In en om Haarlem
Haarlem en Haarlemmers in de
Literatuur.
Gemeenteraad van Schoten.
De tarieven van net Provinciaal Electriciteïtsbedrijt.
Een oud verhaal.
MARKTNIEUW5.
Oc gemeente Zandvoort heeft in de. laat
ste raadsvergadering besloten de electrische
straatverlichting te veranderen in een gas
verlichting. Dit besluit is genomen, nadat
eindelooze onderhandelingen hadden plaats
gehad om de tarieven van het Provinciaal
Eleclriciteitsbedrijf. de tegenwoordige leve
rancier van den stroom in Zandvoort, ver
laagd te krijgen. Dit lukte niet en nu wenscht
Zandvoort den ouden leverancier op te zeg
gen en een nieuwen te nemen. Een eigen
aardige kwestie doet zich hierbij voor. Het
raadsbesluit, waarbij 50.000 gevoteerd
werd om de electrische verlichting in een
gasverlichting te veranderen, behoeft de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten van
Noordholland. Maar deze hebben ook de
zorg voor den bloei van het Prov. Electrisch
Bedrijf te behartigen. Zullen zij dus nu
maar lijdelijk toestemming geven tot het
aangaan van een leening die tot gevolg
heeft, dat het Electrisch Bedrijf van een
aanzienlijke stroomafname wordt beroofd?.
Het moet wel eenige moeite kosten om de
tweeërlei functie, waarin Gedep. Staten
hier optreden, gescheiden te houden.
Senerzijds mogen zij, als college van Ge
deputeerde Staten, niet al teveel in de
rechten, in de autonomie treden van de ge
meentebesturen, anderzijds moet het ver
langen groot zijn, een goeden afnemer van
stroom voor het P. E. N. te behouden. Ver
moedelijk zullen Gedeputeerde Staten eens
laten berekenen of de verandering van ver
lichting voordeel voor Zandvoort beieekent
en of het financieele voordeel de moeite
van het veranderen waard is. Is dat niet
het geval, dan zullen zij waarschijnlijk hun
goedkeuring aan het raadsbesluit van Zand
voort onthouden. En ongetwijfeld zullen ge
deputeerde Staten bij hun berekening in
aanmerking nemen dat de mogelijkheid niet
uitgesloten is, dat binnen niet al te langen
tijd de electriciteitstarieven van het P. E. N.
verlaagd zullen worden. Alles en alles bij
elkaar gelooven wij niet dat zoo spoedig het
Taadsbesluit van Zandvoort zal zijn goedge
keurd en wij gelooven niet dat Zandvoort al
spoedig gas in plaats van electrische ver
lichting in zijn straten zal hebben,
Uit bovenstaande blijkt intusschen wel de
krachtige positie, die een overheidsbedrijl
als het P. E. N. inneemt, gesteund als het
wordt door Gedeputeerde Staten. Er zijn
ivele gevallen geweest van zulken steun en
uit onze herinneringen diepen wij op de
voorziening van Bennebroek met electri-
schen stroom. De gemeente Bennebroek
wenschte stroom te betrekken van de ge-
meente Heemstede, wier kabels vrij dicht
bij Bennebroek lagen, doch Gedeputeerde
Staten wenschten dat Bennebroek stroom
van het P. E. N. zou nemen in verband met
den ringkabel, die dit bedrijf zou aanleggen.
Het kan best zijn, dat Gedeputeerde Staten
toen een juist inzicht in de zaak hadden,
alhoewel de afnemers in Bennebroek den
stroom duurder moesten betalen dan wan
neer Bennebroek ze van Heemstede zou be
trokken hebben, naar wij meenen.
Ook nu zal Zandvoort niet geheel vrij
staan het gas van Haarlem te prefereeren
boven de provinciale electriciteit en hoe
wel wij ook in dit geval niet dadelijk van
ongewenschie protectie van het provinciaal
bedrijf durven spreken, dient men zich bij
de provincie toch wel te hoeden voor een
kwaden schijn.
Want er zit aan deze kwestie nog meer
vast.
Immers de feitelijke oorzaak van het
Zandvoortsche raadsbesluit ligt in de mis
lukte onderhandelingen met de directie van
het P. E. N„ om de electriciteitstarieven
verlaagd te krijgen. Langen tijd zijn daar
omtrent tusschen het gemeentebestuur
Zaneivoort en de directie onderhandelingen
gevoerd, doch het antwoord der directie was
dat „vooralsnog niet tot verlaging kan wor
den overgegaan, wel was deze in overwe
ging.' Dit laatste heeft wel de beteekenis
dat er voorloopig nog niets komen kan van
verlaging der tarieven. Welnu in zoo'n ge
val speelt de partij, die haar zin niet kan
krijgen, tegenover de andere partij een con
current uit. In dit geval speelde Zandvoort
dc gasfabriek van Haarlem uit tegen hel
Provinciaal Electriciteitsbedrijf. Wanneer nu
Gedeputeerde Staten, door goedkeuring van
dat raadsbesluit te weigeren, eventueel de
kracht van dat Zandvoortsche argument
zouden te niet doen, dan .voelt men dat er
aan zulk een handeling iets hapert. Juister
zouden velen het in dit geval gevonden
hebbsn indien de directie van het P. E. N.
in dezen bij de bepaling der tarieven voor
Zandvoort den factor „concurrentie" had
laten gelden. In de nota betreffende de ta
rieven van het Provinciaal Electriciteits
bedrijf, die Gedeputeerde Staten onlangs
aan de Statenleden hebben uitgebracht, zeg
gen zij dat men bij 't opbouwen van'n tarief
systeem op véle en velerlei factoren te fei
ten heeft, zooals dc kwaliteit, de kwanti
teit raa het verschafte product en ook de
concurrentie. Gedeputeerden geven hier dus
toe dal bij de bepaling der tarieven de
mogelijkheid van concurrentie gedricht in de
schaar legt en o.i. had de directie zich bij de
onderhandelingen met Zandvoort kunnen
laten leiden door de gedachte aan de con
currentie van het Haarlemsche gas. Wij
hopen dat deze concurrentie vrees bij de
directie niet uitgeschakeld is door het ver
trouwen dat Gedep. Staten een eventueel
raadsbesluit om gas van Haarlem te betrek
ken wel niet zouden goedkeuren. Zouden
Gedep. Staten immers een raadsbesluit mét
dit bedoeling niet goedkeuren, dan begint
dat bedenkelijk veel te lijken op minder
loyale interventie ten bate van het P. E. N.
