'Jit de Pers. PUROL De spoorwegramp bij de Vink. öij Ruwe. SchraleHuid NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Vierde Blad Zaterdag 13 Nov. 1926 Persstemmen over de aanneming «e van het verdrag NederlandBelgië. KERKNIEUWS. BÏNNENLANDSCH NIEUWS. ftNw Onder de Radio-berichten: De onderhandelingen in het Britsche mijnconflict zonder resultaat. Opening der Fratische Kanter. Polncaré wenscht een sneüe afdoening van zaken. Een groot aantal interpellaties uitgesteld. Het geschil in de Britsche mijnindustrie. •De mijneigenaars en re regeering. De mijnwerkersconferentie verdaagd. De electriciteitsvoorziening. Opening van de F ranse he Kamer. Uitstel van de interpellaties. Het vonnis in het proces- Gadicke. Mgr. dr. Nolens. Radio-onderwijsdienst van het onderwijsfonds voor de binnenscheepvaart. Armenzorg en woning toestanden. De stier van Schaper. Een telegrafische geluk wensch. De automobielen en de Personeele belasting. van Handen 1 en Gelaat Doos 30-60-90ct. De Zuiderzeewerken. Derde dag van hel openbaar onderzoek. Melkoorlog te Leiden. Het hooge water. Brandstichting in een kapelletje Valsche rijksdaalder, Waarschuwing. GEMENGD NIEUWS. Twee typhus-gevallen te Vaals. Ernstig verkeersongeval te Rijswijk. FINANCIËN. Een Marokkaansche leening hier te lande. UITLOTINGEN. Uitloting rentelooze Obligatie leening van den R.K. Dioc. Land- en Tuinbouwbond in hei Bisdom Haarlem. MARKTNIEUWS. Het „Centrum" schrijft: „De Kamer was bij de stemming bijna voltallig, zooals men trouwens bij deze ge legenheid kon voorzien, en de verwachting der tegenstanders, die ook na de groote rede van den Minister nog op een verwerping van het ontwerp min of meer schenen te reke- .nen, is niet verwezenlijkt. Wel bedraagt de meerderheid, waarmede de Kamer hare goedkeuring aan het trac- taat schonk, slechts enkele stemmen. Maar er is ook zelden tegen een ontwerp een zoo hevige campagne gevoerd, als thans het geval was, waaruit vanzelf een zekere stemming van bezorgdheid, van aarzeling en weifeling moest ontstaan., Buitendien valt het bij een zaak als deze moeilijk, zoo niet onmogelijk, met bewijzen te werken. Men kan nu eenmaal niet vooruitloopcn op de toekomst, en men kan niet aan de hand van feiten, die nog in 't verschiet lig gen, de verzekering geven, dat dit of dat wèl of niet zal geschieden. Zoo stond herhaaldelijk bewering tegen over bewering, waarbij dan van de zijde der tegenstanders zeer sombere profetieën werden vernomen met zulk een aplomp, alsof zij als helderzienden in de toekomst konden lezen. Minister van Kar neb eek bleek de vorige week reeds vcor een deel de tegenstanders slissingen, waartoe de Tweede Kamer is ge komen. Wij zullen niet napleiten, en volstaan met onze verbazing en ergernis te uiten over dezen uitslag, waarmede, wat men er ook verder van zeggen wil, zeker niet is weerge geven wat in de massa van het volk in is omgegaan, en dat zonder ook bittere teleurstelling'zal deze dagen twijfal dan verwekken. Na erop gewezen te hebben, dat de grootschheid vanhet oogenblik niet tot alle Kamerléden scheen doorgedrongen te zijn en daardoor de stemmingen van nietige overwegingen zijn afhankelijk geworden be sluit het blad: Eene eenigszins pijnlijke beslissing ver wachtten wij, toen wij eenige weken geleden de balans opmaakten. Het is helaas eene zeer pijnlijke beslissing geworden, omdat zij menig vaderlander getroffen zal hebben m het hart. Aan wie er toe medewerkten, en die de toekomst van ons land eraan waag den, is daartegenover slechts de.... magere hoop, dat nu de Belgen eindelijk tevreden mogen zijn Wel bekome het hun. De hoefijzercorrespondent van het „Hbl." schrijft: Met 50 tegeen 47 stemmen aangenomen. Voor den Minister een Pyrrhus-overwin- ning (de Eerste Kamer moge hierop de nederlaag brengen), voor de heeren Heems kerk en Albarda een voldoening, voor Monseigneur Nolens de zegepraal. Want hij is, ook nu weer, door zijn werken achter hij zjcK op uiterst laatdunkende wijze over den officier van justitie heeft uitgelaten. