GElvlEIJER over popi pen, vrouwen en m 1ST FRANS MEIJER LJ Radio-Omroep. ELCK WAT WILS TREKJES Derde Blad NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Zaterdag 18 Dec. 1926 #8 «i s DOOR FINANCIËN. STAD PARIJS 1898. Trekking van 6 December. No. 99937 wint 200.000 frs. No. 467.595 wint 50.000 frs. No. 64466, 429308, 575532 en 618663 iedef 10.000 frs. No. 101069, 104492, 330612 en 574778 ieder 5000 frs. No. 73570 76252 91395 121465 129040 130358 132331 166530 170532 211426 221288 226657 230740 242323 243737 251168 309330 323093 326366 365951 395133 396980 422821 435297 449379 449854 450169 459264 472723 496903 528526 546083 561460 582026 589016 629882 682125 684547 ieder 1000 frs. No. 669235 met 100.000 frs. No. 347898 met 25000 frs. No. 81874, 188034, 234984, 412596, 413777 en 432332 ieder 500 frs. No. 7886 59822 102000 113335 134144 135680 139583 158241 169617 170279 186735 188205 192253 235856 240187 245551 272216 311655 331220 420270 475877 483541 542834 551661 576377 601033 620420 625497 626868 685206 694125 734905 757960 770852 778065 791043 796604 7972S8 809983 820420 852186 861052 894958 927867 931197 ieder met 1000 frs. No. 476. G. Fm n mam a mmrn [Wt Dezer dagen werd in vollen ernst ge schreven tenminste voor zoover een journalist, die de wisselvalligheid der din gen kcni,, ernstig kan schrijven da', de maand December de maand der poppen s. Niet voor de poppen der kinderen: kinderen vinden poppen kinderaéhtig en banaal, maar van de poppen van kinderlooze me vrouwtjes, die meer voelen voor de glans van een Persianer bontmantel dan van kin- deroogen. Zelfs de traditioneele schoot hondjes zijn ietwat in discrediet gekomen, Waarschijnlijk omdat het onderhoud óók a te veel zorg vereischte en er te weinig dienstboden te vinden zijn, die genegen zijn op de hondjes te blijven passen als mevrouw 's avonds naar schouwburg gaat of naar de „dancing" dat een mooi woord is voor het ordinaire „dansinrichting". Zoowel fabrieksmeisjes als heele en hal ve millionnairetjes bezoeken de „dancing", en voor de een heet het Tivoli en voor een ander Bonbonnière. Het eenigste verschil is, dat de eerste categorie charlestont in zijden kousen van 70 cent, terwijl de laat- sten er zes tot tien gulden voor betalen. Geestelijk gesproken valt er niet veel ver- sohil te bespeuren, hetgeen zeer verklaar baar is, daar het niet veel uitmaakt of je omgaat met schoffies of met schoften. Dat de animo voor popjes bij kinderen af neemt is heel begrijpelijk in aanmerking ge nomen dat velen hunne mama nooit een baby zagen wiegen en zij liever naar de biloscoop gaan. De r ima's echter, die dicht aa"n het spleen toe zijn, voelen in hun onnul- lig bestaantje waarschijnlijk een soort heim wee naar hun kindertijd, toen een pop haar geheele geluk uitmaakte en zich de grenzen van haar behoeften niet verder uitstrekten. En in plaats van trachten terug te keeren naar de simpelheid van dat zonnige leven- 1"~i i ....dat de maand December de maand der poppen is. tje, grijpen ze naar de uiterlijke verschij ningen die met den gelukkige tijd gepaard gingen en verbeelde zich op die wijze de verloren droom weer te vinden Onbekend als deze ongelukkige roensch- jes zijn met de werkelijkheid, die spot met menschen wier bestaan geen zin heeft, met de werkelijkheid, die zich heel dikwijls lee- lijk kan wreken, trekken ze zich terug achter haar hagen van domme zelfgenoeg zaamheid, vluchten ze voor het ware leven en hullen zich- in een droom, die een dwaze, malle, holle