In en om Haarlem Haarlem en Haarlemmers in de Literatuur. Gemeenteraad van Schoten. De tarieven van net Provinciaal Electriciteïtsbedrijt. Een oud verhaal. MARKTNIEUW5. Oc gemeente Zandvoort heeft in de. laat ste raadsvergadering besloten de electrische straatverlichting te veranderen in een gas verlichting. Dit besluit is genomen, nadat eindelooze onderhandelingen hadden plaats gehad om de tarieven van het Provinciaal Eleclriciteitsbedrijf. de tegenwoordige leve rancier van den stroom in Zandvoort, ver laagd te krijgen. Dit lukte niet en nu wenscht Zandvoort den ouden leverancier op te zeg gen en een nieuwen te nemen. Een eigen aardige kwestie doet zich hierbij voor. Het raadsbesluit, waarbij 50.000 gevoteerd werd om de electrische verlichting in een gasverlichting te veranderen, behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Noordholland. Maar deze hebben ook de zorg voor den bloei van het Prov. Electrisch Bedrijf te behartigen. Zullen zij dus nu maar lijdelijk toestemming geven tot het aangaan van een leening die tot gevolg heeft, dat het Electrisch Bedrijf van een aanzienlijke stroomafname wordt beroofd?. Het moet wel eenige moeite kosten om de tweeërlei functie, waarin Gedep. Staten hier optreden, gescheiden te houden. Senerzijds mogen zij, als college van Ge deputeerde Staten, niet al teveel in de rechten, in de autonomie treden van de ge meentebesturen, anderzijds moet het ver langen groot zijn, een goeden afnemer van stroom voor het P. E. N. te behouden. Ver moedelijk zullen Gedeputeerde Staten eens laten berekenen of de verandering van ver lichting voordeel voor Zandvoort beieekent en of het financieele voordeel de moeite van het veranderen waard is. Is dat niet het geval, dan zullen zij waarschijnlijk hun goedkeuring aan het raadsbesluit van Zand voort onthouden. En ongetwijfeld zullen ge deputeerde Staten bij hun berekening in aanmerking nemen dat de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat binnen niet al te langen tijd de electriciteitstarieven van het P. E. N. verlaagd zullen worden. Alles en alles bij elkaar gelooven wij niet dat zoo spoedig het Taadsbesluit van Zandvoort zal zijn goedge keurd en wij gelooven niet dat Zandvoort al spoedig gas in plaats van electrische ver lichting in zijn straten zal hebben, Uit bovenstaande blijkt intusschen wel de krachtige positie, die een overheidsbedrijl als het P. E. N. inneemt, gesteund als het wordt door Gedeputeerde Staten. Er zijn ivele gevallen geweest van zulken steun en uit onze herinneringen diepen wij op de voorziening van Bennebroek met electri- schen stroom. De gemeente Bennebroek wenschte stroom te betrekken van de ge- meente Heemstede, wier kabels vrij dicht bij Bennebroek lagen, doch Gedeputeerde Staten wenschten dat Bennebroek stroom van het P. E. N. zou nemen in verband met den ringkabel, die dit bedrijf zou aanleggen. Het kan best zijn, dat Gedeputeerde Staten toen een juist inzicht in de zaak hadden, alhoewel de afnemers in Bennebroek den stroom duurder moesten betalen dan wan neer Bennebroek ze van Heemstede zou be trokken hebben, naar wij meenen. Ook nu zal Zandvoort niet geheel vrij staan het gas van Haarlem te prefereeren boven de provinciale electriciteit en hoe wel wij ook in dit geval niet dadelijk van ongewenschie protectie van het provinciaal bedrijf durven spreken, dient men zich bij de provincie toch wel te hoeden voor een kwaden schijn. Want er zit aan deze kwestie nog meer vast. Immers de feitelijke oorzaak van het Zandvoortsche raadsbesluit ligt in de mis lukte onderhandelingen met de directie van het P. E. N„ om de electriciteitstarieven verlaagd te krijgen. Langen tijd zijn daar omtrent tusschen het gemeentebestuur Zaneivoort en de directie onderhandelingen gevoerd, doch het antwoord der directie was dat „vooralsnog niet tot verlaging kan wor den overgegaan, wel was deze in overwe ging.' Dit laatste heeft wel de beteekenis dat er voorloopig nog niets komen kan van verlaging der tarieven. Welnu in zoo'n ge val speelt de partij, die haar zin niet kan krijgen, tegenover de andere partij een con current uit. In dit geval speelde Zandvoort dc gasfabriek van Haarlem uit tegen hel Provinciaal Electriciteitsbedrijf. Wanneer nu Gedeputeerde Staten, door goedkeuring van dat raadsbesluit te weigeren, eventueel de kracht van dat Zandvoortsche argument zouden te niet doen, dan .voelt men dat er aan zulk een handeling iets hapert. Juister zouden velen het in dit geval gevonden hebbsn indien de directie van het P. E. N. in dezen bij de bepaling der tarieven voor Zandvoort den factor „concurrentie" had laten gelden. In de nota betreffende de ta rieven van het Provinciaal Electriciteits bedrijf, die Gedeputeerde Staten onlangs aan de Statenleden hebben uitgebracht, zeg gen zij dat men bij 't opbouwen van'n tarief systeem