uTTÉm Radio-Omroep De liefde van een kunstschilder. Herdenking van den Wapenstilstandsdag in het Britsche Rijk. Ernstige beschuldigingen tegen den Japanschen Premier. Onder de Radio-berichten: Het executief comité der Britsche mijnwer kersfederatie krijgt algeheele volmacht tot onderhandelen. Nobelprijs voor letterkunde en chemie. Wapenstilstandsdag in de Vereenigde Sta ten. De rede van president Coolidge. Japan is bereid het Japansch- Chineesche verdrag te herzien. GEMENGD NIEUWS. De moord op den Rotterdam- schen havenarbeider. Het hooge water in ons land. Ongerustheid over een schip. Ernstige brand op een boerderij De muntendiefstal te Delft. Jeugdige boefjes. Vrouwelijke bandieten bij een postróof. Een eigenaardige manier van geldvervalsching. FEUILLETON. Verdwijning 'van Natuurschoon. Kippenmesterij uitgebrand. RECHTZAKEN. Vrijheidsberooving van een zenuwnatiënt. Herdenking yan den wapen stilstand in Engeland Gisteren is in het heele Britsche Rijk de wapenstilstandsdag herdacht. De koning, de prins van Wales en de hertog van York leg den kransen bij de Cenotaaf, tijdens een plechtigen herdenkingsdienst, waaraan deel genomen werd door duizenden officieren en van land-, zee- enluchtmacht, en een reus achtige menigte. De premiers van Engeland en de dominions legden eveneens kransen neer. Na den dienst begon een lange stoet van menschen van alle standen langs te trek ken, die bloemen en kransen aan den voet van de Cenotaaf plaatsten. In de abdy van Westminster en in de St. Paul's Kathedraal werden eveneenns plech tige diensten gehouden waarna een lange stoet voorbij het graf van den onbekenden soldaat in de abdy trok. Te Londen droeg schier iedereen de Vlaamsche papavers, ten behoeve van het steunfonds voor oudstrijders verkocht. Evenals vorige jaren werd te elf uur wederom twee minuten stilte in acht ge nomen, waartoe door konongebulder het -ein gegeven werd. De Hertog van Guise en de Royalisten. Nu wijlen de Hertog van Orleans, de Fransche kroonpretendent, had, naar men zich herinnert, niet veel op met de rumoeri ge actie der Action Francaise en de luid ruchtige wijze, waarop de Camulots du Roy hem „den weg naar den troon'' poogden te banen. Bij zijn dood heeft hij dan ook geen sou aan de royalistische partij nagelaten, tot groot leedvermaak der republikeinen. Zal de Hertog van Guise, de nieuwe pre tendent, eenzelfde houding aannemen? Eenige oud-strijders tot de „Faisceau," de jonge fascistische partij, behoorend, hadden hem dezer dagen telegrafisch gevraagd of hij met zijn autoriteit de aanvallen dekt, die de „Action Francaise," het orgaan der roya listen, voortdurend op hen doet. Zij kregen het volgende, veelzeggende antwoord: Daar ik vervuld ben van eerbied en be wondering voor allen, wien Frankrijk zijn overwinning verschuldigd is, sta ik er op u te antwoorden. Ik kan slechts herhalen, het geen ik reeds tot verschillende uwer vrien den heb gezegd: „Het is mij niet mogelijk mij te plaatsen tusschen de „Faisceau,"' welke verschillende constitutioneele rich tingen vereenigt, en de Action Francaise, een realistische en onafhankelijke groep, die onder haar eigen verantwoordelijkheid optreedt" Het huwelijk van Prins Leopold. Gisterenavond bood de Blegische Pers vereeniging ter eere van de buitenlandsche journalisten, die ter gelegenheid van het huwelijk van prins Leopold en prinses As- trid naar Brussel waren gekomen, een gala diner aan, dat werd gevolgd door een re ceptie in het Pershuis, gec-ganiseerd door de Buitenlandsche Persvereeniging. Onder de aanzittenden bevonden zich de ministers Hijmans en Wauters. t>e president der Bel gische Persvereeniging en minister Hijmans brachten een dronk uit op de Zweedsche en Belgische vorsten, het jonggetrouwde paar en de buitenlandsche journalisten. Hij mans sprak opnieuw zijn vertrouwen uit in den Volkenbond en wenschte een verbond van de pers in de verschillende landen tot het consolideeren van den wereldvrede. Prinses Astrid. Volgens de Vlaamsche bladen zal Herman Teirlinck verzocht worden om prinses As trid les in het Vlaamsch te geven. De geheimzinnige inbraak. Omtrent de geheimzinnige inbraak, Dins dagavond gepleegd in dq woning van prinses Liechtenstein te Roehampton, wier ouders, het echtpaar Brunnej, de vorige week dood geschoten werden gevonden, wordt nog ver meld, dat de inbraak na de begrafenis van den heer en mevrouw Brunner plaats had en ontdekt werd door den butler en zijn vrouw, toen zij omstreeks tien uur naar huis terugkeerden. Men gelooft, dat de inbraak die blijkbaar ten doel had particuliere papieren te bemachtigen door twee per sonen is gepleegd. Overal lagen in de slaap kamer, waar zich de vorige week het dfama afspeelde, papieren uit laden over den grond