Brieven uit België.
Bil Scheren
De liefde van een
kunstschilder.
Blijven de socialisten bij de regeering?
Inzake de Russische schuld aan Frankrijk wordt door de Fransche
regeering een onderhandelaar naar Moskou gezonden. Uit Hankau
komen berichten, dat de toestand er rustig is. Spanje en de Tanger
kwestie. Verklaringen van Primo de Rivera.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
ANTÏ-DUITSCHE STRAATHANDEL.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Uitvoering Vleeschhearingswet.
Andere werkkring
voor de Zuiderzeevischers.
De nieuwe burgemeester
van Leiden in zijn geboortestad
UIT ONZE OOST.
Treindienst op West-Sumatra
weer normaal.
terug:
RECHTZAKEN.
Een ontrouwe
spoorwegcommies.
Ned. Imkersdag.
KUNST EN KENNIS.
Jubilé Boekhandel
G. Mosmans Zoon.
FEUILLETON.
Een de* groote politieke vraagpunten van
den dag is voorzeker, het al dan niet voort
zetten der medewerking van de socialisten
aan de huidige regeering.
Op hun met de Kerstmisdagen te Brussel
gehouden Congres i3 dit vraagpunt ter tafel
gekomen en dat het er tamelijk warm, op
sommige oogenblikken zelfs zeer vinnig,
toeging, heeft niemand verbaasd. Integendeel,
het was te verwachten, dat de extremistische
elementen der partij hun aangekondigd
offensief op groote schaal zouden inzetten
en doorvoeren. Terwij! trouwens ook ieder
een voorzien had, dat de gematigde, de be
houdsgezinde leden met alle kracht en kunde
de ve:z slagen zouden gepareerd hebben.
Laatstgenoemden zullen dan wel het hooge
woord blijven voeren. Althans voorloopig
nog. De meerderheid der socialistische partij
blijkt heelemaal niet meer zoo onhandelbaar
als aanvankelijk, op stuk van principes.
2e is van de eene toegeving desaangaande
1 geleidelijk gegaan tot de andere, zoodat ze
in België ten huidige dage van het oorspron
kelijk socialisme niet veel meer overhoudt
dan den titel en den schijn. In werkelijk
heid is ze ontaard en verwaterd over gansch
de lijn.
Het deelnemen aan de regeering heeft
de leiders genoopt tot het brengen van prin
cipes-offers, tot het oogluikend gedoogen,
ia onder bescherming nemen, van wat ze te
voren jarenlang met hun felste anathema's
hadden gebanvloekt. Uiterlijk, gaven ze wel
voor, die offers te brengen om wille van den
hachelijken economischen toestand, die het
voeren van streng-principieele politieke actie
noodlottig hadde doen worden voor 's lands
herstel. Doch in werkelijkheid gingen onze
Belgische* socialisten daardoor een zelf
gekozen en gaarne betreden baan op, welke
zij op ander gebied reeds lang tot de hunne
hadden gemaakt en waarbij deze politiek dan
ook geen uitzondering daarstelde.
De baan, namelijk van het practisch nut
tige. Het ideëele hunner beginselen is enkel
nog wat verbleekt verguldsel, waaraan de
leiders sinds geruimen tijd enkel nog een
vage historische waarde toekennen. Wat voor
hen sinds tal van jaren primeert, is het voor
deel, dat samenwerking met andere partijen
•in het regeeren des lands hun partij kan
opleveren. En voor wie even de balans wil
opmaken van dit voordeel, welke die samen
werking hun bezorgde en nog bezorgt, zal
beamen, dat het, van dit starfdpunt gezien,
heelemaal geen slecht zaakje voor de socia
listen was.
Het beroemde „J'y suis, j'y reste". heeft
voor de leiders een bijzondere aantrekkelijk
heid. Ze worden dan ook, bij het verdedigen
van hun medewerking aan het door de extre
misten als een „bourgeoisie-regeering" ge
doodverfde combinatie, uiterst welsprekend,
en komen met tal van argumenten ten gunste
voor de pinnen, om de voorstanders van het
terugkeeren tot de zuivere socialistische grond
begindselen, en dies tot het overgaan in de
oppositie, te doen inzien dat zulks zou gelijk
staan met het nutteloos verloren smijten van
gewichtige voordeelen, zonder vooruitzicht
van vergeldende latere winst.
Minister Huysn^ns wist daarbij aardig
te doen opmerken, dat „wetten maken wel
een belangrijke, maar wetten toepassen, toch
nog een veel belangrijkere zaak was. en—.,
dat het steeds beter is, zich in het huis te
bevinden, dan er buiten."
Dat is wel de taal van de gezonde rede.
Dat is ook wel de taal van den practischen
slimmerd, die trouwens dagelijks nog in zijn
ministerie bewijs levert tan 't ontzaglijk nut,
dat een
„zich in het huis bevinden" meevrengt
oor iemand, die daarvan ieder oogenblik
handig gebruik durft maken. Doch dat is
ook een taal, die heelemaal niet behaagt
aan een steeds talrijker wordend dejsl der
partij, dat weinig of niets voelt
voor het voortzetten der deelneming aan de
regeering, omdat daardoor, naar beweerd, het
socialisme door de eigen partijgenooten let
terlijk vermoord wordt.