op véle en velerlei factoren te fei ten heeft, zooals dc kwaliteit, de kwanti teit raa het verschafte product en ook de concurrentie. Gedeputeerden geven hier dus toe dal bij de bepaling der tarieven de mogelijkheid van concurrentie gedricht in de schaar legt en o.i. had de directie zich bij de onderhandelingen met Zandvoort kunnen laten leiden door de gedachte aan de con currentie van het Haarlemsche gas. Wij hopen dat deze concurrentie vrees bij de directie niet uitgeschakeld is door het ver trouwen dat Gedep. Staten een eventueel raadsbesluit om gas van Haarlem te betrek ken wel niet zouden goedkeuren. Zouden Gedep. Staten immers een raadsbesluit mét dit bedoeling niet goedkeuren, dan begint dat bedenkelijk veel te lijken op minder loyale interventie ten bate van het P. E. N. Verband hiermede houdt de algemieene tarievenpolitiek van het P. E. N. De tarie ven van het Provinciaal Bedrijf immers zijn, in vergelijking met die van de gemeente Haarlem en Amsterdam, hoog, n.l. 42 cent per K.W.U. voor de kleinverbruikers. In Haarlem is de prijs 23 cent. Een groot ver schil dus. Herhaaldelijk is aangedrongen op verlaging van de provinciale tarieven. Her haaldelijk en van vele zijden. Toch schijnt men bij het P. E, N. daartoe nog niet te kunnen besluiten. Nog altijd zit het P. E. N. alhoewel de laatste jaren mooie winsten gemaakt worden met een verliespost ont staan door de in de oorlogs- en crisisjaren gevolgde politiek. Eerst moet dat verlies weg gewerkt worden zoo schijnt de bedoeling te zijn en dan pas kan aan tarievenver- laging gedacht worden. Dat verlies zal pas over een jaar of drie weggewerkt zijn. Of deze gedaclitengang, of deze tarieven politiek juist is, mag worden betwijfeld. Het zal immers wel geen nader betoog behoe ven, dat met zulke hooge prijzen voor elec triciteit de verbruikers de afname van stroom tot een minimum beperken. Het wil toch wat zeggen of men voor een K.W. U. 42 cent of 28 cent betaalt, en menigeen, vooral op het platteland, zal het eens een avondje met een petroleumlamp doen, om eens 42 cent uit te sparen. Al is petroleum licht dan ook niet zoo prettig als electrici teit. Ook Gedeputeerde Staten weten dat wel en in hun reeds hierboven geciteerde nota schrijven zij aan de leden der Provinciale Staten het volgende: „Lage K.W.U. prijzen zullen het gebruik van electriciteit voor allerlei doeleinden in de hand werken. Naarmate echter de K. W. U. prijs daalt, zal niet alleen meer stroom worden verbruikt voor doeleinden, waarvoor men dc electriciteit reeds bezig de, maar ook nog voor andere doeleinden. Daling van het tarief heeft dus een dubbel stimuleerend effect. De groote moeilijkheid nu bij het herzien van tarieven is: le schatten, in hoever de daling stimuleerend zal werken, niet alleen in het begin, doch r op den duur. Tast men hierin mis, dan 1 n de tariefdaling het omgekeerde effect hebben van hetgeen men beoogt. En hoewel het nu bij de recht- streeksche levering aan huis mogelijk is, alsdan het tarief te wijzigen, zoo zal men hiertoe toch niet dan zeer ongaarne over gaan, daar het vertrouw <?n van den ver bruiker geschokt wordt, i i men spoedig na tariefdaling toch weer het tarief ver- hoogen moet. De Directie is op het oogenblik reeds eenigen tijd gereed met de ordening van het beschikbare materiaal en tracht zich rekenschap te geven van de vermoedelijke toeneming van het debiet. Overijling alsmede ook te laat ingrijpen Inzake tariefswijziging kan vee! kwaad stichten, evenwel is het kwaad, voort vloeiende uit overijling, altijd nog iets grooter, dan dat, voortvloeiende uit te laat ingrijpen." Tot zoover de nota van Gedep. Staten. Wij zijn van meening dat Ged. Staten wat de tarievenpolitiek voor de kleinverbrui kers betreft, wel wat al te conservatief den ken. Ons dunkt dat men wat al te bang is om de tarieven te verlagen en wij kunnen ons indenken, dat er menige andere bedrijfs leider zou zijn, die in deze omstandigheden de zaken optimistisch zou bekijken en zou adviseeren: verlaag gerust de tarieven; een grootere afneming van het product zal cr het gevolg van zijn en het bpdrijf ruim schoots schadeloos stellen. Een beetje bedrijfsleiding op Araeri- kaanschen leest kan hier geen kwaad en hierbij denken wij aan die Amerikaansche firma, die mooie en goed afgewerkte scheerapparaten cadeau doet, alleen in de verwachting, dat men dan ook de scheer mesjes zal koopen. „Te laat ingrijpen kan veei kwaad stich ten" lezen wij in de, nota. Wij gelooven dat men bij het P. E. N. al te lang gewacht heeft met bet verlagen der tarieven. Ongewensch- te symptonen daarvan zijn o.m. dat men in Bennebroek en in Zandvoort om in deze omgeving te blijven den stroom der Pro vincie liever niet heeft en dat Gedeputeerde Stalen bun machtspositie in de schaal moe ten leggen om deze afnemers voor het P. E. N. te