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem zal Dinsdag a.s. geen audiëntie verleenen. bouwen sluizen en van het vale van den af- hetwelk als reclame op het perron van het sluitdijk tusschen de sluizen en de Friesche station S.S. te A dam is aangebracht, heeft kust, tewijl ook een begin zal worden ge-ide minister van Waterstaat thans geant- maakt met de verhooging van den Frieschenl woord. zeedijk benoorden de afsluiting, indien tijdig' De heer Van der V egte deelt allereerst overeenstemming met de betrokken besturen te hebben overtuigd van de onjuistheid der de sd'ermen, de eigenlijke bewerker van dit geopperde grieven. resultaat, dat wij met groote bekommering De oppoAie was min of meer versmald. I beschouwen en dat stellig met wordt gedra- En de inhoud dier rede maakte het waar- gen door de ove-tuiging van de groote meer derheid des volks. De ,,N. Ct." besluit zijn Kameroverzicht aldus: Enthousiasme was er niet. Het leek wel, alsof de overwinnaars nu deze overwinning ietwat schuw waren, om den Minister te gaan gelukwenschen. De heer Braat zelf gaf echter het voorbeeld en toen volgden er meer. Even later stroomde de zaal leeg. Zullen de genoemde^ Katholieken en de communist niet berouw hebben over hun byper-principiëel standpunt? Dat er geen herziening van dit Verdrag beproefd word' althans indien de Eerste Kamer zich tegen" uit te brengen, van invloed is ge- eveneens met het Verdrag yereenigt, het. 6 - - geen nog allerminst vaststaat is hun schijnlijk, dat er in de Kamer een meerder heid zou zijn, die hem, ook in dit geval, haar wantrouwen zou schenken. De „Maasbode" geeft het „toeval" voor 'een groot deel de schuld van de gevallen beslissing. Eén zekere (de heer Dresselhuys) en twee Vermoedelijke tegenstanders (de heeren van Voorst en Scheurer) ontbraken wegens ziek te op 't appèl. Waren zij aanwezig geweest, het Verdrag zou misschien ten slotte ver worpen hebben moéten heeten. Bekend is bovendien, dat de ziekte van den heer Schouten, die alleen bij machte was zijn ■weest op de houding van een deel der anti- revolutionnaire fractie. Maar wat er zij van de ontwikkeling der stemverhoudingen en de werking van het „toeval": het land staat voor de beslissing yan zijn Kamer. De lezer kent, uit hetgeen wij schreven Over het Verdrag, ons oordeel ovër deze beslissing, en bevroedt de stemming, waarin zij ons heeft gebracht. Over een en ander breedvoerig uit te weiden heeft weinig zin. Kon het Verdrag op zich zelf, krachtens ïijn wording en inhoud, reeds niet worden toegejuicht als een goede basis voor de Nederlandsch-Belgische betrekkingen en vooral niet, zoolang zijn hoofdbezwaar het bleef aankleven wie zal durven beweren, dat met deze, op het kantje genomen en gedeeltelijk door het „toeval" beheerschte beslissing de grondslag is gelegd voor 'n hartelijke toenadering tusschen de beide volken? Voor toekomstbeschouwingen is het ove rigens thans nog niet de tijd. De Eerste Ka mer heeft haar woord nog te spreken. En meer dan eens heeft men kunnen hooren, dat het Verdrag daar een zwaarderen dob ber zou hebben dan aan de andere zijde van het Binnenhof. Zal de Senaat èn in het Verdrag èn in de „overwinning", die het in de Tweede Kamer heeft behaald, aanleiding vinden tot cassatie van het Kamerbesluit? Vermoedelijk schuld: de motie had met hun hulp aange nomen kunnen worden. Het woord is nu aan de Eerste Kamer. Veler hoop zal op haar gevestigd zijn. De Kameroverzichtschrijver van de „Tel." besluit met een lyrische ontboezeming: Aan de ministertafel kleine figuur in zijn grooten stoel zit Van Kamebeek, nog roer loos. Wat moet er in dit oogenblik, als de voorzitter afroept, 50 vóór en 47 tegen, in hem zijn omgegaan. Kroon op zijn moeilijke werk. maar ook kroon op het edele fiere hoofd van de Nederlandsche Maagd, door hem geleid naar de nobele daad, die der breede internationale gedachte. Kroon, door Van Karnebeek eerbiedig op dat hoofd gedrukt. Reeds drukten handen de zijne. Kleine figuur met tengere schouders, maar schou ders, die zulk een zwaar Tractaat dragen naar het. groote internationale doe! Het is alsof dit oogenblik daar in het Nederlandsche parlement twee staten, broe- derstaten, elkaar warm de hand drukken, het is of in deze donkere na-oorlogsche 'ijden van nog te wrang-egoïstisch nationa lisme even een heldere blik in de groote toekomst geworpen wordt, toekomst van ge zamenlijke welvaart door toenadering der volken en het wijken van grenzen. Het is of men de steenen hoort vallen van de kas teden der middeleeuwsche grensmuren, waarvoor in deze modern-economische tijden geen plaats meer is. zal op het antwoord van deze vraag niet j 3ef,n plaats meer is. al te lang behoeven te worden gewacht. ®n wonderlijk toevallige