f w z FRANS MEIJER Aim is? S)T, Radio-Omroep <&s Uit het Spaansch door 1 ELCK WAT WILS TREKJES Derde Wad NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Zaterdag 4 December 1926 NICQU/^ No. 474. 18.89- DAGBOEK VAN SINT OLAAS Zaterdag, 27 Nov, Het is elf uur. Met welbehagen rust ik in den grooten iuien stoel, waa in reeds zoo vele mijner voorgangers hebben gerust, die nu al'";maal ter ziele zijn. Vóór n.ij brandt de groene schemerlamp en beschijnt ee kleine blokkalender ;inks en het boek, waarin staan opgeteekend ,de zoete en stoute kindereii. Ik voel mij alleen in deze groote zaal, weggedoken in de b-uine donkerte. Ik voel mij alleen in deze nieuv/e wereld van char leston, cocktail en radio. Eeuwen zijn er nu verloopen. Weldra vier ik mijn drie-, vier- of vijfhonderd-jarig bisschopsjubi leumik weet het zelf niet meer, want de eeuwen, die achter mij liggen, zijn ge weest als dagen. Wat is er veel veranderdmorgen ik mijn jaarlijksche reis ondernemen naar het koude Holland, maar hoe zal ik de kinderen moeten bereiken? De gezel lige, zwartgebrande schouwen met de glim mende blauwe tegels zijn curiositeiten ge worden en in plaats daarvan zijn de gas kacheltjes en electrische haa-den gekomen De daken zijn versperd door tallooze anten nes en ik zal mijn weg moeten banen met een nijptang. De nienschen zijn geworden als de dieren Ze dansen en eten, ze vliegen in de lucht als vogels, ze duiken onder water als de visschen en nu spannen ze al draden als de spinnen. Overal breek je je nek over de antennes, Hoe zal ik moeten reizen? Met den trein durf ik niet meer te gaan, dat is in Holland een levensgevaarlijke bezigheid, aan vliegmachines heb ik een broertje dood en de reis over zee duurt mij te lang. Het is een drukke dag geweest, 's Mor gens ziekenbezoek, 's middags afscheids receptie in de groote zaal van mijn paleis daarna biechthooren tot half tien en ten slotte een heftige woordenwisseling geh^d met Kee, de huishoudster, die zich zoo langzamerhand de gewoonte heeft aange wend om alle menschen van de deur te sturen. Ze zegt bezorgd te zijn voor mijn gezondheidstoestand, maar zeer waarschijn lijk ziet ze tegen het trappenloopen op. Binnenkort zal ik aan alle pastoors van mifn diocees een schrijven rondsturen waarin ik wijs op deze algemeen voorko mende fout bij pastoorsmeiden en hun aan dacht erop vestigen, dat een geweigerd bezoek bet nadeeligste gevolg kan hebben voor het zieleheil van den bezoeker. De afscheidsreceptie was tamelijk dun netjes vanmiddag. Onder de officiëele per sonen herkende ik den Hollandschen gezant en eenige commandeurs in de orde van St. Nicolaas. De gezant hield een mooie gloedvolle J)T N fC O tb AT. r^ie ol HfCK l£> S~T. NICOLAAS Alomtegenwoordigheid in café's, katle- kroegen en cabarets rede, doorspekt met de officiëele gemeen plaatsen, die men in de Hollandsche Tweede Kamer en den Haarlemschen ge meenteraad met ponden krijgt toebedeeld Sr riicoLAAS BELLEN Kee, de huishoudster van St. Nicolaas, „Het is mij een groot genoegen u bij uw vertrek naar mijn geliefde Holland, met eenige woorden te mogen toespreken. Met belangstelling ziet men aan het lage land bij de zee, uw komst tegemoet en het volk maakt zich op, U een waardige xntvangsl te bereiden. Er zijn geen woorden om tc zeggen, welke gevoelens mij bezielen bi, de gedachte aan hetgeen u, goede Sint, voo- ons volk gedaan hebt. Weldra zult u weer zien de stralende gezichtjes der kleinen, di uw komst zoolang ve-beidden. Wees zoc