verkrijgen of te behouden. Dat is een ongewenschte toestand. En ten slotte diene men toch ook niet uit het oog te verliezen dat men de gebruikers gerieft met lagere tarieven. Ook dat is ten slotte een factor, die eenig gewicht heeft, een factor, d;e wel in staat mag zijn cenige aarzeling in het besluit lot tariefsverlaging te overwinnen. Onmogelijk achten Gedeputeerde Staten arievenverlaging niet, alleen is er eepige 'rees dat het wel eens verkeerd zou kun nen aflbopen. Goeden grond voor die vrees schijnt er echter ook niet te zijn. Welnu erlaag dan de tarieven en begin daarmede oor Zandvoort ter wille te zijn. Dat Haarlem dan geen gas aan Zandvoort zal leveren, behoeft geen Haarlemmer tegen te houden instemming te betuigen, want dat het in de gegeven omstandigheden zoover komen zal, gelooven wij vooralsnog niet. Voor vele lezers zal het bekende „Hoe warm het was en hoe ver" van Hildebrand, van een nieuwe aantrekkelijkheid zijn, als zij weten dat de stad, „die ik niet genoemd heb", waarin de schrijver van de Camera Ofcscura zijn verhaal liet spelen, zeer waar schijnlijk Haarlem is. Het was een brandend-heete Vrijdagach termiddag in zekere Hollandsche stad; zoo heet en zoo brandend, dat de mosschen op het dak gaapten, 't welk, op gezag der Hollandsche manier van spreken, de grootste hitte is, die men zich voor kan stellen. De zon scheen vinnig in de straten en glinster de op de van droogte poeierig geworden keien. In die straten, die tegen het Zuiden liepen en dus geen schaduwkant hadden, bracht zij de voorbijgangers letterlijk tot wanhoop De kerels, die met kersen en wijn peren rondwandelden, veegden alle oogen- blikken hunne voorhoofden met hunne lin nen voorschoten af; de sjouwermannen, die anders gewoon zijn in hydrostatische afge trokkenheid hunne leden over de leuningen der bruggen te doen hangen, een houding, waaraan zij hier en daar den vereerenden naam van baliekluivers te danken hebben, lagen aan den oeverkant voorover op bun ellebogen uitgestrekt, met een pot karnemelk in plaats van jrr- ver, de metselaars op karwei, aan den --eet an een steiger op een balk nedergezeten, met hpnne ellebogen op de knieën en hunne twee handen om e«n spoelkom geklemd, bliezep Wel eens zoo lang over hunne thee als gewoonlijk en dus zeer opmerkelijk en verwonderlijk lang; de dienstmeiden die boodschappen deden, konden de kinderen, die meegegaan waren op hope van een pruim of vijg bij den win kelier toe te krijgen, nauwelijks over de straat voortsleepen en uitten in het voor bijgaan een diep en innig medelijden jegens de werkmeisjes die „de straal deden" met geblakerde gezichten en onder de kin los gemaakte mutsen. Niemand was bedaard, dan hier of daar een enkel grijsaard, die met blauwe slaapmuts op en zwarte muilen aan, met de becnen op zijn stoepbankje uitge strekt, een pijp zat te rooken, in gezelschap van een violier en een balsamine, zich ver heugende in den ouderwetschen dag weer." Op dezen brandeud-heeten Vrijdagachter middag bewoog zich de heer en Mr. Hendrik Johannes Bruins, omstreeks klokke vijf uren langs een der straten van de s'ad die ik niet genoemd heb, en zulks, de hitte des daags en zijn postuur in aanmerking ge nomen, veel te snel Hij hield in de eene hand zijn hoed en in de andere zijn gelen zijden zakdoek en zijn bamboes met ronden ivoren kap, met welken knop hij zich ver scheidene malen in schutterige beweging tegen het hoofd stiet, als hij den zakdoek gebruiken wilde. Achter hem aan huppelde zen kleine straatjongen, die 's mans overjas en valies over den arm droeg, zonder lic-ed of pet op 't hoofd, met een blauwe buis, met een zwarte lap in den eenen, en een i grijzen in den anderen elleboog, én waarvan 'de eerste ltnoop "(oen zwartbeenenj werd vastgehouden door het. vierde knoopsgat, terwijl de tweede (een geelkoperen), die op de vierde stond, door het zesde werd be dwongen. Hij was zoo gelukkig in dezen warmen zomertijd geen kousen te dragen, als aan den ingang zijner klompen en nog daarenboven hier en daar zichtbaar was. „Nu, waar is het nu, jongen? waar is het nu?" vroeg de heer Mr. Hendrik Johannes Bruis ongeduldig. „Dat eerste huis met dat platte stoepie," antwoordde de jongen, „de tweede deur voorbij den spekslager, qaast dat huis, waar die spiegeltjes uitsteken. „Goed, goed, goed," zei de heer Mr. H. J. Bruis De spekslager en de spiegeltjes waren achleF den rug en de dikke man stond op de stoep van doctor Deluw, zijn academie vriend, dien hij sedert zijn huwelijk niet ge zien had, want de heer Bruis woonde in een Overijsselsch stadje, waar hij mees Ier in de rechten, maar geen advocaat, echtgenoot, maar geen vader, lid van den raad en koopman was. Hij moest nu in Rotterdam wezen en had een omweg gemaakt om de zen heeten achtermiddag zijn vriend doctor Deluw. diens vrouw en diens kinderen, te zien. Hij