f
w
z
FRANS MEIJER
Aim is? S)T,
Radio-Omroep
<&s
Uit het Spaansch door
1
ELCK WAT WILS
TREKJES
Derde Wad
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Zaterdag 4 December 1926
NICQU/^
No. 474.
18.89-
DAGBOEK VAN SINT
OLAAS
Zaterdag, 27 Nov,
Het is elf uur. Met welbehagen rust ik in
den grooten iuien stoel, waa in reeds zoo
vele mijner voorgangers hebben gerust, die
nu al'";maal ter ziele zijn.
Vóór n.ij brandt de groene schemerlamp
en beschijnt ee kleine blokkalender ;inks
en het boek, waarin staan opgeteekend ,de
zoete en stoute kindereii.
Ik voel mij alleen in deze groote zaal,
weggedoken in de b-uine donkerte. Ik voel
mij alleen in deze nieuv/e wereld van char
leston, cocktail en radio. Eeuwen zijn er
nu verloopen. Weldra vier ik mijn drie-,
vier- of vijfhonderd-jarig bisschopsjubi
leumik weet het zelf niet meer, want
de eeuwen, die achter mij liggen, zijn ge
weest als dagen.
Wat is er veel veranderdmorgen
ik mijn jaarlijksche reis ondernemen
naar het koude Holland, maar hoe zal ik
de kinderen moeten bereiken? De gezel
lige, zwartgebrande schouwen met de glim
mende blauwe tegels zijn curiositeiten ge
worden en in plaats daarvan zijn de gas
kacheltjes en electrische haa-den gekomen
De daken zijn versperd door tallooze anten
nes en ik zal mijn weg moeten banen met
een nijptang.
De nienschen zijn geworden als de dieren
Ze dansen en eten, ze vliegen in de lucht
als vogels, ze duiken onder water als de
visschen en nu spannen ze al draden als de
spinnen.
Overal breek je je nek over de antennes,
Hoe zal ik moeten reizen?
Met den trein durf ik niet meer te gaan,
dat is in Holland een levensgevaarlijke
bezigheid, aan vliegmachines heb ik een
broertje dood en de reis over zee duurt mij
te lang.
Het is een drukke dag geweest, 's Mor
gens ziekenbezoek, 's middags afscheids
receptie in de groote zaal van mijn paleis
daarna biechthooren tot half tien en ten
slotte een heftige woordenwisseling geh^d
met Kee, de huishoudster, die zich zoo
langzamerhand de gewoonte heeft aange
wend om alle menschen van de deur te
sturen. Ze zegt bezorgd te zijn voor mijn
gezondheidstoestand, maar zeer waarschijn
lijk ziet ze tegen het trappenloopen op.
Binnenkort zal ik aan alle pastoors van
mifn diocees een schrijven rondsturen
waarin ik wijs op deze algemeen voorko
mende fout bij pastoorsmeiden en hun aan
dacht erop vestigen, dat een geweigerd
bezoek bet nadeeligste gevolg kan hebben
voor het zieleheil van den bezoeker.
De afscheidsreceptie was tamelijk dun
netjes vanmiddag. Onder de officiëele per
sonen herkende ik den Hollandschen gezant
en eenige commandeurs in de orde van St.
Nicolaas.
De gezant hield een mooie gloedvolle
J)T N fC O
tb
AT. r^ie ol
HfCK l£> S~T.
NICOLAAS
Alomtegenwoordigheid in café's, katle-
kroegen en cabarets
rede, doorspekt met de officiëele gemeen
plaatsen, die men in de Hollandsche
Tweede Kamer en den Haarlemschen ge
meenteraad met ponden krijgt toebedeeld
Sr riicoLAAS
BELLEN
Kee, de huishoudster van St. Nicolaas,
„Het is mij een groot genoegen u bij uw
vertrek naar mijn geliefde Holland, met
eenige woorden te mogen toespreken. Met
belangstelling ziet men aan het lage land
bij de zee, uw komst tegemoet en het volk
maakt zich op, U een waardige xntvangsl
te bereiden. Er zijn geen woorden om tc
zeggen, welke gevoelens mij bezielen bi,
de gedachte aan hetgeen u, goede Sint, voo-
ons volk gedaan hebt. Weldra zult u weer
zien de stralende gezichtjes der kleinen, di
uw komst zoolang ve-beidden. Wees zoc
goed, dierbare St. Nicolaas, om mijn land
van mij te groeten, als uwe schreden zicl
richten naar die plaatsen waar men bet heil
van het Nederlandsche volk denkt te be
hartigen, wees zoo goed, om dan naar voren
te brengen, wat op uw tong ligt en uw
hart uit te storten over de menigte, die u
met gejuich zal omringen."
