvallen cat er in de Woonkamer iets ontbreekt, n verzamelpunt, waar alle omzwervingen Weer op uitloopen, 'n centrum Van warmte en behagelijkheid, waar allen el kaar met n blik van verstandhouding weer ontmoeten Er is dan pok wel 'n heel verschil tusschen 't zomersche thuiskomen van t sportterrein, onge nietbaar en ongenaakbaar van wa~mte en overspanning, tusschen 't pufferig en plakkerig neerzakk enni den eersten" den besten rieten stoel èn 't vroolijke win tersche binnenvallen van terugkeerende schaatsenrijders, die voor iedereen te spreken zijn en met straldncle beschei denheid iets warms te drinken®vragen, te-wijl ze met uitgestoken handen recht op moeders vuurtje toeschieten. In de wintersche huiskamer hebben we In ons haardvuur 'n steun, een bondge noot, die 't voor ons veel eenvoudiger •naakt, een sfeer vaft knusheid en beslo tenheid te scheppen. Met de koestering en den glans van onze Hollandsche kachel tot achterg-ond, wordt er heel weinig meer van onze vindingrijkheid gevergd om de ccht-huiselijke stemming er in te brengen. De zomer eischt veel meer van onze persoonlijkheid, ons individueel ta lent om ,,den boel bij elkander te hou den" de winter maakt 't ons veel ge makkelijker, door ons bijna zonder onze medewerking te helpen aan '11 onwaar deerbare scènerie voor 'n warm, vriend schappelijk samenzijn. Laten we daar dan partij van trekken, e-raee woekeren als met alle andere uiterlijke hulpmiddelen, in het belang der huiselijke eenheid en hartelijke verstandhouding. MACHTELD. Een -.e?~ Onaardig bericht is de vele modev a' k';cn komen verrijken: De Amerika;-.-: .he tames willen plotseling van d; H; d' id, die haar stam eigen is liets r ar v/eter de teede-e lichte goud- jlans, die haar slanke bevallige verschij ning kroonde, is in dan ban gedaan, met trJfcT'3 xVw Tusschen het laatste scheiden van den heerlijken zomer en het beginnen van den allesverwoestenden herfst ligt dik wijls een periode van aanhoudenden re- ggn, die ons noodzaakt, dagen achtereen thuis te blijven. Welnu, de' bovenstaande japonnen zijn voor dergelijke dagen bij zonder geschikt. No. 6 is een aardige „Deux pieces" voor .een meisje van 10 tot 16 jaar. Ze is vervaa-digd van olijfgroene popeline. Het lijfje is recht, heeft ingezette mou wen en is, gegarneerd met kraag, das, manchetten en doorgehaalde ceintuur van bedrukte stof. Het rokje is aan een dun katoenen lijfje gezet en heeft aan de voorzijde een groep kleine platte plooien. No. 7 is een elegante japon van zwart fluweel, welke op zijde gesloten wo-dt. De garneering ervan beslaat uit zijden tres, dat langs de sluiting, de balsope ning en over de mouwen en het rokje loopt. De japon, die op de teekening hooggesloten is, kan echter pok open gedragen worden, zoodat er een vest van zijden tres zichtbaar wo-dt. No. 8 is een japon van beige crepella. Het lijfje heeft een ingezet vest van de zelfde stof en lange nauwsluitende mou wen, welke in een punt op den rug van de hand eindigen. Het is eenigszins blousend en wordt gegarneerd door een ceintuur van veelkleurig leder Het rokje is geheel geplooid. No. 9 is een japon, die ook voor oudere dames bijzonder zal voldoen. Ze is vervaardigd van bedrukte crêpe ma- rocain. De groote kreag, de onderkant der mouwen en van-het rokje zijn van effen stof. Zoo ook de ceintuur, die aan de voorzijde van het gerimpeld rokje wordt gestikt. No. 10 is een eenvoudige japon van donker roode wollen crêpe. Een cein tuur van ongeveer vijf centimeter ver bindt rok en blouse Deze laatste is ge garneerd