trok daarom haastig aan de bel, en nam zijn jas zelf over den arm. „Daar mannetje! maak nou maar dat je wegkomt." De jongen kwam weg en wel op een draf, juist niet omdat bét zoo warm was, maar omdat hij een jongen was en een aardiger fooitje had gekregen dan hij gedacht had, waar daarenboven zijn vader niet van wist In een oogenblik was hij de lange straal al uit en stond zich hier of daar te vergasten aan een komkommer in 't zuur, een rpaatje klapbessen of eenige andere straatjongens- lekkernij, waarvoor men fatsoenlijke kinde ren nooit vroegtijdig genoeg afkeer kan in boezemen. De deur van doctor Deluw's buis ging in tusschen nog in lang niet open en de heer Bruis belde een fweede, derde en vierde maal, den laalsten keer zoo hard dat de juffrouw naast de deur. die in haar :-pie- geltje keek en hem allang gezien had, „er akelig van werd," haar naaiwerk van haar knie losspelde (zij moedigde de uitvinding der schroeven, plombs en spanriemen niet aan) een bovendeur open deed en aan den heer Bruis verklaarde „dat er niemand in was." „De dokter ook niet? „Neen, mijnheer." „Mevrouw ook niet?' „Neen, mijnheer, ik zeg je oramers dat ze der allemaal uit zijn." „Waar zijn zij dan naar toe. „Dat weet ik niet, mijnheer! Zij zijn alle maal uit en de meid is.alleen thuis.' „Waarom doet dc meid dan niet open?" „Wel, omdat ze der niet in is." „En je zegt, ze is thuis?" „Ja, maar daarom kan ze der wel niet in zijn", zei de juffrouw, sloot haar bovendeur en zulks met te meer baast, omdat baar witte poes zich juist gereed maakte over de onderdito te springen'en liet den.heer Bruis alleen, om, indien hij wilde, in stilte te gissen naar het verschil der termen „thuis" en „er in". Hii zou, indien hij geduld had ge had, begrepen hebben dat „thuis te zijn een plicht was der meid door de familie deluw opgelegd, waarvan „er in" te zijn, naar haar uitlegging slechts een klein gedeelte uit maakte. Om dit op te helderen, kwam er een stem uit een schoenmakers-pothuis van den over kant. „Ze bennen in de toin, riep de stem, „en de maid is om een boóschap. Daar komt ze al an". Het woordeken „al" bad in dezen volzin naar bet oordeel van den heer Bruis, ge voeglijk kunnen gemist worden; maar wer kelijk zag hij een niet onaardige meid aan komen met een grooten sleutel in de hand, en zoo gauw als zij, zonder in den draf te vervallen, gaan kon; zij kwam de stoep op, schoot ZEd. voorbij, sloot met voorbeelde- looze gezwindheid de deur open, en stond voor hem op de vloermat. „Wou u menheer gesproken hebben, vroeg de meid. „Ja, maar menheer schijnt niet tehuis te zijn." „Neen, menheer; menheer, en mevrouw, en' de juffrouw, en de jongeheer en al de kinderen zijn „buiten", en ik ben maar alleen thuis, om op de boodschappen te passen. Nu, de heer Bruis bad gelegenheid gehad om zich gedurende een groot kwartier te verlustigen in de nauwgezetheid, waarmee deze doktersmeid, die intusschen een lang discours gevoerd had met de dochter van een fruitvrouw, die uit naaien ging en voor een opgeschove' aam zat, zich van dezen plicht kweet, fdij had evenwel te_ veel haast onj verwijten te doen. „Waar is buiten?" vroeg hij, „is bet ver? Waar is -het?" „Inde Meester Morislaan," antwoordde de meid. „De Meester Morislaan," zei Bruis met de alleruiterste verachting. „Wat weet ik van de Meester Moririaan?" Daar was, naar het gevoelen van de meid, meer aanmatiging in de houding en den toon van den heer Bruis dan aan iiaar knap ge zicht behoorde te beurt te vallen. Zij was dus billijk geraakt. "Ik kan 't niet helpen dat u 't niét weet! zei de ineid droog weg en maakt3 een be weging met bet slot, alsof de heer Bruis nu wej heen kon gaan. De heer' Bruis veranderde van toon. „Hoor reis, meisje! Ik kom hier per dibgence-expres om den dokte- en de lami ie te zien. Als t nu niet te ver is, wil ik wel naar bmtfn wandelen. Kan ic me t ma lief beduiden.' Hij keek smachtend de straat dooroi er ook nog een jongen was. die hem der waarts brengen kon; maai niemand deed zich op. De meid verwaardigde zich nu intusschen de vereischte inlichtingen ie geven, en de beer Mr. H. J. Bruis trok naar doctor Deluw- Toen hij een huis of wat verder was, be merkte hii pas, dat hij zijn jas nog over den arm en zijn valies nog in de hand droeg. Hij kwam dus terug, belde nog eens aan om een en ander aan de meid le bewaren te geven, maar Grietje was waarschtmujk alweer bij haar vriendin, en dc heer Bruis zag zich genoodzaakt, op dien brandend- heeten Vrijdagachtermiddag, zijn overjas en valies zelf te torsen, met het stellig voor nemen om, zoo hij ooit ver mocht komen van doctor Deluw te zien, zich bij hem over zijn meid te geklagen. Tot 's mans geluk was de stad, die ik nog altijd niet genoemd heb, niet groot, en de heer Bruis merkte spoedig genoeg de poort die hij uit moest, ofschoon het beslijgen