conti met te leven. Hi< ging naar het bal- „Waar zij als vliegen op de muren „Iets ever God's vervloeking het „Alighieri is meer naar de Lana's cou toe, voorzichtig achter ue Laua aan, lage heb ik mijn grootvader hooren was met aangenaam te hooren smaa erkte de Ribera op, zich v. e- om de gedaante daarbuiten te beschou- vertellen, die te midden vaii de vlammen „Als gij er met heen waart gegaan, dei\. enkend, „en de' schoone wp Met den arm over het gehat lag trachtte te plunderen net als de Ribera 1" hadt gij het niet behoeven te hooren," doe :m den ouden Folco. Ik l ad M t ;o daar uitgestrekt, beschenen door zeide de Lana. zeide de Lana. „Eenige gekken doch d: gewoonte Alighierfs gedichten te zin- ce.i_ laed der brandende stad. „Als ik toen in Milaan geweest was, luis'ter 1" Er kwam een groot rumoer gtn tot ik er genoeg van had." „Hj was een reus fluisterde Vis- zou Barbarossn, zelf in de vlammen om- aan, het geluid van een aanrukkende „Gij, of zij die naar u luisterden?" con i gstig over de Lana's schouder gekomen zijn," zeide Visconti de glazen menigte. Doch Visconti zag hem ontevreden aan. ne u id. terugschuivend. „De stad had verschei- „Nog een compagnie die zich bij ons „Gij hebt Alighieri genoemd zonder -• j J laten achter hem verdrongen dene wéken om zich voor te bereiden." komt voegen," glimlachte Visconti. er aan te denken door wien hij beschermd acn om te :-ien. Die gedaante was eenmaal „Indien gij daar geweest waart, edele „De sol.iaten van Novara," zeide deila werd," fluisterde della Torre. ,.Ket hof Mastino deili Scala zelfs hun koude heer zou Milaan niet verbrand zijn," Torre, vol verwachting het gelaat naar van Verona en Can Gran della Scala harten werden er door getroffen. merkte een vleier op. de deur. Visconti, die er recht tegenover „Hij draaide zijn rokje om, want hij .-lij was dood dood 1 Visconti's vrees, „Misschien niet het was voor de zat, stond op, toen zij wild opengeworpen s'ierf als een Glibelijn." voerde de Ribera de achterdochtige vrees voor een recht- dagen der Visconti's," zeide de hertog werd en eenige bloedende en gezengde aan. vaardige, door God gezonden wraak, met een glimlach tegen Mastino della soldaten binnentraden gevolgd door een „Mastino della Scaia was een Ghibe- ging over in wilde vreugde. Het lichaam Torra. ,En nu de plannen, de Lana van Novara naar Magenta, van Magenta naar Vecelli," en hij schoof de glazen nog ver wacht. i n, daar zijn wij het nooit oneens over „Van Novara?" vroeg de hertog. geweest," zeide Visconti luchtig. „Doch Zij bleven staan, salueerden en ant- Mastino was geen beschermer van dicht- woordden: „Van Novara! Wij hebben ters, zooals zijn vader," In zijn stoel ge- Gianotto en de Lana wisselden een der terug om het perkament, dat Lana de bibliotheek en de hoogeschool gered, leund keek hij naar briter», waar boven blik de Lana sloot vastbeslist de lippen, hem gaf, op de tafel van gekleurd mar- edele heer en een stuk of drie paleizen." het frissche groen van den tuin nog rook- „Zijt gij verraders of lafaards, dat gij mer uit te spreiden. „Zij zouden de boeken liever verbrand wolken dreven, de laatste rook van No- mij niet gehoorzaamt riep Visconti „Vercelli hebben wij Vercelli de La- hebben dan dat Milaan er door verrijkt vara. verwoed uit. „Gooi het, schop het, smijt na De officieren kwamen dichterbij was laloersche ezels Luister zei- „De Lana gij stond het dichtst bij en laat het daar tof en leunden over de tafel heen. de hij tot de soldaten, „ieder man die wat zeide hij, toen hij beneden terecht Ja. wij hebben Vercelli. en Margenta mij een boek of een juweel of een' schil- kwam met de punt van zijn gouden schoen aanrakend, beval hij met een grijns. „Gooi hem in den tuin neer." het naar beneden morgen liggen. „Hij was een vorst en een Scaiiger 1" ook.' kwam de Lana hem met een waarschu wenden blik in de oogen herinneren. derij brengt, beloon ik en iedereen die De aanwezigen schrokken bij deze Visconti zette een zilveren Deker op er een vernietigt, wordt opgeknoopt plotselinge, harde vraag. Een rilling on een der punten van het perkament neer. Wie heeft de bibliotheek gered?" derdrukkend antwoordde de Lana. „ik Hij was mijn vijand minachting voor om het plat te houden, en