w NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Derde Blad. Vrijdag 26 November 1926 UIT HET AND- t Het geschil in de Britsche mijnindustrie. De mijnwerkersleiders pessimistisch. De regeling met de H ohenzollerns. De dood van Krassin. De Sovjet-ambassadeur te Rome. De opstand in Albanië. De betrekkingen der Ver. Staten met Mexico. RINNENLANDSCH NIEUWS. Moties Ter Laan en Oud verworpen. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER De Begrooting voor Marine. Het Loodswezen. SOCIAAL LEVEN. RECHTZAKEN. De R. K. Werkgevers in het Zuiden. LANDBOUW EN VISSCHERIJ Besmettingsgevaar van mond- en klauwzeer. MARKTNIEUWS. De Portugeesche Bankbiljetten- kwestie voor de Haagsche Rechtbank. De zaak-Verschoor. KERK EN SCHOOL. Benoemingen. Jubileum. KUNST EN KENNIS. i De bekeering der Chestertons. In het Lagerhuis deed de minister van birmenlandsche zaken mededeeling van het voornemen der regeering om aan het Huis te vragen morgen de wet inzake de buiten gewone omstandigheden te verlengen. Als motief hiervoor wordt aangevoerd, dat het onvoorzichtig zou zijn deze wet buiten wer king te stellen, zoolang niet een grooter aantal mijnwerkers aan den arbeid is. Zoo dra de verordeningen niet meer noodig zijn, zullen zij zoo spoedig mogelijk worden op geheven. Bij de verdaging der vergadering van het bestuur der mijnwerkersfedera.tie bleken de leiders zeer pessimistsch te zijn nopens den toestand in de districten. Een hunner ver klaarde, dat de m neigenaars niet onder handelden maar gelastten. Het ziet er naar uit, dat in verband met het totstandkomen van 't compromis tusschen Pruisen en de Hohenzollerns het laatste woord over de schadevergoeding aan hel vroegere koningshuis nog niet fs gesproken. Het comité Kuszinskp, dat indertijd de campagne voor het plebisciet over de ont eigening derr vorstelijke vermogens heefl gevoerd, wil' gebruik maken van de veront waardiging over het compromis, die vooral onder de arbeiders en de slachtoffers van de inflatie zeer groot is, om een nieuwe volksbeweging tegen de door de Pruisische regeering getroffen en door den landdag goedgekeurde financieele regeling met de Hohenzollerns te ontketenen. Het plan schijnt te bestaan een nieuw plebisciet, dit maal alleen in Pruisen, aan te vragen. De bedoeling van dit plan is om het gesloten compromis door een referendum te doen annuleeren. Naar verluidt wil men ditmaal de fout vermijden, die men in Juli j.l. heeft begaan, toen men de kiezers voor de keuze stelde: den vorsten alles of niets. Dit zou trouwens op het oogenblik ook niet goed meer mogelijk zijn, daar de Hohenzollerns intusschen reeds den eersten termijn van vij' millioen hebben ontvangen, zoodat er van algeheele onteigening geen sprake meer kan zijn. "Uit Moskou wordt aan het „Berl .Tag. gemeld, dat de Sovjet-regeering naar aan leiding van het overlijden van haar Londen- sche zaakgelastigde Krassin een volksrouw van 14 dagen heeft uitgeschreven. Het stoffelijk overschot van Krassin zai worden gecremeerd. De asch zal naar Bus- land worden overgebracht. Een telegram uit Rome bevestigt de be noeming van Kamenew in de plaats van Kerkenzew tot ambassadeur van Sovjet- Rosland te Rome. Volgens stellige berichten, hebben zich ook de Mohammedanen bij de opstandelin gen aangesloten. De toestand van Skoetari is critiek. Bei de partijen krijgen versterkingen. Volgens berichten uit Mexico wordt de tusschen de Vereenigde Staten en Mexico geschapen toestand te Mexico als buiten gewoon ernstig beschouwd. Algemeen wordt er de meening geuit, dat de kwestie, waarom het gaat, niet zoozeer het lot der Amerikaansche petroleum- maatschappijen is, als wel wie, de Vereen. Staten of Mexico, in Midden-Amerika zal overheerschen. President Calles ontving een mededee ling, onderteekenddoor 33 leden van den Mexicaanschen Senaat, tot de voornaamste partij behoorend, waarin zij verklaren be- slote**: te zijn hem hun steun en vertrouwen te betuigen ten aanzien der tusschen Mexico en de V. S. gewisselde nota's. DE ECONOMISCHE RIJKSRAAD. BERLIJN, 25 Nov. De economische rijks raad, die nu definitief zal worden ingesteld, zal worden gevormd door 123 permanente leden; in den voorloopigen raad hadden 326 leden zitting. Er zullen drie afdeelingen worden ingesteld, welke de werkgevers, de werknemers en de consumenten zullen om vatten. DREIGENDE MIJNWERKERSSTAKING IN TSJECHO-SLOWAKIJE. In Tsjecho-Slowakije dreigt een algemeene mijnwerkersstaking. De