en niet minder het afdalen van twee aanmerke lijk' hooge bruggen hem vrij wat geknauwd had. Aan de poort gekomen had hij den ge lukkigen inval zijn jas en valies aan de zorg van een commies toe te vertrouwen; hij trad daartoe het commiezenhuisje binnen, maar er was niemand in. Daar hij evenwel een persoon in een grijze jas bemerkte, die aan den overkant van den singel stond te henge len 1) en er vrij commiesachtig uit zag, legde hij zijn goed maar neer, en zich daarop tot 'den visscher wend-nde, die inderdaad een commies was, liet hij zich van dezen nog eens inlichten omtrent de ligging van dc Meester Morislaan. Ik zoude hem onrecht doen, indien ik zeide dat de heer Bruis de instrucliën van Grietje vergeten had; vermits hij er in zijn drift weinig naar had geluisterd. Iiij moest „eerst een eindweg den singel op, dan de faan in, dan rechtsom slaan, tot dat hij aan zoo'n paaltje kwam, dan weer links, en dan weer rechts om. en dan was hij in de Meester Morislaan." „En het buiten van doctor Deluw?" „Daar heb ik nooit van gehoord, zei de commies, „maar er zijn heel veel tuinen in. Hoe heet het?" „Veldzicht.". „Veldzicht?" zei de commies, die verlang de van dén heer Bruis af te komen, daar hij aan zijn dobber meende te merken dat hij beet kreeg: „neen mijnheer, dat is mij onbe kend". De heer Bruis wandelde op. De singel bracht hem een weinig tot zich zeiven, want er stonden aan weerzijden hooge boomen, maar de zaligheid was spoedig uit, vermits de stad, in een oogenblik van geldverlegen heid voor een illuminatie op 's konings ver jaardag een groote partij boomen had doen vallen, in wier plaats zich nu, op naam van jong plantsoen, eenige dunne twijgjes ver toonden, om den anderen verschroeid. Hij was dus weder doodaf toen hij tusschen twee zwarte schuttingen in een smalle laan zag, die hij meende te moeten inslaan. Het was eenzaam in die laan. Niets dan schut tingen, waar de boomen boven uitstaken; niets dan tuindeuren met opschriften en nommers. Voor een der tuindeuren, die aan stond, zat een klein kind met een zwart kantje, en een zwart gezichtje, zich verma kende met een pompoen en verschillende aardappelschillen. ,,Is dit de Meester Morislaan, kindlief", vroeg de heer Bruis. Het kind knikte van ja. „Waar is hier eigens Veldzicht?" Het kind zei niets. De heer Bruis werd mocielijk, niet zoo zeer in het kind, maar op de verborgen heid van Veldzicht. „Weet je 't niet", vroeg hij, een toon of drie te hard. H"et kind liet den pompoen en de aard appelschillen vallen, stond op, begon te bul len en liep den tuin in. De heer Bruis zuchtte. De Meester Moris laan scheen zeer lang te zijn en da tuin deuren waren menigvuldig. Hij las allerlei namen. Namen van ophef en grootspraak als: Schoonoord, Welgelegen, Bloemhof, Vreug derijk; namen van tevredenheid en berus ting als: Mijn Genoegen, Weltevreden, Bui tenrust; naieve namen als: Nooit Gedacht, Klein maar Rein; Hierna Beter; maar ook aen aantal geographische, als: Nabij, Bij stad, Zuiderhof, en optische als: Vaartzicht, Weizicht, Landzicht, Veezicht en Veelzicht, Eindelijk waren er twee deuren waarop niets te lezen stond dan Q 4 No. 33 en Q 4 No. 34. Een van die beide deuren kon Veld zicht zijn! De heer Bruis, hoe driftig en ongeduldig, was bescheiden. Hij ging dus No. 33 voorbij, om niet het eerste het beste voor Veldzicht aan te zien, en klopte aan No. 34. Na een poosje wachten, werd hem open gedaan, door een zeer lange, statige prent achtige dame, met een rouwjapon aan, een wit kemelhaar loshangend doekje op haar schouders, een zwarte hoed, dien zij voor dc zon zeer voorover op haar neus had gezet, een groenen bril een klein bewijs van baard op haar bovenlip en een boek in de hand. „Is hier Veldzicht, mevrouw?" vroeg de heer Bruis. Waarom zag hij niet dat het geen me vrouw was?" „Neen, mijnheer," antwoordde de juffrouw verschrikt voor een „vreemden man mis schien wel meenendc dat het iemand was, die haar bestelen wilde. „Dat is hier alder- naast", en toe vloog de deur. De heer Bruis klopte aan Q 4 No. 33. 1). De lezer zal de Houtpoort herkennen. Van de onmogelijkheid te visschen in het water van den Raamsingel zal ieder nu wel overtuigd zijn! Visschen stellen ook eischen aan de gesteldheid van het water. ^Gisteravond kwam te half 8 de Raad'dezer Gemeente in openbare vergadering ten'Raad- huize bijeen, onder voorzitterschap van den waarnemend burgemeester Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen. Aanwezig waren alle leden. Na de opening worden de notulen der vorige vergadering na eenige discussie, hgeed- gekeurd. Benoeming lid school commissie. Als lid der schoolcommissie is de heer P. Commandeur met 1 Januari a.s. aan de beurt van aftreden. Met algemeene stemmen wordt de heer Commandeur herbenoemd. Subsidie bijzondere bewaarscholen- Naar aanleiding van vroegere