En dit deel der partij, met name vooral
de syndiale leiders en de jongere elementen,
staat inderdaad veel dichter bij de waar
heid dan de oudere, behouds- en regeerings-
gezinde, voormannen. Het kan ook door
dezen, immers, niet ontkend, al wagen zij
het niet, de kiesche en brooze quaestie koc-
daat onder handen te nemen. De socia
listische partij is in België geen schaduw
meer van hetgeen ze aanvankelijk in dieptste
wezen was. Diepste wezen, zonder hetwelk
Ze feitelijk ophoudt socialistisch te zijn en
oplost in een gewoon-burgelijk conserva
tisme. En een der hoofdoorzaken daarvan
is wet, ontegenzeggelijk, de machtige econo
mische inrichting der partij zelf. Onder voor
wendsel van collectivisme, heeft .zij zich op
de meest alledaagsch-burgelij ke wijze kapi
talistisch ingericht, hare honderd duizend
kwetsende, knakkende ukazen van dien
dictator. Dan of nooit was 't oogenblik, om
met stoutén greep de volksheerschappij te
stellen in de plaats van de machteloos ge
bleken burgerheerschappij, of deze toch
ten minste den steun te weigeren, zonder
welken zij, reeds zóo wankelend, geen mi
nuut meer overeind zou gebleven zijn.
Het lot van 't kapitalisme lag toen in de
roode hand. En wat deed die roode hand
Ze schraagde met alle macht het wankelend
kapitalisme. Uit vaderlandsliefde Een beet
je. Vooral, en véél, uit eigenbelang. Want die
roode hand behoorde zelve aan een lichaam
van kapitalisme en om dat eigen lichaam
te redden, hielp zij vlug en vlijtig en voort
varend mee aan het instandhouden, aan het
verstevigen, aan het bestendigen van het
weleer als de vijand uitgejouwde kapitalisme.
Scherp is vaak de ironie der feiten.
Een maand of wat geleden beheldsden de
kranten de aankondiging der kapitaals-
verdubbeling van de „Banque beige du Tra
vail", op 1 Maart 1913 te Gent gesticht. On
der de voornaamste stichters bevonden zich
de heeren Edward Anseele, nu"minister van
Spoorwegen, Telegrafen, Posterijen en Zee
wezen de hoofdredacteur van ,.Le Journal
de Charleroi", socialistisch dagblad, en de
Secretaris van het Verbond der socialistische
coöperatieven. De bank zelve ontstond uit
samenwerking tusschen een Gentsch wissel
agent, die als eerste bestuurder optrad, en
de spaarkas van de groote socialistische
coöperatief „Vooruit" te Gent.
Het eerste boekjaar gaf reeds een zaken-
cijfer van 55 millioen, voor een kapitaal van
één millioen. Dit werd, na den wapenstil
stand, op 5 millioen gebracht, en ook het
zakencijfer wies met lawine-snelheid van
688 millioen ïn 1920 tot 1633 millioen in
1923.... Wat dan ook het verhoogen van
het maatschappelijk kapitaal tot 10 millioen
onlangs ten volle wettigde,
Die Banque Beige du Travail" heeft de
hand, en veelal de leidende hand, in allerlei
aanzienlijke nijverheidsondernemingen, o.m.
in gieterijen, machinefabrieken, steenbak
kerijen, spinnerijen, weverijen, kortom, in
alle middens, waar uit menschelijke bedrij
vigheid geldelijk voordeel te halen valt. En
om met des te mee- kans op welslagen dit
halen van geldelijk voordeel voort te zetten,
deed die financieeie onderafdeeling van het
Belgisch socialisme heel eenvoudig, en heel
trouw, wat de meest conservatieve kapitalist
zou doen. Een verhooging uitschrijven van
het maatschappelijk kapitaal, waarop dan
ook de meest verachte „sale bourgeois"
kon inteekenen
Als practische inrichting en versterking
van de partij, kan daarop niets afgedongen,
hoeft er zelfs met waardeering gesproken van
die alleszins geslaagde financieeie prestatie.
Maar welk een fiasco voor de socialistische
principes, als men ze houdt in 't licht van
die bank-booglampen De hongeruitbui-
tende „proletariërs" zijn nu doodgewone
bestuurders, beheerders en commissarissen
van banken en naamlooze vennootschappen
geworden. Wie nu nog Marx zou achterna-
bulderen „Het kapitalisme, ziedaar de
vijand zou door de socialistische auto
bezitters met de lorgnet aangekeken worden
als een terugkeerende uit het voorwereld
lijk tijdperk. En het lijdt dan ook geen
twijfel De Belgische socialisten zullen het
verzet van de idealisten hunner partij, van
de voorstanders der opnieuw zuivere bele
ving der collectivistische leer, neutralisee
ren, desnoods breken en wijselijk voortgaan
met hun alle voordeel-opleverende deelne
ming aan de regeering.
Want tusschen hun socialisme en het
kapitalisme is enkel nog het verschil van een
kleurtje.
En geld heeft geen kleur.
E.
üTltln
De Orient-Express aan
een gevaar ontsnapt.
De Orient-express CalaisParijsBoe
dapestBoekarest is eergisteren slechts op
het nippertje voor een ongeluk behoed. Een
spoorwegambtenaar te Augsburg bemerkte,
toen de express het station passeerde, dat
een der salonwagens sterk slingerde. Hij
belde onmiddellijk het volgende station
op waar de stationschef den express onder
levensgevaar tot stilstaan bracht. Het bleek
dat van den wagen een der wielbanden ge
broken was. Indien de trein nog eem'ge
km. verder gereden was, zou hij zeker ont
spoord zijn.
De beide ambtenaren zullen een groote
belooning ontvangen.