droom is, omdat zij dien droom zelfs geen inhoud kunnen geven. dat vele kinderen mama nooit een baby zagen wiegen en liever naar de bioscoop gaan. Omdat ze het bestaan van eigen ziel niet vermoeden, zijn ze gelukkig met poppen zonder ziel en droomen zich, dat deze popjes haar'kunnen verstaan en troosten. Tegen hen kunnen zij hun leed uitklagen, dat meestal bestaat in feen gevoel van smarte lijke verlatenheid, maar alleen tot uiting komt als de crème ter verkrijging van een fluweelen huid niet de gewenschte uitwer king schijnt te hebben of het costuumpje, dat reeds „een zalige droom" heette, plot seling verkocht is aan een ander. Tegen den poppen juichen ze van blijd schap als er een nieuwe cocktail-is ontdekt. En zoo langzaam aan gingen de poppen een ruimere plaats in nemen in de tamelijk ruime hartjes van deze luxe-vrouwtjes. De liefde, die nergens anders een uitweg kan vinden stortte zich uit zij het dan ook' in een ietwat verwrongen vorm over de petillante poppenlijfjes, die lagen neergekwakt in de zonnige boudoirs, op de strooperige divans, op de 'gragiele kastjes, plegen te noemen. en de diepe luie hooikisten, die we fauteuils Pop ging aan de mode meedoen. Geliik met haar meesteres (of naveder?) ondergingen ze een vermageringskuur, ze werden al dunner en dunner elke vorm en elke soepelheid werd platgestreken, plat als de hersentjes van mama. Overal komen de poppen opduiken, pop- pen naar de laatste mode met krullend haar, korte knievrije rokjes, dunne maar dure toiletjes. Ze hangen in de auto's, waar ze tevens afgodjes vormen, grinniken je tegemoet uit de etalages van groote modemagazijnen, vertooonen hun leuke maar domme snuitjes in dancing of cabaret, waar mama ze mee breng'. en naast de mayonnaise plant. Maar de comedie werd nog zotter. Naast Mistinguett en Raguel Meller pronken Briand, Clemenceau, Poincaré ep Cailiaux in de knusse hoekjes van cabaret en boudoir. Met hun onnoozele oogen kij ken ze elkaar aan of ze het in Keulen hooren donderen. Poincaré steekt eigen wijs zijn wijsvingertje op tegen Ciemenceau en Briand en Herriot liggen mal dwars over elkaar heen en filosofeeren over de vergan kelijkheid van aardsche roem en smaken reeds een voorproefje van het schudden der beenderen op het kerkhof. Maar bij het zien van deze comedie want de eigenaresjes laten de poppen met elkaar spreken en heele comedie's uitvoe ren, denk je onwillekeurig aan de vele mogelijkheden, die deze poppenmode biedt. Weldra zullen' we in het boudoir van Haarlem's liefste brunette wie dat is zeg ik niet om leelijke oogen te vermijden burgemeester Maarschalk zien pralen te midden van doddige zijden rouches en fra giele kantjes, met een snor van fonkelende parelzijde. Zijn fragiele vingertjes tokkelen de guitaar en. met weemoed in de oogen bestaart hij het uitspansel, zwaar van on vervulde droomen. In de etalage van Gerzon zien we Johan de Visser als ridder der droevige figuur, in een gemoedelijk tête a tête met een knappe blondine, met prettige roode wan getjes, lange zijden spillebeenen en leuke pittige oogen, waarin we onmiddellijk het symbool van Haarlem's vroede vrouwen kunnen begroeten. Boven breeden hoekelrok van zware ge bloemde zijde, troont de delicate buste van Reinalda, die tevens dienst doet als tea- cosy, om slappe thee warm te houden. Verder zuilen we Mr. Bruch zien, neer- tracht aan te nemen en de sigaret alleen een voorwendsel is om rose nagels en ge- teekende lipjes te accentueeren. egade onmiddellijk