Brieven uit België. Bil Scheren De liefde van een kunstschilder. Blijven de socialisten bij de regeering? Inzake de Russische schuld aan Frankrijk wordt door de Fransche regeering een onderhandelaar naar Moskou gezonden. Uit Hankau komen berichten, dat de toestand er rustig is. Spanje en de Tanger kwestie. Verklaringen van Primo de Rivera. GEM. BUITENL. BERICHTEN. ANTÏ-DUITSCHE STRAATHANDEL. BINNENLANDSCH NIEUWS. Uitvoering Vleeschhearingswet. Andere werkkring voor de Zuiderzeevischers. De nieuwe burgemeester van Leiden in zijn geboortestad UIT ONZE OOST. Treindienst op West-Sumatra weer normaal. terug: RECHTZAKEN. Een ontrouwe spoorwegcommies. Ned. Imkersdag. KUNST EN KENNIS. Jubilé Boekhandel G. Mosmans Zoon. FEUILLETON. Een de* groote politieke vraagpunten van den dag is voorzeker, het al dan niet voort zetten der medewerking van de socialisten aan de huidige regeering. Op hun met de Kerstmisdagen te Brussel gehouden Congres i3 dit vraagpunt ter tafel gekomen en dat het er tamelijk warm, op sommige oogenblikken zelfs zeer vinnig, toeging, heeft niemand verbaasd. Integendeel, het was te verwachten, dat de extremistische elementen der partij hun aangekondigd offensief op groote schaal zouden inzetten en doorvoeren. Terwij! trouwens ook ieder een voorzien had, dat de gematigde, de be houdsgezinde leden met alle kracht en kunde de ve:z slagen zouden gepareerd hebben. Laatstgenoemden zullen dan wel het hooge woord blijven voeren. Althans voorloopig nog. De meerderheid der socialistische partij blijkt heelemaal niet meer zoo onhandelbaar als aanvankelijk, op stuk van principes. 2e is van de eene toegeving desaangaande 1 geleidelijk gegaan tot de andere, zoodat ze in België ten huidige dage van het oorspron kelijk socialisme niet veel meer overhoudt dan den titel en den schijn. In werkelijk heid is ze ontaard en verwaterd over gansch de lijn. Het deelnemen aan de regeering heeft de leiders genoopt tot het brengen van prin cipes-offers, tot het oogluikend gedoogen, ia onder bescherming nemen, van wat ze te voren jarenlang met hun felste anathema's hadden gebanvloekt. Uiterlijk, gaven ze wel voor, die offers te brengen om wille van den hachelijken economischen toestand, die het voeren van streng-principieele politieke actie noodlottig hadde doen worden voor 's lands herstel. Doch in werkelijkheid gingen onze Belgische* socialisten daardoor een zelf gekozen en gaarne betreden baan op, welke zij op ander gebied reeds lang tot de hunne hadden gemaakt en waarbij deze politiek dan ook geen uitzondering daarstelde. De baan, namelijk van het practisch nut tige. Het ideëele hunner beginselen is enkel nog wat verbleekt verguldsel, waaraan de leiders sinds geruimen tijd enkel nog een vage historische waarde toekennen. Wat voor hen sinds tal van jaren primeert, is het voor deel, dat samenwerking met andere partijen •in het regeeren des lands hun partij kan opleveren. En voor wie even de balans wil opmaken van dit voordeel, welke die samen werking hun bezorgde en nog bezorgt, zal beamen, dat het, van dit starfdpunt gezien, heelemaal geen slecht zaakje voor de socia listen was. Het beroemde „J'y suis, j'y reste". heeft voor de leiders een bijzondere aantrekkelijk heid. Ze worden dan ook, bij het verdedigen van hun medewerking aan het door de extre misten als een „bourgeoisie-regeering" ge doodverfde combinatie, uiterst welsprekend, en komen met tal van argumenten ten gunste voor de pinnen, om de voorstanders van het terugkeeren tot de zuivere socialistische grond begindselen, en dies tot het overgaan in de oppositie, te doen inzien dat zulks zou gelijk staan met het nutteloos verloren smijten van gewichtige voordeelen, zonder vooruitzicht van vergeldende latere winst. Minister Huysn^ns wist daarbij aardig te doen opmerken, dat „wetten maken wel een belangrijke, maar wetten toepassen, toch nog een veel belangrijkere zaak was. en—., dat het steeds beter is, zich in het huis te bevinden, dan er buiten." Dat is wel de taal van de gezonde rede. Dat is ook wel de taal van den practischen slimmerd, die trouwens dagelijks nog in zijn ministerie bewijs levert tan 't ontzaglijk nut, dat een „zich in het huis bevinden" meevrengt oor iemand, die daarvan ieder oogenblik handig gebruik durft maken. Doch dat is ook een taal, die heelemaal niet behaagt aan een steeds talrijker wordend dejsl der partij, dat weinig of niets voelt voor het voortzetten der deelneming aan de regeering, omdat daardoor, naar beweerd, het socialisme door de eigen partijgenooten let terlijk vermoord wordt. En dit deel der partij, met name vooral de syndiale leiders en de jongere elementen, staat inderdaad veel dichter bij