De Russische schulden
aan Frankrijk.
De Fransche regeering zal den gezant-
schapsraad Labonne, die aan het ministerie
van buitenlandsche zaken met de behan
deling der Russische aangelegenheden is
belast, naar Moskou zenden. Poincaré is
besloten de Sovjetregeering te nopen de
besprekingen over de schulden te hervatten
of de betrekkingen te verbreken.
Labonne zal tot opdracht hebben ter
plaatse antwoorden op de belang"-' k te
punten te eischen, daar de Russische ina -
cieele vertegenwoordigers, die zich te Parijs
bevinden, verklaren geen instructies te hebbe.
Toestand te Hankau.
Vanuit Hankau worden geen nieuwe in
cidenten gemeld de toestand werd er gis
teren rustig genoemd.
De Chineesche autoriteiten hebben een
proclamatie uitgevaardigd, waarin de vei
ligheid van Engelsche levens en eigendom
men wordt gewaarborgd.
Engelsche oorlogsschepen onder schout
bij nacht Cameron, commandant van het
volgelingen naar dien geest opgeleid, niet
het marxistisch ideaal nagestreefd, maar zichc
behendig aangepast aan de bestaande toe-tVan de kaden der Engelsche concessie
Standen. Die toestanden heeft de socialis
tische partij enkel gewijzigd voor zooveel
ze haar belang, konden opleveren. In den
grond verschillen ze thans geen zier met de
zoo gewraakte van voor ettelijke tientallen
jaren, waartegen toen zoo onstuimig te
haasting en met ale toewijding. Ongetwij
feld zal een definitieve oplossing worden
gevonden."
In Februari a.s. zal een wisseling van
de eerste indrukken tusschen Spanje en
Frankrijk plaats hebben.
Sprekende over de Spaansch-Engelsche
besprekingen, verklaarde de minister, dat
over het nieuwe verdrag met Engeland te
Londen zal worden onderhandeld.
De opstand in Nicaragua.
De Amerikaansche torpedojagers „Boris"
en „John D. Edwards" stoomden gisteren
weg om zich naar Nicaragua te begeven,
waar beide bodems zich zullen voegen bij
het eskader van admiraal Latimir.
Genoemde schepen zullen de torpedo
jagers „Whipple" en „Tracy" vervangen,
welke laatste dezer dagen te Norfolk aan
kwamen om te worden hersteld en nagezien
Geen van beide eerstgenoemde schepen
heeft een extra-bemanning aan boord
daarvan is althans niet gemeld doch wel
is bericht dat beide meer dan de gewone
hoeveelheid muinitie aan boord hebben.
HET GEVAL VAN MRS. CHRISTIE
Het geval van de schrijfster uirs. Agatha
Christie, die de vorige maand uit haar woning
te Sunningdale in Berkshire verdween en na
verscheiden dagen zoeken te Harrogate werd
teruggevonden wordt beschreven als een van
dubbele persoonlijkheid. De heer Watts, haar
zwager te wiens huize te Canada in Cheshire
zij thans vertoeft, deelde aan de „Daily Mail"
mede, dat zij zeer langzaam vooruitgaat. De
doctoren zijn het er over eens dat tnen hier
met een geval van dubbele persoonlijkheid te
maken heeft. Haar dochtertje kwam met
Kerstmis over, maar eerst kende haar moeder
haar niet. Later zeide zij tot haar huisgenoo-
ten dat zij niet wist of zij zich het kind herin
nerde of niet. Zij had hen hooren zeggen, dat
verliet en de menschen „Goodbye mrs.
Christie" zeiden, keek ze verbaasd en vroeg
„Ben ik mrs. Christie
DE TELEFONISCHE VERBINDING
LONDEN—NEW YORK.
Woensdagmiddag om één uur begon te
Londen het „plaats bespreken" voor de te-
lefoon-gesprekken met New York. Het liep
storm 1
De „Daily News" was een der eersten, die
zich opgaf.
De „Paris Times" merkt on, dat een ge
sprek van twaalf minuten duurder is dan een
eerste klasse-passage naar Amerika
BRUTALE INBREKERS.
Woensdagnacht had een brutale inbraak
plaats in de woning van „superintendent"
Hawkins van Scotland Yard een j.big
fives" v. d. detectiven-dienst. De inbrekers
kwamen binnen door een venster in het in
Ravencsourt Park te Londen gelegen huis
en maakten zich meester van tal van siera
den en veel antiek zilver.
De inbraak was zoo brutaal, dat men zich
afvraagt of de dieven wisten dat het de won
ning van Supt. Hawkins gold. Er was echter
niemand thuis gedurende het onaangename
bezoek.
„VERLICHTE" PAARDEN.
Dezer dagen werd te Bradfort een bereden
politie-agent 's avonds aangereden door een
auto. Naar aanleiding daarvan zullen de
paarden der bereden agenten aldaar worden
voorzien van een roode „achterlamp" een
lantaarn met een tweevolts accumulator
boven den staart van het paard te bevesti
gen.
De „Oeuvre" komt er tegen op, dat de
verkoopers in de kleine kraampjes, die jaar
lijks op Nieuwjaarsdag langs de Parijsche
Boulevards zijn opgesteld, plaatjes verkoo-
pen met teekeningen uit oorlogstijd. Allerlei
wreede, anti-Duitsche tooneelen zijn er op
afgebeeld, die de donkere oorlogsjaren in
de herinnering terugroepen. In Frankrijk,
evenals in alle landen, zijn dergelijke dingen
destijds uitgegeven, zegt het blad. Groote
kunstenaars en groote schrijvers hebben er
hun handtee kening onder gezet. Maar sedert
dien zijn er de wapenstilstand, het vredes
verdrag, Genève, Locarno en Thoiry' ge
weest..