Verband hiermede houdt de algemieene
tarievenpolitiek van het P. E. N. De tarie
ven van het Provinciaal Bedrijf immers zijn,
in vergelijking met die van de gemeente
Haarlem en Amsterdam, hoog, n.l. 42 cent
per K.W.U. voor de kleinverbruikers. In
Haarlem is de prijs 23 cent. Een groot ver
schil dus. Herhaaldelijk is aangedrongen op
verlaging van de provinciale tarieven. Her
haaldelijk en van vele zijden. Toch schijnt
men bij het P. E, N. daartoe nog niet te
kunnen besluiten. Nog altijd zit het P. E. N.
alhoewel de laatste jaren mooie winsten
gemaakt worden met een verliespost ont
staan door de in de oorlogs- en crisisjaren
gevolgde politiek. Eerst moet dat verlies weg
gewerkt worden zoo schijnt de bedoeling
te zijn en dan pas kan aan tarievenver-
laging gedacht worden. Dat verlies zal pas
over een jaar of drie weggewerkt zijn.
Of deze gedaclitengang, of deze tarieven
politiek juist is, mag worden betwijfeld. Het
zal immers wel geen nader betoog behoe
ven, dat met zulke hooge prijzen voor elec
triciteit de verbruikers de afname van
stroom tot een minimum beperken. Het wil
toch wat zeggen of men voor een K.W. U.
42 cent of 28 cent betaalt, en menigeen,
vooral op het platteland, zal het eens een
avondje met een petroleumlamp doen, om
eens 42 cent uit te sparen. Al is petroleum
licht dan ook niet zoo prettig als electrici
teit.
Ook Gedeputeerde Staten weten dat wel
en in hun reeds hierboven geciteerde nota
schrijven zij aan de leden der Provinciale
Staten het volgende:
„Lage K.W.U. prijzen zullen het gebruik
van electriciteit voor allerlei doeleinden in
de hand werken. Naarmate echter de K.
W. U. prijs daalt, zal niet alleen meer
stroom worden verbruikt voor doeleinden,
waarvoor men dc electriciteit reeds bezig
de, maar ook nog voor andere doeleinden.
Daling van het tarief heeft dus een dubbel
stimuleerend effect.
De groote moeilijkheid nu bij het herzien
van tarieven is: le schatten, in hoever de
daling stimuleerend zal werken, niet alleen
in het begin, doch r op den duur. Tast
men hierin mis, dan 1 n de tariefdaling het
omgekeerde effect hebben van hetgeen men
beoogt. En hoewel het nu bij de recht-
streeksche levering aan huis mogelijk is,
alsdan het tarief te wijzigen, zoo zal men
hiertoe toch niet dan zeer ongaarne over
gaan, daar het vertrouw <?n van den ver
bruiker geschokt wordt, i i men spoedig
na tariefdaling toch weer het tarief ver-
hoogen moet.
De Directie is op het oogenblik reeds
eenigen tijd gereed met de ordening van
het beschikbare materiaal en tracht zich
rekenschap te geven van de vermoedelijke
toeneming van het debiet.
Overijling alsmede ook te laat ingrijpen
Inzake tariefswijziging kan vee! kwaad
stichten, evenwel is het kwaad, voort
vloeiende uit overijling, altijd nog iets
grooter, dan dat, voortvloeiende uit te laat
ingrijpen."
Tot zoover de nota van Gedep. Staten.
Wij zijn van meening dat Ged. Staten wat
de tarievenpolitiek voor de kleinverbrui
kers betreft, wel wat al te conservatief den
ken. Ons dunkt dat men wat al te bang is
om de tarieven te verlagen en wij kunnen
ons indenken, dat er menige andere bedrijfs
leider zou zijn, die in deze omstandigheden
de zaken optimistisch zou bekijken en zou
adviseeren: verlaag gerust de tarieven;
een grootere afneming van het product zal
cr het gevolg van zijn en het bpdrijf ruim
schoots schadeloos stellen.
Een beetje bedrijfsleiding op Araeri-
kaanschen leest kan hier geen kwaad en
hierbij denken wij aan die Amerikaansche
firma, die mooie en goed afgewerkte
scheerapparaten cadeau doet, alleen in de
verwachting, dat men dan ook de scheer
mesjes zal koopen.
„Te laat ingrijpen kan veei kwaad stich
ten" lezen wij in de, nota. Wij gelooven dat
men bij het P. E. N. al te lang gewacht heeft
met bet verlagen der tarieven. Ongewensch-
te symptonen daarvan zijn o.m. dat men in
Bennebroek en in Zandvoort om in deze
omgeving te blijven den stroom der Pro
vincie liever niet heeft en dat Gedeputeerde
Stalen bun machtspositie in de schaal moe
ten leggen om deze afnemers voor het P. E.
N. te verkrijgen of te behouden. Dat is een
ongewenschte toestand.
En ten slotte diene men toch ook niet uit
het oog te verliezen dat men de gebruikers
gerieft met lagere tarieven. Ook dat is ten
slotte een factor, die eenig gewicht heeft,
een factor, d;e wel in staat mag zijn cenige
aarzeling in het besluit lot tariefsverlaging
te overwinnen.