mijnwerkersorgani saties hebben een duurtetoeslag van 20 pet. geëischt, maar de directies hebben gewei gerd daarop in te gaan. EEN OVEREENKOMST VOOR SCHOT LAND. Na een conferentie, welke 10 uren duur de, kwamen de vertegenwoordigers der Schotsche mijnwerkers met die der patroons tot overeenstemming. De overeenkomst zal aan de leden van beider organisaties worden voorgelegd. De nieuwe bepalingen houden o.a. ook de invoering in van den achturen- dag. staand onzekerheid ten deze bij dé werk geversvertegenwoordigers weg te nemen. Het heeft zich om nadere inlichtingen ge wend tot de besturen van de aangesloten bonden, en het resultaat daarvan tref men in het rapport aan. Het bestuur besluit zijn, door de uitge breidheid van de ingekomen mededeelin- gen zéér lijvige rappo-rt, met dc volgende opmerkingen: Wanneer, wat God voorhoede, over en kele tientallen jaren de massa in het Zui den des lands voor de Kerk verloren zou zijn, dan behoeft o.i. niet al te lang ge zocht naar de oorzaak en naar de schuldi gen. En die schuldigen zullen zich, dat mogen, wij als katholieken wel tegen el kander zeggen, zwaarder hebben te ver- antwoorden naar mate zij een leidende positie innamen. Tenzij het roer radicaal wordt omge gooid; tenzij de werkgevers-leiders op de eerste en voornaamste plaats in sociaal opzicht van houding veranderen, anders ziet het er in godsdienstig-zedelijk opzicht voor het Zuiden slecht uit. Aannemend, dat de katholieke beginse len nopens rechtvaardigheid en naasten liefde de juiste zijn; aannemend, dat de katholieke sociologen, uit die begmseleH leerend, de waarheid spreken; dat aanne mend, dan moest het ook mogelijk zi,n in het Zuiden, in vergelijking met het overige niet-katholieke deel van het 'and. een so cialen toestand te hebben, welke het ideaal naDit 'rapport duidt op het tegendeel, het geen trouwens ook zonder dit rapport over bekend is. Die ellendige toestand ontneemt onzen arbeiders het geloof aan de katholieke beginselen met alle gevolgen van dien. Onze katholieke arbeidersbeweging zal haar licht en haar best doen en zal zich gelukkig achten, op blijvende medewerking van vele sociaal-goed-willenden, geeste lijken en leeken, te mogen rekenen. In de Woensdag gehouden zitting der Tweede Kamer zijn de moties Ter Laan en Oud, in zake de pensioenen der oud- gepensioraeerden, met groote meerder heid verworpen. Vergadering van 25 Nov. 1926, nam. 1 uur. De afdeeling Loodswezen van de begroo ting van Marine heeft een onverwacht lange discussie ontketent. Niet alleen de zucht tot nabetrachting over de ramp met den motor schoener Terschelling II gaf hiertoe aanlei ding. Men waardeerde trouwens algemeen, dat de MINISTER VAN MARINE zoo snel de conclusie had overgenomen van de com missie van onderzoek, dat stoomvaartuigen voor Terschelling moeten gebruikt worden met het oog op het aldaar gestationneerde loodspersoneel, dat ten gevolge van de ramp aan een moreele depressie onderhevig is. Er was echter nog een belangrijke kwestie aan de orde, waarbij alwéér 's Ministers ambtsvoorganger, de heer J. C. van Dijk, in scherpe oppositie was. MINISTER LAM BOOY wil n.l. het Loodswezen naar Wa terstaat onderbrengen, dus naar het Depar- temet, waaronder het geheele verkeer res sorteert. Het overleg daarover met MINIS TER VAN DER VEGTE is nog hangende. Inmiddels vond de heer J. C. VAN DIJK het noodig, om reeds met nadruk tegen dit plan te waarschuwen en de voorstelling te wekken, alsof zijn opvolger een militair Departement niet geschikt achtte om de beloodsing onder zijn beheer te nemen, het geen het prestige van Marine zou kunnen schaden. Dit werd MINISTER LAMBOOY blijkbar te machtig en hij vond nu het oogen- blil^ gekomen om zijn voorganger, die het hem van zijn optreden af zoo lastig had ge maakt, eens een afstraffing toe te dienen. Eerst kreeg de heer van Dijk te hooren, dat hij bij de interpellatie-Oud, toen zulk een scherpe critiek op het Loodswezen werd geoefend, naast den Minister had behooren te staan, in plaats van te zwijgen en even later kreeg de veel te zelfbewuste anti-revo lutionaire afgevaardigde te hooren, dat hij het zeer wel aan den heer Lambooy kon overlaten, voor het prestige van de mili taire Departementen te zorgen. De afge strafte gaf natuurlijk geen kamp, doch de al gemeene indruk was, dat de aanmatigende wijze, waarop de minister door den anti revolutionairen afgevaardigde bestreden wordt, het antwoord van minister Lambooy had