Zondag 28 Nov,
Kwestie gehad met Zwarte Piet.
De jongeman had vergeten de kalender
op mijn schrijftafel af te scheuren, met be'
gevolg, dat ik bijna vergeten was, dat ik
vandaag naar Holland moest vertrekken
Piet is een geschikte knul, maar ietwat
eigenwijs. Dat is een specifiek Moorscbc
eigenschap. Bovendien wou hij inij met eer
uitvlucht aan boord komen, hetgeen ik hee-
lemaal niet kan verdragen „Waarde heer,"
zei ik tegen hem, „op die manier geloof ik
niet, dat ik je hou." Toen ik dat gezegd
had, begon hij een beetje in te binden er
deed zijn best op een ander chapiter te
korren. „Sint-Nicolaas," zei hij, „uw schoe
nen moeten naar den schoenmaker. Er moe
ten een paar halve zolen en achterlappen
op. Ik zag natuurlijk op tegen de kosten
maar voelde er ook niet veel voor om in
Holland met kapotte schoenen door de
sneeuw te baggeren. Ik heb in Holland wel
nooit sneeuw meegemaakt, maar op d<
plaatjes sta ik er altijd tot aan mijn elle
bogen in.
Aan den steiger te Alicante, waar ik
scheep ging, trof ik Primo de Riveira aan,
die mij een en ander te vragen had. Ik was
diep getroffen door zijn kinderlijk „Sinter-
klaaskapoentje", zoodat ik niet kon nalaten
den goeden jongen een worst van marsepein
toe te werpen, waarmee hij dol gelukkig
naar huis snelde om de worst aan zijn moe
der te laten zien.
Het schip, waarop ik mij bevindt, heet?
een oorlogsschip en, is van Nederlandschó
nationaliteit Ik hoop niet dat er wind komt
opzetten, want dan vrees ik het ergste. Het
zou al heel erg tra^sch zijn als ik nu aan
mijn eind kwam.
Piet heeft een beetje last van de zee
ziekte en voedert de vischjes met spinazie
uit de bus.
Maandag 29 Nov.
In de Golf van Biskaye.
Het spookt hier reusachtig en de rum
is al op. 't Heb een reuzetoer om te schrij
ven en nr'n mijter recht op mijn hoofd f-
hóuden. Als ik in Holland ben, moet ik
oogenblikkelijk een nieuwe baard hebben,
want het blijkt dat ze mij in Alicante heb
ben afgezet; want déze baard is heelemaa
niet waterdicht.
Als ik in Holland aankom, heb ik stellig
zeebeenen. Of ik mij daarmee nog op de
daken zal wagen, zal te bezien zijn.
Dinsdag 30 Nov.
Mft het personeel aan boord kan ik bes'
opschieten, en het is alleen jammer, dat ik
hen niet meer zoo goed versta aio vroeger
Er zijn in de Hollandsche taal bliikbaa'
verschillende woorden bijgekomen, die ik
vroeger niet g"hoord heb, o.a gijn atte
n0'e. .7" ?en pietsie deinzen, enz. Gelukki-'
beschik ik over een goed aanpassingsver
mogen. zoodat ik rrii die verschillende uit
drukkingen gauw genoeg aangewend zal
hebben.
Alle matrozen hebben vannacht een
chocoladesigaar in hun schoen gevonden.
De jongens waren den koning te rijk en lie
pen vanmorgen allemaal met chocoiade-
snuiten rond. Het is' een heerlijke gedachte
als je de menschen zoo blij hebt gemaakt.
Vanmiddag brachten de matrozen mij een
ovatie en zongen een spontaan „Zie de
maan schijnt door de boomen", hetgeen
hier op de open zee wel wat eigenaardig
aandeed, vanwege de totale afwezigheid
van boomen.
Woensdag 1 Dec.
Eindelijk in Holland aangekomen.
Mijn leven gewaagd in den trein, die mij
van Hoek van Holland naar den Haag
bracht, waar ik wegens het oude gebruik,
eerst een bezoek bracht aan de Tweede
Kamer.
In tegenstelling met de gewoonte was er
niemand om mij te ontvangen en reeds vóór
de deur hoorde ik een eigenaardig snor
kend geluid.
