s s OVER JETJE EN HAAR VOORBEELDIG LEVEN ri 1 m Radio-Omroep DOOR FRANS Mc. IJ ER ELCK WAT WILS TREKJES. Derde Blad, NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Zaterdag 23 Octolbsr 1926 «Jubelende introductie Schoorsteenvegers en politieagenten Beschrijving van het ras en de overeenkomst Wie is «Jetje eigenlijk? Jetje blijkt een duur vrouwtje te zijn Roem vervliegt als rook Van balansen en Vulkachels Hulde aan Jetje fft KUNST EN KENNIS, Genezende Muziek. No. 468. ij 8> Juich nu luid, mijn harp, met pruttelende Manken en zing den lot van haar, die dag cn nacht gereed stond om onzzn brand te blusschen, prijs met snarenspel en feeste lijke cantate de lieveling van heel Haar lem, de vierpootige lieveling, die bemind cn gekoosd doo- alle Haarlemsche politie agenten, gehuldigd en vertroeteld door 'ge meenteraad en burgerij, door onze straten schreed om hulp te brengen waar dit noodig ble-k. De verstandige lezer en we mogen ver onderstellen dat al onze lezers verstandig zijn heeft reeds aanstonds begrepen dat het hier gaat over Jetje, Jetje van de schoor steenvege s en politie-agenten. Een eigenaardige combinatie: politie en schoorsteenvegers! Maar neen, o, lezer, die combinatie is niet zoo eigenaardig als u op pervlakkig wel zoudt denken. Laten we de zaak nuchter bekijken en lo gisch beredenecren. t Wat doen politieagenten?. Eenige comante modellen van politieagenten. Het genus: „politieagent" is te verdeelen In twee categoriën: politieagenten die een voudig wandelen en politieagenten die stil staan. De 1ste groep is de gewone soort, die van de 2de groep worden ook wel eens ,,ve'- keersagenten" genoemd. Deze verkeersagzn- ten zijn meer gevlekt dan de gewone soort, en ze onderscheiden zich vooral door hun .voorpooL.., die wit en zwart gestreept zijn. In bun gewoonten komen ze vrijwel over een daar ze bestemd zijn om opstoppingen te verwekken. De verkeersagenten doen dit coor de gestreepte voorpoot op te heffen en caa-door het verkeer te belemmeren, de ge wone agenten werken meer met hun neus en steken deze bij voorkeur in zaken die hun niet aangaan. Gelukkig is het soort vrijwel ongevaarlijk. 's Nachts huizen ze in donkere kieren en por tieken en het gebeu"t zeer zelden dat je 's nachts een politieagent ontmeet. Is dit wel het geval dan is het meestal een verdwaalde. IMen doet dan een heel goed werk om zoo n verdwaalden politieagent near zijn huis te geleiden. Ze zijn daar zeer gevoelig voor en vooral als je ze van tijd tot tijd eens over een rug streelt, op den kop tikt of onder den kin kriebelt, dan eten ze uit je hand Het ve dient echter aanbeveling om zoo'n agent niet te stompen of op de teenen te trappen. Zoudt ge dit wagen dan sleepen ze u mede naar hun hol, waar u kennis zoudt maken met agenten van een hooger ras, die hier en caar afgezet zijn met gouden biesjes en daar- coor sterk doen denken aan de bekende gou den torren. Ze ve-schillen hiervan echter in zooverre, dat ze zicji geen draadje om hun poot laten binden. Hun verdedigingsmiddel bestaat uit een lang, gLnzend voorwerp, dat veel overeenkosmt heeft met een sabel. De ze sabel is echter sterk verg-oeid door een soort roest, die vooral in vochtige jaarge tijden het gebruik van dit wapen onmoge lijk maakt. Er zijn zeer bekoorli'ke onder met mooie gek-ulde snorren Deze zijn slechts onder sommige omstandigheden ga- yaarlijk voor vrouwen. Mannen doen ze min der kwaad, omdat deze zich niet zoo gauw latei verblinden door den goudglans. We zijn een weinig van ons onderwerp afgedwaald door deze i 'tvoerige omschrij ving van den politieagent, Het lag namelijk in de bedoeling om de verwantschap aan te wijzen tusschen politieagenten en schoor de -vegers. Het meest