de waar heid dan de oudere, behouds- en regeerings- gezinde, voormannen. Het kan ook door dezen, immers, niet ontkend, al wagen zij het niet, de kiesche en brooze quaestie koc- daat onder handen te nemen. De socia listische partij is in België geen schaduw meer van hetgeen ze aanvankelijk in dieptste wezen was. Diepste wezen, zonder hetwelk Ze feitelijk ophoudt socialistisch te zijn en oplost in een gewoon-burgelijk conserva tisme. En een der hoofdoorzaken daarvan is wet, ontegenzeggelijk, de machtige econo mische inrichting der partij zelf. Onder voor wendsel van collectivisme, heeft .zij zich op de meest alledaagsch-burgelij ke wijze kapi talistisch ingericht, hare honderd duizend kwetsende, knakkende ukazen van dien dictator. Dan of nooit was 't oogenblik, om met stoutén greep de volksheerschappij te stellen in de plaats van de machteloos ge bleken burgerheerschappij, of deze toch ten minste den steun te weigeren, zonder welken zij, reeds zóo wankelend, geen mi nuut meer overeind zou gebleven zijn. Het lot van 't kapitalisme lag toen in de roode hand. En wat deed die roode hand Ze schraagde met alle macht het wankelend kapitalisme. Uit vaderlandsliefde Een beet je. Vooral, en véél, uit eigenbelang. Want die roode hand behoorde zelve aan een lichaam van kapitalisme en om dat eigen lichaam te redden, hielp zij vlug en vlijtig en voort varend mee aan het instandhouden, aan het verstevigen, aan het bestendigen van het weleer als de vijand uitgejouwde kapitalisme. Scherp is vaak de ironie der feiten. Een maand of wat geleden beheldsden de kranten de aankondiging der kapitaals- verdubbeling van de „Banque beige du Tra vail", op 1 Maart 1913 te Gent gesticht. On der de voornaamste stichters bevonden zich de heeren Edward Anseele, nu"minister van Spoorwegen, Telegrafen, Posterijen en Zee wezen de hoofdredacteur van ,.Le Journal de Charleroi", socialistisch dagblad, en de Secretaris van het Verbond der socialistische coöperatieven. De bank zelve ontstond uit samenwerking tusschen een Gentsch wissel agent, die als eerste bestuurder optrad, en de spaarkas van de groote socialistische coöperatief „Vooruit" te Gent. Het eerste boekjaar gaf reeds een zaken- cijfer van 55 millioen, voor een kapitaal van één millioen. Dit werd, na den wapenstil stand, op 5 millioen gebracht, en ook het zakencijfer wies met lawine-snelheid van 688 millioen ïn 1920 tot 1633 millioen in 1923.... Wat dan ook het verhoogen van het maatschappelijk kapitaal tot 10 millioen onlangs ten volle wettigde, Die Banque Beige du Travail" heeft de hand, en veelal de leidende hand, in allerlei aanzienlijke nijverheidsondernemingen, o.m. in gieterijen, machinefabrieken, steenbak kerijen, spinnerijen, weverijen, kortom, in alle middens, waar uit menschelijke bedrij vigheid geldelijk voordeel te halen valt. En om met des te mee- kans op welslagen dit halen van geldelijk voordeel voort te zetten, deed die financieeie onderafdeeling van het Belgisch socialisme heel eenvoudig, en heel trouw, wat de meest conservatieve kapitalist zou doen. Een verhooging uitschrijven van het maatschappelijk kapitaal, waarop dan ook de meest verachte „sale bourgeois" kon inteekenen Als practische inrichting en versterking van de partij, kan daarop niets afgedongen, hoeft er zelfs met waardeering gesproken van die alleszins geslaagde financieeie prestatie. Maar welk een fiasco voor de socialistische principes, als men ze houdt in 't licht van die bank-booglampen De hongeruitbui- tende „proletariërs" zijn nu doodgewone bestuurders, beheerders en commissarissen van banken en naamlooze vennootschappen geworden. Wie nu nog Marx zou achterna- bulderen „Het kapitalisme, ziedaar de vijand zou door de socialistische auto bezitters met de lorgnet aangekeken worden als een terugkeerende uit het voorwereld lijk tijdperk. En het lijdt dan ook geen twijfel De Belgische socialisten zullen het verzet van de idealisten hunner partij, van de voorstanders der opnieuw zuivere bele ving der collectivistische leer, neutralisee ren, desnoods breken en wijselijk voortgaan met hun alle voordeel-opleverende deelne ming aan de regeering. Want tusschen hun socialisme en het kapitalisme is enkel nog het verschil van een kleurtje. En geld heeft geen kleur. E. üTltln De Orient-Express aan een gevaar ontsnapt. De Orient-express CalaisParijsBoe dapestBoekarest is eergisteren slechts op het nippertje voor een ongeluk behoed. Een spoorwegambtenaar te Augsburg bemerkte, toen de express het station passeerde, dat een der salonwagens sterk slingerde. Hij belde onmiddellijk het volgende station op waar de stationschef den express onder levensgevaar tot stilstaan bracht. Het