71 O m KvK tt V) lVI V "t Kerstkindje. Kerst-Engeltje. W Humoreske door Louisvé. De Kerstmannetjes, een zeer gewilde aantrekkelijkheid voor de-Berlijnsche jeugd. De Kerstboom voor de kinderen. l\\ Ik wist, dat je terug zou komen, lieve ling nu op Kerstdag, nu alle roenschen ver heugd zijn. Nu er vrede is onder de roen schen van goeden wil Amen, spraken Anne en Oom, die in de deuropening dit tooneel hadden gadegesla gen. Op een eenzamen weg. bij het dorpje Badlust lag een gezellig café'tje, waarin be halve de tafeltjes, stoelen en karaffen, de blozende waardin Betsy Mooi steeds te vinden was. Voor geen geld van de wereld zou ze het erfdeel van haar vader, in casu het café'tje, in vreemde handen willen zien en hoewel ze graag zou trouwen, al was het maar, dat ze dan niet meer zelf hoefde te bedienen, zoo vond zij zich ondanks haar vijf en dertig jarigen leeftijd toch nog een te benijdenswaardige partij, dan dat zij.zoo maar den eersten den besten tot kellner- echtgenoot zou willen verheffen. Nu was er. b'j de getrouwe bezoekers, die in hoofdzaak uit gepensionneerde zeelie den bestonden, een, die telkens, wanneer bij drie potjes bier verorberd had, om baar hand vroeg, maar ook- even zooveel keeren geweigerd werd. Zij vond hem met dat ruige baardje niks geen „gentleman" en steeds als hij binnenkwam, vergeleek zij zijn kop, met den ragebol, die aan een touwtje achter de kastdeur hing, 't Was op een guren avond in het begin van de maand December, dat de pretendent naar haar hand, bijgenaamd Joe Bens weder binnen kwam stappen, en zijn gebruikelijk potje bier bestelde. Bij zijn derde glaasje stond hij op, ging naar het buffet en begon weer zijn aanzoek. „Mijn gevoelens voor jou zijn nog steeds onveranderd," begon hij op zwaren toon, welke hij tevergeefs 'n zacbten klank poog de te geven. „Nou dat treft," antwoordde zijn uitver korene, „de mijne voor jou ook. Maar ik vind 'f toch wel eigenaardig, dat je altijd eerst drie potjes bier drinkt, voor je die nonsens uitkraamt." „Ach," kreunde de verstootene, „dan heb ik meer courage." „Ben je soms bang, dat ik je zal opeten," meende de buffetdame. Joc keek eens naar de strak gespannen huid van zijn „Betsy' waar geen pink-pil meer zou bij gekund heb ben, anders was het vast en zeker gebarsten. Hij zei echter niets. Langzaam slenterde hij weg en deed de deur achter zich dicht. Buiten gekomen haalde hij een stukje car ton voor den dag, waarop hij met een stomp- je potlood een krasje mankte. Van zijn ver schillende nederlagen scheen hij boek te hou den, want er stonden reeds verscheidene streepjes op, die alle onder dezelfde om standigheden er op gezet waren. Troosteloos kuierde hij op dien kouden December-avond weer naar zijn woninkje te rug. In het heengaan had hij reeds diverse luchtkasteelen gebouwd, boe zijn aangebe dene net een soort Kerstkindje had kun nen worden, want als ze toegestemd had, zou hij al met Kerstmis getrouwd wil len zijn. En nu? Kon hij toch maar iets vinden, dat haar hart zou vermurwen; om cadeautjes gaf ze niet: bovendien vond hij zooiets toch te duur. Hij ging aan het re kenen, hoeveel het hem al gekost zou heb ben, als hij iederen keer vóór zijn aanzoek een mooi bouquet bloemen gestuurd had: Hij moest er niet aan denken. Daar schoof hem in eens iets te binnem Hij moest haar door een of ander middel toonen, dat bij onmisbaar was voor baar, dat het noodig was, dat zij zich door een man liet beschermen. Wacht! zoo zou bij doen, nu maar de geschikte persoon en Jan Uit de mistige tucht dooa een_ gestalte op; de gepensienneerde onderofficier Jobs tfing zijn avondwandelingetje doen. On danks zijn vijftig jaren was het toch nog een flinke baas. Zijn grootste genoegen was om iets voor niks te kunnen krijgen. Zoo gauw kreeg hij dan ook niet onzen Joe in dc gaten, of bij stevende