opvallende puift van overeen komst is, dat ze meestal niet te krijgen zijn als je 'ie noodig hebt. Hierin vertoonen ze ook veel overeenkomst met loodgieters. De lastige eigenschappen van de schoorsteenve gers ve toonen zich meestal op dezelL'e wijze als dat bij politieagenten het geval is, maar hun te rein is meer beperkt. Ze zijn voor den mensch slechts schade lijk als ze zich vertoonen in de omgeving van schoorsteenen en riolen. Op hun rug dragen ze meestal eenige takachtige uitwas sen, die ze evenals de spinnen aan een draadje in de bedreigde schoorsteen laten zakken. Ze halen alleen de draadjes weer in. waa na de schoorsteen voor het g bruik ongeschikt is geworden. Het is herhaaldelijk voorgekomen dat hierdoor brand ontstond. Is dit het geval, dan nemen ze een houding aan of ze deze br3nd willen blusschen, het geen bun dan ook herhaaldelijk gelukt. Na deze korte uiteenzetting zijn we vanzelf op ons chapiter teruggekeerd en kunnen we ve'der handelen over Jetje. Wie is Jetje eigenlek? Iedere Haarlemmer wist, als er ergens brand of brandlucht was, Jetje door de stra ten hobbelde en als men Jetje z:g, wist men dat het hart gerust kon kloppen omdat degeen die den brand vervaa digde, geen succes zou hebben en de Verzekeringmaat schappij geen belangrijk nadeel zou onder vinden. Maar daarmee is nog niet gezegd, wie Jetje eigenlijk is. Jetje is een zeer gecompliceerd schepsel waarmee zelfs psychologen, zenuwartsen, ja zelfs psychotechnici handen vol werk zou den hebben. Jetje is namelijk samengesteld uit het paard de wagen de schoorsteenvegers en de politie-agenten. Het gaat natuurlijk niet aan om het Haar- Da Schoorsteenveger. „Ziet eens, daar gaat Jetje!" heele stelletje, alles en alles bij elkaar, Jetje heet. Er is beweerd: Jetje is een vrouw. Maar Jetje is een dure vrouw. De gemeente was gewoon Jetje vrij te houden. Tot troost van vele mannen kan daarom gezegd worden, dat Jetje duurder is dan de meeste vrouwen en de gemeente verleden jaar 12.589 gulden kostte e"n 20 cent. Hierbij is natuurlijk inbegrepen telefoon verbindingen en wekkers, hetgeen opliep tot 2.759. Verder kost zij veel geld aan sieraden en ande-e bodige en overbodige gebruiksvoorwerpen, voor haar uitgebreid We geven de welgemeende raadnooit een politieagent onnoodig op zijn teenen tc trappen Iemsche politie-corps Jetje te noemen. De naam Je'tje veronderstelt altijd iets aftandsch en ouderwetsch en geen van beide adjectie ven passen op meergemeld politie-corps. getuige het geval Kiekens, waar de Haar lemsche politie in slaagde den ve volgde uit een kast te halen om hem in de kast te zetten. Zou de naam Jetje dan van toepassing zijn op de schoorsteenvegers? Ook niet. Een ieder kent het spreekwoord: „Geef hem maar van Jetje". Daarmee wil men zeg gen dat er opgeschoten moet worden. Slaat de benaming Jetje dan misschien op den wagen? Ook deze veronderstelling is ongerijmd. Jetje is een vrouwennaam, duidt op een v-ouw. Waar een vrouw is, wen'scht men gratie en schoonheid, soepelheid en lieftalligheid, zachtheid en teederheid. Nie mand zal toch durven beweren dat een wegen, die hortend en stootend over de keien rolt, deze kwaliteiten bezit. Heet het paard dan Jetje? Men zou geneigd zijn om dit voor waar schijnlijk te houden. Dit is ook het geval geweest bij het vroegere paard, dat echte- reeds jaren geleden door bemiddeling van Jen paardenslager in de maag belandde van Haarlemsche belastingbetalers, vanwaar zij een duistere toekomst tegemoet ging. j Daar alle ve-onderstelingen ongerijmd j schi'nen m~g men veilig aannemen, dat het' „Hèèè, kijk daar een.... daar gaat Jetje!" nersoneel, en voor feestavondjes die in de Memorie van Toelichting vermeld staan onder het hoofd: „Voor