Radio-Omroep
J. VAN DEN BERG
De liefde van een
kunstschilder.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Tweede Blad Woensdag 29 Dec. 1926
v.
De Fransche regeering zal inzake het Britsche memorandum omtrent
China en de Spaansche aanspraken op Tanger een afwachtende houding
aannemen. Senator Borah over de opstandige beweging in Nicuraèua,
waar admiraal Latimer neutrale zones heeft afgekondigd.
Onder de Radio-berichten: Volledige ontruiming van Rijnland op 31
Januari 1928? Duitschland zal de overeenkomst van Washington in
zake den achturendag ratificeeren. Telefonische verbinding Londen
New-York. Noodweer in Spanje.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De geestelijke armoede
van het socialisme.
De kinderéllende in Drente.
R.-K. Volkspartij.
Leidens nieuwe burgemeester.
Nieuwe Bankbiljetten.
De statistiek
van doodsoorzaken.
EEN PRETTIG UITEINDE EN EEN
GELUKKIG BEGIN
Jacobijnestraat 23 - Telefoon 11322
POSTZEGELNIEUWS.
Postzegelnieuws.
FEUILLETON.
Het verzoenend gebaar.
De „Frankf. Z.", die met een bijzonder
fel artikel kwam na het Fransche vonnis
van Landau, wil thans, na de gratieverle
ning, gaarne erkennen, dat deze snelle ge
nade, gezien de invloedrijke positie, die het
leger nog altijd te Parijs heeft, een te waai.
déeren prestatie van de verzoeningspolitiek
en haar leidende vertegenwoordigers in de
Fransche regeering. Niet ten onrechte toch
noemen de Fransche nationalisten dat ge
baar een openlijke désavoueering van het
vonnis.
Dat geconstateerd zijnde, vervolgt dan de
„F. Z.", moet men echter daarginds niet
verwachten, dat het Duitsche volk nu deze
begenadiging met een gevoel van bijzondere
dankbaarheid aanvaardt. Het blad noemt
de gratie een van zelf sprekend iets en meei
niet. Een daad van genade is geen daad
van recht. Het vonnis blijft, alleen de vol
trekking is opgeheven.
De „Frankf. Z." onderstreept vervolgens
het gebeurde natuurlijk als een argument
voor snelle ontruiming; vraagt of de Fran
sche democratie niet het voorbeeld zal vol
gen van d® Duitsche republiek en de mili
taire rechtspleging zal afschaffen, maar komt
dan tot de vraag, welke beide volken aan
gaat, nl. of de burgerbevolking in het Rijn
land, zoolang de bezetting nog duurt, onder
worpen zal moeten blijven aan de militaire
justitie. Ziet het Fransche volk in, vraagt de
„F. Z.hoezeer de Duitsche bevolking zich
daarbij rechtloos moet gevoelen en welk een
bron voor verleidingen en fouten voor de
Fransche militairen daarin gelegen is? Vooi
een bezet gebied is de onderwerping van de
civiele bevolking aan de militaire rechts
pleging ongetwijfeld een formeel juiste
rechtstoestand. Maar, is het daarom een po
litieke of ook maar militaire noodzaak? Na
uen vrede van '71 heelt het Duitsche leger
gedurende twee jaar Fransch grondgebied
oeZet gehouden. Voor de Duitsche bezetting
.jolden dezelfde rechtsmogelijkheden en de
in Berlijn leidende figuur golden ongetwij
feld als stramme militaristen. Maar zij had
den genoeg zin voor de noodzaak van een
toenadering en ook van de noodzaak een
jonge republiek het wortelschieten niet bo
venmatig te bemoeilijken, om zelf Fransche
burgers, die Duitsche militairen vermoord
hadden, over te laten aan den gewonen
Franschen rechter. Dat was een ruim opge
vatte politiek. Dat was méér dan een ge
baar; dat was een politieke daad.
Indien men van Parijs een dergelijke
daad zou mogen verwachten, dan moet zij
luiden; onmiddellijke terzijdestelling van de
militaire rechtspleging in het bezette ge
bied, voorzoover Duitsche burgers erbij
betrokken zijn. Om van de ontruiming zelf
natuurlijk niet te spreken.
Frankrijk, China en Tanger.
Brïand heeft in den gisteren gehouden
ministerraad het Britsche memorandum be
treffende China en de nieuwe aanspraken
van Spanje ten aanzien van Tangei ter
sprake gebracht. Bij een voorafgaana over
leg op het ministerie werden be da kwesjies
onderzocht, alsmede de mogelijke gevolgen
van bepaalde oplossingen. Men vond, dat
de Fr.msche belangen niet toelaten de wij
zig rg in de Britsche politiek in China te
volgen, noch waar voorgesteld wordt aan
de bolsjewieken van Kanton overijld gun
sten te bewijzen, noch waar pressie-maat
regelen woiden 'voorgeste'd.
Wat betreft de aanspraken van koning
Alfonso en Primo de Rivera; deze zijn hans
niet meer gerechtvaardigd dan dezen zo
mer, toen de Fransche en de Britsche re
geering verplicht waren ontkennend te ant
woorden. Spanje zal zich tevreden moeten
stellen met de eerste plaats in het be
stuur van Tanger, dat er bij wijze van
troos'prijs aan werd voorgesteld.
De Fransche d'plomatie is dus van oor
deel, dat de beste houding van Frankrijk
ten aanzien dezer beide kwesties zou zi.n
een afwachtende houding zonder een be
langrijke wijziging in het huidige stand
punt.
Sir E.-5c Drummond.