verspreid. Tot .dusver kon nog niet worden opgegeven of er stukken vermist worden. Eenige voorwerpen, waarvan men aanvan kelijk meende, dat zij verdwenen waren, werden in een doek geknoopt bij het raam gevonden. De politie gelooft niet met be- roepsinbrékers te doen te hebben; er was niet de minste voorzorg genomen om geen voet- of vingerafdrukken achter te laten. Zij meent, dat het doel der indringers was een aantal brieven te onderzoeken, die mevrouw Brunner kort vóór haar dood had ontvan gen. Landsberg geëischt vijf jaar tuchthuis tegen Klapproth wegens poging tot moord, ander half jaar tuchthuis tegen luitenant Hayn wegens medeplichtigheid en zeven jaren tuchthuis tegen Schulz wegens aanstichting. Mocht de rechtbank nog niet ten volle overtuigd zijn van de schuld van beklaagden, dan stelt het 0. M. voor om nog een reeks getuigen te dagvaarden, o.w. majoor Buchrucker, de onder officier Stein enz. Eventueel stelt de ambtenaar nog verdaging voor van het proces ter behandeling tezamen met het a.s. proces voor het „Landgericht" te Berlijn. Na de Grieksche verkiezingen. In een verklaring over de resultaten der verkiezingen heeft de premier, generaal Kondylis, gezegd, dat de Liberale Unie, de Republikeinsche Unie en de partij der Vrije Meening, te zamen iret verschillende andere, kleine anti-monarchistische partijen 693.822 stemmen hebben verworven. De eerstgenoemde twee partijen hebben een duidelijke meerderheid van twintig stemmen in de Kamer en zouden een regeering kun nen vormen indien een coalitie-kabinet onmogelijk mocht worden bevonden. Ernstige beschuldiging tegen den Japanschen Premier. Er is volgens den correspondent van de „Daily Telegraph'' te Tokio een geweldige politieke sensatie gewekt door de mededee. ling van den correspondent te Osaka van de „Asahi" (een blad dat niet beschouwd wordt als een oppositie- of sensatieblad), dat -de leider der Kenseikai-pariij, Minoera, die minister was toen de huidige premier, Wakatsoeki, minister van binnenlandsche zaken was, ernstige beschuldigingen bij de rechtbank te Osaka heeft ingediend tegen den premier in verband met een grond- schandaal aldaar, waarvoor Minoera zelf onlnags veroordeeld werd en Waarbij ook de premier zou betrokken geweest zijn. Het Chinee-clj-Japan sche ver- drrg van 1896. Men meent te weten, dat .de Chineesche regeering in haar nota aan Japan van 20 October nopens het Chineesch-Japansche verdrag van 18% een algeheele herziening van het verdrag vraagt en aanbeveelt om onmiddellijk onderhandelingen te openen, die binnen zes maanden afgeloopen moeten zijn. Zoo niet dan behoudt de Chineesche regeering zich haar rechten voor ten aan zien van het verdrag hetgeen waarschijnlijk zou beteekenen, dat China het verdrag zou opheffen. Men gelooft, dat de Japansche legatie geantwoord heeft aan het Chinee sche ministerie van buitenlandsche zaken. De café-houder weer gearresteerd. De aangehoudene blijft echter ontkennen. De commissaris van politie te Rotterdam de heer T. Albarda, is er in den nacht van 10 op 11 Nov. in geslaagd, den vermoede lijke dader van den moord op den 23-jarigen havenarbeider Krijn Reingoud te arrestee ren. Het is de 36-jarige caféhouder Fr. de Ruyter, de man, die aanvankelijk was aan gehouden, maar weer losgelaten moest wor den, daar de getuigen veklaarden, dat hij de daad niet bedreven had. Er heeft zich thans opnieuw een getuige aangemeld, die van het begin tot 't eind bij het geval tegenwoordig is geweest en in De Ruyter zeker den man heeft herkend, die Reingoud heeft neergeschoten. Zooals bekend, had zich deze week een kantoorbediende bij den commissaris ge meld, met de mededeeling, dat bij den Volksoploop, die tijdens den moord ont stond, een man gezegd had: „Het is geen meenens, het is maar een bleekpoeiertje." Het was dus van het grootste belang, den man te hoorèn, die deze woorden geuit had. De kantoorbediende wist een vrij nauw keurig signalement van dezen belangrijken getuige op te geven. Met dit signalement gewapend zijn rechercheurs naar de kan toren van de Havenarbeiders Reserve (H.A.R.) gegaan, waar zij aan verschillende beambten gevraagd hebben, of zjj een havenarbeider kenden, die aan dit signale ment beantwoordde. De man bleek daar bekend te zijn. De commissaris liet hem daarop ontbieden. Donderdagmorgen te negen uur zou deze havenarbeider zich aan zijn bureau moeten melden, doch in den afgeloopen nacht, kwart voor één, meldde hij zich reeds aan De eisch in de veemmoord- het bureau Paui Krugerstraat met de mede- processen. I deeling Donderdag niet te kunnen .komen, In het laatste proces heeft het O. M. te daar hij dan den heclen dag zou verliezen. Hij vroeg daarom of het goed was, dat hij 's avonds na zes uur kwam. De dienstdoende