met kraag en manchetten van een donker roodé zijden crêpe. MARGUERITE zwarte haren wil de dame aan gene zijde van den Atlantischen Oceaan zich in het voor de deur staande najaar vertoonen en aangezien sedert eenige ja-en niet meer de Parijzénharster, maar de Amerikaan- sche dame de wereldmode bepaalt, al zijn ook dé Parijsche en niet de New York- sche raodesalons de geboo-teplaatsen der nieuwe modes, mag aangenomen worden dat de tijd der blonde vróuwen weer eens voor een poos voorbij is. De dames met donker haar zijn gerui- men tijd uit de mode geweest en zij heb ben met waterstofsuperoxyde,' henné en alle mogelijke andce chemie:'''-: haar best gedaan heur haar de licht 'r te géven, welke de natuur het ha '.hou den, maar het zou volstrekt verkeerd zijn, als zij thans wilden triomféerc,) en zich overgeven aan de verwachting, dat zij met haar natuurlijke haarkleur zullen voldoen aan de nieuwste eischen der haarmode. Want noch het zachte donker bruin^ der brunettes, noch het p-achtige blauwzwart van de zuidelijke vrouw heeft de voorkeur der mode gevonden. Als dé Amerikaansche dame^ besluit, een leidende rol te spelen op het gebied der mode, dan wil zij iets heel buitenge- woons tot algemeene waa-deering bren gen, en het zwarte haar, dat op het oogenblik dermate haar bijval heeft ge vonden, dat zij er zich mee wil tooien, is het diepzwarte, gladde haar der Ja- pansche vrouwen. De Europeesche dame heeft er voo-loopig de bekoring nog niet van ontdekt; zelfs de dame met de bee- ren-coupe, het zoogenaamde Eton-kopje, doet voorloopig nog altijd niet geheel af stand van de ondulatie, al bepaalt deze zich ook dikwijls tot een enkel slangen lijntje bovenaan het voorhoofd. Het goud achtig glanzen van springend haar wordt nog altijd beschouwd als een der groot ste aantrekkelijkheden, maar hoelang zal het duren, dat de begrippen over schoon heid weer geheel gewijzigd zijn,« als de Amerikaansche dame in den aanstaanden winter overal, waar de internationale mondaine wereld samenkomt, met haar koolzwart Japansch kopje voor den dag komt? Aan de Fransche Rivie-a worden de voorraden bleekendp en blond of rossig kleurende chemicaliën reeds niet meer aangevuld, daarentegen is er reeds een drukke vraag naar het preparaat, waar van het gebruik het doffe, diepe zwart te voorschijn roept, dat het haar van de Japansche en de Chineesche vrouwen vertoont. Dat haar te krullen of te on- duleeren zou stijlloos zijn. Niemand denkt er dan ook aan. Volslagen glad en eenvoudig 'moet het om het hoofd Iig- geh, voor zoover althans lengte van het haar geoorloofd is. Al zullen de mannen, die met blond, zacht gekruld vrouwenhaar dweepen, over de verandering in de haarmode nog zoo veel ontzetting toonen, het zal hun niet baten, ook hun smaak zal moeten veran deren, want tegen een mode in te gaan, is onbegonnen werk, even onbegonnen, als wanneer 'n enkel zwak mensch een overstrooming zou willen tegenhouden. Want met den simpelen wil, aan een haarmode niet te willen meedoen, is nicls te bereiken, omdat de geheele kleeding en hoedmode zich richt naar de haarmode. Vergeefs zal men waa-schijnlijk, als men een seizoen verder is, naar de pastel kleuren zoeken, die voor de blonde vrou wenkopjes zulk een verrukkelijke aan vulling van de verschijning vormen, ver geefs ock r.aar alle teers in mqdel en kleur Het gladde, zwarte haar, verlangt ia- pojinpn in volle schakeeringsn, sterke tin ten en patronen, en de dame die er niet toe kan besluiten, de modevoorschriften voor het kapsel te volgen, zal