schaakmat te zetten als ze weer eens over de asch op het deur- kleedje struikelt. Hebt u al eens een vrouw zien rooken. Ik bedoel natuurlijk niet in schouwburg, balzaal of bioscoop, waar ze een pose r n Julia de Gruyter-pop. Tondelerga. I ....een verwende, dus onverbiddellijke schoone. gehurkt in de hoedanigheid van grooten Turk met een reusachtigen tulband op het hoofd, in kostelijk zijden prachtgewaad, wijden harembroek en neergehurkt op een enorm kussen van gele zijde, bestikt met tallooze paarlen die ieder een voorname daad verkondigen uit het rijke leven van den groot-vizier In den foyer van oen Stadsschouwburg nijdigt de pop van den jubileerenden Louis de Vries, motto „ben ik het nou of ben ik het niet" uit Enrico IV, gearmd met mevrouw Mann-Bouw- meester, wiens grootste genoegen het eens was om Louis de Vries uit zijn rol te hel pen. Zelf denk ik mij aan te schaffen Ju lia de Gruyter als Tondelevo, Annie van Ees als Boefje en Jan Musch als »de Wijze Kater. Jan Musch-pop. „De Wijze Kater." Maar ik bedoel de vrouw die thuis rookt alleen ter wille van het nicotine-genot. Het is een lust om te te zien. Het opsteken heeft niet anders tegen dan dat je herhaaldelijk uit je fauteuil moet oprijzen, terwijl je juist denkt den heelen avond geen vin m«r te verroeren. Doch als je een vrouw vaardig genoog africht, vangt ze het lucifersdoosje weldra even handig als een man. Na het aansteken dat meestal half gebeurt worden de eerste trekjes met een pruimenmondje gesavoureerd en de kwaliteit der sigaret beoordeeld. Maar dan komt het, De melk kookt over. De sigaret wordt onmiddellijk ns^rgeprot op het gebatikte tafelkleedje, op de piano- looper, soms op een krant, maar steeds op iets dat bij uitstek brandbaar is. Even later begint boven een van de kleintjes te huilen. Zonder eenige gewetenswroeging wordt de brandende sigaret met het vuur neer gelegd op het gepolitoerde blad van het buffet. Terwille van de hygiëne laten ze het mondstukje uitsteken. Het duurt niet zoo heel lang of al uw meubelen zien er uit of ze de pokken hebben, Maar dat is minder. Laat uw vrouw rooken, het geeft minder standjes en meer gezelligheid in huis Daarstraks heb ik sterretjes gezien ten gevolge van een vrij onzachte botsing met een lantaarnpaal. Zooiets is alleen maar mogelijk in het land van mest en mist: mist vooral. 'Waarom trekken we 's winters niet naar het Zuiden, waar de zon op de blanke hui zen schijnt en de azuurblauwe lucht de grijs-groene velden overhuift, waar het licht open en doorzichtig is, waar de geest orde en schoonheid vindt? Waarom sleuren we ons zeurend over de modderstraten langs het Spaarne, treuzelen we mijmerend langs de kaden, waar alle vreugde lijkt uitgedoofd, waar geen kleur is, geen geur, geen blijdschap, niets drfn de grijze eentonige mist, het wanhopig naar geestig gerammel van kettingen en vracht wagens? In onze grijze mist beeft alles zijn ge stalte en karakter verloren en blijft er slechts plaats voor een grenzeloos heim wee naar het zonnige Zuiden met de blau we luchten en wuivende palmen, waar in de late avondschemering de oranjeappels langzaam verdooven in het diepe majes tueuze groen der stru'k'n waar het water doorzichtig is en helder, waar de menschen open zijn en kunnen lachen op een wijze, die wij reeds hebben afgeleerd. Waar vind je hier die vorstelijke gestalte van de jon gens en die koninklijke en tegelijk teederen blik in de oogen van de meisjes. Wat moet het nu mooi zijn in het stille, Anrie van