GROOTE DEBATVERGADERING
n
K
ANDERS DAN ANDERE
ST. WILLIBRORDUS"
Dit nummer bestaat uit 24 bladzijden, waaronder het
geïllustreerd Zondagsblad in acht bladzijden.
Leekepreeken.
l
X
LsJ
KAPITAAL: f 2,000,000,-
RESERVE: f 420,000,-
Kunstgebitten tot f 55.' te verlagen.
Voordeelig stoken
Amsterd. Anthraciet Mg. JJaS
CATHARIJNESINGEL 48, UTRECHT.
Zaterdag
50ste Jaargang No. 16398
A angiile moet, op straffe van verlies van alle reelaten, geschieden niferllJR driemaal veer en twining nren na he S
8
VAN MARTELAREN EN APOSTELEN.
op MAANDAG 8 NOVEMBER 1926, des avonds te kwart over
acht, in het'Gem. Concertgebouw aan de Lange Begijnestraat.
i
i
Mgr. G. H. F. STOFFELS f
Onderwerp:
GEMEENTELIJKE BEMOEIINGEN EN AFBETALINGS
SYSTEEM.
--.V'
s
J. J. WEBER ZOON
OPTICIENS - FABRIKANTEN
Koningstraat 10 Haarletk
BERICHT!
De Kliniek Tandheelkunde»
Ged. Oude Gracht 84»
heeft besloten vanaf 1 November tot
nader, aankondiging de tarieven der
Verzekering-Maatschapijen is de Nederlandsche Verzekering-
Maatschappij
99
Groote Houtstra 1187 - Tel. 12504
ook Amsterdam, Hilversum Bussum, Leiden
Verzekerd kapitaal RUIM ELF MILLIÖEN GULDEN. Zij be
steedt een groot deel der Netto-Winst aan Zieke en Zwakke
Verzekerden. Thans worden er Z E S patiënten in Sanatoria
verpleegd. Ons streven is aan dit verplegingswerk de grootst
mogelijke uitbreiding te geven. Door Uwe verzekeringen te
sluiten bij „ST. WILLIBRORDUS" helpt U ons dit doel be
reiken. Inlichtingen worden gaarne verstrekt door de
Directie.
en door hare Vertegenwoordigers.
»e abonnementsprijs bedraagt voor
Haarlem er. Agentschappen:
0.25
f 3.25
ii kwartaal bij
f 3.58
NASSAÜLAAN 49.
Per week
Per kwar taal
Franco pei
jrooruitbetali
Bureau?:
Telefoon No J38 (3 lijnen).
Postrekening No 597C.
ïdverïenKSê ptt rtjjfi.
Bij contract belangrijn: korting
Advertentiën tusscben lan tekst,
als ingezonden mededenling 60 et.
per regeL Vraag- en aanbod»
advertentiën, 14 regels 60 et*
per plaatsing; elke regel meer
15 ct., bij vooruitbetaling.
Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
verlies van beide armen, beide beeneri of beide dogen:
bij een ongeval met f 030 bij verlies van'een hand, 10T v bij verlies van een f bij 'n breuk van f £0
doodelijken afloop£30. een voet of een oog; duim of wijsvingerbeen of arm, 1
Alle abonné's op dit blad zijn, ingevolge de verzekeringsvoor waarden
tpjen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen -
bij verlies v. car
andere vinger
161.
Er is in ons spraakgebruik uit de
Roonlsche terminologie een eigenaardige
woordkoppeling ingeslopen, welke men van
lijd tot tijd uit iederen mond vernemen* kan.
Om ons heen zien wij dagelijks het ver
schijnsel van de ongelijkmatige verdeeling
van het 'lot. de grilligheid van fortuna,
zeiden de ouden. De heidenen losten het
faadsel vaii het geluk en het ongeluk in
de wereld op, of liever maakten zich van
het onverklaarbare verschijnsel, waarbij
men het eene menschenkind ziet genieten en
het andere ziet lijden, af, door boven het
leven het blinde Noodlot te erkennen. Wij
christenen, die in een Voorzienigheid ge-
looven, berusten in wat ons onverklaarbaar
schijnt, wetend, dat er geen haar op ons
hoofd wordt gekrenkt, zonder toelating van
«ms aller Vader, „in Wiens handen wij ge
schreven staan," zooals de Schrift het zoo
tefekenend uitdrukt. Wanneer we praten over
het dagelijksche verschijnsel van menschen,
wien alles voor den wind gaat en over
anderen, wien alles tegen loopt, dan zegt
de volksmond, die van plastische en kern
achtige uitdrukkingen houdt: „er moeten nu
eempaal martelaren en apostelen zijn!"