De „Daily Ma'l" meldt, dat Sir Eric
Drummond heeft medegedeeld, dat het be
richt van een Dui sch persagentschap, vol
gens hetwelk hij zijn ambt als secretaris
generaal van den Volkenbond zou neerleg
gen en de aanvaarding van een Britsch ge
zantschap zou overwegen, volstrekt on-
uist is.
Samenzweerders gefussilïeerd?
De „Pet.t Parisien bevat een telegram
Ttit Madrid volgens hetwelk het gerucht
loop1, dat vier der personen, die onlangs
in een buitenwijk der stad werden aange
houden onder beschuldiging een samenzwe
ring tegen Primo de Rivera gesmeed te
hebben, na een summiere berechting gefu
silleerd zijn.
De dubbele belasting.
Het Witte Huis heeft besloten dat de
Vereenigde Staten zullen deelnemen aan de
inernationale Conferentie betreffende de
dubbele belasting in den in ernationalen
handel, die 5 Januari te Genève wordt ge
opend.
Een beschuldiging van Borah.
Enkele afgevaardigden in het Congres zijn
van meening, dat de ontscheping van Ame-
rikaansche mariniers op de kust van Nica
ragua moeilijkheden voor de regeering der
Vereenigde Staten zal teweegbrengen. Sena-
tot Borah zegt, dat de revolutionnaire be
weging in Nicaragua voor een groot deel is
uitgelokt door lieden uit Washington, wier
verblijf in Nicaragua niet alleen door han
delsoverwegingen werd gemotiveerd.
Een revolutionaire beweging
in Brazilië.
Volgens de bladen is in Brazilië een re
volutionaire beweging gaande. Een afdeeling
regeeringstroepen zou uit elkaar zijn ge
dreven; verschelde officieren zouden zijn
gedood. Een deel van het garnizoen van
San Pedruto zou naar de opstandelingen zijn
overgeloopen.
De opstandige beweging in
Nicaragua.
Volgens Herman Robiets, een der leden
van het kabinet van dr. Juan Sacasa, de
leider der liberale revolutionaire regeering
te Puerto Cabezas, zi' volgens een draad
loos bericht uil Mexico Citv de gewapende
interventie van de Vereenigde Staten in
Nicaragua, ter ondersteuning van de regee
ring van Diaz, anarchie en vele jaren van
oorlog ten gevolge hebben. Robiets ontken
de, dat de Mexicaan: he regeering de libe
rale steunde en hij tartte de Amerikanen
de juistheid te bewijzen van de bewering
van admiraal Lat'mcr, dst de Amerikaansche
burgers en handelsbelangen te Puerto Cabe
zas, waar de Amerikaansche mariniers wer
den geland, cm bescherming hadden ge
vraagd.
Uit een telegram uit Washington aan de
„Paris Times" blijkt dat de regeering der
Vereenigde Staten officieel ontkent, dat zij
de bedoeling heeft zich te mengen in de
binnenlkndsche aangelegenbeden van Nica-
raqua Het feit echter dat de commandant
der Amerikaansche mariniers .Sacasa gelast
heeft, met zijn kabinet en leger uit Puerto
Cabezas te vertrekken, verklaart men als
een uitvloeisel van de poging. Vrijdagnacht
gedaan om Diaz, den president der door de
Vereenigde Staten erkende confcervatieve
regeering, te vermoorden.
üenator Borah komt krachtig op tegen
deze verkapte in erventie. Hij waarschuwt
ertegen, dat de Vereenigde Staten optre
den als censor, van de regeeringen in Mid-
den-Amerika en spreekt het vermoeden
uit, da. de regeering der Vereenigde Sia-
ten een poging doet om het land in „een
laffen kleinen oo.iog met Mexicote w.k-
kelen.
In een vierdaagschen slag tusschen de
conservat.even en liberalen werden zware
verliezen geleden. De liberalen zouden dooi
Mexicaansche vrijwilligers zijn gesteund en
de conserva ieven genoopt hebben, op
Bluefields terug te trekken.
Admiraal Latimer, de. commandant van
de Amer.kaansche oorlogsschepen in Nica.
ragua, heeft medegedeela, dat Puerto Ca
bezas, Rio Grande El Bluff en Bluefields
to. neutrale zones worden verklaard, waar
de tegenover elkaar staande paitijen de
wapens moeten afleggen. De adm raai ad
viseert tot de instehing van nog andere
neu rale zones, teneinde in de kuststeden
de orde te verzekeren.
Dear brandende petroleum oipringd.
Drie employé'» van een groote petro-
teummaatschappij te Ventura in Caliiomië,
kwamen om het leven, terwijl drie in hope-
loozen toestand verkeeren, tengevolge van
het feit cat zij werden ingesloten in een
grooten kring van 150 meter van in brand
geraakte petroleum. Enkelen sprongen door
de vlammen heen en kwamen er met bran
dende kleeren uit; de anderen kwamen te
valten en verbrandden.
De troonsopvolging in Japan,
Prins Hirohito Michi-no-mija, de oudste
zoon van den overleden keizer Josjihifo, die
reeds sedert 26 November 1921 als regent
optrad en feitelijk het keizerlijk gezag uit
oefende, is Zondag met het Heilig Zwaard,
den Heiligen Spiegel en het Heilig Juweel,
de souvereiniteitsemblemen, die door Jim-
moe Tenno, den eersten mikado, 2500 jaar
geleden uit den hemel' zouden zijn gebracht,
geinstalleerd als de 124ste keizer van
Japan. Deze installatie had plaats in het
paleis te Hajama, in tegenwoordigheid van
den eersten minister, den minister van de
Huishouding en den Zegelbewaarder.
De formeele kroning van Hirohito tot kei
zer van Japan zal eerst den volgenden win
ter plaats hebben, na afloop van den rouw
van het Japansche hof.