het houden van wed- ït ijden op brandweergebied, het uitloven van prijzen, alsmede het houden van bijeen komsten enz. Met het laatste „enz." wórdt klaarblijkelijk gedoeld op de verbruikte vaat jes nieuwe haring, die noodig bleken na het houden van de bewuste bijeenkomsten. De Memorie van Toelichting over 1925 vermeldt verder: „Bij Raadsbesluit van 18 April 1906, no. 16, werd machtiging ve leend tot aanschaf fing van den éénpaards-slangenwagen (dat is een zeer nuchtere en vernederende naam voor onze mooie „Jetje") met toe- behooren. Voor het vervoer van den wagen is het noodig, dag en itacht eenen voerman en een paard ge'eed te hebben, waartoe een overeenkomst is gesloten met eenen stalhouder in de nabijheid van dg bergplaats van den wagen De kosten, uit die overeen komst voortvloeiende, worden op 2.500 uitgetrokken." Alles en alles bij elkaar genomen kan men ervaren dat Jetje waarlijk een dure vrouw is. Waaruit die sympathie van Haarlems gemeenteraad voortvloeit? Dat is met enkele woorden te zeggen. Als er ergens brand gemeld wordt, wordt Jetje onmiddellijk besprongen door politie agenten en schoorsteenvegers. Met haastigen spoed die in dat geval meestal wél goed is, gaat het in de richting van de plaats des onheils. v De menschen in de huizen en op de trot toirs blijven eerbiedig stilstaan. Ze nemen de hoeden af en roepen: „ziet eens, daar gaat Jetje. Er is zeker ergens brand!!!" Dan blijkt al hun hoop en vertrouwen gevestigd op de moedige Jetje, die dag en racbt klaa~ staat, opgetuigd en wel, even als de eeuwige koetsier aan haar zijde, die van geen wijKen weet, cmoat de pliciit hem gebiedt altijd klaar te staan. Maar in de meeste gevallen komt Jetje onverrichter zake terug, omdat het alarm voorbarig was gew-est en niets beteeken-le. Dan werd Jetje uitgejouwd, men stak de tong tegen haar uit en zei: „Hééèè, kijk daa- eens, daar gaat Jetje." Dit treurige lot heeft onzen gemeenteraad aangegrepen. Want gaat het den vroede vaderen niet evenzoo? Als de verkiezingen zijn afgeloo- pen en dc nieuwe gemeenteraad zijn intrede heeft gedaan, zijn allen vol hoop. Vol bewondering zien de menschen tegen het eerbiedwaardig College op, maar als ze eenmaal den mond geopend hebben, dan Haalt de vereering met onberekenbare snel heid, er wordt weer gesmaald en gelachen en het is uit met de glorie van de nieuwe bestuurderen van Haarlems veste. En daarom is het dat men medelijden heeft gehad met de ongelukkige Jetje. Eén ding zagen ze echter voorbij, Jetje werd telkens bespot buiten haar eigen schuld en Jetje is een nuttig wezen. Jetje is een nuttig wezen. Jetje waakt voor vele menschenlevens. Jetje waakt ook voor bet heil van B and- assurantie-maatschappij'en. Daarom heeft ze het zeer druk tegen het einde van het jaar, vooral in November en December, als de balansen zijn opgemaakt. Laten we hopen, dat dit alleen veroorzaakt werd door de kachels, die pas gepl atst zijn. Booze ton gen bewe en, dat opeenhoping van branden en brandjes veroorzaakt wordt door het opmaken van balansen, maar voor zooiets zien we Haarlem's ingezetenen niet aan. Maar nu is Jetje kort geleden afgedankt. Zij is den weg gegaan van alle aardsche grootheid: oud gewrden, kan men haa niet meer gebruiken en nu heeft ze voortaan niets anders meer te doen, dan te wachten worden met de echte Jetje. Haar jubel zal geen einde nemen en met lodderoogen zul len ze neerzien op de ijdelneden hier bene den. Jet'e ziet haar naamgenoot passeeren. Op Jctje's welzijn. op haar dood, die ongetwijfeld vredig en zacht zal zijn. Er zijn nog stemmen opgegaan om haar in een Museum te plaatsen. Maar dat stuitte op verschillende bezwa- en, vooral van de zijde van de verschil lende directeuren van