Martelaren en apostelen, dat wil dan zeg
gen, om een nog typischer gezegde uit den
volksmond te nemen: wanneer ge voor ezel
geboren zijt, wordt ge noort rijpaard.
Wij berusten dus, in christelijke gelaten
heid, in de beschikking der Voorzienigheid,
dat er menschen zijn, die altijd tegenslagen
en lijden kennen en andere, voor wie altijd
de zon van het geluk schijnt. Zulk een be
rusting is heel mooi en braaf, mits we ons
zelf het er maar niet al te gemakkelijk mee
maken. Want er zijn tal van oogënblikken,
dat de berustende stemming er niet is; dat
jpr iets in ons in opstand komt; dat nijd en
afgunst zich van ons meester mak in, dat
smart en droefheid onzen blik benevelen. In
die oogenblikken is meer noodig dan een
verzuchting met de fatale woorden: „er
moeten nu eenmaal martelaren en apostelen
zijn"; want in zulke stonden van mismoe
digheid is er altijd een duivel bij de hand,
die achter onze oude töoyerformüles het
gevaarlijke: waarom? waarom? laat hooren.
Natuurlijk is altijd het heilzaamste middel
om ons boven alle vertwijfelingen uit te
heffen een krachtig en levendig geloof. Maar
helaas verzuimen wij te veel in gunstige
tijden dat geloof te versterken, zoodat wij
deze allervoortreffelijkste kracht bij geeste
lijke depressies vaak sluimerende vinden.
Naast het voeden nu van die voornaamste
bron kunnen wij ook nog met succes andere
middelen aanwenden, n.m. verstandelijk
onderzoeken of die volkswijsheid van de
fatale martelaren en apostelen wel achtien
karaats gulden waarheid is. Allicht komen
Wij dan tot een steviger overtuiging.
Zeker, het geluk is grillig verdeeld, maar
laten wij dat geluk en die grilligheid vooral
niet naar. den buitenkant beoordeelen.
Zeker, nu en dan plaatst God onder ons
werkelijke martelaren, om tot voorbeeld
voor de zwakken en tot luister van de deugd
Ie schitteren; om nieuw zaad te strooien,
waardoor de samenle'ving wordt bevrucht.
Maar zulke verheven exempels behooren tot
de uitzonderingen; laten wij vooral het vele,
lijden in deze wereld niet als martelaarschap
in dien verheven zin beschouwen, al heeft
alle geduldig gedragen smart haar ver
dienste. Er is in het lijden zooveel mensche-
fijks, zooveel van eigen schuld, direct of
indirect, zooveel melodramatisch soms, zoo-
Teel ingebeelds of wel zooveel gevolg van sfeer van wantrouwen. wej koele terug_
zwakheid, van eigen zin, van vermetelheid, houdendheid; öf wel ingehouden spot; ter
wijl anderen op de handen worden gedragen,
•steeds de welkome gast, de vraagbaak en
vertrouweling zijn, het onmisbare midden
punt van den familiekring. Martelaren en
apostelen! Ja, maar waar ligt de schuld?
Men weet zich voorkomend voor anderen,
hulpvaardig en zelfs gedienstig; men waant
zich geestig en onderhoudend; öf wel be
roept er zich op zich nooit met anderman's
zaken te bemoeien en in ieder geval men is
plichtsgetrouw tegenover zijn beroep, zijn
zaken, zijn gezin. Maar men vergeet, dat
zijn voorkomendheid in de oogen van ande
ren lastige opdringerigheid is; zijn hulpvaar
digheid en gedienstigheid den schijn van
bemoei- en bedilzucht heeft öf wel van
hinderlijke nieuwsgierigheid niet is vrij te
pleiten; dat zijn geestigheid niet vrij is van
pronk- en behaagzucht; öf wel, dat het
iedereen-met-rust-laten niets anders is dan
een anti-sociale neiging. En plichtsgetrouw,
ja, maar deze deugd gaat helaas maar al te
veel samen met een scherpe tong, met onbe
kookte heerschz'ucht, die een stipt ambte
naar, een hard werkend zakenman, een
plichtgetrouwe vader of moeder tot ondra
gelijke schepsels voor hun omgeving maken.
