'Jit de Pers.
PUROL
De spoorwegramp bij de Vink.
öij Ruwe.
SchraleHuid
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Vierde Blad Zaterdag 13 Nov. 1926
Persstemmen over de aanneming
«e van het verdrag
NederlandBelgië.
KERKNIEUWS.
BÏNNENLANDSCH NIEUWS.
ftNw
Onder de Radio-berichten: De onderhandelingen in het Britsche
mijnconflict zonder resultaat. Opening der Fratische Kanter. Polncaré
wenscht een sneüe afdoening van zaken. Een groot aantal interpellaties
uitgesteld.
Het geschil in de Britsche
mijnindustrie.
•De mijneigenaars en
re regeering.
De mijnwerkersconferentie
verdaagd.
De electriciteitsvoorziening.
Opening van de F ranse he
Kamer.
Uitstel van de interpellaties.
Het vonnis in het proces-
Gadicke.
Mgr. dr. Nolens.
Radio-onderwijsdienst van het
onderwijsfonds voor de
binnenscheepvaart.
Armenzorg en woning
toestanden.
De stier van Schaper.
Een telegrafische geluk
wensch.
De automobielen en de
Personeele belasting.
van Handen 1
en Gelaat
Doos 30-60-90ct.
De Zuiderzeewerken.
Derde dag van hel openbaar
onderzoek.
Melkoorlog te Leiden.
Het hooge water.
Brandstichting in een kapelletje
Valsche rijksdaalder,
Waarschuwing.
GEMENGD NIEUWS.
Twee typhus-gevallen
te Vaals.
Ernstig verkeersongeval
te Rijswijk.
FINANCIËN.
Een Marokkaansche leening
hier te lande.
UITLOTINGEN.
Uitloting rentelooze Obligatie
leening van den R.K. Dioc.
Land- en Tuinbouwbond in hei
Bisdom Haarlem.
MARKTNIEUWS.
Het „Centrum" schrijft:
„De Kamer was bij de stemming bijna
voltallig, zooals men trouwens bij deze ge
legenheid kon voorzien, en de verwachting
der tegenstanders, die ook na de groote rede
van den Minister nog op een verwerping van
het ontwerp min of meer schenen te reke-
.nen, is niet verwezenlijkt.
Wel bedraagt de meerderheid, waarmede
de Kamer hare goedkeuring aan het trac-
taat schonk, slechts enkele stemmen.
Maar er is ook zelden tegen een ontwerp
een zoo hevige campagne gevoerd, als thans
het geval was, waaruit vanzelf een zekere
stemming van bezorgdheid, van aarzeling en
weifeling moest ontstaan.,
Buitendien valt het bij een zaak als deze
moeilijk, zoo niet onmogelijk, met bewijzen
te werken.
Men kan nu eenmaal niet vooruitloopcn
op de toekomst, en men kan niet aan de
hand van feiten, die nog in 't verschiet lig
gen, de verzekering geven, dat dit of dat wèl
of niet zal geschieden.
Zoo stond herhaaldelijk bewering tegen
over bewering, waarbij dan van de zijde
der tegenstanders zeer sombere profetieën
werden vernomen met zulk een aplomp,
alsof zij als helderzienden in de toekomst
konden lezen.
Minister van Kar neb eek bleek de vorige
week reeds vcor een deel de tegenstanders
slissingen, waartoe de Tweede Kamer is ge
komen.
Wij zullen niet napleiten, en volstaan met
onze verbazing en ergernis te uiten over
dezen uitslag, waarmede, wat men er ook
verder van zeggen wil, zeker niet is weerge
geven wat in de massa van het volk in
is omgegaan, en dat zonder
ook bittere teleurstelling'zal
deze dagen
twijfal dan
verwekken.
Na erop gewezen te hebben, dat de
grootschheid vanhet oogenblik niet tot alle
Kamerléden scheen doorgedrongen te zijn
en daardoor de stemmingen van nietige
overwegingen zijn afhankelijk geworden be
sluit het blad:
Eene eenigszins pijnlijke beslissing ver
wachtten wij, toen wij eenige weken geleden
de balans opmaakten. Het is helaas eene
zeer pijnlijke beslissing geworden, omdat zij
menig vaderlander getroffen zal hebben m
het hart. Aan wie er toe medewerkten, en
die de toekomst van ons land eraan waag
den, is daartegenover slechts de.... magere
hoop, dat nu de Belgen eindelijk tevreden
mogen zijn
Wel bekome het hun.
De hoefijzercorrespondent van het „Hbl."
schrijft:
Met 50 tegeen 47 stemmen aangenomen.
Voor den Minister een Pyrrhus-overwin-
ning (de Eerste Kamer moge hierop de
nederlaag brengen), voor de heeren Heems
kerk en Albarda een voldoening, voor
Monseigneur Nolens de zegepraal. Want
hij is, ook nu weer, door zijn werken achter
hij zjcK op uiterst laatdunkende wijze over
den officier van justitie heeft uitgelaten.
