ÊêêêIIHëSè jp IBliÉf' -wM - Hü Uit het leven van een holbewoner. 3 - BS NIEUWE HAARD. COURANT Derde Blad Dinsdag 16 NovemBer 1926 mm mm 1 the bestjto awnch g rcaC CFvres, are. v MM—i™ i m. A M Slwr flteifi® De mol aan den maaltijdbezig een regenworm op te peuzelen. Gevecht van een mol met een adder. Een hóógst cttrieuzé prent. bi^polinSfo^tng Fryers ajtzr zjuirty y&arv Exfscr iencc)\V7io zUso rnahuE all other sartz^oj w Ui iü 'p De mol in een zijner loopgraven. AMSTERDAMSCH NIEUWS. Diefstal uit collectebusjes Bond van Amsterdamsche Zangvereenigingen. Ook een parachute-sprong. #1 Door de Bloemisten te Hillegom zijn ruim honderdduizend bloembollen het Gemeentebestuur ter beschikking gesteld, voor plantsoen versiering. De foto brengt in beeld het planten der bollen. Een hoogst merkwaardige prent. Actie der R.K. Amsterdamsche tuinknechts Prof. Van Leersum over melkwinning. Begin van brand in het Walen- Weeshuis. Oplichtster gearresteerd. A Een puzzle, geteekend in het jaar 1650. We k?n de Geest de,r Rotsen vinden?, 'Als leverancier van het sinds enkele tientallen van jaren in zwang zijnde „mol- lenbont" is de mol, bijzonder in de dames- wereld, welbekend. En toch is deze „wroeter met het flu- weelen rokje" in dubbelen zin een kind der duisternis voor ons. Eerstens omdat zijn geheele leven, voor ons oog verborgen, zich onder de aarde afspeelt en tweedens, wijl Omtrent zijne levenswijze op heel veel pun ten, niet alleen in kringen van leeken, maar ook in die der wetenschap, nog zeer uit- cenloopende meeningen bestaan. Het ergst is het gesteld met de meeningen omtrent het onderaardsche graafwerk van den mol. Thans is uit talrijke onderzoekingen van honderden dezer graafwerken vastgesteld, dat er geen sprake is van een vaststaande, steeds op dezelfde wijze uitgevoerde bouw- wordt ze naar de oppervlakte gevoerd, een proces, dat ieder wel eens heeft gadege slagen. De aarde namelijk wordt geleidelijk met den snuit naar buiten gestooten en er vormen zich dan, wat wij noemen molshoo- pen. Met het onderaardsche leven van onzen holbewoner houdt nog een aantal andere, uiterst doelmatige inrichtingen verband. In de eerste plaats de oogen, die zoo klein zijn en zoo verscholen liggen, dat meesten tijds de mol voor blind wordt gehouden. Zijn naaste verwanten zijn 't ook werke lijk. Waarom zou het diertje ook groote, vrij- liggende oogen hebben? Ze zouden maar hinderlijk zijn. Ofschoon een uitwendig oor, d.w.z. de i&at- -«JU; I wijze. Van uit het nest voert meestal een kortere of langere gang naar boven, waar door de overtollige aarde naar buiten wordt gebracht. Steeds is de nestkamer, met hooi of droge bladeren gevuld, door een wisse lend aantal gangen met de buitenwereld en het jachtterrein verbonden. Wanneer wij onzen kleinen, onderaard- schen bouwkundige wat nader beschouwen, komen wij al spoedig tot het inzicht, dat hij geheel voor wroet- en graafwerk is gescha pen. Moeder Natuur heeft hemi toegerust, met graafwerktuigen, die geen ingenieur zou hebben kunnen uitvinden. Het buiten gewoon krachtige voorste gedeelte van het lichaam draagt de bijna spadeachtige, naar buiten staande graafpooten, waarmee hij bij 't graven zijner gangen zooveel aarde weg werkt, dat er juist nog plaats is voor zijn lichaam. Buitengewone diensten bewijzen hem bij dit graafwerk de spitse snuit, als mede de achterste ledematen, die het lichaam vooruitschuiven. Wanneer zich de aarde bij den bouw te zeer ophoopt, zoo als klankopvanger dienende oorschelp, ontbreekt, ja zelfs de ooropening nog in de dichte vacht is verborgen, hoort het dier uitmuntend, wat zeer begrijpelijk is, als men bedenkt, dat de aarde de geluidgcl- ven veel gemakkelijker geleidt dan de lucht. De spitse snuit, welke, zooals wij opmerkten bij het wroeten zulke goede diensten bewijst, bevat meteen ook den tast- en den reukzin. Niet zonder reden spreekt de wetenschap bij den mol van een „neusdier", d.w.z, een wezen, waarbij niet het oog, maar de rieus het voornaam ste orgaan is. Met behulp van dit snuffelende snuitje ontdekt onze holbewoner op zijn jacht- iochten ook zijn