Haarlemsche musea. Het eerst wendde men zich tot den heer Gratama, den directeur van het Frans Hals museum. Deze had het echter te druk met Prófessor-Doctor Friedlander om de depu tatie behoorlijk te woord te staan. Daarbij verklaarde hij het verbijsterend druk te hebben en er weinig voor te voelen de zorg van .T»tje op zich te nemen. Ook ;.n het Museum van Kunstnijve-heid slaagde men niet, ook toen men zei dat een blind paard daar zelfs geen schade zou doen. Voor het Teyler-museum voelde Jetje zelf niets, omdat ze op haar ouden dag geen getwist en ruzie kon hebben, het Museum Stolk in de Jansstraat was haar te koud en ze was bang aangezien te worden voor een specimen van Middeleeuwsche Kunst. Er restte alleen nog maar het Bisschop pelijk Museum, maar het was Jetje daar te vol. Daarenboven zag de vrouw van den concierge erg tegen de drukte op. Onze laatste groet aan Jetje zij tevens een dankbare hulde aan deze opofferende zi*l, diesteeds voor ons gereed stond. Haar afscheid is niet zoo schitterend als b.v. van mevrouw ManBouwmeeste', maar haar verdienste is daarom niet minder groot. Eens zal zij haar loon ontvangen in den Paardenhemel, w-ar zij wel vereenigd zal ZONDAG, 24 OCTOBER. HILVERSUM, 1050 M. 8.30—9.30 R.K. Morgenwijding. Mej. Else Tnol- srr.alt, Mej. Wies Reyner, piano, de heer Joh. Hendriks, tenor, R. B. van Tongeren, piano. Spreker Jos. Mineur straatpredi ker van het R.K. Gilde van de „Klare Waarheid", la Heer, mijn hart is boos en schuldig, C. v. Rennes (alt en piano), 2. Preghiera (Gebed), Tost i (tenor en piano) 3. Ach, des Knaben Augen, Wolf (alt en piano). 4. De heer Jos. Mineur, over Het gebed. 5a Ave Maria, Marschener, b Still wie die Nacht, Bohrn (tenor en pianO) 6. Dettinger Te Deum Handel (alt en piano). 7. Vater Unser, Krebe (tenor en piano). 10 uur Dienst in de Geref. kerk te Meppel. Voorganger Ds. Hagenaar, Votum en zegen. Zang Ps. 36:2. Lezen van de wet en Lucas 5:2733. Gebed Tekst Matth. 11:1619. Inleiding pre- katie Thema „Het Evangelie en de we reld". Zingen Ps. 4646:1 en 2. Eerste deel preek. Tusschenzang Ps. 72 :7. Twee de deel preek. Dankgebed. Zingen Ps. 103 :4. 2.304.30 Aansluiting van de Gemeente lijke Concertzaal te Haarlem. Concert door de Haarlemsche orkestvereeniging. Diri gent Nico Gerharz. In de pauze uit de Studio. Mej. Jacoba Verlinden, so 5.30 V.P.R.O.-uitzending. Spreker Dr. M.C._ van Mourik Broekman, Breda. Tekst Ps. 8 :10, onderwerp Eerbied. Te zingen lie deren Gcz. 9 4 (Bundel N.P.B. 59 :1.2 Ps. 62 :1.4 (Bundel N.B.P. 241 1.2). 8.00 Persberichten en sportuitslagen 8.10 Programma, aangeboden door den Ned. Bond van Radiohandelarën. Dr. Wil1 lem Royaards, voordracht-kunstenaar. Dirk Schafer, piano. Het Hollandsche strijkkwartet, bestaande uit de heeren H. Laydensdorf, le viool. Bram Mendes, Alt. Joh. R ntgen, 2e viool. Tom Canivez, cello. 1. Kwartet op. 18 no. 6, bes gr. t., Beethoven. Allegro con brio. Adagio ma non troppo. La Malinconia (Adagio). Alle gretto quasi allegro, Prestissimo. Kwartet 2. Een paar verzen van Gorter en begin fragment „Gorter's Mei", door Dr. Ro yaards. 3. Andante favori, Beethoven. Dirk Schafer. 4. Redo door den heer A. v. San ten, voorz. v.d. bond van radiohandelaren. 5. Quartet F. gr. t., Glazounow. Allegro non tropno. Scherzo. Adagio molto. Fi nale. Strijkkwartet. 6. Bouten's Beatrijs, door Dr. Royaards. 7. 7 a-Nocture. b-Valse brillante. c-Ecossaises, Chopin. Dirk Schafer. DAVENTRY 1600 M. 3.50 Licht sytn- phonieconcert. O. Haley, mezzo sopraan. N. O'Neill, piano. Orjtest. 5.10 Tweede, symphonie van Schumann (in C.) 5.50 Voorlezing van gedichten van Chaucer, door Alan Howland. 5.306.20 Voor lezing The hound of heaven. 8.20 Bow Bells (klokkengelui). 