Het verluidt dat dit jaar een voorbijganger
een der anti-Duitsche plaatjes heeft ver
scheurd en den verkooper duizend francs
bood om de schade te vergoeden. Was het
een Duitscher De koopman heeft het
incident gebruikt om er munt uit te slaan
en het bij elkaar geplakte plaatje bij opbod
te verkoopen
De „Oeuvre" hoopt dat de politiek van
Briand ook meer in den straathandel tot
uiting zal konten.
één Pijn en naschrijnen of stukgaan
der huid, indien men vóór het inzeepen
de baardoppervlakte inwrijft met
r o.a.,B|
velde werd getrokken. Van een omwenteling teurggetrokken uit den Volkenbond, het
De Tanger-kwestie.
In de verklaringen door generaal Primo
de Rivera afgelegd in zijn jaarrede tegen
over de leden van het Spaansche kabinet,
zeide hij o.a., dat hoewel Spanje zich had
vo;geungen naar aien geest opgeieia, met Engelsche Yar<tse-eskader liggen lanvszii i het haar dochter was en was er met zeker vani
het marxistisch ideaal nagestreefd, maar zich]lof ze zichzelf het feit herinnerde of dat hetj
door de gesprekken der huisgenooten haar
was bijgebracht. Zoo gaat het ook met andere
dingen ze weet niet of ze in haar geheugen
zijn teruggekomen of dat ze het uit de ge
sprekken opmaakt. Onlangs schreef zij een
brief dien ze met een anderen naam dan den
hare bleek onderteekend te hebben.
Te Harrogate heeft zij'haar herinnering
eens voor de tweede maal verloren. Zij wist
namelijk, toen ze uit was, niet meer wie ze
was of waar ze verblijf hield. Ze las er dage
lijks de kranten, ze las zelfs van haar eigen
verdwijning, maar kon het niet met zichzelf
in verband brengen. Zij vond dat haar man
naar het portret te oordeelen nogal een aardige
man was. Zij meende dat haar bloedverwanten
en vrienden moesten weten waar zij was, oft
schoon ze zich n et kon herinneren wie he-
waren en toen ze ten slotte niets van ze hoorde
maakte ze zich ongerust en plaatste een ad
vertentie waarin zij hen opriep zich met haar
der maatschappij, volgens practisch collecti
vistische begrippen, is bij de huidige leiders
dan ook langsom minder sprake. De tijd
blijkt daarvoor niet rijp, niet gunstig, ver
klaren ze. doch ondertusschen legt heel
hun streven het er op aan, om dien
tijd nooit tot rijpheid te doen gedijen,
om het daartoe gunstig oogenblik nooit
te doen aanbreken.
Als dit oogenblik ooit in de Belgische
politieke geschiedenis nakend scheen, dan
was het toch wel in den loop van het zoo pas
afgesloten jaar, toen de regeering haar on
macht tot het economisch ophelpen van de
natie erkende, waar zij zich lijdzaam onder
voogdij van een financieel dictator liet stellen,
en wanneer zij zich gedwee neerlei bij de
toch vriendschappelijke berekkingen onder-
h-eidl met ale landen.
De minister van buitenlandsche zaken,
Yanguas, gaf uiting aan zijn voldoening
over deSpaansch-Amerikaansche overeen
komst betreffende de luchtvaart. Gedu
rende 1927 zal de minister al zijn krachten
wijden aan het bevorderen van de Spaansch
Amerikaansche betrekikngen.
Op de vragen om inlichtingen ter zake
van het Tanger-probleem, antwoordde de
minister, dat de kwestie niet alleen zijn
departement aanging. „Spanje's meening is
officieel te kennen gegeven aan het direct
bij de aangelegenheid betrokken mogend
heden" zeide Yanguas „en het vraag
stuk zal worden onderzocht, zonder over- in verbinding te stellen. Toen ze Harrogate
Einde van den overgangstermijn op
31 Mei a.s.
De minister van Arbeid heeft aan Gede
puteerde Staten der verschillende provin
cies een circulaire gezonden, waarin er op
wordt gewezen, dat de overgangstermijn van
vijf jaren, bedoeld in artikel 47 van de
Vleeschkeuringswet, wordt beëindigd op 31
Mei a.s.
De minister verzoekt aan God. Staten
o.m. om de gemeentebesturen uit tc noodi-»
gen, belanghebbenden er op te wijzen, dat
hun inrichtingen op dien datum aan de ge
stelde eischen moeten voldoen. Het ligt in
de bedoeling van den minister, die wijst op
de overgangsbepalingen van de artikelen 12
en 13 van het K. B. van 10 Juli 1926, om
de wet ten dezen aanvankelijk met eenige
soepelheid toe te passen. Met name ziet de
minister er geen bezwaar in, dat de particu
liere slachterijen e.d. in die gemeenten, wel
ke voor 1 Juni a.s. besloten zullen hebben
tot den bouw van een openbaar slachthuis,
onveranderd blijven, in afwachting van de
ingebruikneming- van ,het slachthuis.
Tevens ligt het in 's ministers voornemen,
ongehinderd te laten die particulieren, wier
inrichting op 1 Juni nog niet aan de gestelde
eischen voldoet, doch die op dat tijdstip
ernstge plannen hebben, hun inrichtigen
binnen redelijken tijd met de gestelde ei
schen in overeenstemming te brengen.