bleek dat van den wagen een der wielbanden ge broken was. Indien de trein nog eem'ge km. verder gereden was, zou hij zeker ont spoord zijn. De beide ambtenaren zullen een groote belooning ontvangen. De Russische schulden aan Frankrijk. De Fransche regeering zal den gezant- schapsraad Labonne, die aan het ministerie van buitenlandsche zaken met de behan deling der Russische aangelegenheden is belast, naar Moskou zenden. Poincaré is besloten de Sovjetregeering te nopen de besprekingen over de schulden te hervatten of de betrekkingen te verbreken. Labonne zal tot opdracht hebben ter plaatse antwoorden op de belang"-' k te punten te eischen, daar de Russische ina - cieele vertegenwoordigers, die zich te Parijs bevinden, verklaren geen instructies te hebbe. Toestand te Hankau. Vanuit Hankau worden geen nieuwe in cidenten gemeld de toestand werd er gis teren rustig genoemd. De Chineesche autoriteiten hebben een proclamatie uitgevaardigd, waarin de vei ligheid van Engelsche levens en eigendom men wordt gewaarborgd. Engelsche oorlogsschepen onder schout bij nacht Cameron, commandant van het volgelingen naar dien geest opgeleid, niet het marxistisch ideaal nagestreefd, maar zichc behendig aangepast aan de bestaande toe-tVan de kaden der Engelsche concessie Standen. Die toestanden heeft de socialis tische partij enkel gewijzigd voor zooveel ze haar belang, konden opleveren. In den grond verschillen ze thans geen zier met de zoo gewraakte van voor ettelijke tientallen jaren, waartegen toen zoo onstuimig te haasting en met ale toewijding. Ongetwij feld zal een definitieve oplossing worden gevonden." In Februari a.s. zal een wisseling van de eerste indrukken tusschen Spanje en Frankrijk plaats hebben. Sprekende over de Spaansch-Engelsche besprekingen, verklaarde de minister, dat over het nieuwe verdrag met Engeland te Londen zal worden onderhandeld. De opstand in Nicaragua. De Amerikaansche torpedojagers „Boris" en „John D. Edwards" stoomden gisteren weg om zich naar Nicaragua te begeven, waar beide bodems zich zullen voegen bij het eskader van admiraal Latimir. Genoemde schepen zullen de torpedo jagers „Whipple" en „Tracy" vervangen, welke laatste dezer dagen te Norfolk aan kwamen om te worden hersteld en nagezien Geen van beide eerstgenoemde schepen heeft een extra-bemanning aan boord daarvan is althans niet gemeld doch wel is bericht dat beide meer dan de gewone hoeveelheid muinitie aan boord hebben. HET GEVAL VAN MRS. CHRISTIE Het geval van de schrijfster uirs. Agatha Christie, die de vorige maand uit haar woning te Sunningdale in Berkshire verdween en na verscheiden dagen zoeken te Harrogate werd teruggevonden wordt beschreven als een van dubbele persoonlijkheid. De heer Watts, haar zwager te wiens huize te Canada in Cheshire zij thans vertoeft, deelde aan de „Daily Mail" mede, dat zij zeer langzaam vooruitgaat. De doctoren zijn het er over eens dat tnen hier met een geval van dubbele persoonlijkheid te maken heeft. Haar dochtertje kwam met Kerstmis over, maar eerst kende haar moeder haar niet. Later zeide zij tot haar huisgenoo- ten dat zij niet wist of zij zich het kind herin nerde of niet. Zij had hen hooren zeggen, dat verliet en de menschen „Goodbye mrs. Christie" zeiden, keek ze verbaasd en vroeg „Ben ik mrs. Christie DE TELEFONISCHE VERBINDING LONDEN—NEW YORK. Woensdagmiddag om één uur begon te Londen het „plaats bespreken" voor de te- lefoon-gesprekken met New York. Het liep storm 1 De „Daily News" was een der eersten, die zich opgaf. De „Paris Times" merkt on, dat een ge sprek van twaalf minuten duurder is dan een eerste klasse-passage naar Amerika BRUTALE INBREKERS. Woensdagnacht had een brutale inbraak plaats in de woning van „superintendent" Hawkins van Scotland Yard een j.big fives" v. d. detectiven-dienst. De inbrekers kwamen binnen door een venster in het in Ravencsourt Park te Londen gelegen huis en maakten zich meester van tal van siera den en veel antiek zilver. De inbraak was zoo brutaal, dat men zich afvraagt of de dieven wisten dat het de won ning van Supt. Hawkins gold. Er was echter niemand thuis gedurende het onaangename bezoek. „VERLICHTE" PAARDEN. Dezer dagen werd te Bradfort een bereden politie-agent 's avonds aangereden door een auto. Naar aanleiding daarvan zullen de paarden der bereden agenten aldaar worden voorzien van een roode „achterlamp" een lantaarn met een tweevolts accumulator boven den staart van het paard te bevesti gen. De „Oeuvre" komt er tegen op, dat de verkoopers in de kleine kraampjes, die jaar lijks op Nieuwjaarsdag langs de Parijsche Boulevards zijn opgesteld, plaatjes verkoo- pen met teekeningen uit oorlogstijd. Allerlei