Met het optreden van Hirohito is het tijd
perk van Taisj, „Groot Recht geëindigd
en treedt het tijdperk van Sjowa, „Verlichte
Vrede", den door Hirohito aangenomen
titel, in.
Keizer Hirohito is in zekeren zin de per
sonificatie van het nieuwe Japan. Hij is de
eerste democratische heerscher van zijn
dynastie. Vroegere keizers verlieten zelden
of nooit het keizerlijke paleis en wanneer zij
door de straten gingen, sloten de Japanners
de deuren hunner woningen en verborgen
het aangezicht, daar zij zich niet waardig
achtten, het gelaat des keizers te aanschou
wen. Hirohito, de eerste keizerstelg,
die zooals men zich herinnert, in het jaar
1921 een groote buitenlandsche studie-reis
heeft gemaakt, waarbij hij ook Nederland
bezocht, rijdt tegenwoordig door de straten
van Tokio in een open auto en woont dik
wijls baseballwedstrijden bij. In 1922 ver
raste hij zijn volk door zijn verschijning in
een openbaren schouwburg tezamen met den
orins van Wales. Deze inbreuk op de oude
keizerlijke tradities heeft destijds onder dien
boogen adel groote ontstemming en droefe
nis gewekt; twee zeer ^ïooge vazallen van
zijn vader, de staatslieden Jam-agota- en
Matsoekata, legden dan ook hun functies
neer, toen Hirohito naar 't buitenland ver
trok, om aldus uiting te geven aan hun pro
test en te doen blijken, dat zij er ook indi
rect niet de verantwoordelijkheid voor op
zich wilden nemen.
Een andere vermeldenswaardige merk
waardigheid vin het leven van Hirohito is,
dat terwijl' de keizers van Japan in een ver
bitterde veetc leefden met het geslaciht Sa-
fsoema, het voornaamste adellijk geslacht
naast dat van het keizershuis, hij in het jaar
1924 huwde met prinses Nagako. de dochter
van generaal prins Koeni, den voornaamst en
vertegenwoordiger van dit geslacht. Uit dit
huwelijk is in December 1925 een telg ge
boren, een dochter, prinses Siigeko.
Men verwacht dat hst optreden van Hiro
hito als keizer geen politieke veranderingen
tot gevolg zal hebben.
DE PRESIDENT VAN DEN IERSCHEN
VRIJSTAAT EFREDOCTCR AAN DE
UNIVERSITEIT TE CAMBRIDGE,
De Universiteit van Cambridge heeft den
-resident van den Ierschen Vrijstaat, Wil-
iam Cos^rave c'en eeretitel van Doctor in
Ie Rechtswetenschsp gegeven.
Dit is niet alleen een verheugend teeken
voor de groote achting, die zich de Iersche
Vrijstaat zelfs in de Engelsche ontwikket-
le kringen heeft verworven, maar ook voor
'e meerdere mate van verzoening tussch
de sinds eeuwen zoo scherp tegenover el
kaar staande eilanden rechts en links van
et St. Georgekanaal.
Zooals bekend, is Cosgrave niet alleen
een voorvechter der nationale vrijheidsidee
van zijn lard, maar ook de aanvoerder der
Iersche katholieken.
DE KERKVERVOLGING TE STRASSBURG
Zooals bekend, heeft de Fransche regee-
ing bij de bezetting van Elzas-Lotharingën
ilechtig beloofd niets te veranderen aan
Je godsdienstige gesteldheid van de provin
cies. Desalniettemin worden thans de Liefde-
buTg verwijderd, waar ze sinds 140 jaar be-
angelcos werkzaam waren.
"EN FAMILIE MET 1030 LEVENDE LEDEN
Voor korf verkreeg een leider der Fran
sche katholieken uit Lille, Charvet, een
jroot weldoener der armen, het ridderschap
'n de Pauselijke Orde van St. Gregorius den
Groote.
Bij het bij deze gelegenheid ter zijner
cere aangelegd feest verklaarde Charvet,
S.t de nakomelin'Tschar) van zijn grootvade
1030 heden levende personen telde.
DE PSEUDO-P1RINS.
De repub'ikeinsche pers brengt steeds
bijzonderheden over het ongetwijfeld merk
waardige „Gastspiel", dat „baron Korlf",
-lias Domold; 21-jarig kolenarbeider. in Thü-
irgzn, gedurende eenige dagen heeft opge
voerd in de rol van den zoon van den vrce-
:eren kroonprins, met wien hii eenige ge-
'ijkenis moet hebben. Geleidelijk wordt
meer bekend van zün triomftocht door ver
schillende Thüringsche steden, zijn dupen
ten spijt, die elkaar thans gebrek aan men-
schenkennis verwüten en elkaar de schuld
geven met de aanbidding van den handigen
pseudo-prins het eerst te zijn begonnen.
Wii deelden reee's het een en ander van
de uitstekend geslaagde comedie mede; hoe
„Königliche Hcheit" werd gevierd op jacht
en andere partijen, welke vooral ook door
de D.-nationalen en Volkisch georiënteerde
kringen van Gotha, de vroegere groother- i
tigelij'ke residentie, hem ter eere werden J
gegeven. De atmosfeer van het stadje was
als geschapen voor de experimenten van 'n
„baron Korft" als pseudo-kroonprinsenzoon.