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal
Dinsdag a.s. geen audiëntie verleenen.
bouwen sluizen en van het vale van den af- hetwelk als reclame op het perron van het
sluitdijk tusschen de sluizen en de Friesche station S.S. te A dam is aangebracht, heeft
kust, tewijl ook een begin zal worden ge-ide minister van Waterstaat thans geant-
maakt met de verhooging van den Frieschenl woord.
zeedijk benoorden de afsluiting, indien tijdig' De heer Van der V egte deelt allereerst
overeenstemming met de betrokken besturen
te hebben overtuigd van de onjuistheid der de sd'ermen, de eigenlijke bewerker van dit
geopperde grieven. resultaat, dat wij met groote bekommering
De oppoAie was min of meer versmald. I beschouwen en dat stellig met wordt gedra-
En de inhoud dier rede maakte het waar-
gen door de ove-tuiging van de groote meer
derheid des volks.
De ,,N. Ct." besluit zijn Kameroverzicht
aldus:
Enthousiasme was er niet. Het leek wel,
alsof de overwinnaars nu deze overwinning
ietwat schuw waren, om den Minister te
gaan gelukwenschen. De heer Braat zelf gaf
echter het voorbeeld en toen volgden er
meer. Even later stroomde de zaal leeg.
Zullen de genoemde^ Katholieken en de
communist niet berouw hebben over hun
byper-principiëel standpunt? Dat er geen
herziening van dit Verdrag beproefd word'
althans indien de Eerste Kamer zich
tegen" uit te brengen, van invloed is ge- eveneens met het Verdrag yereenigt, het.
6 - - geen nog allerminst vaststaat is hun
schijnlijk, dat er in de Kamer een meerder
heid zou zijn, die hem, ook in dit geval,
haar wantrouwen zou schenken.
De „Maasbode" geeft het „toeval" voor
'een groot deel de schuld van de gevallen
beslissing.
Eén zekere (de heer Dresselhuys) en twee
Vermoedelijke tegenstanders (de heeren van
Voorst en Scheurer) ontbraken wegens ziek
te op 't appèl. Waren zij aanwezig geweest,
het Verdrag zou misschien ten slotte ver
worpen hebben moéten heeten. Bekend is
bovendien, dat de ziekte van den heer
Schouten, die alleen bij machte was zijn
■weest op de houding van een deel der anti-
revolutionnaire fractie.
Maar wat er zij van de ontwikkeling der
stemverhoudingen en de werking van het
„toeval": het land staat voor de beslissing
yan zijn Kamer.
De lezer kent, uit hetgeen wij schreven
Over het Verdrag, ons oordeel ovër deze
beslissing, en bevroedt de stemming, waarin
zij ons heeft gebracht. Over een en ander
breedvoerig uit te weiden heeft weinig zin.
Kon het Verdrag op zich zelf, krachtens
ïijn wording en inhoud, reeds niet worden
toegejuicht als een goede basis voor de
Nederlandsch-Belgische betrekkingen en
vooral niet, zoolang zijn hoofdbezwaar het
bleef aankleven wie zal durven beweren,
dat met deze, op het kantje genomen en
gedeeltelijk door het „toeval" beheerschte
beslissing de grondslag is gelegd voor 'n
hartelijke toenadering tusschen de beide
volken?
Voor toekomstbeschouwingen is het ove
rigens thans nog niet de tijd. De Eerste Ka
mer heeft haar woord nog te spreken. En
meer dan eens heeft men kunnen hooren,
dat het Verdrag daar een zwaarderen dob
ber zou hebben dan aan de andere zijde van
het Binnenhof.
Zal de Senaat èn in het Verdrag èn in
de „overwinning", die het in de Tweede
Kamer heeft behaald, aanleiding vinden tot
cassatie van het Kamerbesluit? Vermoedelijk
schuld: de motie had met hun hulp aange
nomen kunnen worden.
Het woord is nu aan de Eerste Kamer.
Veler hoop zal op haar gevestigd zijn.
De Kameroverzichtschrijver van de „Tel."
besluit met een lyrische ontboezeming:
Aan de ministertafel kleine figuur in zijn
grooten stoel zit Van Kamebeek, nog roer
loos. Wat moet er in dit oogenblik, als de
voorzitter afroept, 50 vóór en 47 tegen, in
hem zijn omgegaan. Kroon op zijn moeilijke
werk. maar ook kroon op het edele fiere
hoofd van de Nederlandsche Maagd, door
hem geleid naar de nobele daad, die der
breede internationale gedachte.
Kroon, door Van Karnebeek eerbiedig op
dat hoofd gedrukt.
Reeds drukten handen de zijne. Kleine
figuur met tengere schouders, maar schou
ders, die zulk een zwaar Tractaat dragen
naar het. groote internationale doe!
Het is alsof dit oogenblik daar in het
Nederlandsche parlement twee staten, broe-
derstaten, elkaar warm de hand drukken,
het is of in deze donkere na-oorlogsche
'ijden van nog te wrang-egoïstisch nationa
lisme even een heldere blik in de groote
toekomst geworpen wordt, toekomst van ge
zamenlijke welvaart door toenadering der
volken en het wijken van grenzen. Het is of
men de steenen hoort vallen van de kas
teden der middeleeuwsche grensmuren,
waarvoor in deze modern-economische tijden
geen plaats meer is.
zal op het antwoord van deze vraag niet j 3ef,n plaats meer is.
al te lang behoeven te worden gewacht. ®n wonderlijk toevallige coïncidentie.