Wat het Onderwijsfonds voor de Binnen
vaart wil.
Vrijdag is „Da Binnenvaart", het officieel
orgaan van het Onderwijsfonds voor de
Binnenvaart, voor de eerste maal als week
blad verschenen. G( durende de afgeloopen
negen jaargangen verscheen het blad aan
vankelijk eenmaal en later tweemaal per
maand. De tiende jaargang wordt begonnen
met een serie artikelen over „De Zuiderzee-
visschers en de drooglegging."
Na een overzicht te hebben gegeven van
de levensomstandigheden van hen „wienhet
bedrijf, waarin ze als kinderen zijn opge
voed, waarin vader en grootvader hun brood
hebben verdiend, onmogelijk wordt ge
maakt, zegt de schrijver van het eerste
artikel om.:
„Van al deze toestanden zich volkomen
Doos 30, Tube 80 ct.
bewust, heeft het Onderwijsfonds voor de
Binnenvaart zijn organisatie ter beschikking
gesteld. Wij willen de visschers helpen zich
te bekwamen in een vak naar keuze, wij
kunnen hun onderricht geven als ze zich
voor de binnenvaart willen bekwamen. Ook
willen wij den visschers voorlichting geven
bij het aanvaarden van een andere betrek
king, wij willen hen helpen, wanneer ze
elders werkzaam zijn. Meer moet men van
ons niet verwachten: wij kunnen natuurlijk
geen arbeid voor ben scheppen; daar zijn
andere organen en middelen voor noodig. De
isschers van de Zuiderzee kunnen op ot_i
rekenen; wij zullen het uiterste betrachten
om hen in staat te stellen op de vrije markt
naar een betrekking te dingen, welke zij
zelf'het meest geschikt achten."
Aan een interview, dat bij het vluchtig
bezoek hetwelk de nieuwe burgemeester van
Leiden Mr. A, v. d. Sande Bakhuysen, Don
derdag j.l. aan Leiden bracht, deze aan de
„Tel." toestond, is het volgende ontleend:
„Hebt u deze betrekking geambieerd?"
„Zeker, al had ik niet gedacht, dat ik
mijn buitenlandsche carrière zoo spoedig zou
afbreken. Wel was na al mijn omzwervingen
het verlangen steeds sterker geworden om
mijn loopbaan in Holland te eindigen. En
waar zou ik dat liever doen dan in mijn
geboortestad? Het buitenland heeft veel be
koorlijks en aanlokkelijks, maar er is slechts
één Holland."
„De toestanden zijn in Holland wel heel
anders dan in het buitenland, aldus vervolg
de mr, v. d, Sande Bakhuyzen, maar de er
varingen, die ik opgedaan heb in Canada en
Amerika, en vooral in Zuid-Afrika, waar ik
veel met Nederlanders in aanraking kwam,
zullen mij in mijn nieuwe functie zeker goed
van pas komen."
De nieuwe burgemeester zeide voorts be
wondering te hebben voor bet beleid van
zijn voorganger. Zijn politieke overtuiging
komt overeen met die van Jhr. de Gijse-
laar.
Over zijn toekomstig beleid kon de heer
v. d. Sande Bakhuyzen zich niet uitlaten,
toch wilde hij verklaren, dat zijn hoogste
streven zou zijn de welvaart en den bloei
van zijn geboortestad en haar bevolking te
bevorderen.
3.1-
Een telegram van den landvoogd.
De nacht van Donderdag op Vrijdag, is,
naar uit Padang gemeld wordt, rustig ver-
loopen. Er is weer een normale, doch nog
gemengde treindienst. Iedere trein vervoert
thans zoowei passagiers ais goederen. De
kolenafvoer is nagenoeg onbeperkt.
De Landvoogd zond het volgende tele
gram aan den resident van Padang „Ik breng
gaarne hulde aan het bestuur, leger en politie
voor hun flink optreden bij de recente on
lusten. Ik betreur zeer de gevallen slacht
offers en betuig mijn warme deelneming
aan de nabestaanden. Ik behoef nauwelijks
te verzekeren, dat het mijn zeer bepaalde
wensch is, dat de'onlusten krachtig en voort
varend onderdrukt worden en dat de schul
digen en aanstokers in het gewest rusteloos
opgespoord en opgevat worden, opdat aan de
terreur ook en voornamelijk in het belang
van de welgezinde bev.olking spoedig een
einde komen zal."
4.5 MILLIOEN VOOR LEGER-
UITBREIDING.
De kosten van de leger-uitbreiding, waarop
de Gouverneur-Generaal in de Donderdag
gehouden persconferentie doelde, worden
geraamd op f 4.500.000.
NAAR HET GARNIZOEN
Twee brigades marechaussee keeren uit
Bantam naar het garnizoen te Batavia terug.
EEN LAFFE, KINDERACHTIGE STREEK
VAN EEN PSYCHOPAATH.
Donderdag heeft voor de Rotterdamsche
Rechtbank terecht gestaan de 24-jarige
boorder S. v, d, H, te Rotterdam, thans ge
detineerd, wien ten laste wordt gelegd, dat
hij op 3 September opzettelijk brand heeft
gesticht in een spoorwagon, welke behoorde
tot een trein van twintig wagons die ston
den aaneengekoppeld op het rangeerterrein
aan den Parallelweg, door een brandende lu
cifer te werpen in het stroo van een bana-
nenwagon. De wagon was daardoor in brand
geraakt; de remkast van een volgenden wa
gon had eveneens vuur gevat. Door dit
alles was gemeen ge-vaar van goederen ont
staan o.a. voor de andere wagons en voor
andere op het terrein staande wagons.