Toen men hem in zijn hotel het „Fürsten-
zimmer" toonde, bleef hii een oogenblik in
gedachten verdiept staan voor de schilderij
van de vroegere kroonprinses Cacilie. Op de
vraag: „Königliche Hoheit, kennen doch diese
Dame?" antwoordde hii onmiddellijk: „Das
ist doch meine Mufti"
De directie van den schouwburg liet den
„Alten Dessauer" opvoeren. De doorluchtige
gast ram plaats in de hofloge. De aandacht
van het publiek .was meer Op den „prins"
gericht, dan op het tooneel. Na afloop was
„Königliche Hoheit" wel zoo goed een ac
trice een bonbonnière met de woorden:
„vom Prinzen Wilhelm von Preuszen" te ver-
ëeren, welk gebaar een geweldig aplaus
uitlokte.
Na de voorstelling was de prins het mid
denpunt van een receptie van de autoritei
ten in zijn hctel, waar de burgemeester ver
scheen, de intendant van den schouwburg,
de majoor van de Schupo, een inspecteur
van politie en andere notabelen hun compli
ment kwamen maken. De burgemeester be
groette den gast in een toespraak ah:
„Prinz. De champagne schuimde en toaster
werden gehouden. „Königliche Hoheit" ver
genoegde zich hoofdzakeliik met sigaretter
rooken. de een na de ander, welke harts
tocht hij verontschuldigde met de woorden:
.Thans kn ik het mij veroorloven, thuis ver
biedt „Mutti" het".
Na allerlei feesten nam „Prinz Wilhelm"
op een dag de hotelauto en reed over Er
furt naar Weimar, waar zijn spoor echter
verloren is gegaan. De hotelauto uit Goth;:
wachtte en wachtte, maar de „prins" kwam
niet terug.
De politie zoekt nog steeds tevergeefs
naar dezen modernen kapitein van Köpe-
nick.
DE FRIDERICUS-ZEGELS.
De Fridericus-postzegels hebben te Han
nover aanleiding gegeven tot het volgende
incident:
Een republikeinsch georiënteerde firmr
aldaar heeft geweigerd brieven met zulke
postzegels aan te nemen en heeft een strook
op de brieven geplakt van den volgenden
inhoud: „Geweigerd wegens frankeering met
Fridericus-zegels als protest tegen de mo-
narchistisch-militairistische propaganda van
de Duitsche Posterijen".
Naar het „Berl. Tag." verneemt, heeft
daarop de directie van de P. T. T. de firma
meegedeeld, dat deze methode 'Van terug
zending in strijd is met de wet en dat in
de vermelde woorden een beleediging ligt
van den minister van posterijen,
DE GEARRESTEERDE DRANKVERBODS
AMBTENAREN.
Het kustwachtschip „Taialpost", dot twee
weken geleden naar Mexico werd gezonden,
keert met een der twee regeeringsbeambten
die eenigen tijd geleden op het Fransche
smokkelschip „Arsène I" werden ontvoerd,
naar de Ver. Staten terug/ De andere be
ambte zou per spoor naar de Ver. Staten
terugkeeren.
De Kerstrede, waarmede de heer Albarda
ditmaal de boodschap van het Social sme
aan de arbeiders vertolkte, was wel een
du'delijk symptoon van de feestelijke leeg
heid, waartoe deze partij, welke haar
gronds'ag zocht in het historisch materia
lisme, is gekomen.
We'k een diepe afgrond gaap1 er tus
schen die blijde rijke Kerstboodschap,
welke het Kerstfeest ook aan den gods-
diensrigen arbeider brengt, zelfs al rooft
de zware zorg hem den sUap uit dc moede
oogen en is het brood, dat zij eet met tra
nen gemengd; en de leege nie's zeggende
oerspectieflooze Kerstboodschap van de S.
D. A. P.
Welk een geeste'ijke rijkdom bij den
eerste, wanneer hij daar komt uit de Nacht
mis met Christus in zijn har1, die hem de
bemoedigende woorden toeroept: Kom tot
mij, stort uw hart voor Mij ui', leg uw zor
gen aan Mijn voeten en ik zal u verkwik
ken.
O, wat is er dan een licht en een vreugde
in die ziel, welke voor al de rijkdommen
der wereld niet te koopen is.
En ziet daarna den soclalis'ischen arbei
der, die van de Kerstrede van Albarda
komt. Zelfs op een dag als dezen wordt
hem niets anders geboden dan wat bana'e
politieke frasen over problemen, welke het
Socialisme in de toekomst zal oplossen,
wa' rhetoriek over het nieuwste politieke
reclamemiddel der S. D. A. P.: „De ontwa
pening" en wat polemiek met de R.-K.
S aatspartij.
Dit is het geeste'ijkf voedsel, wat de
S. D. A. P. den arbeider op een feest als
Kerstmis heeft aan te bieden.
Het is nie1 alleen van ontstellende op-
pervlakk'gheid, maar het wijst ook op een
ontkenning van de geestelijke behoeften
van den mensch, die toch inderdaad niet
al'een van brood leeft.
In een men'al teit bij de S. D. A. P.
welke zich bij deze Kerstrede van Albarda
weer openbaart, is het mogelijk, dat de
leider dezer partij uitroept, niet in te zien
waarom de Ka holieken n et met de So
ciaal-Democraten zouden kunnen samen
werken.
Maar bij den katholieken arbe'der, bi'
wien de sensus catholicus no gniet geheel
is weggewaagd, moet dit socia'istis'h Kerst
feest toch wel zeer duidelijk hebben ge
maakt, welk een niet te overbruggen klove
er is tusschen ons Katholieken en de So
ciaal-Democraten en hoe klein hetgeen ons
vereenigt is tegenover het geweldige, dat
ons scheidt!
