s
s
OVER JETJE EN HAAR VOORBEELDIG LEVEN
ri
1
m
Radio-Omroep
DOOR
FRANS Mc. IJ ER
ELCK WAT WILS
TREKJES.
Derde Blad,
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Zaterdag 23 Octolbsr 1926
«Jubelende introductie Schoorsteenvegers en politieagenten Beschrijving van het ras en de overeenkomst Wie is «Jetje eigenlijk? Jetje blijkt een duur
vrouwtje te zijn Roem vervliegt als rook Van balansen en Vulkachels Hulde aan Jetje
fft
KUNST EN KENNIS,
Genezende Muziek.
No. 468.
ij
8>
Juich nu luid, mijn harp, met pruttelende
Manken en zing den lot van haar, die dag
cn nacht gereed stond om onzzn brand te
blusschen, prijs met snarenspel en feeste
lijke cantate de lieveling van heel Haar
lem, de vierpootige lieveling, die bemind
cn gekoosd doo- alle Haarlemsche politie
agenten, gehuldigd en vertroeteld door 'ge
meenteraad en burgerij, door onze straten
schreed om hulp te brengen waar dit noodig
ble-k.
De verstandige lezer en we mogen ver
onderstellen dat al onze lezers verstandig zijn
heeft reeds aanstonds begrepen dat het
hier gaat over Jetje, Jetje van de schoor
steenvege s en politie-agenten.
Een eigenaardige combinatie: politie en
schoorsteenvegers! Maar neen, o, lezer, die
combinatie is niet zoo eigenaardig als u op
pervlakkig wel zoudt denken.
Laten we de zaak nuchter bekijken en lo
gisch beredenecren.
t Wat doen politieagenten?.
Eenige comante modellen van
politieagenten.
Het genus: „politieagent" is te verdeelen
In twee categoriën: politieagenten die een
voudig wandelen en politieagenten die stil
staan. De 1ste groep is de gewone soort, die
van de 2de groep worden ook wel eens ,,ve'-
keersagenten" genoemd. Deze verkeersagzn-
ten zijn meer gevlekt dan de gewone soort,
en ze onderscheiden zich vooral door hun
.voorpooL.., die wit en zwart gestreept zijn.
In bun gewoonten komen ze vrijwel over
een daar ze bestemd zijn om opstoppingen
te verwekken. De verkeersagenten doen dit
coor de gestreepte voorpoot op te heffen en
caa-door het verkeer te belemmeren, de ge
wone agenten werken meer met hun neus en
steken deze bij voorkeur in zaken die hun
niet aangaan.
Gelukkig is het soort vrijwel ongevaarlijk.
's Nachts huizen ze in donkere kieren en por
tieken en het gebeu"t zeer zelden dat je 's
nachts een politieagent ontmeet. Is dit wel
het geval dan is het meestal een verdwaalde.
IMen doet dan een heel goed werk om zoo n
verdwaalden politieagent near zijn huis te
geleiden. Ze zijn daar zeer gevoelig voor en
vooral als je ze van tijd tot tijd eens over
een rug streelt, op den kop tikt of onder den
kin kriebelt, dan eten ze uit je hand Het
ve dient echter aanbeveling om zoo'n agent
niet te stompen of op de teenen te trappen.
Zoudt ge dit wagen dan sleepen ze u mede
naar hun hol, waar u kennis zoudt maken
met agenten van een hooger ras, die hier en
caar afgezet zijn met gouden biesjes en daar-
coor sterk doen denken aan de bekende gou
den torren. Ze ve-schillen hiervan echter in
zooverre, dat ze zicji geen draadje om hun
poot laten binden. Hun verdedigingsmiddel
bestaat uit een lang, gLnzend voorwerp, dat
veel overeenkosmt heeft met een sabel. De
ze sabel is echter sterk verg-oeid door een
soort roest, die vooral in vochtige jaarge
tijden het gebruik van dit wapen onmoge
lijk maakt. Er zijn zeer bekoorli'ke onder
met mooie gek-ulde snorren Deze zijn
slechts onder sommige omstandigheden ga-
yaarlijk voor vrouwen. Mannen doen ze min
der kwaad, omdat deze zich niet zoo gauw
latei verblinden door den goudglans.
We zijn een weinig van ons onderwerp
afgedwaald door deze i 'tvoerige omschrij
ving van den politieagent, Het lag namelijk
in de bedoeling om de verwantschap aan te
wijzen tusschen politieagenten en schoor
de -vegers.
Het meest opvallende puift van overeen
komst is, dat ze meestal niet te krijgen zijn
als je 'ie noodig hebt. Hierin vertoonen ze
ook veel overeenkomst met loodgieters. De
lastige eigenschappen van de schoorsteenve
gers ve toonen zich meestal op dezelL'e
wijze als dat bij politieagenten het geval is,
maar hun te rein is meer beperkt.