coïncidentie. I ue broederhand gereikt op Wapenstilstands- De „N. R. Ct." spreekt van droevige be- dag. f Het belangrijkste punt van de onderhan delingen over het kolenconflict is, dat de r-egeering thans haar definitief besluit zelf standig heeft openbaar gemaakt, n.l. buiten de mijneigenaren om een beslissing te ne men en het vergelijk met de mijnwerkers, zoo dit bereikt wordt, in een wetsontwerp te belichamen. Het eenige zwakke punt 'daarbij is, dat als de mijnwerkers en de re geering het met elkaar eens worden over de instelling van eén nationaal hof, de eigena ren de arbitrage kunnen doen mislukken, door te weigeren districtscontracten te slui ten en alleen persoonlijke contracten tus schen mijneigenaren en mijnwerkers te er kennen. Dat is evenwel onwaarschijnlijk. De onverbiddelijke houding der mijneige naren, die wederom is gebleken in een sen- sationeele verklaring van gisterenmorgen, waarbij gezegd werd, dat het regeerings- voorstel niet steunt op een overeenkomst tusschen de regeering en de werkgevers, heeft in en buiten het Lagerhuis een slechten indruk gemaakt en het lijdt geen twijfel, of de regeering zal stellig een wetsontwerp als het bovenbedoelde, zonder moeite door het parlement bekrachtigd krijgen. De mijneigenaars hebben gisterenmorgen een verklaring gepubliceerd, waarin zij een eenigszins critische houding aannemen te genover de voorwaarden der voorgestelde regeling van het geschil in de mijnindustrie. De regeering antwoordde daarop met een verklaring, waarin zij toegeeft, dat de voor gestelde voorwaarden geen accoord niet de eignaars voorstellen, doch voegde hieraan toe: „indien de voorwaarden, door de mijn werkers worden aanvaard en uitgevoerd, zal de regeering onafhankelijk tot de door haar voorgenomen wetgevende maatregelen overgaan." De conferentie van gedelegeerden dei- mijnwerkers is tot hedenochtend tien uur Verdaagd. Het Engeltsche Lagerhuis nam met 201 tegen 70 stemmen in derde lezing het wets ontwerp aan inzake de electriciteitsvoor ziening. Dit ontwerp plaatst de centralen van alle particuliere en gemeentelijke on dernemingen in Groot-Brittannië onder één centraal gezag. Het meerendeel der politieke Kamergroe- pen kwam gisterenochtend bijeen. De so cialistische groep nam twee moties aan, v/aarin zij duidelijk stelling neemt tegen 't Kabinet, Zij zal tegen uitstel van de inter pellaties stemmen en krachtig tusschenbeide komen in de financieele besprekingen tot het leveren van critiek op de regeerings- politiek en een algemeen debat uitlokken over de buitenlandsche politiek. De commissie van financiën besloot met zeer groote meerderhed de door de regee ring voorgestelde procedure te aanvaarden nopens dc methode van bespreking van de begrootingen, n.l. geen algemeene discussies dan na de behandelng van de begrootng van utgaven.. De Kamer besloot met 365 tegen 207 stemmen tot uitstel van de interpellaties. In den Senaat vroeg Barthou uitstel van de interpellaties in verband met het feit dat de behandeling van de bcgrooting voor bet oogenblik de belangrijkste zaak was. Noch- thans zullen de interpellaties nopens de ju ridische en administratieve van dc besluiten belrefiende deze hervormingen. De Senaat stelde de vaststelling van een datum tol het bespreken van de interpellaties uit. De officier van justitie te Landsberg heeft verzet aangeteekend tegen het vonnis in de zaak-Giidicke. Men neemt algemeen aan, dat tegen den president van de jury dr. Wessling een dis ciplinair onderzoek zal worden ingesteld, niet alleen wegens de zeer eigenaardige mo tiveering van het vonnis, maar ook omdat Mgr. dr, W. H. Nolens is eden, Zaterdag, 30 jaar lid van de Tweede Kamer. Donderdagavond heeft de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Mr. M. A. M Waszink den radiodienst voor vakonderwijs voor de binnenvaart van het Onderwijsfondsvoor de Binnenvaart via den zender van den H» D. O. te Hilversum ge opend. Mr. Waszink wees op de groote beteeke- nis van het wérk, dat het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart in het belang van de binnenvaart en van de gemeenschap heeft gedaan. Aan het slot van zijn rede deelde spr. mede, dat H. M. de Koningin den heer Qt Q Nuy, voorzit ter van de Commissie van Toezicht op de Binnenvaartscholen te Rot terdam en voorzitter van de Radio-commis sie van het Onderwijsfonds voor de Bin nenvaart, als