goed, dierbare St. Nicolaas, om mijn land van mij te groeten, als uwe schreden zicl richten naar die plaatsen waar men bet heil van het Nederlandsche volk denkt te be hartigen, wees zoo goed, om dan naar voren te brengen, wat op uw tong ligt en uw hart uit te storten over de menigte, die u met gejuich zal omringen." Zondag 28 Nov, Kwestie gehad met Zwarte Piet. De jongeman had vergeten de kalender op mijn schrijftafel af te scheuren, met be' gevolg, dat ik bijna vergeten was, dat ik vandaag naar Holland moest vertrekken Piet is een geschikte knul, maar ietwat eigenwijs. Dat is een specifiek Moorscbc eigenschap. Bovendien wou hij inij met eer uitvlucht aan boord komen, hetgeen ik hee- lemaal niet kan verdragen „Waarde heer," zei ik tegen hem, „op die manier geloof ik niet, dat ik je hou." Toen ik dat gezegd had, begon hij een beetje in te binden er deed zijn best op een ander chapiter te korren. „Sint-Nicolaas," zei hij, „uw schoe nen moeten naar den schoenmaker. Er moe ten een paar halve zolen en achterlappen op. Ik zag natuurlijk op tegen de kosten maar voelde er ook niet veel voor om in Holland met kapotte schoenen door de sneeuw te baggeren. Ik heb in Holland wel nooit sneeuw meegemaakt, maar op d< plaatjes sta ik er altijd tot aan mijn elle bogen in. Aan den steiger te Alicante, waar ik scheep ging, trof ik Primo de Riveira aan, die mij een en ander te vragen had. Ik was diep getroffen door zijn kinderlijk „Sinter- klaaskapoentje", zoodat ik niet kon nalaten den goeden jongen een worst van marsepein toe te werpen, waarmee hij dol gelukkig naar huis snelde om de worst aan zijn moe der te laten zien. Het schip, waarop ik mij bevindt, heet? een oorlogsschip en, is van Nederlandschó nationaliteit Ik hoop niet dat er wind komt opzetten, want dan vrees ik het ergste. Het zou al heel erg tra^sch zijn als ik nu aan mijn eind kwam. Piet heeft een beetje last van de zee ziekte en voedert de vischjes met spinazie uit de bus. Maandag 29 Nov. In de Golf van Biskaye. Het spookt hier reusachtig en de rum is al op. 't Heb een reuzetoer om te schrij ven en nr'n mijter recht op mijn hoofd f- hóuden. Als ik in Holland ben, moet ik oogenblikkelijk een nieuwe baard hebben, want het blijkt dat ze mij in Alicante heb ben afgezet; want déze baard is heelemaa niet waterdicht. Als ik in Holland aankom, heb ik stellig zeebeenen. Of ik mij daarmee nog op de daken zal wagen, zal te bezien zijn. Dinsdag 30 Nov. Mft het personeel aan boord kan ik bes' opschieten, en het is alleen jammer, dat ik hen niet meer zoo goed versta aio vroeger Er zijn in de Hollandsche taal bliikbaa' verschillende woorden bijgekomen, die ik vroeger niet g"hoord heb, o.a gijn atte n0'e. .7" ?en pietsie deinzen, enz. Gelukki-' beschik ik over een goed aanpassingsver mogen. zoodat ik rrii die verschillende uit drukkingen gauw genoeg aangewend zal hebben. Alle matrozen hebben vannacht een chocoladesigaar in hun schoen gevonden. De jongens waren den koning te rijk en lie pen vanmorgen allemaal met chocoiade- snuiten rond. Het is' een heerlijke gedachte als je de menschen zoo blij hebt gemaakt. Vanmiddag brachten de matrozen mij een ovatie en zongen een spontaan „Zie de maan schijnt door de boomen", hetgeen hier op de open zee wel wat eigenaardig aandeed, vanwege de totale afwezigheid van boomen. Woensdag 1 Dec. Eindelijk in Holland aangekomen. Mijn leven gewaagd in den trein, die mij van Hoek van Holland naar den Haag bracht, waar ik wegens het oude gebruik, eerst een