volgde den „Deze man, edele heer, hij behoort heb mets gehoord ik dacht dat bij dood minachting Gooi Mastino della Scala weg met de punt van zijn dolk „Naar tot mijne compagnie," zeide een officier was." Aanstonds Turijn Cunco zoo. dicht mogelijk naar voren tredend. „Ik geloof, dat gij nog bevreesd voor van het balkon af of traden eenige soldaten naar voren en als het kan bij dte stijfnekken van Ge- tilden het lichaam op „Gauw wat 1" riep Visconti, die de mont Lana niet uit het oog verloor „Gooi hem „En de Genueezen neer, waar ik hem met kan zien." „Daar, dat krijgt gij van mij," zeide hem zijt," glimlachte Visconti „ik 2ou nueezen en vyij hebben heel Pled- Visconti hem een halsketting schenkend, gaarne weten wat hij zeide Toen keek mont „En de gevangenen, edele heer V' hij naar Giannotto, die rret sombere blik- „Wat kan mij de gevangenen schelen! ken in een hoek naar de anderen zat te ik heb reeds gezegd, dat er geen kwar- staren. „Hebt gij gehoord wat hij zeide, „Laten die zich maar kalm houden," „Laten ze hem naar beneden dragen, zeide Visconti, zijn dolk in de schede tier gegeven wordt edele heer," voerde de Lana aan. terug stekend, „dan mogen zij Genua be- De officier boog en bracht toen een Het een duivelsche uitdrukking op het houden. Wij hebben iets grooters voor boekje uit zijn wambuis te voorschijn Giannotto „Ik Hoe zou ik dat gehoord hebben, edele heer?" gaf hij eenigszins angstig gelaat, dat rood gloeide in de vuurzee van bet Keizerrijk Van de muren van Het op de tafel neerleggend zeide hij terug. Novara, snauwde Visconti de Lana toe, Novara zijn de Alpen te zien van de „Een der monniken bood dit aan in ruil „Vervelende kerelzeide Visconti, „Zij zuilen doen war ik zeg of anders laat muren van Maganta reiken zij reeds hal- voor zijn leven. Heel Lomfcardije kent die zich voorover boog en de Lana bij ik ze opknoopen 1 Gauw wat 1" zeide verwege de lucht, en vanuit Turijn kun- uw smaak voor boeken, edele heer." den arm greep met „Luister er komt hij wederom, als vreesde hij, dat de nen wij ze bijna aanraken. Op deze ma- „Vergeet nier dat wij bondgenooten Weer iemand aan doode zich toch nog zou verheffen. Zij 'r regen 't li :haam tot boven aan de nier komen wij dichter en dichter bijvan den Paus zijn," zeide Visconti het „Wie kan dat zijn?" vroeg da Ribera „En bedreigen het Keizerrijk J" riep boek in de hand nemend. „Zelfs zonder verwonderd „toch niet de heer van «toep ëi gaven het toen een duw, zoodat de Lana opgewonden uit. „O, edele heer, een prijs zou de monnik zijn leven ge- Arezzo uit Modena?" het met een doffe.i slag neerkwam op het misschien is het de moeite waard ge- had hebben Thans kunt gij gaan, en „Uit Modenaherhaalde Visconti groen, dat half over hef marmer heen- weest denk aan wat ik gezegd heb." Zich daar- met schitterende oogen „dus daar heb- groeide. „Wat zegt gij, de Lana vroeg Vis- na tot de Lana wendend zeidde hij „Volg ben wij ook gezegepraald - Visconti keek over de leuning naar be- conti, hem scherp in de rede vallend. Er hem en ga zien of de vlammen gebluscht „Dat doen uwe legers overal, prins neden en fluisterde half luid, „Hij zeide heerschte een oogenblik van stilzwijgen, zijn. Het is dag." Visconti," zeide della"Torre. „Ik drink nog iets toen hij neerviel ik heb het Het was de eerste en slechts een vage De gordijnen werden opengetrokken op uw volkomen triomfEn hij hief gehoord doch nu zal hij wel dood aanduiding op wat er dien nacht was en het vroege daglicht, dat snel over- gijn glas op, dat als een robijn schitterde Zijn Met een verlucht hart trad hij voorgevallen. Het scheen weken geleden ging in zonneschijn, stroomde met de in het morgenlicht. De overwinning was u:r' J- *- en toch was de zon er nog niet op on- J naar binnen. „Sluit de deur weer be_ val hij en bleef staan totdat hij zag dat de der gegaan, deur toe was. HOOFDSTUK XXXIV. T EEN WERKING VAN GOD. „Hoeveel, de Lana hoeveel?" „Vijf zes, of zeven „Honderd - „Neen, duizend, edele heer 1" - „Duizend herhaalde Visconti, op gewonden naar voren leunend. frissche morgenlucht het heele vertrek inderdaad volkomen en Visconti stond binnen. Het lamplicht scheen geel en vol vreugde en trots op om den dronk „De moeite waard wat is de moeite dof. De