Moet ik meer voorbeelden noemen? Het
onderwerp is onuitputtelijk; de ergste schuld
aan eigen leed en martelaarschap werd zelfs
nog niet genoemd. En dan bedoel ik natuur
lijk niet de misdaad, ongeregeld leven,
ontrouw of dronkenschap; zij spreken voor
zich zelf. Maar hoevelën, op wier zedelijk
leven niets valt aan te merken, vergallen
toch hun leven door eigenzinnigheid, valsche
schaamte, trots of overdreven standswaan!
Met het toesteken van een vriendenhand,
met het spreken van één verzoenend woord,
met een beetje - christelijke onderdanigheid,
tijd tot tijd kampen met tegenslagen, met
ziekte of geldzorgen, met achteruitzetting,
met openbaar échec, met tweedracht in de
familie, met geschillen tusschen man en
vrouw of moeilijkheden met de opschietende
en de volwassen kinderen; gezinsgeheimen,
die langs dienstbode en huisnaaister of
andere gedienstige geesten van, oor tot oor
gefluisterd worden.... terwijl wij allen zoo
op. z'n beurt, .„martelaar" zijn, zien we
enkelen om ons heen, die altijd met een
glimlach van levensblijheid door het leven
gaan. Van ziekte of tijdelijke zorgen hoort
ge bij dezulken slecnts een enkele maal,
uit de verte. Erg kan het nooit zijn; want
ze gaan er nooit onder gebukt. En voor al
de overige verdrietigheden van het leven
schijnen zij altijd gespaard te blijven: ze
ontloopen altijd" den laster; zijn geacht en
in eere; van oneenigheden in de familie
hoort ge nooit; het is al een lust om de
ouders met de kinderen zich in de warmste
harmonie in het openbaar of Op bezoek te
zien bewegen; zal de vrede en onderlinge
liefde in het gezin zelf dan niet de volmaakt
heid nabij komen? Ziedaar nu de zonne
kinderen, de geluksdragers, de lievelingen
van de fortuin. En zeg nu nog eens, of zulke
begunstigden de „martelaren'' niet wat heel
kil in de schaduw stellen!
Het eerlijke antwoord valt niet licht; het
eischt zelfonderzoek en zelfontleding. Kan
het ook zijn, dat hij de „martelaren" en de
„apostelen" somtijds dezelfde gelukverstoor-
ders aan de deur komen kloppen, en dat zij
bij de een thuis en bij de ander het huis
gesloten vinden? En eenmaal het ongeluk
binnengehaald, komt de eene ellende na de
andere, 't Is hard na jaren van tobben en
zwoegen een volwassen zoon opstandig de
ouderlijke woning te zien verlaten; een
dochter, kind van vele smarten, paden te
zien betreden, welke op smaad en schande
uitkomen. Dat kan een martelaarskroon om
ouderslapen vlechten. Maar was er geen tijd,
waarin de nu volwassenen, die eigen zin
volgen en eigen wegen gaan, geleid konden
wordèn aan de hand? Alvorens ziich te be
klagen over eigen verlatenheid en anderen
te benijden, die hun'ouderdom koesteren in
de warmende liefde hunner kinderen, zöu
gevraagd moeten worden, óf het uiteen
loopend resultaat niet een gevolg van de
opvoeding is geweest.
En zoo is heel veel verdriet en tegenslag
aan eigen schuld te wijten. Men klaagt,
omdat men zich in het openbaar ziet aange
vallen, zelfs belasterd; men voelt zich
tegengewerkt en heeft van heel zijn zwoegen
voor de publieke zaak niets dan nadeel en
ongenoegen, terwijl anderen öf wel met
lauweren gaan strijken, medewerking
ondervinden en succes oogsten, öf wel' zich
veilig in behaaglijke rust buiten de critiek
houden. Zeker, de volksgunst is wispelturig
en onbetrouwbaar; geen ondankbaarder taak
dan werken in het algemeen belang. Maar
het kan ook zijn, dat niet de zuivere inten
tie om ten bate van anderen te werken,
doch eer- of baatzucht naar het openbare
leven dreef. En heeft men zich dan wel te
beklagen over zijn publiek martelaarschap?