Op mijn herhaald geklop, schuifelde er
een oude portier in livrei over de blauw-
steenen tegels naar de deur. De goede man
viel bijna om van verbazing, toen hij zag,
dat hij met Sint Nicolaas te doen had.
Nu heb ik de ongelukkige gewoonte
nogal eens te brommen met mijn stem, ter
wijl Zwarte Piet met de ketens rammelde.
De goede man, die natuurlijk niet weet hoe
ie een bisschop moet ontvangen je hebt
weinig katholieke ambtenaren in Nedcr-
'and legde zijn verroeste wijsvinger op
le lippen en fluisterde: „Ssst!"
„Waa-om „Ssst?" vroeg ik verbaasd.
„De heeren rusten uit van de tractaat-
kwestie tusschen Holland en België, Na het
aannemen van "i tractaat heeft meneer Kar
nebeek getracteerd en nu slapen de heeren
il weer een paar weken."
„Neem me niet kwalijk, goede vriend,"
Zwarte Piet in smoking bij de oiiicieele
receptie ten Stadhuize,
heb ik toen gezegd, „ik wil de heeren niet
storen. Laat ik maar eens verderop gaan
kijken.... Bovendien, ik heb toch nooit
raad geweten met dat stelletje, gewoonlijk
waren ze te zoet voor de roe en te stout
voor marsepein.
Donderdag 2 Dec.
Eindelijk in Haarlem,
Den heelen dag naar een geschikt paard
sezocht, maar nergens kunnen vinden. De
gemeente-reiniging had geen paarden ter
beschikking en ten slotte ben ik beland bij
een paardenslager op de Botermarkt, die
mij aanraadde om eens te vragen naar oude
letje van den brandweer.
Daar ben ik eindelijk klaar gekomen.
Op de daken is het mij niet erg meege-
vallen.Overal breek je je nek over antennes
en als je de nijptang geb-uikt om die din
gen door te knippen, dan puilen er uit alle
daken menschen, die het woord „eerbied"
alleen maar uit woordenboeken kennen. Er
zijn zelfs menschen, die niet eens meer
weten waar ik vandaan kom en toen ik hen
per ongeluk in het Spaansch aansprak,
dachten ze dat ik een reiziger was in een
nieuw merk siga-en. In de winkels krijg ik
voortdurend last met de winkeliers, die
geen Spaansche bankbiljetten van Portu-
geesche kunnen onderscheiden en zich ver
beelden dat ik een aandeeltje heb in de
Portugeesche bankbiljetten-affaire.
Ik kan mij nog goed den tijd herinneren
dat een wandeling over Haarlemsche daken
een genot was. Dat was een eeuw of drie
geleden, toen je niets anders zag dan mooie,
bruine trapgeveltjes, die zoo verduiveld goed
stonden in het bleèke Holandsche licht.
Tegenwoordig wordt je uitzicht belemmerd
door enorme modemagazijnen als Vroom
en Dreesman. de Faam en Brenninkmeyer,
en onwillekeurig vraag je je af' of het de
bedoeling is, dat de menschen kleeren moe
ten hebben of dat er kleeren gemaakt wor
den om menschen in te stoppen. Ook de
moderne leibedekking is een ware crine,
het paard (Slibbert telkens naar beneden en
Winkeliers die geen Spaansche bank
biljetten van Portugeesche kunnen onder
scheiden.
als ik minder taai was geweest, had ik
meerdere ontvellingen opgeloopen.
Morgenavond zal ik de officiëele personen
van Haarlem moeien bedenken. Ik hoop er
zonder kleerscheuren af te komen.
Vrijdag 3 Dec.
Het werd mij zeer gemakkelijk gemaakt
vandaag, daar alle officiëele lichamen, die
ik hebben moest, in de raadszaal vereenigd
waren.
Het eerst van al sprak de burgemeester
de rede uit, die zelfs zijn rede bij de be
grootingen in de schaduw stelde.
Na hiervoor bedankt te hebben, richtte
ik het woord tot het college van Burge
meester en Wethouders. Er was veel goeds
van hen te vertellen en ik behoefde er hen
slechts opmerkzaam op te maken, dat het
niet aangaat op één avond een raadszitting
te houden, daarna naar de Alliance Fran^aise
te gaan en tot besluit van den avond net
zoolang bij Brinkmann te blijven zitten tot
de kellners je wegjagen. Een raadslid hoort
na afloop der vergadering bij zijn vrouw
thuis!