bezoek bracht aan de Tweede Kamer. In tegenstelling met de gewoonte was er niemand om mij te ontvangen en reeds vóór de deur hoorde ik een eigenaardig snor kend geluid. Op mijn herhaald geklop, schuifelde er een oude portier in livrei over de blauw- steenen tegels naar de deur. De goede man viel bijna om van verbazing, toen hij zag, dat hij met Sint Nicolaas te doen had. Nu heb ik de ongelukkige gewoonte nogal eens te brommen met mijn stem, ter wijl Zwarte Piet met de ketens rammelde. De goede man, die natuurlijk niet weet hoe ie een bisschop moet ontvangen je hebt weinig katholieke ambtenaren in Nedcr- 'and legde zijn verroeste wijsvinger op le lippen en fluisterde: „Ssst!" „Waa-om „Ssst?" vroeg ik verbaasd. „De heeren rusten uit van de tractaat- kwestie tusschen Holland en België, Na het aannemen van "i tractaat heeft meneer Kar nebeek getracteerd en nu slapen de heeren il weer een paar weken." „Neem me niet kwalijk, goede vriend," Zwarte Piet in smoking bij de oiiicieele receptie ten Stadhuize, heb ik toen gezegd, „ik wil de heeren niet storen. Laat ik maar eens verderop gaan kijken.... Bovendien, ik heb toch nooit raad geweten met dat stelletje, gewoonlijk waren ze te zoet voor de roe en te stout voor marsepein. Donderdag 2 Dec. Eindelijk in Haarlem, Den heelen dag naar een geschikt paard sezocht, maar nergens kunnen vinden. De gemeente-reiniging had geen paarden ter beschikking en ten slotte ben ik beland bij een paardenslager op de Botermarkt, die mij aanraadde om eens te vragen naar oude letje van den brandweer. Daar ben ik eindelijk klaar gekomen. Op de daken is het mij niet erg meege- vallen.Overal breek je je nek over antennes en als je de nijptang geb-uikt om die din gen door te knippen, dan puilen er uit alle daken menschen, die het woord „eerbied" alleen maar uit woordenboeken kennen. Er zijn zelfs menschen, die niet eens meer weten waar ik vandaan kom en toen ik hen per ongeluk in het Spaansch aansprak, dachten ze dat ik een reiziger was in een nieuw merk siga-en. In de winkels krijg ik voortdurend last met de winkeliers, die geen Spaansche bankbiljetten van Portu- geesche kunnen onderscheiden en zich ver beelden dat ik een aandeeltje heb in de Portugeesche bankbiljetten-affaire. Ik kan mij nog goed den tijd herinneren dat een wandeling over Haarlemsche daken een genot was. Dat was een eeuw of drie geleden, toen je niets anders zag dan mooie, bruine trapgeveltjes, die zoo verduiveld goed stonden in het bleèke Holandsche licht. Tegenwoordig wordt je uitzicht belemmerd door enorme modemagazijnen als Vroom en Dreesman. de Faam en Brenninkmeyer, en onwillekeurig vraag je je af' of het de bedoeling is, dat de menschen kleeren moe ten hebben of dat er kleeren gemaakt wor den om menschen in te stoppen. Ook de moderne leibedekking is een ware crine, het paard (Slibbert telkens naar beneden en Winkeliers die geen Spaansche bank biljetten van Portugeesche kunnen onder scheiden. als ik minder taai was geweest, had ik meerdere ontvellingen opgeloopen. Morgenavond zal ik de officiëele personen van Haarlem moeien bedenken. Ik hoop er zonder kleerscheuren af te komen. Vrijdag 3 Dec. Het werd mij zeer gemakkelijk gemaakt vandaag, daar alle officiëele lichamen, die ik hebben moest, in de raadszaal vereenigd waren. Het eerst van al sprak de burgemeester de rede uit, die zelfs zijn rede bij de be grootingen in de schaduw stelde. Na hiervoor bedankt te hebben, richtte ik het woord tot het college van Burge meester en