En wel diep te betreuren is, zooals de
„Rest)." concludeert, de arbeider die ter
wille van een stoffelijk gewin, dat veelal
niets meer dan schijn is, zijn grooten gees
telijken rijkdom op het spel zet, om dan
op een hoogheilig feest als Kerstmis zijn
godsdiens ige behoeften te moeten stillen
met dit geestelijk pauperisme, waarvan Al
barda sprekend namens de partij, op den
Eersten Kerstdag de zoo sprekende getuige
was.
De heer A. ,C. Bos, secretaris der propa-
ganda-commissie van de Fusie van onder
wijzers-corporaties en Vereenigingen voor
Gezondheidskolonies van alle gezindten,
deelt het volgende mede.
Prof. Scheltema te Groningen, die als tij
delijk door de Regeering aangezocht contro
leerend deskundige de verschillende vacan-
tiekolonies nu en dan bezoekt, schrijft:
„Kortgeleden heb ik den keurenden arts,
die de kinderen uit Drente onderzoekt, eens
op zijn reis naar Emmen en omstreken ver
gezeld om mij er van te overtuigen, of et
ook overdrijving school in de noodkreten,
die ons overf de ellende der kinderen al
daar bereiken.
Ik bezocht met hem een school, die tus
schen den besten en den slechtsten toestand
in ligt; op vele scholen is het erger, op en
kele wat beter.
Mijn stemming was ietwat sceptisch; ik
ging er heen met de verwachting, dat de
slechte toestand wel wat overdreven zou
zijn voorgesteld, zooals allicht geschiedt,
als er aanvallen op de weldadigheid gedaan
moeten worden.
Maar ik heb al spoedig begrepen, dat wij
hier inderdaad staan voor de zwaarste vor
men van kinderellende, nu over een geheele
streek uitgestrooid en dat men deze toe
standen niet te zwart kan afschilderen.
Hier is nu eens werkelijk alle reden om
te helpen en de kinderen door een gezond-
heidsbad, met goede voeding, reinheid, orde,
regelmaat, uit een diepe put te redden, als
men er prijs op stelt om het komende ge
slacht in deze streken in het bezit te stel
len van de grondvoorwaarde voor econo
mische verheffing, n.l. een ongerepte gezond
heid.
Het hart keerde ons in het lijf om, bij
het waarnemen van deze verwaarloosde
stakkers, nu eens niet als uitzondering,
maar las regel in een geheale streek. Het
is één praecipitaat van ardloede-ellende.
Ik heb er in het geheel geen bedenking
tegen, dat u van deze uitingen in het pu
bliek ge'oruik maakt, als u meent dat zij
kunnen dienen om tot meer hulp te ko
men."
Naar aanleiding van de berichten, om
trent de kansen van terugkeer der R. K.
Volkspartij tot de R. K. Staatspartij, deelt
de heer W. Verpalen, hoofdbestuurslid
van de R. K. Volkspartij, mede, dat de be
sprekingen, die de voorzitter en de waar
nemend secretaris der R. K. Volkspartij
hielden met den voorzitter der R. K. Staats
partij, buiten de partij om zijn gehouden en
zonder medeweten van het hoofdbestuur en
zelfs van den partijsecretaris.
De conferentie is dus te beschouwen als
een eenvoudige bespreking, waarvoor de
Volkspartij geen verantwoordelijkheid kan
aanvaarden. Het partijcongres is van de
geheele kwestie nog volkomen onkundig.
Mr. A. v. d. Sande Bakbuysen's benoeming
zeer waarschijnlijk.
Naar het Corr. Bur. meent te weten heeft
de regeering voor het ambt van burge
meester van Leiden het oog op den heer
Mr. A. N. van de Sande Bakhuysen, zaak
gelastigde van Nederland te Boedapest.
De heer Van de Sande Bakhuysen is ge
boren te Leiden 18 April 1874 en is de zoon
van prof. Van de Sande Bakhuysen, direc
teur van de sterrenwacht aldaar.
Naar aanleiding van het in omloop bren
gen van een nieuw bankbiljet van 20.
ueeft „In- en Uitvoernog verdere wen-
schen betreffende bankpapiercoupures.
Het blad schrijit dan:
Een niet te groot, handelbaar 5.bil-
jet, kleiner dan het huidige 10.biljet,
grooter dan dc zilverbon van 2.50, ge
maakt van een papiersoort, zooals bijv. het
rimerikaanche geld, die goed tegen vou
wen kan, lijkt on in alie opzichten een ge-
wenchte aanvulling. Wanneer dan straks
nog een coupure van 50.ingevoerd zou
worden, dan zouden gevoegelijk gelooven we
de 40.en de 60.coupures inge-
trokken kunnen worden
Het is natuurlijk mogelijk dat de statis-
tosche gegevens, waarover de Nederland-
sche Bank beschikt, in iets andere richting
wijzen, waarschijnlijk lijkt dit ons echter
niet.
Invoering van een nieuw systeem.
Met ingang van 1 Januari a.s. zal een ge
wijzigd systeem bij bet Centraal Bureau
voor de Statistiek worden ingevoerd met
betrekking tot het vaststellen van doods
oorzaken in Nederland.
Hoewel over het algemeen de Nederland-
sche Statistiek hieromtrent 'n nauwkeurig
overzicht geeft en in Europa als een der
betrouwste geldt, zijn er toch doodsoorza
ken, die niet zoo gedetailleerd worden aan
gegeven als wenschelijk zou zijn. In hoofd
zaak komt dit, doordat de geneesheeren hun
beroepsgeheim tegenover den ambtenaar
van den Burgerlijken Stand, die volgens dc
wet opgaaf verkrijgt van de doodsoorzaken
van de bewoners eener gemeente, niet ge
heel wenschen prijs te geven, hetgeen in
kleinere gemeenten natuurlijk heel goed te
begrijpen is. Vooral betreft het hier ziekten,
waaromtrent stipte geheimhouding noodig is.