8.27 Kerk dienst in de studio. Het koor van de Hei lig Hart-kerk Wimbledon. Preek. 9.15 Causerie The Royal London Opthahr ic Hospital. 9.20 ""'eerver., nieuws. 9.35 Concert door he Pic-adilly-orkest en Vyra David, sopraan. 10.55 Sluiten. PARIJS „RADIO PARIS" 1750 M. 10.20—12.20 Concert. 1.05—2.10 Con cert door het orkest G. Smet 2.106.20 Concert. 8.20 Persber. 8.5010.35 Orkestconcert. Dansmuziek. KONIGSWUSTERHAUSEN 1300 M.— en BERLIJN 504 en 571 M. 10.50 Con cert door de kapel Erno Geiger 11.40 Max en Paul, een orti- en een pessimist. 12.30 Sluiten. 7.50 Vroolijke voordrach ten uit werken van Wilh. Busch. 8.20 Werken van Lortzing door orkest. W. Henke, tenor. V. Schadow, sopraan. L. Schützendorf, bas. 9.5011.50 Dans muziek door de Kcrmbachkap'el. BRUSSEL 487 M. en ANTWERPEN 265 M. 8.35 Concert. Hr. Cluytens-Thelen, zang. 9.20 Causerie Les évènements de la semaine. 9.3010.20 Orkest concert. MUNSTER 410 M. 8.20—9.20 Morgen concert. 10.3511.20. Uit de werken van Th. Storm. 11.2012.20 Sonaten- concert. 2.353.20 Madchenkranz- chen. 3.204.20 Concert door de man- nenzangver. „Arion". 4.205.20 Con cert. Posaunen-koor Georgsmariënhütte. 5.206.10 Plat-Duitsche vertellingen. 6.'06.50 Lezing. 6.507.59 Con cert d lor het solokwartet Bielefelder Lie dertafel. 7.50 Vioolconcert. 10.30 11.00 Dansmuziek. MAANDAG 25 OCTOBER. HILVERSUM, 1059 M. 12.00 Politie- ber. 5.006.00 Kinderuurtie d>or Mevr. Ant. v. Dijk 6.006.45 Lezing door den heer Abrahams, oud weth. van Amsterdam, over Lijkverbranding 6.457.15 Tuinbouwlezing, Spreker De heer G. A. van Rossem 7.15—7.45 Engelsche les voor beginners 7.45 Politieker. 8.19 Aansluiting van de concertzaal „Tivoii" te Utrecht. Concert door het Utrechtsch Stedelijk orkest, O. L. v. Evert Cornells, Solist, Nico van der S.adt, cello. Opgeveerd worden o.a. het celloconcert van Eumn d'Allert en „Psyche", symph. gedicht van Cecar Franck 10.00 Persber. DAVENTRY, 1600 M. 11.20 Concert door het radiokwartet en solisten (piano sopraan-bariton) 1.20—2.20 Lunchn u- ziek v. h. Holborn-restaurant 3.20 Lezing Deepsea Fishes 3.504.05 Kindergedichten voorlezing 4.20 Dans muziek door de R.A.C.-band 4.35 Lezing Makers of modern Europe-Palm- merston 4.50 Dansmuziek door de R.A.C.-band 5.35 Kinderuurtje 6.20 Dansmuziek door de radio-dansband 7.00 Radiopraatje 7.20 Tyase in Big Ben, weeroer,, nieuws 7.48 Mu ziek 8.00 Lezing What we are up against 8.20 Schotsche avond, Sympho- me-orkest en R. Burnett-bariton 8.40 „The Gondoliers", le acte van Gilbert en Sullivan 9.10 Vervolg Schotsche avond 9.50 Lezing The airmen and the weather 10.05 Liederen van Strauss, door V. Chatterton, sopraan 10.20 Tijdsein, weerber., nieuws 10.35— 11.20 „Inns of Old London", Schetsen van het oude Londen 11.20—12.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO PARIS", 17.50 M. 12.502.10 Concert door het orkest Gayina, Mm. Lemontreer, Coss in-zang 2.20—4.50 Concert 5.05 Orkestcon- eert 8.5010.30 Orkestconcert. KöNIGSWUSTERHAUSEN— 1300 M.— en BERLIJN 504 en 571 M. —6.50 „Martha", onera in 4 acten van Flotow. 9.5011.50 Dansmuziek. BRUSSEL 487 M. en ANTWERPEN 265 M. 8.5910.20 „La chanson d amour comedie ;n 3 acten van Delorrr e en Abric. Muziek van Schubert. In de .rpV?ZeJ Voorlezing van een roman. (ged.). MuNSTER 410 M. 10.5011.50 Orkestconcert. 12.59—1.50 Uit de opera's van Bizet. 3.20—3.50 Radio praatje. 3.595.05 Verken van Beet hoven. Orkest. 5.10—6.20 Liederen van Schubert door sopraan. 6.407.00 T007.20, 7.207.59 Lezingen. 7.50- 9.05 Uit de werken van W. v. Scholz- voorlezing. 