Ees-pop Boefje. Maar op de Parijsche boulevards zijn ze ons vooruit; in zoover men in deze ma terie van vooruitgang spreken mag. Daar pretendeert men de poppen een ziel gegeven te hebben. Elk kopje gaat een beroemde persoonlijk- neid voorstellen. Onder zijden sluiers spot ten de grooten donkere oogen van mada me Dubarry en andere beroemde en be- ruch'® vrouwen uit Frankrijks dito ver leden. Beroemde actrices zijn gemeengoed geworden en pralen in zotte toiletjes op de glad gepolitoerde tafeltjes, met ver baasde oogen, alsof ze het mal vinden in het first-class cabaret bóven op een tafel tje te tronen en geaaid te worden door hopelooze uilskuikens, die toevallig weer aardsch slijk vergaderden dan andere uils kuikens.' De meening over rookende vrouwen is nogal uitenloopend. Ik voor mij zie er geen kwaad in, evenmin als ik van meening ben dat een meisje dat heur haar kort laat knippen iuist door die gebeurtenis op het hellende vlak belandt. Maar ik heb nog andere reden om het rooken door dames aan te bevelen. Ongelukkige huisvader, ik heb het thans alleen tegen u! Hebt u wel eens met asch gemorst? Hebt u wel eens een gaatje in het tafelkleed gebrand? Tikt u uw asch wel eens af op het randje van een theescho teltje of van uw ontbijtbordje, of in het eierdopje?! Welnu, laat uw vrouw rooken en alle ellende zal geleden zijn. U zult overvloe dig materiaal kunnen verzamelen om uw m Zfo MEVC.I» Louis de Vries-pop. landelijke Orvieto, met de vredige con venten, die over de heuvelen gezaaid lig gen, in Florence oneindig rijk aan schoon heid, in Venetië, langs de heele Italiaan- sche kust, waar de blanke huizen zich spiegelen in de blauwe zee. Waarom trekken we niet naar het Zui den, gooien we niet alles om ons heen weg en gaan liever een onzekere toekomst te gemoet in het land van de zon om de Middellandsche zee, lever dan hier weg te duiken in de nare mist en ons te begraven in papier en nog eens papier en nog eens papier. Een avondwandeling langs het Zuider- Buitan-Spaarne lijkt een angstige droom, een visioenair beeld uit een benauwende sage. Het is een somber spel van wisse lende schaduwen, van scherp afgeteekende lichtkransen die thuis hooren op Duitsche en Russische expressionistische theaters. Het water is glimmend zwart als vette stroop en uit de breede golvende deining grijnst de wanhoop en de moedeloosheid, die we vinden in „De vertraagde film" van Herman Teirlinck. Neen, liever macaroni met geraspte kaas dan iederen dag opnieuw de zon om licht te moeten bedelen als om de liefde van een verwende dus onverbiddelijke schoone. ZONDAG 19 DECEMBER. HILVERSUM 1050 M. 8.30—9.30 R.K. Morgenwijding. De heeren A.Th.M. Jen- sen-tenor. M. v. Dijk-bas. L. Schwirtz- piano. Spreker De heer Ed. Q. Wormen 1. Kirchen Aria, Stradella (tenor). 2. Reci tative Lascia chio pianga, Handel (bas). 3. O, Serena, Jansen (tenor). 4.. Largo (Re citatief en aria) Handel (bas). 5. Rede door spreker over: Jezus onze hulp en onze troost. 6. Oud Kerstlied. Schwirtz (piano). 7. Aria uit „Paulus". Mendelssohn (bas) 9.30 Christel, kerkdienst, in de Geref. kerk te Harderwijk. Voorganger Ds. J.W. v.d. Bosch, Geref. Predikant. 1. Voorzang Ps. 118 7. 2. Votum en Zegen. 3. Voorlezen van de Wet des Heeren (Ex. 20 2—17 en Matth. 22 37—40), daarna van Jesaja 40 111. 4. Gebed. 5. Voor lezing v.h. tekstwoord Zacharia 9 9a. Inleiding van de preek, waarna Thema Zie Uw Koning komt. Verdeeling 1. Tot wie komt Hij? 11. Hoe komt Hij? III. Waartoe komt Hij 7. Zingen Ps. 72 6, 7. 