Onmogelijk achten Gedeputeerde Staten
arievenverlaging niet, alleen is er eepige
'rees dat het wel eens verkeerd zou kun
nen aflbopen. Goeden grond voor die vrees
schijnt er echter ook niet te zijn. Welnu
erlaag dan de tarieven en begin daarmede
oor Zandvoort ter wille te zijn.
Dat Haarlem dan geen gas aan Zandvoort
zal leveren, behoeft geen Haarlemmer tegen
te houden instemming te betuigen, want dat
het in de gegeven omstandigheden zoover
komen zal, gelooven wij vooralsnog niet.
Voor vele lezers zal het bekende „Hoe
warm het was en hoe ver" van Hildebrand,
van een nieuwe aantrekkelijkheid zijn, als
zij weten dat de stad, „die ik niet genoemd
heb", waarin de schrijver van de Camera
Ofcscura zijn verhaal liet spelen, zeer waar
schijnlijk Haarlem is.
Het was een brandend-heete Vrijdagach
termiddag in zekere Hollandsche stad; zoo
heet en zoo brandend, dat de mosschen op
het dak gaapten, 't welk, op gezag der
Hollandsche manier van spreken, de grootste
hitte is, die men zich voor kan stellen. De
zon scheen vinnig in de straten en glinster
de op de van droogte poeierig geworden
keien. In die straten, die tegen het Zuiden
liepen en dus geen schaduwkant hadden,
bracht zij de voorbijgangers letterlijk tot
wanhoop De kerels, die met kersen en wijn
peren rondwandelden, veegden alle oogen-
blikken hunne voorhoofden met hunne lin
nen voorschoten af; de sjouwermannen, die
anders gewoon zijn in hydrostatische afge
trokkenheid hunne leden over de leuningen
der bruggen te doen hangen, een houding,
waaraan zij hier en daar den vereerenden
naam van baliekluivers te danken hebben,
lagen aan den oeverkant voorover op bun
ellebogen uitgestrekt, met een pot karnemelk
in plaats van jrr- ver, de metselaars op
karwei, aan den --eet an een steiger op
een balk nedergezeten, met hpnne ellebogen
op de knieën en hunne twee handen om
e«n spoelkom geklemd, bliezep Wel eens
zoo lang over hunne thee als gewoonlijk en
dus zeer opmerkelijk en verwonderlijk lang;
de dienstmeiden die boodschappen deden,
konden de kinderen, die meegegaan waren
op hope van een pruim of vijg bij den win
kelier toe te krijgen, nauwelijks over de
straat voortsleepen en uitten in het voor
bijgaan een diep en innig medelijden jegens
de werkmeisjes die „de straal deden" met
geblakerde gezichten en onder de kin los
gemaakte mutsen. Niemand was bedaard, dan
hier of daar een enkel grijsaard, die met
blauwe slaapmuts op en zwarte muilen aan,
met de becnen op zijn stoepbankje uitge
strekt, een pijp zat te rooken, in gezelschap
van een violier en een balsamine, zich ver
heugende in den ouderwetschen dag weer."
Op dezen brandeud-heeten Vrijdagachter
middag bewoog zich de heer en Mr. Hendrik
Johannes Bruins, omstreeks klokke vijf uren
langs een der straten van de s'ad die ik
niet genoemd heb, en zulks, de hitte des
daags en zijn postuur in aanmerking ge
nomen, veel te snel Hij hield in de eene
hand zijn hoed en in de andere zijn gelen
zijden zakdoek en zijn bamboes met ronden
ivoren kap, met welken knop hij zich ver
scheidene malen in schutterige beweging
tegen het hoofd stiet, als hij den zakdoek
gebruiken wilde. Achter hem aan huppelde
zen kleine straatjongen, die 's mans overjas
en valies over den arm droeg, zonder lic-ed
of pet op 't hoofd, met een blauwe buis,
met een zwarte lap in den eenen, en een
i grijzen in den anderen elleboog, én waarvan
'de eerste ltnoop "(oen zwartbeenenj werd
vastgehouden door het. vierde knoopsgat,
terwijl de tweede (een geelkoperen), die op
de vierde stond, door het zesde werd be
dwongen. Hij was zoo gelukkig in dezen
warmen zomertijd geen kousen te dragen,
als aan den ingang zijner klompen en nog
daarenboven hier en daar zichtbaar was.
„Nu, waar is het nu, jongen? waar is het
nu?" vroeg de heer Mr. Hendrik Johannes
Bruis ongeduldig.
„Dat eerste huis met dat platte stoepie,"
antwoordde de jongen, „de tweede deur
voorbij den spekslager, qaast dat huis, waar
die spiegeltjes uitsteken.
„Goed, goed, goed," zei de heer Mr. H.
J. Bruis
De spekslager en de spiegeltjes waren
achleF den rug en de dikke man stond op
de stoep van doctor Deluw, zijn academie
vriend, dien hij sedert zijn huwelijk niet ge
zien had, want de heer Bruis woonde in een
Overijsselsch stadje, waar hij mees Ier in de
rechten, maar geen advocaat, echtgenoot,
maar geen vader, lid van den raad en
koopman was. Hij moest nu in Rotterdam
wezen en had een omweg gemaakt om de
zen heeten achtermiddag zijn vriend doctor
Deluw. diens vrouw en diens kinderen, te
zien. Hij trok daarom haastig aan de bel,
en nam zijn jas zelf over den arm.
„Daar mannetje! maak nou maar dat je
wegkomt."
De jongen kwam weg en wel op een draf,
juist niet omdat bét zoo warm was, maar
omdat hij een jongen was en een aardiger
fooitje had gekregen dan hij gedacht had,
waar daarenboven zijn vader niet van wist
In een oogenblik was hij de lange straal al
uit en stond zich hier of daar te vergasten
aan een komkommer in 't zuur, een rpaatje
klapbessen of eenige andere straatjongens-
lekkernij, waarvoor men fatsoenlijke kinde
ren nooit vroegtijdig genoeg afkeer kan in
boezemen.