erkenning voor de diensten, die hij aan het vakonderwijs voor de bin nenvaart heeft bewezen, benoemd heeft tot officier in de Orde van Oranje Nassau) „Terwijl ik aldus besloot de Minister met deze eervolle onderscheiding zoowel den heer Nuy als het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart van harte gelukwensch, ver klaar ik den radiodienst van dit fonds voor geopend met de bede, dat Gods zegen zicht baar moge rusten zoowel op dit nieuwe in stituut als op geheel onze nijvere schippers- bevolking." Dit is de eerste onderscheiding, die per radio werd medegedeeld. Vervolgens gaf de heer G. C. Nuy, na H. M. de Koningin dank gebracht te hebben voor de hem verleende onderscheiding, een korte uiteenzetting van het doel van den radiodienst van het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart. Mr, Droogleever Fortuyn over het systeem der controle-woningen. H. M, de Konigin- Moeder op het Congres der Ned. Ver. v. Armenzorg. In de Ridderzaal te 's-Hage werd Vrijdag geopend het tweedaagsch congres der Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid. In de ochtendvergadering werd, na een openingswoord van den voor zitter, Mr. dr. A. F. Baron van Lijnden, door den secretaris et jaarverslag voor. Het ledental ging iets achteruit. Het vorig jaar bedroeg dit 1C04, thans totaal 980. Van een toetreden van nieuwe leden was nauwe lijks sprake. In de bestaande vacatures in het bestuur werden gekozen de heer H. C. C. Franck, directeur der Rijkswerkinrichting te Veen- huizen, mr. C. P. M. Romme, bestuurslid van den Armenraad te Amsterdam, mr, F. J. Lis man, voorzitter van den Armenraad te Gro ningen, de heer A. C. A. van Vuuren, lid der Tweede Kamer, de heer H. Snijders en dr. J. A. baronesse Van Verschuer te Arnhem. Als plaats voor de volgende algemeene vergadering werd Zutphen aangewezen. In de middagvergadering sprak de voorzit, ter, mr. dr. A. F. baron van Lynden een rede uit, waarin hij uiteenzette hoe men niet alleen oog moet hebben voor den maat- schappeiijken nood maar ook voor den geestelijken nood. De groote nood, en de ge ringe middelen waarover weldadigheids instellingen beschikken, zouden de overheid aanleiding kunnen geven de armenzorg uit te breiden. Maar niet meer dan strikt noodig is gaan wc den weg op van de overheids zorg. Ten slotte heette spr. den vertegenwoor diger van den minister van Binnenlandscne Zaken, den heer Van Geelen, hartelijk welkom. Te 2 uur werd de vergadering eenige oogenblikken geschorst, daar H. M. de Koningin-Modder, die een gedeelte der mid dagvergadering zou bijwonen, aangekondigd werd. Nadat de voorzitter de hooge gast had verwelkomd, gaf hij liet woord aan mr. Droogleever Fortuyn tot het houden van een causerie over „Het systeem der controlê- woningen." Spr. ving aan met op te merken, dat dc slichting van de controle-woningen geen daad was van weldadigheid, ook niet van armenzorg. Enkele groepen gezinnen voor wie geen gewone woning beschikbaar was, moesten hun onderdak vinden in het politie-bureau of in het Tehuis voor Onbehuisden. Aan beide instellingen waren echter groote be zwaren verbonderii Zoodoende onstond in den Haagschen Gemeenteraad het denkbeeld een woningencomplex te stichten, waar deze eleménten een onderdak zouden vinden. Spr. gaf vervolgens een overzicht van de inrichting van de controle-woningen. Het is niet de bedoeling geweest, dat de gezinnen in de controle-woningen blijvend gevestigd zijn. Integendeel, de bewoners van de eerste-klas woningen moeten zoo spoedig mogelijk naar een geheel normale, vrije woning. Het is ongetwijfeld waar, dat de ge zinnen, welke thans in de controle-woningen verblijf houden in veel betere omstandig heden zijn. Nadat de heer Droogleever Fortuyn z»)n rede beëindigd had, verliet H.M. de verga dering. Om drie uur begaven de deelnemers aan het congres zich per autobus naar de con trole-woningen ten einde die instellingen te bezichtigen. kan worden verkregen. Verder zal begonnen moeten worden met den bouw der bruggen over het kanaal van EwijksluisOostoever, waarvoor nog 350.000 noodig zal zijn, ter wijl ook zal moeten worden overgegaan tot verhooging van den. oeverdijk en van de noordelijken havendijk der visschershaven bij den Oever, welke noodig is gebleken. Voor het afwerken van den proef polder en voor de proeven, welke zullen geschieden onder leiding van een of meer daarvoor