besprekingen en van een verzoek van 't bestuur der Bijzon dere Bewaarschool in de Colensostraat, heb ben B. en W. met dit bestuur onderhandeld en zijn zij tot de overtuiging 'gekomen, dat het subsidie voor deze school met ongeveer f 1800 per jaar dient te worden verhoogd. Zij stellen hiertoe eenige wijzigingen voor in de betreffende verordening, waardoor deze vermeerdering van subsidie zalworden bereikt De heer JANSSEN wil liever de oor spronkelijk door het schoolbestuur begroote f 3000 subsidie, aanvulling aien toegekend, en stelt voor, het punt nog aan te houden. De heer VISéE verklaart tegen dien tijd eenige amendementen op het voorstel te Zullen indienen. De heer LOERAKKER pleit voor behan deling in deze vergadering. Na eenige discussie vraagt de heer COBE- LENS stemming over het voorstel tot aan houding, dat met 9 tegen 6 stemmen wordt aangenomen. Stichting openbare bewaarschool. B, en W. stellen voor 1. over te gaan tot stichting van een school voor openbaar voorbereidend onderwijs, naar de Fröbelmethode 2. hen uit te noodigen, zoodra mogelijk met voorstellen te komen ter uitvoering van dit besluit, wat aangaat a. de plaats van den bouw b. de plannen daarvoor, onder bijvoeging van een kostenbegrooting. VOORZITTER verklaart, om practische redenen voor dit geval het Fröbel-onderwijs boven de Montessori-methode te moeten verkiezen. De heer VISéE dringt erop aan, dat "deze school in de omgeving van school B geplaatst zal worden. Het voorstel van B. en W. wordt Z. h. st. aangenomen. Uitbreiding Willem de Zwijgerschool. B. enlW. stelk n voor, hun een crediet te verleenen ad f 28 om aan het Bestuur van genoemde school te verstrekken voor aanschaffing van schoolbanken. Z. h. st. aangenomen. Uitbreiding St. Bavo- school (Kerklaan). Een zelfde crediet ad f 440.vragen B. en W. ten behoeve der St. Bavoschool. Z.h.st. aangenomen. Vergoeding boventallige leerkrachten. B. en W. stellen voor, aan het bestuur van de bijzondere school voor gewoon lager onderwijs aan de Hertzogstraat no. 1 (Wil lem de Zwijgerschool) te vergoeden het door hen betaald salaris aan de volgende onder wijzers dier school, t.w. Mevr. H. Vermeij, geb. Nel, tijdvak 1 Januari t/m 24 Augustus 1925, f 884.en A. Vennik, yjdvzk 25 Augustus t/m 31 December 1925, f 472.50. Z. h. st. aangenomen. Vervolgonderwijs St. Lu- ciascholen. B. en W. stellen voor 1. aan het bestuur van de St. Luciascholen, ten behoeve van den van hem uitgaanden cursus voor vervolgonderwijs, voorloopig tot 1 Januari 1927, een bijdrage uit de ge meentekas te verleenen berekend naar f 10. per te Schoten vvoner.de(n) leerling(e); 2. deze zaak nader op de begrooting voor het dienstjaar 1927 te regelen. De heer VISéE wil wederom de beslissing aanhouden tot de begrooting. De heer LOERAKKER verwondert zich daarover, en meent, dat ten aanzien van deze onderwijs-kwestie de gemeente haar plicht moet doen en dat een dergelijk pun- niet tot een begrooting behoeft te wachten. De heer VISéE wil wel aan de wet vol doen, hiaar waar de gemeente zelf geen vervolgonderwijs geeft, is er bij spr. twijfel, en die kan bij de begrooting het best be sproken worden, of aan bijzonder vervolg onderwijs nu subsidie moet worden verleend. De heer LOERAKKER verklaart, dat de vorige maal het punt voor één vergadering is aangehouden ter wille van oriëntatie voor 1 den heer Visée het debat is toen al uitvoerig genoeg gevoerd, en ieder kent zijn standpunt, zoodat niet opnieuw gedebatteerd behoeft te worden. VOORZITTER betoogt, dat het voorstel maar loopt over 1926, tot aan 1927, dus hier over kan niet eens gesproken worden bij de begrooting voor 1927 1 Wethouder KLEIN verklaart zich op financieele overwegingen tegen dit voorstel Deze inrichting is kapitaalkrachtig genoeg, vindt spr., dat is algemeen bekend zoo ze niet schatrijk is, zit ze er toch goed bij. De heer LOERAKKER bestrijdt, dat deze instelling het subsidie, niet noodig zou hebben. Maar vanuit het standpunt van ge lijkstelling, beeft men zich in deze vraag niet te verdiepen. De overheid heeft het onder wijs thans tot taak, en moet zorgen, dar dit zoo goed mogelijk zal zijn. De heer VISéE verklaart, dat de heer Loerakker hpm nu uit zijn tent,gelokt heeft, en spr. wil daarom nu vast een vraag om een vierde Openbare School in het vooruitzicht stellen. De heer LOERAKKER vraagt, of het on derwijs hier in al zijn schakeeringen goed zal behartigd worden, of niet. Spr. is altijd be zorgd voor de financiën geweest, maar hij heeft den weth. nooit zoo berorgd gezien als thans. Het gaat hier echter niet om een paar centen, maar om een principe. VOORZITTER verklaart, dat de voorge stelde f 10.per kind niet anders genoemd kan worden dan een sympathie-betuiging jegens dit onderwijs, waarop het voorstel zonder stemming wordt aangenomen onder toezegging dan den heer VISéE, dat bij