Verdachte bekende. Hij was in dienst bij
Burgerhout's Machinefabriek, had loten in
commissie gehad voor een ander, wien hij
daarvoor f 3.75 moest afdragen, welk geld
hij had opgemaakt. Uit vrees, dat die schuld-
eischer hem een aframmeling zou toedienen,
was hij 's nachts weg gebleven, aan het
zwerven geraakt,
Op den 3en Sepember had hij den heelen
dag geen eten of drinken gehad en toen s
avonds om 3e aandacht te trekken en daaff»
door ingerekend te worden, de lucifer in het
stroo van den wagon geworpen. Hij had al
leen afgewacht of de vlam uit het stroo
sloeg en was daarop gevlucht. Een eind ver
der was hij gaan liggen slapen op een tree
plank van een anderen wagon, waar een
rangeerder hem gevonden had. Zijn bedoeling
was gepakt te worden; eigener beweging
bad hij dien rangeerder van zijn euveldaad
op de hoogte gebracht.
De onderstationschef Th. v. Bemmel ver
klaarde, dat, indien de brand niet bijtijds
ontdekt was, er belangrijke schade zou zijn
aangericht onder de op het rangeerterrein
aanwezige wagons.
Dr. K. Penon, die met dr. S. J. R. de Mon-
chy samen een psychiatrisch onderzoek naar
verdachte had ingesteld, noemde 's mans
daad een laffe, kinderachtige streek van
een psychopaath. Hij achtte hem evenwel wel
toerekenbaar. Een gevangenisstraf zou waar
schijnlijk op verdachte, die al eens meer
korten tijd in de gevangenis heeft doorge
bracht, weinig invloed hebben. Plaatsing in
de Rekkensche inrichtingen zou de beste
maatregel zijn.
De vertegenwoordiger van het O. M.t mr,
E. D. H. Schutter wilde de proef wel nemen,
maar dan alleen onder voorwaarde, dat een
zware voorwaardelijke straf verdachte bo
ven het hoofd zou hangen, indien hij niet te
Rekken bleef. Het is daar zeer eenzaam en
het is de vraag of iemand als verdachte het
daar harden zal Eisch: 1 jaar gevangenis
straf voorwaardelijk met een proeftijd van
3 jaar.
Ook de verdediger, mr, F. Eikelenboom
vond plaatsing in Rekken de beste oplossing.
Maar mocht de jonge man het daar niet
kroppen, dan is voor hem, die uit de voor-
loopige hechtenis nu wel weet wat gevan
genisstraf beteekent, een straf van een
jaar te zwaar. Drie maanden zou voldoende
zijn.
Uitspraak 20 Januari.
Voor de rechtbank te Almelo heeft te-<
rechtgestaan de 47-jarige commie9 der
Nederlandschc Spoorwegen, wien ten laste
werd gelegd, dat hij in den loop van 1926
als ambtenaar der N. S. herhaaldelijk ver
schillende geldbedragen heeft verduisterd,
Vcrd. was o.m. opgedragen de verkoop valt
kaartjes aan uit Duitschland komende reizi
gers. Hij nam het geld in ontvangst, doch
gaf hiervan geen bewijs af, zoodat hij bij de
kascontrole het op deze wijze verkregen
geld voor zich kon houden. Verd. verdiende
300 per maand, doch is na het voorgeval
lene onmiddellijk ontslagen.
Het O. M. eischte een gevangenisstraf
van 4 maanden.
Naar de Msb met zekeiheid verneemt,
bestaat er groote kans, dat tijdens de a.s,
groote landbouwtentoonstelling te Deventer
tegelijk wordt gehouden de 5e Nederland-
sche Imkersdag, bij welke gelegenheid dan
tevens het 30:jarig bestaan van de Vereeni-
ging tot bevordering der Bijenteelt zal wor
den herdacht.
Men schrijft ons uit 's-Hertogennosch
Gisteren werd het feit herdacht, dat de
heeren J. M. J. d'Herripon J. A. M. van
Gent 25 jaar geleden de bekende R. K. Uit
geverszaak en boekhandel der firma G. Mos
mans Zoon overnamen, 's Morgens werd
een H. Mis van dankzegging opgedragen
waarbij de beide firmanten met hun familie
leden ter H. Tafel naderden, waarna ten
huize van den firmant den heer Van Gent
een intieme bijeenkomst werd gehouden,
die wegens familieomstandigheden een een
voudig, maar desniettemin hartelijk karakter
droeg. Behalve de echtgenoote en kinderen
van den heer v. Gent waren ook aanwezig
diens vader en drie broeders-priesters en
verdere familieleden van de heeren d' Herri-
pon en van Gent. Veel bloemstukken waren
toegezonden. Nadat een welkomstlied was
gezongen; voerde de chef der firma, de heer
B. v. d. Heuvel het woord om de firmanten
in een gloedvolle rede namens 't personeel
te huldigen, waarbij hij vooral op den voor
grond bracht, dat door hun kundige leiding
de zaak als principieel Roomsch door de
uitgave van talrijke werken over het geheele
land bekendheid heeft verworyen. Namens
het personeel bood hij een schilderstuk van
de Bossche markt van den kunstschilder
Frans Slager aan en ter herinnering aan de
eerste uitgave een boek van Genesius en
Artenius in luxe band.