De deur van doctor Deluw's buis ging in
tusschen nog in lang niet open en de heer
Bruis belde een fweede, derde en vierde
maal, den laalsten keer zoo hard dat de
juffrouw naast de deur. die in haar :-pie-
geltje keek en hem allang gezien had, „er
akelig van werd," haar naaiwerk van haar
knie losspelde (zij moedigde de uitvinding
der schroeven, plombs en spanriemen niet
aan) een bovendeur open deed en aan den
heer Bruis verklaarde „dat er niemand in
was."
„De dokter ook niet?
„Neen, mijnheer."
„Mevrouw ook niet?'
„Neen, mijnheer, ik zeg je oramers dat ze
der allemaal uit zijn."
„Waar zijn zij dan naar toe.
„Dat weet ik niet, mijnheer! Zij zijn alle
maal uit en de meid is.alleen thuis.'
„Waarom doet dc meid dan niet open?"
„Wel, omdat ze der niet in is."
„En je zegt, ze is thuis?"
„Ja, maar daarom kan ze der wel niet in
zijn", zei de juffrouw, sloot haar bovendeur
en zulks met te meer baast, omdat baar
witte poes zich juist gereed maakte over de
onderdito te springen'en liet den.heer Bruis
alleen, om, indien hij wilde, in stilte te
gissen naar het verschil der termen „thuis"
en „er in". Hii zou, indien hij geduld had ge
had, begrepen hebben dat „thuis te zijn een
plicht was der meid door de familie deluw
opgelegd, waarvan „er in" te zijn, naar haar
uitlegging slechts een klein gedeelte uit
maakte.
Om dit op te helderen, kwam er een stem
uit een schoenmakers-pothuis van den over
kant. „Ze bennen in de toin, riep de stem,
„en de maid is om een boóschap. Daar komt
ze al an".
Het woordeken „al" bad in dezen volzin
naar bet oordeel van den heer Bruis, ge
voeglijk kunnen gemist worden; maar wer
kelijk zag hij een niet onaardige meid aan
komen met een grooten sleutel in de hand,
en zoo gauw als zij, zonder in den draf te
vervallen, gaan kon; zij kwam de stoep op,
schoot ZEd. voorbij, sloot met voorbeelde-
looze gezwindheid de deur open, en stond
voor hem op de vloermat.
„Wou u menheer gesproken hebben,
vroeg de meid.
„Ja, maar menheer schijnt niet tehuis te
zijn."
„Neen, menheer; menheer, en mevrouw,
en' de juffrouw, en de jongeheer en al de
kinderen zijn „buiten", en ik ben maar alleen
thuis, om op de boodschappen te passen.
Nu, de heer Bruis bad gelegenheid gehad
om zich gedurende een groot kwartier te
verlustigen in de nauwgezetheid, waarmee
deze doktersmeid, die intusschen een lang
discours gevoerd had met de dochter van
een fruitvrouw, die uit naaien ging en voor
een opgeschove' aam zat, zich van dezen
plicht kweet, fdij had evenwel te_ veel haast
onj verwijten te doen.
„Waar is buiten?" vroeg hij, „is bet ver?
Waar is -het?"
„Inde Meester Morislaan," antwoordde de
meid.
„De Meester Morislaan," zei Bruis met de
alleruiterste verachting. „Wat weet ik van
de Meester Moririaan?"
Daar was, naar het gevoelen van de meid,
meer aanmatiging in de houding en den toon
van den heer Bruis dan aan iiaar knap ge
zicht behoorde te beurt te vallen. Zij was
dus billijk geraakt.
"Ik kan 't niet helpen dat u 't niét weet!
zei de ineid droog weg en maakt3 een be
weging met bet slot, alsof de heer Bruis nu
wej heen kon gaan.
De heer' Bruis veranderde van toon. „Hoor
reis, meisje! Ik kom hier per dibgence-expres
om den dokte- en de lami ie te zien. Als t
nu niet te ver is, wil ik wel naar bmtfn
wandelen. Kan ic me t ma lief beduiden.'
Hij keek smachtend de straat dooroi
er ook nog een jongen was. die hem der
waarts brengen kon; maai niemand deed
zich op.
De meid verwaardigde zich nu intusschen
de vereischte inlichtingen ie geven, en de
beer Mr. H. J. Bruis trok naar doctor
Deluw-
Toen hij een huis of wat verder was, be
merkte hii pas, dat hij zijn jas nog over den
arm en zijn valies nog in de hand droeg.
Hij kwam dus terug, belde nog eens aan
om een en ander aan de meid le bewaren
te geven, maar Grietje was waarschtmujk
alweer bij haar vriendin, en dc heer Bruis
zag zich genoodzaakt, op dien brandend-
heeten Vrijdagachtermiddag, zijn overjas en
valies zelf te torsen, met het stellig voor
nemen om, zoo hij ooit ver mocht komen
van doctor Deluw te zien, zich bij hem over
zijn meid te geklagen.
Tot 's mans geluk was de stad, die ik nog
altijd niet genoemd heb, niet groot, en de
heer Bruis merkte spoedig genoeg de poort
die hij uit moest, ofschoon het beslijgen en
niet minder het afdalen van twee aanmerke
lijk' hooge bruggen hem vrij wat geknauwd
had. Aan de poort gekomen had hij den ge
lukkigen inval zijn jas en valies aan de zorg
van een commies toe te vertrouwen; hij trad
daartoe het commiezenhuisje binnen, maar
er was niemand in. Daar hij evenwel een
persoon in een grijze jas bemerkte, die aan
den overkant van den singel stond te henge
len 1) en er vrij commiesachtig uit zag, legde
hij zijn goed maar neer, en zich daarop tot
'den visscher wend-nde, die inderdaad een
commies was, liet hij zich van dezen nog
eens inlichten omtrent de ligging van dc
Meester Morislaan. Ik zoude hem onrecht
doen, indien ik zeide dat de heer Bruis de
instrucliën van Grietje vergeten had; vermits
hij er in zijn drift weinig naar had geluisterd.