Juffrouw v. Vliet hield zich voortdurend
een beetje achteraf. Ze scheen het zaakje
niet erg te vertrouwen en haar beginselen
in aanmerking genomen, kan je het haar
niet euvel duiden, dat ze niet in Sinterklaas
wilde gelooven.
Toch moest ik haar bewonderen om haar
bescheidenheid, die al hare andere deug
den en dat zijn er vele overtreft, zoo
dat ik meende haar te moeten bedenken
rr et een waschhuis.
Ook met den heer Reinalda wist ik eerst
geen raad, daar ik uit ervaring weet, dat
een socialistisch wethouder niet gauw tevre
den is te stellen. Zwarte Piet hielp mij ech
ter uit de verlegenheid door 'n stelle'je
autobussen voor den dag te halen. De heer
Reinalda klapte uitgelaten in de handjes en
dien avond hebben we geen kik meer van
hem gehoord. Volgens menschen. die het
weten kunnen, wil dat heel wat zeggen,
want hij heeft nog nooit zóó lang zijn mond
kunnen houden.
Temidden der dichte menigte, die zich de
officiëele personen der gemeente wanen,
t'of ik ook aan den heer Gerharz, die ik
aleens op een van mijn reizen in Ned.-Indië
ontmoette. Ik heb herr een Rijks- en Pro
vinciaal-subsidie beloofd voor de H. O. V
Voor den Haarlemschen winkelstand had
ik een gouden-regen meegebracht. Het is
echter te betwijfelen of ze daarmee tevre
den zijn.
Ondanks de zware vraeht begiftigde ik
de Vereeniging v. Bloembollencultuur met 'n
eigen gebouw, dat door den heer Krelage
met diverse buigingen aanvaard werd en
den heer Vening Meinesz met een nieuwe
griffie.
Nog zelden zag ik zulke blijde gezichten
als toen ik de crediteuren der Hollandsche
Handelsbank een volledige afrekening voor
spelde en de Haarlenfsche burgerij lagere
belastingen en humaner ambtenaren.
Nadat ik de politie van een irild gemoed
had voorzien, de ijsbaan ijs en de R. K.
Reisvereeniging lenteweer had beloofd, ben
ik naar Schoten gegaan, waar mijn aanwe
zigheid dringend noodig was.
In verscheidene huizen werd mij namelijk
door de kinderen verzocht de onderwij
zers van school A. in den zak tc stoppen,
omdat ze op Koninginnedag de kinderen niet
hadden willen ve-gezellen.
Wegens plaatsgebrek heb ik mij alleen
tevreden moeten stelÜn met den heer van
Leeuwen in den zak te stoppen, temeer
omdat deze erg ondeugend was tegen mijn
heer Heerkens Thijssen.
Zaterdag 4 Dec.
Hierna ben ik weer gegaan naar hen,
voor wie ik feitelijk gekomen ben, de kin
deren, die trinder veeleischend zijn dan
groote menschen en meer verdienen, voor
wie ik een reëel sprookje ben, een wezen
lijke gestalte uit hun rijke sprookjes-ver
beelding.
Want al mismaakten de grooten mij tot
een boeman of tot een onuitstaanbaar mon
ster, dat alleen kon sympathiseeren met
hopelooze stiekemers, die nooit ondeugend
waren, toch zijn ze van mij blijven houden,
zien ze met van verwachting schit'erende
oogen mijn gestalte van rood fluweel en
witte watten tegemoet.
Zij houden nog geen rekening met mijn
monstrueuze alomtegenwoordigheid in café's,
kattenkroegen en cabarets, die ik tegen
woordig schijn te frequenteeren, met de
fantastische bullen, waarmae men mij pleegt
te omhullen in de wezenlijke veronderstel
ling een bisschopsgestalte te scheppen uit
oude vitrage, ripsfluweel en bo-dpapier, dat
m. i. minder edel materiaal is, dan dat wat
O. L. Heer gebruikte om een mensck te
scheppen.
De heer Reinalda was den koning te rijk.
Tot de kinderen dringt nog niet door de
Afschuwelijke inconsequentie van einde-
looze goedheid en rammelende ketenen, van
onuitputtelijke milddadigheid en booze boe
geluiden uit de richting van den, schoor
steen. 4
Hoogstens vinden ze mij op dat oogenblik
sympathieker, dan de krijschende mama,
die mij elke vijf minuten exploiteert om een
gezag te handhaven, dat ze door eigen
ichuld verloreri heelt.