Ze zijn voor den mensch slechts schade
lijk als ze zich vertoonen in de omgeving
van schoorsteenen en riolen. Op hun rug
dragen ze meestal eenige takachtige uitwas
sen, die ze evenals de spinnen aan een
draadje in de bedreigde schoorsteen laten
zakken. Ze halen alleen de draadjes weer in.
waa na de schoorsteen voor het g bruik
ongeschikt is geworden. Het is herhaaldelijk
voorgekomen dat hierdoor brand ontstond.
Is dit het geval, dan nemen ze een houding
aan of ze deze br3nd willen blusschen, het
geen bun dan ook herhaaldelijk gelukt.
Na deze korte uiteenzetting zijn we vanzelf
op ons chapiter teruggekeerd en kunnen we
ve'der handelen over Jetje.
Wie is Jetje eigenlek?
Iedere Haarlemmer wist, als er ergens
brand of brandlucht was, Jetje door de stra
ten hobbelde en als men Jetje z:g, wist men
dat het hart gerust kon kloppen omdat
degeen die den brand vervaa digde, geen
succes zou hebben en de Verzekeringmaat
schappij geen belangrijk nadeel zou onder
vinden.
Maar daarmee is nog niet gezegd, wie
Jetje eigenlijk is.
Jetje is een zeer gecompliceerd schepsel
waarmee zelfs psychologen, zenuwartsen,
ja zelfs psychotechnici handen vol werk zou
den hebben.
Jetje is namelijk samengesteld uit het
paard de wagen de schoorsteenvegers
en de politie-agenten.
Het gaat natuurlijk niet aan om het Haar-
Da Schoorsteenveger.
„Ziet eens, daar gaat Jetje!"
heele stelletje, alles en alles bij elkaar, Jetje
heet.
Er is beweerd: Jetje is een vrouw.
Maar Jetje is een dure vrouw.
De gemeente was gewoon Jetje vrij te
houden.
Tot troost van vele mannen kan daarom
gezegd worden, dat Jetje duurder is dan de
meeste vrouwen en de gemeente verleden
jaar 12.589 gulden kostte e"n 20 cent.
Hierbij is natuurlijk inbegrepen telefoon
verbindingen en wekkers, hetgeen opliep
tot 2.759. Verder kost zij veel geld aan
sieraden en ande-e bodige en overbodige
gebruiksvoorwerpen, voor haar uitgebreid
We geven de welgemeende raadnooit
een politieagent onnoodig op zijn teenen tc
trappen
Iemsche politie-corps Jetje te noemen. De
naam Je'tje veronderstelt altijd iets aftandsch
en ouderwetsch en geen van beide adjectie
ven passen op meergemeld politie-corps.
getuige het geval Kiekens, waar de Haar
lemsche politie in slaagde den ve volgde
uit een kast te halen om hem in de kast te
zetten.
Zou de naam Jetje dan van toepassing
zijn op de schoorsteenvegers?
Ook niet.
Een ieder kent het spreekwoord: „Geef
hem maar van Jetje". Daarmee wil men zeg
gen dat er opgeschoten moet worden.
Slaat de benaming Jetje dan misschien op
den wagen? Ook deze veronderstelling is
ongerijmd. Jetje is een vrouwennaam, duidt
op een v-ouw. Waar een vrouw is, wen'scht
men gratie en schoonheid, soepelheid en
lieftalligheid, zachtheid en teederheid. Nie
mand zal toch durven beweren dat een
wegen, die hortend en stootend over de
keien rolt, deze kwaliteiten bezit.
Heet het paard dan Jetje?
Men zou geneigd zijn om dit voor waar
schijnlijk te houden. Dit is ook het geval
geweest bij het vroegere paard, dat echte-
reeds jaren geleden door bemiddeling van
Jen paardenslager in de maag belandde van
Haarlemsche belastingbetalers, vanwaar zij
een duistere toekomst tegemoet ging. j
Daar alle ve-onderstelingen ongerijmd j
schi'nen m~g men veilig aannemen, dat het'
„Hèèè, kijk daar een.... daar gaat Jetje!"
nersoneel, en voor feestavondjes die in de
Memorie van Toelichting vermeld staan
onder het hoofd: „Voor het houden van wed-
ït ijden op brandweergebied, het uitloven
van prijzen, alsmede het houden van bijeen
komsten enz. Met het laatste „enz." wórdt
klaarblijkelijk gedoeld op de verbruikte vaat
jes nieuwe haring, die noodig bleken na het
houden van de bewuste bijeenkomsten.
De Memorie van Toelichting over 1925
vermeldt verder:
„Bij Raadsbesluit van 18 April 1906, no.
