Radio-Omroep J. VAN DEN BERG De liefde van een kunstschilder. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Tweede Blad Woensdag 29 Dec. 1926 v. De Fransche regeering zal inzake het Britsche memorandum omtrent China en de Spaansche aanspraken op Tanger een afwachtende houding aannemen. Senator Borah over de opstandige beweging in Nicuraèua, waar admiraal Latimer neutrale zones heeft afgekondigd. Onder de Radio-berichten: Volledige ontruiming van Rijnland op 31 Januari 1928? Duitschland zal de overeenkomst van Washington in zake den achturendag ratificeeren. Telefonische verbinding Londen New-York. Noodweer in Spanje. GEM. BUITENL. BERICHTEN. BINNENLANDSCH NIEUWS. De geestelijke armoede van het socialisme. De kinderéllende in Drente. R.-K. Volkspartij. Leidens nieuwe burgemeester. Nieuwe Bankbiljetten. De statistiek van doodsoorzaken. EEN PRETTIG UITEINDE EN EEN GELUKKIG BEGIN Jacobijnestraat 23 - Telefoon 11322 POSTZEGELNIEUWS. Postzegelnieuws. FEUILLETON. Het verzoenend gebaar. De „Frankf. Z.", die met een bijzonder fel artikel kwam na het Fransche vonnis van Landau, wil thans, na de gratieverle ning, gaarne erkennen, dat deze snelle ge nade, gezien de invloedrijke positie, die het leger nog altijd te Parijs heeft, een te waai. déeren prestatie van de verzoeningspolitiek en haar leidende vertegenwoordigers in de Fransche regeering. Niet ten onrechte toch noemen de Fransche nationalisten dat ge baar een openlijke désavoueering van het vonnis. Dat geconstateerd zijnde, vervolgt dan de „F. Z.", moet men echter daarginds niet verwachten, dat het Duitsche volk nu deze begenadiging met een gevoel van bijzondere dankbaarheid aanvaardt. Het blad noemt de gratie een van zelf sprekend iets en meei niet. Een daad van genade is geen daad van recht. Het vonnis blijft, alleen de vol trekking is opgeheven. De „Frankf. Z." onderstreept vervolgens het gebeurde natuurlijk als een argument voor snelle ontruiming; vraagt of de Fran sche democratie niet het voorbeeld zal vol gen van d® Duitsche republiek en de mili taire rechtspleging zal afschaffen, maar komt dan tot de vraag, welke beide volken aan gaat, nl. of de burgerbevolking in het Rijn land, zoolang de bezetting nog duurt, onder worpen zal moeten blijven aan de militaire justitie. Ziet het Fransche volk in, vraagt de „F. Z.hoezeer de Duitsche bevolking zich daarbij rechtloos moet gevoelen en welk een bron voor verleidingen en fouten voor de Fransche militairen daarin gelegen is? Vooi een bezet gebied is de onderwerping van de civiele bevolking aan de militaire rechts pleging ongetwijfeld een formeel juiste rechtstoestand. Maar, is het daarom een po litieke of ook maar militaire noodzaak? Na uen vrede van '71 heelt het Duitsche leger gedurende twee jaar Fransch grondgebied oeZet gehouden. Voor de Duitsche bezetting .jolden dezelfde rechtsmogelijkheden en de in Berlijn leidende figuur golden ongetwij feld als stramme militaristen. Maar zij had den genoeg zin voor de noodzaak van een toenadering en ook van de noodzaak een jonge republiek het wortelschieten niet bo venmatig te bemoeilijken, om zelf Fransche burgers, die Duitsche militairen vermoord hadden, over te laten aan den gewonen Franschen rechter. Dat was een ruim opge vatte politiek. Dat was méér dan een ge baar; dat was een politieke daad. Indien men van Parijs een dergelijke daad zou mogen verwachten, dan moet zij luiden; onmiddellijke terzijdestelling van de militaire rechtspleging in het bezette ge bied, voorzoover Duitsche burgers erbij betrokken zijn. Om van de ontruiming zelf natuurlijk niet te spreken. Frankrijk, China en Tanger. Brïand heeft in den gisteren gehouden ministerraad het Britsche memorandum be treffende China en de nieuwe aanspraken van Spanje ten aanzien van Tangei ter sprake gebracht. Bij een voorafgaana over leg op het ministerie werden be da kwesjies onderzocht, alsmede de mogelijke gevolgen van bepaalde oplossingen. Men vond, dat de Fr.msche belangen niet toelaten de wij zig rg in de Britsche politiek in China te volgen, noch waar voorgesteld wordt aan de bolsjewieken van Kanton overijld gun sten te bewijzen, noch waar pressie-maat regelen woiden 'voorgeste'd. Wat betreft de aanspraken van koning Alfonso en Primo de Rivera; deze zijn hans niet meer gerechtvaardigd dan dezen zo mer, toen de Fransche en de Britsche re geering verplicht waren ontkennend te ant woorden. Spanje zal zich tevreden moeten stellen met de eerste plaats in het be stuur van Tanger, dat er bij wijze van troos'prijs aan werd voorgesteld. De Fransche d'plomatie is dus van oor deel, dat de beste houding van Frankrijk ten aanzien dezer beide kwesties zou zi.n een afwachtende houding zonder een be langrijke wijziging in het huidige stand punt. Sir E.