Iiij moest „eerst een eindweg den singel
op, dan de faan in, dan rechtsom slaan, tot
dat hij aan zoo'n paaltje kwam, dan weer
links, en dan weer rechts om. en dan was hij
in de Meester Morislaan."
„En het buiten van doctor Deluw?"
„Daar heb ik nooit van gehoord, zei de
commies, „maar er zijn heel veel tuinen in.
Hoe heet het?"
„Veldzicht.".
„Veldzicht?" zei de commies, die verlang
de van dén heer Bruis af te komen, daar hij
aan zijn dobber meende te merken dat hij
beet kreeg: „neen mijnheer, dat is mij onbe
kend".
De heer Bruis wandelde op. De singel
bracht hem een weinig tot zich zeiven, want
er stonden aan weerzijden hooge boomen,
maar de zaligheid was spoedig uit, vermits
de stad, in een oogenblik van geldverlegen
heid voor een illuminatie op 's konings ver
jaardag een groote partij boomen had doen
vallen, in wier plaats zich nu, op naam van
jong plantsoen, eenige dunne twijgjes ver
toonden, om den anderen verschroeid. Hij
was dus weder doodaf toen hij tusschen
twee zwarte schuttingen in een smalle laan
zag, die hij meende te moeten inslaan. Het
was eenzaam in die laan. Niets dan schut
tingen, waar de boomen boven uitstaken;
niets dan tuindeuren met opschriften en
nommers. Voor een der tuindeuren, die aan
stond, zat een klein kind met een zwart
kantje, en een zwart gezichtje, zich verma
kende met een pompoen en verschillende
aardappelschillen.
,,Is dit de Meester Morislaan, kindlief",
vroeg de heer Bruis.
Het kind knikte van ja.
„Waar is hier eigens Veldzicht?"
Het kind zei niets.
De heer Bruis werd mocielijk, niet zoo
zeer in het kind, maar op de verborgen
heid van Veldzicht.
„Weet je 't niet", vroeg hij, een toon of
drie te hard.
H"et kind liet den pompoen en de aard
appelschillen vallen, stond op, begon te bul
len en liep den tuin in.
De heer Bruis zuchtte. De Meester Moris
laan scheen zeer lang te zijn en da tuin
deuren waren menigvuldig. Hij las allerlei
namen. Namen van ophef en grootspraak als:
Schoonoord, Welgelegen, Bloemhof, Vreug
derijk; namen van tevredenheid en berus
ting als: Mijn Genoegen, Weltevreden, Bui
tenrust; naieve namen als: Nooit Gedacht,
Klein maar Rein; Hierna Beter; maar ook
aen aantal geographische, als: Nabij, Bij
stad, Zuiderhof, en optische als: Vaartzicht,
Weizicht, Landzicht, Veezicht en Veelzicht,
Eindelijk waren er twee deuren waarop
niets te lezen stond dan Q 4 No. 33 en Q 4
No. 34. Een van die beide deuren kon Veld
zicht zijn! De heer Bruis, hoe driftig en
ongeduldig, was bescheiden. Hij ging dus
No. 33 voorbij, om niet het eerste het beste
voor Veldzicht aan te zien, en klopte aan
No. 34.
Na een poosje wachten, werd hem open
gedaan, door een zeer lange, statige prent
achtige dame, met een rouwjapon aan, een
wit kemelhaar loshangend doekje op haar
schouders, een zwarte hoed, dien zij voor dc
zon zeer voorover op haar neus had gezet,
een groenen bril een klein bewijs van baard
op haar bovenlip en een boek in de hand.
„Is hier Veldzicht, mevrouw?" vroeg de
heer Bruis.
Waarom zag hij niet dat het geen me
vrouw was?"
„Neen, mijnheer," antwoordde de juffrouw
verschrikt voor een „vreemden man mis
schien wel meenendc dat het iemand was,
die haar bestelen wilde. „Dat is hier alder-
naast", en toe vloog de deur.
De heer Bruis klopte aan Q 4 No. 33.
1). De lezer zal de Houtpoort herkennen.
Van de onmogelijkheid te visschen in het
water van den Raamsingel zal ieder nu wel
overtuigd zijn! Visschen stellen ook eischen
aan de gesteldheid van het water.
^Gisteravond kwam te half 8 de Raad'dezer
Gemeente in openbare vergadering ten'Raad-
huize bijeen, onder voorzitterschap van den
waarnemend burgemeester Mr. J. N. J. E.
Heerkens Thijssen.
Aanwezig waren alle leden.
Na de opening worden de notulen der
vorige vergadering na eenige discussie, hgeed-
gekeurd.
Benoeming lid school
commissie.
Als lid der schoolcommissie is de heer P.
Commandeur met 1 Januari a.s. aan de beurt
van aftreden. Met algemeene stemmen wordt
de heer Commandeur herbenoemd.
Subsidie bijzondere
bewaarscholen-
Naar aanleiding van vroegere besprekingen
en van een verzoek van 't bestuur der Bijzon
dere Bewaarschool in de Colensostraat, heb
ben B. en W. met dit bestuur onderhandeld
en zijn zij tot de overtuiging 'gekomen, dat
het subsidie voor deze school met ongeveer
f 1800 per jaar dient te worden verhoogd.
Zij stellen hiertoe eenige wijzigingen voor
in de betreffende verordening, waardoor deze
vermeerdering van subsidie zalworden bereikt
De heer JANSSEN wil liever de oor
spronkelijk door het schoolbestuur begroote
f 3000 subsidie, aanvulling aien toegekend,
en stelt voor, het punt nog aan te houden.