I ue broederhand gereikt op Wapenstilstands-
De „N. R. Ct." spreekt van droevige be- dag.
f Het belangrijkste punt van de onderhan
delingen over het kolenconflict is, dat de
r-egeering thans haar definitief besluit zelf
standig heeft openbaar gemaakt, n.l. buiten
de mijneigenaren om een beslissing te ne
men en het vergelijk met de mijnwerkers,
zoo dit bereikt wordt, in een wetsontwerp
te belichamen. Het eenige zwakke punt
'daarbij is, dat als de mijnwerkers en de re
geering het met elkaar eens worden over de
instelling van eén nationaal hof, de eigena
ren de arbitrage kunnen doen mislukken,
door te weigeren districtscontracten te slui
ten en alleen persoonlijke contracten tus
schen mijneigenaren en mijnwerkers te er
kennen. Dat is evenwel onwaarschijnlijk.
De onverbiddelijke houding der mijneige
naren, die wederom is gebleken in een sen-
sationeele verklaring van gisterenmorgen,
waarbij gezegd werd, dat het regeerings-
voorstel niet steunt op een overeenkomst
tusschen de regeering en de werkgevers,
heeft in en buiten het Lagerhuis een slechten
indruk gemaakt en het lijdt geen twijfel, of
de regeering zal stellig een wetsontwerp
als het bovenbedoelde, zonder moeite door
het parlement bekrachtigd krijgen.
De mijneigenaars hebben gisterenmorgen
een verklaring gepubliceerd, waarin zij een
eenigszins critische houding aannemen te
genover de voorwaarden der voorgestelde
regeling van het geschil in de mijnindustrie.
De regeering antwoordde daarop met een
verklaring, waarin zij toegeeft, dat de voor
gestelde voorwaarden geen accoord niet de
eignaars voorstellen, doch voegde hieraan
toe: „indien de voorwaarden, door de mijn
werkers worden aanvaard en uitgevoerd,
zal de regeering onafhankelijk tot de door
haar voorgenomen wetgevende maatregelen
overgaan."
De conferentie van gedelegeerden dei-
mijnwerkers is tot hedenochtend tien uur
Verdaagd.
Het Engeltsche Lagerhuis nam met 201
tegen 70 stemmen in derde lezing het wets
ontwerp aan inzake de electriciteitsvoor
ziening. Dit ontwerp plaatst de centralen
van alle particuliere en gemeentelijke on
dernemingen in Groot-Brittannië onder één
centraal gezag.
Het meerendeel der politieke Kamergroe-
pen kwam gisterenochtend bijeen. De so
cialistische groep nam twee moties aan,
v/aarin zij duidelijk stelling neemt tegen 't
Kabinet, Zij zal tegen uitstel van de inter
pellaties stemmen en krachtig tusschenbeide
komen in de financieele besprekingen tot
het leveren van critiek op de regeerings-
politiek en een algemeen debat uitlokken
over de buitenlandsche politiek.
De commissie van financiën besloot met
zeer groote meerderhed de door de regee
ring voorgestelde procedure te aanvaarden
nopens dc methode van bespreking van de
begrootingen, n.l. geen algemeene discussies
dan na de behandelng van de begrootng van
utgaven..
De Kamer besloot met 365 tegen 207
stemmen tot uitstel van de interpellaties.
In den Senaat vroeg Barthou uitstel van
de interpellaties in verband met het feit dat
de behandeling van de bcgrooting voor bet
oogenblik de belangrijkste zaak was. Noch-
thans zullen de interpellaties nopens de ju
ridische en administratieve van dc besluiten
belrefiende deze hervormingen. De Senaat
stelde de vaststelling van een datum tol het
bespreken van de interpellaties uit.
De officier van justitie te Landsberg heeft
verzet aangeteekend tegen het vonnis in de
zaak-Giidicke.
Men neemt algemeen aan, dat tegen den
president van de jury dr. Wessling een dis
ciplinair onderzoek zal worden ingesteld,
niet alleen wegens de zeer eigenaardige mo
tiveering van het vonnis, maar ook omdat
Mgr. dr, W. H. Nolens is eden, Zaterdag,
30 jaar lid van de Tweede Kamer.
Donderdagavond heeft de Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Mr.
M. A. M Waszink den radiodienst voor
vakonderwijs voor de binnenvaart van het
Onderwijsfondsvoor de Binnenvaart via den
zender van den H» D. O. te Hilversum ge
opend.
Mr. Waszink wees op de groote beteeke-
nis van het wérk, dat het Onderwijsfonds
voor de Binnenvaart in het belang van de
binnenvaart en van de gemeenschap heeft
gedaan. Aan het slot van zijn rede deelde
spr. mede, dat H. M. de Koningin den heer
Qt Q Nuy, voorzit ter van de Commissie van
Toezicht op de Binnenvaartscholen te Rot
terdam en voorzitter van de Radio-commis
sie van het Onderwijsfonds voor de Bin
nenvaart, als erkenning voor de diensten,
die hij aan het vakonderwijs voor de bin
nenvaart heeft bewezen, benoemd heeft tot
officier in de Orde van Oranje Nassau)
„Terwijl ik aldus besloot de Minister
met deze eervolle onderscheiding zoowel den
heer Nuy als het Onderwijsfonds voor de
Binnenvaart van harte gelukwensch, ver
klaar ik den radiodienst van dit fonds voor
geopend met de bede, dat Gods zegen zicht
baar moge rusten zoowel op dit nieuwe in
stituut als op geheel onze nijvere schippers-
bevolking."