16, werd machtiging ve leend tot aanschaf
fing van den éénpaards-slangenwagen
(dat is een zeer nuchtere en vernederende
naam voor onze mooie „Jetje") met toe-
behooren. Voor het vervoer van den wagen
is het noodig, dag en itacht eenen voerman
en een paard ge'eed te hebben, waartoe
een overeenkomst is gesloten met eenen
stalhouder in de nabijheid van dg bergplaats
van den wagen De kosten, uit die overeen
komst voortvloeiende, worden op 2.500
uitgetrokken."
Alles en alles bij elkaar genomen kan
men ervaren dat Jetje waarlijk een dure
vrouw is.
Waaruit die sympathie van Haarlems
gemeenteraad voortvloeit?
Dat is met enkele woorden te zeggen.
Als er ergens brand gemeld wordt, wordt
Jetje onmiddellijk besprongen door politie
agenten en schoorsteenvegers. Met haastigen
spoed die in dat geval meestal wél goed is,
gaat het in de richting van de plaats des
onheils. v
De menschen in de huizen en op de trot
toirs blijven eerbiedig stilstaan. Ze nemen
de hoeden af en roepen: „ziet eens, daar
gaat Jetje. Er is zeker ergens brand!!!"
Dan blijkt al hun hoop en vertrouwen
gevestigd op de moedige Jetje, die dag en
racbt klaa~ staat, opgetuigd en wel, even
als de eeuwige koetsier aan haar zijde, die
van geen wijKen weet, cmoat de pliciit hem
gebiedt altijd klaar te staan.
Maar in de meeste gevallen komt Jetje
onverrichter zake terug, omdat het alarm
voorbarig was gew-est en niets beteeken-le.
Dan werd Jetje uitgejouwd, men stak de
tong tegen haar uit en zei: „Hééèè, kijk
daa- eens, daar gaat Jetje."
Dit treurige lot heeft onzen gemeenteraad
aangegrepen.
Want gaat het den vroede vaderen niet
evenzoo? Als de verkiezingen zijn afgeloo-
pen en dc nieuwe gemeenteraad zijn intrede
heeft gedaan, zijn allen vol hoop. Vol
bewondering zien de menschen tegen het
eerbiedwaardig College op, maar als ze
eenmaal den mond geopend hebben, dan
Haalt de vereering met onberekenbare snel
heid, er wordt weer gesmaald en gelachen
en het is uit met de glorie van de nieuwe
bestuurderen van Haarlems veste.
En daarom is het dat men medelijden
heeft gehad met de ongelukkige Jetje.
Eén ding zagen ze echter voorbij, Jetje
werd telkens bespot buiten haar eigen
schuld en Jetje is een nuttig wezen.
Jetje is een nuttig wezen.
Jetje waakt voor vele menschenlevens.
Jetje waakt ook voor bet heil van B and-
assurantie-maatschappij'en. Daarom heeft ze
het zeer druk tegen het einde van het jaar,
vooral in November en December, als de
balansen zijn opgemaakt. Laten we hopen,
dat dit alleen veroorzaakt werd door de
kachels, die pas gepl atst zijn. Booze ton
gen bewe en, dat opeenhoping van branden
en brandjes veroorzaakt wordt door het
opmaken van balansen, maar voor zooiets
zien we Haarlem's ingezetenen niet aan.
Maar nu is Jetje kort geleden afgedankt.
Zij is den weg gegaan van alle aardsche
grootheid: oud gewrden, kan men haa
niet meer gebruiken en nu heeft ze voortaan
niets anders meer te doen, dan te wachten
worden met de echte Jetje. Haar jubel zal
geen einde nemen en met lodderoogen zul
len ze neerzien op de ijdelneden hier bene
den.
Jet'e ziet haar naamgenoot passeeren.
Op Jctje's welzijn.
op haar dood, die ongetwijfeld vredig en
zacht zal zijn.
Er zijn nog stemmen opgegaan om haar
in een Museum te plaatsen.
Maar dat stuitte op verschillende bezwa-
en, vooral van de zijde van de verschil
lende directeuren van Haarlemsche musea.
Het eerst wendde men zich tot den heer
Gratama, den directeur van het Frans Hals
museum. Deze had het echter te druk met
Prófessor-Doctor Friedlander om de depu
tatie behoorlijk te woord te staan. Daarbij
verklaarde hij het verbijsterend druk te
hebben en er weinig voor te voelen de zorg
van .T»tje op zich te nemen.
Ook ;.n het Museum van Kunstnijve-heid
slaagde men niet, ook toen men zei dat een
blind paard daar zelfs geen schade zou
doen.
Voor het Teyler-museum voelde Jetje
zelf niets, omdat ze op haar ouden dag geen
getwist en ruzie kon hebben, het Museum
Stolk in de Jansstraat was haar te koud en
ze was bang aangezien te worden voor een
specimen van Middeleeuwsche Kunst.