Inspecteur van het bureau Paul Kruger straat stelde zich onmiddellijk telefonisch in verbinding met den commissaris Albarda. Deze verzocht den man bet bureau te brengen. Hij zuu nem dan nog denzelfden nacht komen hooren. Commissaris Albarda begaf zich onmid dellijk naar het bureau, waar hij den haven arbeider vond, die de volgende verklaring aflegde: „Mijnheer", zoo zeide hij, „ik heb geen rust meer. Ik ben er bij geweest, dat De Ruyter, de kastelein, die het eerst was aangehouden, den man doodschoot. Ik ken De Ruyter heel goed, want ik ben samen met hem opgegroeid. Zaterdagavond, omstreeks halfvijf, moest ik een boodschap gaan doen, maar daar ik jvat vroeg was ben ik eerst nog een straatje gaan omloopen. In de Violierstraat kwam ik De Ruyter tegen en wij zeiden elkaar goedendag. Ik ging verder en kwam na eenigen tijd in de Asterstraat. Daar zag ik De Ruyter loopen bij het trottoir. Naast hem op het trotoir liep een onbekende man, die later de gedoode Krijn Reingoud bleek te zijn. Ik ben ze voorbijgegaan; een paar pas voor hem ging ik voor een winkel staan kijken. Ik deed alsof ik naar de etalage keek. doch het was mij er om te doen eens te weten te komen, wat die twee uitspook ten. Op zij kon ik waarnemen, wat er tus schen het tweetal voorviel. Ik zag toen- De Ruyter op een gegeven oogenblik naar zijn zak grijpen en eenige oogenblikken later hoorde ik eenige knallen. Dadelijk waren van verschillende zijden menschen toegeschoten. Ik begaf mij tus schen hen, zeggende: „Ach menschen, het is geen meenens, want het is maar een zeeppoederpistool, dien vent ken ik! Maar toen ik zelf naar den man, die op den grond lag, ging kijken, zag ik, dat hij uit den mond bloedde. Ik b'egreep, dat het hier ernst was geweest. Ik schrok hevig, want ik kende De Ruyter heel goed. Ik dacht: ik zal maar niets zeggen en alles voor mij houden. Maar nu ben ik hier ontboden, loen ik om zes uur thuis kwam en mijn vrouw het mij mededeelde, had ik geen rust meer. Ik ben in een café gegaan en kwart voor elf zou ik terugkeeren. Ik J>en echter maat wat rond gaan loopen en stéeds vroeg ik mij af: „Wat moet ik toch doen!" Ik werd hoe langer hoe zenuwachtiger, tot ik be sloot, naar de Paul Krugerstraat te gaan en daar te zeggen, dat ik niet kon komen, maar dat ik wel inlichtingen kon geven. Tot zoover de verklaring van dezen havenarbeider. Commissaris Albarda gal last den 36-jarigen caféhouder Fr. de Ruyter in zijn woning aan de Maashaven te arres teeren. Te drie uur in den afgeloopen nacht werd de man naar het bureau Nassaukade overgebracht. Hij verzette zich niet tegen zijn arrestatie, doch wel sputterde hij heftig. Op ruwe wijze gaf hij zijn ontevredenheid te kennen, dat hij nu alweer gehaald werd. „Zij wisten toch wel, dat hij het niet gedaan had". De man werd in den afgeloopen nacht nog aan een verhoor onderworpen, doch ontkende pertinent, iets met de zaak uit staande te hebben. Ook Donderdagmorgen bleef hij ontkennen. Commissaris Albarda is er echter van overtuigd, dat De Ruyter de dader is. On danks het feit, dat De Ruyter door de eerste getuigen niet werd herkend, meent hij, dat deze verklaringen waardeloos zijn tegen over de pertinente verklaring van den havenarbeider, die van het misdrijf van begin tot eind getuige was. Nader wordt gemeld, dat de caféhouder een volledige bekentenis heeft afgelegd. De stand der rivieren. De Maas blijf* vallen. Aan de peilschaal bij de sluis te Maastricht werd gisteren morgen 67 c.M. val over het laatste etmaal geconstateerd. Ook hoogerop doet zich nu de daling gevoelen en Venlo meldt 4 c.M. val over de laatste 24 uur, terwijl heden de stand veel lager zal zijn. Grave meldt nog 25 c.M. was. De Rijn daarentegen toont nog was. Keu- ien seint 28 c.M. hooger stand, Lobith 25 c.M., Westervoort en Arnhem 21 c.M„ ter wijl de Waal bij Nijmegen 24 c.M. gewas- en is. Stremming verkeer. Grave: tod*ttand onveranderd. Sinds 5 October j.l. niets vernomen van de „Memento Mori." Op 5 October is van Delfzijl vertrokken het schip „Memento Mori", afkomstig uit Groningen. Met een lading dakpannen was het van Makkum naar Bodenhe.e vertrokken. Sindsdien is niets van het schip vernomen, zoodat hierover groote ongerustheid beerscht. Men vreest, dat het verloren is gegaan. O.a. hebben op 3 Juni aangemon sterd de kapitein Geert Veen uit Groningen an de stuurman A. Winkels, afkomstig uit Emmen. In den nacht van 10 op 11 Nov. omstreeks 'twaalf uur werd brand ontdekt in de boer derij, bewoond door den heer Th. Sybrandy, onder Deersum bij Sneek. De bewoners werden gewekt door op den zolder vallende dakpannen. Bij onderzoek bleek, dat het hooi door broei had vlairrgevat. De gezinsleden konden zich slechts met meeneming van enkele kleeren