8. Ie ged. preek. 9. Tusschenzang Ps. 89 8. 10. 2e ged. preek. 11. Dankzegging. 12. Slotzang Ps. 48 6. 13. Zegen.1.00 2.30 Kamermuziek door het trio Rijn bergen uit Rotterdam. H. Rijnbergen viool. O. Eberle-cello. A. Kaltwasser- piano. Werken van Loeillet, Mozart en Pizetti. 2.30 Namiddag-concert door de Amsterdamsche orkestvereeniging, o.l.v. Frans van Diepenbeek in „Artis", Am sterdam. 6.45 V.P.R.O.-omroep. Uit zending u.h. Gebouw v.d. Ned. Prot. Bond te Hilversum. Spreker Ds. Hilsman, te Den Haag. Tekst Lev 15 10 b. „Gij Zult de vrijheid uitroepen in den lande voor alle inwoners." Te zingen liederen door het V.P.R.O.-koor Gez. 228 1—2. Gez. 270 12. Orgelbespeling door den heer F. Kloek Voorspel Vont Himmel hoch da komm' ich her, van Pachelbel. Naspel Chanteurs de Noëls, van S. Lia Ponow. 8.00 Persber. en sportuitslagen. 8.10 Concert door het H.D.O.-symphonie-or- kest o.l.v. stWillem v. Warmelo. Mej. Fri da Belinfante-cello. In de pauze bespreekt de heer L. Schmidt het programma. Na de pauze 2e symphonie van Beethoven. DAVENTRY 1600 M. 3.50 Symphonie- concert. Werken van R.V. Williams. Symphonie orkest. A. Crainmer-bariton. W. Primrose-viool. 5.35 Beroemde ge dichten (1). Browning's „Childe Roland" door R. Trafford. 5.506.20 Kinder kerkdienst in de St. John's kerk. 8.05 Kerstliederen door het koor van de Ton- bridge-school. 8.30 Studio-kerkdienst. 9.15 Lezing The police court mission. 9.20 Weerber., nieuws. 9.3511.00 Concert door het J.H. Squire Celeste Octet en E. Burford-sopraan. T. Goodey-tenor. P. Heming-zang. G. Peopercorn-piano. PARYS „RADIO-PARIS" 1750 M. I.052.10 Concert. Orkest en Mme. de Buxeuil-zang. 5.05 Concert door de Radio Jazz Symphonie, tot 5.55. 8.50 10.35 Concert. Orkest en jazzband. KONIGSWUSTERHAUSEN 1300 M. en BERLIJN 484 en 566 M. 8.20 Mor genconcert. 10.50 Adolf Becker-orkest. 11.40 Max en Paul-humoristen. 12.30 Concert door het Havenmannkwartet. 3.506.20 Concert door 't Ette-kameror- kest. 7.20 „Die schone Helena", operet te in 3 acten van Offenbach. 9.50 II.50 Dansmuziek. BRUSSEL 508.5 M. en ANTWERPEN 265.5 M. 8.50 Concert. Orkest en Mme. Niesz-zang. 9.50 Lezing. 10.10 10.53 Concert. HAMBURG 394.7 M. 8.35 Morgencon cert. Kerstliederen. 1.051.50 Kamer muziek. 3.50A50 Dansmuziek. 7.2011.15 Liederen en aria's Orkest en C. Günther-zang. MUNSTER 241.9 M. 8.20—9.20 Orkest- concert. 11.2012.20 Sonaten voor viool en piano. 3.204.20 Concert. Po- saunenchor Georgsmarienh iitte. 4.20 5.50 Vioolconcert. 6.509.20 „Hans en Grietje", sprookje in 3 acten van Hum- perdinck. H. HILVERSUM, Maandag 20 December. 12.00 Politieber. 3.304.30 Dames causerie door Mevr. Rhémonda. 5.00 6.00 Kinderuurtje door Mevr. Ant. v. Dijk. 6.156.45 Lezing door den heer Frans Ziegler, over „Merkwaardige din gen in de fotografie ondervonden". 6.457.15 Tuinbouwpraatje door den heer Balk, over „Onze tuinbouwpro- duktie in verband met de voedse.vcorzie- ning, de econ. beteekenis die produktie voor ons land, zoomede die voor het werk- loozenvraagstuk. 7.157.45 Engelsche les voor beginners. 7.45 Politieber. 10.00 Persber. 8.10 Waalwijksche avond. Harmonie-orkest „St. Chrispijn", dir. A. Stravers. Mannenzangver. „Oefe ning' en Vermaak", dir. Jac. Sars, Gem. Zangver. „T. A. V E. N. U.", dir. Jac. Sars. Waalwijks gem. zangver. dir. G. Gerritsen. Waalwijks symphonie-orkest, dir. A. de Groot. Rede door den heer A. v. Liempt, voorz. van „Waalwijks be lang". Rede'door den heer A. v. d. Heijden, voorz. van „Oefening en Vermaak". Man- nenkwartet „Crescendo". Frits Citroen, cello, J. Verhoeven, piano, Marie Mertens mezzo-sopraan, Dina Slaats, alt, T. Bur- mange, bariton, begeleiding Vaó mej A. Gragtmans en den heer J. Verhoeven. DAVENTRY, 1600 M. 11.20 Concert door het Daventry-kwaitet en solisten (sopraan-bariton, viool). 