Dit is de eerste onderscheiding, die per
radio werd medegedeeld.
Vervolgens gaf de heer G. C. Nuy, na
H. M. de Koningin dank gebracht te hebben
voor de hem verleende onderscheiding, een
korte uiteenzetting van het doel van den
radiodienst van het Onderwijsfonds voor de
Binnenvaart.
Mr, Droogleever Fortuyn over het systeem
der controle-woningen. H. M, de Konigin-
Moeder op het Congres der Ned. Ver. v.
Armenzorg.
In de Ridderzaal te 's-Hage werd Vrijdag
geopend het tweedaagsch congres der
Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg
en Weldadigheid. In de ochtendvergadering
werd, na een openingswoord van den voor
zitter, Mr. dr. A. F. Baron van Lijnden, door
den secretaris et jaarverslag voor.
Het ledental ging iets achteruit. Het vorig
jaar bedroeg dit 1C04, thans totaal 980. Van
een toetreden van nieuwe leden was nauwe
lijks sprake.
In de bestaande vacatures in het bestuur
werden gekozen de heer H. C. C. Franck,
directeur der Rijkswerkinrichting te Veen-
huizen, mr. C. P. M. Romme, bestuurslid van
den Armenraad te Amsterdam, mr, F. J. Lis
man, voorzitter van den Armenraad te Gro
ningen, de heer A. C. A. van Vuuren, lid
der Tweede Kamer, de heer H. Snijders en
dr. J. A. baronesse Van Verschuer te
Arnhem.
Als plaats voor de volgende algemeene
vergadering werd Zutphen aangewezen.
In de middagvergadering sprak de voorzit,
ter, mr. dr. A. F. baron van Lynden een
rede uit, waarin hij uiteenzette hoe men niet
alleen oog moet hebben voor den maat-
schappeiijken nood maar ook voor den
geestelijken nood. De groote nood, en de ge
ringe middelen waarover weldadigheids
instellingen beschikken, zouden de overheid
aanleiding kunnen geven de armenzorg uit te
breiden. Maar niet meer dan strikt noodig
is gaan wc den weg op van de overheids
zorg.
Ten slotte heette spr. den vertegenwoor
diger van den minister van Binnenlandscne
Zaken, den heer Van Geelen, hartelijk
welkom.
Te 2 uur werd de vergadering eenige
oogenblikken geschorst, daar H. M. de
Koningin-Modder, die een gedeelte der mid
dagvergadering zou bijwonen, aangekondigd
werd.
Nadat de voorzitter de hooge gast had
verwelkomd, gaf hij liet woord aan mr.
Droogleever Fortuyn tot het houden van een
causerie over „Het systeem der controlê-
woningen."
Spr. ving aan met op te merken, dat dc
slichting van de controle-woningen geen
daad was van weldadigheid, ook niet van
armenzorg.
Enkele groepen gezinnen voor wie geen
gewone woning beschikbaar was, moesten
hun onderdak vinden in het politie-bureau
of in het Tehuis voor Onbehuisden. Aan
beide instellingen waren echter groote be
zwaren verbonderii Zoodoende onstond in
den Haagschen Gemeenteraad het denkbeeld
een woningencomplex te stichten, waar deze
eleménten een onderdak zouden vinden.
Spr. gaf vervolgens een overzicht van de
inrichting van de controle-woningen.
Het is niet de bedoeling geweest, dat de
gezinnen in de controle-woningen blijvend
gevestigd zijn. Integendeel, de bewoners van
de eerste-klas woningen moeten zoo spoedig
mogelijk naar een geheel normale, vrije
woning. Het is ongetwijfeld waar, dat de ge
zinnen, welke thans in de controle-woningen
verblijf houden in veel betere omstandig
heden zijn.
Nadat de heer Droogleever Fortuyn z»)n
rede beëindigd had, verliet H.M. de verga
dering.
Om drie uur begaven de deelnemers aan
het congres zich per autobus naar de con
trole-woningen ten einde die instellingen te
bezichtigen.
kan worden verkregen. Verder zal begonnen
moeten worden met den bouw der bruggen
over het kanaal van EwijksluisOostoever,
waarvoor nog 350.000 noodig zal zijn, ter
wijl ook zal moeten worden overgegaan tot
verhooging van den. oeverdijk en van de
noordelijken havendijk der visschershaven
bij den Oever, welke noodig is gebleken.
Voor het afwerken van den proef polder en
voor de proeven, welke zullen geschieden
onder leiding van een of meer daarvoor aan
te wijzen landbouwdeskundigen, zal voor
1927 nog een bedrag van 80.000 noodig zijn.
Verder is er op gerekend, dat zoo mogelijk
nog in 1926 zal worden aanbesteed het ma
ken van den omringdijk voor den bouwput
van het nabij Medemblik te stichten gemaal
voor den nieuwen polder, ok zal in 1927
moeten worden begonnen met een tweetal
vakken van den dijk MedemblikWieringen
en van een aan het eiland Wieringen bij Den
Oever aansluitend dijkvak met bijkomende
werken.