op hem af en na een „G r. avond maat," klonk het direct; „Heb je misschien een pijpje tabak voor me?" t Joe gaf hem bet verlangde en nadat bij zelf ook zijn pijpie had opgestoken, vroeg hij plotseling: „Zeg, Jobs, zou je misschien een gulden willen verdienen?" „Wat een idiote vraag: natuurlijk wil ik dat," mompelde Jobs onder een Hinken haal aan zijn knetterende pijp, die tevens voor misthoorn scheen dienst te doen, „Nou eh kijk zie je 't is een moeilijke dilliberalie, zei Joe, die graag vreemde woorden gebruikte, doch meestal verkeerd. „Je weet, ik heb mijn- hart verpand aan Betsy, maar ze vert'kt 't gewoonweg, o.n t aan te nemen. Nu dacht ik zoo, als ik haar eens zou verlos sen uit de handen van een inbreker.... snap je?" Nee....'niet erg. want waar is dan die inbreker?" „Juist, dat is nou luist de kwestie die inbreker ben jij! „Hèèè! Ik.... iabre.... en de brave Jobs, op wiens naam geen enkel stofje voor kwam, was zoo verbouwereerd, dat 'n groote haal tabak, halverwege zijn longen bleef steken en hem zoo goed als deed slikken. Joe schrok er zelf van en hij haastte zich dan ook er bij te voegen: „Ja, maar niet echt.... zoo maar... ie doet net of je inbreekt en dan kom ik haar uit jouw handen verlossen, snap je.... en clan trouwen we." „We?" vroeg Job, nog onnoozel-ver- baasder dan eerst. „Nee idioot, zij en ik natuurlijk, Ik ben dan haar held. snap je." Ja, nu snapte Jobs hebt ook, maar voor een gulden wilde hij dat niet doen. „Minstens twee rijksdaalders en anders doe ik 't niet," klonk 't gedecideerd. „Want je begrijpteen vrouw met een café'tje is minstens tienmaal zoo veel waard." Dat zag Joe ook wel in en na eerst nog geprobeerd te hebben een daaldertje er af te pingelen, besloot hij toch maar om, toe ie stemmen, Goedkooper kwam hij toch niet uit. „Maar," zei Jobs wantrouwend, „we mot ten een contractje opmaken, want als^ f eenmaal goed gegaan is,( kan ik misschien naar mijn centen fluiten," En zoo werd midden op straat, onder den vriezenden hernel hef imitatie-inbre- kerscomplof op papier gezet, en werd de uitvoering ervan bepaald op den anderen avond negen uur. Met 'n „G'n avond scheidden zij en Jöe vond t lang zoo koud niet meer als eerst. Hij beloofde zich zelf reeds het honderdvijfenzeventig pond zware kerstkindje Betsy, plus een café tje.... Eindelijk was dc door Joe zoo ongedv.1' dig verbeide avond aangebroken en zwiert hij reeds een uur voor de afspraak in de omgeving van het huis met inhoud, rond Toen het vijf minuten voor negen was, be gon hij al, eerst zachtjes en met iedere mi nuut harder, op dien ontrouwen, lamlendi- niet de revolver. Wat hij in dit geval doen moest, daarvan werd in het heele contract met geen woord gerept, en honderdduizend rillingen per minuut liepen over zijn rug. In het midden van de gang was hij als ver steend blijven stam, maar d„ar hel wapen gekletter al' meer en meer toenam en ten slotte Betsy's stem nog beloofde iedereen te zullen neerschieten, die zij zou ontmoeten, toen werd het hem toch wel wat al te kras en zoo snel als zijn boenen hem konden dragen, snelde bij de gang verder in, rukte aan het eind ervan een deur open en kwam in een kamer terecht waar een groote kast stond. Zonder zich een oogenblik te beden ken, maakte bij de kastdeur open. sprong er in en deed de deur achter zich dicht. Doch door de groote haast, bleef de slip van zijn jas tusschen d deuren uitsteken en toen Betsy, die hem met allebei haar wapens in de vuist op den "oet gevolgd was in het ka mertje kwam, verraadde het stukje split van de jas direct de plaats waar bij zat. Betsy bedacht zich geen oogenblik en krik, krak, draaide v] den sleutel in net slot om en zoo zat onze arme Jobs gevangen. „Zie zoo, mannetje, jij bent geknipt," schreeuwde Betsy, zoodat de kastdeuren dreunden, „En geef eens antwoord: wat kwam je hier doen, en hoe heet je." En toen er geen geluid uit de kast terug kwam, dreigde zij: „Als je geen asem geeft, schiet ik net zooveel gaatjes in de kast, dat je er als een zeef uitkomt, begrijp je dat mannetje. En nou vlug een beetje." Even was bet stil en toen hoorde Betsy een eigenaardig geluid onder de kier van de kastdeur. Zij zag hoe een goor papier- heb.... hem dood.... dood.... gescho- ten itHèdd.... ood." stotterde Joe, bleek van schrik, „d-.. oodge.... scho.... ten?" „Ja.... hij wou.... me... vermoor den.... en toen.