wreede, anti-Duitsche tooneelen zijn er op afgebeeld, die de donkere oorlogsjaren in de herinnering terugroepen. In Frankrijk, evenals in alle landen, zijn dergelijke dingen destijds uitgegeven, zegt het blad. Groote kunstenaars en groote schrijvers hebben er hun handtee kening onder gezet. Maar sedert dien zijn er de wapenstilstand, het vredes verdrag, Genève, Locarno en Thoiry' ge weest.. Het verluidt dat dit jaar een voorbijganger een der anti-Duitsche plaatjes heeft ver scheurd en den verkooper duizend francs bood om de schade te vergoeden. Was het een Duitscher De koopman heeft het incident gebruikt om er munt uit te slaan en het bij elkaar geplakte plaatje bij opbod te verkoopen De „Oeuvre" hoopt dat de politiek van Briand ook meer in den straathandel tot uiting zal konten. één Pijn en naschrijnen of stukgaan der huid, indien men vóór het inzeepen de baardoppervlakte inwrijft met r o.a.,B| velde werd getrokken. Van een omwenteling teurggetrokken uit den Volkenbond, het De Tanger-kwestie. In de verklaringen door generaal Primo de Rivera afgelegd in zijn jaarrede tegen over de leden van het Spaansche kabinet, zeide hij o.a., dat hoewel Spanje zich had vo;geungen naar aien geest opgeieia, met Engelsche Yar<tse-eskader liggen lanvszii i het haar dochter was en was er met zeker vani het marxistisch ideaal nagestreefd, maar zich]lof ze zichzelf het feit herinnerde of dat hetj door de gesprekken der huisgenooten haar was bijgebracht. Zoo gaat het ook met andere dingen ze weet niet of ze in haar geheugen zijn teruggekomen of dat ze het uit de ge sprekken opmaakt. Onlangs schreef zij een brief dien ze met een anderen naam dan den hare bleek onderteekend te hebben. Te Harrogate heeft zij'haar herinnering eens voor de tweede maal verloren. Zij wist namelijk, toen ze uit was, niet meer wie ze was of waar ze verblijf hield. Ze las er dage lijks de kranten, ze las zelfs van haar eigen verdwijning, maar kon het niet met zichzelf in verband brengen. Zij vond dat haar man naar het portret te oordeelen nogal een aardige man was. Zij meende dat haar bloedverwanten en vrienden moesten weten waar zij was, oft schoon ze zich n et kon herinneren wie he- waren en toen ze ten slotte niets van ze hoorde maakte ze zich ongerust en plaatste een ad vertentie waarin zij hen opriep zich met haar der maatschappij, volgens practisch collecti vistische begrippen, is bij de huidige leiders dan ook langsom minder sprake. De tijd blijkt daarvoor niet rijp, niet gunstig, ver klaren ze. doch ondertusschen legt heel hun streven het er op aan, om dien tijd nooit tot rijpheid te doen gedijen, om het daartoe gunstig oogenblik nooit te doen aanbreken. Als dit oogenblik ooit in de Belgische politieke geschiedenis nakend scheen, dan was het toch wel in den loop van het zoo pas afgesloten jaar, toen de regeering haar on macht tot het economisch ophelpen van de natie erkende, waar zij zich lijdzaam onder voogdij van een financieel dictator liet stellen, en wanneer zij zich gedwee neerlei bij de toch vriendschappelijke berekkingen onder- h-eidl met ale landen. De minister van buitenlandsche zaken, Yanguas, gaf uiting aan zijn voldoening over deSpaansch-Amerikaansche overeen komst betreffende de luchtvaart. Gedu rende 1927 zal de minister al zijn krachten wijden aan het bevorderen van de Spaansch Amerikaansche betrekikngen. Op de vragen om inlichtingen ter zake van het Tanger-probleem, antwoordde de minister, dat de kwestie niet alleen zijn departement aanging. „Spanje's meening is officieel te kennen gegeven aan het direct bij de aangelegenheid betrokken mogend heden" zeide Yanguas „en het vraag stuk zal worden onderzocht, zonder over- in verbinding te stellen. Toen ze Harrogate Einde van den overgangstermijn op 31 Mei a.s. De minister van Arbeid heeft aan Gede puteerde Staten der verschillende provin cies een circulaire gezonden, waarin er op wordt gewezen, dat de overgangstermijn van vijf jaren, bedoeld in artikel 47 van de Vleeschkeuringswet, wordt beëindigd op 31 Mei a.s. De minister verzoekt aan God. Staten o.m. om de gemeentebesturen uit tc noodi-» gen, belanghebbenden er op te wijzen, dat hun inrichtingen op dien datum aan de ge stelde eischen moeten voldoen. Het ligt in de bedoeling van den minister, die wijst op de overgangsbepalingen van de artikelen 12 en 13 van het K. B. van 10 Juli 1926, om de wet ten dezen aanvankelijk met eenige soepelheid toe te passen. Met name ziet de minister er geen bezwaar in, dat de particu liere slachterijen e.d. in die gemeenten, wel ke voor 1 Juni a.s. besloten zullen hebben tot den bouw van een openbaar slachthuis, onveranderd blijven, in afwachting van de