1.202.20 Orgelconcert van de Southwark Kathe draal. O. Davidson, viool. 3.20 Con cert door het kwartet en solisten(sopraan, bariton). 4.20 Causerie A walk through a beautiful old town-Guildford. 4.35 Dans muziek door de R. A. C.-band. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Orkestconcert van het Rialtotheater. 7.20 Weerber. nieuws. 7.50 Variété „Schets" P. Pip, detective, en optreden van artisten. 8.50 Kamermuziek Ch. Kelly en L. Pierce, piano. Het Chenil kamer-orkest. 9.50 Landbouwlezing Milk supply. 10.05 Viool, composities van Bach. Partita in B.-mol, door W. Primrose. 10.20 Tijd sein, weerber., nieuws. 10.35 John. Henry, humorist. 10.50 Heruitzen ding van Amerikaansche of Europeesche stations. Het Curler Hotel in Schenec tady, New York. 11.2012.20 Dans muziek van de Rivière club. PARYS „RADIO-PARIS" 1750 M. 10.50- -11.20 Persber. en muziek. 12.50 2.10 Concert door het orkest Gayina. 5.055.55 Concert (piano en viool), de clamatie en zang. 9.0510.35 Omroe pers-wedstrijd. Galaconcert. KONIGSWUSTERHAUSEN 1300 M. en BERLIJN 484 en 566 M. 1.50—7.20 Lezingen en lessen. 7.50 Kerstconcert- Voorlezing door Arthur Krauszneck. B. Geysel-oreel. C. Bronsgeest-bariton. 9.5011.50 Dansmuziek. BRUSSEL 508.5 M'. en ANTWERPEN 265.5 M. 8.20 De Radio-Courant. 8.5010.50 „Saltimbanques", operette van Ganne. HAMBURG 394.7 M. 11.50—1.20 Orkestconcert. 1.252.05 Kamermu ziek. 5.205.50 Concert door de kapel Sandor. 7.359.20 Concert Orkest en Maria Hussa-Greven-zang. MUNSTER 241.9 M. 10.50—11.50 Orkestconcert. 12.501.50 Concert. Kalman Kunnecke werken. 3.504.50 Liedjes bij de luit. 7.208.50 „Winter- reise". Schubert Vocaal concert. 9.20 10.20 Concert. Kwartetver. „Lebensfreu- de" en orkest. UITLOTINGEN. Communales 1880. De grapjas. Als jon-fen had Manus Kruid al n snuit- werk, waarvan je de oolijkheid met dikKe mc .pen kon afhalen. Z'n oogen waren louter lichtende kogel tjes, die voortdurend guitige spatjes naar links en rechts uitzonden. Z n lachende krul-1 ppen en z n neus ais 'n glimmend knikker je, droegen er verder het hunfte toe bij om op t eerste gezicht al tot de conclusie te komen, dat die jongen 'n echte grapjas moest zijn. Dat was Manus Kruid dan ook. Op school hadden de onderwijzers heel wat met 'm te stellen. Hij blies papier- prop:es door de klas, bekladde leien, schriften, banken, deu*en, muren met ge drochtelijke poppen en dieren, kwam cp school met z'n zakken vol slakken, torren en kikkers, die hij midden onder de les vrij liet, kortom hij prakkezeerde telkens wat anders, om z'n kameraadjes vroolijk en z n torerwijzers wanhooig te maken. i Meestal kostte het de laatsten heel wa moeite, om echt ernst'g kwaad te w°rden en niet in 'n lach te schieten, want Manus kon 'n snoet zet'en, die 'n vlammende driftbui deed omslaan tot 'n schaterlach Manus Kruid was de schrik van de {traat. Als de school uitging, liep hij aan 't hoofd van de troep en de jongens ach'er hem verkneuterden zich reeds bij voorbaat :n 'n paar fijne avontuurtjes.ze wisten, dat Manus beslis! niet naar huis ging zon der 'n stelletje streken te hebben uitge haald. Nu eens joeg hij 'n dienstbode de stui pen op 't lijf door 'n gang binnen te slui pen en zich