Wie louter en alleen met onbaatzuchtige
bedoelingen zich geeft voor het heil van
anderen, hem deeren geen mislukking of
tegenslag. Zoo is er op ieder terrein van
het leven veel verdriet, waarvan wij zelf
de bewerkers zijn. Waarom klaagt de een
wrevelig bij zich zelf, dat hij overal, waar
hij verschijnt, hetzij onder vrienden en ken
nissen, onder collega's of in den huiselijken
kring zich steeds omringd gevoelt door een
Tan andere menscbelijke ondeugd. En vooral
de tegenstelling van den bekiagenswaardigen
lijder, van den immer geslagene, van den
Toor pakezel geborene, van den man, die
altijd de klappen krijgt, tegenover het
gelukskind, het zonnekind, den lieveling dei
fortuin, den man, wien alles meeloopt, alles
lukt, door zuiver toeval, louter geluk,
„stom", geluk, vooral die tegenstelling gaat
niet op.
Er is-veel ellende, veel droefheid en smart
In de wereld. Vele menschen gaan gebukt
onder leed en zorgen, stoffelijke ontbering
en wat erger is zielsverdriet en hartepijn.
Maar laten wij toch van al die lijders geen
martelaren maken, ook zelfs geen marte
laren in dien zin, dat het leed hun overvalt
zooals de hagel uit de lucht, dat de droef
heid hun huis binnenkomt, zooals de
schaduw het licht volgt. Neen, buiten de
smarten, die regelrecht van boven gezonden
worden door een wijze vaderhand, om te
louteren, om uit het schijnbare kwaad het
goede te doen worden, öf wel als waar
schuwing, öf wel als middel om verdiensten
te vergaren, buiten dat met opzet door de
Voorzienigheid over de menschen uigezon-
den leed is er nog zooveel smart en droef
heid, die God wel toelaat, maar die we ons
Zelf, direct of indirect, bewust, halfbewust,
soms onbewust aandoen. Van alles, waar
over de menschen zich beklagen, neemt dit
laatste vermoedelijk wel het overgroote
deel van alle onaangenaamheden en tegen-
heden des levens in. En het gaat toch niet
aan, om uit dit leed, waaraan we zelf meer
of minder schuldig zijn, ons zelf eén martel
kroon te vlechten? Het leven van sommige
menschen in den kring onzer bekenden,
tgkt zoo benijdenswaardig. Terwijl allen van
met het afschudden van menschelijk opzicht,
door te breken met relaties, welke telkens
offers boven de financieele draagkracht
vragen, zou men spoedig huiselijken vrede,
zijn gemoedsrust en kalmte, zijn opgewekt
heid weer krijgen of wel zich vele zorgen en
slapelooze nachten besparen. Maar men
blijft liever de martelaar, dan dit ééne woord
te spreken, dan zijn trotsche hoofd te
buigen, te breken met dwaze gewoonten.
O, er is zooveel verdriet en zielepijn in
de wereld; maar ook zooveel martelaar
schap door eigen schuld. Er lijkt zooveel
ongelijke bedeeling te zijn en toch schijnt de
zon voor ons allen even lang. Levensgeluk
de weerkundigen leeren ons, dat over het
algemeen in ieder jaar doorgaans evenveel
regen valt en evenveel zonneuren voor
komen, Alleen wij mopperen maar, wanneer
op een warm voorjaar een koude zomer
volgt; wij vergeten de mooie herfstdagen of
den zachten winter en schelden een jaar om
den tegenval van één jaargetijde. Zoo is ook
geluk en tegenspoed over alle menschen-
levens vrijwel gelijkelijk verdeeld; de een
echter zet bij een even bewolkte lucht al
een zuur gezicht en voelt zich ongelukkig,
terwijl de ander lacht en zegt; vandaag be
wolkt, morgen zie ik de zon weer. De
eerste is nooit gelukkig, de laatste zelden
ongelukkig.
A
is iets, waarnaar allen zeggen te hunkeren;
zoo weinigen vinden het, omdat zij niet
woekeren met de znatige hoeveelheid, die
een ieder gegeven wordt. Het gaat met de
menschenlevens als met het weder. Er zijn
wel eens over matig heete en droge; ook
wel buitengewoon natte en kille jaren. Maar
Laten wij ons eigen geluk maken, moedig
en met vasten wil en niet gelooven in een
martelaarschap, waarvoor de meesten niet
geroepen zijn. Moeten er dagen komen van
werkelijk groot lijden, gelukkig hij, die zich
in het geluk sterk heeft gemaakt!
.HOMO SAPIENS.