buit. Hij heeft per dag heel wat noodig, zeer veel zelfs. Dagelijks verslindt hij zijn eigen gewicht aan voed sel! Anders gaat hij van honger dood. Zijn hoofdvoedsel wordt gevormd door de scha delijke engerlingen en draadwormen, slak ken, e.d. Per dag verorbert hij 100150 i regenwormen, zonder zfefi daarvoor bij zonder in te spannen, Ook voor grootere dieren, als muizen, hagedissen en slangetjes schrikt hij niet terug". Er zijn proeven genomen om dit te bewij zen. Daartoe werd een mol opgesloten in een grooten, zinken bak van 2 meter lengte, 1 meter breedte en meter hoogte, vol niet aarde, waarin hij naar hartelust kon wroeten en bouwen. Op zekeren dag zou onderzocht worden, of de mol ook een adder zou aanvallen. Daartoe werd een exemplaar in het bassin geplaatst. Hoewel de mol reeds een paar maal flink had gegeten, begon hij na enkele minuten zijn aanval, beet de adder in den staart en voor deze er erg in had, was zij reeds half meegesleurd onder de aarde. Alleen door krachtige kronkelbewcgingen gelukte het de adder weer los te komen. De mol was nu niet meer te zien, maar na een paar seconden verscheen hij opnieuw en pakte de adder in 't midden van 't lichaam vast. Met een paar beten was de harde opperhuid weggehaald en do maaltijd kon beginnen. Nu werd 't de adder toch te machtig. Het regende adderbeten! Zoo vlug als het snuitje boven de aarde was verschenen, zoo snel was 't nu weer er onder. Alles bleef rustig en aanvankelijk werd gemeend, dat het met den mol gedaan was.... toen hij plotseling weer te voorschijn kwam en de adder dade lijk beetgreep. Wederom regende het beten, maar de mol bleef overwinnaar; het snuitje was weliswaar door de scherpe addertandjes ietwat gehavend, maar dit belette hem niet, dadelijk met den maaltijd een aanvang te maken. Des winters maakt hij zijn loopgraven tot op vorstvrije diepte, waar zich ook dan in secten en wormen ophouden en houdt geen winterslaap. Hoewel de mol als insectenverdelger een zeer nuttig dier is, vindt men hem wegens het _jËglra^ Een prent van het jaar 1678 in beeld brengende de eerste mechanische brandspuit. Dit instrument was een uitvinding van John Keeling. "twé i. opwerpen van aardhoopen, vooral in tuinen, wel eens lastig, zoodat hij dikwijls door men- schen vervolgd wordt. De vier verdachten, (man, vrouw, zoon en dochter} die door de Centrale Recherche gearresteerd zijn ter zake het openmaken van de collectebusjes van de vereeniging Zonnestraal, zullen op 18 November a.s. voor de Vierde Kamer der Amsterdamsche rechtbank terechtstaan. Heden, Maandag, is het 1214 jaar gele den dat de Amsterdamsche bond van zangersvereenigingen werd opgericht. Dit jubileum zal herdacht worden door een re ceptie, welke gehouden zal worden op Za terdag 11 December in het gebouw van den „Werkenden Stand", waarna op 19, 25 en 26 December en 2 Januari a.s. groote zangersfeesten zullen worden georgani seerd in het Concer'gebouw. wel, dat er geen dekking bij de Engelsche banken was. Men kende den naam zelfs niet. Het gelukte de politie van het bureau Singel de vrouw op te sporen en zoo kon zij worden gearresteerd. Het bleek, dat zij met het overgebleven geld en met de goe deren naar Engeland wilde teruggaan, zoo als ze bij de vorige gelegenheden ook had gedaan. Zij is Hcllandsche van geboorte en gehuwd met een Engelschman, De ver dachte is klein van stuk, heeft een Oos- tersch type en een donkere teint. Toen zij in hechtenis was, bleek, dat ook andere politiebureaux haar verwachtten. Zoo had zij nog twee hotels en een winkel in de Kalverstraat bezocht, met het gevolg, dai ook de eigenaars er in waren gevlogen. Verwacht wordt, dat nog meer aangiften bij de politie zullen volgen VERDUISTERING VAN DIAMANT.1 Naar het Hbld. verneemt, is ten nadeela van een Amsterdamschen diamanthandelaar een partij diamant ter waarde van ca. f 12.000 verduisterd. Deze partij was ten verkoop aan een commissionair in diamant te Ant-» werpen meegegeven, maar de bezitter vaa de partij heeft na de afgifte niets meer vaa den commissionair vernomen. We weten allen dat de laatste wereld oorlog