prachtige uniformen en vérhitte re beantwoorden van den bevelhebber waard geweest, de Lana gezichten van hen die aan de tafel zaten, eener factie, die het ooeenblik gunstig „Het uitroeien van vier adellijke ge- het schitteren van de gouden en zilveren achtte om het te erkennen, slachten, edele heer," antwoordde de schotels voor hen, dit alles was in scherpe Er klonken voetstappen de aan- Lana, die zich aanstonds hersteld had. tegenstelling met het zachte morgen- komst van een belangrijk man. „Heeft de hertog dat gedaan?" vroeg licht „Stilte 1" riep Visconti uit „het is iemand. „Seneca zeide Visconti, het boek Arezzo ik hoor - o ster „Heeft hij d'Estes verzocht Ncvara in beschouwend. „Waar is die schurk Gian- De deur werd v d open; w rpen en brand te steken notto Seneca bedorven, omdat er een schitterende ge. .-.te trau binnen m Wel neen," glimlachte Visconti terug, tusschen de lijnen in geschreven staat rijke wapenrusting onder een door de adHpn het echter 7elf nier crpriaan. maar tnrh een Senera. Criarmntfo V* De?re k»ctr.ftz>rj «triHpn mantel. De kroon ..Hadden zij het echter zelf niet gedaan, maar toch een Seneca. Giannotto Deze reis besteften roóde'n trantel. „De kroon „De manschappen van Magenta komen dan zou ik het gedaan hebben evenals was niet in het' vertrek, doch hij werd van slagen rust op uw helm, Visconti met buit beladen teri^, ik Mantua zal verbranden en de Gon- spoedig door den page ge.vonden. Hij thans behoort geiieel Lombardijl, tot aan „Wel, heb ik niet gezegd dat ik hun zagas erbij. Ik wil geen oproerige steden stond ergens in een venster met half open Belluno u toe Hij nam zijn muts af Lombardije zou geven om te plunderen 1" hebben in het Lorrbardje dat onder mijn oogen in het daglicht te staren en zag en bleef hijgend en rood voor de aanwe- lachte Visconti. „Dus er zijn duizenden beheer staat. Er zal maar eene hoofdstad verschrikt om, zoodat zij allen in lachen zigen staan, die met gretige opgewonden- Wvanc(»n<>ron pon otikoie hppr. Dat wictpri Hp. m"th.ar<stp« UoiA -i!o urirnn Artrocfi^n heid als één man waren opgestaan. „Modena vroeg Visconti „en Man- neca op perkament met aanteekeningen tua „Mantua ook," bevestigde Guida Men brengt juist een boekerij binnen, d'Arezzo. „En ik kom u de sleutels bren gen van Ferrara, die mij zelf ter hand ge gevangenen?" zijn, eii een enkele heer. Dat wisten de uitbarsten. Het was dienzelfden avond en m het- d'Estes wel „Daar 1" riep Visconti uit. „Een Se- Selfde zomerverblijf. Visconti zat aan De Lana zeide mets. neca op perkament met aanteekeni: ket hoofd der tafel in een kamer, naast het „En wat moet er met de gevangenen van een dwaas. Laar, Giannotto vertrek wear een gordijn was neergerukt, gebeuren, edele heer vroeg da- Ri- „Men brengt juist een tn waar nog geronnen bloed op den grond bera. beneden zeide deze dr lag „Zij staan overal tn den weg," merkte „Omdat wij de kerk van Santa Clara Iteld werden. Ik ben naar Milaan komen let was een klem vertrek, waar hij zich een ander op. spaarden, die de beschermheilige van jjien door een land heen, waar memand bevond, met mo-aik ingelegd, schitterend „Dat zijn natuurlijk aanhangers van dichters moet zijn niet waar de Lana?" meer een vinger tegen u durft opheffen, van licht en vol me: schen de fleur van Mastino della Scala," zeide Visconti. Het „Dat dacht Francesco Pctrarca ten Zelfs de edelen kwamen naar mij» paard •dei adel en van het leger. was de eerste maal dat dezen naam werd minste," voerde een edelman lachend toe om mij te helpen afstijgen. En nu „Duizenden, edele heer mannen, vrou- urtgesproken en Visconti merkte met aan. „Het was een gelukkige dag voor kom ik hier om u deze aan te bieden als. wen, kinderen, en een paar belangrijke ergernis dat zij allen her stilzwijgen be- hem toen hij de kerk van Santa Clara bewijs van mijn slagen hij schikte -- hielden, „Mastino della Scala, zeide ik binnenging 1" zich ter zijde en wenkte een der zij waren hem toegedaan." „Hij had waarschijnlijk reden haar soldaten achter hem toe om nader te tre- „Ja, edele heer, hem of d'Estes." dankbaar te zijn den. Toen nam hij twee standaarden van „Gij zult ze allen over de kling jagen, „Wat Ugo niet had," glimlachte Vis- bem aan, welke hij op gebogen knie