de begrooting deze zaak voor 1927 opnieuw ter sprake zal komen. Rekening over 1925. B. en W. bieden ter goedkeuring 'aan de rekening over 1925 van het Burgerlijk Arm bestuur en ter voorloopige vaststelling de rekeningen van de gemeente en de Bedrij ven over 1925. VOORZITTER dringt erop aan, dat de commissie ter zake spoedig dé rekeningen zal nazien, waarna dit punt wordt aange houden. Straatnamen. B. en W. stellen voor, aan de straten ge projecteerd op het perceel kadastraal bekend in sectie B no. 7201, de volgende namen te geven ai de straat geprojecteerd ten Noorden van de Hoogerwoerddwarsstraat en de Spar renstraat en daarmede evenwijdig loopende van de Verlengde Marnixstraat naar den Rijksstraatweg, den naam van Fijnboom straat aan de eerste dwarsstraat van de 2e Hoo gerwoerddwarsstraat loopende an deze straat naar de geprojecteerde Pijnboomstraat den naam van Tamarindestraat aan de straat, eprojecteerd in het ver lengde van de bestaande Hoogerwoerdstraat tot aan de geprojecteerde Pijnboomstraat, den naam van Hoogerwoerdstraat aan de straten, geprojecteerd op de per- ceelen, kadastraal b in sectie B nos. 4890, 6501, 65(12 en é503, de volgende namen te geven aan de straat, geprojecteerd ten Westen van den Rijksstraatweg en daarmede even wijdig loopende den naam van Rijnstraat. aan de straat, geprojecteerd ten Westen van de sub 1 genoemde Rijnstraat en daar mede evenwijdig loopende, den naam van Merwedestraat aan de straat geprojecteerd ten Westen van den Rijksstraatweg en loopende in Wes telijke richting van den Rijksstraatweg tot aan de hierna te noemen geprojecteerde Lek straat, den naam van Maasstraat aan dc straat, geprojecteerd ten Westen van den Rijksstraatweg en loopende van den Rijks straatweg in Westelijke richting en gedeelte lijk evenwijdig loopende met de Maasstraat den naam van Waalstraataan de Zuidelijk ste geprojecteerde straat, ten Westen van den Rijksstraatweg loopende van de geprojec teerde Rijnstraat naar de nader te noemen Lekstraat, den naam van Scbeldestraataan de straat geprojecteerd ten Westen van den Rijksstraatweg en loopende aan het einde van de geprojecteerde Schelde en Maasstraat in Noordwestelijke richting den- naam van Lekstraataan de straat, geprojecteerd tus schen de Maas- en de Waalstraat, loopende van de Merwedestraat in Westelijke richting den naam van IJsselstraat. Z. h. st, aangenomen. Vaststelling huren ge meentewoningen. De huur der gemeentewoningen aan het Elzen- en aan het Meidoornplein wordt thans bepaald op 1 5.20 voor het normale en f 5.40 voor het grootere type. Z. h. st. aangenomen. Grondbedrijf. B. en W. stellen voor, den grond, gebruikt voor de i9 arbeiderswoningen achter de school op het dorp, uit liet grondbedrijf te lichten. Z. h. st. aangenomen. I Bij B. en W. is ingekomen een verzoek, d.d. 14 October j.l. van bet Burgerlijk .Arm bestuur om met ingang van 1 Januari 1927 het salaris van den Armenverzorger te bren gen op het maximum, zijnde f 2550.het welk hij bereikt door hem een extra periodieke verhooging van f 150.toe re kennen. Gelet op den aard en den omvang van de betrekking alsmede op de vele dienst jaren van den betrokkene, lijkt het B. en W. billijk, dat bovenbedoeld verzoek wordt in gewilligd. Na eenige discussie wordt het voorstel aangenomen met 11 tegen 4 stemmer- Ingekomen stukken, 1. Verzoek, dd. 6 October j.l., van de Coöp. bouwvereeniging Eigen Haard, om het snel verkeer over den Middenweg, van 't Schoter- boschplein tot den Achterweg, te verbieden. Voorgesteld wordt in handen te stellen van S. en W., ter afdoening. VOORZITTER verklaart, dat zooveel mogelijk aan de bedoeling van dit verzoek zal worden tegemoetgekomen. 2. Verzoek dd. 12 November van A. Kruis- dek om eervol ontslag als gasfitter, ingaande 1 December. Besloten wordt, dit ontslag eervol te verleenen. Medegedeeld wordt 1. detGed. Staten de gemeenterekening over het dienstjaar 1924 hebben, vastgesteld Aldus besloten 2. dat ter inzage zijn gelegd de stukken betreffende a. de mogelijk aan de Bataaf- sche Import Mij. te verleenen vergunning voor het vestigen van een opslagplaats van petroleum enz. op een gedeelte van het gas fabriekterrein. VOORZITTER deelt mede, bereid te zijn, de verleening dezer vergunning nog in deze vergadering af te handelen. De heer LOERAKKER vreest, dat bij niet-machtiging voor deze koop, de Maat schappij particulier terrein zal willen koopen en slagen zal, terwijl daaromtrent de ge meente dan niet dan de gewone Hinderwet bepalingen kan stellen, dia niet zoo streng zullen zijn als de voorwaarden, die de ge meente nu als verkoopster stellen kan. De heer VISéE vreest, dat de overblij vende grond niet zoo gemakkelijk zal worden verkocht om het ter plaatse ontstaande ge vaar. Na nog eenige discussie wordt het voorstel om tot vergunning onder de door B. en W. gestelde