Om hierin nu verbetering te brengen, zal
in ons land een systeem, naar Zwitsersch
model, worden ingevoerd. Voortaan zullen
de ambtenaren van den Burgerlijken Stand
DONDERDAG, 30 DECEMBER.
HILVERSUM, 10.50 12.00 Politieber.
3.304.30 Uurtje voor de Wees- en
Ziekenhuizen. 5.6.45 Concert doof
het H.D.O.-orkest, Soliste: Toos Schleier,
coloratuurzangseres. 6.457.47 Les in
de beginselen van het Burgerlijk Recht
en het Handelsrecht. 7.45 Politieber.
10 uur Persberichten.
8.10 Een avond bij de Staatsmijnen in
Limburg. 1. Beambtenzangver. der Staats
mijnen, Dir. P. Gielen. 2. Muziekkorps
van de Staatsmijn „Wilhelmina", Dir. v.
d. Berg. 3. Muziekkorps van de Staats
mijn „Emma", Dir. J. Dieteren. 4. Sym-
phonieorkest der Staatsmijnen, Dir. H.
Royen. 5. De heer P. Thissen, lyrisch te
nor. 6. De heer C. Mol, declamatie, Piano-
begel. D. Weeber.
DAVENTRY, 1600 M. 11.20 Concert
door het Daventrykwartet en solisten (con
tra alt, tenor, viool). 1.20 Gramofoon-
muziek. 2.202.50 3e jaarl. banquet
„To little Londoners". Speeches en con
cert door de Sundowns Nigger Minstrels.
3.204.05 Evensong van de West
minster Abbey. 4.20 Causerie: Books
to read. 4.35 Concert. 5.35 Kinder
uurtje. 6.20 Concert voor cello en
fluit). 6.55 en 7 uur Landbouwberich-
ten. 7.20 Weerber., nieuws, lezing
Life assurance. 7.50 Muziek. 8 uur
Causerie: Some primitive tribes. 8.20
Een Wessex-programma. Dale Smith, ba
riton, Voorlezing door W. R. Bawler.
8.38 Zang door de Mellstock Quire, B.-
Couper, voorlezing. 9 uur „The tree
wayfarers", 1-acter van Hardy met zang
en muziek. 9.40 D. Smith, bariton.
9.50 „Crackers", stukje met muziek.
10.20 Tijdsein, weerber., nieuws. 10.35
4e ballade, Chopin-Solomon, piano.
piano, 10.5012.20 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M.
10.5011.20 Nieuwsber. en muziek.
12.502.10 Concert door het orkest Lo-
catelli en Hr. SceHier, zang. 5.055.55
Klassieke matinée. 9.0510.20 Cau
serie, gewijd aan de muziekgeschiedenis
La renaissance (lère periode). Met mede
werking van het a capellakoor Le Quen-
nant.
KONIGSWUSTERHAUSEN, 1300 M. en
BERLIJN, 484 en 566 M. 1.50—2.20
en 3.207.20 Lezingen en lessen. 7.50
Kamermuziek van Beethoven Haweman-
nenkwartet (2 violen-viola-cello). 8.50
„Ein Heiratsantrag," scherts in 1 acte van
Tschechow. 9.5011.50 Dansmuziek.
HAMBURG, 394.7 M. 1'.50—1.20 Or
kestconcert. 1.252.10 Kamermuziek.
3.35—5.20 „Firlefanz", sprookje in 3
acten. 5.206.30 Concert door de
Hong. kapel Sandor. 7 208.35 No
velle, voorlezing. 8.3511.15 Neder-
Duitsch Sylvester. Daarna dansmuziek.
MUNSTER, 241.9 M. 10.50—11.50 Or
kestconcert. 12.501.50 Strauss-Liszt
concert. 3.50—4.50 Liederen van Max
Reger. 7.509.20 Werken van Noor-
sche componisten, door orkest. 9.20
9.50 Afscheidssymphonie Fis-mol,
Haydn. 9.5010.20 Vocaalconcert.
BRUSSEL, 508.5 M. 5.20—6.20 Or
kestconcert. 8.50 Orkestconcert.
9.50 ,,L'Affaire boreau" klucht. 10.10
Orkestconcert. 10.3010.50 „Le bon
Fonctionnaire", klucht.
met een Radio-Installatie van
Technisch Bureau
Radio-Specialisten
van den geneesheer twee briefjes toege
zonden krijgen bij overlijden van een inwo
ner, A en B. In A., dat de ambtenaar be
voegd is te openen, komt een meer gedetail
leerde doodsoorzaak voor. Op dit briefje
komt echter geen naam voor. Het geval blijft
dus anoniem, alleen aanduidend een acte-
nummer van inschrijving in het overlijdens-
register. Hierdoor kan men alsnog vollediger
overzicht van de doodsoorzaak krijgen dan
tot heden het geval was en meer in het bij
zonder van die ziekten, die thans wel eens
verzwegen worden en waarvoor het ook
van groot belang is, cijfers te kennen, ij
Gelegenheidszegels van Italië.
Italië heeft een nieuwe serie gelegen
heidszegels uitgegeven ter herinnering aan
den opmarsch der fascisten, teekeningen:
gebouwen uit Oud-Rome in de waarden 40,
50 cents, 1 L. 25 en 1 L. met resp. een toe
slag van 20, 30, 60 cent en 2 L, 50 c. De
zegels zijn uitgevoerd in groot rechthoekig
formaat.
Uitgifte van Cechoslovakije, s.