-., toen....' „Dood..., ge.... schoten," repeteerde Joc, en zijn knieën knikten op een erbar melijke wijze, „dood... dood. „O, Joe.... ga moenaat binnen hij ligt in het achterkamertje o ga.... mee, ik durf niet alleen. en tegelijk trok zij den dcodsbleeken en bibberenden pretendent mee naar binnen, naar hel ach terkamertje En ja.... daar lag in een hoek hel stijve lichaam van zijn maat. die voor vijf guldentjes eventjes voor inbreker zou fungeeren. 't Koude zweet parelde hem op zijn voorhoofd en bleek van ontzetting staarde bij van het lijk naar Betsy en cm- gekeerd. „O Joc, ik ben zoo bang.... want nou komt de politie en die baalt me weg.... en dal wiLik niet.... want ik kon er toch niets aan doenik schrok zoo O Joe. je mot me helpen.de politie mag ei niks van wetenwe motten bem h(er in den tuin begravenja"". *?oor 'e 'tga nu, vooruitik zal je een schop geven en dan moet jij het graf gra venvooruit, gauwgauw.... En Joe, die eerst niet wist hoe hij het had, stond tenslotte al in den tuin met een schop in zijn hand en bleek en bevend vloog de eerste schop aarde ^den grond uit. Bij iederen schep keek hij links en rechts en „floep" gooide hij weer een grooten kluit weg. Hoe was t mogelijk; gen maat Ie schelden, die natuurlijk Op het laatste oogenblik zich bedacht .:s«t. Juist was hij van plan met verdubbelde woede zijn reeds geloódste portie scheld woorden op Job te verdubbelen toon de lang verwachte eindelijk arriveerde en op zijn dooje gemak kwam aangeslenterd. Joe's grootste verwensching loste op in een diepen zucht en weldra hadden zij ae laatste hand gelegd aan de inbrekersver momming. Afgesproken behoefde cr n>c's ™e€r worden. Joe zou in de omgeving blijven en zoodra juffrouw Betsy om hulp zou roepen, zou ook de reddende engel in Joe s ruige gedaante verschijnen, den inbreker op de vlucht drijven en de, natuurlijk flauw vallen de Betsy met een dosis Hoffman druppels, speciaal voor dit doel gekocht, bijbrengen. Hij voelde zich reeds als bruidegom en vjak achter een groote regenton wachtte hij op het noodgeschrei. Heel voorzichtig hep inmiddels Jobs, door het reeds in duisternis gehulde café'tje en juist was hij in het gangetic be land, toen hij voetstappen boven zijn hoofd hoorde. ,Brrr," hij griezelde er toch even van tje cr schuchter onderuit kwam gluren. „Daar zal je het hebben, dacht ze, cn trok het er geheel u't. Jobs wist namelijk niets anders te doefi dan maar eenvoudig het contractje, dat hij met Joc gemaakt had, onder de deur door te schuiven. On der het lezen werd haar alles duidelijk en voor alle securiteit de revolver in haar hand houdend, opende zij de deur. „Zoo, zoo. Is 't 'm dat. Kom in d'r maar eens uit. Zoo. En nu ga ie daar in dien hoek liggen, met je gezicht op den grondzoo.... nee, languit.en wat er ook gebeurt, je beweegt je niet, an dersen haar revolver schitterde ver dacht. Als een gedresseerde bond deed Jobs wat hem bevolen was en nauwelijks lag hij languit op den grond of boven zijn hootd klonken drie schoten. Tegelijkertijd vloog Betsy luid schreeuwend, het Kamertje uit, de <iang en het café'tje door, den stillen landweg op Joe. die geduldig achter zijn regentonnetje had zitten wachten en hij" niets hoorde, Avas gjjan denken, dat zijn lieve vriend zich kalm aan dc