aan „Allen conti. Visconti's voeten neerlegde met „Ziehier „Zonder uitzondering 1' zeide Vis- „Dat weet ik met, edele heer. Voor het bewijs de banier der Gonzaga's en Laten zij de andere helft plunderen 1" cona. „Ik wensch geen onderdanen welke een vervelenden kerel zooals hij was die der d'Estes riep Visconti ui", „plu ideren tot er niets over Delia Scala's graf zouden weenen heeft hij toch roem geoogst, welken hij Beide waren aan flarden gescheurd, «neer over tV Pn lief inrfeei en nieuwe samenspanningen smeden anders nooit gzhad zou hebben." met bloed bevlekt en de wapenteekens We zullen de steden met den grond gelijk „Wrar de üicbter handig voordeel uit eraf gerukt maar toch de vlaggen, die mannen ook een oneindig aantal pa' leizen om te plunderen „En Nova a „Men is no oezig de vlammen uit te •laan zij re tgen dat alleen maar eene helft van de stad verbrand is. meer over is. En het kasteel ,,Tot den grond toe verbrand „Niets dan asch," zeide een ander, maken en de bewoners over de kling jagen, getrokken neeft," zeide Visconti. „Er staat alleen nog maar een bastion gloeiend rood over Modena er, Mantua gewapperd had- Ik heb geen gevangenen noodig ais be- „Hij wendde zijne liefde tot nuttig ge- den. Allen barstten in wilde vreugdekre» wijs van mijn overwinningen. Dus zorg bruik aan, want hij heeft met zijn Laura ten tut, gek van blijdschap over deze „Ja, dat hebt ge zelf ondervonden, er voor dat het gebeurt, de Lana." heel wat goudstukken verdiend 1" overwinning, da Ribera", riep de officier naast hem Sidderend bleven zij zwijgen en bewe- „Zegt gij dit niet uit ijverzucht, edele Visconti richtte d'Arezzo op en plaat lachend uit, want gij hebt getracht er zen daardoor dat Visconti de meester heer, omdat Petrarca zijne boeken aan ste hem naast zich aan tafel, de vlaggen over heen te rijden I" was. Venetië vermaakt heeft aan zijne voeten. „Het heeft hem zijn paard gekost!" „Spaar de kerken," zeide hij „en zorg „Laat hij zijne boeken vermaakt heb- „Gij zijt schitterend geslaagd!" riep lachte een andere. er voor dat de relieken met overeenkom- ben aan wie hij wil. Ik zeg dat hij een hij uit. „En wij hebben ook goed nieuws „Doch ik heb mijzelf gered, en dat is stigen eerbied naar Milaan gebracht wor- goede zakenman was," voerde Visconti een belooning waard, edele heer 1" den. Da Ribera, gij weet meer van Novara lachend aan. schreeuwde de Ribera, „want daardoor af dan de anderen hebt gij er kerken ge- „En een vervelend dichter," zeide de behoudt gij een belangrijk krijgsman 1" Zien V Lana. „Het zal niet vergeten worden 1" lachte „Er is er een gespaard, edele heer de „O Fiametta 1" riep Visconti lachend Visconti. „Laat deze goede raad uw be- kerk van Santa Clara." uit „Joanna, Napels cn de blauwe zee een glimlach wees Visconti naar het open looning wezen vergeet niet dat bran- „Wij trachtten de monniken te redden Zijn dit uwe beschermheiligen, de Lana?" venster. „Dat is vannacht gebeurd." dende streken gevaarlijk zijn, wat een voerde Martino della Torre aan, „doch „Neen, dat boek van flauwe liefde be- „De laatste der Scaligeri Nu zijt^gij zeker groot Franschman te Rouaan met zij weigerden gered te worden en keerden valt mij ook niet." antwoordde de Lana. inderdaad meester van Lombardije." zijn leven moest boeten en nog niet in het brandende klooster terug ons toe- „Lichte kost van een Florentijn 1" „Van Vercelli af totaan Belluno toe 1 lang geleden verscheidene belangrijke toeschreeuwend hij hield on „Ik geloof met dat git het ooit gelezen rjep de Lana uit. Duitschers te Milaan „Wat vroeg Visconti. hebt," zeide Visconti plagend. „ik zai hen, die mij geholpen hebben, Mastino della Scala zal ons verder met meer hinderen 1" ,Is hij dood nep de bevelhebber urt „dood?" „Kij ligt beneden in den tuin.Met niet vergeten," zeide Visconti die om meer wijn vroeg en zelf Arezzo inschonk. „Ik zal bewijzen, dat ik niet gierig ben voor mijne vrienden Uwe gezond heid Arezzo Üit aller monden klonk om ue tafel heen, de naam van den over winnaar. Alleen Giannotto bleef zwijgend in zijn hoek zitten, wat Visconti niet ont- ging. „Geef dien kerel daar een glas wijn riep hij lachend uit. „Wees niet bevreesd, Giannotto gij zult niet vergeten wor den. Er zijn paleizen