aan te wijzen landbouwdeskundigen, zal voor 1927 nog een bedrag van 80.000 noodig zijn. Verder is er op gerekend, dat zoo mogelijk nog in 1926 zal worden aanbesteed het ma ken van den omringdijk voor den bouwput van het nabij Medemblik te stichten gemaal voor den nieuwen polder, ok zal in 1927 moeten worden begonnen met een tweetal vakken van den dijk MedemblikWieringen en van een aan het eiland Wieringen bij Den Oever aansluitend dijkvak met bijkomende werken. Nog is gerekend, dat in 1927 begonnen zal worden met den Moerdijk langs het zuide lijk van het achter den afsluitdijk door het Amsteldiep te vormen boezemmeer en met een in dien meerdijk nabij de Haukes te bou wen schutsluis, zoomede een keersluis aan den mond van het scheepvaart- en afwate ringskanaal langs de Noord-Hollandsche kust, terwijl eindelijk ook met den aanleg van dit kanaal en met den bouw van een schutsluis tegenover Kolhorn zal moeten worden be gonnen. In het geheel zal boven de bedragen, wel ke reeds bij de begrooting voor 1926 werden toegestaan, voor 1927 zijn te rekenen op een uitgaaf van 6.500.000 voor de afsluiting der Zuiderzee en van 6.700.000 voor de in dijking en droogmaking van de Wieringer- meer. Op de vragen van het Tweede-Kamerlid Schaper, in verband met het „gruwelijk en bloederig tafereel, voorstellende een stieren gevecht in zijn meest afstootenden vorm", mede, dat de plaatsing van stationsreclames niet aan zijn toezicht is onderworpen. De minister heeft ten overvloede een on derzoek in loco doen instellen, doch ook daarna kan hij geen aanleiding vinden, bij zondere maatregelen op het stuk van reclame voor de spoorwegen te overwegen; ook de ze zijn onderworpen aan de algemeen gelden de, hiervoor bestaande wettelijke voorschrif ten. De oud-leider der S. D. A. P.. Mr. P. J. Troelstra, heeft den minister van buiten landsche zaken, Jhr. Mr. van Kamebeek, telegrafisch gelukwenscht met de aanneming van het Nederl.-Belgisch verdrag. De Wijziging van art. 31 der Personeele Belasting. In de memorie van antwoord op het voar- loopig verslag inzake het wetsontwerp tot wijziging der wet op de personeele belas ting 1896, deelt de minister van Financiën mede, dat tegen een regeling, volgens welke de motorrijtuigen zouden worden onder scheiden in drie categorieën (n.l. motorrij tuigen „uitsluitend" in of. voor beroep of bedrijf, idem „doorgaans" en ten derde alle overige motorrijtuigen) bij den minister bezwaar bestaat, reeds omdat het woord .doorgaans" bij de toepassing der wet zeker niet tot minder moeilijkheden aanleiding zou gever, dan het thans gebezigde woord .hoofdzakelijk". Aan het bezwaar, dat de houders van motorrijtuigen volgens de voor gestelde regeling geheel van de administra tie afhankelijk zullen zijn, kan intusschen werden tegemoet gekomen, n.l. door de woorden „of hoofdzakelijk" niet te doen vervallen, doch te vervangen door: of nage noeg uitsluitend. Deze verandering wordt bij nota van wijziging door den minister voorgesteld. Wat in 1927 wordt uitgevoerd. Ingediend is de begrooting van het Zuider- zeefonds voor 1927. Bij het opmaken dezer begrooting is er rekening mede gehouden, dat krachtens de wet tot wijziging der wet van 20 Dec. 1918, de in een vorig dienstjaar toegestane gelden, voor zooveel daarover niet ten laste van dat jaar is beschikt, "P het nieuwe dienstjaar Worden overgeschre ven. Met hel oog op de vele werken, welke in 1927 tot uitvoering zullen moeten ko men, zal het personeel nog eenige uitbreiding moeten ondergaan. Wanneer de bedijking en droogmaking van den proefpolder bij Andijk, zooals verwacht wordt, nog vóór het voorjaar van 1927 gereed komt, zal reeds in den zomer van dat jaar met dé exploitatie van dien polder een aanvang kunnen worden gemaakt. In 1927 zal begonnen worden met den- bouw der sluizen beoosten Wieringen, met het maken van den omringdijk van den sluis- put voor de beoosten de Middelgronden te Bij het voortgezet onderzoek in zake. dc treinontsporing bij „De Vink" wed Vrijdag morgen o.a. gehoord de heer J. H. Tjabring, hoofdwerktuigkundige te Amsterdam, die o.a. efkende, dat er verschillende klachten over de slechte ligging van den weg Amsterdam-Rotterdam bij hem waren inge komen, waarvan hij telkens ambtelijk mei ding heeft gemaakt. Ook heeft de hoofdwerktuigkundige de heer A. F. van der Waals uit Rotterdam verklaard, dat hij klachten gerapporteerd