De heer VISéE verklaart tegen dien tijd
eenige amendementen op het voorstel te
Zullen indienen.
De heer LOERAKKER pleit voor behan
deling in deze vergadering.
Na eenige discussie vraagt de heer COBE-
LENS stemming over het voorstel tot aan
houding, dat met 9 tegen 6 stemmen wordt
aangenomen.
Stichting openbare
bewaarschool.
B, en W. stellen voor
1. over te gaan tot stichting van een school
voor openbaar voorbereidend onderwijs, naar
de Fröbelmethode
2. hen uit te noodigen, zoodra mogelijk
met voorstellen te komen ter uitvoering van
dit besluit, wat aangaat
a. de plaats van den bouw
b. de plannen daarvoor, onder bijvoeging
van een kostenbegrooting.
VOORZITTER verklaart, om practische
redenen voor dit geval het Fröbel-onderwijs
boven de Montessori-methode te moeten
verkiezen.
De heer VISéE dringt erop aan, dat "deze
school in de omgeving van school B geplaatst
zal worden.
Het voorstel van B. en W. wordt Z. h. st.
aangenomen.
Uitbreiding Willem de
Zwijgerschool.
B. enlW. stelk n voor, hun een crediet te
verleenen ad f 28 om aan het Bestuur
van genoemde school te verstrekken voor
aanschaffing van schoolbanken.
Z. h. st. aangenomen.
Uitbreiding St. Bavo-
school (Kerklaan).
Een zelfde crediet ad f 440.vragen B.
en W. ten behoeve der St. Bavoschool.
Z.h.st. aangenomen.
Vergoeding boventallige
leerkrachten.
B. en W. stellen voor, aan het bestuur van
de bijzondere school voor gewoon lager
onderwijs aan de Hertzogstraat no. 1 (Wil
lem de Zwijgerschool) te vergoeden het door
hen betaald salaris aan de volgende onder
wijzers dier school, t.w. Mevr. H. Vermeij,
geb. Nel, tijdvak 1 Januari t/m 24 Augustus
1925, f 884.en A. Vennik, yjdvzk 25
Augustus t/m 31 December 1925, f 472.50.
Z. h. st. aangenomen.
Vervolgonderwijs St. Lu-
ciascholen.
B. en W. stellen voor
1. aan het bestuur van de St. Luciascholen,
ten behoeve van den van hem uitgaanden
cursus voor vervolgonderwijs, voorloopig
tot 1 Januari 1927, een bijdrage uit de ge
meentekas te verleenen berekend naar f 10.
per te Schoten vvoner.de(n) leerling(e);
2. deze zaak nader op de begrooting voor
het dienstjaar 1927 te regelen.
De heer VISéE wil wederom de beslissing
aanhouden tot de begrooting.
De heer LOERAKKER verwondert zich
daarover, en meent, dat ten aanzien van deze
onderwijs-kwestie de gemeente haar plicht
moet doen en dat een dergelijk pun- niet
tot een begrooting behoeft te wachten.
De heer VISéE wil wel aan de wet vol
doen, hiaar waar de gemeente zelf geen
vervolgonderwijs geeft, is er bij spr. twijfel,
en die kan bij de begrooting het best be
sproken worden, of aan bijzonder vervolg
onderwijs nu subsidie moet worden verleend.
De heer LOERAKKER verklaart, dat
de vorige maal het punt voor één vergadering
is aangehouden ter wille van oriëntatie voor
1 den heer Visée het debat is toen al uitvoerig
genoeg gevoerd, en ieder kent zijn standpunt,
zoodat niet opnieuw gedebatteerd behoeft
te worden.
VOORZITTER betoogt, dat het voorstel
maar loopt over 1926, tot aan 1927, dus hier
over kan niet eens gesproken worden bij de
begrooting voor 1927 1
Wethouder KLEIN verklaart zich op
financieele overwegingen tegen dit voorstel
Deze inrichting is kapitaalkrachtig genoeg,
vindt spr., dat is algemeen bekend zoo ze
niet schatrijk is, zit ze er toch goed bij.
De heer LOERAKKER bestrijdt, dat
deze instelling het subsidie, niet noodig zou
hebben. Maar vanuit het standpunt van ge
lijkstelling, beeft men zich in deze vraag niet
te verdiepen. De overheid heeft het onder
wijs thans tot taak, en moet zorgen, dar
dit zoo goed mogelijk zal zijn.
De heer VISéE verklaart, dat de heer
Loerakker hpm nu uit zijn tent,gelokt heeft,
en spr. wil daarom nu vast een vraag om een
vierde Openbare School in het vooruitzicht
stellen.
De heer LOERAKKER vraagt, of het on
derwijs hier in al zijn schakeeringen goed zal
behartigd worden, of niet. Spr. is altijd be
zorgd voor de financiën geweest, maar hij
heeft den weth. nooit zoo berorgd gezien als
thans. Het gaat hier echter niet om een paar
centen, maar om een principe.
VOORZITTER verklaart, dat de voorge
stelde f 10.per kind niet anders genoemd
kan worden dan een sympathie-betuiging
jegens dit onderwijs, waarop het voorstel
zonder stemming wordt aangenomen onder
toezegging dan den heer VISéE, dat bij de
begrooting deze zaak voor 1927 opnieuw
ter sprake zal komen.
Rekening over 1925.
B. en W. bieden ter goedkeuring 'aan de
rekening over 1925 van het Burgerlijk Arm
bestuur en ter voorloopige vaststelling de
rekeningen van de gemeente en de Bedrij
ven over 1925.
VOORZITTER dringt erop aan, dat de
commissie ter zake spoedig dé rekeningen
zal nazien, waarna dit punt wordt aange
houden.
Straatnamen.