Wethouders. Er was veel goeds van hen te vertellen en ik behoefde er hen slechts opmerkzaam op te maken, dat het niet aangaat op één avond een raadszitting te houden, daarna naar de Alliance Fran^aise te gaan en tot besluit van den avond net zoolang bij Brinkmann te blijven zitten tot de kellners je wegjagen. Een raadslid hoort na afloop der vergadering bij zijn vrouw thuis! Juffrouw v. Vliet hield zich voortdurend een beetje achteraf. Ze scheen het zaakje niet erg te vertrouwen en haar beginselen in aanmerking genomen, kan je het haar niet euvel duiden, dat ze niet in Sinterklaas wilde gelooven. Toch moest ik haar bewonderen om haar bescheidenheid, die al hare andere deug den en dat zijn er vele overtreft, zoo dat ik meende haar te moeten bedenken rr et een waschhuis. Ook met den heer Reinalda wist ik eerst geen raad, daar ik uit ervaring weet, dat een socialistisch wethouder niet gauw tevre den is te stellen. Zwarte Piet hielp mij ech ter uit de verlegenheid door 'n stelle'je autobussen voor den dag te halen. De heer Reinalda klapte uitgelaten in de handjes en dien avond hebben we geen kik meer van hem gehoord. Volgens menschen. die het weten kunnen, wil dat heel wat zeggen, want hij heeft nog nooit zóó lang zijn mond kunnen houden. Temidden der dichte menigte, die zich de officiëele personen der gemeente wanen, t'of ik ook aan den heer Gerharz, die ik aleens op een van mijn reizen in Ned.-Indië ontmoette. Ik heb herr een Rijks- en Pro vinciaal-subsidie beloofd voor de H. O. V Voor den Haarlemschen winkelstand had ik een gouden-regen meegebracht. Het is echter te betwijfelen of ze daarmee tevre den zijn. Ondanks de zware vraeht begiftigde ik de Vereeniging v. Bloembollencultuur met 'n eigen gebouw, dat door den heer Krelage met diverse buigingen aanvaard werd en den heer Vening Meinesz met een nieuwe griffie. Nog zelden zag ik zulke blijde gezichten als toen ik de crediteuren der Hollandsche Handelsbank een volledige afrekening voor spelde en de Haarlenfsche burgerij lagere belastingen en humaner ambtenaren. Nadat ik de politie van een irild gemoed had voorzien, de ijsbaan ijs en de R. K. Reisvereeniging lenteweer had beloofd, ben ik naar Schoten gegaan, waar mijn aanwe zigheid dringend noodig was. In verscheidene huizen werd mij namelijk door de kinderen verzocht de onderwij zers van school A. in den zak tc stoppen, omdat ze op Koninginnedag de kinderen niet hadden willen ve-gezellen. Wegens plaatsgebrek heb ik mij alleen tevreden moeten stelÜn met den heer van Leeuwen in den zak te stoppen, temeer omdat deze erg ondeugend was tegen mijn heer Heerkens Thijssen. Zaterdag 4 Dec. Hierna ben ik weer gegaan naar hen, voor wie ik feitelijk gekomen ben, de kin deren, die trinder veeleischend zijn dan groote menschen en meer verdienen, voor wie ik een reëel sprookje ben, een wezen lijke gestalte uit hun rijke sprookjes-ver beelding. Want al mismaakten de grooten mij tot een boeman of tot een onuitstaanbaar mon ster, dat alleen kon sympathiseeren met hopelooze stiekemers, die nooit ondeugend waren, toch zijn ze van mij blijven houden, zien ze met van verwachting schit'erende oogen mijn gestalte van rood fluweel en witte watten tegemoet. Zij houden nog geen rekening met mijn monstrueuze alomtegenwoordigheid in café's, kattenkroegen en cabarets, die ik tegen woordig schijn te frequenteeren, met de fantastische bullen, waarmae men mij pleegt te omhullen in de wezenlijke veronderstel ling een bisschopsgestalte te scheppen uit oude vitrage, ripsfluweel en bo-dpapier, dat m. i. minder edel materiaal is, dan dat wat O. L. Heer gebruikte om een mensck te scheppen. De heer Reinalda was den koning te rijk. Tot de kinderen dringt nog niet door de Afschuwelijke inconsequentie van einde- looze goedheid en rammelende ketenen, van onuitputtelijke milddadigheid en booze boe geluiden uit de richting van den, schoor steen. 