ingebruikneming- van ,het slachthuis. Tevens ligt het in 's ministers voornemen, ongehinderd te laten die particulieren, wier inrichting op 1 Juni nog niet aan de gestelde eischen voldoet, doch die op dat tijdstip ernstge plannen hebben, hun inrichtigen binnen redelijken tijd met de gestelde ei schen in overeenstemming te brengen. Wat het Onderwijsfonds voor de Binnen vaart wil. Vrijdag is „Da Binnenvaart", het officieel orgaan van het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart, voor de eerste maal als week blad verschenen. G( durende de afgeloopen negen jaargangen verscheen het blad aan vankelijk eenmaal en later tweemaal per maand. De tiende jaargang wordt begonnen met een serie artikelen over „De Zuiderzee- visschers en de drooglegging." Na een overzicht te hebben gegeven van de levensomstandigheden van hen „wienhet bedrijf, waarin ze als kinderen zijn opge voed, waarin vader en grootvader hun brood hebben verdiend, onmogelijk wordt ge maakt, zegt de schrijver van het eerste artikel om.: „Van al deze toestanden zich volkomen Doos 30, Tube 80 ct. bewust, heeft het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart zijn organisatie ter beschikking gesteld. Wij willen de visschers helpen zich te bekwamen in een vak naar keuze, wij kunnen hun onderricht geven als ze zich voor de binnenvaart willen bekwamen. Ook willen wij den visschers voorlichting geven bij het aanvaarden van een andere betrek king, wij willen hen helpen, wanneer ze elders werkzaam zijn. Meer moet men van ons niet verwachten: wij kunnen natuurlijk geen arbeid voor ben scheppen; daar zijn andere organen en middelen voor noodig. De isschers van de Zuiderzee kunnen op ot_i rekenen; wij zullen het uiterste betrachten om hen in staat te stellen op de vrije markt naar een betrekking te dingen, welke zij zelf'het meest geschikt achten." Aan een interview, dat bij het vluchtig bezoek hetwelk de nieuwe burgemeester van Leiden Mr. A, v. d. Sande Bakhuysen, Don derdag j.l. aan Leiden bracht, deze aan de „Tel." toestond, is het volgende ontleend: „Hebt u deze betrekking geambieerd?" „Zeker, al had ik niet gedacht, dat ik mijn buitenlandsche carrière zoo spoedig zou afbreken. Wel was na al mijn omzwervingen het verlangen steeds sterker geworden om mijn loopbaan in Holland te eindigen. En waar zou ik dat liever doen dan in mijn geboortestad? Het buitenland heeft veel be koorlijks en aanlokkelijks, maar er is slechts één Holland." „De toestanden zijn in Holland wel heel anders dan in het buitenland, aldus vervolg de mr, v. d, Sande Bakhuyzen, maar de er varingen, die ik opgedaan heb in Canada en Amerika, en vooral in Zuid-Afrika, waar ik veel met Nederlanders in aanraking kwam, zullen mij in mijn nieuwe functie zeker goed van pas komen." De nieuwe burgemeester zeide voorts be wondering te hebben voor bet beleid van zijn voorganger. Zijn politieke overtuiging komt overeen met die van Jhr. de Gijse- laar. Over zijn toekomstig beleid kon de heer v. d. Sande Bakhuyzen zich niet uitlaten, toch wilde hij verklaren, dat zijn hoogste streven zou zijn de welvaart en den bloei van zijn geboortestad en haar bevolking te bevorderen. 3.1- Een telegram van den landvoogd. De nacht van Donderdag op Vrijdag, is, naar uit Padang gemeld wordt, rustig ver- loopen. Er is weer een normale, doch nog gemengde treindienst. Iedere trein vervoert thans zoowei passagiers ais goederen. De kolenafvoer is nagenoeg onbeperkt. De Landvoogd zond het volgende tele gram aan den resident van Padang „Ik breng gaarne hulde aan het bestuur, leger en politie voor hun flink optreden bij de recente on lusten. Ik betreur zeer de gevallen slacht offers en betuig mijn warme deelneming aan de nabestaanden. Ik behoef nauwelijks te verzekeren, dat het mijn zeer bepaalde wensch is, dat de'onlusten krachtig en voort varend onderdrukt worden en dat de schul digen en aanstokers in het gewest rusteloos opgespoord en opgevat worden, opdat aan de terreur ook en voornamelijk in het belang van de welgezinde bev.olking spoedig een einde komen zal." 4.5 MILLIOEN VOOR LEGER- UITBREIDING. De kosten van de leger-uitbreiding, waarop de Gouverneur-Generaal in de Donderdag gehouden persconferentie doelde, worden geraamd op f 4.500.000. NAAR HET GARNIZOEN Twee brigades marechaussee keeren uit Bantam naar het garnizoen te Batavia terug. EEN LAFFE, KINDERACHTIGE STREEK VAN EEN PSYCHOPAATH. Donderdag heeft voor de Rotterdamsche Rechtbank terecht gestaan de 24-jarige boorder S. v, d, H, te Rotterdam, thans ge detineerd, wien ten laste wordt gelegd, dat hij op 3 September opzettelijk brand heeft gesticht in een spoorwagon, welke behoorde tot een trein van twintig