SPREKERS:
de Heeren Jhr. J. C. MÖLLERUS, secretaris der Kamer van Koophandel en
Fabrieken en lid van den Raad der Gemeente Bloemendaal, over:
„DE GEMEENTE MET HARE BEDRIJVEN OP HET TERREIN VAN DEN
PARTICULIEREN HANDEL".
HERM. H. J. VAN DE POL, Journalist te 's-Gravenhage, de Prae-adviseur
op het Ned. Middenstandscongres te Assen, over:
,DE ZEDELIJKE GEVAREN VAN HET HUURKOOPSYSTEEM IN VERBAND
MET DE OVERHEIDSTAAK".
CHR. M. JANSEN, Directeur van het Centraal Hanzebureau te Amsterdam,
over:
„DE COMMERCIEELE OVERHEIDSTAAK, GETOETST AAN HET ALGE
MEEN BELANG".
Na deze Inleidingen, welke ieder een half uur duren, vangt het debat aan.
Uitgenoodigd zijn:
de Burgemeesters, Wethouders en Secretarissen der Gemeenten, Haarlem,
Bloemendaal, Haarlemmerliede c.a., Haarlemmermeer, Heemstede en Schoten;
de Leden van .de Raden dier Gemeenten;
de Directeuren der Gem. Bedrijven, Hoofden van Takken van Dienst, en
Chefs van Afdeelingen uit de genoemde Gemeenten;
de Voorzitter en de Leden der Kamer van Koophandel en Fabrieken,
de Bestuursleden van Sociale Vereenigingen, zoowel van Werkgevers, als
van Werknemers;
de Leden van Middenstands- en Middenstandsvakvereenigingen. 9
Alleen zij, die in het bezit zijn der u'tnoodigingscirculaire
welke dus als bewijs van toegang dient, zullen worden
toegelaten.
De reenthebbenden kunnen alsnog Uitnoodigingscirculgires aanvragen aan het
Secretariaat, Barteljorisstraat 19 of per telefoon No. 10134, waarna zij on
middellijk worden toegezonden.
Hedenmorgen 7 uur is de Hoogeerw. Heer
hij door de Eerw. Zusters liefderijk werd
Kathedrale Kapittel van Haarlem en oud
deken van Haarlem, zacht en kalm overle
den.
Zooals bekend, verbleef Mgr. Stoffels sinds
September 1924, toen hij emeritaat genomen
had, in Huize „St. Bavo" te Heemstede, waar
hij door de Eerw. Zusters leifderijk werd
verpleegd. Zijn zwakke gezondheidstoestand
bleef langen tijd ongeveer dezelfde, doch de
vorige week werd plotseling zijn vertrou
wensman, pastoor H. G. Caarls, ontboden.
Een achteruitgang in den gezondheidstoe
stand van Mgr Stoffels was geconstateerd.
Toch kon hij de H. Mis blijven lezen en Zon
dag heeft hij nog, zij het met groote moeite,
een predikatie gehouden.
Hoewel Mgr., in verband met zijn slecht
gezichtsvermogen, steeds de H. Mis van Ma
ria las, heeft hij op Allerzielen toch de H.
Mis voor de overledenen gelezen, hoewel
hem dit buitengewoon veel inspanning kost
te. Ook Woensdag heeft hij nog de H. Mis
opgedragen, doch zijn krachten gingen hard
achteruit.
W
Donderdagmorgen woonde hij nog een H. I ''efdc
Mis bij, doch dien dag moest hij van de H.H.
Sacramenten der Stervenden worden voor
zien. Direct stervensgevaar werd echter niet
aanwezig geacht en zelfs gisterenavond laat
meende men nog, dat Mgr. nog wel verschil
lende dagen te leven had. Het einde is ech
ter nog vlugger gekomen, dan verwacht werd
en hedenmorgen overleed hij zacht en kalm.
Bij het verscheiden waren aanwezig de
ZeerEerw. Heer P. A. v. d. Bosch, em.-pas
toor van Hoogwoud, de Eerw. Overste van
Huize „St. Bavo," eenige Eerw. Zusters en
enkele huisgenooten.
wil hooren, die moet gaan naar Amster
dam, maar de nu al weer bejaarde leden
der St. Jozefgezellenvereenigimg en oude,
trouwe bezoekers der St, Hubertus Kapel
waar mgr. Stoffels in zijn beste jaren ree
tor en gezellenvader was. Gezellenvader!