4 Hoogstens vinden ze mij op dat oogenblik sympathieker, dan de krijschende mama, die mij elke vijf minuten exploiteert om een gezag te handhaven, dat ze door eigen ichuld verloreri heelt. Leveranciers van St. N'colaas, ZONDAG 5 DECEMBER. ILVERSUM, 1050 M. 8.30—9.15 V.P.R.O., uitzending rit het Gebouw v. d. N. P. Bond te Hilversum. Spreker Ds. M. C. van Wijhe, Ned. Herv. Pred te Amersfoort, over De zaligheid van het geven. 11.00 v.m. kerkdienst in de Nieuwe Zuiderkerk te 's-Graven ha ge. Voorganger Dr. K. Dijk, Geref. Predi kant. 1 Votum en 7eg'ngroet2. Ps. 8 5 3. Lezen v. d. Wet des Heeren, daarna Ps. 79 4 4. Lezing van Haggai 2 16 5. Gebed 6. Tekst Haggai 2 7—10 7. Ps. 98 2 en 3 8. le ged. preek 9. Ps. 69 14 10. 2e ged. preek 11. Dankzegging 12. Ps. 72 2—11 13. Zegen. 1.152.30 Concert door het Hawaiian-kwartet. 2.30 Concert door de Amsterdamsche orkestver., o.l. v.Fr. v. Diepenbreek, in Arti - te Amsterdam. 4.50 Uitzending van dc t dienst in de Ned. Herv. Kerk te Veenendaal. Voorganger Ds. M. Jongebreur, Herv. Pred. te Veenen daal. 1. Orgelspel 2. Votum en zegen 3. Zingen Ps. 36 2 4,'Lezen 12 Geloofs artikelen en Jesaja 11 110 5. Gebed 6. Zingen Ps. 43 2 en 5 7. Inleiding 8. Tekst Jesaja 11 110b 9. Verdeeling: De rust van Christus heerlijk. Temidden van de onrust des levens, der zonde, der smart en des doods; 10. le eed. preek 11 ZingenPs. 103 2 en 6 12. 2e ged. preek 13. Dankzegging 14. Zingen Ps. 42 3 15. Zegen 16. Orgelspel. 8.00 Sportuitslagen en persber. 8.10 St. Nicolaasprogramma. Het H. D. O.- orkest en met medew. van de staf van het station. DAVENTRY, 1600 M. 3.50—5.35 Popu laire klassieken. Het symphonie-orkest en A. Moxon, sopraan. L. England, piano. 5.35 „The Lotos-eaters", koorzang met sopraan-solo en orkest, door A. Lord Tennyson. 6.056.20 Causerie The diamond jubilee of Mary Jones. 8.20 Dienst in de kerk van „Our Lady of Vic tories". Kensington, orgelspel, preek en zang. 9.15 "CauserieThe Queen's hospital for children. 9.20 Weert er. nieuws. 9.3510.50 Concert door het orkest van Emilio Colombo, G. Jones, bariton, M. Thomas, sopraan. PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M. 1.052.10 Orkestconcert. 5.05-5.55 Concert door de Radio Jazz Syrrphonie. 8.5010.30 Concert door het orkest Radio-Paris en solisten. KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1300 M. en BERLIJN 484 en 566 M. 8.20 Morgen concert. Dominicus-kerkkoor en solisten. 10.50 Militaire muziek. 11.40 Max en Paul, humoristen. 12.30 Concert, Rorkest en sopraan. 3.50 Concert (piano cello). 7.50 Wiener-avond, orkest en solisten (sopraan-tenor). MüNSTER, 241.9 M. 8.20—9.20 Orkest concert. 10.3511.20 Sprookjes ver tellen. 11.2012.20 Gedichten van J. Winckler. 3.204.20 Vocaalconcert Mannenzangver. 4.20 Handel-feest. Koor, orkest en solisten (800 medewer kenden). -v- 6.357.20 Grünwald-strijk- ensemble. 7.208.05 „Die Welt, in der man sich belugt", klucht. 8.20— B[8.50 Ruhrland-avond. 8.1011.00 Kil Wielerwedstrijd, dansmuziek. HAMBURG, 394.7 M. 8.35 Morgen concert. Orkest en C. Bosz, sopraan. 