9.05—10.30 Fluit-concert. Orkest bèg. fot harmonisch herste' van onevenwichtig® gemoederen. Voor eenigen Hid heeft zich hier te lande ■en comité gevormd, dat zich ten doel stMt hij het Nederlandsche publiek belangstelling te wekken voor de denkbeelden en werk wijzen van onzen landgenoot Willem van da Wall, die in de Vereenigde Staten zijn bij zonder werk maakt van de toepassing van muziek in de gest.cfiten, waar abnormale en ansociale individuen worden gepleegd, meer in het bijzonder in gestichten voor zwak zinnige, krankzinnige, misdadige of ver waarloosde jeugd etc. Het is algeme enbekend, dat muziek een hijzondaren invloed beeft op het gemoeds leven van den mensch in het algemeen en van den mensch. die aan een wankelbaar Gemoedsleven lijdt, in 't bijzonder. De heef Van de Wall heeft hiervan uitgaande, reeds 'aren geleden proeven genomen met een werkwijze, waarbij hij de muziek bedoel de te gebruiken, zoodanig, dat daarvan een •r.vloed ten goede uitging op de verpleeg den in de inrichtingen, waar hem werd toe gestaan zijn experimenten te nemen. Dit stieven is met een zoo groot succes be kroond, dat hem thans van Staatswege op gedragen is, de toepassing van muziek als psychisch hehandeïingsmiddel in vele inrich tingen te organiseeren. Het comité is voorloopig samengesteld als volgt: dr. W. H. Cox, oud-gen^sheer-direc- teur van de gestichten te Utrecht en dea Dolder, voorzitter; dr. S. v. Mesdag, zenuw arts te Groningen: dr, W. L. Slot, directeur van de Rekkensche inrichtingen., dr. W. E. van Wijk, directeur van het clubhuis „De Arend", te Rotterdam; de heeren Wouter Hutschenruyter, oud-dirigent van het Utr, Stedelrk O: 'eest en D. Bnlfoort, muziek- lecraar aan het Conservatorium te Den Haag en de dames A. Dudok van Heel, directrice van het Asyl „Steenbeck" te Zetten en me vrouw Johanna W. Bakker,, te Amsterdam, terwijl het secretariaat wordt waargenomen door mr. H W. W. Andreae, secretaris van den Voogdijraad te Utrecht. „Onweers wroeging.'' Betie, de breede, blozende, twee-en-zes- tlgjarige dienstbode van mevrouw Kwinter dijk geboren van Heurden, kwam op haar gewone gansachtige wijze dc kamer binnen- waggelen, hijgtorsend het blad met theeboel 'Mevrouw zat aan 't raam te borduren. Ze moest haar gezicht vlak bij 't handwerk houden, om de kleuren te onderscheiden wat aan Betje de opmerking ontlokte, dat mevrouw „netuurlek d'r oogen wéér zal te bederven. „Ik begrijp 'r niks van," kraakte de stem Van mevrouw ('n onaangename stem had de weduwe Kwinterdijk geboren van Heurden. t 'n vinnige, hooge kraakstem, die uit 'r pun tige neus scheen te komen), „ik begrijp er «liks van.... 't kan hoogstens vi'f uur zijn.' „We krijgen regen," deceteerde Bet'e „Mot u es achter komme kijken.... de lucht tiet as inkt zoo zwart.... mogelijk 'n on «ve "sbuitje „Ben ie nou heelemaó"schrok me vrouw recht, en haar mond, die breed was, fclcef even in verstijfde han-houding. „Onweer? Om deze tijd van 't jaar?" „Zou zoo'n wonder niet wezen.. as af scheid van de zomer..,, afijn, dat hebber w~ maar al te wachten...." Betje loerde schuin naar de plek. waar mevrouw zat en za<*, dat ze onrust'rf me: haar vingers aan d'r kleeren zat te frieme len en Betje lachte verstolen, v Toen slofte ze de kamer uit en in de keuken mompelde ze, dat 't wel deris goed zou zi'n zoo'n onweertje, want mevrouw was de laatste .tijd weer onuitstaanbaar. Van on weer was ze als de dood zoo bang.. dan draaide ze heelemaal om en was voor 'n week minstens zoo mak als 'n lammetje, Niet dat Betje zoo'n last had van me- viouw's karakter.want als mevrouw lastig was, dan was Betje 't óók..,, ze gaf haar alles precies met dezelfde maat te rug... dat kon ze doen, omdat ze over de lertig dienstjaren had en mevrouw om zoo tc zeggen niet buiten haar kon. Maar Betje vond 't naar, dat ze alles, wat ran de deur kwam, om op mevrouw's ge moed en beurs te speculeeren, meedoogen- loos