Er restte alleen nog maar het Bisschop
pelijk Museum, maar het was Jetje daar te
vol. Daarenboven zag de vrouw van den
concierge erg tegen de drukte op.
Onze laatste groet aan Jetje zij tevens
een dankbare hulde aan deze opofferende
zi*l, diesteeds voor ons gereed stond. Haar
afscheid is niet zoo schitterend als b.v. van
mevrouw ManBouwmeeste', maar haar
verdienste is daarom niet minder groot.
Eens zal zij haar loon ontvangen in den
Paardenhemel, w-ar zij wel vereenigd zal
ZONDAG, 24 OCTOBER.
HILVERSUM, 1050 M. 8.30—9.30
R.K. Morgenwijding. Mej. Else Tnol-
srr.alt, Mej. Wies Reyner, piano, de heer
Joh. Hendriks, tenor, R. B. van Tongeren,
piano. Spreker Jos. Mineur straatpredi
ker van het R.K. Gilde van de „Klare
Waarheid", la Heer, mijn hart is boos en
schuldig, C. v. Rennes (alt en piano), 2.
Preghiera (Gebed), Tost i (tenor en piano)
3. Ach, des Knaben Augen, Wolf (alt en
piano). 4. De heer Jos. Mineur, over
Het gebed. 5a Ave Maria, Marschener, b
Still wie die Nacht, Bohrn (tenor en pianO)
6. Dettinger Te Deum Handel (alt en
piano). 7. Vater Unser, Krebe (tenor en
piano). 10 uur Dienst in de Geref. kerk
te Meppel. Voorganger Ds. Hagenaar,
Votum en zegen. Zang Ps. 36:2. Lezen
van de wet en Lucas 5:2733. Gebed
Tekst Matth. 11:1619. Inleiding pre-
katie Thema „Het Evangelie en de we
reld". Zingen Ps. 4646:1 en 2. Eerste
deel preek. Tusschenzang Ps. 72 :7. Twee
de deel preek. Dankgebed. Zingen Ps.
103 :4.
2.304.30 Aansluiting van de Gemeente
lijke Concertzaal te Haarlem. Concert door
de Haarlemsche orkestvereeniging. Diri
gent Nico Gerharz. In de pauze uit de
Studio. Mej. Jacoba Verlinden, so 5.30
V.P.R.O.-uitzending. Spreker Dr. M.C._
van Mourik Broekman, Breda. Tekst Ps.
8 :10, onderwerp Eerbied. Te zingen lie
deren Gcz. 9 4 (Bundel N.P.B. 59 :1.2
Ps. 62 :1.4 (Bundel N.B.P. 241 1.2).
8.00 Persberichten en sportuitslagen
8.10 Programma, aangeboden door den
Ned. Bond van Radiohandelarën. Dr. Wil1
lem Royaards, voordracht-kunstenaar.
Dirk Schafer, piano. Het Hollandsche
strijkkwartet, bestaande uit de heeren
H. Laydensdorf, le viool. Bram Mendes,
Alt. Joh. R ntgen, 2e viool. Tom Canivez,
cello. 1. Kwartet op. 18 no. 6, bes gr. t.,
Beethoven. Allegro con brio. Adagio ma
non troppo. La Malinconia (Adagio). Alle
gretto quasi allegro, Prestissimo. Kwartet
2. Een paar verzen van Gorter en begin
fragment „Gorter's Mei", door Dr. Ro
yaards. 3. Andante favori, Beethoven. Dirk
Schafer. 4. Redo door den heer A. v. San
ten, voorz. v.d. bond van radiohandelaren.
5. Quartet F. gr. t., Glazounow. Allegro
non tropno. Scherzo. Adagio molto. Fi
nale. Strijkkwartet. 6. Bouten's Beatrijs,
door Dr. Royaards. 7. 7 a-Nocture. b-Valse
brillante. c-Ecossaises, Chopin. Dirk
Schafer.
DAVENTRY 1600 M. 3.50 Licht sytn-
phonieconcert. O. Haley, mezzo sopraan.
N. O'Neill, piano. Orjtest. 5.10 Tweede,
symphonie van Schumann (in C.) 5.50
Voorlezing van gedichten van Chaucer,
door Alan Howland. 5.306.20 Voor
lezing The hound of heaven. 8.20
Bow Bells (klokkengelui). 8.27 Kerk
dienst in de studio. Het koor van de Hei
lig Hart-kerk Wimbledon. Preek. 9.15
Causerie The Royal London Opthahr ic
Hospital. 9.20 ""'eerver., nieuws. 9.35
Concert door he Pic-adilly-orkest en Vyra
David, sopraan. 10.55 Sluiten.
PARIJS „RADIO PARIS" 1750 M.
10.20—12.20 Concert. 1.05—2.10 Con
cert door het orkest G. Smet 2.106.20
Concert. 8.20 Persber. 8.5010.35
Orkestconcert. Dansmuziek.