Cechoslovakije heeft een serie van 7
nieuwe postzegels uitgegeven in nieuwe
teekening met stads- en landgezichten in
de waarden 20 heller tot 3 kronen.
64
Ik ben de zoon van een Israëlit'sch
onderwijzer en mijne ouders gaven mijnen
vurigen wensch gehoor en lieten mij in de
rechten studeeren, ofschoon zij geen ver
mogen bezaten. Nog had ik 't tweede stu
diejaar niet geheel doorloopen, toen mijn
vader stierf en in zijn laatste ure gaf hij
mij een wegwijzing voor mijne toekomst.
Ik laat u mijnen zegen na en de zorg voor
uwe moeder, zeide hij, dat is genoeg, om
mede door de wereld te komen. Nu, ik
deed het ook, met de studie was het nu
weliswaar gedaan en ik kan u niet zeggen,
hoe-eel stille tranen dat mij heeft gekost.
De familie kwam bij elkander en beraad
slaagde: Geld was er niet, daarom moest
ik nu zoo spoedig mogelijk beproeven iets
te verdienen, niet a'leen om mijze'vën,
maar ook om mijne zieke moeder te on
derhouden. Voor den handel was ik nie'.
geschikt, zooals men mij zeide, ik bezat
daarvoor niet het allerminste talent en
ev~n zoo weinig lust, Ti'd, cm een betrek
king te zoeken, overeenkomstig mijne ont
wikkeling, was er niet, want de nood was
ons tot de lippen gestegen; ik nam dus eene
plaats aan als k'erk bij een advocaat tc
Buchwaldau Die betrekk'ng gaf weinig
genoeg, maar nu kwam mij eene eigenschap
van mijnen stand te stade; Mij te schikken
en te vo.harden. Toen een jaar voorbij was,
God weet het hoe droef en moeilijk, kwa
men de vacantiedagen der rechtbank en
mijn patroon had mij beloofd, in dien tijd
eenige dagen bij mijne moeder te mogen
doorbrengen, die ziek bij mijn ouden groot
vader was. Ik had on beerd en verzameld
en gespaard, om toch iets te huis te bren-
öen 'k was haar eenige zoon. Buch-
waldau was acht uur van hare woonplaats
verwijderd, maar ik durfde mij niet veroor
loven, georuik te maken van den postwa
gen, als ik mijn klein kapi aal niet gevoe
lig wilde verminderen. Ik deed mijne beste
kleeren aan, stak mijne penningen in een
k.e.nen lederen buidel, dien ik aan mijn
ha|s h ng en met Ovidius in den zak, die
mij in mijne vrije uren nog steeds een lieve
en getrouwe vriend was, ving ik de reis
aan. t Was midden in den zomer, de
marsch had mij. zeer uitgeput, want ik was
een zWak kerel je en ik was blijde, toen ik
op de he ft van den weg gekomen, in Tan-
nensee onder de heerlijke boomen uitrus
ten kon. Ik koos eene groep dicht bij het
meer en sliep spoedig diep en vast, in allen
gevalle over den lijd dien ik mijzelven ge-
s'eld had. Ik werd daarvan wakker,
dat iemand hevig mijnen arm schudde en
toen ik opsprong, zag ik eenige jongelie
den voor mij staan, die onder luid gelach
om mij heen sprongen en op het meer
wezen. Sta op, zoon Israë's, riep een van
hen, gij moet gedoopt worden. Zie maar,
Johannes de Dooper is reeds in het water
en wacht op u. Toen ik mij vol schrik
r mkeerde, zag ik, dat men mün rok. di""
ik als kuss'n onder mijn hoofd gelegd had,
had weggenomen. Ook bet buideltje aan
mijn hals ontbrak en nu bemerkte ik, dat
een reusachtige hond in het meer rond
zwom, en iets als een buidel je kleeren
op den kop droeg. Het was mijn beste rok,
de eenige uit betere tijden, ook de eenige
waarmede ik onder de menschen komen
kon en wat erger was, de spaarpennin
gen van vele maanden waren neen, geheel
het kleine vermogen, dat ik met zooveel
mceite had verzameld en aan mijne moeder
wi'de brengen.
Voor de voorname jongeheeren was het
een heerlijke grap, ik echter, ik beefde
van smart. Men moet den druk der ar
moede kennen, om mijne vertwijfeling te
kunnen begrijpen. Gij lacht niet, mijnheer
Lenz, en dat spreekt voor een goed hart.
Gij zult het ook dan niet doen, als ik u
zeg, dat ik een luiden smartkreet slaakte.
Maar mijn jammerkreet vermeerderde
slechts de vreugde: Laat u tocii dcopen,
jood, spoedig, spoedig, doe een doopkleed
aan, spring er in, zeiden zij minachtend en
ik stond handenwringend aan den oever
Daar weerklonk ooeens eene s'em ach
ter mij, nog hoor ik die, mijnheer Lenz, zoo
troos vol klonk zij. Wat is er Erich, wat
is er met den hond en met den jood? Ik
noop, dat ge geen' slechte grappen uithaalt.
Het was graaf Wolff en hij, tot wien hij
zich wendde, was zijn broeder, dsn Interen
opperjachtmeester, zooals ik naderhand
vernam.
Wat een goede haak wil worden, kromt
zich bij tijds, zeide de schilder spotach-ig
lachend.
Dat zijn maar k'eine trekken mijnheer
Lenz, maar ik wilde niet den opperjacht
meester schilderen, maar graal Woli. Da
jongere broeder was buiten zichzelve van
het lachen: hij ver.elde, wat er gebeurd
was en riep: Wees geen spelbreker, maar
bekijk de kostelijke figuur. Spreek naar
toe, want Israël schuwt den doop en doet
afstand naar het schijnt van de zaligma
kende kleeding.