weer eens, als zoo dikwijls in de laatste jaren, voor het pijnlijk feit komen te staan, dat zij onder de nieuwe japon- en hoed- modellen er geen kan vinden, dat haar staü. Zij herinnert zich nog de wandeling van hoedenwinkel naar hoedenwinkel, voor zij overging tot het opofferen van heur ha-ir, omdat de hocdmode'len er niet meer op berekend waren, over groo1e masards haar getrokken te worden en daarom veel te klein waren; zij herinnert zich misschien zelfs ook nog den vergeefschan strijd om het staande boord, dien zij heeft gevoerd, cmdnt zij er niet toe kon besluiten, op klaarlichten dag met bloo- ten hals over straat te loopen. De tiran nie der mode heeft alle verzet met suc ces best-eden en zij zal, als zij het ern stig wil, ook bet type van de Oost-Azia tische .rouw in Eu-opa en Amerika tot de overwinning Jeiden. V/alkuren-figuren zijn trouwens reeds lang uit de mode ge raakt. Aan de sierlijke, fijn gebouwde vrouw behoort het succes, waarom zou dan ook niet eens de broosheid van de .lapansche vrouw uitsluitend mode wor den? Er is nog niets van bekend, of ook de teekening van de oogen ander wo-den zal dan tot dusver, maar niet onmogelijk is het, dat het aan de Japansche dames herinnerende kapsel ook het amandelvor- mige, eenigszins scheef staande dames oog, min of meer sterk onderstreept, in de mode zal brengen. Met zeldzame modegrillen meldt de herfst zich aan, maar als zij het gö- wenschte succes bezorgen, zullen de da mes ook het gladde, zwarte haar en alles wat ef bij behoort, gaarne dragen. Wel, ze zijn praktisch en bovendien zeer flatteus. Een werkelijk aardige sjaal 'is echter vrij kostbaar en dus een luxe, welke menige beurs niet toelaat. Waarom probeert u zelf niet eens om een sjaal te maken. Zij zal u dan niet veel kosten en zeker veel origineeler zijn dan die welke men in de groote magazijnen koopt. U neemt b.v, een reep crêpe de chine of fluweel, waarvan de uiteinden met appliqué-werk worden versierd. Hiervoor kunt ge alle mogelijke stoffen gebruiken, zooals restjes van japonnen, mantels, enz. De applicatie geschiedt door middel van een zijden of wollen steek, een koordje of gouddraad. Hiervoor kunnen ook gekleurde kraaltjes gebe zigd worden. In bovenstaande teekening werd een das gedacht van zwarte rips, gevoerd met lichtg-oene zijde. Het motief is bedoeld van groen en grijs peau de pêche, omrand door zilveren kraaltjes. Bijzonder aardig is het, om een bijpas sende versiering voro het winterhoedje te maken, hetwelk erbij ged-agen wordt. Er is dan een -zekere éénheid, welke altijd gedistingeerd is en den indruk geeft dat de draagster bijzondere zorg aan haar toilet besteedt, zonder te ver vallen in onharmonieuse versieringen. MARGUERITE. De mode verandert tegenwoordig al heel vlug! Alleen de sjaals, welke wij reeds eenige jaren dragen, blijven hard nekkig „en vogue". De reden hiervan? Dotje had haar been gebroken. Dotje is ons buurmeisje, een kleine meid van gu7 jaar en een dikke vriendin van onze zevenjarige. Het was Dot haar eigen schuld, ze mocht nog niet fietsen, maar ze was toch aan het probeeren gegaan, staande tusschen de trappers; ze was ge vallen, en nu was haar been gebroken, nog wel op twee plaatsen. Ongerust kwam onze Mieke het vertellen. Of ik niet eens gauw naar Dotje haar moeder kon gaan en of het erg was en wat of cr nu met Dotje zou gebeuren en of ze er naar toe mocht. De angst van het vrien dinnetje stond' op haar snuitje te lezen en den heelen dag bleef zij stil en terug getrokken, omdat er maar geen bood schap