genoeg om te plun deren en gij zult er ook een hebben Drink 1" voegde hij er gestreng'bij, teen Giannotto den wijn met eene veront schuldiging weigerde. „Drink uw glas leeg, dat zal uw bloed wat warmen of ik zal 't op een andere wijze doen." Giannoto nam het glas aan, doch zoo danig, dat hij den slanken steel ervan in de hand brak en het roode vocht, als versch vergoten bloed over den zwart en witten vloer verspilde. „De kelders zijn niet zoo vol, dat wij goeden wijn kunnen vermorsen," merk te. da Ribera op. Doch Visconti lachtte. trok de kaart weer naar zich toe en wees er Arezzo iets op aan, zonder verder acht re slaan op Giannotto, die somber in zijn hoek bleef zitten, en met doffe belang stelling keek naar wat er voorviel, als had hij er niets mee te maken. Hij had oien nacht niet geslapen en gevoelde zich o uzeüg en ontstemd. Hij kon Mastino, aie nog maar kort geleden gedood was, met uit zijne gedachten zetten. Toch leek het hem een eeuwigheid toe Mas tino die buiten in den tuin lag en den prachtigen ochtendstond verduisterde met de afschuw van zijn verminkt ge laat. Hij zat met zijn rug naar het venster, de blikke gericht op hen, die om de tafel heen zaten inderdaad een prachtig schouwspel. De achtergrond was van mozaik, zwart en zilver, goud en wit; heiligen met schitterende stralenkram en om 't hoofd krijgslieden in flikkerende -wapenrustingen, kalm en waardig een prachtige muurversiering waartegen de _<rijgslieden in het vertrek met hun roo- ue mantels en gekleurde wambuizen vo! jinveelen in rijke kleurenpracht uitkwa men, terwijl hun praten en lachen vroo- lijk weerklonk. Een schouwspel schitte- rend van leven en kleuren. Pofmouwen en kwasten bewogen zich over de veel kleurige marmeren tafel, welke beladen stond met gouden en zilveren bekers van allerlei vorm fijne melk-witte, blauwe of beschilderde glazen, waarvan sommige teeder gevormd als bloemkelken, andere vreemdsoortig gekronkeld als slangen •met oogen van smaragd. Het middel punt van deze groep was Visconti, die met gretige belangstelling over de kaart zat heengebogen, zijn mantel van bro kaat over zijn stoei teruggeslagen. „En wat Turijn betreft," hoorde Gian notto hem zeggen door het gewar van stemmen heen, „eerst trekken wij op Magenta aan." Een twaalftal monden her haalden 'net woord wat Giannotto on verschillig aanhoorde De zon, die de kamer binnenstroomde, kaatste terug op het goud en zilver in den muur en op Arezzo's wapenrusting. Vis conti gooide een glas om en teekende in oen wijn die op tafel gemorst was zijn plan van Turijn, wat de Lana, gretig naar vo ren geleund, met belangstelling volgde. Giannotto sloot de oogen en leunde tegen het venster aan. In zijn koortsachtig brein kwam dit alles hem onnatuurlijk ,!oor, terwijl de twee verscheurde banieren een noot van afschuw voegden aan alle praal en overwinning. Banieren van Man- ua en Mode a - dit beteekende inder daad zeer veelHoeveel levens waren er niet in wilden doodsangst en wanhoop vergooid om 't mogelijk te maken dat oeze banieren daar thans tegen den muur aanstonden „Mantua bood wanhopenden tegen stand," zeide Arezzo. „Doch Della Scala had de stad vreeselijk verzwakt,." „Della Scala I" riep Visconti uit. „Ja die ligt nog in den tuin. Zorg ervoor dat hij binnengedragen wordt, da Ribefa. Nu ik heel Lombardije heb, schiet er wel een graftombe over voor hem 1" Da Ribera verliet het vertrek en het ge sprek werd er niet door gestoord. Viscon ti's gedachten waren bezig met de ver dediging van Turijn en die van Modena, de Lana met den weg naar Vercelli. Doch hier stelde Giannotto geen belang in. Zijn hoofd deed hem pijn en met vreemd soortige volharding bleven zijne blikken gevestigd op Visconti's zegepralend ge laat. Het scheen lange tijd voor da Ri bera weer terugkwam. Toen hij zich weer in 't vertrek bevond ontstond er een plotselinge stilte wegens een vreemd soortige uitdrukking on zijn gehat. ..Wat is er?" vroeg Visconti. Giannotto leunde met gespannen aandacht naar voren om zijn antwoord op te vangen. Doch hij antwoordde niet aanstonds. „Wat is er 'hernaalde Visconti ver toornd. „Wij hebben Della Scala gevonden," zeide Ribera, die eindelijk zijn stem weer meester was, „doch ook nog iemand an ders." „Zoo