Nog is gerekend, dat in 1927 begonnen zal
worden met den Moerdijk langs het zuide
lijk van het achter den afsluitdijk door het
Amsteldiep te vormen boezemmeer en met
een in dien meerdijk nabij de Haukes te bou
wen schutsluis, zoomede een keersluis aan
den mond van het scheepvaart- en afwate
ringskanaal langs de Noord-Hollandsche kust,
terwijl eindelijk ook met den aanleg van dit
kanaal en met den bouw van een schutsluis
tegenover Kolhorn zal moeten worden be
gonnen.
In het geheel zal boven de bedragen, wel
ke reeds bij de begrooting voor 1926 werden
toegestaan, voor 1927 zijn te rekenen op
een uitgaaf van 6.500.000 voor de afsluiting
der Zuiderzee en van 6.700.000 voor de in
dijking en droogmaking van de Wieringer-
meer.
Op de vragen van het Tweede-Kamerlid
Schaper, in verband met het „gruwelijk en
bloederig tafereel, voorstellende een stieren
gevecht in zijn meest afstootenden vorm",
mede, dat de plaatsing van stationsreclames
niet aan zijn toezicht is onderworpen.
De minister heeft ten overvloede een on
derzoek in loco doen instellen, doch ook
daarna kan hij geen aanleiding vinden, bij
zondere maatregelen op het stuk van reclame
voor de spoorwegen te overwegen; ook de
ze zijn onderworpen aan de algemeen gelden
de, hiervoor bestaande wettelijke voorschrif
ten.
De oud-leider der S. D. A. P.. Mr. P. J.
Troelstra, heeft den minister van buiten
landsche zaken, Jhr. Mr. van Kamebeek,
telegrafisch gelukwenscht met de aanneming
van het Nederl.-Belgisch verdrag.
De Wijziging van art. 31 der Personeele
Belasting.
In de memorie van antwoord op het voar-
loopig verslag inzake het wetsontwerp tot
wijziging der wet op de personeele belas
ting 1896, deelt de minister van Financiën
mede, dat tegen een regeling, volgens welke
de motorrijtuigen zouden worden onder
scheiden in drie categorieën (n.l. motorrij
tuigen „uitsluitend" in of. voor beroep of
bedrijf, idem „doorgaans" en ten derde alle
overige motorrijtuigen) bij den minister
bezwaar bestaat, reeds omdat het woord
.doorgaans" bij de toepassing der wet zeker
niet tot minder moeilijkheden aanleiding zou
gever, dan het thans gebezigde woord
.hoofdzakelijk". Aan het bezwaar, dat de
houders van motorrijtuigen volgens de voor
gestelde regeling geheel van de administra
tie afhankelijk zullen zijn, kan intusschen
werden tegemoet gekomen, n.l. door de
woorden „of hoofdzakelijk" niet te doen
vervallen, doch te vervangen door: of nage
noeg uitsluitend. Deze verandering wordt
bij nota van wijziging door den minister
voorgesteld.
Wat in 1927 wordt uitgevoerd.
Ingediend is de begrooting van het Zuider-
zeefonds voor 1927. Bij het opmaken dezer
begrooting is er rekening mede gehouden,
dat krachtens de wet tot wijziging der wet
van 20 Dec. 1918, de in een vorig dienstjaar
toegestane gelden, voor zooveel daarover
niet ten laste van dat jaar is beschikt, "P
het nieuwe dienstjaar Worden overgeschre
ven. Met hel oog op de vele werken, welke
in 1927 tot uitvoering zullen moeten ko
men, zal het personeel nog eenige uitbreiding
moeten ondergaan.
Wanneer de bedijking en droogmaking van
den proefpolder bij Andijk, zooals verwacht
wordt, nog vóór het voorjaar van 1927 gereed
komt, zal reeds in den zomer van dat jaar met
dé exploitatie van dien polder een aanvang
kunnen worden gemaakt.
In 1927 zal begonnen worden met den-
bouw der sluizen beoosten Wieringen, met
het maken van den omringdijk van den sluis-
put voor de beoosten de Middelgronden te
Bij het voortgezet onderzoek in zake. dc
treinontsporing bij „De Vink" wed Vrijdag
morgen o.a. gehoord de heer J. H. Tjabring,
hoofdwerktuigkundige te Amsterdam, die
o.a. efkende, dat er verschillende klachten
over de slechte ligging van den weg
Amsterdam-Rotterdam bij hem waren inge
komen, waarvan hij telkens ambtelijk mei
ding heeft gemaakt.
Ook heeft de hoofdwerktuigkundige de
heer A. F. van der Waals uit Rotterdam
verklaard, dat hij klachten gerapporteerd
heeft over de ligging van bepaalde gedeel
ten in den betrokken weg, o.a. op 10 Juni
en 9 Augustus, in welke beide gevallen er
dadelijk werk van gemaakt werd, dat het
euvel werd verholpen.
Op een vraag van den voorzitter hoe deze
baan lag vóór de ballastvernieuwing, welke
op 23 Mei is begonnen, antwoordde get., dal
de baan reeds lang te wenschen liet. De
vernieuwing van den ballast heeft veel ver
beterd, doch gedurende en kort na de ver
nieuwing zijn er wel veel moeilijkheden ge
weest.