kwam, dat zij bij Dot mocht ko men. Den volgenden morgen, daar kwam ge lukkig al gauw de boodschap, dat als Dotje gewasschen was, of Mieke dan bij haar mocht komen. Ze scharrelde wat in haar kast, en haalde er verschillende schatten uit, prulletjes, door het vrien dinnetje wel eens bewonderd, die ze nu allemaal als evenveel pleisters voor het zieke been meenam. Ze bleek zoo geschikt voor ziekenge- zelschap, dat ze telkens gehaald werd en icderen keer, ook als ze prettig met an deren aan het spelen was, was ze toch even bereid, het zieke vriendinnetje te ve-strooien. Wij gingen een poos de stad uit en de eerste en mooiste prentkaart ging weer naar Dotje. Toen meende ik, vervaagde de gedachte aan het vrien dinnetje, ze genoot ook zoo volop bui ten, tot ze op een avond, toen ik haar naar bed bracht, ineens vroeg: „gaan we nog niet naar huis Moede-?" „Waarom vraag je dat kindje; vindt je het hier niet heerlijk?" zei ik. „O, jawel Moeder, maar het is om Dot zi* je, ze zal zich zoo vervelen." De twee kinderen weten zelf niet hoe een aardig voorbeeld van trouwe vriendschap zij geven en toch is die vriendschap voor beiden zooveel waard zooals het gaat met iedere oprechte vriendschap. Ik las eens; ,,de vriendschap is de volmaaktheid in de naastenliefde." Ja, zoo moet de vriendschap zijn, ik bedoel niet de vriendschap, die er op uit is, zooveel mogelijk vrienden te hebben om mee uit te gaan, om van te proiitceren om alle laatste nieuwtjes te hooren, om zaken door te doen. Neen, dat is niet de ware vriendschap, maar wel de vriend schap, die steunt op zielengemeenschap, die trouw is en in staat tot zelfverloo chening. Egoïstische menschen kunnen geen ware vriendschap sluiten, want zij zoeken altijd zich zelf, willen niet zich zelf en eigen lust wegcijferen ter wille der vriendschap. Bij oprechte vriendschap moet men niet alleen genegenheid voor elkaar heb ben, maar ook achting. Zonder weder- zijdsche achting kan de vriendschap niet blijven bestaan, of het wordt een vriend schap, die ons ten verderve leidt. Want het is maar al te waar, dal de slechte vriend altijd mey kans heeft de over hand te krijgen dan de goede. Of kent ge niet de Arabische fabel van Fath-Ali. Falh-AIi had 115 zonen, honderd wa ren traaf, vijftien waren vlegels. Nu ver trouwde hij de 15 vlegels aan de 100 andere broeders ter opvoeding toe en be gaf zich voor één jaar op reis. Bij zijn terugkeer verheugde Fath-Ali zich reeds bij voorbaat over de gedachte, nu al zijn zonen als toonbelden van edele en be schaafde zeden aan te treffen. Hij be zocht hen en.... vond 115 vlegels. Zooveel invloed heeft het slechte voor beeld en dus zeker de slechte vriend of vriendin. Behalve de wederzijdsche achting zijn de trouw en de zelfve-loochening noodig voor het in stand houden van een ware vriendschap. En voor dien trouw zal het rigen-ik op den achtergrond mogten ge schoven worden, want ook bii den vriend zal men fouten en feilen ontdekken of eigenschappen waarvbij men zich moet leeren aanpassen. Geeft men daa-om telkens den vriend schap op, dan zal men er geen behouden want wie onzer is zonder gebreken? Neen, men moet leeren, elkander ver staan, en wat voor elkaar over hebben, eigen meening eens prijs weten te geven en elkaar weten toe te geven. Zonder of fertje is geen vriendschap mogelijk. Zooals de twee kleine meisjes haar lief en leed samen deelden, terwille van haar vriendschap, moeten ook wij, grooten, doen. Zelfs fn de H. Schrift lezen wij het: „Een trouw vriend is een sterke schutse wie dien gevonden