KONIGSWUSTERHAUSEN 1300 M.—
en BERLIJN 504 en 571 M. 10.50 Con
cert door de kapel Erno Geiger 11.40
Max en Paul, een orti- en een pessimist.
12.30 Sluiten. 7.50 Vroolijke voordrach
ten uit werken van Wilh. Busch. 8.20
Werken van Lortzing door orkest. W.
Henke, tenor. V. Schadow, sopraan. L.
Schützendorf, bas. 9.5011.50 Dans
muziek door de Kcrmbachkap'el.
BRUSSEL 487 M. en ANTWERPEN 265
M. 8.35 Concert. Hr. Cluytens-Thelen,
zang. 9.20 Causerie Les évènements
de la semaine. 9.3010.20 Orkest
concert.
MUNSTER 410 M. 8.20—9.20 Morgen
concert. 10.3511.20. Uit de werken
van Th. Storm. 11.2012.20 Sonaten-
concert. 2.353.20 Madchenkranz-
chen. 3.204.20 Concert door de man-
nenzangver. „Arion". 4.205.20 Con
cert. Posaunen-koor Georgsmariënhütte.
5.206.10 Plat-Duitsche vertellingen.
6.'06.50 Lezing. 6.507.59 Con
cert d lor het solokwartet Bielefelder Lie
dertafel. 7.50 Vioolconcert. 10.30
11.00 Dansmuziek.
MAANDAG 25 OCTOBER.
HILVERSUM, 1059 M. 12.00 Politie-
ber. 5.006.00 Kinderuurtie d>or
Mevr. Ant. v. Dijk 6.006.45 Lezing
door den heer Abrahams, oud weth. van
Amsterdam, over Lijkverbranding
6.457.15 Tuinbouwlezing, Spreker De
heer G. A. van Rossem 7.15—7.45
Engelsche les voor beginners 7.45
Politieker. 8.19 Aansluiting van de
concertzaal „Tivoii" te Utrecht. Concert
door het Utrechtsch Stedelijk orkest,
O. L. v. Evert Cornells, Solist, Nico van
der S.adt, cello. Opgeveerd worden o.a. het
celloconcert van Eumn d'Allert en
„Psyche", symph. gedicht van Cecar
Franck 10.00 Persber.
DAVENTRY, 1600 M. 11.20 Concert
door het radiokwartet en solisten (piano
sopraan-bariton) 1.20—2.20 Lunchn u-
ziek v. h. Holborn-restaurant 3.20
Lezing Deepsea Fishes 3.504.05
Kindergedichten voorlezing 4.20 Dans
muziek door de R.A.C.-band 4.35
Lezing Makers of modern Europe-Palm-
merston 4.50 Dansmuziek door de
R.A.C.-band 5.35 Kinderuurtje
6.20 Dansmuziek door de radio-dansband
7.00 Radiopraatje 7.20 Tyase in
Big Ben, weeroer,, nieuws 7.48 Mu
ziek 8.00 Lezing What we are up
against 8.20 Schotsche avond, Sympho-
me-orkest en R. Burnett-bariton 8.40
„The Gondoliers", le acte van Gilbert
en Sullivan 9.10 Vervolg Schotsche
avond 9.50 Lezing The airmen and
the weather 10.05 Liederen van Strauss,
door V. Chatterton, sopraan 10.20
Tijdsein, weerber., nieuws 10.35—
11.20 „Inns of Old London", Schetsen
van het oude Londen 11.20—12.20
Dansmuziek.
PARIJS „RADIO PARIS", 17.50 M.
12.502.10 Concert door het orkest
Gayina, Mm. Lemontreer, Coss in-zang
2.20—4.50 Concert 5.05 Orkestcon-
eert 8.5010.30 Orkestconcert.
KöNIGSWUSTERHAUSEN— 1300 M.—
en BERLIJN 504 en 571 M. —6.50
„Martha", onera in 4 acten van Flotow.
9.5011.50 Dansmuziek.
BRUSSEL 487 M. en ANTWERPEN
265 M. 8.5910.20 „La chanson
d amour comedie ;n 3 acten van Delorrr e
en Abric. Muziek van Schubert. In de
.rpV?ZeJ Voorlezing van een roman. (ged.).
MuNSTER 410 M. 10.5011.50
Orkestconcert. 12.59—1.50 Uit de
opera's van Bizet. 3.20—3.50 Radio
praatje. 3.595.05 Verken van Beet
hoven. Orkest. 5.10—6.20 Liederen
van Schubert door sopraan. 6.407.00
T007.20, 7.207.59 Lezingen. 7.50-
9.05 Uit de werken van W. v. Scholz-
voorlezing. 9.05—10.30 Fluit-concert.
Orkest bèg.
fot harmonisch herste' van onevenwichtig®
gemoederen.