riep Visfonti uit, als door een plotselinge gedachte getroffen. „Wie nóg meer, da Ribera „Dat kan ik niet zeggen. Doch er ligt een doode vrouw in den tuin. Zij ziet eruit alsof zij slaapt, op 't gras, doch zij is dood." Visconti stond zoo haastig op, dat hij eenige glazen niet zijn mouw van de tafel sleepte, en Arezzo ervan schrok, „Dat moet Isotta d'Este zijn 1" riep hij uit, „de vrouw van Mastino „Is Isotta dood vroeg de Lana, en de anderen vroegen hetzelfde, „Hoe zou Zij nu hier komen, en dood „Alleen de dooden zouden hierop kun nen antwoorden," zeide Visconti. „Nu herinner ik mij wat Mastino zeide, het was iets over haar 1 Maar misschien is 't de hertogin niet. En, zooals gij zegt, hoe zou zij dood kunnen zijn, en hier?" „Ja, hoe zou zij dood kunnen wezen herhaalde de Lana. „En toch, wat...." doch hij zweeg, en zijne oogen ontmoetten Giannotto's blik. De geheimschrijver herinnerde zich plotseling hoe Visconti, denkende aan een andere doode, met een somber gelaat had gezegd, „als zij was blijven leven, zou ik het niet gedaan hebben Giannotto stond op. Thans begreep hij. Vlak achter Giannotto was een muur schildering, een paneel tusschen twee ramen in, Sint Sebastiaan die met pijlen doorstoken, glimlachend naar den hemel opzag. De figuur kwam schitterend'uit op een blauwen achtergrond. Met de nieuwe wetenschap, welke in zijn brein was opgekomen, stond Giannotto de schil dering slechts half bewust te beschouwen. De handen geklemd aan den houten rand daaronder, ging er een soort van gebed uit zijn ziel op, dat de heiligen en marte laren zouden gedenken, dat hij in deze misdaad niet betrokken was geweest. Visconti wendde zich om, ten einde het vertrek te verlaten. Met gekletter van wapenen en een kleurenvertoon van rood en blauw traden de edelen terug. Het vertrek was thans vol gouden zonlicht. „Zou hij naar haar gaan zien?" vroeg Giannotto zich eenigszins vaag af. Toen hij een pas deed, stuite zijn voet tegen iets aan, dat op den grond lag. Hij bukte zich en schrok. Toen zag hij scherp om zich heen of iemand ook op hem lette, bukte snel en raapte het op. Het was een klein stilet, dat misschien daar neer was gevallen gedurende de gebeurtenissen van den nacht en vergeten was blijven liggen, een klein wapen met een lang, blinkend lem met. Hij liet 't in zijn kleed glijden, waar om wist hij zelf niet, 't gaf hem een ge voel van veilig zijn. Het was reeds lang geleden sinds Visconti's geheimschrijver een wapen gedragen had, zelfs zulk een klein wapen. „Met goede paarden zouden wij Ma genta moeten bereiken, wanneer, de Lfena vroeg Visconti zijne handschoe nen aantrekkend. „In twee dagen, edele heer." „En Turijn „Indien wij geen tegenstand aantref fen," begon de Lana. „Tegenstand herhaalde Visconti lachend „Lombardije behoort ons thans toe, beste vriend. Tegenstand." „Zou niet zeer verstandig zijn," vulde da Ribera aan. „En zou niet veel baten," zeide della Torre 'diep buigend. De schitterende krijgslieden gingen Giannotto langs, die onder Sint Sebas tiaan was blijven wachten. Visconti bleef staan en zeide „Ga met ens mee, Gian notto. Ik zal u misschen noodig hebben." Gianno.to stak de hand in de borst van zijn kleed. Hij voelde het gevest van het stilet en vroeg zichzelf af waarom hij het eigenlijk had opgeraapt. De deuren werden opengeworpen voor den hertog en teen hij met zijn gevolg de trap afliep, sloop Giannotto tusschen hen in naar zijn plaats, achter Visconti. Be neden was het vol menschen en rumoer, het komen en gaan van soldaten en hove lingen, die opgewonden spraken en lach ten en in de verte het geroffel van trom mels, want het leger maakte zich gereed om op marsch te trekken. Het voorge deelte van het pakis zwermde van men schen. Ook hoorde men het ratelen van kanonnen, de nieuwste uitvinding. Overal klonken bevelen en de zon scheen helder neer op de vlaggen, wapenrustingen en wuivende gekleurde pluimen. Visconti begaf zich echter naar den achterkant en gine de trap af die naar den tuin leidde. Hier was 't stil en kwam het rumoer slechts gedempt door. De leuning van de trap en het terras wa ren eik begroeid met witte, rose en knr- mijnroode roozen, welke reeus aan het uitvallen waren. Vele lagen vertrapt op het marmer neer. terwijl