heeft, heeft een schat gevonden." Menige huisvrouw, die den geheelen dag door het huis getrippeld heeft, klaagt 's avonds over vermoeide voeten. Zij gaat naar bed en den volgenden dag begint het heen en w^r loopen opnieuw; daarbij komt het lange staan in de keu ken, trappenloopen, enzoovoort, zoodat na eenige dagen, vooral bij warm weer, de voeten zoo'n pijn gaan doen, dat het haast niet uit te houden is. Massage is 'n middel tegen bijna alle voct-„kwalen", vooral voor vermoeide voeten. Massage geeft wonderlijke verlichting. De heele voet moet gewreven worden, tot aan de toppen der teenen toe; en het beste doet men met aan de knie te beginnen en dan langzaam, zacht, doch flink naar be neden te werken met de palm van beide handen. Een uitstekend middel tegen vochtige voeten is: poeder in de kousen te strooien. Een zeer goede poeder daar voor krijgt men door twee deelen borax te vermengen met een deel bloem. Sali- cylzuur is ook uitstekend, doch veel duurder. Boraxzuur is ook goed, vooral in uiterste gevallen. Ook het baden der voeten met een vloeistof, die de huid sament-ekt, is een groote verfrissching Een flinke scheut boraxzuur in een voet bad met heet water geeft een groote verlichting. Men kan de voeten ook om wikkelen met een zwachtel, welke men eerst in boraxzuur heeft gedrenkt. Men kan er den zwachtel een paar uren om laten zitten, doch moet zoo nu en dan weer eens wat boraxzuur er op doen. Deze behandeling zal de meest vermoeide voeten binnen t korten tijd verfrisschen, maar men moet er om denken, dat men de voeten gedurende de behandeling om hoog houdt en niet laat hangen. Eieren pellen. Een ei pelt beter af wanneer men ze na het koken even in koud water dom pelt. Gaslekkage. Iedereen weet hoe gevaarlijk het is, wanneer je gas ruikt in je kémer, om dan (net een brandenden lucifer te gaan zoeken waar het lek zit. Maar bet is niet algemeen bekend, dat er een gemakkelijk maniertje bestaat om het euvel te ontdekken. Maak een flink zeepsop, net zoo'n sopje als u voor het bellen-blazen van de kinderen klopt en strijk het met een kwastje langs de gas- pijp. Op het punt van 't lek, al is dit ook nog zoo miniem, maakt 't zeepwater da delijk bellen. In den laatsten tijd komen er nog veel te veel ongelukken door gasontsnapping voor Men kan in dat opzicht niet voor zichtig genoeg wezen. De beste voorzorg is natuurlijk om altijd een raam geopend te houden. En wanneer u een groot lek in huis heeft, moet onvoorwaardelijk de gasmeter afgesloten worden tot de fitter er is geweest, al bezo-gt u deze afslui ting oak den grootsten last. Krollend haar. Koude thee met suiker is een goe? middel om sluik haar langen tijd te laten krullen bevochtig de haren met een spons 'en zet daarna de tangetjes er in. JAM VAN PEREN Op 1 K.G. peren, die geschild zijn ea van klokhuizen ontdaan, gebruikt men 1H pond suiker. De peren opzetten met wat water en laten koken, tot men ze geheel tot moes kan wrijven, daarna suiker er bijvoegen en de jam tot de vereischte dikte laten koken. Op de gewone wijze bewaren in potjes, afgesloten met perkamentpapier ot deksel. PALING BAKKEN. Benoodigd: 1 K.G. zeer dikke paling, zout, bloem, paneermeel of fijnge-* stampte beschuit, 25 gram boter Berei ding: De gewasschen pallrigmooten een half uur in zout laten staan; ze stuk voor stuk afdrogen en ze in bloem, pa neermeel of fijngestampte beschuit wik kelen. De boter in een koekepan licht bruin laten worden de palingmooten ef in leggen en aan alle kanten vlug bruin bakken. Den schotel garneeren