-5c Drummond. De „Daily Ma'l" meldt, dat Sir Eric Drummond heeft medegedeeld, dat het be richt van een Dui sch persagentschap, vol gens hetwelk hij zijn ambt als secretaris generaal van den Volkenbond zou neerleg gen en de aanvaarding van een Britsch ge zantschap zou overwegen, volstrekt on- uist is. Samenzweerders gefussilïeerd? De „Pet.t Parisien bevat een telegram Ttit Madrid volgens hetwelk het gerucht loop1, dat vier der personen, die onlangs in een buitenwijk der stad werden aange houden onder beschuldiging een samenzwe ring tegen Primo de Rivera gesmeed te hebben, na een summiere berechting gefu silleerd zijn. De dubbele belasting. Het Witte Huis heeft besloten dat de Vereenigde Staten zullen deelnemen aan de inernationale Conferentie betreffende de dubbele belasting in den in ernationalen handel, die 5 Januari te Genève wordt ge opend. Een beschuldiging van Borah. Enkele afgevaardigden in het Congres zijn van meening, dat de ontscheping van Ame- rikaansche mariniers op de kust van Nica ragua moeilijkheden voor de regeering der Vereenigde Staten zal teweegbrengen. Sena- tot Borah zegt, dat de revolutionnaire be weging in Nicaragua voor een groot deel is uitgelokt door lieden uit Washington, wier verblijf in Nicaragua niet alleen door han delsoverwegingen werd gemotiveerd. Een revolutionaire beweging in Brazilië. Volgens de bladen is in Brazilië een re volutionaire beweging gaande. Een afdeeling regeeringstroepen zou uit elkaar zijn ge dreven; verschelde officieren zouden zijn gedood. Een deel van het garnizoen van San Pedruto zou naar de opstandelingen zijn overgeloopen. De opstandige beweging in Nicaragua. Volgens Herman Robiets, een der leden van het kabinet van dr. Juan Sacasa, de leider der liberale revolutionaire regeering te Puerto Cabezas, zi' volgens een draad loos bericht uil Mexico Citv de gewapende interventie van de Vereenigde Staten in Nicaragua, ter ondersteuning van de regee ring van Diaz, anarchie en vele jaren van oorlog ten gevolge hebben. Robiets ontken de, dat de Mexicaan: he regeering de libe rale steunde en hij tartte de Amerikanen de juistheid te bewijzen van de bewering van admiraal Lat'mcr, dst de Amerikaansche burgers en handelsbelangen te Puerto Cabe zas, waar de Amerikaansche mariniers wer den geland, cm bescherming hadden ge vraagd. Uit een telegram uit Washington aan de „Paris Times" blijkt dat de regeering der Vereenigde Staten officieel ontkent, dat zij de bedoeling heeft zich te mengen in de binnenlkndsche aangelegenbeden van Nica- raqua Het feit echter dat de commandant der Amerikaansche mariniers .Sacasa gelast heeft, met zijn kabinet en leger uit Puerto Cabezas te vertrekken, verklaart men als een uitvloeisel van de poging. Vrijdagnacht gedaan om Diaz, den president der door de Vereenigde Staten erkende confcervatieve regeering, te vermoorden. üenator Borah komt krachtig op tegen deze verkapte in erventie. Hij waarschuwt ertegen, dat de Vereenigde Staten optre den als censor, van de regeeringen in Mid- den-Amerika en spreekt het vermoeden uit, da. de regeering der Vereenigde Sia- ten een poging doet om het land in „een laffen kleinen oo.iog met Mexicote w.k- kelen. In een vierdaagschen slag tusschen de conservat.even en liberalen werden zware verliezen geleden. De liberalen zouden dooi Mexicaansche vrijwilligers zijn gesteund en de conserva ieven genoopt hebben, op Bluefields terug te trekken. Admiraal Latimer, de. commandant van de Amer.kaansche oorlogsschepen in Nica. ragua, heeft medegedeela, dat Puerto Ca bezas, Rio Grande El Bluff en Bluefields to. neutrale zones worden verklaard, waar de tegenover elkaar staande paitijen de wapens moeten afleggen. De adm raai ad viseert tot de instehing van nog andere neu rale zones, teneinde in de kuststeden de orde te verzekeren. Dear brandende petroleum oipringd. Drie employé'» van een groote petro- teummaatschappij te Ventura in Caliiomië, kwamen om het leven, terwijl drie in hope- loozen toestand verkeeren, tengevolge van het feit cat zij werden ingesloten in een grooten kring van 150 meter van in brand geraakte petroleum. Enkelen sprongen door de vlammen heen en kwamen er met bran dende kleeren uit; de anderen kwamen te valten en verbrandden. De troonsopvolging in Japan, Prins Hirohito Michi-no-mija, de oudste zoon van den overleden keizer Josjihifo, die reeds sedert 26 November 1921 als regent optrad en feitelijk het keizerlijk gezag uit oefende, is Zondag met het Heilig Zwaard, den Heiligen Spiegel en het Heilig Juweel, de souvereiniteitsemblemen, die door Jim- moe Tenno, den eersten