7.30 Oud-Weenen, concert door orkest en Lotte Schone, zang. Werken van Strauss. Daarna dansmuziek. BRUSSEL, 508.5 M. en ANTWERPEN 266 M. 3.20 De radio-courant. 3.50 5.20 Orkestconcert. 9.5010.50 Orkest concert. MAANDAG 6 DECEMBER. HILVERSUM, 1050 M. 12.00 Politieber. 3.304.00 Vrouwen halfuurtje door Mevr. Rhémonda; 5.006.00 Kinderuurtje door Mevr. Ant. v. Dijk; 6.006.45 Concert door het H.D.O.-orkest. De Wiener-wals van Lanner-Lehar (O. Strauss-Fall-Le- har); 6.457.15 Tuinbouwpraatje door den heer J. Ch. F. Dix. Onderwerp: Nadere bespreking van de behandeling der bloembollen in glazen, potten en in den tuin; 7.157.45 Engelsche les voor be ginners; 7.45 Politieber.; 10.00 Persber.; 8.10 Concert door het Utrechtsch Stedelijk Orkest, o.l.v. Evert Cornelis. Voor de pauze Werken van Wagner. Na de pauze: 7e Symphonie van Beethoven. Na afloop dansmuziek door de Radio-dance orchestre. DAVENTRY, 1600 M. 11.20—1.20 Concert door het Daventry-kwartet en solisten (bariton, cello, humorist-duettis- ten); 1.202.20 Orgelconcert; 3.20 Le zing: The eel and the pike; 4.20 Dans muziek door de R.A.C.-band; 4.35 Lezing: Makers of modern Europe, Bismarck; 4.50 Dansmuziek door het R.A.C.-band; 5.35 Kinderuurtje; 6.20 Concert van het Rialto-theater; 7.00 Lezing: The possi bilities of inter-stellar communication; 7.20 Tijdsein Big Ben, weerber., nieuws; 7.50 Orkestmuziek; 8.05 „What is Hap pening?"; 8.35 Vier Indianenliedjes door D. Johnston, mezzo-sopraan; 8.50 „The Piper" lyrisch drama in 1 acte van H. Ferrers; 9.50 Lezing: „The general practi tioner; 10.05 Keyboard-muziek, uit de 17e en 18e eeuw. Mrs. O'Neill, piano; 10.20 Tijdsein, weerber., nieuws; 10.35 Een kijkje in het Oosten.; 11.0511.20 Peggy O'Neil 11.2012.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS," 1750 M. 12.502.10 Concert door het orkest Gayina; 5.055.55 Literaire matinée. Strijktrio en declamaties; 9.0510.20 Concert L'Humoriste, Betove, La belle Hélène, operette van Offenbach. KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1300 M. 1.507.20 Lezingen en lessen; 7.20 uit zending van 't program v. Hamburg. MüNSTER, 241.9 M. 10 50—11.50 Or kestconcert; 12.501.50 Werken van Grieg; 3.203.50 Lezing; 3.504.50 Ka mermuziek; 4.506.20. 6.407.00, 7.00 7.20 Lezingen; 7.208.50 Gramofoon- opnamen van vreemde volken; 8.509.50 Volksconcert. HAMBURG, 394.7 M. 11.50—1.20 Orkestconcert; 1.252.05 Kamermuziek; 3.354.20 Fluitconcert; 4.205.15 Noor- sche dansmuziek; 5.205.50 Orkest concert; 7.5010.20 De Barbier van Se- villa, opera in 2 acten van Rossini. BRUSSEL, 508.5 M. en ANTWERPEN, 266 M. 8.20 De radio-courant; 8.50 10.05 Orkestconcert; 10.0510.50 Gra- mafoonmuziek. Jaartallen. 1887. Het is winter en ongeveer drie uur in de nacht. Ergens in 'n doodgewoon kamertje van *n doodgewoon huisje zit 'n moeder bij 'n bedje. Die moeder is weduwe en zorgt voor vier kinderen. Drie ervan slapen rustig. Nummer vier is gevaarlijk ziek. De moeder waakt en bidt En zit te rillen in 'n oude mantel.... want stoken in de nacht kost extra Haar angst-oogen zijn gericht op het zwaar hijgende ventje van 'n jaar of drie, wiens akelig zagende ademhaling haar door liet hoofd priemt 't Half-bewustelooze jochie kreunt om water en begint wartaal te praten.... de koorts komt weer heviger opzetten De moeder laat hem drinken.... verkoelt z'n hoofdje en schikt het kussen waf ge makkelijker. De vrouw vreest het ergste Jantje is de zwakste van de vier.... altijd zoo'n min ventje geweest 'n Paar jaar geleden heefl de dokter haar al