Voor eenigen Hid heeft zich hier te lande
■en comité gevormd, dat zich ten doel stMt
hij het Nederlandsche publiek belangstelling
te wekken voor de denkbeelden en werk
wijzen van onzen landgenoot Willem van da
Wall, die in de Vereenigde Staten zijn bij
zonder werk maakt van de toepassing van
muziek in de gest.cfiten, waar abnormale en
ansociale individuen worden gepleegd, meer
in het bijzonder in gestichten voor zwak
zinnige, krankzinnige, misdadige of ver
waarloosde jeugd etc.
Het is algeme enbekend, dat muziek een
hijzondaren invloed beeft op het gemoeds
leven van den mensch in het algemeen en
van den mensch. die aan een wankelbaar
Gemoedsleven lijdt, in 't bijzonder. De heef
Van de Wall heeft hiervan uitgaande, reeds
'aren geleden proeven genomen met
een werkwijze, waarbij hij de muziek bedoel
de te gebruiken, zoodanig, dat daarvan een
•r.vloed ten goede uitging op de verpleeg
den in de inrichtingen, waar hem werd toe
gestaan zijn experimenten te nemen. Dit
stieven is met een zoo groot succes be
kroond, dat hem thans van Staatswege op
gedragen is, de toepassing van muziek als
psychisch hehandeïingsmiddel in vele inrich
tingen te organiseeren.
Het comité is voorloopig samengesteld als
volgt: dr. W. H. Cox, oud-gen^sheer-direc-
teur van de gestichten te Utrecht en dea
Dolder, voorzitter; dr. S. v. Mesdag, zenuw
arts te Groningen: dr, W. L. Slot, directeur
van de Rekkensche inrichtingen., dr. W.
E. van Wijk, directeur van het clubhuis „De
Arend", te Rotterdam; de heeren Wouter
Hutschenruyter, oud-dirigent van het Utr,
Stedelrk O: 'eest en D. Bnlfoort, muziek-
lecraar aan het Conservatorium te Den Haag
en de dames A. Dudok van Heel, directrice
van het Asyl „Steenbeck" te Zetten en me
vrouw Johanna W. Bakker,, te Amsterdam,
terwijl het secretariaat wordt waargenomen
door mr. H W. W. Andreae, secretaris van
den Voogdijraad te Utrecht.
„Onweers wroeging.''
Betie, de breede, blozende, twee-en-zes-
tlgjarige dienstbode van mevrouw Kwinter
dijk geboren van Heurden, kwam op haar
gewone gansachtige wijze dc kamer binnen-
waggelen, hijgtorsend het blad met theeboel
'Mevrouw zat aan 't raam te borduren.
Ze moest haar gezicht vlak bij 't handwerk
houden, om de kleuren te onderscheiden
wat aan Betje de opmerking ontlokte,
dat mevrouw „netuurlek d'r oogen wéér zal
te bederven.
„Ik begrijp 'r niks van," kraakte de stem
Van mevrouw ('n onaangename stem had de
weduwe Kwinterdijk geboren van Heurden.
t 'n vinnige, hooge kraakstem, die uit 'r pun
tige neus scheen te komen), „ik begrijp er
«liks van.... 't kan hoogstens vi'f uur zijn.'
„We krijgen regen," deceteerde Bet'e
„Mot u es achter komme kijken.... de lucht
tiet as inkt zoo zwart.... mogelijk 'n on
«ve "sbuitje
„Ben ie nou heelemaó"schrok me
vrouw recht, en haar mond, die breed was,
fclcef even in verstijfde han-houding.
„Onweer? Om deze tijd van 't jaar?"
„Zou zoo'n wonder niet wezen.. as af
scheid van de zomer..,, afijn, dat hebber
w~ maar al te wachten...."
Betje loerde schuin naar de plek. waar
mevrouw zat en za<*, dat ze onrust'rf me:
haar vingers aan d'r kleeren zat te frieme
len en Betje lachte verstolen,
v Toen slofte ze de kamer uit en in de
keuken mompelde ze, dat 't wel deris goed
zou zi'n zoo'n onweertje, want mevrouw was
de laatste .tijd weer onuitstaanbaar. Van on
weer was ze als de dood zoo bang.. dan
draaide ze heelemaal om en was voor 'n
week minstens zoo mak als 'n lammetje,
Niet dat Betje zoo'n last had van me-
viouw's karakter.want als mevrouw
lastig was, dan was Betje 't óók..,, ze gaf
haar alles precies met dezelfde maat te
rug... dat kon ze doen, omdat ze over de
lertig dienstjaren had en mevrouw om zoo
tc zeggen niet buiten haar kon.