mikado, 2500 jaar geleden uit den hemel' zouden zijn gebracht, geinstalleerd als de 124ste keizer van Japan. Deze installatie had plaats in het paleis te Hajama, in tegenwoordigheid van den eersten minister, den minister van de Huishouding en den Zegelbewaarder. De formeele kroning van Hirohito tot kei zer van Japan zal eerst den volgenden win ter plaats hebben, na afloop van den rouw van het Japansche hof. Met het optreden van Hirohito is het tijd perk van Taisj, „Groot Recht geëindigd en treedt het tijdperk van Sjowa, „Verlichte Vrede", den door Hirohito aangenomen titel, in. Keizer Hirohito is in zekeren zin de per sonificatie van het nieuwe Japan. Hij is de eerste democratische heerscher van zijn dynastie. Vroegere keizers verlieten zelden of nooit het keizerlijke paleis en wanneer zij door de straten gingen, sloten de Japanners de deuren hunner woningen en verborgen het aangezicht, daar zij zich niet waardig achtten, het gelaat des keizers te aanschou wen. Hirohito, de eerste keizerstelg, die zooals men zich herinnert, in het jaar 1921 een groote buitenlandsche studie-reis heeft gemaakt, waarbij hij ook Nederland bezocht, rijdt tegenwoordig door de straten van Tokio in een open auto en woont dik wijls baseballwedstrijden bij. In 1922 ver raste hij zijn volk door zijn verschijning in een openbaren schouwburg tezamen met den orins van Wales. Deze inbreuk op de oude keizerlijke tradities heeft destijds onder dien boogen adel groote ontstemming en droefe nis gewekt; twee zeer ^ïooge vazallen van zijn vader, de staatslieden Jam-agota- en Matsoekata, legden dan ook hun functies neer, toen Hirohito naar 't buitenland ver trok, om aldus uiting te geven aan hun pro test en te doen blijken, dat zij er ook indi rect niet de verantwoordelijkheid voor op zich wilden nemen. Een andere vermeldenswaardige merk waardigheid vin het leven van Hirohito is, dat terwijl' de keizers van Japan in een ver bitterde veetc leefden met het geslaciht Sa- fsoema, het voornaamste adellijk geslacht naast dat van het keizershuis, hij in het jaar 1924 huwde met prinses Nagako. de dochter van generaal prins Koeni, den voornaamst en vertegenwoordiger van dit geslacht. Uit dit huwelijk is in December 1925 een telg ge boren, een dochter, prinses Siigeko. Men verwacht dat hst optreden van Hiro hito als keizer geen politieke veranderingen tot gevolg zal hebben. DE PRESIDENT VAN DEN IERSCHEN VRIJSTAAT EFREDOCTCR AAN DE UNIVERSITEIT TE CAMBRIDGE, De Universiteit van Cambridge heeft den -resident van den Ierschen Vrijstaat, Wil- iam Cos^rave c'en eeretitel van Doctor in Ie Rechtswetenschsp gegeven. Dit is niet alleen een verheugend teeken voor de groote achting, die zich de Iersche Vrijstaat zelfs in de Engelsche ontwikket- le kringen heeft verworven, maar ook voor 'e meerdere mate van verzoening tussch de sinds eeuwen zoo scherp tegenover el kaar staande eilanden rechts en links van et St. Georgekanaal. Zooals bekend, is Cosgrave niet alleen een voorvechter der nationale vrijheidsidee van zijn lard, maar ook de aanvoerder der Iersche katholieken. DE KERKVERVOLGING TE STRASSBURG Zooals bekend, heeft de Fransche regee- ing bij de bezetting van Elzas-Lotharingën ilechtig beloofd niets te veranderen aan Je godsdienstige gesteldheid van de provin cies. Desalniettemin worden thans de Liefde- buTg verwijderd, waar ze sinds 140 jaar be- angelcos werkzaam waren. "EN FAMILIE MET 1030 LEVENDE LEDEN Voor korf verkreeg een leider der Fran sche katholieken uit Lille, Charvet, een jroot weldoener der armen, het ridderschap 'n de Pauselijke Orde van St. Gregorius den Groote. Bij het bij deze gelegenheid ter zijner cere aangelegd feest verklaarde Charvet, S.t de nakomelin'Tschar) van zijn grootvade 1030 heden levende personen telde. DE PSEUDO-P1RINS. De repub'ikeinsche pers brengt steeds bijzonderheden over het ongetwijfeld merk waardige „Gastspiel", dat „baron Korlf", -lias Domold; 21-jarig kolenarbeider. in Thü- irgzn, gedurende eenige dagen heeft opge voerd in de rol van den zoon van den vrce- :eren kroonprins, met wien hii eenige ge- 'ijkenis moet hebben. Geleidelijk wordt meer bekend van zün triomftocht door ver schillende Thüringsche steden, zijn dupen ten spijt, die elkaar thans gebrek aan men- schenkennis verwüten en elkaar de schuld geven met de aanbidding van den handigen pseudo-prins het eerst te zijn begonnen. Wii deelden reee's het een en ander van de uitstekend geslaagde comedie mede; hoe „Königliche Hcheit" werd gevierd op jacht en andere partijen, welke vooral ook door de D.