uitgelokt. Even later kwam de Marine-begrooting in stemming. Alleen de eenzijdige ontwape- naars (en de heer Arts) stemden légen de begrooting. Ook de heer J. J. C. van Dijk, stemde vóór de begrooting, al scheen het niet van harte te gaan. Zijn oppositie tot nu toe maakte geen sympathieken indruk en gaf te veel het gevoel, dat deze opposant niet kan ver dragen dat zijn opvolger op sommige punten een andere meening zou kunnen hebben als zijn voorganger. Ten slotte is de begrooting van Arbeid, Handel en Nijverheid aangesneden. Bij de afdeeling Arbeid warén al aan stonds een dozijn sprekers ingeschreven, waarvan zes zich reeds hebben lpten hooren. Het ontbrak in verschillende redevoeringen niet aan lof voor de plannen en toezeggin gen van den bewindsman, al stonden daar vele aansporingen tot spoed tegenover en al dreigde de heer Stenhuis die over dikke woorden, van anderen natuurlijk, sprak met een motie en al spotte de leider van het socialistische vakverbond met de aarzelende houding van den Minister t.o.v. bindendverklaring van de collectieve arbeidsovereenkomst. Maar zelfs de heer Stenhuis moest erkennen, dat de atmosfeer van de Memorie van Antwoord beter was dan hij had durven verwachten. En de Minister glimlachte.... AVONDVERGADERING. Bij Justitie passeerde een bonte rij van de .meest uiteenloopende onderwerpen de rèVtfe. Tot een wisseling van gedachten kwam het uitsluitend t.a.v. die onderwerpen, waarbij de positie van de vrouw in het spel is. Mr. Marchant's betoog over de echtscheiding bij onderling goedvinden had dr. Beumer uit zijn tent gelokt. De anti-revolutionaire spre ker stelde tegenover de rede van den vrijz.- dem. leider, dat de groepen behoord heb bende tot de coalitie, juist eensgezind zijn in hun meening, dat de toenemende echt scheidingen verwerpelijk zijn. Voorts stond de huwelijkswetgeving in het middenpunt der belangstelling. De minister heeft thans de voorstellen van de Staats commissie-Limburg op het stuk van herzie ning van ons huweÜjksgoederenrecht ont vangen. Tot publicatie daarvan kon mr. Donner zich in zijn Memorie van Antwoord vooralsnog (d. w. z. voor daartoe de instem ming van de commissie te hebben verkre gen) niet bereid verklaren en de minister wil nu „zorgvuldig" nagaan, welke punten van huwelijksrecht rijp voor wijziging zijn. Volgt de minister den wenk van zijn par tijgenoot dr. Beumer op, dan houdt hij zich op afstand van deze materie. Het was voor dezen afgevaardigde geen zware taak om aan te toonen, dat de wenschen op dit ter rein zeer uiteenloopen. Het rapport van het bestuur van het R.-K. Werkliedenverbond gepubliceerd. De Volkskrant publiceert het rapport van het bestuur van het R.-K. Werklie denverbond aan den raad van overleg der sociale organisaties inzake de houding van de R.-K. werkgevers, vooral in het Zui den, tegenover arbeiders en de vakorgani saties. In een brief ter inleiding wordt de dik wijls van arbeiderszijde geuite klacht, dat in het algemeen de werkgevers in het Zui den des lands, in sociaal opzicht, ondanks hun ka'holiek-zijn, dikwijls zooveel ten nadeele afwijken van hun „liberale" col lega s in het overige deel van het land, gerechtigd genoemd, en wordt gezegd, dat die klacht eigenlijk geen nadere toe lichting behoeft en een ieder, „zelfs hij die sociaal-bijziende is", dit concrete feit waar neemt: in het Zuiden des lands, waar werk gevers en arbeiders uit één beg'asel leven, moest een sociaal-ideale verhouding be staan. Het tegendeel, dat weet ook een elk, is, aldus de brief, het geval. Het Verbondsbestuur meende echter, ondanks de algemeene bekendheid van de feiten, dat het goed kon zijn, dat een po ging werd gedaan, elke .mogelijk nog be- Na de bemoeiingen van den directeur van den Veeartsenijkundigen Dienst, dr. Berger, is het verslag van de onderzoekingen van den directeur der Rijksseruminrichting, dr. Lourens, over de vraag of het vleesch van dieren, verkeerendc in het incubatie-stadi- um van het mond- en klauwzeer, besmet tingsgevaar oplevert, opgenomen in „The Veterinary Record", het officieel orgaan van de Britsche Maatschappij voor Diergenees kunde. Hierdoor zal, méér dan tot dusver, in Engeland kennis genomen kunnen worden van de Nederlandsche proeven, die hebben aangetoond, dat het door den Engelschen Minister van Landbouw gevreesde besmet tingsgevaar niet bestaat. De redactie van genoemd tijdschrift tee kent bij het artikel aan, dat zij door deze publicatie zich