voorspeld, dat h"t 'n kasbloempje zou worden. Stil bidt de moeder: „God mij" God, laat me hem toch houden.... ik heb hem liever m n heele leven ziek en zwak, dan dat ik hem nu moet missen." Ze schreit.en "n uur achtereen blijft ze met saamgeknepen handen de hemel geweld aandoen - Als n torenklok zes uur slaat en de eer ste straatgeruchten zwak tot het kamertje doordringen.... fjt daar nog de moeder.... doodop.zelf ziek van 't zwoegen en waken.... t is de vijfde nacht. Het is winter en ongeveer vier uur in dc nacht Ergens in n doodgewoon kamertje van 'n doodgewoon huisje zit 'n moeder aan de naaimachine. In driftige zenuw-haast werkt ze aan de japon, die afgeleverd moet worden. De machine snort in razende vaart. 'n Enkele maal staakt de vrouw naar ar beid en drukt met pijnlijk vertrokken ge laat de handen tegen de lendenen. Dan gaat ze weer voort in iachtenge spoed Di: japon moet af. er moet wee geld zijn er is baast altijd te k ïrt Eindelijk bekijkt ze met n di :pe zucht tie' gereed gekomen kleedingstuk en hangt hi t over n stoel Terwijl de strijkbouten heet staan wor den grijpt ze kousen en kleeren van de kinderjaren.... er moe: gestopt en versteld worden En dan wil ze straks het wollen borstrokje van Jantje nog afbreien Ze moet zoo oppassen voor 'f kereltje.... hij is na z'n ziekte nog veel vatbaarder geworden. Als 'n torenklok zes uur sloat en de eerste straatgeruchten tot het kamertje doordringen.... dan zet de moeder-weduwe Zich in de leunsoel, om te trachten het afgematte lijf 'n paar uur rust te geven. l898. Nog steeds het doodgewone kamertje in het doodgewone huisje. Wel is er hier en daar wat veranderd, vernieuwd.... maar 't is alles toch heel sobertjes en goedkoop. 't Is elf uur in de avond en de moeder zit met een bedrukt gezicht te peinzen. Ze begon al zoo aardig door de ergste zorg heen te rakenCato winkel juffrouw, Wim op kantoor en Guus in 't smidsvakdie bracht ook al wat in. Ze moest er nog wel bij naaien, maar dat geploeter tot diep in de nacht was ge lukkig voorbij. En nou had Jan, die eerstdaags de school zou verlaten, haar vanmiddag gevraagd of ie door mocht leeren.... naar de handels school mocht. Z'n onderwijzer had te naastebij de onkosten voor 't eerste jaar opgeschreven.... en met dat lijstje zafde moeder nu vóór zich t Kon niet.... waarachtig 't kon niet.... En tochmocht ze 't weigeren? n Stevige handarbeider zou Jan toch nooit worden.. daar was z'n gestel niet naar.. en hij leerde goedhij was een van de eersten van z'n klas Wie weet wat voor mooie toekomst ze hem kon bezorgen door hem z'n zin te geven Toen de moeder naar bed ging had ze haar besluit genomen Ze zou er wee> de halve nachten bij nemen.... net als vroeger, toen de kinde ren nog klein waren. Ze begreep wel. dat t baar nu nog zwaarder zou vallen.... ze was zoo jong niet meer. maar 't moest..,, 't was voor baar kind.... 1903. De moeder zit aan 't raam en tuurt naar builen. Ze doet zenuwachtig.... loopt 'n eindje de kamer in, zonder te weten wat ze moet aanpakken.... gaat weer terug naar 't raam.tuurt weer ingespannen verwach ting langs de gevels zoo ver ze maar kan kijken.... slaat 'n kruis.... grabbelt weer naar haar rozenkrans.. huilt en lacht.... prevelt en doet alles en niets om rustig te blijven Dan ineens 'n schok.'n blijde flikke ring in haar oogen en ze vliegt naar de straatdeur, die ze open rukt, Daar staat Jan in zwijgende jubel, „Geslaagd, moeder! Geslaagd!" Ze trekt hem de gang in, grijpt hem heel stijf vast, zoent hem drie, vier maal „Gefeliciteerd, jongengefeliciteerd, hoor!" n Uur later komen de anderen thuis en heel het huis is in feestglans Pas om 'n uur of half een gaat de familie naar bed. Moeder is de laatste.... dat is altijd zoo geweest, Ze is moe en moet 'n poosje steunen.... n krampachtige hoestbui overvalt haar en t duurt 'n heele poos, eer ze weer 'n beetje gewoon op adem komt. Nu voelt de moeder, dat ze weer 'n brok van haar leven heeft gegeven voor wat vandaag is gebeurd. 