achter de jassen van 'n kap stok te verschuilen, dan weer stopte hij 'n muis in 'n brievenbus, of maakte n rondritje met 'n onbeheerd staande hand kar. De vestibule van 't huis zijner ouders leek nu en dan 'n klachtenbureau, zoo veelvuldig als men bescherming kwam vragen tegen Manus' kwajongensstreken. „Menschen" zei dan de vader met 'n "•ebaar van machteloosheid „ik kan er heusch niks meer an doen.... al sla ik 'm half dood, dan lacht ie nog.... als ik 'm op zolder zet zingt ie 't hoogste lied uit en doe 'k 'm naar 'n kostschool, dan sturen ze 'm na drie weken terug met de boodschap, dal ie van de heele inrichting n doorloopende filmklucht maakt en 'n ge vaar wordt voor 't onderwijs," Hij vertelde er maar liever niet bij, dat ie meestal zelf geen kans zag, om zich goed te houden als ie Manus onderhanden nam.... ijskoud zong 't jog liedjes op de mrat van de klappen die-ie kreeg. Toen ie van school moest, deed z'n va der hem in de leer bij 'n schilder. Die trapte hem na drie dagen de deur uit toen Manus in 'n onbewaakt half uurtje de werkplaats had volgeplakt met stopverf- poppetjes, Bij 'n bakker werd ie er uitgesmeten, omdat ie zeventig kadetjes met 'n lanfh dun tcuw aan elkaar had geregen en bij n immerman, omdat op 'n gegeven oogen- blik door 't heele huis de ramen en deuren waren vastgespijkerd, tot die van de keu kenkastjes toe. Toen Manus op 'n keer z'n moeder heel erg zag huilen, en begreep, dat 't om hem was.toen kwam even de ernst van t leven hem waarschuwen en hij maakte het vcornemen wat degelijker te gaan wor den. 'n Poosje lukte dat, maar z'n streken' kwamen toch weer boven drijven.... zoo- da! het springen bleef van de eene baas naar de andere en van 't eene ambacht in 't andere. Als jongeman was Manus Kruid bijna steeds omringd van 'n stel vrienden, die wisten, dat ze met hem meer lol hadden, dan in welke b:oscope of gelegenheid van vermaak dan ook. Hij kon zóó meesterlijk en tct in de kleinste bijzonderheden van stuntelig doen 'n dronken vent nabootsen, dat zelfs de politie-egenten er aan gingen twijfelen. Soms liep ie, begluurd door de verbor gen vrienden, 'ri confectie-magazijn in, liet zich twintig costumes aanpassen en verdween dan met de woorden: „Dank u voor de moeite, 't zijn zeer mooie pakjes en ik zal ze bij al ro'n kennissen aanbe velen." Op 'n keer huurde hij 'n heilsol- daat-uniform en ging 's Zondagsmiddags in 'n volksbuurt op zalvende toon zingen en straatpreeken houden. Toen ie n paar honderd personen om zich had verzameld, brak ie ineens z'n lied af en begon te zingen van: „Er is nog nooit 'n vrijgezel gestorreve, al van verdriet of saggerijn". Toen 't publiek 'n dreigende houding aan nam, toonde Manus zich in z'n volle jolig heid en met z'n gezicht weer won ie 't van de bedrogen toehoorders. Lachend verklaarde Manus later z'n liefde aan Fientje v. Doezen.... lachend vertelde hij haar ouders, dat ie nog geen positie had, doch zich wel door 't leven zou slaanlachend ging Manus naar 't stadhuis, zei lachend z'n „Ja, ik wil" en accepteerde lachend de stomp in z'n rib ben, die z'n schoonmoeder hem toediende toen ie' de ambtenaar van de burgerlijke s'and in t ootje nam en „bij vergissing" de hooge zije van z'n vader opzette, die hem vier nummers te groot was en tot z'n kaken omlaag zakte. Manus begon 'n sigarenwinkel, die spoe dig verliep, omdat ie de klanten me! open oogen stond te beduvelen. Hij was ach tereenvolgens reiziger in boter, garen en band, wrijfwas, papierwaren, g'as en aarde werk, petten, schoenen, koloniale waren, parfumerieën, kantoorbehoef'en en bouw materialen. Met 'n lachende snuit ontving ie de standjes van z'n elf patroons en liet zich met 'n lachende snuit ontslaan. Als z'n vrouw te mopperen zat over z n totaal gemis aan ernst, of huilend vertelde, dat ze geen cent in huis had, dan nam ie haar lachend in z'n armen, beloofde rijk dommen en sjorde haar, of ze wou of niet, mee in 'n uitgelaten rondedans. 