redden. De geheele plaats ging in vlammen op. Van de veertig koeien, die in de schuur stonden, kon er geen worden gered. Zij kwamen alle in de vlammen on Ook de geheele inboedel ging verloren. De inboedel en het vee waren verzekerd. Veertig kalve ren konden worden gered. De Verzekeringsmaatschappij Union te Parijs, heeft" een belooning uitgeloofd voor bet terechtbrengen van de uit Gemeente museum te Delft gestolen munten en wel van 20 procent voor de waarde van 1000 en 15 procent, wanneer het aantal munten meer bedraagt dan 1000. J Sedert eenigen tijd werden bij de politie te Roosendaal N.B. voortdurend aangiften gedaan van kleine diefstallen, meerendeels door caféhouders en winkeliers, die grootere of kleinere bedragen uit de la^e misten. De politie mocht er thans in slagen een tweetal jeugdige boefjes achter slot en grendel te zetten. Zekere W. J. en G. de Gr. die bij nader onderzoek aan een groot gedeelte dezer diefstallen schuldig bleken. Hun laat ste vergrijp pleegden ze in het kantoor van het lompenmagazijn van den heer Tree aan de Spoorstraat, waar zij zich meester maak ten van 5 rolletjes dubbeltjes, te samen 60.Ze gebruikten het geld voor snoe- Er schijnt nog een derde jongen bij het homplot betrokken te zijn. Twee vrouwelijke bandieten hebben, in gezelschap van een mannelijke partner, een postwagen bij Pershore (Worcestershire) aangehouden en verscheidene postzakken gestolen. De roof werd gepleegd met behulp van een gestolen auto, waarin de bandieten ontkwamen. De politie verdenkt het drietal ervan, ook de hand te hebben gehad in eren soort gelijke onderneming, die een week tevoren te Aberley bij Stourbridge werd gepleegd en waarbij verscheidene postzakken wer den gestolen uit een postkantoor. De ban dieten hadden bij hun jongste roof-expe- di'ie hun auto dwars over den weg ge plaatst, zoodat de postwagen op den smal- len weg moest stoppen. Een gemaskerde man sprong uit den auto, hield den bestujir- der van den postwagen een revolver onder den neus en riep: „Heb je poststukken bij je?" De bedreigde antwoordde bevestigend en de bandiet gelastte hem, ze uit den wa gen te halen. Daarop kwamen er twee andere perso nen uit den autö, met revolvers in de hand. Het waren als mannen verkleede vrouwen, zooals uit haar figuur en houding bleek. Zij hadden petten op, waaronder heur lange haren vandaan kwamen. Ook deze „dames" droegen maskers. Met een hooge stem gelastte één harer den postman, een eindje den weg op te loopen. De man liep ongeveer 50 me er ver. Toen schreeuwde de vrouw: „Sta stil, of ik schiet!" i De mannelij"ke bandiet sloeg met den ha mer den sluitboom aan den achterkant van den postwagen stuk en één der vrou wen haalde de drie postzakken eruit en wierp ze in den auto. Daarna riepen zij de vrouw, die met haar revolver den postbe ambte in bedwang hield, waarop het drie tal in den auto sprong en met angstwek kende snelheid in de richting van Chelten ham verdween. Later op den dag werd de gestolen auto bij Bishops Cleeve langs den weg gevon den, ongeveer 3 mijlen van Cheltenham. Toen de auto achtergelaten werd, zag een arbeider, hoe twee der inzittenden, die vrouwenkleeren droegen, langs een anderen weg dan de mannelijke inzittende zich wegspoedden. I Een deel der gestólen brieven was ge adresseerd aan Besford Court, een Katho lieke instelling bij Defford, zij bevatten waarschijnlijk een aantal giften van liefda dige personen. De Engelsche politie doet ijverige paspo- ringen naar de drie bandieten, die den postroof bij Pershore gepleegd hebben. Volgens het signalement dat van één der twee vrouwelijke bandieten bekend :s, is dezen op beide armen getatoüeerd, zoodat ze altijd lange mouWen draagt om de ver raderlijke teekens te verbergen. Het hoofd der bende is bij de politie be kend. Hij heet Walker en kent alle wegen in Worcestershire op z'n duimpje, daar hij jarenlang postauto's heeft bestuurd als chauffeur van een vervoer-maatschappij. Een nieuwe methode van bankbiljetten- vervalsching heeft in Zuid-Du'tsdhland in gang gevonden. Ze is ook in juridisch op zicht niet oninteressant, daar uitsluitende echte biljetten voor de vervalsching wor den gebruikt. Een tiental biljetten van dezelfde soort en waarde wordt deyvijze doorgesneden, dat de snede bij elk vo'gend biljet onge veer 154 centimeter verder ligt. Men leg' nu het kleinste deel van het eerste biljet naast het grootste van het tweede, het kleinste van het tweede naast het groot ste van het derde, enzoovoorts. Bij elk van deze biljetten komt men dus 155 c.M. te kort. Ze worden daarom aan beide zijden aan elkaar-geplakt met een doorschijnend stuk papier. En zoo houdt men op de tien biljetten een iiljet over, heeft men er van de tien elf gemaakt. Het eigenaardige