lange takken af gerukt waren. Visconti merkte het op en zag dat Ribera met een glimlach aan.Deze glimlachte terug en zeide iets dat iedereen deed lachen. Visconti had in zijn gevolg mannen van ouden adel, prinsen zelfs doch niemand dorst ernstig zijn als Vis conti glimlachte, en allen streefden er naar door hem opgemerkt te worden. Onder aan de trap was het gras ver trapt en met bloed bevlekt. Naast de lean- ders en olijfboomen, die slap neerhingen in de zon, waren eenige soldaten bezig iets van den grond op te lichten. Visconti bleef staan. Toen zeide de Lana „Della Scala," „zij rijn bezig hem weg te halen, volgens uwe orders." Visconti stond een oogenblik na te dek ken met de kin in de hand en zeide „Zeg dat zij hem weer neerleggen." Toen liep hij zacht de stoep af. Met een vreemden, killen afschuw keek Giannotto naar zijn glimlachend gelaat en toen naar de anderen, om te zien of hij hetzelfde op hunne gelaatstrekken kon lezen, doch dat was niet het geval. Op de Lana's onverwacht be^pl bleven de soldaten staan en legden hun last- aan Visconti's voeten neder. Mastino delli Scala Visconti herhaalde den naam en greep naar zijn dolk. Mastino della Scala 1 de man die hem in zijn leven lang in den weg had gestaan, geminacht en tegengewerkt had, telg van het trotschste geslacht in Lombardije, een geslacht zonder smet of blaam, om hier en op zulk een wijze aan zijn eind te komen Visconti trad naderbij om zijn vijand in het gelaat te zien. „Hij was niet schoon, deze Della Scala," zeide hij. Toen keek hij stilzwijgend op, en om zich heen met eene niet te beschrijven ver voering van vreugde en voldoening. Hij had alles verkregen waar hij om geiraagd had meer zelfs Hij, Visconti, hertog \an Milaan, kon niet meer wenschen dan wat dit oogenblik hem schonk een volko men triomf „Hij ligt in flarden 1" merkte da Ribera op, die hem nieuwsgierig beschouwde. „Hij moet gevochten hebben als een krank zinnige „Hij was krankzinnig," zeide Visconti. „En de dame vroeg de Lana plotse ling. „Waar is zij, edele heer?" Zijne handschoenen toesnoerend, bleef Visconti een oogenblik wachten en voeg de hem toen over zijn schouder heen toe „Zij schijnt uwe gedachten zeer te vervullen, de Lana 1" „Doch zou het de hertogin wel wezen vroeg da Ribera. „Ik heb Isotta d' Este nooit gezien, dus ik weet het niet. Ik heb haar laten liggen waar ik haar gevonden heb op het gras, onder die laurier struiken. Doch dat hef een edelvrouw is Hij wees naar een launerboschje, waar leliën omheen groeiden. „Ja, het is de hertogin 1" riep een ander. „Hoe komt het dat zij dood is vroeg de Lana en zocht wederom Giannotto's blik. i „Ja, hoe komt het zeide Visconti met een vreemden glimlach. „Men kan op zoo veel manieren sterven Ik zal zelf gaan zien, en als het inderdaad Isotta d' Este is, zal zij overeenkomstige eer hebbenen hij liep nrar de laurierstruiken toe. De voorhoede van het leger was reeds in beweging en marcheerde langs den tuinmuur en den ingang, waar Mastino was komen binnenrijden. De wimpels van hun vaandels staken boven den begroei den muur uit en toen Visconti met zijn gevolg bij 't laurierboscnje aankwam, klonken de trommels luid en krachtig. Op de stille gedaante neerziend in haar, verfrommelde, bevlekte witte en purpere kleeren, zeide Visconti fluisterend, doch met een strak gezicht, dat geen verwonde ring toonde, Isotta d' Este „Zij is dood 1" zeide de Lana na een poos, en keek hem aan. Met een zachten lach en flikkerende oogen voegde Visconti hem toe „Heb ik u niet gezegd, dat Della Scala gek was hebben wij hel gisterenavond niet ge zien „Dus het is de hertogtn fluisterde da Ribera. „Men zegt, dat zij zeer schoon was." Zij was blijven liggen waar men haar van onder de struiken getrokkeh'd,ha r klee ren dicht o n haar heen, het hoofd afge wend. Met onhandige teederheid had Mastino haar zorgvuldig onder zijn mantel bedekt, haar sluier over haar gelaat heen om haar voor kou en regen te beschutten. Zijn laatste, gefluisterde woorden ware over haar geweest een aanroepen ran iemands me'-scheliike gevoelens, om te zorgen dat Visconti bet gelaat van ziin slachtoffer met zou aanschouwen of haai bezoedelen door haar aan te raken. Gian- r.ocio w„s er.plotseling zeker v^u. Hij ,..,d