heeft over de ligging van bepaalde gedeel ten in den betrokken weg, o.a. op 10 Juni en 9 Augustus, in welke beide gevallen er dadelijk werk van gemaakt werd, dat het euvel werd verholpen. Op een vraag van den voorzitter hoe deze baan lag vóór de ballastvernieuwing, welke op 23 Mei is begonnen, antwoordde get., dal de baan reeds lang te wenschen liet. De vernieuwing van den ballast heeft veel ver beterd, doch gedurende en kort na de ver nieuwing zijn er wel veel moeilijkheden ge weest. De machinist E. van Hinte uit Den Haag heeft enkele malen geconstateerd, dat de grond onder de biels was ondergraven. Gei, heeft den indruk, dat het vernieuwen van het ballastbed, een veiliger bewerking ver langt dan soms het geval was. Naar het oordeel van den ingenieur van den weg, ir. F, M. Panthaléon Baron van Lek, was de samenstelling van. den ballast zeer voldoende. Op een vraag van den voorzitter of het spoor wel eens verder wordt afgegraven, dan volgens de voorschiften bij vernieuwing is toegestaan, antwoordde Baron van Eek, dat hij dit uitgesloten achtte. Het toezicht geeft daarvoor voldoenden waarborg. Een bepaalde samenstelling van de werkploeg was, wat de verhouding tot het aantal losse arbeiders betreft, niet voorgeschreven. Dit was ook niet noodig, want allen hadden reeds langen tijd dezen arbeid verricht. Get. ontkende, dat er herhaaldelijk klach I ten binnenkwamen. Natuurlijk kwamen wel eens klachten voor, doch die werden dan onmiddellijk onderzocht. Doch ook zonder j die klachten was de zorg voor de baan vol doende. Op een vraag van den voorzitter hoe vaak geschouwd werd, antwoordde get. dat dit dagelijks geschiedde. Uit het door hem ingestelde onderzoek naar de oorzaken, bleek spr. dat het ballast- dek voldoende was, en de talud op de baan een volkomen strakke lijn vertoonde. De weg verkeerde voor zoover spr. kon nagaan, in een zeer goeden staat van onderhoud. Als eenige afwijking is hem opgevallen, de rails aan weerszijden van de locomotief waren uitgeweken. Op de vraag van den voorzitter, waarom de baan over een zoo groote lengte, onder handen werd genomen, antwoordde get,., dat de vtensch bestond, dit jaar met de gehee'e vernieuwing klaar te zijn. Wat betreft de opmerking, dat dc baan over een lengte van vijf a zes dwarsleggers tegelijk ondergraven was, zoodat de dwarsliggers aan de rails kwamen te hangen, verklaarde get. dit niet te kunnen aannemen. Dat de baan AmsterdamRotterdam zoo veel minder aangenaam reed dan andere ba nen, is getuige nimmer gebleken. Wat de feitelijke oorzaak van de ontsporing aangaat kan get. geen bepaalde meening uiten. Op de vraag van prof. Meyers, of het feit, dat op den dag vóór het ongeluk aan het opgaand spoor werd gewerkt (dat is het spoor van Amsterdam naar Rotterdam) van invloed kad zijn geweest op het af gaand spoor, waarop het ongeluk plaats had, antwoordde getuige dezen invloed uit gesloten te ach'en. De afdeelingschef van Jen dienst van weg en werken, ir. H. J. Driessen uit Utrecht, is op een bepaalden dag met den boofdbctiwkundige Leith langs de baan ge gaan. Hij heeft toen geenszins den indruk gekregen, dat het ballnstbed niet voldoende was. Vervolgens werd gehoord de hoofdbouw- kundige van den dienst van weg en wer ken, J, S. A. Leith, uit Rotterdam, die tij dens het verlof van zijn collega op dit baanvak dienst heeft gedaan. Hij deelde mede, dat het regel is, dal grové stukken grinl, die wel eens in de ballast voorko men, er uit gehaald worden, althans, dat gezorgd wordt, dat zij niet onder de dwars liggers geraken. Het wordt, volgens get., bedenkelijk, wann'eer tusschen de beide rails een gedeelte van de baan nog verder wordt uitgegraven, zóó, dat de koppen van de dwarsliggers als 't ware op dammen komen te liggen. Dit is door get, geconstateerd op het op gaande spoor (naar Ro'.terdam) op 1 Sep tember j.l. en hiertegen heeft spr. onmid dellijk zij® stem verheven. Dit was 'tus- mende tram. met het gevolg, dat hij op de K.M.