nu is, dat deze biljetten inwisselbaar zijn. Immers, volgens paragraaf 32 der bankwet moet de rijksbank alle beschadigde bankbiljetten inwisselen, wan neer ze grooter zijn dan de helft van een onbeschadigd biljet, wat hier inderdaad het geval is.' De vervalscher kan dus met zijn elf valsche biljetten naar de bank gaan, daar nieuwe er voor in de plaats krijgen en zijn spel opnieuw beginnen. Intusschen, zoo gemakkelijk is de zaak toch ook weer niet. Door wederrechtelijk twee niet bij elkaar behoorende biljetten 26 Dat moet men overlaten aan God, vader, die de harten neigt. Ik wacht geduldig, Esther, Avant hoe geslo ten gij ook zijt, ik weet waarom gestreden wordt en ken den prijs. Zij zweeg, kennelijk wilde zij het onder zoek vermijden, dat hij wilde instellen, et. hij ging voort, terwijl hij zijn doel vaster m het oog hield. Menigmaal denk ik, dat gij het Lenz verschuldigd zijt, de lesuren op te geven ik heb met zekerheid vernomen, dat de president van het consistorium het hem kwalijk neemt, dat hij in een joodsch huis onderricht geeft. Voor het eerst kleurde zij, de misnoegd heid deed haar het bloed naar de wangen stijgen. Dat moet hij zelve weten, hij zoude zich beleedigd gevoelen, als ook ik mij de vrijheid veroorloofde hem onder curateele te stellen. Mij zoude in zijne plaats, zulk een dwang onverdragelijk zijn, hetzij die werd opgelegd door de openbare meening of door den hoogmoed van een hoofd. Een predikant moet zeer voorzichtig zijn, hernam de vader, om niet te zondigen tegen het licht kwetsbare godsdienstige gevoel zij ner gemeente. Laat mij geheel openhartig zijn, Esther, men beschouwt deze lesuren als een geschikt voorwendsel voor hem om ,uwe liefde te winnen. Gij weet, dat men dwaalt, vader, zeide zij bedaard. Lenz aanvaardde zijn ambt zonder mij te kennen, er bestond niets, waartoe een voorwendsel noodig was. Waar ik vervol gens na verloop van tijd de hoogste veree ring en hoogachting voor hem koesterde, waar ook hij mij zijne achting schonk, zoo zie ik daarin noch eene verkorting van zijn waardigheid, noch een overtreding van zijn ambt, die afkeuring zoude verdienen, van de.zijde zijner hoofden. Een protestantsch geestelijke zal evenwel eene jodin niet achten, Esther; hij zal haar beklagen, of bekeeren. Opnieuw bloosde zij. Lieve vader, hij 'enkt noch aan het een, noch aan het ander, Uwe dochter, en ik gevoel mij dit in iedei opzicht, kan nooit een voorwerp van mede lijden zijn. En wat de bekeering betreft op mij heeft niets uitwerking, ,dan mijne eigen overtuiging. Geen liefde zou mij kunnen lok ken, geen bedreiging weerhouden, als ik wankelde, dat weet hij en dat weet ook gij. Ik ben geen Naomi die zegt: „Uw land zal mijn land en uw God zal mijn God zijn". Ik kan niets doen tegen mijne overtuiging, zelfs niet ter wille der liefde, Een geluk, op leu gen gebouwd, beteekent niets. Aangedaan streelde hij haar hoofd; gij zijt mijne goede, verstandige Esther de hoogste wijsheid is ook de hoogste goedheid. Maar Lenz zal hij even moedig zijn en zij ne liefde 2ich daarmede tevreden stellen? Gij moogt hem niet geringer achten dan mij, hernam zij. Wij hebben nooit gesproken over dat gene, wat ons scheidt. In ons hoog ste streven zijn en blijven wij één. Of ook onze wegen in elkander zullen loopen, dat moet ik eerst zelve afwachten, mijn vader; doen zij het niet, zoo ben ik toch zeker daar van, dat hij er mij niet te minder om zal ach ten. Zegt gij hem, wat hem bedreigt van de zijde zijner hoofden en iaat hem kiezen wat hij wil. En als gij eene Naomi wordt nit overtui ging, zeide hij. Dan laat gij mij heengaan, vader. Er is geen land, geen wet, geen godsdienst, waarbij ik niet uw dankbaar, geh'oórzaam kind blijf. Mijne Esther, zeide de oude man bewogen, de God onzer vaderen zij met u gij zijt de hoogste vrijheid waardig. HOOFDSTUK VIII. De herfst schreed door het woud, niet meer als een vreemdeling, die'biddend huis vesting zoekt, maar als heer en gebieder H> zijn eigendom. Hij maakte opruiming onder den bonten loofdos der boomen en streek in het voorbij gaan de bladeren van de bloemen, die hiei daar nog bloeiden; hij hulde de zon in dichte nevelsluiers, legde witte rijp op de weiden en deed de spiegelruiten van het slot Tannensee rinkelen. Daar binnen hield men zich stil; men bood hem geen weerstand in de van loof bcroofd.e paden van den tuin en liet zich niet mislei den, als de zon een enkele maal haar aange zicht ontsluierde en met matten blik neer keek op de verwoesting. Men bleef in de ka mer waar een helder haardvuur brandde ei. sp'rak over vertrekken. Want, ledig als in den tuin, was het ook in huis geworden. Her- bert en Constantijn waren heen, vele van de •familiën, die tot de naaste kennissen behooi- den, hadden