moest afwijzen. Men ging er Betje ook op aankijken, en dat vond zp afschuwelijk Iedere collecte, van welke aard ook, moest botweg worden doorgezonden Menschen, die hun brood langs de weg moesten ver dienen, hadden nooit kans, om aan me vrouw Kwint rdiik iets te slijten. Circu laires, inschriifhil jet ten van gestichten er liefdadige instellingen werden ongeopend teruggegevenze gaf nergens an. Ze was ■tierig, harteloos, bits, ongenaakbaar Waarom? Waardoor? Betie wist 't niet er mevrouw had 't zichzelf waarschijnlijk nooil Vgevtaagd. Ze was nou eenmaal zoo. Er bestaan meer van die meoschen, al zijn ze gelukkig te tellen Toen de kruidenier aanbelde vielen de eerste dikke dr> npels. Terwijl ie z'n bood schappen opsommend in 't mand'e lei vroeg mevrouw, die beverig achter Betje aan schoof wat ie van 't weer dacht. „n Flink buitje mevrouw.... u bent op één na de laatste klant.... misschien kom 'k noil net thuis." ,,'n Onweersbuitje misschien?" „Nee mevrouw, dat geloof 'k niet.., niks broeierig geweest vandaag.... nee, 't on weer zalle we van 't jaar wel gehad heb bendag mevrouw.... Betje!" „Zie je wel?" glimmerde ze opgelucht. „Die man is dagelijks langs de weg.... die wéét 't. ,,Nou, gelukkig dan maar." bromde Betje, die precies 't tegenovergestelde bedoelde. „Maar 't zal toch boven de ramen maar gaan sluiten voor 't inregenen." En dat was noodig ook, want ze was nog niet op de helft van de trap, of het regende pijpstelen. Geweldg zooveel water als er viel.... 't was of 't voor zes weken tegelijk regende,of het met emmers vol te gen de ramen werd gesmeten. Er werd gescheld. Mevrouw opende wantrouwig het kijk- aampje van de buitendeuT. Er sjond 'n ouwe man, die met 'n karretje schcon- raaak-artikelen langs de weg liep. Hij vroeg beleefd of ie asjeblieft effe mocht schuilen. „Nee, daar begin 'k niet an!" smeet me vrouw 't raampje dicht. Ze lette niet ens op 't brommen antwoord van buiten en 'iep naar'Betje, die al kwam aanzuchten om open te doen: „Blijf maar, Betje.... 'tis niks. Die ouwe bezem- en boendervent met 7'n druipneus en z'n soepoogen.die vraagt me daar brutaalweg toegang tot m'r buisom te schuilen..., 't zal wat hin deren, of de vodden, die-ie an z'n lijf draagt 'n beetje nat worden." „Nou, u mot me niet kwalijk nemen, me vrouw, maar as u 't mijn vraagt, vind ik 't 'n schandaal.... zoo'n knappe, fesoenlijke ouwe man. „Ik doe 't niet en daarmee uit! Dat vol' van de straat is nooit te vertrouwen. Ze kijken meteeen hoe de sloten van je deur in mekaar zitten, om op 'n goeie nacht ti komen inbreken!" „Inbreken? Die man? Ik blij! zeggen, dat t harteloos is.... kan me niks schelen of u r kwaad cm wordt.u wordt er nog es ?oor gestraften Meteen spoot 't felle licht van de eerste bliksemstraal door 't bovenlicht de gang in. „Daar heb je 't all" sloeg Bet 'n kruisje. ,Daar heb je 't al.... 'k dacht wel dat Haar volgende woorden doften weg in 'n daverende donderslag, die 't heele huis deed trillen. Mevrouw omhelsde krampach tig de trapleuning en gilde: „De luiken dicht, Betje!! de luiken dicht! Gauw dan!!" „Wat? Mot 'k in dat weer naar buiten ,om de luiken dicht te „De luiken dicht, gelast ik iel! Gauw, gauw, gauw, voordat 'r weer...." Weer stond de heele gang in 'n hei-gele gloed en 'n slag alsof 'n complex huizen in- v"lgde er bnna onri Mevrouw Kwinterdjik kromi in elkaar er fwam te zitten als 'n kleermaker. ,De luiken. Bet!! de luiken dicht, of wil je me dood hebben?!" schreeuwde me vrouw, wier gelaat al bij voorbaat 'n lijk- kleur ging aannemen. Bet knorde naar buken en smeet de lui ken dicht Toen ze terugkwam, was mevrouw bezig naar de nu duistere kamer te kruipen.... ze steunde als 'n zieke. Maar de bliksem priemde door de kieren en naden en maaktp, dat het nóg angstige werd.... en de d< nder 'awanide a.'sof cr zes locomotieven over het dak gingen. Fi l ii ieder- nieuwe lichtpersing en iedere ra- teling greep ze kreunend 'n meubel en huil de, dat 't nu met haar gedaan was. „U denkt abcm maar an uw eigc," bitste Betie, die wist. df.t ze nn de brutaalste din gen kon zeggen, „maar die stumperd van 'n ouwe man dan9 Die 'n minuuc of vijf mol oopen, eer ie weet r nis tegenkomt?" „Roep 'm terug, Betj Roep 'm Icrug.,.. gce. 