Leveranciers van St. N'colaas,
ZONDAG 5 DECEMBER.
ILVERSUM, 1050 M. 8.30—9.15
V.P.R.O., uitzending rit het Gebouw v.
d. N. P. Bond te Hilversum. Spreker
Ds. M. C. van Wijhe, Ned. Herv. Pred
te Amersfoort, over De zaligheid van
het geven. 11.00 v.m. kerkdienst in de
Nieuwe Zuiderkerk te 's-Graven ha ge.
Voorganger Dr. K. Dijk, Geref. Predi
kant. 1 Votum en 7eg'ngroet2. Ps.
8 5 3. Lezen v. d. Wet des Heeren,
daarna Ps. 79 4 4. Lezing van Haggai
2 16 5. Gebed 6. Tekst Haggai
2 7—10 7. Ps. 98 2 en 3 8. le ged.
preek 9. Ps. 69 14 10. 2e ged. preek
11. Dankzegging 12. Ps. 72 2—11 13.
Zegen. 1.152.30 Concert door het
Hawaiian-kwartet. 2.30 Concert door
de Amsterdamsche orkestver., o.l. v.Fr. v.
Diepenbreek, in Arti - te Amsterdam.
4.50 Uitzending van dc t dienst in de Ned.
Herv. Kerk te Veenendaal. Voorganger
Ds. M. Jongebreur, Herv. Pred. te Veenen
daal. 1. Orgelspel 2. Votum en zegen 3.
Zingen Ps. 36 2 4,'Lezen 12 Geloofs
artikelen en Jesaja 11 110 5. Gebed
6. Zingen Ps. 43 2 en 5 7. Inleiding
8. Tekst Jesaja 11 110b 9. Verdeeling:
De rust van Christus heerlijk. Temidden
van de onrust des levens, der zonde, der
smart en des doods; 10. le eed. preek 11
ZingenPs. 103 2 en 6 12. 2e ged.
preek 13. Dankzegging 14. Zingen
Ps. 42 3 15. Zegen 16. Orgelspel.
8.00 Sportuitslagen en persber. 8.10
St. Nicolaasprogramma. Het H. D. O.-
orkest en met medew. van de staf van het
station.
DAVENTRY, 1600 M. 3.50—5.35 Popu
laire klassieken. Het symphonie-orkest
en A. Moxon, sopraan. L. England, piano.
5.35 „The Lotos-eaters", koorzang met
sopraan-solo en orkest, door A. Lord
Tennyson. 6.056.20 Causerie The
diamond jubilee of Mary Jones. 8.20
Dienst in de kerk van „Our Lady of Vic
tories". Kensington, orgelspel, preek en
zang. 9.15 "CauserieThe Queen's
hospital for children. 9.20 Weert er.
nieuws. 9.3510.50 Concert door het
orkest van Emilio Colombo, G. Jones,
bariton, M. Thomas, sopraan.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M.
1.052.10 Orkestconcert. 5.05-5.55
Concert door de Radio Jazz Syrrphonie.
8.5010.30 Concert door het orkest
Radio-Paris en solisten.
KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1300 M. en
BERLIJN 484 en 566 M. 8.20 Morgen
concert. Dominicus-kerkkoor en solisten.
10.50 Militaire muziek. 11.40 Max
en Paul, humoristen. 12.30 Concert,
Rorkest en sopraan. 3.50 Concert (piano
cello). 7.50 Wiener-avond, orkest en
solisten (sopraan-tenor).
MüNSTER, 241.9 M. 8.20—9.20 Orkest
concert. 10.3511.20 Sprookjes ver
tellen. 11.2012.20 Gedichten van J.
Winckler. 3.204.20 Vocaalconcert
Mannenzangver. 4.20 Handel-feest.
Koor, orkest en solisten (800 medewer
kenden). -v- 6.357.20 Grünwald-strijk-
ensemble. 7.208.05 „Die Welt, in
der man sich belugt", klucht. 8.20—
B[8.50 Ruhrland-avond. 8.1011.00
Kil Wielerwedstrijd, dansmuziek.
HAMBURG, 394.7 M. 8.35 Morgen
concert. Orkest en C. Bosz, sopraan.
7.30 Oud-Weenen, concert door orkest
en Lotte Schone, zang. Werken van
Strauss. Daarna dansmuziek.
BRUSSEL, 508.5 M. en ANTWERPEN
266 M. 3.20 De radio-courant. 3.50
5.20 Orkestconcert. 9.5010.50 Orkest
concert.