Graaf Wolf antwoordde in het geheel
"iet, hjj riep alleen met krachtige stem den
hond en het dier, dat die stem kende,
zwom haastig op den oever toe. Dat was
een erbarmelijke grap, zeide hij toornig,
gij zijt uwen gouverneur nog in lang niet
ontwassen. Ik durfde het reusachtige dier
niet aanraken; terwijl de jongeheeren
fachend heengingen, maakte graaf Wolf
zelf den rok los, die op den kop van den
hond was vastgebonden en deed het door
natte buideltje open.
Tel het na, of u iets ontbreekt, zeide hij,
:k wil niet, dat gij de minste schade lijdt.
Er ontbrak geen pfennig. Toen ik den
graaf bedankt had en mijn rok w-;der wi'de
aantrekken, viel Ovidius er uil. buitenblad
was er afgeraakt en het titelblad lag bloot.
De graaf las het met grenzclooze verba
ring, hij bekeek nu eens het boek, dan we
der mijn armoedig uiterlijk.
Is dat uw boek? vroeg hij. Ik bevestigde
het en hij vraagde met dezelfde verwonde
ring: Wie zijt ge dan toch, of wat zijt gc
geweest?
Deze herinnering aan lang vervlogen tijden
bracht mij de tranen in de oogen; ik ver
telde hèm in het kort, hoe ik geworden was,
wat ik nu was, vanwaar ik kwam en waar
heen ik ging en hij hoorde mij aan met zicht
bare deelneming.
En ge wilt nu schrijver blijven? vraagde hij.
Ik moet, beer kraai, beraam ik, om te stu
deeren heb ik geen geld, vaders zegen is
juist toereikend voor moeder.
Nu lachte hij, dat zijne witte tanden zicht
baar werden. Wie weet, zeide hij, misschien
toch nog verder. Geef mij uw adres en reg
mij, waar ik inlichtingen omtrent u kan in
winnen; wellicht heeft de kleine schrik goede
gevolgen voor u.
Acht dagen later, nadat hij nauwkeurig
onderzoek gedaan had naar mijne vroegere
betrekkingen, kwam de jonge graaf, die toen
zelf nog studeerde, naar Buchwaldau. Hij had
een rijk moederlijk erfdeel te wachten en al
was dit ook nog niet in zijne handen, daar
zijn vader er nog het vruchtgebriiik van had,
zoo gaf hij mij toch op deze zekerheid een
crediet, dat mij in staat stelde, de school
weder te bezoeken en te studeeren.
Hoe ik gewerkt heb, mijnheer Lenz, mei
welk een vreugde en met welk een ijver! Hij
heeft gelijk gehad. Vaders zegen reikte ver
der, dan alleen om moeder en mij het kom
mervol brood der zorge te schenken. De
graaf liet zich geregeld mijne getuigschriften
voorleggen, ondersteunde mijne moeder en
stelde alleen deze voorwaarde, dat over de
zaak niet gesproken zou worden.
Begrijpt ge het nu, mijnheer Lenz, waarom
'nk mijn bloed en mijn leven voor hem veil
heb, dat ik alles, wat ik bezit, beschouw als
en geschenk uit zijne hand, dat ik bang ben
;em te kwetsen, ai ware het ook slechts in
:en zwakheid? Het eerste proces dat ik te
oeren had en dat ik won, was voor hem,
'een het testament zijns vaders ham het be
lt der moederlijke goederen ontzegde.
Dus toen in eigen belang heeft hij toch éen
'Tein schandaal niet geschuwd? onderbrak dc
sch'lder sarcastisch het verhaal.
Ja zeker, mijnheer Lenz, en dat ik dit
schandaal vermijdde, dit iuist heelt mij zijn
vertrouwen geschonken. Ik nam aan, dat de
gestorvene te goeder trouw gehandeld had,
dat hij alleen uit onbekendheid met den toe
stand der zaken zijne beschikkingen had ge
maakt, omdat hem de aanwezige bepalingen
betreffende het huwelijksgoed zijner eerste
vrouw verkeerd waren uitgelegd. Het proces
werd zoozeer zonder eenige verbittering ge
voerd, dat de broeders vreedzaam met elkan
der omgingen, zoolang het duurde, en dat do
opperjachlmeester dankbaar het grootmoe
dige geschenk kon aannemen, dat de oudste
broeder hem schonk. Graaf Wolf wist
zeer goed, dat zijne stiefmoeder en de ópper-
jachtmeester het fijn overlegde plan gesmeed
hadden, om hem tc onterven; de bewijzen
daarvoor waren in zijne handen. Maar de
wereld heeft daarvan niets vernomen, voor
haar was het geen proces, maar alleen een
herhaald grondig onderzoek der voorhanden
zijnde contracten en bepalingen, dat zij met
groote maar onbevoordeelde belangstelling
mocht volgen. Nooit heeft graaf Wolf de
schande zijner familie blootgelegd,
steeds heeft hij grootmoedig geholpen, steeds
gedekt, steeds gezorgd, dat de naam in eere
bleef. Hij betaalde de schulden des opper-
jachtmeesters eer deze huwde; later heeft hif,
ofschoon hij zelf een kind heeft, graaf Her-
bert grootmoedig ondersteund en hem ove*
menige verlegenheid heengeholpen
alles ter wille van den naam, hun gemeen-
'chappelij goed. Want verwantschap van
geest of hart bestaat er niet tusschen deze
menschen, ook niet de minste sympathie
voor zijn neef, alleen waar de eer der familie
wordt aangerand, daar staat hij hem bij, zoo
lang er nog iets te verdedigen is.
(Wordt vervolgd**