stond in het teeken van het lucht verkeer, en het loopgraafwerk. Vooruit wis ten deskundigen al te vertellen dat de mo derne oorlogvoering hoofdzakelijk in de lucht en onder den grond zou geschieden. Juist daarom is deze plaat zoo merkwaar- 'Afe De plaat illustreert hetzelfde idee, docbdeze prent werd geteekend in het l^ar 1803 en projecteert een aanval yr,n. Fransche zijde op Engeland. Een en ander was louter een fantasie van den teekenaar, maar het is wel opmerkelijk dat hij ook het luchtverkeer, dat toen nog in kinderschoe nen was, aangaf als middel ter verdelging van medeschepselen, Zoo ook de tunnel (loop graaf) maar liefst onder de zee door, (nauwte tusschen Calais en Dover). Inplaats van de moderne vliegmachines, gaf hij enor- ,ne vliegers aan, waaronder zich een ge wapend man bevond die de vijandige bal lonnen bestreed. Let ook op den bom uit uit het rechtsche .luchtschip" geworpen wordt, Voorwaar, indien het mogelijk ware ge weest dat die teekenaar, die een anderhalve eeuw geleden geboren werd, den wereld oorlog van 1914 had kunnen meemaken, dan zou hij verbaasd zijn geweest dat zijn fan tasie in de toekomst bijna verwezenlijkt werd. De R.-K, Landarbeidersbond heeft aan de werkgeversorganisatie in het tuinders- bedrijf te Amsterdam verzocht het winter- loon der tuinlieden vast te stellen op 27J4 per weelt. Daar de werkgevers slechts een weekloon van 24 boden, hebben beide partijen besloten, het geschil te onderwer pen aan de uitspraak van den R.-K. be- drijfsraad in den landbouw. Op Vrijdag 26 November te elf uur zal Prof. Dr. E. C. van Leersum, directeur van het Ned Instituut voor Volksvoeding, in het Laboratorium voor de Voksgezondheid (Mauritskade 57) voor de leden der Melk veehoudersbonden een lezing houden over melkwinning, toegelicht door een film. (Deze lezing was oorspronkelijk vastge steld op 19 Nov.). Vrijdagavond om kwart voor acht werd de brandweer gewaarschuwd, dat brand was uitgebroken in het Walen-weeshuis op de Vijzelgracht, hoek Prinsengracht. Het bleek, dat de brand van zeer geringen omvang was. Onder een doofpot, waarin gloeiende kolen waren, was de houten vloer gaan smeulen. Met een emmertje wa ter werd erger voorkomen. Zij betaalde met waardelooze chèques. Verschillende winkeliers en eigenaars van hotels ontvingen sedert geruimen tijd be zoek van een dame, die inkoopen wilde doen of kamers wilde betrekken. Zij be taalde nooit doch voldeed haar schulden per chèque op Engelsche banken. Nu cn dan gaf zij een chèque voor een grooter bedrag dan zij schuldig was en kreeg dan van den winkelier of hotelier contanten terug. Dezer dagen bleek cven- Allen zullen wel eens gehoord hebben van diverse parachute-sprongen, uit vliegma- chienes en luchtschepen. Ook hier in Neder land heeft men demonstraties gegeven. Deze parachutes zijn vrijwel safe, doordat het wei geren bij het ontplooien van de parachutes door technische verbeteringen vrijwel uit gesloten is. Misschien zullen velen van u ver onderstellen dat de uitvinding van de para chute (valscherm) een moderne vinding is. Snuffelend in oude Engelsche illustraties kwam ik de hierboven afgedrukte plaat te gen. Als onderschrift vertaalde ik: „Voor dertig jaar (1854) toen de Abbey of Mont St. Michel nog gebruikt werd als ge vangenis, is een der gevangenen ontvlucht door gebruik te maken vin een ingenieus hulpmiddel. De cel, w£.arin deze gevangens was opgesloten, bevond zich op 200 voet bo ven den beganen grond. De gevangene had een deken genomen en aan de vier hoeken een koord gebonden, De uiteinden der koor den hield hij in de handen, en de deken als valscherm gebruikend, sprong hij van den to ren af. Het waagstuk mocht hem niet ba ten. Wel kwam hij ongedeerd op den grond terecht, doch werd der. anderen ochtend al weer door de gendarmen gegrepen," Dit was dus toch wel iets anders dan met een parachute, voorzien van alle lechnischa verbeteringen, naar omlaag te springen, te meer daar hij tevens de kans liep, dat da koorden los zouden schieten, of de deken zou scheuren. A. v. W.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 9