MAANDAG 6 DECEMBER.
HILVERSUM, 1050 M. 12.00 Politieber.
3.304.00 Vrouwen halfuurtje door Mevr.
Rhémonda; 5.006.00 Kinderuurtje door
Mevr. Ant. v. Dijk; 6.006.45 Concert
door het H.D.O.-orkest. De Wiener-wals
van Lanner-Lehar (O. Strauss-Fall-Le-
har); 6.457.15 Tuinbouwpraatje door
den heer J. Ch. F. Dix. Onderwerp:
Nadere bespreking van de behandeling
der bloembollen in glazen, potten en in den
tuin; 7.157.45 Engelsche les voor be
ginners; 7.45 Politieber.; 10.00 Persber.;
8.10 Concert door het Utrechtsch Stedelijk
Orkest, o.l.v. Evert Cornelis. Voor de
pauze Werken van Wagner. Na de pauze:
7e Symphonie van Beethoven. Na afloop
dansmuziek door de Radio-dance orchestre.
DAVENTRY, 1600 M. 11.20—1.20
Concert door het Daventry-kwartet en
solisten (bariton, cello, humorist-duettis-
ten); 1.202.20 Orgelconcert; 3.20 Le
zing: The eel and the pike; 4.20 Dans
muziek door de R.A.C.-band; 4.35 Lezing:
Makers of modern Europe, Bismarck;
4.50 Dansmuziek door het R.A.C.-band;
5.35 Kinderuurtje; 6.20 Concert van het
Rialto-theater; 7.00 Lezing: The possi
bilities of inter-stellar communication;
7.20 Tijdsein Big Ben, weerber., nieuws;
7.50 Orkestmuziek; 8.05 „What is Hap
pening?"; 8.35 Vier Indianenliedjes door
D. Johnston, mezzo-sopraan; 8.50 „The
Piper" lyrisch drama in 1 acte van H.
Ferrers; 9.50 Lezing: „The general practi
tioner; 10.05 Keyboard-muziek, uit de
17e en 18e eeuw. Mrs. O'Neill, piano;
10.20 Tijdsein, weerber., nieuws; 10.35
Een kijkje in het Oosten.; 11.0511.20
Peggy O'Neil 11.2012.20 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS," 1750 M.
12.502.10 Concert door het orkest
Gayina; 5.055.55 Literaire matinée.
Strijktrio en declamaties; 9.0510.20
Concert L'Humoriste, Betove, La belle
Hélène, operette van Offenbach.
KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1300 M.
1.507.20 Lezingen en lessen; 7.20 uit
zending van 't program v. Hamburg.
MüNSTER, 241.9 M. 10 50—11.50 Or
kestconcert; 12.501.50 Werken van
Grieg; 3.203.50 Lezing; 3.504.50 Ka
mermuziek; 4.506.20. 6.407.00, 7.00
7.20 Lezingen; 7.208.50 Gramofoon-
opnamen van vreemde volken; 8.509.50
Volksconcert.
HAMBURG, 394.7 M. 11.50—1.20
Orkestconcert; 1.252.05 Kamermuziek;
3.354.20 Fluitconcert; 4.205.15 Noor-
sche dansmuziek; 5.205.50 Orkest
concert; 7.5010.20 De Barbier van Se-
villa, opera in 2 acten van Rossini.
BRUSSEL, 508.5 M. en ANTWERPEN,
266 M. 8.20 De radio-courant; 8.50
10.05 Orkestconcert; 10.0510.50 Gra-
mafoonmuziek.
Jaartallen.
1887.
Het is winter en ongeveer drie uur in
de nacht.
Ergens in 'n doodgewoon kamertje van
*n doodgewoon huisje zit 'n moeder bij 'n
bedje.
Die moeder is weduwe en zorgt voor vier
kinderen.
Drie ervan slapen rustig.
Nummer vier is gevaarlijk ziek.
De moeder waakt en bidt
En zit te rillen in 'n oude mantel....
want stoken in de nacht kost extra
Haar angst-oogen zijn gericht op het
zwaar hijgende ventje van 'n jaar of drie,
wiens akelig zagende ademhaling haar door
liet hoofd priemt
't Half-bewustelooze jochie kreunt om
water en begint wartaal te praten.... de
koorts komt weer heviger opzetten
De moeder laat hem drinken.... verkoelt
z'n hoofdje en schikt het kussen waf ge
makkelijker.