niet bindt aan eenige aan vaardingder conclusies, waartoe dr. Lourens is gekomen, maar zij stelt er prijs op, dat zulk hoog wetenschappelijk werk ter kennis van haar lezers komt. Elk onderzoek, in verband met welke ziekte ook, moet vol doen aan twee belangrijke voorwaarden: het moet door betrouwbare onderzoekers ge schieden en vervolgens door bevoegde auto riteiten worden herhaald, om aangenomen of verworpen te worden Bij het in het rapport bedoelde onderzoek wordt de eerste voor- waaarde ten volle nagekomen. Ten aanzien van de tweede voorwaarde vraagt de re dactie van „The Veterinary Record" zich af, of te oordeelen naar het feit, dat de (Engel- sche) minister herhaaldelijk heeft gezegd, dat het invoerverbod van kracht zal blijven, de gevolgtrekking moet worden gemaakt, dat de conclusie van dr. Lourens als niet- overtuigend moet worden beschouwd. .Verwacht wordt, dat het Departement van Landbouw stappen zal doen, om de bevin dingen te bevestigen of te verwerpen. De redactie besluit met als haar meening uit te spreken, dat als definitief bevestigd wordt, dat er geen gevaar dreigt van den kant van het vleesch, merg en afval van vee na een zekeren tijd geslecht, het nier ge rechtvaardigd zou lijken, het invoerverbod van vleesch langer te handhaven. AMSTERDAM, 25 Nov. Aardappelen. Be richt van den makelaar Jac. Knoop. ZeeuW- sche: Bonten 5.605.80, Blauwen 4.40 4.80, Bravo's 4.254.50, BI. Eigenheimers 4.204.30, Eigenheimer poters 2.60 2.80, Blauwe poters 2.502.60, Bonte po ters 2.502.60, Roodstar poters 2.50 2.60; IJpolder: Bravo's 4.404.6Ó, Rood star 3.603.80, Drentsche Eigenheimers 3—3.40; Anna Paulowna: Zand 45, Zand-Roodstar 43.75 (bieden). Hil'legom- mer Zandaardappelen 45. Flakkeesche Eigenheimers 3.904.10. Spuische: Eigen heimers 3.904.10; Blauwe Eigenheimers 4.204.30. Friesche Borgers 3,904.00 per H.L. AMSTERDAM, 25 Nov. Eieren, yeiling Prinsengracht. Aanvoer 85000 stuks, kippen- hoogste prijs 14.25, middenprijs 11.75— 12.50, laagste prijs 7.30, eenden 7.50. Handel vlug. HALFWEG, 25 Nov. Eierveili.ng. Aan voer 2900 kippen- 11.6513.60; 70 een den- 8.809.20. Handel stuk. DELFT, 25 Nov. Boter. Aanvoer 15/8 v. en 2/16 v., te zamen 320 Kg. Prijs 2.10 2.35 per Kg. Handel vlug. HOORN, 25 Nov. Kaas. Aangevoerd 3 sta pels fabriekskaas 50; 16 st. boerenkaas 49; 9 st, boerencommissie 47, totaal 33 stapels, wegende 19.276 Kg. Handel goed. ELST (Bet.), 24 Nov. Fruit. Veiling V. V. O B. Viigeperen 1321 ct., Angleterre 13 15 ct., Winterjann en910 ct., Brederos 17 15 ct., Winterlouwtjes 1011 ct., Gieser Wildemans 1213 ct., Beurré Clairgcau 1929 ct., extra goudreinetten 3537 ct., lste soort 2431 ct., extra bellefleur 3031 ct., lste soort 2330 ct., Rabauwen 8/410 ct., Holgaten 1314 ct., Wijnzuur 1920 ct., Boschappels 1727 ct., Gerrit Roelofs 14 17 ct., Jasappelen 1416 ct., Pomme d'Oran- ge 1820 ct., dubbele benderzoet 1820 ct., enkele benderzoet 1314 ct., Rouwe- 'ings 1820 ct., Campagnezoet 1617 ct. per Kg. UITHOORN, 25 Nov. Op de kaasmarkt waren aangevoerd 62 partijen. Prijs Goud- sche kaas R. M. 5155; 2de soort 46— 50; zwaardere 57; zonder Rijksmerk 45 51. Handel kalm. HOOFDDORP, 25 Nov. 1926. Tarwe nieuwe 1414.45; Rogge 101411.50; Gerst Chevallier 10)411.50; Wintergerst 1011; Haver 910)4, Witte Duiveboonen 1415 Paardeboonen 1213; Groene erwten 14 25; Schokkers 2537, Vale erwten 20-25, Karwei 4446, Bruine mosterd 3639, Geel mosterd 2630, Blauwmaanzaad 60 64; Koolzaad 2224, Kanariezaad 1314 14)4. Visscherij. 25 Nov. De visscherij is zeer schraal; de spannen brachten slechts 25200 stuks haring aan. Men besteedde 5.207.50 per tal. Spiering gold 3 3.80 per vierling, Sprot 0.90ISO per mandi Schar 0.20 per pond. Waarom er in zijn woning dubbele deuren waren. DERDE DAG. Donderdagochtend 10 uur heeft de Haag sche rechtbank de behandeling der straf zaak tegen den heer Marang voortgezet. Het verhoor van den verdachte. Het verhoor van den verdachte wordt voortgezet. Hoe de biljetten naar Portugal gingen. De biljetten werden, verklaarde verdach te, van Londen via Den Haag overgebracht naar Portugal. De sleutels van de koffers waren altijd in het bezit van José -de Bandeira. Bij verdachte thuis pakte José de biljet ten in kleinere koffers, waarbij hij geholpen werd door twee vrienden. Verdachte ging meestal met José de biljetten naar Portu gal brengen. De President: Hoe kreeg u die biljetten in Portugal? Ging dat onder uw koerierspas? Verdachte: Ik heb nooit een