alleen maar een bijna onverstaanbaar fluis teren gehoord, doch op ait oogenblik be sefte hij er de beteekenis van. De muziek, de kleuren, de zonne schijn, het koude, spottende gelaat van Visconti, alles begon voor Giannotto's oogen te dansen en te warrelen als een vi sioen in een droom. Kij hoorde Visconti spreken met Arezzo, zag dat deze tukte en den mantel oplichtte, deed toen een stap terug en stak zijn hand in zijn berst. „ïsotla d' Este 1" zeide Visconti zich tot de anderen wendend. „Waarom, waar voor moest zij alles verliezen vroeg hij op het doode gelaat wijzend. „Zijne vrouw voerde de Lana aan» het hoofd afwendend. ..Ja, goede vriend en vergeet het niet. De vrouw van Della Scrla 1" zeide Viscon ti waarschuwend zijn schouder aanrr ker>cu Zij draaiden zich om ten einde heen te gaan wat Giannotto met een gevoel van verluch ting zag, toen Visconti opeens weer terug kwam om nogmaals de arme doode te zien. Zijn gelaat toonde noch vrees, r.och spijt, noch verbazing, allee)maar triomf en Giannotto voelde langhaam het bloed van zijn hart naar zijn oofd stijgen. Hij trok het stilet half te voorschijn. „Donna mia," zeide Visconti haar met een glimlach toesprekend, „wij moeten niet zoo koud scheiden, gij en ik ik Zal u een mooi graf geven in Verona in Veron.-, dat thans rood ziet van het bloed en brand, donna mia," en hij knielde naast haar neer, de lauriertakken en de leliën om haar heen terugbuigend. „En dit meen ik," zeide hij zich over haar heenbuigend, een kus drukkend op haar koude gelaat het gelaat van Marti no's vrouw. Zij, die wachtten, maakten een gebaar, en toonden thans geen glimlach. Alk oogen waren afgewend, doch niemand sprak een woord, Nogmaals bukte Vis conti zich en kuste haar waar hare lokk :a op het voorhoofd lagen. Toen knapte er iets in Giannotto's brein. Hij scheen een stem te hooren die bem met dondererc geweld toeriep „Rechtvaardigheid Zijn hand vloog uit Zijn borst te voorschijn en op de knielende gestalte neer, terwijl hij met een bleek, be zield gelaat iets uitriep en Visconti, door den rug gestoken, naar voren viel. „Verraad 1 riep da Ribera uit, nauwe lijks ziende wie het gedaan had. „De her tog is gewond Visconti greep naar de bloemen en viel zonder eenig geluid te geven. „Dood 1" riep de Lana uit. „God is rechtvaardig 1" „Dood de hertog is vermoord Met een bleek gelaat bukte d' Arezzo Zich over hem heen, doch della Torre trok hem opgewonden aan den schouder met „Hij is dood kom mee wij moeten aan ons zelf denken 1" Arezzo sprong op de been. „Naar Milaan 1" gilde della Torre. „Hij laat geen erfgenamen achter 1" Visconti ademde nog. Hij worstelde, en Giannotto drong met wilde woorden naar hem toe. „Ik heb het gedaan Visconti Het is mijn werk verstaat gij Hoort gij het Ik wist wat gij gedaan hadt dit is mijn werk „Uit den weg 1" gilde della Torre hém terugtrekkend, knielde reer, n kte den Zegelring van Visconti's hand af, sprong weer op en schreeuwde toen „Naar M* laan 1 Haast u wat Naar Milaan 1" „Naar Milaan herhaalde Arezzo „naar Milaan en het leger „Terug laat mij door riep de Lana uit en richtte Visconti op. „Hij is dood „Hij is bijna dood, Naar Milaan De tuin was in ziedende verwarring. Het bericht verspreidde zich als een loo pend vuur. Iedereen dacht aan zichzeli en handelde ovt reenkomstig. En Gian notto, het werktuig.van wraak, lag kreu nend op de knieën. Zij stormden met zulk een geweld den ingang uit en kwamen zoo cicht langs Visconti dat hunne voeten zijn gezicht bijna aanraakten. Della Torre sloeg hem, voorbijstuivend met zijn handschoen. De Lana tilde liem'van het gras op, doch met ee laatste poging schudde Visconti zich los en viel neer. „Milaan 1" snikte hij. De Lana boog zich over hem heen en hoorde hem een gebed prevelen meer niet. „Milaan 1" De lucht weerklonk van oorverdoovende kreten en stemmen, en trilde van koorts chtige opwinding. Een vlucht duiven werd er verschrikt door opgejaagd. Met schitterende kleuren vlo gen zij over de Lana heen, zoo dicht bij, dat hunne vleugels hem bijna aarm-kten. Op dat oogenblik klonk er 'n vreeselijke kreet, „Mijn heerriep de Lana uit, „mijn heer Doch hij wist dat Gian Visconti mei meer leefde. FTNDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 12