De vrouw vreest het ergste
Jantje is de zwakste van de vier....
altijd zoo'n min ventje geweest 'n Paar jaar
geleden heefl de dokter haar al voorspeld,
dat h"t 'n kasbloempje zou worden.
Stil bidt de moeder: „God mij" God, laat
me hem toch houden.... ik heb hem liever
m n heele leven ziek en zwak, dan dat ik
hem nu moet missen."
Ze schreit.en "n uur achtereen blijft
ze met saamgeknepen handen de hemel
geweld aandoen
- Als n torenklok zes uur slaat en de eer
ste straatgeruchten zwak tot het kamertje
doordringen.... fjt daar nog de moeder....
doodop.zelf ziek van 't zwoegen en
waken.... t is de vijfde nacht.
Het is winter en ongeveer vier uur in dc
nacht
Ergens in n doodgewoon kamertje van 'n
doodgewoon huisje zit 'n moeder aan de
naaimachine.
In driftige zenuw-haast werkt ze aan de
japon, die afgeleverd moet worden.
De machine snort in razende vaart.
'n Enkele maal staakt de vrouw naar ar
beid en drukt met pijnlijk vertrokken ge
laat de handen tegen de lendenen.
Dan gaat ze weer voort in iachtenge
spoed
Di: japon moet af. er moet wee geld
zijn er is baast altijd te k ïrt
Eindelijk bekijkt ze met n di :pe zucht
tie' gereed gekomen kleedingstuk en hangt
hi t over n stoel
Terwijl de strijkbouten heet staan wor
den grijpt ze kousen en kleeren van de
kinderjaren.... er moe: gestopt en versteld
worden En dan wil ze straks het wollen
borstrokje van Jantje nog afbreien Ze moet
zoo oppassen voor 'f kereltje.... hij is na
z'n ziekte nog veel vatbaarder geworden.
Als 'n torenklok zes uur sloat en de
eerste straatgeruchten tot het kamertje
doordringen.... dan zet de moeder-weduwe
Zich in de leunsoel, om te trachten het
afgematte lijf 'n paar uur rust te geven.
l898.
Nog steeds het doodgewone kamertje
in het doodgewone huisje.
Wel is er hier en daar wat veranderd,
vernieuwd.... maar 't is alles toch heel
sobertjes en goedkoop.
't Is elf uur in de avond en de moeder
zit met een bedrukt gezicht te peinzen.
Ze begon al zoo aardig door de ergste
zorg heen te rakenCato winkel
juffrouw, Wim op kantoor en Guus in 't
smidsvakdie bracht ook al wat in.
Ze moest er nog wel bij naaien, maar dat
geploeter tot diep in de nacht was ge
lukkig voorbij.
En nou had Jan, die eerstdaags de school
zou verlaten, haar vanmiddag gevraagd of
ie door mocht leeren.... naar de handels
school mocht. Z'n onderwijzer had te
naastebij de onkosten voor 't eerste jaar
opgeschreven.... en met dat lijstje zafde
moeder nu vóór zich
t Kon niet.... waarachtig 't kon niet....
En tochmocht ze 't weigeren?
n Stevige handarbeider zou Jan toch nooit
worden.. daar was z'n gestel niet naar..
en hij leerde goedhij was een van de
eersten van z'n klas Wie weet wat voor
mooie toekomst ze hem kon bezorgen door
hem z'n zin te geven
Toen de moeder naar bed ging had ze
haar besluit genomen
Ze zou er wee> de halve nachten bij
nemen.... net als vroeger, toen de kinde
ren nog klein waren.
Ze begreep wel. dat t baar nu nog
zwaarder zou vallen.... ze was zoo jong
niet meer. maar 't moest..,, 't was
voor baar kind....
1903.
De moeder zit aan 't raam en tuurt naar
builen.
Ze doet zenuwachtig.... loopt 'n eindje
de kamer in, zonder te weten wat ze moet
aanpakken.... gaat weer terug naar 't
raam.tuurt weer ingespannen verwach
ting langs de gevels zoo ver ze maar kan
kijken.... slaat 'n kruis.... grabbelt weer
naar haar rozenkrans.. huilt en lacht....
prevelt en doet alles en niets om rustig te
blijven
Dan ineens 'n schok.'n blijde flikke
ring in haar oogen en ze vliegt naar de
straatdeur, die ze open rukt,
Daar staat Jan in zwijgende jubel,
„Geslaagd, moeder! Geslaagd!"