-nationalen en Volkisch georiënteerde kringen van Gotha, de vroegere groother- i tigelij'ke residentie, hem ter eere werden J gegeven. De atmosfeer van het stadje was als geschapen voor de experimenten van 'n „baron Korft" als pseudo-kroonprinsenzoon. Toen men hem in zijn hotel het „Fürsten- zimmer" toonde, bleef hii een oogenblik in gedachten verdiept staan voor de schilderij van de vroegere kroonprinses Cacilie. Op de vraag: „Königliche Hoheit, kennen doch diese Dame?" antwoordde hii onmiddellijk: „Das ist doch meine Mufti" De directie van den schouwburg liet den „Alten Dessauer" opvoeren. De doorluchtige gast ram plaats in de hofloge. De aandacht van het publiek .was meer Op den „prins" gericht, dan op het tooneel. Na afloop was „Königliche Hoheit" wel zoo goed een ac trice een bonbonnière met de woorden: „vom Prinzen Wilhelm von Preuszen" te ver- ëeren, welk gebaar een geweldig aplaus uitlokte. Na de voorstelling was de prins het mid denpunt van een receptie van de autoritei ten in zijn hctel, waar de burgemeester ver scheen, de intendant van den schouwburg, de majoor van de Schupo, een inspecteur van politie en andere notabelen hun compli ment kwamen maken. De burgemeester be groette den gast in een toespraak ah: „Prinz. De champagne schuimde en toaster werden gehouden. „Königliche Hoheit" ver genoegde zich hoofdzakeliik met sigaretter rooken. de een na de ander, welke harts tocht hij verontschuldigde met de woorden: .Thans kn ik het mij veroorloven, thuis ver biedt „Mutti" het". Na allerlei feesten nam „Prinz Wilhelm" op een dag de hotelauto en reed over Er furt naar Weimar, waar zijn spoor echter verloren is gegaan. De hotelauto uit Goth;: wachtte en wachtte, maar de „prins" kwam niet terug. De politie zoekt nog steeds tevergeefs naar dezen modernen kapitein van Köpe- nick. DE FRIDERICUS-ZEGELS. De Fridericus-postzegels hebben te Han nover aanleiding gegeven tot het volgende incident: Een republikeinsch georiënteerde firmr aldaar heeft geweigerd brieven met zulke postzegels aan te nemen en heeft een strook op de brieven geplakt van den volgenden inhoud: „Geweigerd wegens frankeering met Fridericus-zegels als protest tegen de mo- narchistisch-militairistische propaganda van de Duitsche Posterijen". Naar het „Berl. Tag." verneemt, heeft daarop de directie van de P. T. T. de firma meegedeeld, dat deze methode 'Van terug zending in strijd is met de wet en dat in de vermelde woorden een beleediging ligt van den minister van posterijen, DE GEARRESTEERDE DRANKVERBODS AMBTENAREN. Het kustwachtschip „Taialpost", dot twee weken geleden naar Mexico werd gezonden, keert met een der twee regeeringsbeambten die eenigen tijd geleden op het Fransche smokkelschip „Arsène I" werden ontvoerd, naar de Ver. Staten terug/ De andere be ambte zou per spoor naar de Ver. Staten terugkeeren. De Kerstrede, waarmede de heer Albarda ditmaal de boodschap van het Social sme aan de arbeiders vertolkte, was wel een du'delijk symptoon van de feestelijke leeg heid, waartoe deze partij, welke haar gronds'ag zocht in het historisch materia lisme, is gekomen. We'k een diepe afgrond gaap1 er tus schen die blijde rijke Kerstboodschap, welke het Kerstfeest ook aan den gods- diensrigen arbeider brengt, zelfs al rooft de zware zorg hem den sUap uit dc moede oogen en is het brood, dat zij eet met tra nen gemengd; en de leege nie's zeggende oerspectieflooze Kerstboodschap van de S. D. A. P. Welk een geeste'ijke rijkdom bij den eerste, wanneer hij daar komt uit de Nacht mis met Christus in zijn har1, die hem de bemoedigende woorden toeroept: Kom tot mij, stort uw hart voor Mij ui', leg uw zor gen aan Mijn voeten en ik zal u verkwik ken. O, wat is er dan een licht en een vreugde in die ziel, welke voor al de rijkdommen der wereld niet te koopen is. En ziet daarna den soclalis'ischen arbei der, die van de Kerstrede van Albarda komt. Zelfs op een dag als dezen wordt hem niets anders geboden dan wat bana'e politieke frasen over problemen, welke het Socialisme in de toekomst zal oplossen, wa' rhetoriek over het nieuwste politieke reclamemiddel der S. D. A. P.: „De ontwa pening" en wat polemiek met de R.