wagons die ston den aaneengekoppeld op het rangeerterrein aan den Parallelweg, door een brandende lu cifer te werpen in het stroo van een bana- nenwagon. De wagon was daardoor in brand geraakt; de remkast van een volgenden wa gon had eveneens vuur gevat. Door dit alles was gemeen ge-vaar van goederen ont staan o.a. voor de andere wagons en voor andere op het terrein staande wagons. Verdachte bekende. Hij was in dienst bij Burgerhout's Machinefabriek, had loten in commissie gehad voor een ander, wien hij daarvoor f 3.75 moest afdragen, welk geld hij had opgemaakt. Uit vrees, dat die schuld- eischer hem een aframmeling zou toedienen, was hij 's nachts weg gebleven, aan het zwerven geraakt, Op den 3en Sepember had hij den heelen dag geen eten of drinken gehad en toen s avonds om 3e aandacht te trekken en daaff» door ingerekend te worden, de lucifer in het stroo van den wagon geworpen. Hij had al leen afgewacht of de vlam uit het stroo sloeg en was daarop gevlucht. Een eind ver der was hij gaan liggen slapen op een tree plank van een anderen wagon, waar een rangeerder hem gevonden had. Zijn bedoeling was gepakt te worden; eigener beweging bad hij dien rangeerder van zijn euveldaad op de hoogte gebracht. De onderstationschef Th. v. Bemmel ver klaarde, dat, indien de brand niet bijtijds ontdekt was, er belangrijke schade zou zijn aangericht onder de op het rangeerterrein aanwezige wagons. Dr. K. Penon, die met dr. S. J. R. de Mon- chy samen een psychiatrisch onderzoek naar verdachte had ingesteld, noemde 's mans daad een laffe, kinderachtige streek van een psychopaath. Hij achtte hem evenwel wel toerekenbaar. Een gevangenisstraf zou waar schijnlijk op verdachte, die al eens meer korten tijd in de gevangenis heeft doorge bracht, weinig invloed hebben. Plaatsing in de Rekkensche inrichtingen zou de beste maatregel zijn. De vertegenwoordiger van het O. M.t mr, E. D. H. Schutter wilde de proef wel nemen, maar dan alleen onder voorwaarde, dat een zware voorwaardelijke straf verdachte bo ven het hoofd zou hangen, indien hij niet te Rekken bleef. Het is daar zeer eenzaam en het is de vraag of iemand als verdachte het daar harden zal Eisch: 1 jaar gevangenis straf voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Ook de verdediger, mr, F. Eikelenboom vond plaatsing in Rekken de beste oplossing. Maar mocht de jonge man het daar niet kroppen, dan is voor hem, die uit de voor- loopige hechtenis nu wel weet wat gevan genisstraf beteekent, een straf van een jaar te zwaar. Drie maanden zou voldoende zijn. Uitspraak 20 Januari. Voor de rechtbank te Almelo heeft te-< rechtgestaan de 47-jarige commie9 der Nederlandschc Spoorwegen, wien ten laste werd gelegd, dat hij in den loop van 1926 als ambtenaar der N. S. herhaaldelijk ver schillende geldbedragen heeft verduisterd, Vcrd. was o.m. opgedragen de verkoop valt kaartjes aan uit Duitschland komende reizi gers. Hij nam het geld in ontvangst, doch gaf hiervan geen bewijs af, zoodat hij bij de kascontrole het op deze wijze verkregen geld voor zich kon houden. Verd. verdiende 300 per maand, doch is na het voorgeval lene onmiddellijk ontslagen. Het O. M. eischte een gevangenisstraf van 4 maanden. Naar de Msb met zekeiheid verneemt, bestaat er groote kans, dat tijdens de a.s, groote landbouwtentoonstelling te Deventer tegelijk wordt gehouden de 5e Nederland- sche Imkersdag, bij welke gelegenheid dan tevens het 30:jarig bestaan van de Vereeni- ging tot bevordering der Bijenteelt zal wor den herdacht. Men schrijft ons uit 's-Hertogennosch Gisteren werd het feit herdacht, dat de heeren J. M. J. d'Herripon J. A. M. van Gent 25 jaar geleden de bekende R. K. Uit geverszaak en boekhandel der firma G. Mos mans Zoon overnamen, 's Morgens werd een H. Mis van dankzegging opgedragen waarbij de beide firmanten met hun familie leden ter H. Tafel naderden, waarna ten huize van den firmant den heer Van Gent een intieme bijeenkomst werd gehouden, die wegens familieomstandigheden een een voudig, maar desniettemin hartelijk karakter droeg. Behalve de echtgenoote en kinderen van den heer v. Gent waren ook aanwezig diens vader en drie broeders-priesters en verdere familieleden van de heeren d' Herri- pon en van Gent. Veel bloemstukken waren toegezonden. Nadat een welkomstlied was gezongen; voerde de chef der firma, de heer B. v. d. Heuvel het woord om de firmanten in een gloedvolle rede namens 't personeel te huldigen, waarbij hij vooral op den voor grond bracht, dat door hun kundige leiding de zaak als principieel Roomsch door de uitgave van talrijke werken over het geheele land bekendheid heeft verworyen. Namens het personeel bood hij een schilderstuk