Na rector van Nispen, den onvergetelijken
stichter der Gezellenhuizen in Nederland,
was op niemand beter dat hartelijke woord
„Gezellenvader" van toepassing dan op
rector Stoffels. Over die kleine kudde,
welke daar op geregelde tijden in de kapel
en in de zalen aan de Stadhouderskade
bijeenkwam, was hij in deh vollen zin des
woords een vader.
Daar tintelde op den ijzeren preekstoel
of op de tribune van de tooneelzaal zijn
levendig woord, gaande regelrecht van hart
tot hart. Daar pakte hij zijn getrouwen tot
diep in de ziel met zijn ernstige, maar al
tijd zoo hartelijk gemeende vermaningen,
met zijn strenge, maar nimmer harde of
vreesaanjagende lessen. In die klgine „pa
rochie" bij 's Rijks Museum heeft mgr.
S'offels diepe, onvergetelijke indrukken
achter gelaten. Daa# wordt zijn naam door
ouderen nog altijd met eerbied en vooral
met erkentelijkheid, met bewondering en
aan de jongeren genoemd; daar
wordt nog met enthousiasme gesproken
over den tijd, dat praeses Stoffels het Ge-
zellenhuis bestierde, over den goeden tijd,
waarin wellicht minder over orgairsatie en
sociale problemen werd gediscussieerd dan
thans, maar waarin men zich allen kinde
ren voelde van ééne groote familie. In dien
geest heeft praeses Stoffels de tradities
van zijn grooten voorganger jhr. Van Nis
pen voortgezet en dat zal zijn naam in de
geschiedenis van de Nederlandsche Kol-
pingslichtingen in eere doen blijven.
Georgius Henricus Franciscus Stoffels
werd geboren te Amsterdam 30 Mei 1852 en
priester gewijd 7 October 1877. Daarna was
hij kapelaan te N otdorp, Delftshaven en
's-Gravenhage (H. Willibrordus).
23 Mei 1891 werd hij benoemd tot
Rector van het St. Bernardus-gesticht te
Amsterdam en 19 Juni 1898 tot Rector der
St. Josephgezellen te Amsterdam.
8 November 1907 werd hij pastoor te Poel
dijk en 14 November 1908 Deken van Haar
lem en pastoor der St. Joseph-parochie al
daar.
In December 1908 volgde zijn benoeming
lot kanunnik-poenitencier van het Kathe»
drale Kapittel,
14 October 1919 behaagde het Z. H. den
Paus, Deken Stoffels te benoemen tot Ge
heim Kamerheer van Z. H
De Nederlandsche Regeering erkende Zijn
verdiensten door hem te benoemen tot rid
der in de orde van de:i Ned. Leeuw.
30 Augustus 1924 werd hem eervol ontslag
verleend als deken en pastoor te Haarlem.
Met mgr. Stoffels is een priester van een
heel bijzonderen stijl heengegaan. Haarlem,
wang hij zijn laa'ste priesterlijke jaren als
deken fungeerde, heeft hem slechts gekend
in zijn nadagen.
Maar wis zijn verdiensten naar waards
Een parochiaan der St. Josephkerk
schrijft ons:
Na een emeritaat van slechts twee jaren,
is de Hoogeerw. Hr. Mgr. G, H, F. Stoffels
thans de eeuwtóe rust ingegaan. Hij, de
nimmer rustende, geniet misschien reeds
thans de eeuwige belooning.
Deken Stoffels! Dal was de benaming,
waarmede men hem aanduidde, ook toen
hij de dekanale waardigheid neergelegd
had. Men had hem immers zoolang als zoo
danig gekend. En van het voorname Mon
seigneur wilde hij niet weten.
„Er is maar één Monseigneur," zeide hij,
als men hem met dien titel aansprak, „en
dat is de Bisschop."
Dat was een uiting van den grooten een-
Voor de Genoodigden zijn de plaatsen in de Zaal gereserveerd. Ordecommis
sarissen zijn aanwezig.
De Zaal is van kwartier voor acht uur toegankelijk.
Namens de negen uitschrijvende Vereenigingen:
DE MIDDENSTANDSCENTRALE VOOR
HAARLEM EN OMLIGGENDE GEMEENTEN.
i
voud van den thans heengeganen, hoog-
staanden priester. Groote eenvoud ken
merkte al zijn handelingen en deze wa»,
naast zijn beminnelijken omgang, een der
factoren, waardoor hij zich zoo gezien en
bemind beeft weten te maken.