De machinist E. van Hinte uit Den Haag
heeft enkele malen geconstateerd, dat de
grond onder de biels was ondergraven. Gei,
heeft den indruk, dat het vernieuwen van
het ballastbed, een veiliger bewerking ver
langt dan soms het geval was.
Naar het oordeel van den ingenieur van
den weg, ir. F, M. Panthaléon Baron van
Lek, was de samenstelling van. den ballast
zeer voldoende.
Op een vraag van den voorzitter of het
spoor wel eens verder wordt afgegraven,
dan volgens de voorschiften bij vernieuwing
is toegestaan, antwoordde Baron van Eek,
dat hij dit uitgesloten achtte. Het toezicht
geeft daarvoor voldoenden waarborg. Een
bepaalde samenstelling van de werkploeg
was, wat de verhouding tot het aantal losse
arbeiders betreft, niet voorgeschreven. Dit
was ook niet noodig, want allen hadden
reeds langen tijd dezen arbeid verricht.
Get. ontkende, dat er herhaaldelijk klach
I ten binnenkwamen. Natuurlijk kwamen wel
eens klachten voor, doch die werden dan
onmiddellijk onderzocht. Doch ook zonder
j die klachten was de zorg voor de baan vol
doende.
Op een vraag van den voorzitter hoe vaak
geschouwd werd, antwoordde get. dat dit
dagelijks geschiedde.
Uit het door hem ingestelde onderzoek
naar de oorzaken, bleek spr. dat het ballast-
dek voldoende was, en de talud op de baan
een volkomen strakke lijn vertoonde. De
weg verkeerde voor zoover spr. kon nagaan,
in een zeer goeden staat van onderhoud.
Als eenige afwijking is hem opgevallen,
de rails aan weerszijden van de locomotief
waren uitgeweken.
Op de vraag van den voorzitter, waarom
de baan over een zoo groote lengte, onder
handen werd genomen, antwoordde get,., dat
de vtensch bestond, dit jaar met de gehee'e
vernieuwing klaar te zijn. Wat betreft de
opmerking, dat dc baan over een lengte van
vijf a zes dwarsleggers tegelijk ondergraven
was, zoodat de dwarsliggers aan de rails
kwamen te hangen, verklaarde get. dit niet
te kunnen aannemen.
Dat de baan AmsterdamRotterdam zoo
veel minder aangenaam reed dan andere ba
nen, is getuige nimmer gebleken. Wat de
feitelijke oorzaak van de ontsporing aangaat
kan get. geen bepaalde meening uiten.
Op de vraag van prof. Meyers, of het
feit, dat op den dag vóór het ongeluk aan
het opgaand spoor werd gewerkt (dat is
het spoor van Amsterdam naar Rotterdam)
van invloed kad zijn geweest op het af
gaand spoor, waarop het ongeluk plaats
had, antwoordde getuige dezen invloed uit
gesloten te ach'en.
De afdeelingschef van Jen dienst van
weg en werken, ir. H. J. Driessen uit
Utrecht, is op een bepaalden dag met den
boofdbctiwkundige Leith langs de baan ge
gaan. Hij heeft toen geenszins den indruk
gekregen, dat het ballnstbed niet voldoende
was.
Vervolgens werd gehoord de hoofdbouw-
kundige van den dienst van weg en wer
ken, J, S. A. Leith, uit Rotterdam, die tij
dens het verlof van zijn collega op dit
baanvak dienst heeft gedaan. Hij deelde
mede, dat het regel is, dal grové stukken
grinl, die wel eens in de ballast voorko
men, er uit gehaald worden, althans, dat
gezorgd wordt, dat zij niet onder de dwars
liggers geraken. Het wordt, volgens get.,
bedenkelijk, wann'eer tusschen de beide
rails een gedeelte van de baan nog verder
wordt uitgegraven, zóó, dat de koppen van
de dwarsliggers als 't ware op dammen
komen te liggen.
Dit is door get, geconstateerd op het op
gaande spoor (naar Ro'.terdam) op 1 Sep
tember j.l. en hiertegen heeft spr. onmid
dellijk zij® stem verheven. Dit was 'tus- mende tram. met het gevolg, dat hij op de
K.M.-naai 48 en 49. (Het ongeval had plaats menschen, die zich op den weg bevonden, in-
op 48.8). reed.
Getuige zeide verder, dat de arbeiders,
wanneer zij met het vernieuwen van de
ballast bezig zijn, daarbij moeten blijven
tot de boel weer voldoende is aangestampt.
In werkelijkheid komt het echter wel voor,
dat de ploegen de baan verlaten.
Prof. Meyers: Zijn er dan geen opdrach
ten gegeven om daar ter plaatse te blijven.
Get.: Zeer zeker. Bij dozijnen. Maar het
schijnt, dat zij niet altijd volkomen worden
uitgevoerd.
Wat de algemeene oorzaak betreft, ant
woordde getuige op een vraag van den
voorzitter, dat de baan inderdaad niet gun
stig was. Zijn indruk op 9 'September was:
hier had niet met een snelheid van 90 K.M.
gereden morgen worden.