brande- wijnflesch "te £ocd had gedaan en in slaap ho'S' hij met1 de beste bedoeling bezield wa's gevallen, was door de schoten plotse- noewei mj mei opkrikt en nveremd tfcsnrontfen. nycwei t«i tP i was „Kom." praatte hij zichzelf moed in, „zij is toch maar een zwakke vrouw cn t* Daar hoorde hij echter iets, dat hem hel bloed in zijn aderen deed_ stollen. Betsy kwam naar beneden en duidelijk hoorde hij het geknars van een geweer en het over halen van den haan van een revolver. O, jé, daar heb je "t al. Inplaajs dat zij zou'beginnen te schreeuwen, zooals in* het contract stond, zou ze hem doodeenvoudig neerschieten, eerst met l geweer cn dan ÜVrtUCjj, wuo r ling opgeschrikt en overeind gesprongen. Toen vlak daarop „zijn Betsy luid gil lend naar buiten kwam, wist hij hcelcmaal niet meer hoe hij het had. Dadelijk ging hij echter op haar af en vroeg eenigszins onzeker, wat er gebeurd was. „O," huil-gilde Betsy, „er was een tn- 't ga nu, vooruitik zal je een nog geen half uur geleden ging het zoo goed en nou was hij voor zijn eigen maat al een graf aan 't gravenDikke zweetdruppels vielen rondom hem, tot hij eindelijk, na wel duizend keer te hebben rond gezien, de laatste schop aarde op het heuveltje wierp. Meer dood dan levend, sloop hij op het huis toe, waar Bctsv hem in de gang al opwachtte. „Is hel klaar Joe," fluisterde zij huilend, „ga jij dan maar gauw naar huis, dan zal ik hem er wei inleggen.... anders komt t misschien toch nog uit.... gauw ga nu...." drong zij aan, en Joe, tenminste een beetje verheugd, althans van dat, naar hij meende, vreeselijke werk ontslagen te zijn, holde zoo hard zijn beenen hem kon den dragen, naar zijn een uur ver gelegen woning en sloot zoodra hij binnen was, dc deur achter zich dicht. Den anderen morgen was hij ziek, maar 't kon hem niets schelen. \'OOrloopig durfde bij zich toch piet meer op den weg te ver- loonenen vooral des avonds zou hij voor al dc Betsy's van de wereld en alle café lies nog niet naar buiten zijn gegaan, Steeds zag hij zich nog in den nacht.... brrrr. Vijf weken lang zag niemand onze Joe, totdat hij eenige weken na Kerstmis weer vcor 't eerst zijn morgenwandelingetje ging doen. Angstvallig meed hij nog de woning zijner uitverkorene, tot hij op zekeren morgen door den zuren appel heenfeeet en bevend de deurknop van 't huisje, waar 'l drsma zich had afgespeeld, cpende. Angstig stapte hij binnen enhet eer ste was hij zag, was zijn vriend Jobs, die tafeltjes afstofte. Achter het buffet V' troonde genoeglijk glimlachend de Betsy van voorheen. „Zijn" kerstkindje was in dien tijd met „zijn" inbreker getrouwd ~Het 'as de 24c December. Wat je noemt „echt winterdag". Buiten was 't net n sprookje, want het had 'n beetje gesneeuwd en gevroren; toen was het weer gaan dooien en toen was het zoowaar weer „opgevroren De boomen waren met miriadan van stralen - ,-de ijsvarentjes bezel en he. geheele beijzel de landschap stond daar stil te gloriën en ie pronken in die ragfijne, grauw-witte pracht, alsof de wintcrelfjes alles onder weefsels van oude Fransche Kant hadden toegedekt. In de zitkamer bij den onderwijzer van Bakel hadden ze zoo lang mogelijk gesche- erd om te genieten van het beijzelde too- verlandschap, maar tenslotte waren de gor dijnen dichtgebaald; men bad gegeten en thee gedronken er. de drie kinderen hadden mogen helpen om hel kerstboompje op te sie ren. Dat was nu klaar en stond op een klein tafeltje gereed om aangestoken te worden. De familie van Bakel, vader, moe der, 'n tante en grootmoeder waren rondom êe tafel gezeten. De zoon, die geëngageerd was, zat met zijn verloofde ter zijde op de canapé. Het meisje viel bij de degelijke familie niet erg in den smaak; vooral jufbouw van Bakel had ie ai.ders voor haar zoon gehoopt, dan dit mo derne schepseltje, wier hoofdje door het le zen