-naai 48 en 49. (Het ongeval had plaats menschen, die zich op den weg bevonden, in- op 48.8). reed. Getuige zeide verder, dat de arbeiders, wanneer zij met het vernieuwen van de ballast bezig zijn, daarbij moeten blijven tot de boel weer voldoende is aangestampt. In werkelijkheid komt het echter wel voor, dat de ploegen de baan verlaten. Prof. Meyers: Zijn er dan geen opdrach ten gegeven om daar ter plaatse te blijven. Get.: Zeer zeker. Bij dozijnen. Maar het schijnt, dat zij niet altijd volkomen worden uitgevoerd. Wat de algemeene oorzaak betreft, ant woordde getuige op een vraag van den voorzitter, dat de baan inderdaad niet gun stig was. Zijn indruk op 9 'September was: hier had niet met een snelheid van 90 K.M. gereden morgen worden. De opzichter O. A. Berghuis, uit 's-Gra- venhage, vertelde, wanneer onder zijn lei ding grinttreinen zijn gelost. Tegen get.'s uitdrukkelijken wil heeft hij op 17 Aug. op het opgaande spoor (naar Rotterdam) het werk waar hij een put had doen maken ter aanvulling met nieuwe ballast moe ten laten liggen, omdat hem werd opgedra gen, dien dag te Duivenvoorde te werken, De ploeg werkvolk is alleen op 17 Aug van 10 uur af, op 18 Aug. den geheelen dag, en verder op 21 Aug. en 2 Sept. op andere baanvakken werkzaam geweest. Get. is na 26 Aug. niet meer persoonlijk op het baanvak geweest. De heer Leith constateerde, dat hij op 1 September een ernstige klacht over den weg ter kennis van Berghuis had gebracht met betrekking tot een door hem aange troffen punt. Op een vraag van den voorzitter, welke werkwijze bij het vernieuwen werd gevolgd, antwoordde getuige Berghuis, dat steeds Blaar één dwarsligger tegelijkertijd werd ondergraven. De voorzitter merkte op, dat toch door een der getuigen is geconstateerd, dat er weieens vijf dwarsliggers tegelijk waren on dergraven. De heer Berghuis heeft dit nim mer kunnen constateeren, overigens kan hij niet eiken dag persoonlijk zich van den gang van zaken op den weg overtuigen. Op den dag, vlak na het ongeluk, heeft get. den toestand van hyt spoor opgenomen Zijn stellige meening is, dat de toestand van het spoor niet dc oorzaak kan zijn ge weest. Den vorigen dag was het spoor trou wens nog nagezien. Eenige verklaring, wat wel de oorzaak van de ontsporing kan zijn, kan get. niet geven. Ir. van der Vegte: „Was u trevreden over het baanvak, toen u er den vorigen dag was geweest?" Get.: „Er zat wel iets in, doch het was goed berijdbaar." De assistent-opzichter van den weg, J. W. Hoogbruin, uit Rijswijk, vertelde vervol gens, hoe de ondergraving der biels ge schiedde. Hij herhaalde vrijwel wat get Berghuis hieromtrent reeds heeft gezegd. Dc hoofdbouwkundige D. Zijlstra, uit Haarlem-, deelt eveneens ongeveer hetzelf de mede. De samenstelling van het grint achtte hij goed, doch steenslag zou nog beter zijn. De opzichter van den weg V. L. Varos- sieau, uit Leiden, was ook van meening, dat het spoor niet mooi lag. Een snelheid van 90 K.M. op dit baanvak achtte hij niet bepaa(d gevaarlijk. De ploegbaas P. van Vliet, uit Voorscho ten, verklaarde, o.m., dat een nieuw ballast- bcd meer onderhoud vereischt dan een, dat volkomen is ingeklonken. De waarnemend ploegbaas G, Lamme, uit Voorschoten, de ploegbaas A, Hooydonck, uit Delft, de ploegbaas A. Winkel, uit Veur- Lcidsckendam, de wegwerker P. Karremans, uit Voorscholen, waren ten slotte allen van meening, dat het baanvak niet slecht lag. Heden, Zaterdag, te halftien, zal het wor den hervat, ten einde o.m. te hooren prol. Van der Kloes, ir. Maas Gcesteranus en den gepensionneerd overste Hackstroh. Mevrouw Bax, wonende aan de Prins Hen driklaan te Rijswijk, werd tegen den grond geworpen. Zij bleef bewusteloos liggen. Een zich onder de aanwezigen bevindende ge neesheer uit Vlaardingen, verleende de eer ste hulp. Mevrouw B. bleek een gecompli ceerde beenbreuk en een ernstige hersen schudding te heben bekomen. Zij is met een inmiddels ontboden ziekenauto naar het R. K. Ziekenhuis te Den Haag vervoerd. Haar toestand is ernstig. In de Vrijdagochtend gehouden vergade- van den melkveehoudersbond en den Bond van Melkveehouders van den L. T. B., te Leiden, is besloten tot het aan den melk handel gestelde ultimatum te verlengen tót en met Dinsdag a.s. Het eerste bij den-han del ingediende voorstel is niet aanvaard. Thans is besloten een nieuw voorstel te doen, inhoudende een grondprijs voor melk vastte stellen van 15 Nov. tot 15 Januari a.s. van 11 cents en van 15 Maart 1927 van l0-ets., met dien verstande,dat over de prijs nader overleg gepleegd zal worden als dé zuivelprijzen gedurende de 11 cents periode daartoe aanleiding mochten geven. Besluit de melkhandel op dit voorstel niet in te gaan, hetgeen waarschijnlijk is, dan is men besloten van a.s. Woensdag af met het leveren van melk