De opzichter O. A. Berghuis, uit 's-Gra-
venhage, vertelde, wanneer onder zijn lei
ding grinttreinen zijn gelost. Tegen get.'s
uitdrukkelijken wil heeft hij op 17 Aug. op
het opgaande spoor (naar Rotterdam) het
werk waar hij een put had doen maken
ter aanvulling met nieuwe ballast moe
ten laten liggen, omdat hem werd opgedra
gen, dien dag te Duivenvoorde te werken,
De ploeg werkvolk is alleen op 17 Aug
van 10 uur af, op 18 Aug. den geheelen
dag, en verder op 21 Aug. en 2 Sept. op
andere baanvakken werkzaam geweest.
Get. is na 26 Aug. niet meer persoonlijk
op het baanvak geweest.
De heer Leith constateerde, dat hij op
1 September een ernstige klacht over den
weg ter kennis van Berghuis had gebracht
met betrekking tot een door hem aange
troffen punt.
Op een vraag van den voorzitter, welke
werkwijze bij het vernieuwen werd gevolgd,
antwoordde getuige Berghuis, dat steeds
Blaar één dwarsligger tegelijkertijd werd
ondergraven.
De voorzitter merkte op, dat toch door
een der getuigen is geconstateerd, dat er
weieens vijf dwarsliggers tegelijk waren on
dergraven. De heer Berghuis heeft dit nim
mer kunnen constateeren, overigens kan hij
niet eiken dag persoonlijk zich van den gang
van zaken op den weg overtuigen.
Op den dag, vlak na het ongeluk, heeft
get. den toestand van hyt spoor opgenomen
Zijn stellige meening is, dat de toestand
van het spoor niet dc oorzaak kan zijn ge
weest. Den vorigen dag was het spoor trou
wens nog nagezien. Eenige verklaring, wat
wel de oorzaak van de ontsporing kan zijn,
kan get. niet geven.
Ir. van der Vegte: „Was u trevreden over
het baanvak, toen u er den vorigen dag was
geweest?"
Get.: „Er zat wel iets in, doch het was
goed berijdbaar."
De assistent-opzichter van den weg, J. W.
Hoogbruin, uit Rijswijk, vertelde vervol
gens, hoe de ondergraving der biels ge
schiedde. Hij herhaalde vrijwel wat get
Berghuis hieromtrent reeds heeft gezegd.
Dc hoofdbouwkundige D. Zijlstra, uit
Haarlem-, deelt eveneens ongeveer hetzelf
de mede. De samenstelling van het grint
achtte hij goed, doch steenslag zou nog
beter zijn.
De opzichter van den weg V. L. Varos-
sieau, uit Leiden, was ook van meening,
dat het spoor niet mooi lag. Een snelheid
van 90 K.M. op dit baanvak achtte hij niet
bepaa(d gevaarlijk.
De ploegbaas P. van Vliet, uit Voorscho
ten, verklaarde, o.m., dat een nieuw ballast-
bcd meer onderhoud vereischt dan een, dat
volkomen is ingeklonken.
De waarnemend ploegbaas G, Lamme, uit
Voorschoten, de ploegbaas A, Hooydonck,
uit Delft, de ploegbaas A. Winkel, uit Veur-
Lcidsckendam, de wegwerker P. Karremans,
uit Voorscholen, waren ten slotte allen van
meening, dat het baanvak niet slecht lag.
Heden, Zaterdag, te halftien, zal het wor
den hervat, ten einde o.m. te hooren prol.
Van der Kloes, ir. Maas Gcesteranus en
den gepensionneerd overste Hackstroh.
Mevrouw Bax, wonende aan de Prins Hen
driklaan te Rijswijk, werd tegen den grond
geworpen. Zij bleef bewusteloos liggen. Een
zich onder de aanwezigen bevindende ge
neesheer uit Vlaardingen, verleende de eer
ste hulp. Mevrouw B. bleek een gecompli
ceerde beenbreuk en een ernstige hersen
schudding te heben bekomen. Zij is met een
inmiddels ontboden ziekenauto naar het
R. K. Ziekenhuis te Den Haag vervoerd. Haar
toestand is ernstig.
In de Vrijdagochtend gehouden vergade-
van den melkveehoudersbond en den
Bond van Melkveehouders van den L. T. B.,
te Leiden, is besloten tot het aan den melk
handel gestelde ultimatum te verlengen tót
en met Dinsdag a.s. Het eerste bij den-han
del ingediende voorstel is niet aanvaard.
Thans is besloten een nieuw voorstel te
doen, inhoudende een grondprijs voor melk
vastte stellen van 15 Nov. tot 15 Januari
a.s. van 11 cents en van 15 Maart 1927
van l0-ets., met dien verstande,dat over
de prijs nader overleg gepleegd zal worden
als dé zuivelprijzen gedurende de 11 cents
periode daartoe aanleiding mochten geven.
Besluit de melkhandel op dit voorstel niet
in te gaan, hetgeen waarschijnlijk is, dan
is men besloten van a.s. Woensdag af met
het leveren van melk op te houden. Dat
hiertoe in werkelijkheid zal worden over
gegaan, komt ons, gezien den stand Tfaa
zaken, zeer onwaarschijnlijk voor.
De Maas blijft, dank zij het gunstige
weer flink vallen. De peilschaal bij de sluis
te Maastricht teekende Vrijdagmorgen 42
c.M. lager stand dan Donderdagmorgen^
Venlo het 69 c.M. val, in Grave steeg V
water nog 5 c.M.