van de Bossche markt van den kunstschilder Frans Slager aan en ter herinnering aan de eerste uitgave een boek van Genesius en Artenius in luxe band. Van Z. H. den Paus was een telegram ont vangen waarin Z.H. aan de firma Zijn Apos- tolischen Zegen schenkt. Z.D.H. Mgr. Die pen had een eigenhandigen gelukwensch gezonden. Een der zoons van den heer van Gent huldigde den heer d'Herripon en bood hem een pendant aan van de schilderij van Franp Slager. In zijn dankwoord wees de heer d'Herripon op het succes der zaak, die Zelfs uitgaven heeft met oplagen van 80.000 exemplaren, een succes, waarvoor hij op de eerste plaats God dankte. Spreker prees en dankte het personeel voor hun voorbeeldi- gen ijver en voor hun kostelijke toewijding aan de patroons. Nadat drie zoontjes van den heer v. Gent een vers hadden voorgedragen, sprak ook de heer v. Gent een dankwoord, waarin hij een ieder van het personeel voortaan een vrijen middag per week toezegde, terwijl allen een couvert werd ter hand gesteld. Verschillende feestliederen werden gezongen. Wegens de familieomstandigheden werd geen receptie gehouden. Niettemin mocht de firma tal rijke bewijzen van belangstelling ontvau- I gen. koortsdroom eener stervende waarde hecht, om moedwillig het oog der wereld of zelfs 02 De woorden kwamen sissend er. moeilijk fe voorschijn uit de zwaar ademde borst des schilders, ^hij naderde zijn tegenstander meer en zeide:'Ik zal bet u zeggen. Hij schrikte tr niet voor terug, d vrouw, zijne wettige gade de moeder van zijn kind, te dreigen, dat hij haar brandmerken zou, als zij het durfde wagen, getuigen op te roepen. Waarom zwijgt ge, heer graaf? riep hij uit, bevend van opge wondenheid, toen men in de diepe stilte niets vernam, dan het tikken van het uurwerk, w aarom vraagt ge mij niet naar den naam van den ellendeling, die uwen vriend be schimpte in zijn graf. Herbert verzamelde zijne zinnen, hij opende de bleeke lippen, maar de schilder kwam hem voor. Beef toch zoo niet ik kom u te hulpe; Gij waard bet, gij! Dit duidelijk gesproken woord eener vreeselijke aanklacht, gaf Herbert zijn wan kelende tegenwoordigheid van geest terug, een woeste schreeuw ontwrong zich aan zijn borst. Zijt gij waanzinig? riep hij uit, of heeft de smart p ziek gemaakt, dat gij a'an den je geloof schenkt? Een beleediging als deze zoude alleen met het wapen in de hand kunnen worden uitgewischt, als niet de dwaasheid sprak uit uwe aanklacht. Een ge zond mensch behoeft geen rekenschap te vorderen van een zieke. De schilder deed een korte bittere lach hooren. En meent ge dan werkelijk, dat ik, indien ik bewijzen had, met u zou gesproken hebben onder vier oogen, dat ik de bewering, dat gij uwe vrouw gedood en uwen vriend bestolen hebt, zou uitspreken tnsschen de vier muren van uw kamer? Neen, heer graaf, ik heb geen bewijzen, want de graven zijn stom, maar zoeken zal ik er naar tot mijn laatsten ademtocht. Ik ben een eerlijke tegenstander; gij zult het weten, dat ik mij vesthecht aan uw persoon, dat ik u gadesla, overal, dat ik vraag en navorsch, waak en mii al te lastig mocht worden. Gij stelt u zei ven daar een ondankbare, ja gevaarlijke taak, hernam Herbert met koelen hoon in het gevoeel der herwonnen zekerheid, en geprikkeld door de koenheid zijns tegenstanders. Zij biedt geen uitzicht op goed, maar daarentegen de mogelijkheid om in aanraking te komen met het gerecht oï met het gekkenhuis, als uwe idéés fixes mij al te lastig mogen worden. Met een nadenkend lachje schudde Richard het hoofd; o, neen, heer graaf, dat zuit ge angstig" vermijden, ge schuwt het schandaal. Zoo zeker is zelfs dc grootste misdadiger niet, als hij gemerkt heeft, dat er personen zijn, die van de zaak afweten, der wet op zich te vestigen. Maar gij hebt het recht te vragen, wat ik dan eigenlijk wil daar ik u toegegeven heb, dat ik op dit oogenblik nog niet in staat ben, u ter ver antwoording te roepen. Gij zult dat weten heer Graaf. Ik verlang, dat gij Veronica uwen naa.m geeft en haar erkent als uw kind en als Magdalena's wettig kind. Maar reeds de gedachte aan een bekente nis maakte Herbert woedend, de vrees van den eersten indruk, door dit onderhoud op gewekt, week nu voor de hitte des strijds en vuurde zijn hartstochtelijk heftigheid tegen den ongeroepen strijder aan. Hij bleef in de rol, die hij had op zich genomen en ver. dedigde de ieugen als 't ware met de waar heid. Zijt ge dan werkelijk .krankzinnig of is alleen afpersing de bedoeling? riep hij toornig uit. Richard's moeilijk bedwongen zelfbeheer- sching begon te wankelen. Voor wie speejt gij deze comedie, heer Graaf? zeide hij in de kamer rondziende. Wij zijn alleen en hebben geen getuigen, ik