Toen Deken Stoffels in het najaar vart
1908 van het nederige Poeldijk naar Haar
lem kwam, om de plaats in te nemen van
den te vroeg ontslapen Deken Verbeek,
bleek ook hier weldra, dat in den physiek
niet sterken priester groote geestkracht
en rustelooze werkzaamheid school.
Zijn groote ijver als president der St. Jo
sephgezellen te Amsterdam was reeds be
kend geworden en diezelfde ijver bleek hem
nog steeds te bezielen. Als symbool daar
van staat op de Nieuwe Gracht de St.
Jcsephschool, wélke vooral ook door de
bemoeiingen van Deken Stoffels tot s'and
kwam. Ook voor verhooging van den luis
ter van Gods Huis ijverde hij, terwijl de
centrale verwarming in de St. Josephkerk
door zijn toedoen werd aangelegd.
Zijn groote liefde en werkzaamheid voor
het katholieke onderwijs waren alom be
kend.
Toen hij in Amsterdam was, was hi> ook
Bisschoppelijk Inspecteur bij het katholiek
onderwijs.
Was de roem van zijn werklust hem bij
zijn komst te Haarlem reeds vooruit ge
sneld, de faam van zijn redenaarstalent had
zich daarbij gevoegd. Waar hij ook sprak,
op den kansel in de kerk of op den kathe
der in de vergaderzaal, (dit laatste kwam
slechts uiterst zelden voor), altijd trof hij
zijn gehoor door zijn fijne, beschaafde rus
tige wijze van spreken en'de volkomen
béheersching van het onderwerp, dat hij
behandelde. De parochianen van St. Jo
seph gaan er trotsch op, dezen wijd en zijd
vermaarden redenaar zoo lange jaren als
hun Herder in hun midden gehad te mo
gen hebben.
Onder de vele goede hoedanigheden,
welke hem sierden, nam zijn groote vroom
heid een allereerste plaats in. 's Morgens,
bij het openen der kerk reeds, was hij in
Gods Huis aanwezig en bleef daar uren
achter elkaar. Bij Vespers of Lof was hij
steeds aanwezig en 's avonds laat knielde
hij nog geruimen tijd voor het H Taberna
kel neder, om zich in gebed met God te
vereenigen. Zijn diepe, innige godsvrucht,
vooral ook uitblinkend bij het lezen der H.
Mis. stichtte dan ook ten zeerste allen,
die er gteuigen van waren.
Zoo heeft hij zestien lange ja
ren te midden van de parochianen
van St. Joseph geleefd en gewerkt, ge-
heden en gestreden, totdat zijn wankele
gezondheidstoes'and hem dwong, de plaats,
welke hem lief geworden was, te verlalan.
En hij g'ng, maar geen mensch zal de smart
kunnen peilen, welke hem dit afscheid ge
kost heeft, een verborgen smart, waarvan
slechts een klein tipje werd opgelicht bij
Barometerstand 9 uur v.m.: 754. Vooruit
Licht op. De lantaarns moeten
worden opgestoken om 4.49 en ov<
om 4.47.
torge»
rge»
Een ieder, zoowel Ziekenfonds- als
niet-Ziekenfondsleden kunnen van deze
tarieven gebruik maken.
Spreekuur: Eiken morgen van 9-tt
Maand.- en Dond.avond van 7-9
zijn aischeidspredikatie op dc eerste#
Zondag van September 1924....
Thans is hij heengegaan tot Hem, voor
Wiens eer en glorie hij zijn geheele leven
gearbeid heeft, om het groote loon te gaan
genieLen, dat ongetwijfeld voor hem is
weggelegd. Zijn vroegere parochianen van
St. Joseph, die hem na zijn heengaan niet
vergeten hebben, zullen hem nu zeker in
hun gebeden indachtig blijven.
De parochianen zullen zich nog herinne*
ren de hartelijke wijze, waarop Mgr. Stof
fels 5 jaar geleden, op 27 Mei 1921, werd
gehuldigd bij gelegenheid van zijn 12M-jarig
feest als deken van Haarlem en pastoor
der St. Joseph-parochie.
Bij die gelegenheid hield de heer J. W,
kunt gij alleen met prima brandstof
Het beste is ook hier het goedkoopst
Prima Anthraciet.
Verzegelde zakken.