koerierspas gehad. President: Maar dat stuk dan wat gis.e- ren is voorgelezen? Verdachte: Dat heb ik naar mijn weten nooit gebruikt. Ik bracht de koffers naar de gare du Nord te Parijs en daar gaf ik ze in transit voor Lissabon. Voor Lissabon gebruikte ik mijn eigen pas als consul-generaal. Nooit heb ik mijn bagage behoeven te openen. President: Onder wiens naam werden de koffers aangegeven bij aankomst in Holland? Verdachte: Na in ontvangst nemen der biljetten bij Waterlow werden de koffers onder geleide van Springall in de garderobe van het station gebracht. Bij aankomst in Holland kon verdachte als Hollander links gaan, terwijl José als Portugees rechts moest gaan en de mare chaussee moest passeeren, om het visum te laten zien. De douanen waren altijd heel vriendelijk. José vertoonde wel zijn paspoort te Hoek van Holland. Aan de koffers waren labels met het opschrift: „Legation Portugaise" De koffers werden vervolgens in een auto geladen en naar het huis van verdachte in Den Haag vervoerd. Verdachte weet niets van het deponeeren van twee koffers door Hennies. Dat er een koffer bij verdachte stond, was een gevolg van het feit, dat verdachte grooter behuisd was dan José. Het is met het oog op de groote waarde, welke verdachte in huis moest bewaren, dan ook volkomen begrijpelijk, dat in 'zijn woning dubbele deuren werden aangebracht. Verdachte hoopte schitterende zaken te doen. De president gaat daarna met verdachte nog eens na de strekking van het gisteren genoemde tweede plan en van de daarbij behoorende bankgarantie. „Toen u in Lissabon kwam, werd u mee gedeeld, dat er een ander plan was, zonder bankgarantie. Verbaasde u dat niet?" Verdachte: „Neen. Het was voor mij wel niet zoo'n helder plan als het andere, maar ik was toch wel blij, in een dergelijke trans actie mee te mogen doen. Ik dacht voor mij, schitterende zaken te kunnen doen. De president releveert daarna nog even de winstverdeeling. Verdachte: „Reiss moest met de escudos handelen op aanwijzing van den Hoogen Commissaris. Afspraak was, dat ik 14 zou krijgen van alle winst, die uitvloeisel zou zijn van de transactie. De Hooge Commissaris was court d'ar- gent en zonder de te verstrekken leening kbn Portugal niet koopen." De president: „Wat geschiedde met de goudwaarde van 1 millioen pond sterling, die Reiss zou leveren?" Verdachte: „De Hooge Commissaris ver klaart in het contract, dat millioen te heb ben ontvangen, waartegenover stond de ver gunning voor het drukken." President: „Wat is er met dat geld ge schied?" Verdachte: „Daar ben ik heelemaal bui ten gelaten." President: „Verbaast u die verstrekking door Reiss niet?" Verdachte: „Het lag niet op mijn weg om de intrinsieke waarde te onderzoeken van het contract, waarvan de geheele wereld de echtheid geloofde." De zaak moest geheim blijven. President: „Waarom werd de zaak zoo geheim gehouden?" Verdachte: „Mij werd medegedeeld, dat niet alle directeuren van de Bank van Por tugal in de zaak waren gekend. Voorts zat een zekere Orig als directeur in de Bank van Portugal, terwijl een broer van dezen directeur was van de Ultra- Marino-Bank, welke bank het emissie-recht had voor Angola. Waar de onderhavige transactie nu betrof een emissie voor Angola, mocht de Ultra Marino dat niet weten. Daarom moest de zaak zoo geheim mogelijk worden behandeld. Aan de opge legde geheimhouding heeft verdachte zich stipt ghouden. President: Vond u het niet vreemd, dat oen dergelijke emissie kon geschieden bui ten weten van een deel der directie? Verdachte: Wanneer de stukken zijn ge- teekend door den gouverneur der Bank, ter wijl ook de hooge commissarisseri en een minister van de zaak op de hoogte waren, dan heb ik voldoende vertrouwen, om de juistheid van het contract te aanvaarden. President: Waar nu de emissie niet geheim behoeft te worden gehouden voor den oud gezant Antonio, wist deze dus van de ge heele zaak af. De officier: De gezant wist dus ook, dat de zaak voor een gedeelte der directie was verzwegen. Verdachte: De gezant wist, wat ik hem verteld had. De officier: De gezant ontkent er iets van te hebben geweten. Verdachte: Wanneer de gezant zelf de telegrammen ontvangt, weet hij toch van alles af. De officier: Maar de gezant ontkent het uitdrukkelijk. Verdachte: Wanneer iemand van het di plomatieke korps een fout begaat, dan ben ik daarvoor toch niet verantwoordelijk. President: Wat zou u praesteeren voor het gedeelte van de winst, dat u zou