reeds hunne goederen verlaten en de gravin gaf bevel in te pakken. De laat ste weken hadden haar jaren verjongd, hare opgebeurde stemming kenteekende zich in woorden en gebaren, het nieuwe genot en het nieuwe levensdoel, dat de onverwachte grootmoedigheid van graaf Wolf haar bood, bezielde zelfs de eenzaamheid, die haar aij- ders zoo vreeselqk was. Alle zorg over Her berts toekomst, alle angst over eigen toe stand waren verkeerd in louter geluk en had den haren moed zoozeer gestaald, dat zij het weltevreden eenige weken langer in Tannen see uithield, tot haar huis in de residentie, overeenkomstig den veranderden toestand, vaardig zou zijn ingericht. Hoe het gekomen was, dat graaf Wolf zich neens zijne familie herinnerd had, wie zijn aart goedgunstig had gestemd, wie hem de omstandigheden had blootgelegd, dat bleei een raadsel, dat den opperjachtraeester veel -neer belang inboezemde dan zijne gemalin. Voor haar had slechts het feit waarde, dat Herbert, bevrijd van alle zorgen onbeperkt in zijne neigingen, met vermeerderde midde len en verhoogd crediet het leven mocht ge nieten. Duizend eergierige plannen doorkruis ten hare hersenen, de gunstbewijzen van ha. aan elkaar fe plakken', "grijpt ie vervaardi ger van deze nieuwe biljetten in het muat- monopolie van den staat, begaat hij der halve valschmunterij. En wordt als «zooda nig ook veroordeeld. Van een der statigste allées in het Gooi, de bekende Kerklaan te Blaricum is de grootste helft der boomen door de beruchte iepenziekte aangetast. Zaterdag a.s. zullen 150 zware olmen, op stam staande van NieuweschansBunde langs den straatweg om geveld te worden, verkocht worden. Alweer gaat natuurschoon daardoor verloren. Vijfhonderd kippen omgekomen. De Wassenaarsche brandweer is Woens dagavond omstreeks acht uur gealarmeerd voor een uitslaanden brand op den Pape- weg te Wassenaar. De kippenmesterij en slachterij van de firma T. H. S. bleek in brand te staan. De arme dieren, die binnen ten prooi waren aan zengende vlammen en verstikkende rook, schreeuwden en kakelden in hun doodsangst zoo hard dat het vanuit de verte reeds te hooren was. De brandweer maakte zich zoo spoedig mogelijk gereed om water te geven, maar het vuur had zich reeds van het geheele gebouwtje meester gemaakt. Niets dan de kale muren bleven staan. Ruim 500 kippen kwamen om. De politie stelde een onderzoek in naar de oorzaak van den brand maar heeft nog geen enkel feit, dat zekerheid heeft kunnen vinden. EEN VERGETEN MARKT. Woensdag kwam een veehandelaar met koeien te Woerden in de stad, waarop de marktchef vroeg wat dit beteekende. De koopman antwoordde, dat hij koeien kwam markten op de namarkt welke bij verorde ning is vastgesteld, veertien dagen na de groo te najaarsmarkt te houden. Blijkbaar had noch het dagelijksch bestuur der gemeente noch het marktpersoneel aan dezen marktdag gedacht en in groote haasf werden palen gezet en draad gespannen, waaraan ten'slotte ongeveer 100 koeien kwa men te staan. De markt had hoegenaamd geen vertraging. Voor de Arnhemsche rechtbank is Dins dag behandeld de zaak tegen de 60-jarigen directeur van het Chr. Tehuis voor Zenuw patiënten „Ons Genoegen" te Drempt, be schuldigd van wederrechtelijke vrijheidsbe rooving. Verdachte had een der verpleegden tegen zijn wil gedurende drie a vier weken op gesloten in een klein kamertje van twee bij anderhalven meter. De patiënt was thans in het gesticht te Geheel (België) opgenomen en kon niet worden gehoord. Zijn beëedigde verklaring werd voorgelezen en daaruit bleek, dat de directeur dikwijls hardhandig tegen zijn patiënten optrad. De patiënt in kwestie werd eens in het gezicht geslagen, omdat hij niet naar de kerk wilde; ook is hij eens door den directer geschopt. Op 24 Augustus werd de patiënt gesommeerd om vuilen rommel, welken hij veroorzaakt had te gaan opruimen. Hij moest daartoe met een laddertje op een dak klimmen. De di recteur schudde aan de ladder en spoorde den patiënt tot haast aan. Bij het beneden komen keek de directeur zóó vertoornd, dat de patiënt den bezem ophief om hem te slaan. De patiënt is toen naar zijn kamer gestuurd en werd i een dag later gebracht naar het kleine kamertje waarvan in de dagvaarding sprake is. Zijn bovenkleederen werden hem afgeno men én de deur van de kamer gegrendeld. De patiënt kreeg regelmatig voedsel, maar verder trok men zich niets van hem aan. Er was in de kamer één raam, maar de patiënt moest op het ledikant gaan staan om'er door te kunnen zien. De directeur kwam nooit kijken; een paar maal gooide hij eens een krant naar binnen. Een als getuige gehoord werkman, die de ruzie bij de ladder had gezien, verklaaVde dat de patiënt nooit bijzonder lastig was. Een dienstbode in het Tehuis