met takjes peterselie en schijfjes citroen of met mooie gele blaadjes kropsla en partjes hard gekookt ei. Men kan er aangemaakte sla of tarta* rensaus bii presenteeren. PRACTISCHE WENKEN. Vlaamsche Tomaten-recepten. Tomatensoepen. Eerste manier. Ajuinen bruinen in vet of boter, aan leggen met de noodige hoeveelheid water of bouillon, aardappelen, prei en de tomaten grof vaneen gensneden bijvoegen, alsook een snede brood en een laurie-blad. Laten gaar koken, door steken, peper (cayennepeper), zout en desverlangend kerry bijvoegen en noj eens laten doorkoken. Tweede manier. Boter, bloem, peper en zout In e kom schikken, op 't vuur zetten al ro rende aanlengen met water of bouillon. Tomatenpurée bijvoegen, alsook tapioca en vleeschballetjes en, naar verkiezel een glas madeirawijn. Gestoofde of gebakken tomaten. De tomaten in een kom of braadpan schikken in gesmolten boter of vet; peper en zout aan toevoegen. In den oven laten bakken of in een gedekte kom nevens het vuur laten gaar stoven. Opgevulde tomaten. De tomaten uithalen, vullen met bewerkt en gehakt vleesch; met een stukje boter beleggen en in den ovea lateli bakken. Kleine groene tomaten fn wijnazijn en suiker. Kleine groene tomaten schoonmaken, doorprikken en even laten koken in een vocht, bestaande uit 1/3 water, 1/3 wijn azijn en 1/3 suiker. Fn bokalen schikken, laten verkoelen en stoppen (Bijzonder geschikt om bij koud vleesch gegeten te worden). De groente tomaten, die men niet meer rijp kan krijgen, kunnen hiertof ook dienen. Tomatensaus. De tomaten schoon maken, in stukken nijdtei, later gaar koken met peper en zout, doorsteken, nogmaals laten door koken en binden met aardappelbloem. Een stukje gebruinde boter bijvoegen en een Maggiblokje verhoogt Jen zeerst» den smaak. Onze lezeressen kunnen van onze mo de-ontwerpen, nauwkeurig naar maat geknipte patronen ontvangen, tegen uiterst billijke prijzen, die voor elk mo del afzonderlijk worden opgegeven. Men neme daarvoor zorgvuldig de maat op de volgende wijze: Voordat men de maat gaat nemen, bindt men een bandje om de taille, waardoor men de juiste lengte van voor zij en ruglengte af kan meten. Bovenwijdte. De geheele bovenwijdt* wordt genomen over het breedst v«j« den rug. (volg. voorb.) Taillewijdte. De taillewijdtc wordt ge nomen strak om de taille. Heupwijdte., De hcupwijdte wordt ge- ndmen 15 c.M. onder de taille, vooral niet te trak. Voorlengte. De voorlengte wordt ge- nomqp vanuit den hals tot het bandje. Zijlengte. De zijlengte wordt genomen vanuit het oksel tot het bandje. Ruglengte. De ruglengte wordt geno men vanuit den rugwervel tot het bandje. Schouder-, Elleboog- en Polslengte, waarbij men steeds den centimeter bij den hals laat liggen, (volg. voorb.) Elleboogwijdte. Hierbij houdt men den arm gebogen, daar anders tde mouw te zwaar zou worden. Polswijdte. Vuistwijdte, Arm^gatwijdte. Heele lengte. De geheele lengte van japon of mantel wordt vanuit den hals gmeten. Met het maat nemen geliven men nauwkeurig op het voorbeeld te letten. De maten gelieve men bij een bestelling van een pat-oon met het nummer van het geWenschte model duidelijk op te ge- v ertaan: „Het Patronen Kantoor,.. Post bus no. 1, Hanrlem, onder bijvoeging van het bepaalde bedrag in postzegels. Men verwijze daarbij naar den naam van dit blad. Binnen enkele dagen volgt dan franco toezending van het patroon. PRIJZEN DER PATRONEN, Prijzen der patronen: no. 6 0.60; no 7 0.80; no. 8 1.no. 9 f 1.—; no, 10 0.90.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 7