krijgen? Verdachte: Ik zou zorgen voor het four- neeren van hel geld; voorts zou ik zorgen voor het drukken en het overbrengen der biljetten, terwijl ik verder medewerking zou verleenen bij de handelstransacties in Portu gal. President: In het contract Angola-Reis wordt dus bepaald, dat Reis bij het onder- teekennen 1 millioen pond sterling zou heb ben betaald. Verdachte: Ja. President: En van die goudwaarden is de helft verkocht tegen den vasten koers van honderd eseudos het pond? Verdachte: Ja. Voorts zegt verdachte dat in de goud- waarde reeds was verdisconteerd de aan staande val van de eseudos. Het contract niet geheel begrepen. Verdachte zegt verder het contract niet geheel te hebben begrepen. De officier: En geeft u daarop een voor schot van 100.000 gulden? Verdachte: De hoofdzaak van het contract begreep ik. President: Is het u met opgevallen dat volgens het contract Bank van Portugal-An- gelo twee keer zooveel escudos mogen wor den vervaardigd als volgens het contract Angola-Reis? Verdachte: Neen, dat schijnt niemand te zijn opgevallen. President: Heeft het u nooit verbaasd, het hooge bedrag, dat gegeven werd voor het emissierecht? Verdachte: Daar heb ik toch mets mee te maken? Ik heb mij toch niet te mengen in de financieele aangelegenheden tusschen de hoogste autoriteiten in Portugal? Wanneer ik dat deed, zou men gauw zeggen: Ventje, waar bemoei ie je mee, daar is de deur. De President laat door den tolk voorlezen een vertaling van de beide contracten. De verdachte antwoordt vervolgens op een vraag van den president, dat Reis een order gaf aan verdachtes vennootschap. Na een informatie naar Reis kwam het telegram „s'abstenir", waarna verdachte aan zijn^ com pagnon seinde: „afblijven, voorzichtig Bij het bekend worden van het advies „s'abstenir" zeide José, dat de inlichtingen zeker kwamen van de Ultra Marino. Ver dachte bevestigde deze meening. José achtte het advies begrijpelijk, aange zien er groote vijandschap bestond tusschen Reis en Ultra Marino. Vervolgens heeft Hennies, die in grooter mate belangen had in de zaken dan ver dachte, aan verdachte gezegd, dat dit ,,s ab- stenir" niet zooveel beteekende. Ook een tweede ingewonnen informatie luidde: „s'abstenir". Uit Karlsbad heeft Reis later geseind, dat de Ultra Marino was gefailleerd. De President merkt op, dat in Portugal alles bekend was omtrent Reis, en dat hij geenszins het aanzien genoot, dat u in hem zag. Verdachte: Wanneer ik dat alles geweten had, met wien ik te doen had. zou ik toch nooit aan Reis 100.000 hebben gegeven. In dat geval zou ik in een krankzinnigen gesticht thuis hooren. De president: Heeft u uit deze onderne ming reeds voordeel getrokken? Genoten voordeelen. Verdachte: Ik heb mijn voorschot terug ontvangen en nog meer. Maar de tijd zal moeten leeren, of dit -meerdere voordeel be- teekent dan wel nadeel, gezien reeds de 11 maanden voorarrest. Op een andere vraag van den president zegt verdachte, dat hij niet weet wat er met de biljetten is geschied. President:Maar u is toch daarna betrok ken geweest in verschillende handelstransac ties. Verdachte: Maar ik kon toch niet nagaan wat er gebeurde met de bankbiljetten, die ik in Lissabon afgeleverd heb. President: De optie in zake de aandeelen van den heer Nazareth was een privézaak? Verdachte: Neen, deze zaak viel onder de onderhavige onderneming en geschiedde op verzoek van Reis. De bank van Angola. President: In dien tijd is ook getracht op te richten de Bank van Angola in Metropo- !e. Welk aandeel heeft u daarin gehad? Verdachte: Ik behoorde tot de aanvragers bij de oprichting. President: Wat was de bedoeling van die oprichting? Verdachte- Deze bank zou werken voor de cultiveering van Angola. Zij zou worden opgericht op verzoek van den Hoogen Commissaris en zou het emissierecht voor Angola krijgen, dat toen in handen was van ode Ultra Marino. Dat was natuurlijk aanleiding voor de Ultra Marino, om een actie in te stellen tegen de voorgenomen oprichting der bank. In Portugal moet men voor de oprichting van een bank toestemming hebben van den ban- kiersraad. In Mei is de aanvraag geweigerd. Daarna is in Juni aan verdachte gevraagd, of hij mee zou wilen figureeren bij de nieu we aanvraag voor de oprichting. Na verdere onderhandelingen heeft ver dachte het honorique verzoek gekregen, om den President van de Republiek te vragen of hij in de zaak wilde intervenieeren. Vrienden hebben toen gezorgd dat verdachte