voorwaarden over te gaan, met 9 tegen 6 stemmen aangenomen. b. het lezen door een onderwijzeres a3n een der openbare lagere scholen, tijdens dc les De heer VISéE dringt aan op reha bilitatie der onderwijzeres,- nu de onderwij- zersorganisatie tot de conclusie komt, dat zij niet schuldig is. Zelfs zou spr. dan neg een onderzoek van gemeentewege willen zien ingesteld. Spr. fulmineert herhaaldelijk tegen den Inspecteur, die de mededeeling "'cdssn. heeft» VOORZITTER wijst erop, dat deze zaak geheel ten onpas in den Raad gekomen ij, en dat deze zich daaromtrent niet verder heeft uit te laten. De heer ANTHONISSEN vraagt naar den titel van het boek. Volgens het bericht van de organisatie was dit „Juffertje Wildzang" van Bertha Cle ment. 3. dat gevolg is gegeven aan den wensch van den Raad, uitgesprokenin zijn vergadc- 'ring van 8 October ji.„ nopens het weder in dienst stellen van alle ontslagen losse werk lieden. De heer DE VOS wil dezen werklieden ook over den tijd, dat zij niet gewerkt heb ben, loon uitgekeerd zien. VOORZITTER zegt, daartoe geen vrij heid te vinden. Na eenige discussie verklaart VOORZIT TER, dat de betrokkenen thans werken uit buitengewone gelden, maar over de weken, die zij niet gewerkt hebben, zouden zij nog alleen betaald kunnen worden uit een sup- pletoire begrooting, en deze is zoo maar niet te maken, want er staan tegenover deze uitgaven geen inkomsten. Het blijkt echter, dat in de vorige verga dering een formeel besluit genomen is, dat de betrokkenen volledig schadeloos gesteld zullen worden, en VOORZITTER zegt daarop toe, dat hieraan dan uitvoering ge geven zal worden, waarvoor de middelen zullen worden beraamd. 4. dat geen vrijheid kan worden gevonden een voorstel te doen tot het verleenen van een vaste aanstelling aan de werklieden H. Ver- schure en H. Alting. De heer DE VOS pleit op grond van per tinente toezeggingen voor een vaste aan stelling. De heer LOERAKKER betoogt, dat het onmogelijk is. onzakelijk en onrechtvaardig. De heern VISéE en VOS,stellen na lang durige discussie voor, B. en W. uit te noooi- gen, in een volgende vergadering met een tot vaste aanstelling der beide betrokkenen te komen. Dit voorstel wordt met 8 tegen 6 stemmea aangenomen. De openbare zitting wordt dan gesloten. Gevonden dieren en voorwerpen. Te rug te bekomen bij C. Brinkman, Archipelstraat 31, een auto-dop P. Smit, Eikenstraat 9, een pet P. Adelaar, Spaan- schevaartstraat 59, een kinderhandschoen S. Fostuma, Semarangstraat 2, een wollen das J. de Bie, Delistraat 42, een herders hond H. Greeuw, Olivierstraat 8, twee pak uissleutels aan een ring P. W. van Schte, Spaarnhovenstraat 11, een pote- monnaie met inhoud D. Schnither, Se marangstraat 11, een rozenkrans H. Scher- penhuizen, Spaansche vaartstraat 29, een wollen handschoen W- v.d. Weijde, Dr. Leijdsstraat 65, een damesportemonnaie met inhoud N. Sluimer, Haitsma Muiier- straat 10, een rijwielbelastingmerk P. van Amersfoort, Cheribonstraat 12, een nieuwe stoffer W. v.d. Made, dc Wetstraat 41, een alpacca lucifersdoosje J. Boeree, Cron- jéstraat 118, een rijwielbelastingmerk in etui B. v.d. Laan., Archipelstraat 21, een rozenkrans in etui W. van Os, Scheeper- straat 26, een kleine hond Boekhoven, ICweektuinstraat 20, een klein wit hondje W. Lammcrs, Lindenstraat 19, een paar schoenen M. Plar.tinga, Bantamstraat 11, een bruin kinderschbentje Tuinman, Bil- litonstraat 20, een klein bruin hondje C. J. Kors, Steijnstraat 153, een kinderporte- nionnaie met inhoud Aan het bureau van Politie een sleutel -ret. koperen pliatje, twee gouje-zakken drie rijwielbelasting- merken waarvan twee in etui een schil derstrapje twee sleutels, en een polswar- mer. Burgerlijke Stand. In de week van 1 tot en met 6 November 1926. Geboren J.C. Crauier-van 't Hóf, d. A.C. Leyeaaar-Kloes, d. M. Luytse-Parlevliet, d. H.A. Bonaiitts- Duijn, z. H. Raayen-Sieval, z. H.M. Ver meer-van Es, d.M.E. Vrenegoor-Hoof- wijck, d.M. Govers-Breidé, d. N.M. Koel man-Bakker, z. J. Wiggers-Spitse, z. H. M.C. Bogaarts-Blankwater', z. Ondertrouwd D. Meyer-en L. Overweel M. Versteegt en El.A.C. van Kempen. Getrouwd N.J. Kloes met C.J. Cobe- lens J.W. Jansse met C. Homan G. van Rossum met C.M. de GrootH. Wilderom met M. Duivens J. Prevo met M. van Vark. Overleden W.C. Felix, 5 maanden. HAARLEM. 12 Nov. Grbentenmarkl. Appelen 0.08 0.20. Peren J 0.120.04 per pond. Roode kool 0.060.10. Gele kool 0.080.12 per stuk. Spruiten 0,100.13 Brussels Lof 0.180.20 per pond. Andijvie 35 per 1(X) struiken. Boerekool 0.40 0.60 per mand. Rieten, merk Hoog »Sont, dc beste 0.100.12 per K.G, Salade 0.05 0.10 per krop. Druiven 0.220.40 p. pondv Prei 0.050.20. Selderij 0.050.15 p. bos. I Spinazie 1.2Ci.40 per kist. Aardappelen 0,07—0.10 per K.G. Wortelen 0.10—0.20 .per bos*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 7