'm thee rl kcfiiolaat 'm z'n klee ren drogen bij 't fornuiszeg, dat ik t zoo niet bedoe.... Au, au, au! Daar is weer zoo'n bliksemstraal.... hou me vast, Betje... hou me vast, want...." Onder vee] te langzame aanstalten van Bet knetterde er weer 'n slag, zpó hard, dat de glaasjes in 't buffet rinkelden. „Roep 'm terug, Bet!" krijschte mevrouw, die haar gezicht in de kussens van de ca napé begroef. „Ach mensch, die man is niet meer te be schreeuwen.wie weet leit ie al dood naast z'n karretje...." Er werd hard gescheld. „Alles binnenlaten, Bet,.... alles binnen laten om te schuilenwie 't ook is. gauw, gauw „Ja, ja, jabedaar maar" platvoette Bet'e de gang in. 't Was de postbode, die dankbaar de schuil-invitatie aanvaardde Bet kreeg 'n inval.... fluisterde haastig 'n rateltje woorden tot de postman, die er vermaakt op inging, want hij wist óók wie mevrouw Kwinterdijk was. „Ja," sprak hij expres heel hard, „d'r zijn li ongelukken gebeurd ook.... 'k heb twee koeien in 't land zien liggen..., heelemaal zwart.... en bij van Balen hebben ze 'n man binnengedragen." ,Ach, guüegutteguttegut," meeyarigd. Bet - en fluiserde nog 'n paar woordjes ir z'n gezicht'n Man zegje, post? En wat vqor 'n persoon?" „Ik geloof van een die niet 'n wagentje loopt.... met bezems, dweilen, sponsen, schoensmeer cn zoo...." Mevrouw liet vanuit de kamer 'n knetter- >il hooren en moest al haar energie gebrui ken om niet in katzwijm te vallen. Ze lniiF'e om genade en barmhartigheid beloofde vijf-en-twintig gulden aan de Missie en nog honderd bij elkaar aan diverse instellingen van liefdadigheid, onder voorwaarde dat 't poets*oedmannetje niet door de bliksem getroffen zou zijn. 't Begon te minderen, en de postbode nam met n bedankje cn 'n grijns-knipoogie z'n tasch weer op.... Bet gooide de luiken weer open, wal aan mevrouw 'n nieuwe gil ontlokte, omdat ze dacht, dat de bliksem nu hel emaal in baar kamer terecht kwam. Toen er geen druppel regen meer viel, eni- de zon het gedaan kreeg, om even om 'n hoekje te komen kijken, waagde me vrouw zich weer aan 't raam. Met trillende ledematen zat ze te bidden, dat dat ergste niet gebeurd mocht zijn Juist wou ze 'n sta pel beloften gaan leggen op de andere, toe* ze 'n schreeuw gaf, die Betje, omdat 't nou echt onverwachts kwam, bijna achter over deed tuimelen. „Daar gaat ic! Daar gaat ie!" iubel-gierde mevrouw cle weduwe Kwinterdijk, en wees met beide lange, magere armen naar de straatweg. „Roep 'm an, Betl Roep 'm Sn.... ik koop wat van 'ml" l oen t mannetje wat verbaasd in de ves tibule stond, kwam mevrouw nerveus-vrien delijk naam hem toe en trachtte geschikte woorden tc vinden tot excuus. Z e w<ïu 'n wel zoenen.... op z'n druipneus en z'n soepoogenmaar dat zei ze niet hardop. 'e praatte van vergissing en nog wat.... en kocht zes dweilen, vier zeemlappen, acht sponsen, bij-clkaar 'n dozi-'-, stoffers en hoenders en nog vee! andere dingen.... in geen veertig jaar was 't op te gebruiken Mevrouw de weduwe Kwinterdijk, gebo- 'en Heurden. hield ook haar andere belof ten.... en bleei aan de liefdadigheid doen, al moest Bet'e haar nu en dan nog wel °s n „onweerspilgeven. u- i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 9