op te houden. Dat hiertoe in werkelijkheid zal worden over gegaan, komt ons, gezien den stand Tfaa zaken, zeer onwaarschijnlijk voor. De Maas blijft, dank zij het gunstige weer flink vallen. De peilschaal bij de sluis te Maastricht teekende Vrijdagmorgen 42 c.M. lager stand dan Donderdagmorgen^ Venlo het 69 c.M. val, in Grave steeg V water nog 5 c.M. Ook de Rijn gaat nu den goeden kant uit. Wel meldt Lobith nog 11 c.M., Westervoort 13. c.M. en de Waal bij Nijmegen 14 c.M. was. Keulen evenwel seint 30 c.M. val over de laatste 24 uur, zoodat de waterstand van den Rijn heden ook in ons land wel zal dalen. Te Simpelveld (Limb.) is brand gesticht in een der kapelletjes, gelegen nabij het klooster der Eerw. Zusters van het Arme Kind Jesus. Het kapelletje brandde geheel uit. Een kostbaar Mariabeeldje ging medé verloren. y De politie te Delft heeft een valschen rijksdaalder in beslag genomen, jaartal 1871 het randschrift ontbreekt, overigens is het valsche geldstuk vrij goed afgewerkt. De Commissaris van Politie te Hilversum, waarschuwt tegen de practijken van het z.g. Haagsche Assurantiekantoor, Johan- nesburgstraat 29, te 's Gravenhage, welk kantoor binnenkort overgeplaatst wordt naar Utrecht, Drift no. 3. Op verschillende plaatsen werden n.l. incasseerders aange steld tegen storting van een borgstelling van 300, terwijl er niets valt te incas. seeren. Te Vaals (Limb.) zijn twee gevallen van typhus geconstateerd. De beide patiënten, twee meisjes uit verschillende families, zijn naar het hospitaal overgebracht. In den nacht van Donderdag op Vrijdag omstreeks half één is op den Dglftweg, te Rijswijk (Z. H.), een ernstig ongeval gebeurd. Terwijl de passagiers uit de tram stapten, laderde uit de richting Den Haag een an dere tram en uit de richting Delft een auto. De chauffeur van dezen auto, zekere J. Vr. alhier, werd volgens zijn zeggen ver blind door de lichten der uit Den Haag ko Uitgifte te wachten van 10 millioen 7 pel, obi. a 9414 proc. Naar het „Hbld." verneemt, zal hier te lande binnenkort worden uitgegeven een leening des Comp. des Chemins de Fcr du Maroc. tot een bedrag van 10 millioen, deel uitmakende van een leening, die in to taal volgens de buitenlandsche bladen 41.6 millioen Zwitsersche francs groot zal zijn. Dc uitgifte vindt plaats in 7 pet. obligaties tot den koers van 94ka pet. De leening wordt door de Fransche en Marokkaansche regee ring gegarandeerd. De aflossing vindt uiter lijk in 15 jaren plaats, te beginnen met 1935" Uitgeloot zijn obligaties van 25. Nos. 912; 1170; 1299; 719; 600; 1887; 2065; 2142; 1179; 311; 1387; 276; 835; 2171; 60; 263; 843; 902; 1580; 523; 14Ó2; 525; 293; 1704; 543; 659; 1680; 1230; 507; 927; 781; 2137. Obligaties van f 10.Nos 4385; 4585; 4587; 4383; 4347; 4175; 4961; 4301; 4874; 3827; 3616; 4674; 4446 4178; 4988; 3993; 3197; 3978; 3604; 3748 en 4165. HOOGEVEEN, II Nov. Vee. Aanvoer ter eroote najaars-veemarkt 12 stieren 82—210, 252 'koeien 100—347, 379 jong- beesten 92172, 159 kalveren 2959, 8 Fr. schapen 1726, 40 varkens 1942, 236 biggen 812, 4 geiten 511. Handel algemeen vlug melkvee willig. Veel vreemde kooplieden waren aanwezig. LEIDEN, 12 Nov. Vee. Aangevoerd 15 stieren 150360, 105 kalf- en melkkoeien 200370, 500 varekoeien 160320, 194 vette ossen en koeien 230525, 0.490.96 per kg schoon 221 graskalveren 25—65, 7 vette kalveren 70—115, 1.15—1.10 per kg schoon 56 nuchtere kalveren 816, 885 vette schapen 22—35, 680 weide schapen 19—24, 959 magere varkens 18—54, 728 biggen 815. Kaas. Aangevoerd 65 partijen. Prijzen Goudsche le soort 54—58, 2e soort 50— 53 Leodsche le soort 5155, 2e soort 4550. Handel matig. LEEUWARDEN, 12 Nov. Vee. Aange voerd 106 stieren 160480, 430 vette koeien 165—350, per kg 0.70—0.94 874 melk en kalf koeien 130—400 30 vette kalveren 40—:95 450 pinken 85—175 1330 gras kalveren 30—90 237 nuchtere kalveren 813 333 vette schapen 2335 249 weideschapen 1830 513 lammeren 14 22 1386 vette varkens 50155, per kg 0.620.69, 180 magere varkens 2555 432 kleine biggen 7—15 11 paarden, 37 bokken. De handel in gebruiksvee, vette koeien en stieren was iets vaster in graskalveren langzaam, in slachtsoorten iets beter in vette en nuchtere kalveren iets flauwer in wolvee stug, in varkens niet vlugger, zou ters 6466 c. Eieren. Aanvoer 3800 kippen- 1013% c., 240 eenden- 9—10 c,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 13