Van Z. H. den Paus was een telegram ont
vangen waarin Z.H. aan de firma Zijn Apos-
tolischen Zegen schenkt. Z.D.H. Mgr. Die
pen had een eigenhandigen gelukwensch
gezonden. Een der zoons van den heer van
Gent huldigde den heer d'Herripon en bood
hem een pendant aan van de schilderij van
Franp Slager. In zijn dankwoord wees de
heer d'Herripon op het succes der zaak, die
Zelfs uitgaven heeft met oplagen van 80.000
exemplaren, een succes, waarvoor hij op de
eerste plaats God dankte. Spreker prees en
dankte het personeel voor hun voorbeeldi-
gen ijver en voor hun kostelijke toewijding
aan de patroons.
Nadat drie zoontjes van den heer v. Gent
een vers hadden voorgedragen, sprak ook de
heer v. Gent een dankwoord, waarin hij een
ieder van het personeel voortaan een vrijen
middag per week toezegde, terwijl allen een
couvert werd ter hand gesteld. Verschillende
feestliederen werden gezongen. Wegens de
familieomstandigheden werd geen receptie
gehouden. Niettemin mocht de firma tal
rijke bewijzen van belangstelling ontvau-
I gen.
koortsdroom eener stervende waarde hecht, om moedwillig het oog der wereld of zelfs
02
De woorden kwamen sissend er. moeilijk
fe voorschijn uit de zwaar ademde borst des
schilders, ^hij naderde zijn tegenstander meer
en zeide:'Ik zal bet u zeggen. Hij schrikte
tr niet voor terug, d vrouw,
zijne wettige gade de moeder van
zijn kind, te dreigen, dat hij haar
brandmerken zou, als zij het durfde wagen,
getuigen op te roepen. Waarom zwijgt ge,
heer graaf? riep hij uit, bevend van opge
wondenheid, toen men in de diepe stilte niets
vernam, dan het tikken van het uurwerk,
w aarom vraagt ge mij niet naar den naam
van den ellendeling, die uwen vriend be
schimpte in zijn graf.
Herbert verzamelde zijne zinnen, hij
opende de bleeke lippen, maar de schilder
kwam hem voor. Beef toch zoo niet ik
kom u te hulpe; Gij waard bet, gij!
Dit duidelijk gesproken woord eener
vreeselijke aanklacht, gaf Herbert zijn wan
kelende tegenwoordigheid van geest terug,
een woeste schreeuw ontwrong zich aan zijn
borst.
Zijt gij waanzinig? riep hij uit, of heeft de
smart p ziek gemaakt, dat gij a'an den
je geloof schenkt? Een beleediging als deze
zoude alleen met het wapen in de hand
kunnen worden uitgewischt, als niet de
dwaasheid sprak uit uwe aanklacht. Een ge
zond mensch behoeft geen rekenschap te
vorderen van een zieke.
De schilder deed een korte bittere lach
hooren. En meent ge dan werkelijk, dat ik,
indien ik bewijzen had, met u zou gesproken
hebben onder vier oogen, dat ik de bewering,
dat gij uwe vrouw gedood en uwen vriend
bestolen hebt, zou uitspreken tnsschen de
vier muren van uw kamer? Neen, heer
graaf, ik heb geen bewijzen, want de graven
zijn stom, maar zoeken zal ik er naar tot
mijn laatsten ademtocht. Ik ben een eerlijke
tegenstander; gij zult het weten, dat ik mij
vesthecht aan uw persoon, dat ik u gadesla,
overal, dat ik vraag en navorsch, waak en
mii al te lastig mocht worden.
Gij stelt u zei ven daar een ondankbare,
ja gevaarlijke taak, hernam Herbert met
koelen hoon in het gevoeel der herwonnen
zekerheid, en geprikkeld door de koenheid
zijns tegenstanders. Zij biedt geen uitzicht
op goed, maar daarentegen de mogelijkheid
om in aanraking te komen met het gerecht
oï met het gekkenhuis, als uwe idéés fixes
mij al te lastig mogen worden.
Met een nadenkend lachje schudde
Richard het hoofd; o, neen, heer graaf, dat
zuit ge angstig" vermijden, ge schuwt het
schandaal. Zoo zeker is zelfs dc grootste
misdadiger niet, als hij gemerkt heeft, dat
er personen zijn, die van de zaak afweten,
der wet op zich te vestigen. Maar gij hebt
het recht te vragen, wat ik dan eigenlijk wil
daar ik u toegegeven heb, dat ik op dit
oogenblik nog niet in staat ben, u ter ver
antwoording te roepen. Gij zult dat weten
heer Graaf. Ik verlang, dat gij Veronica uwen
naa.m geeft en haar erkent als uw kind en
als Magdalena's wettig kind.
Maar reeds de gedachte aan een bekente
nis maakte Herbert woedend, de vrees van
den eersten indruk, door dit onderhoud op
gewekt, week nu voor de hitte des strijds en
vuurde zijn hartstochtelijk heftigheid tegen
den ongeroepen strijder aan. Hij bleef in de
rol, die hij had op zich genomen en ver.
dedigde de ieugen als 't ware met de waar
heid. Zijt ge dan werkelijk .krankzinnig of
is alleen afpersing de bedoeling? riep hij
toornig uit.
Richard's moeilijk bedwongen zelfbeheer-
sching begon te wankelen. Voor wie speejt
gij deze comedie, heer Graaf? zeide hij in de
kamer rondziende. Wij zijn alleen en hebben
geen getuigen, ik dacht, dat gij u deze moeite
zoudt bespaard hebben. Wat de afpersing
betreft.