1923. In de huiskamer van Wim zitten drie echtparen in beraadslaging. Het moesten er eigenlijk vier zijn.... maar Jan, die procuratiehouder is aan 'n groote industrieele onderneming, heeft bericht gestuurd, dat ie verhinderd was, wegens uitsledigheid. Hij legde zich echter bij voorbaat neer schreef ie bij wat er besloten zou worden. De drie echtparen zijn het er spoedig over eens, dat moeder geholpen moet wor den. Ze kunnen het niet meer aanzien, dat het mensch er nog dagelijks op uit trekt, om voor zich zelf te zorgenen als ze nu wéér protesteert, zullen ze 't haar eens flink zeggen.... 't Wordt hoog tijd, dat moeder n rustige oude dag begint te kriigen. Het wordt 'n eenvoudig rekensommetje. De man van Cato, die 't tamelijk welletjes i?.j oea' za' met' Jan drie vierde gedeelte bijdragende rest is voor Wim en Guus die t weer niet zoo breed hebben. Zoo kan moeder in d'r eigen huisje blijven wonen en hoeft niet meer door weer en wjnd naar d'r naaihuizen. Ze spreken af hef elkaar niet lastig te maken als een of ander es te kampen heeft met ziekte of werkloos heid. Dan geven de anderen wel wat meer 1924. Jan zit in de huiskamer van z'n keurig landhuisje. In 't salonnetje zit z'n vrouw aan de piano en speelt sonates Er komt visite. De visite bewondert het nieuwe Smyrna- tapijt. Het vrouwelijke visite-deel gaat bij Jan's ega aan de piano zitten en voert met haar 'n muzikaal gesprekje. Het mannelijke vistitedeel praat inet Jan over zaken.... en bezuiniging.... De sala rissen zijn niet meer dat.... Ook Jan is verminderd.... hij heeft nu nog maar vijf duizend gulden.... 't is zes geweest... Er wordt 'n likeurtje geschonken. 1925. Cato komt op straat Jan tegen. Jan zit op 'n splinternieuwe fiets van eerste klas merk. Ze wenkt hein fe stoppen en ziet, dat hij zulks met tegenzin doet. „Moest je je nou eigenlijk niet dood schamen, Jan.... in ruim 'n jaar heb je geen cent bijgedragen voor moeder.... we zien je op geen velden of wegen.... wat betee- kent dat toch? Wil je liever, dat we je d'r toe dwingen? Want waarachtig, 't kan zoo niet langerwe verdragen 't niet, hoor!" Ze krijgt geen gelegenheid om verder te praten. Jan mompelt 'n paar half verstaan bare zinnenspringt weer op z'n karretje en bromt wegrijdend: „Je doet maar wat je niet laten kan.... ik moet zelf óók vreten!" Cato gaat rechtstreeks naar moeder en vraagt haar toestemming, om 't voor de kantonrechter te gooien. Moeder moet dat volgens de wet zelf goed vinden. De oude vrouw schudt droevig het hoofd., dan zegt ze beslist: „Nee, Cato.... nee., dan behelp ik me liever nog wat.... maar t moet niet voor de kantonrechter.... Die schande wil 'k Jan niet andoen.... 1926, De dag vóór St. Nicolaas-avond. Moeder zit aantafel. Voor haar liggen 'n paar guldens, kwartjes, dubbeltjes en centen. Ze rekent op 'n reepje krant met 'a stompie potlood. Dan gaat ze met het geld de stad in. En koopt cadeautjes voor de klein kinderen. Ook voor die van Jan, G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 9