Maar Betje vond 't naar, dat ze alles, wat
ran de deur kwam, om op mevrouw's ge
moed en beurs te speculeeren, meedoogen-
loos moest afwijzen. Men ging er Betje ook
op aankijken, en dat vond zp afschuwelijk
Iedere collecte, van welke aard ook, moest
botweg worden doorgezonden Menschen,
die hun brood langs de weg moesten ver
dienen, hadden nooit kans, om aan me
vrouw Kwint rdiik iets te slijten. Circu
laires, inschriifhil jet ten van gestichten er
liefdadige instellingen werden ongeopend
teruggegevenze gaf nergens an. Ze was
■tierig, harteloos, bits, ongenaakbaar
Waarom? Waardoor? Betie wist 't niet er
mevrouw had 't zichzelf waarschijnlijk nooil
Vgevtaagd. Ze was nou eenmaal zoo. Er
bestaan meer van die meoschen, al zijn ze
gelukkig te tellen
Toen de kruidenier aanbelde vielen de
eerste dikke dr> npels. Terwijl ie z'n bood
schappen opsommend in 't mand'e lei vroeg
mevrouw, die beverig achter Betje aan
schoof wat ie van 't weer dacht.
„n Flink buitje mevrouw.... u bent op
één na de laatste klant.... misschien kom
'k noil net thuis."
,,'n Onweersbuitje misschien?"
„Nee mevrouw, dat geloof 'k niet.., niks
broeierig geweest vandaag.... nee, 't on
weer zalle we van 't jaar wel gehad heb
bendag mevrouw.... Betje!"
„Zie je wel?" glimmerde ze opgelucht.
„Die man is dagelijks langs de weg.... die
wéét 't.
,,Nou, gelukkig dan maar." bromde Betje,
die precies 't tegenovergestelde bedoelde.
„Maar 't zal toch boven de ramen maar gaan
sluiten voor 't inregenen."
En dat was noodig ook, want ze
was nog niet op de helft van de trap, of het
regende pijpstelen. Geweldg zooveel water
als er viel.... 't was of 't voor zes weken
tegelijk regende,of het met emmers vol te
gen de ramen werd gesmeten.
Er werd gescheld.
Mevrouw opende wantrouwig het kijk-
aampje van de buitendeuT. Er sjond
'n ouwe man, die met 'n karretje schcon-
raaak-artikelen langs de weg liep. Hij vroeg
beleefd of ie asjeblieft effe mocht schuilen.
„Nee, daar begin 'k niet an!" smeet me
vrouw 't raampje dicht. Ze lette niet ens
op 't brommen antwoord van buiten en
'iep naar'Betje, die al kwam aanzuchten
om open te doen: „Blijf maar, Betje.... 'tis
niks. Die ouwe bezem- en boendervent met
7'n druipneus en z'n soepoogen.die
vraagt me daar brutaalweg toegang tot m'r
buisom te schuilen..., 't zal wat hin
deren, of de vodden, die-ie an z'n lijf draagt
'n beetje nat worden."
„Nou, u mot me niet kwalijk nemen, me
vrouw, maar as u 't mijn vraagt, vind ik 't
'n schandaal.... zoo'n knappe, fesoenlijke
ouwe man.
„Ik doe 't niet en daarmee uit! Dat vol'
van de straat is nooit te vertrouwen. Ze
kijken meteeen hoe de sloten van je deur in
mekaar zitten, om op 'n goeie nacht ti
komen inbreken!"
„Inbreken? Die man? Ik blij! zeggen, dat
t harteloos is.... kan me niks schelen of
u r kwaad cm wordt.u wordt er nog es
?oor gestraften
Meteen spoot 't felle licht van de eerste
bliksemstraal door 't bovenlicht de gang in.
„Daar heb je 't all" sloeg Bet 'n kruisje.
,Daar heb je 't al.... 'k dacht wel dat
Haar volgende woorden doften weg in 'n
daverende donderslag, die 't heele huis
deed trillen. Mevrouw omhelsde krampach
tig de trapleuning en gilde: „De luiken
dicht, Betje!! de luiken dicht! Gauw dan!!"
„Wat? Mot 'k in dat weer naar buiten ,om
de luiken dicht te
„De luiken dicht, gelast ik iel! Gauw,
gauw, gauw, voordat 'r weer...."
Weer stond de heele gang in 'n hei-gele
gloed en 'n slag alsof 'n complex huizen in-
v"lgde er bnna onri
Mevrouw Kwinterdjik kromi in elkaar er
fwam te zitten als 'n kleermaker.
,De luiken. Bet!! de luiken dicht, of wil
je me dood hebben?!" schreeuwde me
vrouw, wier gelaat al bij voorbaat 'n lijk-
kleur ging aannemen.
Bet knorde naar buken en smeet de lui
ken dicht
Toen ze terugkwam, was mevrouw bezig
naar de nu duistere kamer te kruipen....
ze steunde als 'n zieke.