Ze trekt hem de gang in, grijpt hem heel
stijf vast, zoent hem drie, vier maal
„Gefeliciteerd, jongengefeliciteerd,
hoor!"
n Uur later komen de anderen thuis en
heel het huis is in feestglans
Pas om 'n uur of half een gaat de familie
naar bed.
Moeder is de laatste.... dat is altijd zoo
geweest,
Ze is moe en moet 'n poosje steunen....
n krampachtige hoestbui overvalt haar en
t duurt 'n heele poos, eer ze weer 'n
beetje gewoon op adem komt.
Nu voelt de moeder, dat ze weer 'n brok
van haar leven heeft gegeven voor wat
vandaag is gebeurd.
1923.
In de huiskamer van Wim zitten drie
echtparen in beraadslaging.
Het moesten er eigenlijk vier zijn....
maar Jan, die procuratiehouder is aan 'n
groote industrieele onderneming, heeft
bericht gestuurd, dat ie verhinderd was,
wegens uitsledigheid. Hij legde zich echter
bij voorbaat neer schreef ie bij wat
er besloten zou worden.
De drie echtparen zijn het er spoedig
over eens, dat moeder geholpen moet wor
den. Ze kunnen het niet meer aanzien, dat
het mensch er nog dagelijks op uit trekt,
om voor zich zelf te zorgenen als ze
nu wéér protesteert, zullen ze 't haar eens
flink zeggen.... 't Wordt hoog tijd, dat
moeder n rustige oude dag begint te
kriigen.
Het wordt 'n eenvoudig rekensommetje.
De man van Cato, die 't tamelijk welletjes
i?.j oea' za' met' Jan drie vierde gedeelte
bijdragende rest is voor Wim en Guus
die t weer niet zoo breed hebben. Zoo
kan moeder in d'r eigen huisje blijven
wonen en hoeft niet meer door weer en
wjnd naar d'r naaihuizen. Ze spreken af hef
elkaar niet lastig te maken als een of ander
es te kampen heeft met ziekte of werkloos
heid. Dan geven de anderen wel wat meer
1924.
Jan zit in de huiskamer van z'n keurig
landhuisje.
In 't salonnetje zit z'n vrouw aan de piano
en speelt sonates
Er komt visite.
De visite bewondert het nieuwe Smyrna-
tapijt.
Het vrouwelijke visite-deel gaat bij Jan's
ega aan de piano zitten en voert met haar
'n muzikaal gesprekje.
Het mannelijke vistitedeel praat inet Jan
over zaken.... en bezuiniging.... De sala
rissen zijn niet meer dat.... Ook Jan is
verminderd.... hij heeft nu nog maar vijf
duizend gulden.... 't is zes geweest...
Er wordt 'n likeurtje geschonken.
1925.
Cato komt op straat Jan tegen.
Jan zit op 'n splinternieuwe fiets van
eerste klas merk.
Ze wenkt hein fe stoppen en ziet, dat hij
zulks met tegenzin doet.
„Moest je je nou eigenlijk niet dood
schamen, Jan.... in ruim 'n jaar heb je geen
cent bijgedragen voor moeder.... we zien
je op geen velden of wegen.... wat betee-
kent dat toch? Wil je liever, dat we je d'r
toe dwingen? Want waarachtig, 't kan zoo
niet langerwe verdragen 't niet, hoor!"
Ze krijgt geen gelegenheid om verder te
praten. Jan mompelt 'n paar half verstaan
bare zinnenspringt weer op z'n karretje
en bromt wegrijdend: „Je doet maar wat je
niet laten kan.... ik moet zelf óók vreten!"
Cato gaat rechtstreeks naar moeder en
vraagt haar toestemming, om 't voor de
kantonrechter te gooien. Moeder moet dat
volgens de wet zelf goed vinden.
De oude vrouw schudt droevig het hoofd.,
dan zegt ze beslist: „Nee, Cato.... nee.,
dan behelp ik me liever nog wat.... maar
t moet niet voor de kantonrechter.... Die
schande wil 'k Jan niet andoen....
1926,
De dag vóór St. Nicolaas-avond.
Moeder zit aantafel. Voor haar liggen 'n
paar guldens, kwartjes, dubbeltjes en centen.
Ze rekent op 'n reepje krant met 'a
stompie potlood.
Dan gaat ze met het geld de stad in.
En koopt cadeautjes voor de klein
kinderen.
Ook voor die van Jan,
G. N.