-K. S aatspartij. Dit is het geeste'ijkf voedsel, wat de S. D. A. P. den arbeider op een feest als Kerstmis heeft aan te bieden. Het is nie1 alleen van ontstellende op- pervlakk'gheid, maar het wijst ook op een ontkenning van de geestelijke behoeften van den mensch, die toch inderdaad niet al'een van brood leeft. In een men'al teit bij de S. D. A. P. welke zich bij deze Kerstrede van Albarda weer openbaart, is het mogelijk, dat de leider dezer partij uitroept, niet in te zien waarom de Ka holieken n et met de So ciaal-Democraten zouden kunnen samen werken. Maar bij den katholieken arbe'der, bi' wien de sensus catholicus no gniet geheel is weggewaagd, moet dit socia'istis'h Kerst feest toch wel zeer duidelijk hebben ge maakt, welk een niet te overbruggen klove er is tusschen ons Katholieken en de So ciaal-Democraten en hoe klein hetgeen ons vereenigt is tegenover het geweldige, dat ons scheidt! En wel diep te betreuren is, zooals de „Rest)." concludeert, de arbeider die ter wille van een stoffelijk gewin, dat veelal niets meer dan schijn is, zijn grooten gees telijken rijkdom op het spel zet, om dan op een hoogheilig feest als Kerstmis zijn godsdiens ige behoeften te moeten stillen met dit geestelijk pauperisme, waarvan Al barda sprekend namens de partij, op den Eersten Kerstdag de zoo sprekende getuige was. De heer A. ,C. Bos, secretaris der propa- ganda-commissie van de Fusie van onder wijzers-corporaties en Vereenigingen voor Gezondheidskolonies van alle gezindten, deelt het volgende mede. Prof. Scheltema te Groningen, die als tij delijk door de Regeering aangezocht contro leerend deskundige de verschillende vacan- tiekolonies nu en dan bezoekt, schrijft: „Kortgeleden heb ik den keurenden arts, die de kinderen uit Drente onderzoekt, eens op zijn reis naar Emmen en omstreken ver gezeld om mij er van te overtuigen, of et ook overdrijving school in de noodkreten, die ons overf de ellende der kinderen al daar bereiken. Ik bezocht met hem een school, die tus schen den besten en den slechtsten toestand in ligt; op vele scholen is het erger, op en kele wat beter. Mijn stemming was ietwat sceptisch; ik ging er heen met de verwachting, dat de slechte toestand wel wat overdreven zou zijn voorgesteld, zooals allicht geschiedt, als er aanvallen op de weldadigheid gedaan moeten worden. Maar ik heb al spoedig begrepen, dat wij hier inderdaad staan voor de zwaarste vor men van kinderellende, nu over een geheele streek uitgestrooid en dat men deze toe standen niet te zwart kan afschilderen. Hier is nu eens werkelijk alle reden om te helpen en de kinderen door een gezond- heidsbad, met goede voeding, reinheid, orde, regelmaat, uit een diepe put te redden, als men er prijs op stelt om het komende ge slacht in deze streken in het bezit te stel len van de grondvoorwaarde voor econo mische verheffing, n.l. een ongerepte gezond heid. Het hart keerde ons in het lijf om, bij het waarnemen van deze verwaarloosde stakkers, nu eens niet als uitzondering, maar las regel in een geheale streek. Het is één praecipitaat van ardloede-ellende. Ik heb er in het geheel geen bedenking tegen, dat u van deze uitingen in het pu bliek ge'oruik maakt, als u meent dat zij kunnen dienen om tot meer hulp te ko men." Naar aanleiding van de berichten, om trent de kansen van terugkeer der R. K. Volkspartij tot de R. K. Staatspartij, deelt de heer W. Verpalen, hoofdbestuurslid van de R. K. Volkspartij, mede, dat de be sprekingen, die de voorzitter en de waar nemend secretaris der R. K. Volkspartij hielden met den voorzitter der R. K. Staats partij, buiten de partij om zijn gehouden en zonder medeweten van het hoofdbestuur en zelfs van den partijsecretaris. De conferentie is dus te beschouwen als een eenvoudige bespreking, waarvoor de Volkspartij geen verantwoordelijkheid kan aanvaarden. Het partijcongres is van de geheele kwestie nog volkomen onkundig. Mr. A. v. d. Sande Bakbuysen's benoeming zeer waarschijnlijk. Naar het Corr. Bur. meent te weten heeft de regeering voor het ambt van burge meester van Leiden het oog op den heer Mr. A. N. van de Sande Bakhuysen, zaak gelastigde van Nederland te Boedapest. De heer Van de Sande Bakhuysen is ge boren te Leiden 18 April 1874 en is de zoon van prof. Van de Sande Bakhuysen, direc teur van de sterrenwacht aldaar. Naar aanleiding van het in omloop bren gen van een nieuw bankbiljet van 20. ueeft „In- en Uitvoernog verdere wen- schen betreffende bankpapiercoupures. Het blad schrijit dan: Een niet te groot, handelbaar 5.bil- jet, kleiner dan het huidige 10.biljet, grooter dan dc zilverbon van 2.50, ge maakt van een papiersoort, zooals bijv. het rimerikaanche geld, die goed tegen vou wen kan, lijkt on in alie opzichten een ge- wenchte aanvulling. Wanneer dan straks nog een coupure van 50.ingevoerd zou worden, dan zouden gevoegelijk gelooven we de 40.en de 60.coupures inge- trokken kunnen worden Het is natuurlijk mogelijk dat de statis- tosche gegevens, waarover de Nederland- sche Bank beschikt, in iets andere richting wijzen, waarschijnlijk lijkt dit ons echter niet. Invoering van een nieuw systeem. Met ingang van 1 Januari a.s. zal een ge wijzigd systeem bij bet Centraal Bureau voor de Statistiek worden ingevoerd met betrekking tot het vaststellen van doods oorzaken in Nederland. Hoewel