verklaarde, dat de directeur wel eens wat driftig was, maar hij was altijd goed voor de patiënten. De patiënt was' volgens haar lastig. /De als getuige gehoorde tuinknecht van het tehuis vond het vreemd, dat de patiënt in het kamertje was opgesloten. Getuige heeft gezien, dat de directeur den patiënt wel eens mishandelde. De geneesheer, die eens per week den patiënten van het Tehuis bezoekt, heeft den indruk, dat de directeur wellicht wat driftig is, maar in geenen deele slecht voor de patiënten. Het wi» hen, niet bekend, dat de directeur met de opsluiting van den patiënt zijn boekje te buiten ging. De pa tiënt ging uit zichzelf drie weken op bed liggen en dit beviel hem best. Het deed hem geestelijk en lichamelijk veel goed. De pa tiënt was zeer lastig. De verdachte bekende de feiten. Hij wees er op, dat hij den patiënt om den anderen dagbezpcht en hem kranten én tijdschriften bracht Hij ha,d er meermalen op gezin speeld, dat de patiënt zou worden vrijgela ten, wanneer deze excuses maakte. De subst.-off. van justitie mr. Lasonder beschouwde de zaak als een vrij ernstig ge val van vrijheidsberooving. De behandeling van den patiënt was ruw, onverstandig en ongemotiveerd. Verdachte kan zich niet be roepen op onwetendheid met betrekking tot de wettelijke bepalingrti. Het is een eerste eisch, die aan gestichtsdirecteuren mag wor den gesteld dat zij weten, wat de wet met betrekking tot hun bevoegdheid, voorschrijft. ren zwager wierpen alle bedenkingen van haren e-chtgenoqt over boord, zij waren haat eene borgstelling voor de rijke erfenis. In het publiek kreeg deze meening grond daardoor, dat niet Herbert zelve, maar de heer Nathan Ruben zich met de schuldei- schers verstond; hij verbreidde eene welda dige zekerheid omtrent de goede verstand houding der bloedverwanten onder elkanciet eji herstelde als door een tooverslag rog eens het verloopen crediet, ook van den opperjachtmeester. Maar niet alleen in fi nancieel opzicht, ook iiv Herberts huwelijks plannen maakte de goedgunstige beschikking van graaf Wolf eene verandering. Gewond en bloedend, zooals de gravin haren zoon het slot zag binnenkomen, zonken alle plannen in het «iet vqor den schrik, die haar verlamde; zij zag alleen het tegen woordige en hierin het gevaar, dat het zorgende moederhart duizendmaal vergroot beschouwde. Want in waarheid was het niet meer, dan een licht schampschot en het bloedverlies, waarvoor Constantijn alleen rust bevolen had, niet noemenswaard. Herbert had in zijn tegenwoordige stemming geen middel zoo bcgeerig kunnen aan grijpen, als juist dit; hij benuttigde het tot het lijden van een besloten, ongestoord familieleven, dat hem, zonder in het oog te vallen, een ongedwongen verkeer met Magdalena verschafte en hem gelegenheid genoeg aanbood, om de geliefde, zij het ook steeds v<A>r korten tijd, aleen te zien en te spreken. «oe goed zijt gij, zeide de kleine Hortense ZATERDAG 13 NOVEMBER. HILVERSUM, 1050 M, 12 Poliüeber. 44.45 Pianoconcert door Mej. Johanna Heyman 4.305 Concert door bet H. D. O.-orkest 55 30 Duitsche les voor beginners 5.306 Fransche les voor beginners, 66.45 Concert door het H. D. O.-orkest, Operette-muziek 6 45 7.45 Cursus voor boekhouden en Han delskennis 7.45 Politieber. 8.10 V. A R.-programma. Zangver. „D« Blauwe Vaan", Baarn, o.l.v. Meyer Smeer, Mej. Truus Post, declama, Piet Lenfz, cello, Nora Kinsbergen, begeleiding, 1. Opening, 2a. Vrij, O de Nobel, b. Choral 63, Mat- theus Passion, Bach, c JLantezang, Brum- melen en Roeske, 3a. Van een Konings dochter, Swarth, b. Aan een brabantse leeuwerik, de Mont., declamatie, 4. WaL desruhe, Dvorak, cello, 5. Rede door Ds. G. Horreus de Haas, over: De trillingen, van den aether, 6. Rondo, Dvorak, cello, 7a Mattenvlechters van Genemuyren, v. Collem, b. 't Schrijverke, Guido Gezelle, c. Ik ben van den buiten, de Clerq, de clamatie, 8a. Sterren, staan te branden, Vos en Koop, b. Litanei, Schubert, c. De Blauwe Vaan, de Nobel, koor. 10 Persberichten. DAVENTRY, 1600 M. 3.20 Concert door de militaire band. V. Chatterton, sopraan; A. Vaughan, contra alt; F. Kelsey, bariton 5.20 Lezing; The English as seen bij Pierre de Coulevain 5 35 Kinderuurtje 6.20 Balladen-concert. M. Bennet, sopraan, H. Heyner, bariton; W. Small', viool; M. Cole, piano 7.20 Tijdsein Big Ben, weerber., nieuws, Lezing; The temple of heaven, Peking 7 50 „Happy returns". De radio dansband en vocale solisten. 8.50 H. Henschel, liedjes bij de piano. H. SamuM, piano 9.20 Birthday-pragranw ma 10.20 Tijdsein, weerber., nieuws 10.35 „Die Miillerin", Schubert, S. Wilson, tenor 10.5012.20 Dansmuziek van het Savoyhotel. PARUS „RADIO-PARIS",.1750 M. 12.58 2.10 Concert door het Locatelli, Mme. Fery, zang. 5.055.55 Orkestconcert 8.50 Concert. Orkest, Mmes Baudry, Coif- fier, Wallet, zang. KÖNIGSWÜSTERHAUSEN, 1300 M. «v BERLIJN, 504 en 571 M. 7.50 Lezing. 