Maar de bliksem priemde door de kieren
en naden en maaktp, dat het nóg angstige
werd.... en de d< nder 'awanide a.'sof cr
zes locomotieven over het dak gingen. Fi
l ii ieder- nieuwe lichtpersing en iedere ra-
teling greep ze kreunend 'n meubel en huil
de, dat 't nu met haar gedaan was.
„U denkt abcm maar an uw eigc," bitste
Betie, die wist. df.t ze nn de brutaalste din
gen kon zeggen, „maar die stumperd van 'n
ouwe man dan9 Die 'n minuuc of vijf mol
oopen, eer ie weet r nis tegenkomt?"
„Roep 'm terug, Betj Roep 'm Icrug.,..
gce. 'm thee rl kcfiiolaat 'm z'n klee
ren drogen bij 't fornuiszeg, dat ik t
zoo niet bedoe.... Au, au, au! Daar is weer
zoo'n bliksemstraal.... hou me vast, Betje...
hou me vast, want...."
Onder vee] te langzame aanstalten van
Bet knetterde er weer 'n slag, zpó hard, dat
de glaasjes in 't buffet rinkelden.
„Roep 'm terug, Bet!" krijschte mevrouw,
die haar gezicht in de kussens van de ca
napé begroef.
„Ach mensch, die man is niet meer te be
schreeuwen.wie weet leit ie al dood
naast z'n karretje...."
Er werd hard gescheld.
„Alles binnenlaten, Bet,.... alles binnen
laten om te schuilenwie 't ook is.
gauw, gauw
„Ja, ja, jabedaar maar" platvoette
Bet'e de gang in. 't Was de postbode, die
dankbaar de schuil-invitatie aanvaardde
Bet kreeg 'n inval.... fluisterde haastig
'n rateltje woorden tot de postman, die er
vermaakt op inging, want hij wist óók wie
mevrouw Kwinterdijk was.
„Ja," sprak hij expres heel hard, „d'r zijn
li ongelukken gebeurd ook.... 'k heb twee
koeien in 't land zien liggen..., heelemaal
zwart.... en bij van Balen hebben ze 'n
man binnengedragen."
,Ach, guüegutteguttegut," meeyarigd.
Bet - en fluiserde nog 'n paar woordjes ir
z'n gezicht'n Man zegje, post? En wat
vqor 'n persoon?"
„Ik geloof van een die niet 'n wagentje
loopt.... met bezems, dweilen, sponsen,
schoensmeer cn zoo...."
Mevrouw liet vanuit de kamer 'n knetter-
>il hooren en moest al haar energie gebrui
ken om niet in katzwijm te vallen. Ze lniiF'e
om genade en barmhartigheid beloofde
vijf-en-twintig gulden aan de Missie en nog
honderd bij elkaar aan diverse instellingen
van liefdadigheid, onder voorwaarde dat 't
poets*oedmannetje niet door de bliksem
getroffen zou zijn.
't Begon te minderen, en de postbode nam
met n bedankje cn 'n grijns-knipoogie z'n
tasch weer op.... Bet gooide de luiken
weer open, wal aan mevrouw 'n nieuwe gil
ontlokte, omdat ze dacht, dat de bliksem nu
hel emaal in baar kamer terecht kwam.
Toen er geen druppel regen meer viel, eni-
de zon het gedaan kreeg, om even om 'n
hoekje te komen kijken, waagde me
vrouw zich weer aan 't raam. Met trillende
ledematen zat ze te bidden, dat dat ergste
niet gebeurd mocht zijn Juist wou ze 'n sta
pel beloften gaan leggen op de andere, toe*
ze 'n schreeuw gaf, die Betje, omdat 't
nou echt onverwachts kwam, bijna achter
over deed tuimelen.
„Daar gaat ic! Daar gaat ie!" iubel-gierde
mevrouw cle weduwe Kwinterdijk, en wees
met beide lange, magere armen naar de
straatweg. „Roep 'm an, Betl Roep 'm
Sn.... ik koop wat van 'ml"
l oen t mannetje wat verbaasd in de ves
tibule stond, kwam mevrouw nerveus-vrien
delijk naam hem toe en trachtte geschikte
woorden tc vinden tot excuus. Z e w<ïu 'n
wel zoenen.... op z'n druipneus en z'n
soepoogenmaar dat zei ze niet hardop.
'e praatte van vergissing en nog wat.... en
kocht zes dweilen, vier zeemlappen, acht
sponsen, bij-clkaar 'n dozi-'-, stoffers en
hoenders en nog vee! andere dingen.... in
geen veertig jaar was 't op te gebruiken
Mevrouw de weduwe Kwinterdijk, gebo-
'en Heurden. hield ook haar andere belof
ten.... en bleei aan de liefdadigheid doen,
al moest Bet'e haar nu en dan nog wel °s
n „onweerspilgeven. u-
i