over het algemeen de Nederland- sche Statistiek hieromtrent 'n nauwkeurig overzicht geeft en in Europa als een der betrouwste geldt, zijn er toch doodsoorza ken, die niet zoo gedetailleerd worden aan gegeven als wenschelijk zou zijn. In hoofd zaak komt dit, doordat de geneesheeren hun beroepsgeheim tegenover den ambtenaar van den Burgerlijken Stand, die volgens dc wet opgaaf verkrijgt van de doodsoorzaken van de bewoners eener gemeente, niet ge heel wenschen prijs te geven, hetgeen in kleinere gemeenten natuurlijk heel goed te begrijpen is. Vooral betreft het hier ziekten, waaromtrent stipte geheimhouding noodig is. Om hierin nu verbetering te brengen, zal in ons land een systeem, naar Zwitsersch model, worden ingevoerd. Voortaan zullen de ambtenaren van den Burgerlijken Stand DONDERDAG, 30 DECEMBER. HILVERSUM, 10.50 12.00 Politieber. 3.304.30 Uurtje voor de Wees- en Ziekenhuizen. 5.6.45 Concert doof het H.D.O.-orkest, Soliste: Toos Schleier, coloratuurzangseres. 6.457.47 Les in de beginselen van het Burgerlijk Recht en het Handelsrecht. 7.45 Politieber. 10 uur Persberichten. 8.10 Een avond bij de Staatsmijnen in Limburg. 1. Beambtenzangver. der Staats mijnen, Dir. P. Gielen. 2. Muziekkorps van de Staatsmijn „Wilhelmina", Dir. v. d. Berg. 3. Muziekkorps van de Staats mijn „Emma", Dir. J. Dieteren. 4. Sym- phonieorkest der Staatsmijnen, Dir. H. Royen. 5. De heer P. Thissen, lyrisch te nor. 6. De heer C. Mol, declamatie, Piano- begel. D. Weeber. DAVENTRY, 1600 M. 11.20 Concert door het Daventrykwartet en solisten (con tra alt, tenor, viool). 1.20 Gramofoon- muziek. 2.202.50 3e jaarl. banquet „To little Londoners". Speeches en con cert door de Sundowns Nigger Minstrels. 3.204.05 Evensong van de West minster Abbey. 4.20 Causerie: Books to read. 4.35 Concert. 5.35 Kinder uurtje. 6.20 Concert voor cello en fluit). 6.55 en 7 uur Landbouwberich- ten. 7.20 Weerber., nieuws, lezing Life assurance. 7.50 Muziek. 8 uur Causerie: Some primitive tribes. 8.20 Een Wessex-programma. Dale Smith, ba riton, Voorlezing door W. R. Bawler. 8.38 Zang door de Mellstock Quire, B.- Couper, voorlezing. 9 uur „The tree wayfarers", 1-acter van Hardy met zang en muziek. 9.40 D. Smith, bariton. 9.50 „Crackers", stukje met muziek. 10.20 Tijdsein, weerber., nieuws. 10.35 4e ballade, Chopin-Solomon, piano. piano, 10.5012.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M. 10.5011.20 Nieuwsber. en muziek. 12.502.10 Concert door het orkest Lo- catelli en Hr. SceHier, zang. 5.055.55 Klassieke matinée. 9.0510.20 Cau serie, gewijd aan de muziekgeschiedenis La renaissance (lère periode). Met mede werking van het a capellakoor Le Quen- nant. KONIGSWUSTERHAUSEN, 1300 M. en BERLIJN, 484 en 566 M. 1.50—2.20 en 3.207.20 Lezingen en lessen. 7.50 Kamermuziek van Beethoven Haweman- nenkwartet (2 violen-viola-cello). 8.50 „Ein Heiratsantrag," scherts in 1 acte van Tschechow. 9.5011.50 Dansmuziek. HAMBURG, 394.7 M. 1'.50—1.20 Or kestconcert. 1.252.10 Kamermuziek. 3.35—5.20 „Firlefanz", sprookje in 3 acten. 5.206.30 Concert door de Hong. kapel Sandor. 7 208.35 No velle, voorlezing. 8.3511.15 Neder- Duitsch Sylvester. Daarna dansmuziek. MUNSTER, 241.9 M. 10.50—11.50 Or kestconcert. 12.501.50 Strauss-Liszt concert. 3.50—4.50 Liederen van Max Reger. 7.509.20 Werken van Noor- sche componisten, door orkest. 9.20 9.50 Afscheidssymphonie Fis-mol, Haydn. 9.5010.20 Vocaalconcert. BRUSSEL, 508.5 M. 5.20—6.20 Or kestconcert. 8.50 Orkestconcert. 9.50 ,,L'Affaire boreau" klucht. 10.10 Orkestconcert. 10.3010.50 „Le bon Fonctionnaire", klucht. met een Radio-Installatie van Technisch Bureau Radio-Specialisten van den geneesheer twee briefjes toege zonden krijgen bij overlijden van een inwo ner, A en B. In A., dat de ambtenaar be voegd is te openen, komt een meer gedetail leerde doodsoorzaak voor. Op dit briefje komt echter geen naam voor. Het geval blijft dus anoniem, alleen aanduidend een acte- nummer van inschrijving in het overlijdens- register. Hierdoor kan men alsnog vollediger overzicht van de doodsoorzaak krijgen dan tot heden het geval was en meer in het bij zonder van die ziekten, die thans wel eens verzwegen worden en waarvoor het ook van groot belang is, cijfers te kennen, ij Gelegenheidszegels van Italië. Italië heeft een nieuwe serie gelegen heidszegels uitgegeven ter herinnering aan den opmarsch der fascisten, teekeningen: gebouwen uit Oud-Rome in de waarden 40, 50 cents, 1 L. 25 en 1 L. met resp. een toe slag van 20, 30, 60 cent en 2 L, 50 c. De zegels zijn uitgevoerd in groot rechthoekig formaat. Uitgifte van Cechoslovakije, s. Cechoslovakije heeft een serie van 7 nieuwe postzegels uitgegeven in nieuwe teekening met stads- en landgezichten in de waarden 20 heller tot 3 kronen. 