dacht, dat gij u deze moeite zoudt bespaard hebben. Wat de afpersing betreft. Zoo vindt ge mi; gaarne en ten allen tijde bereid voor het achtergelaten kind mijn vriends als 'een vader te zorgen, viel Her- bert in de rede. Iedere andere vordering wijs ik af. Hoe grootmoedig, zei de schilder honend; ik betreur het dit te moeten afwijzen: Ge hebt reeds een som neergelegd voor den naam en de erkenning van uw kind het geld, waaraan uw schande kleeft, ligt on aangeroerd bij de bezittingen van den doode. Latij wij geen smet op smet hoopen. Denk niet, dat de begeerte naar grafelijken rang en naam mij drijft, om de rechten van het kind te doen gelden, daarmede is weinig eer in te leggen. Maar ik duld geen lage graf schennis, duld niet, zoolang ik dit kan ver hinderen, dat een schurk den eerlijken naam van een doode steelt, om daarmede zijn schande te bedekken. Iedere bloeddruppel was geweken uit Her berts gelaat, alleen zijne vlammende oogen getuigden var, den vreeselijken storm, die daar woedde in zijn binnenste. Toorn en onmacht, om dezeu hem in het gezicht ge worpen hoon af te wenden, beroofden hém bijna van de spraak, maar zijne nog heldere gedachten waarschuwden hem tegen iedere opzienbarende handeling. Ik ben het moe riep hij met verstikte slem, geef bewijzen en dan, laat de wet beslissen, maar nu ga ga. God in den hemel moge beslissen tusschen u en uw kind, sprak de schilder plechtig. Wees voorzichtig, heer graaf. Hij is almach tig rechter en zwijgen ook de levenden, Hij kan spreken door den mond der doodeu. Hij nam zijn hoed en ging heen. Herbert luisterde naar den zich verwijderenden tred, tot die in de voorkamer was weggestorven, Toen zonk hij, het gelaat bedekkend met de handen, volkomen uitgeput in een arm. stoel in elkaar. Een tijd lang lag hij, als de schipbreukeling, die met de go tv en geakmpt heeft om zijr. i leven en in die woeste worsteling geworpen is op een eenzaam strand, gedachteloos en( bewegingloos, alleen in het vage bewustzijn, dat hij gered was. Langzamerhand werd het helder in zijne herinnering en licht om hem heen; de terug keerende klaarheid verlichtte de gebeurte nissen der laatste uren. Zit was dood! Ziedaar de allesbeheerschen- de gedachte, die zich afzonderde van de andere en plaats behield in zijn ziel. Een mengeling was het van smart en verlichting, vftxl hij gevoelde, haar dood had het kluwen ontward; ijaar hlpgercep was verstomd wie zou hem richten! Maar zooals daar zijne gedachten zich aan haar vastklemden, zoo doemde ook in dien chaos haar beeld in hem op, duidelijk en helder en niet in den ver heven toom of in de vertwijfeling der schei dingsure, maar in de kinderlijke lieftalligheid van vroeger dagen, toen zij nog hoopte en geloofde. Het woeste eenzame stram! verscheen voor zijne oogen, het strand, dat zij had bereikt met inspanning harer laatste krach ten, de ellendige hut, waarin zij stil haar jeugdig leven geëindigd had. Was hij het dan geveest, die haar den dood had aan gedaan? Hij zag de kamer, welke zii bewoonde, de kleine sofa, waarin zij naast hem gezeten: hij hoorde haar !acb en rI' de Kekoorlükheid die haar omgaf, stond hem levendig voor oogen, E«>n toornig gevoel kwam in hem op,, omdat bij die beelden en gedachten niet kon bannen, die zich aan hem opdrongen, onge duld wegens zijn eigen zwakheid. Dit kon toch geen smart zijn of onmannelijk berouw, dat hem voor het oogenblik de borst door woelde, bet zou alleen lichamelijke afmat- ting wezen, waaraan hij leed, want hij was nu toch vrij vrijl En toch klonk daar niet van zijne lippen: Gered! In de diepte zijner ziel fluisterde het met hare stemme: Gericht, EÉN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. Aan den voet van het trotsche kasteel Kcttenstein, dat met zijne met klimop be groeide muren verre het land overzag, laj| het dorp uitgestrekt Aan ae helling van den berg, aan welks voet een paar huisjes zich hadden gewaagd, als bevoorrechte kinderen, die ongeroepen uit de schare der overigen zich naar vore» hadden gedrongen, lag het vreedzaam en vertrouwelijk, als in het bewustzijn van een machtige steun. Tusschen graaf Wolf Von Wangerlob en de dorpsbewoners bestond deze steun nog. Machtigde hem een levendige belangstelling en een nauwkeurig kennis van zaken tot raad *»i daad, zoo noodig t gekruisd door goedheid of gestrengheid, zoo werd dit bijna zonder uitzondering met onbepaald vertrou wen aangenomen. De welstand, waarin het dorp verkeerde, legde een sprekende ge tuigenis af van zijnen wcldaricn invloed; het schoonc luchtige schoolgebouw en het nieuwe gemeentehuis waren uit zijne mid delen gebouwd. 'Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 10