Ook de Rijn gaat nu den goeden kant uit.
Wel meldt Lobith nog 11 c.M., Westervoort
13. c.M. en de Waal bij Nijmegen 14 c.M.
was. Keulen evenwel seint 30 c.M. val over
de laatste 24 uur, zoodat de waterstand
van den Rijn heden ook in ons land wel
zal dalen.
Te Simpelveld (Limb.) is brand gesticht
in een der kapelletjes, gelegen nabij het
klooster der Eerw. Zusters van het Arme
Kind Jesus. Het kapelletje brandde geheel
uit. Een kostbaar Mariabeeldje ging medé
verloren.
y
De politie te Delft heeft een valschen
rijksdaalder in beslag genomen, jaartal 1871
het randschrift ontbreekt, overigens is het
valsche geldstuk vrij goed afgewerkt.
De Commissaris van Politie te Hilversum,
waarschuwt tegen de practijken van het
z.g. Haagsche Assurantiekantoor, Johan-
nesburgstraat 29, te 's Gravenhage, welk
kantoor binnenkort overgeplaatst wordt
naar Utrecht, Drift no. 3. Op verschillende
plaatsen werden n.l. incasseerders aange
steld tegen storting van een borgstelling
van 300, terwijl er niets valt te incas.
seeren.
Te Vaals (Limb.) zijn twee gevallen van
typhus geconstateerd. De beide patiënten,
twee meisjes uit verschillende families, zijn
naar het hospitaal overgebracht.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
omstreeks half één is op den Dglftweg, te
Rijswijk (Z. H.), een ernstig ongeval gebeurd.
Terwijl de passagiers uit de tram stapten,
laderde uit de richting Den Haag een an
dere tram en uit de richting Delft een
auto. De chauffeur van dezen auto, zekere
J. Vr. alhier, werd volgens zijn zeggen ver
blind door de lichten der uit Den Haag ko
Uitgifte te wachten van 10 millioen 7 pel,
obi. a 9414 proc.
Naar het „Hbld." verneemt, zal hier te
lande binnenkort worden uitgegeven een
leening des Comp. des Chemins de Fcr du
Maroc. tot een bedrag van 10 millioen,
deel uitmakende van een leening, die in to
taal volgens de buitenlandsche bladen 41.6
millioen Zwitsersche francs groot zal zijn. Dc
uitgifte vindt plaats in 7 pet. obligaties tot
den koers van 94ka pet. De leening wordt
door de Fransche en Marokkaansche regee
ring gegarandeerd. De aflossing vindt uiter
lijk in 15 jaren plaats, te beginnen met 1935"
Uitgeloot zijn obligaties van 25.
Nos. 912; 1170; 1299; 719; 600; 1887; 2065;
2142; 1179; 311; 1387; 276; 835; 2171; 60;
263; 843; 902; 1580; 523; 14Ó2; 525; 293;
1704; 543; 659; 1680; 1230; 507; 927; 781;
2137.
Obligaties van f 10.Nos 4385; 4585;
4587; 4383; 4347; 4175; 4961; 4301; 4874;
3827; 3616; 4674; 4446 4178; 4988; 3993;
3197; 3978; 3604; 3748 en 4165.
HOOGEVEEN, II Nov. Vee. Aanvoer
ter eroote najaars-veemarkt 12 stieren
82—210, 252 'koeien 100—347, 379 jong-
beesten 92172, 159 kalveren 2959, 8
Fr. schapen 1726, 40 varkens 1942,
236 biggen 812, 4 geiten 511. Handel
algemeen vlug melkvee willig. Veel vreemde
kooplieden waren aanwezig.
LEIDEN, 12 Nov. Vee. Aangevoerd 15
stieren 150360, 105 kalf- en melkkoeien
200370, 500 varekoeien 160320, 194
vette ossen en koeien 230525, 0.490.96
per kg schoon 221 graskalveren 25—65, 7
vette kalveren 70—115, 1.15—1.10 per
kg schoon 56 nuchtere kalveren 816,
885 vette schapen 22—35, 680 weide schapen
19—24, 959 magere varkens 18—54, 728
biggen 815.
Kaas. Aangevoerd 65 partijen. Prijzen
Goudsche le soort 54—58, 2e soort 50—
53 Leodsche le soort 5155, 2e soort
4550. Handel matig.
LEEUWARDEN, 12 Nov. Vee. Aange
voerd 106 stieren 160480, 430 vette koeien
165—350, per kg 0.70—0.94 874 melk
en kalf koeien 130—400 30 vette kalveren
40—:95 450 pinken 85—175 1330 gras
kalveren 30—90 237 nuchtere kalveren
813 333 vette schapen 2335 249
weideschapen 1830 513 lammeren 14
22 1386 vette varkens 50155, per kg
0.620.69, 180 magere varkens 2555
432 kleine biggen 7—15 11 paarden, 37
bokken.
De handel in gebruiksvee, vette koeien
en stieren was iets vaster in graskalveren
langzaam, in slachtsoorten iets beter in
vette en nuchtere kalveren iets flauwer in
wolvee stug, in varkens niet vlugger, zou
ters 6466 c.
Eieren. Aanvoer 3800 kippen- 1013% c.,
240 eenden- 9—10 c,