van allerlei malle boeken danig van streek was. Op een dag als vandaag voelde je dat nog veel sterker dan anders. Voor een kerstboom en kribbetje en al die oude, vrome gebruiken voelden de jongelui niets. Maar om des lieven vredes wille zwegen de ouders maar.... Zoo van lieverlede was net oogenblik ge komen om te beginnen Van Bakel had al eens op zijn horloge en naar de zwart mar- meren pendule gekeken en na een paar knik- jes van verstandhouding tusschen hem en moeder dc vrouw zou tante de kinderen gaan halen, terwijl zij den boom aan zou stek en, „Maar denk er om, dal ze zachtjes loopen. hoor Bets," waarschuwde juffrouw van Ba kel, „en niet schreeuwen en joelen, want onze EHa moet slapen. Ze is nog pas drie dagen hier, 't arme schaap, en nog moe van de lange reis uit Oostenrijk, denk er wel om, boor." „Ja," zei van Bakel, „ze is nog o zoo En thans ging moeder met 'n doosje iuci- ters 't boompje langs, streek de lucifers ai en stak een voor een de lichtjes aan, zich haastend en zich nu en dan bijna de vin gers brandend om toch maar op tijd kla„r t zijn. V/ant je hoorde tante al op de trap en het getrippel van de voetjes van de drie kleuters. Het ventje was 't eerst binnen, zette groote ,- -gen op, die vol bewondering naar 't mooie boompje keken, op den voel gevolgd dooi de twee zusjes, die, handjes klappend met tallooze o-uitroepjes, achter hem aan de ka mer indrongen. „Stl! Zachtjes aan, hoor," waarschuwde van Bakel. En de kinderen knikten, ze wisten het. Ze zouden zoet zijn. Nu schaarden zich allen om de tafel, met bet gezicht naar het Kerstboompje gekeerd, ook de beide jongelui, die hand in hand op de rustbank zaten, keken toe. Allen genoten van d vreugde, de opgetogen blijde gezichten van bet grut. De zusjes vonden het alles zóó, mooi, dat ze op haar teentjes liepen. Kleine Piet was in de wolken. „Oooh. moes, wattc mooie ringetjes," zei hij, op de ir.et fijne suikerkorrels bespikkelde chocola deringetjes wijzend. „En wat 'n heerlijk mooi sterretje daar bo ven in het boompje," zei met open mond bet oudste meisje. „Hecuwlijk mooi slewwetje, herhaalde t jongste zusje, dat altijd alles na-bouwde wat het ^udste zusje zei, en de r niet kon zeg- gen. „Datte is voor Piet," zei broer en wou er met z'n dikke, kleine vingertjes naar grij pen, toen hij door de zilveren slierten en imitatie-sneeuwwatten been, het oude sym bool uit het verre Oos.en had ontdekt. Maar ze vingen hem juist nog intijds op, zoodat z'n mondje in den huilvorm begon te hangen. „Stil zijn, Pieterman, je krijgt dadelijk, zoe le jongen zijn hoor," zei moeder s-ussend, „en niet huilen hoor, anders wordt kleine Ella wakker." Z'n oogjes gingen groot-open. Dat drong tot hem door. „Pietie nietc huile," zei hij zoet en lachte maar weer, waarop hij tot be looning 'n stukje lekkers kreeg uit den prachtboom zonder weerga. „Nu zullen we 's mooi zingen," zei tante, die hun een paar lesjes geleerd had. De tAv-ïe meisjes gingen hand aan hand bij den boom staan, tante zette in met haar nog heldere, zachte alt tot steun van dc jonge geluidjes,- er werd gezongen, maar niet te hard, want het nieuAve zusje mocht «het niet booren, die was nog zoo zwak en die moest nu lekkertjes slapen. Ze begrepen het best. En toen klonken dc stemmetjes heel teer en innig op, met de welluidende alt van tante als begeleiding; eerst zongen ze; „Daar is 'n Kindcke geboren op d'Aard" en toon dat uit was en de meisjes een tikje op de wangen hadden gekregen voor belooning, toen lieten de fragiele kinderstemmetjes zich weer hoo- ren en klonk plechtig en rein als bronwater hun onschuldig geluidje door de twee ka mers: Dc herdertjes lagen bij nachte, Zij lagen te nacht in het veld, Zij bielden zoo trouwe da wacbtc. Zij hadden de schaapjes geteld. m** NV, f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 19