B. en W. stellen voor, aan de straten ge
projecteerd op het perceel kadastraal bekend
in sectie B no. 7201, de volgende namen te
geven
ai de straat geprojecteerd ten Noorden
van de Hoogerwoerddwarsstraat en de Spar
renstraat en daarmede evenwijdig loopende
van de Verlengde Marnixstraat naar den
Rijksstraatweg, den naam van Fijnboom
straat
aan de eerste dwarsstraat van de 2e Hoo
gerwoerddwarsstraat loopende an deze
straat naar de geprojecteerde Pijnboomstraat
den naam van Tamarindestraat
aan de straat, eprojecteerd in het ver
lengde van de bestaande Hoogerwoerdstraat
tot aan de geprojecteerde Pijnboomstraat,
den naam van Hoogerwoerdstraat
aan de straten, geprojecteerd op de per-
ceelen, kadastraal b in sectie B nos. 4890,
6501, 65(12 en é503, de volgende namen te
geven
aan de straat, geprojecteerd ten Westen
van den Rijksstraatweg en daarmede even
wijdig loopende den naam van Rijnstraat.
aan de straat, geprojecteerd ten Westen
van de sub 1 genoemde Rijnstraat en daar
mede evenwijdig loopende, den naam van
Merwedestraat
aan de straat geprojecteerd ten Westen
van den Rijksstraatweg en loopende in Wes
telijke richting van den Rijksstraatweg tot
aan de hierna te noemen geprojecteerde Lek
straat, den naam van Maasstraat aan dc
straat, geprojecteerd ten Westen van den
Rijksstraatweg en loopende van den Rijks
straatweg in Westelijke richting en gedeelte
lijk evenwijdig loopende met de Maasstraat
den naam van Waalstraataan de Zuidelijk
ste geprojecteerde straat, ten Westen van den
Rijksstraatweg loopende van de geprojec
teerde Rijnstraat naar de nader te noemen
Lekstraat, den naam van Scbeldestraataan
de straat geprojecteerd ten Westen van den
Rijksstraatweg en loopende aan het einde van
de geprojecteerde Schelde en Maasstraat
in Noordwestelijke richting den- naam van
Lekstraataan de straat, geprojecteerd tus
schen de Maas- en de Waalstraat, loopende
van de Merwedestraat in Westelijke richting
den naam van IJsselstraat.
Z. h. st, aangenomen.
Vaststelling huren ge
meentewoningen.
De huur der gemeentewoningen aan het
Elzen- en aan het Meidoornplein wordt
thans bepaald op 1 5.20 voor het normale
en f 5.40 voor het grootere type.
Z. h. st. aangenomen.
Grondbedrijf.
B. en W. stellen voor, den grond, gebruikt
voor de i9 arbeiderswoningen achter de
school op het dorp, uit liet grondbedrijf te
lichten.
Z. h. st. aangenomen.
I Bij B. en W. is ingekomen een verzoek,
d.d. 14 October j.l. van bet Burgerlijk .Arm
bestuur om met ingang van 1 Januari 1927
het salaris van den Armenverzorger te bren
gen op het maximum, zijnde f 2550.het
welk hij bereikt door hem een extra periodieke
verhooging van f 150.toe re kennen.
Gelet op den aard en den omvang van
de betrekking alsmede op de vele dienst
jaren van den betrokkene, lijkt het B. en W.
billijk, dat bovenbedoeld verzoek wordt in
gewilligd.
Na eenige discussie wordt het voorstel
aangenomen met 11 tegen 4 stemmer-
Ingekomen stukken,
1. Verzoek, dd. 6 October j.l., van de Coöp.
bouwvereeniging Eigen Haard, om het snel
verkeer over den Middenweg, van 't Schoter-
boschplein tot den Achterweg, te verbieden.
Voorgesteld wordt in handen te stellen
van S. en W., ter afdoening.
VOORZITTER verklaart, dat zooveel
mogelijk aan de bedoeling van dit verzoek
zal worden tegemoetgekomen.
2. Verzoek dd. 12 November van A. Kruis-
dek om eervol ontslag als gasfitter, ingaande
1 December. Besloten wordt, dit ontslag
eervol te verleenen.
Medegedeeld wordt
1. detGed. Staten de gemeenterekening over
het dienstjaar 1924 hebben, vastgesteld
Aldus besloten
2. dat ter inzage zijn gelegd de stukken
betreffende a. de mogelijk aan de Bataaf-
sche Import Mij. te verleenen vergunning
voor het vestigen van een opslagplaats van
petroleum enz. op een gedeelte van het gas
fabriekterrein.
VOORZITTER deelt mede, bereid te
zijn, de verleening dezer vergunning nog
in deze vergadering af te handelen.
De heer LOERAKKER vreest, dat bij
niet-machtiging voor deze koop, de Maat
schappij particulier terrein zal willen koopen
en slagen zal, terwijl daaromtrent de ge
meente dan niet dan de gewone Hinderwet
bepalingen kan stellen, dia niet zoo streng
zullen zijn als de voorwaarden, die de ge
meente nu als verkoopster stellen kan.
De heer VISéE vreest, dat de overblij
vende grond niet zoo gemakkelijk zal worden
verkocht om het ter plaatse ontstaande ge
vaar.
Na nog eenige discussie wordt het voorstel
om tot vergunning onder de door B. en W.
gestelde voorwaarden over te gaan, met 9
tegen 6 stemmen aangenomen.
b. het lezen door een onderwijzeres a3n
een der openbare lagere scholen, tijdens dc
les
De heer VISéE dringt aan op reha
bilitatie der onderwijzeres,- nu de onderwij-
zersorganisatie tot de conclusie komt, dat
zij niet schuldig is. Zelfs zou spr. dan neg
een onderzoek van gemeentewege willen
zien ingesteld. Spr. fulmineert herhaaldelijk
tegen den Inspecteur, die de mededeeling
"'cdssn. heeft»
VOORZITTER wijst erop, dat deze zaak
geheel ten onpas in den Raad gekomen ij,
en dat deze zich daaromtrent niet verder
heeft uit te laten.