64 Ik ben de zoon van een Israëlit'sch onderwijzer en mijne ouders gaven mijnen vurigen wensch gehoor en lieten mij in de rechten studeeren, ofschoon zij geen ver mogen bezaten. Nog had ik 't tweede stu diejaar niet geheel doorloopen, toen mijn vader stierf en in zijn laatste ure gaf hij mij een wegwijzing voor mijne toekomst. Ik laat u mijnen zegen na en de zorg voor uwe moeder, zeide hij, dat is genoeg, om mede door de wereld te komen. Nu, ik deed het ook, met de studie was het nu weliswaar gedaan en ik kan u niet zeggen, hoe-eel stille tranen dat mij heeft gekost. De familie kwam bij elkander en beraad slaagde: Geld was er niet, daarom moest ik nu zoo spoedig mogelijk beproeven iets te verdienen, niet a'leen om mijze'vën, maar ook om mijne zieke moeder te on derhouden. Voor den handel was ik nie'. geschikt, zooals men mij zeide, ik bezat daarvoor niet het allerminste talent en ev~n zoo weinig lust, Ti'd, cm een betrek king te zoeken, overeenkomstig mijne ont wikkeling, was er niet, want de nood was ons tot de lippen gestegen; ik nam dus eene plaats aan als k'erk bij een advocaat tc Buchwaldau Die betrekk'ng gaf weinig genoeg, maar nu kwam mij eene eigenschap van mijnen stand te stade; Mij te schikken en te vo.harden. Toen een jaar voorbij was, God weet het hoe droef en moeilijk, kwa men de vacantiedagen der rechtbank en mijn patroon had mij beloofd, in dien tijd eenige dagen bij mijne moeder te mogen doorbrengen, die ziek bij mijn ouden groot vader was. Ik had on beerd en verzameld en gespaard, om toch iets te huis te bren- öen 'k was haar eenige zoon. Buch- waldau was acht uur van hare woonplaats verwijderd, maar ik durfde mij niet veroor loven, georuik te maken van den postwa gen, als ik mijn klein kapi aal niet gevoe lig wilde verminderen. Ik deed mijne beste kleeren aan, stak mijne penningen in een k.e.nen lederen buidel, dien ik aan mijn ha|s h ng en met Ovidius in den zak, die mij in mijne vrije uren nog steeds een lieve en getrouwe vriend was, ving ik de reis aan. t Was midden in den zomer, de marsch had mij. zeer uitgeput, want ik was een zWak kerel je en ik was blijde, toen ik op de he ft van den weg gekomen, in Tan- nensee onder de heerlijke boomen uitrus ten kon. Ik koos eene groep dicht bij het meer en sliep spoedig diep en vast, in allen gevalle over den lijd dien ik mijzelven ge- s'eld had. Ik werd daarvan wakker, dat iemand hevig mijnen arm schudde en toen ik opsprong, zag ik eenige jongelie den voor mij staan, die onder luid gelach om mij heen sprongen en op het meer wezen. Sta op, zoon Israë's, riep een van hen, gij moet gedoopt worden. Zie maar, Johannes de Dooper is reeds in het water en wacht op u. Toen ik mij vol schrik r mkeerde, zag ik, dat men mün rok. di"" ik als kuss'n onder mijn hoofd gelegd had, had weggenomen. Ook bet buideltje aan mijn hals ontbrak en nu bemerkte ik, dat een reusachtige hond in het meer rond zwom, en iets als een buidel je kleeren op den kop droeg. Het was mijn beste rok, de eenige uit betere tijden, ook de eenige waarmede ik onder de menschen komen kon en wat erger was, de spaarpennin gen van vele maanden waren neen, geheel het kleine vermogen, dat ik met zooveel mceite had verzameld en aan mijne moeder wi'de brengen. Voor de voorname jongeheeren was het een heerlijke grap, ik echter, ik beefde van smart. Men moet den druk der ar moede kennen, om mijne vertwijfeling te kunnen begrijpen. Gij lacht niet, mijnheer Lenz, en dat spreekt voor een goed hart. Gij zult het ook dan niet doen, als ik u zeg, dat ik een luiden smartkreet slaakte. Maar mijn jammerkreet vermeerderde slechts de vreugde: Laat u tocii dcopen, jood, spoedig, spoedig, doe een doopkleed aan, spring er in, zeiden zij minachtend en ik stond handenwringend aan den oever Daar weerklonk ooeens eene s'em ach ter mij, nog hoor ik die, mijnheer Lenz, zoo troos vol klonk zij. Wat is er Erich, wat is er met den hond en met den jood? Ik noop, dat ge geen' slechte grappen uithaalt. Het was graaf Wolff en hij, tot wien hij zich wendde, was zijn broeder, dsn Interen opperjachtmeester, zooals ik naderhand vernam. Wat een goede haak wil worden, kromt zich bij tijds, zeide de schilder spotach-ig lachend. Dat zijn maar k'eine trekken mijnheer Lenz, maar ik wilde niet den opperjacht meester schilderen, maar graal Woli. Da jongere broeder was buiten zichzelve van het lachen: hij ver.elde, wat er gebeurd was en riep: Wees geen spelbreker, maar bekijk de kostelijke figuur. Spreek naar toe, want Israël schuwt den doop en doet afstand naar het schijnt van de zaligma kende kleeding. Graaf Wolf