bij den President werd toegelaten, waarbij hij den voorrang kreeg. De President was uiterst vriendelijke en verheugde zich erover, dat ook van andere zijden belangstelling bestond, om Portugal op te heffen. Over José sprekende, zeide de President: „Ah le petit Bandeira". Dat was voor verdachte een bewijs, dat ook José goed stond aangeschreven. Toen verdachte na de conferentie bij den President zijn hotel bereikte, werd hij daar opgewacht door José en Reis, die hem mededeelden, dat hij succes had gehad. José en Reis waren reeds van alles op de hoogte, wat bij den President was voorgevallen. Dit was voor verdachte nog grooter bewijs, hoe groot de invloed wel was van José en Reis. 'De President gaat vervolgens na welke aankoopen in Portugal zijn gedaan. Vindt u het niet eenigszins in strijd met het feit dat Reis zou handelen volgens in- tructies van den Hoogen Commissaris, dat Reis verschillende aankoopen deed om de objecten weer met een behoorlijke winst van de hand te doen? Verdachte: Als koopman vind ik dat koo pen en verkoopen heel gewoon. President: Maar wat blijft er dan over van het plan om Angola te helpen? Verdachte: Het spijt mij, dat de Cunha Rego Chaves hier niet tegenwoordig is; an ders zou hij kunnen verklaren, dat wel de gelijk verschillende overeenkomsten zijn af gesloten in het belang van de cultiveering van Angola. Hierna wordt gepauzeerd tot 2 uur. Na de pauze werd voortgegaan met het verhoor van Marang van IJsselveere. Uit het contracten-arsenaal, dat de president van verdachte onder zijn berusting heeft en dat enkele aanleiding geeft tot verwarring, diept hij er één op. dat tusschen Marang en ze keren Rikkers uit Coevorden zou zijn afge sloten. die in Angola onderzoekingen op cul tuurgebied zou instellen. Hierin wordt steeds gesproken van „wij dit en dat', waarom de president informeert naar zijn aandeel er in. Millioenen-transacties. Verdachte antwoord, dat hij als gevol machtigde van Reis c.s. meende aldus te kun nen doen. Hij onthulde verdorr ook, met^ mil- lioenen-affaires voor Albanië bezig te ziin en reeds het tabaksmonopolie te hebben kun nen kriigen. President: Hoe kwam u dan toch aan de middelen? Verdachte: Ik ben in de gelukkige omstan digheid, dat ik in Londen over net zooveel millioenen de beschikking kan krijgen als ik wil. Voor Albanië zou ik best vijf millioen ~ond sterling hebben kunnen kriigen. Het bericht, dat er valsche Portugeesche biljetten in omloop waren, had mij destijds niet gefrappeerd, waar de Portugeesche Bank in de Ders verklaarde, dat het onge grond was. Hij wist niet, dat de bank het er maar ingezet had om de menschen gerust te stellen. Hij vertrouwde slechts op de waar heid. Voorlezing werd gedaan van de correspon dentie tusschen Marang en Waterlow, waar bij eerstgenoemde informeerde naar fiet be zoek van de directeuren der Portugeesche Bank aan Londen en eventueel aan de fir ma Waterlow. De president: Wat stak daar achter. Verdachte: Het interesseerde mijn zaken vrienden, in verband met een geheime es cudo-emissie, waarvan niet alle directeuren op de hoogte waren. Wat zijn eigen zaken betreft en die van de Portugeesche combi natie, die liepen volgens verdachte alle over de N. V., waarin zijn firma later is omgezet. Allerlei brieven, telegrammen, stukken en contracten passeeren de revue in een eindc- looze reeks, waarin de rechtbank schier ver drinkt. De president zeide, het vreemd te vinden, dat uit de stukken bleek, dat er 180.000 bankbiljetten meer gedrukt zijn dan de Bank van Portugal volgens contract had be steld; waarop verdachte opmerkte, dal hij slechts handelde uit volmacht voor Reis en hier buiten stond. Den nadruk wil de president leggen op het feit, dat Reis opdracht gaf door middel van Marang tot het drukken der bankbiljetten. De Portugeesche Bank gaf slechts autorisa tie voor het drukken, waardoor Waterlow gedekt is. Met dergelijke dingen bemoeide verdach te zich niet, zeide hij. Hij was slechts ma kelaar. Felle discussies. Een langdurige discussie ontspon zich ver volgens tusschen verd. en zijn verdediger eenerzijds en het O. M. anderzijds over de vraag, of de bedrijfsleider van Waterlow, R. S. Springall, zich misschien kan hebben vergist. Daarbij worden scherpe dingen ge zegd over het geheugen van Springall, dat volgens de eene partij perfect is en volgens de andere niet deugt. Beiden zijn het er in ieder geval over eens, dat eventueel het ge heugen „te goeder trouw" niet