8.20 Dansmuziek van Chopin, Strauss en Waldteufel. 9.5011.50 Damsmuziekj door het orkest Ette. BRUSSEL, 487 M. en ANTWERPEN, 265 AL '5 206.20 Orkestconcert. Mme. Lietard, zang. 8.50 Concert en Mme. Berth?, zang. 9.50 Lezing, 10.1010.50 Dans- muzieTc. MÜNSTER, 410 M, 12.50—1.50 Orkerieot*. eert, 3.204.40 Kinderliedjes door or kest en sopraan. 4.455.05 Lezing. 5.055.50 Balladen, van Schiller en Goetha 5,506.20 Radiopraatje. 6 407.50 Lezingen. 7.509.50 „Der Dichter", „Die Wahrsagerin" en „Der Schwicgervater", kluchtspelen. Daarna dansmuziek. De eisch luidde 200 boete subsidiair 30 dagen echtenis. j De verdediger, mr. C. de Kempenaer Jr., achtte het bewijs niet geleverd en ennnti». deerde tot vrijspraak. Uitspraak 23 October. BEN OMAR, DE ARABISCHE GOO CHELAAR. Voor de Vierde Kamer der Amsterdam- sche rechtbank heeft Woensdag terechtge staan de 26-jarige Arabische koopman Ab- doel Jahia Mohamed ben Omar, geboren te Sansoun aan den oever van de Zwarta^Zee. Deze Arabier die zich uitgaf voor „com- mer^ant" in jilweelen werd ervan beschul digd in de maanden Juli en Augustus j.l, verschillende winkeliers bedragen afhandig te hebben gemaakt tot een gezamenlijk be drag van 160. Hij placht sigarenwinkels ook een maal een parfumeriewinkel en een delicatessenzaak binnen te treden, een kleinigheid te koopen en dan te betalen met een bankbiljet van 100. In gebrekkig En- gelsch vroeg hij dan bepaalde soorten wis selgeld terug, zulks omdat hij, naar hij zeide, kleingeld noodig had voor fooien, die hij moest uitdeelen op het schip, waarmede hij des middags naar Engeland zou vertrekken. Later als de betreffende winkeliers hun kas opmaakten, kwamen zij evenwel tot de ontdekking, dat ze een tekort van 2075 hadden, waardoor het vertrouwen in den eleganten Arabier uit den aard der zaak zeer geschokt werd. De verdachte bleek slechts Arabisch te spreken, weshalve de vierschaar een tolk had gerequireerd, die de vragen overbracht. Verd, verklaarde ten stelligste het hem ten laste gelegde delict niet gepleegd te hebben en riep, terwijl hij in zoetvloeiend Arabisch een oratio pro domo hield, met het gelaat naar het Oos ten gewend, Allah en Mohamed aan, telken male als een als getuige gehoorde winkelier pertinent kwam verklaren, dat hij de Ara bier was geweest, die den winkel i. c. bezocht had. De eigenaar van Hotel „Het Wapen van Friesland" en diens huishoudster deelden ruede, dat verd. verschillende keeren bij hem had gelogeerd. Herhaaldelijk had verd. bij hen klein geld ingewisseld voor biljetten van 100. De subst. Officier van Justitie, mr. Wolf- son, was ervan overtuigd, dat verd. naast juweelenhandelaar ook goochelaar moet zijn geweest, want met cfe bankbiljetten blijkt hij steeds op zeer handige wijze gemanipuleerd te hebben. Spr. achtte het wettig en over tuigend bewijs geleverd en eischte, ter zake van verduistering, driemaal gepleegd, en op lichting en diefstal, een gevangenisstraf van één jaar. De verdediger mr. Giltay Veth Jr., zeide dat slechts het resultaat van het misdrijf, n.L het verdwijnen van het geld geconstateerd werd niemand der getuigen is overigens in staat te verklaren het geld te hebben zien ver dwijnen. PI. achtte op deze gronden een veroordee ling onmogelijk en vroeg vrijspraak' dikwijls teeder, hoe schoon is zij, zeide de opperjachtmeester somwijlen, terwijl hij haar bewonderend nastaarde. Haar ge heim maakte haar niet nalatig, noch droomerigr het verhoogde slechts haar innerlijk leven, het ontwikkelde hare talen, ten, die zij minder had gevoed in den tijd, waarin zij in de onzekerheid leefde en zij stond opwekkend en wegsleepend te mid den van een kleinen kring, die door Her- berts ziekte zoo was verminderd. Nu speelde en zong zij ook weer het was haar alsof zij te voren nooit had gezongen Geene aria's uit de opera, zeide de gravin; dat hooren we spoedig beter in de stad. Een jong meisje als gij, moet altijd slechts kleine liederen volksliederen zingen. Mij dunkt, dat men die muziek welke men uit sluitend gehoord heeft en die natuurlijk in huis gewoonlijk werd gezongen, het beste kan uitvderen. Herbert zweeg voor de overigen, maar zijne woorden spraken in iederen blik, dien hij in het geheim op haar richtte, in iederen handdruk. Somwijlen dacht zij toch aan de toekomst en kwam de bange vraag in haar op, wat er van haar zou worden, als hij in Londen in zijne betrekking zou zijn teruggekeerd en nieuwe indrukken en ver meerderde beroepsplichten, andere men schen en andere zeden zich gebiedend zouden plaatsen tusschen hein en den kor ten liefdesdroom. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 6