antwoordde in het geheel "iet, hjj riep alleen met krachtige stem den hond en het dier, dat die stem kende, zwom haastig op den oever toe. Dat was een erbarmelijke grap, zeide hij toornig, gij zijt uwen gouverneur nog in lang niet ontwassen. Ik durfde het reusachtige dier niet aanraken; terwijl de jongeheeren fachend heengingen, maakte graaf Wolf zelf den rok los, die op den kop van den hond was vastgebonden en deed het door natte buideltje open. Tel het na, of u iets ontbreekt, zeide hij, :k wil niet, dat gij de minste schade lijdt. Er ontbrak geen pfennig. Toen ik den graaf bedankt had en mijn rok w-;der wi'de aantrekken, viel Ovidius er uil. buitenblad was er afgeraakt en het titelblad lag bloot. De graaf las het met grenzclooze verba ring, hij bekeek nu eens het boek, dan we der mijn armoedig uiterlijk. Is dat uw boek? vroeg hij. Ik bevestigde het en hij vraagde met dezelfde verwonde ring: Wie zijt ge dan toch, of wat zijt gc geweest? Deze herinnering aan lang vervlogen tijden bracht mij de tranen in de oogen; ik ver telde hèm in het kort, hoe ik geworden was, wat ik nu was, vanwaar ik kwam en waar heen ik ging en hij hoorde mij aan met zicht bare deelneming. En ge wilt nu schrijver blijven? vraagde hij. Ik moet, beer kraai, beraam ik, om te stu deeren heb ik geen geld, vaders zegen is juist toereikend voor moeder. Nu lachte hij, dat zijne witte tanden zicht baar werden. Wie weet, zeide hij, misschien toch nog verder. Geef mij uw adres en reg mij, waar ik inlichtingen omtrent u kan in winnen; wellicht heeft de kleine schrik goede gevolgen voor u. Acht dagen later, nadat hij nauwkeurig onderzoek gedaan had naar mijne vroegere betrekkingen, kwam de jonge graaf, die toen zelf nog studeerde, naar Buchwaldau. Hij had een rijk moederlijk erfdeel te wachten en al was dit ook nog niet in zijne handen, daar zijn vader er nog het vruchtgebriiik van had, zoo gaf hij mij toch op deze zekerheid een crediet, dat mij in staat stelde, de school weder te bezoeken en te studeeren. Hoe ik gewerkt heb, mijnheer Lenz, mei welk een vreugde en met welk een ijver! Hij heeft gelijk gehad. Vaders zegen reikte ver der, dan alleen om moeder en mij het kom mervol brood der zorge te schenken. De graaf liet zich geregeld mijne getuigschriften voorleggen, ondersteunde mijne moeder en stelde alleen deze voorwaarde, dat over de zaak niet gesproken zou worden. Begrijpt ge het nu, mijnheer Lenz, waarom 'nk mijn bloed en mijn leven voor hem veil heb, dat ik alles, wat ik bezit, beschouw als en geschenk uit zijne hand, dat ik bang ben ;em te kwetsen, ai ware het ook slechts in :en zwakheid? Het eerste proces dat ik te oeren had en dat ik won, was voor hem, 'een het testament zijns vaders ham het be lt der moederlijke goederen ontzegde. Dus toen in eigen belang heeft hij toch éen 'Tein schandaal niet geschuwd? onderbrak dc sch'lder sarcastisch het verhaal. Ja zeker, mijnheer Lenz, en dat ik dit schandaal vermijdde, dit iuist heelt mij zijn vertrouwen geschonken. Ik nam aan, dat de gestorvene te goeder trouw gehandeld had, dat hij alleen uit onbekendheid met den toe stand der zaken zijne beschikkingen had ge maakt, omdat hem de aanwezige bepalingen betreffende het huwelijksgoed zijner eerste vrouw verkeerd waren uitgelegd. Het proces werd zoozeer zonder eenige verbittering ge voerd, dat de broeders vreedzaam met elkan der omgingen, zoolang het duurde, en dat do opperjachlmeester dankbaar het grootmoe dige geschenk kon aannemen, dat de oudste broeder hem schonk. Graaf Wolf wist zeer goed, dat zijne stiefmoeder en de ópper- jachtmeester het fijn overlegde plan gesmeed hadden, om hem tc onterven; de bewijzen daarvoor waren in zijne handen. Maar de wereld heeft daarvan niets vernomen, voor haar was het geen proces, maar alleen een herhaald grondig onderzoek der voorhanden zijnde contracten en bepalingen, dat zij met groote maar onbevoordeelde belangstelling mocht volgen. Nooit heeft graaf Wolf de schande zijner familie blootgelegd, steeds heeft hij grootmoedig geholpen, steeds gedekt, steeds gezorgd, dat de naam in eere bleef. Hij betaalde de schulden des opper- jachtmeesters eer deze huwde; later heeft hif, ofschoon hij zelf een kind heeft, graaf Her- bert grootmoedig ondersteund en hem ove* menige verlegenheid heengeholpen alles ter wille van den naam, hun gemeen- 'chappelij goed. Want verwantschap van geest of hart bestaat er niet tusschen deze menschen, ook niet de minste sympathie voor zijn neef, alleen waar de eer der familie wordt aangerand, daar staat hij hem bij, zoo lang er nog iets te verdedigen is. (Wordt vervolgd**

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1926 | | pagina 5