deugt. Komende tot de ontknooping van de af faire vertelde verdachte, dat toen in een Portugeesch blad berichten voorkwamen, dat de Bank van Angola niet solide was, José Bandeira den minister van Financiën ver zocht de boeken der Bank te publiceeren, wat dan ook in het Portug. Staatsblad is ge schied. Hieruit meende hij te kunnen concludee- ren, dat Bandeira te goeder trouw was. Van 6 op 7 December, toen hij in Holland terug was, las hij in de bladen van de ont dekking van 't bankbiljettenschandaal en de arrestatie van Reis en Bandeira. Direct heeft hij zich toen in verbinding gestold met zijn raadsman, mr. F. v Raalte, die hem advi seerde, de in zijn bezit zijnde stukken niet aan de Justitie te overhandigen. Met behulp van Lieber heeft hij de koffers met bankbil jetten uit zijn woning laten overbrengen naar Rotterdam, omdat hij er niets mee te maken wilde hebben. Verdachte en de contracten. Later heeft hij door middel van den ge zant het verzoek ontvangen van den rech- ter-commissaris te Lissabon, om aan hemi op te sturen contracten en papieren Dit heeft hij met zijn raadsman mr. Van Raalte besproken. Op verzoek van den gezant Ban deira ben ik toen bij hem gekomen en heeft hij mij de contracten overhandigd, die hij ter bewaring had gekregen. Verdachte sprong huizen hoog, toen hij de contracten had, omdat hij meende, zich daarmee te kunnen veiligstellen. Toen er steeds meer berichten versche nen over de valsche bankbiljetten, heeft hij zich met mr. Telders, den landsadvocaat, in verbinding gesteld, om een communiqué in de pers te lanceeren. Deze heeft voor verdachte een perscommuniqué opgesteld, dat 31 Dec. in de bladen verscheen en waar in verdachte publiceerde, dat hij de biljet ten had laten, drukken. Den 6en Januari is daarop zijn arrestatie door commissaris Bes- seling gevolgd. Daarna kreeg het O. M. ge legenheid, enkele vragen aan verdachte ta stellen. De officier: Was u in het syndicaat van Reis? Verdachte: Later ben ik wel toegetre den, maar niet in Nov. 1925, toen het con tract in zake het syndicaat werd opge- raaakf De officier vestigde er de aandacht op dat de Hooge Commissaris van de hem ver strekte 12 millioen, 6 millioen terugbe taalde. Is dat onder u vieren verdeeld? Verdachte: Dat is mij niet bekend. De officier: Het bedrag is anders niet zon klein. Verd.: Het was niet allemaal wmst. Een oude verduisteringszaak. De officier: Is vroeger tegen u in Rotter dam al eens een strafzaak aanhangig ge maakt wegens verduistering van 60.000. Wegens niet verantwoorde gelden; mter niet vervolgd, omdat de zaak door u werd geschikt. Verdachte (verrast):Dat was een civiele zaak. De officier: Er was een strafvervolging tegen u ingesteld. U heeft door middel van mr. de Kat de zaak laten afdoen. Het verhoor is hiermede afgeloopen. Des gevraagd deelde mr. Asser, raadsman der Bank van Portugal mede, dat hij waar schijnlijk van interventie in» het strafproces zal afzien op grond van een tegen Marang c.s. ingestelde civiele actie. Hij wil echter het requisitoir van het O. M. afwachten. De zitting wordt tot Vrijdagmiddag 1 uur geschorst. Dan zal de officier mr. Bauduin zijn requisitoir houden. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage zal Woensdag 15 December a.s. in hooger be roep behandelen de zaak tegen Verachoor te Rotterdam, die in eerste instantie door de rechtbank aldaar wegens verduistering van gelden, ingezameld voor leniging van den nood in de Drentsche veenstreken, is veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf met aftrek van drie maanden preventieve hec>- ter. is. in het Bisdom Utred Z. D. II. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot assistent te Abcoude den WelEerw, Heer B. J. Wilmink, 25 Juli l.]( priester gewijd. Den 8en December e.k. hoopt de bekende paedagoog en kinderschrijver, de eerw. fr. Cassianus (M. C. Versteeg) den dag te her denken, waarop hij voor 25 jaar in de Con gregatie der fraters van Tilburg is getreden. Z. Eerw., die langen tijd in 's-Hertogen- bosch werkzaam was, is momenteel verbon den aan de fraterschool van de parochie Noordhoek te Tilburg. Mrs. Chesterton, de echtgenoote van den beroemden Engelschen schrijver en bekeer ling, is katholiek geworden. Dezer dagen werd zij te High Wycombe gedoopt. In Nederland is Mrs. Chesterton geen onbekende, daar zij voor eenige jaren haar man op diens tournee door Holland ver gezelde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 9