'n Verkwister of uitgaander was Manus heelemaal nietHij maakte echter over al 'n lolletje van, waarbij ie maar steeds verga*, dat ie voor 'n gezin had te zorgen. Na z'n laatste reizigersbaantje begon ie weer 'n zaakje.... in huishoudelijke arti kelen. Met z'n zonnige tronie had ie van 'n stuk of vier leveranciers in dat werk 'n paar duizend gulden aan winkelg rede- ren losgekregen op drie tot zes maanden crcdiet. Z'n vrouw hield hem zooveel mogelijk in de gaten en sprong bij als ie met 'n klant bezig was.... maar kon toch niet aliijd verhinderen, dat ie de boel bedierf. Zoo kwam er op 'n keer oude vrijster in de winkel, die 'n (joedje op had. van 'n jaar of veertien terug.... 'n onoogelijk, zwart strooien dingetje was 't, met 'n ver kleurd fluweelen rosetje er op. „Wat 'n zonde, vrouw" riep Manus „gut. gut wa' 'n zonde, dat jij juist giste ren 'n nieuwe hoed hebt gekocht. Als je gewacht had tot vandaag, dan had je an de juffrouw hier kunnen vragen waar ze deze vandaan heeft.... die nieuwe van jou haalt er niet bij." Toen 't mensch woedend de winkel ui' liep stond Manus te st'kken van 't lachen. Zoo ging 't dag in dag uit en op 't Bid s'ip, dat de wissels vervielen was er geen cent in huis. Manus stond grapjes te ver- koopen tegen de leveranciers, die kwaad betaling kwamen eischen.... en de deur- i waarder, die beslag kwam leggen, ging proestend de deur uit, zoo'n moeite als ie had gehad om correcte man van plicht te b'ijven bij de kwinkslagen van de schul denaar. Op de openbare verkooping van z'n fail liete boeltje stond Manus zelf tusschen de kooplustigen en deed lachend 'n bod op twee dozijn nachtspiegels, 'n Paar jaar scharrelde Manus in allerlei handeltjes en grapte z'n eigen steeds meer, in de armoe. Op 'n avond, dat ie gekscherend de tra nen van z'n vrouw d'r gezicht zoende hij had nog precies 49 centen in z'n zak kwam er bericht, dat ie dertig duizend pop had getrokken op n Bui.enlandsch gok-papiertje, wat ie al zes maanden in z'n portefeuille had zitten. „Zie je nou wel?" tolde hij met z n vrouw door de kamer „zie ie nou wel, dat ik me d'r wel doorheen gooi? We benne binne! Welke man lapl 'm dat zóó? Van die 30 mille vergrapjaste Manus er tien in 'n klein half jaar. Toen liet ie z'n e:gen zender eenig protest en met 'n lolle tje onder curateele stellen. Eén keer in z'n leven is Manus Kruid werkelijk erns'ig geweest. Dat was toen dat leven nog maar 'n half uur zou duren. 'n Maand of vijf lag ie al aan 'n sloo- pende ziekte, echter zonder dat z'n hu meur er onder leed. Op z'n bed tapte hij de eene mop over de andere, liet uren lang z'n gramafoon schetteren en maakte iedereen, die 'm kwam opzoeken, aan 't brullen Maar in dat laatste half uur, toen io voelde, dat het einde kwam, werd Manus erg klein en huilde om z'n dwaasheden Hij begreep, dat ie met 'n verkeerde lach door 't leven was gegaan. Nou wou ie wel opnieuw beginnen...» hij was nog maar drie en veertig.... Maar de Dood lachte hem uit. ij (Auteursrecht),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 9