Zoo vindt ge mi; gaarne en ten allen tijde
bereid voor het achtergelaten kind mijn
vriends als 'een vader te zorgen, viel Her-
bert in de rede. Iedere andere vordering wijs
ik af.
Hoe grootmoedig, zei de schilder honend;
ik betreur het dit te moeten afwijzen: Ge
hebt reeds een som neergelegd voor den
naam en de erkenning van uw kind het
geld, waaraan uw schande kleeft, ligt on
aangeroerd bij de bezittingen van den doode.
Latij wij geen smet op smet hoopen. Denk
niet, dat de begeerte naar grafelijken rang
en naam mij drijft, om de rechten van het
kind te doen gelden, daarmede is weinig eer
in te leggen. Maar ik duld geen lage graf
schennis, duld niet, zoolang ik dit kan ver
hinderen, dat een schurk den eerlijken naam
van een doode steelt, om daarmede zijn
schande te bedekken.
Iedere bloeddruppel was geweken uit Her
berts gelaat, alleen zijne vlammende oogen
getuigden var, den vreeselijken storm, die
daar woedde in zijn binnenste. Toorn en
onmacht, om dezeu hem in het gezicht ge
worpen hoon af te wenden, beroofden hém
bijna van de spraak, maar zijne nog heldere
gedachten waarschuwden hem tegen iedere
opzienbarende handeling.
Ik ben het moe riep hij met verstikte slem,
geef bewijzen en dan, laat de wet beslissen,
maar nu ga ga.
God in den hemel moge beslissen tusschen
u en uw kind, sprak de schilder plechtig.
Wees voorzichtig, heer graaf. Hij is almach
tig rechter en zwijgen ook de levenden, Hij
kan spreken door den mond der doodeu.
Hij nam zijn hoed en ging heen. Herbert
luisterde naar den zich verwijderenden tred,
tot die in de voorkamer was weggestorven,
Toen zonk hij, het gelaat bedekkend met
de handen, volkomen uitgeput in een arm.
stoel in elkaar.
Een tijd lang lag hij, als de schipbreukeling,
die met de go tv en geakmpt heeft om zijr. i
leven en in die woeste worsteling geworpen
is op een eenzaam strand, gedachteloos en(
bewegingloos, alleen in het vage bewustzijn,
dat hij gered was.
Langzamerhand werd het helder in zijne
herinnering en licht om hem heen; de terug
keerende klaarheid verlichtte de gebeurte
nissen der laatste uren.
Zit was dood! Ziedaar de allesbeheerschen-
de gedachte, die zich afzonderde van de
andere en plaats behield in zijn ziel. Een
mengeling was het van smart en verlichting,
vftxl hij gevoelde, haar dood had het kluwen
ontward; ijaar hlpgercep was verstomd
wie zou hem richten! Maar zooals daar zijne
gedachten zich aan haar vastklemden, zoo
doemde ook in dien chaos haar beeld in hem
op, duidelijk en helder en niet in den ver
heven toom of in de vertwijfeling der schei
dingsure, maar in de kinderlijke lieftalligheid
van vroeger dagen, toen zij nog hoopte en
geloofde.
Het woeste eenzame stram! verscheen
voor zijne oogen, het strand, dat zij had
bereikt met inspanning harer laatste krach
ten, de ellendige hut, waarin zij stil haar
jeugdig leven geëindigd had. Was hij het
dan geveest, die haar den dood had aan
gedaan?
Hij zag de kamer, welke zii bewoonde, de
kleine sofa, waarin zij naast hem gezeten:
hij hoorde haar !acb en rI' de Kekoorlükheid
die haar omgaf, stond hem levendig voor
oogen,
E«>n toornig gevoel kwam in hem op,,
omdat bij die beelden en gedachten niet kon
bannen, die zich aan hem opdrongen, onge
duld wegens zijn eigen zwakheid. Dit kon
toch geen smart zijn of onmannelijk berouw,
dat hem voor het oogenblik de borst door
woelde, bet zou alleen lichamelijke afmat-
ting wezen, waaraan hij leed, want hij was
nu toch vrij vrijl
En toch klonk daar niet van zijne lippen:
Gered! In de diepte zijner ziel fluisterde het
met hare stemme: Gericht,
EÉN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Aan den voet van het trotsche kasteel
Kcttenstein, dat met zijne met klimop be
groeide muren verre het land overzag, laj|
het dorp uitgestrekt
Aan ae helling van den berg, aan welks
voet een paar huisjes zich hadden gewaagd,
als bevoorrechte kinderen, die ongeroepen
uit de schare der overigen zich naar vore»
hadden gedrongen, lag het vreedzaam en
vertrouwelijk, als in het bewustzijn van een
machtige steun.
Tusschen graaf Wolf Von Wangerlob en
de dorpsbewoners bestond deze steun nog.
Machtigde hem een levendige belangstelling
en een nauwkeurig kennis van zaken tot
raad *»i daad, zoo noodig t gekruisd door
goedheid of gestrengheid, zoo werd dit bijna
zonder uitzondering met onbepaald vertrou
wen aangenomen. De welstand, waarin het
dorp verkeerde, legde een sprekende ge
tuigenis af van zijnen wcldaricn invloed; het
schoonc luchtige schoolgebouw en het
nieuwe gemeentehuis waren uit zijne mid
delen gebouwd.
'Wordt vervolgd.)