De heer ANTHONISSEN vraagt naar
den titel van het boek.
Volgens het bericht van de organisatie was
dit „Juffertje Wildzang" van Bertha Cle
ment.
3. dat gevolg is gegeven aan den wensch
van den Raad, uitgesprokenin zijn vergadc-
'ring van 8 October ji.„ nopens het weder in
dienst stellen van alle ontslagen losse werk
lieden.
De heer DE VOS wil dezen werklieden
ook over den tijd, dat zij niet gewerkt heb
ben, loon uitgekeerd zien.
VOORZITTER zegt, daartoe geen vrij
heid te vinden.
Na eenige discussie verklaart VOORZIT
TER, dat de betrokkenen thans werken uit
buitengewone gelden, maar over de weken,
die zij niet gewerkt hebben, zouden zij nog
alleen betaald kunnen worden uit een sup-
pletoire begrooting, en deze is zoo maar
niet te maken, want er staan tegenover deze
uitgaven geen inkomsten.
Het blijkt echter, dat in de vorige verga
dering een formeel besluit genomen is, dat
de betrokkenen volledig schadeloos gesteld
zullen worden, en VOORZITTER zegt
daarop toe, dat hieraan dan uitvoering ge
geven zal worden, waarvoor de middelen
zullen worden beraamd.
4. dat geen vrijheid kan worden gevonden
een voorstel te doen tot het verleenen van een
vaste aanstelling aan de werklieden H. Ver-
schure en H. Alting.
De heer DE VOS pleit op grond van per
tinente toezeggingen voor een vaste aan
stelling.
De heer LOERAKKER betoogt, dat het
onmogelijk is. onzakelijk en onrechtvaardig.
De heern VISéE en VOS,stellen na lang
durige discussie voor, B. en W. uit te noooi-
gen, in een volgende vergadering met een tot
vaste aanstelling der beide betrokkenen te
komen.
Dit voorstel wordt met 8 tegen 6 stemmea
aangenomen.
De openbare zitting wordt dan gesloten.
Gevonden dieren en voorwerpen. Te
rug te bekomen bij C. Brinkman,
Archipelstraat 31, een auto-dop P. Smit,
Eikenstraat 9, een pet P. Adelaar, Spaan-
schevaartstraat 59, een kinderhandschoen
S. Fostuma, Semarangstraat 2, een wollen
das J. de Bie, Delistraat 42, een herders
hond H. Greeuw, Olivierstraat 8, twee
pak uissleutels aan een ring P. W. van
Schte, Spaarnhovenstraat 11, een pote-
monnaie met inhoud D. Schnither, Se
marangstraat 11, een rozenkrans H. Scher-
penhuizen, Spaansche vaartstraat 29, een
wollen handschoen W- v.d. Weijde, Dr.
Leijdsstraat 65, een damesportemonnaie
met inhoud N. Sluimer, Haitsma Muiier-
straat 10, een rijwielbelastingmerk P. van
Amersfoort, Cheribonstraat 12, een nieuwe
stoffer W. v.d. Made, dc Wetstraat 41,
een alpacca lucifersdoosje J. Boeree, Cron-
jéstraat 118, een rijwielbelastingmerk in
etui B. v.d. Laan., Archipelstraat 21, een
rozenkrans in etui W. van Os, Scheeper-
straat 26, een kleine hond Boekhoven,
ICweektuinstraat 20, een klein wit hondje
W. Lammcrs, Lindenstraat 19, een paar
schoenen M. Plar.tinga, Bantamstraat 11,
een bruin kinderschbentje Tuinman, Bil-
litonstraat 20, een klein bruin hondje C.
J. Kors, Steijnstraat 153, een kinderporte-
nionnaie met inhoud Aan het bureau
van Politie een sleutel -ret. koperen pliatje,
twee gouje-zakken drie rijwielbelasting-
merken waarvan twee in etui een schil
derstrapje twee sleutels, en een polswar-
mer.
Burgerlijke Stand. In de week van 1
tot en met 6 November 1926. Geboren J.C.
Crauier-van 't Hóf, d. A.C. Leyeaaar-Kloes,
d. M. Luytse-Parlevliet, d. H.A. Bonaiitts-
Duijn, z. H. Raayen-Sieval, z. H.M. Ver
meer-van Es, d.M.E. Vrenegoor-Hoof-
wijck, d.M. Govers-Breidé, d. N.M. Koel
man-Bakker, z. J. Wiggers-Spitse, z. H.
M.C. Bogaarts-Blankwater', z.
Ondertrouwd D. Meyer-en L. Overweel
M. Versteegt en El.A.C. van Kempen.
Getrouwd N.J. Kloes met C.J. Cobe-
lens J.W. Jansse met C. Homan G. van
Rossum met C.M. de GrootH. Wilderom
met M. Duivens J. Prevo met M. van Vark.
Overleden W.C. Felix, 5 maanden.
HAARLEM. 12 Nov. Grbentenmarkl.
Appelen 0.08 0.20. Peren J 0.120.04 per
pond. Roode kool 0.060.10. Gele kool
0.080.12 per stuk. Spruiten 0,100.13
Brussels Lof 0.180.20 per pond. Andijvie
35 per 1(X) struiken. Boerekool 0.40
0.60 per mand. Rieten, merk Hoog »Sont, dc
beste 0.100.12 per K.G, Salade 0.05
0.10 per krop. Druiven 0.220.40 p. pondv
Prei 0.050.20. Selderij 0.050.15 p. bos.
I Spinazie 1.2Ci.40 per kist. Aardappelen
0,07—0.10 per K.G. Wortelen 0.10—0.20
.per bos*