OflzeVrouwenrubriGk MÊËÊMËÊ:. ONZE KLEEDING K Kinderen en dieren Een en ander over soepen. Babymutsjes. Patronen naar Maat Rand voor een kleedje. Voor het interieur. Prijzen der patronen. q. iSisivK-Siój; iéS/gis/geS •S©-8i©::& Dit zei me de goede juffrouw, die met haar tijd meegaat op een manier die ik niet kan bijhouden, al ben ik dertig jaar jonger: „Die kleine Agaatje van mijn nichtje is toch zóó'n bijzonder kind! Verbeeld je, die heeft vanaf dat ze héél klein was, nooit vleesch willen eten, omdat ze daar eerst een koe voor moesten doodmaken! En zoo met alles! Ze strooit altijd suiker voor de vliegen, en ze kan niet zien, dat iemand een mug doodmaakt. Van Eeden zegt: dat is de nieuwe mensch die gebo ren wo'dt!" Afgezien van het vraagstuk of Van Eeden daarbij heel speciaal aan Agaatje heeft gedacht: onze n; omelingen zullen dus later allemaal zoo zijn suiker- strooiende vegetariërs, en Agaatje is dan alleen haar tijd maar een beetje vooruit. Ik vrees, dat ik te grof-besnaard ben of te ouderwetsch-sterke zenuwen heb ^naar zoo verschrikkelijk enthousiast kunnen zulke dingen me toch niet maken. Ina BoudierBakker weet in „het Spie geltje" eer% dergelijk geval op 'n zeer aan nemelijke en begrijpelijke wijze voor te stellen maar erg gezond of sympathiek doet het me toch nooit aan. Wat er van zij. een en ander is in elk geval nog verre te verkiezen boven het andere uiterste: de onvervalschte wreed heid tegenover dieren, die sommigen kin deren, bepaaldelijk jongens, eenvoudig in 't bloed schijnt te zitten. Gelukkig blijkt dit verschijnsel, zelfs onder de straat boefjes, den laatsten tijd aanmerkelijk zeldzamer te worden Misschien hield het ve-band met het verottóerd opvoedkun dig systeem van èl te tyranniek klein houden en letterlijk-èlles-verbieden; zoo dat de dikwijls barbaarsche willekeur van kinderen tegenover het weerlooze dier 'n soort verklaring zou vinden in den drang naar althans eenig eigenmachtig beschikken en heerschen. En de beschik king over een leven, hoe zwak en nietig dan ook, moest wel een verbazende aan trekkelijkheid bezitten voor kinderen, die de nuttige ervaring misten van eenige macht, over wat dan ook, in handen te houden en daar 'n goed en nuttig gebruik van te maken, 't Dronkenmakend bewust zijn, zich nu eens heelemaal en onge stoord tegenover een levend wezen te kunnen batvieren, het besef, dat ze ondanks alle verhandelingen over het volstrekt-niet-meetellen van kinderlijk machts-vertoon en over het „willetje, dat achter de deur staat", tóch genoeg kracht in hun onbarmhartige vuistjes en genoeg boozen wil en kwelgeesten-fan tasie in hun jeugdig hoofd hebben om dat levend wezen 'n onafwendbaar-miserabel slot aan z'n bestaan te verzekeren, moet zich dan wel uitleven in allerlei onver kwikkelijke heldendaden. Gelukkig zijn er ook kleine jongens en of dat nu noodzakelijk de Nieuwe Menschen zijn, durf ik niet beoordeelen, ik geloof integendeel dat er tamelijk klassieke voorbeelden van zooiets san te halen zijn die niets van dat alles in zich hebben, en juist een aangeboren grootmoedigheid bezitten voor alwat zwak is, en 'n soort ruwe verteedcring voor alle jong huisgedierte aan den dag leggen. Nóg gevoeliger jongelieden ple gen ze beschermend en onder de meest opbeurende en geruststellende toespraken in hun matrozenblouse op te nemen en zoo den heelen dag met zich om te dra gen. En uit den jongen dierenvriend met het èllerweekhariigste gevoel groeit de man, die om alles in de wereld geen sn'O voor ons zal doodmaken, al smeeken we er in de hartroerendste bewoordingen om. Dat is zonder eenigen twijfel de aller, aller-nieuwste mensch, doch laat ons in het belang van de bewoonbaarheid onzer intérieurs vurig verhopen, dat 't daarbij blijft, en de veredeling van 't men- schelijk gemoedsleven zich niet uitvoe riger in die richting evolueert! Kleine meisjes staan er gewoonlijk weer heel anders tegenover. Van al te groote vert-ouwelijkheid met van die harige, spartelende wezens schrikken ze dikwijls griezelend terug maar al hun heimelijke, angstige sympathie concen treert zich in medelijden en verplegings- pogingen in poppenbedjes, wanneer de ongelukkige schepsels 't een of ander mankeeren. Die veelgesmade vrouw lijke vrees voor levend gedierte is overigens verbazend individueel, en treedt heel verschillend en onberekenbaar op. Zoo word ik ten huidigen dage star van angst, zoo dikwijls een groote hond met blijken van meer dan gewone belangstelling uit *n hekje naar me toe komt sterman, en met opengesperden bek en roodbeloopen oogen me op de hielen volgt. Daarentegen neem ik op zomeravonden alle jonge padden van den weg op en zet ze opzij, dat ze niet vertrapt worden, en dat kost me niet de minste zelfoverwinning. En ik heb eens een aantal balcon-muizen heel geleidelijk met beschuit en suiker over mijn kamerdrempel gelokt, tot ze, na maanden van noeste volharding mijner zijds, die t'-actaties óp mijn vlakke hand kwamen genieten, vanwaar ik ze weer na eenigen tijd over mijn uitgestrekter arm tot mijn schouder leerde opklimmen Ik vond 't een genot, maar heb altijd bedrukt aangevoeld, dat dit alles hoogst onvrouwelijk was Of wie weet laat ik niet treuren, misschien ben ook ik door deze jeugd-liefhebbe-ijen de aller nieuwste vrouw, de pionierster op het terrein der ideaal-verhouding tusschen mensch en dier! Om op onze kleine jongens en meisjes terug te komen hebben we wel eens opgemerkt, hoe aardig hun verantwoor delijkheidsgevoel te ontwikkelen is met de hun opged-agen zorg voor eigen huis dieren? Weer kriigen ze zoo het besef, dat ze macht hebben over leven en dood van zoo'n afhankelijk schepseltje, maar vanuit dezen hoek bezien, zal die ont dekking hun bewustzijn van oppermacht in heel andere banen leiden! Ze weten, dat het aan hen zal liggen, of zoo'n konijn of houtduif of marmotje of de-hemel- weet-wat, mooi en dartel en leverd blijft, of op 'n goeden morgen doodgehongerd in z'n hokie ligt 't Besef van 't argeboze vertrouwen dat in hen gesteld wordt, ver zacht hun machts-roes algemeen tot ridderliikheid! VOOR IEDER UUR VAN DEN DAG. Natuurlijk bedoelen wij niet uw gar derobe met minstens twaalf nieuwe nummers aan te vullen. Dit toch zou in de letterlijke beteekenis te begrijpen zijn uit het opschrift. Wij willen ons hier echter bepalen tot de 3 hoofdmomenten van den dag: s morgens, 's middags en 's avonds. Voor de ochtenduren ontwierpen wij no. 65. Een zeer eenvoudig wandel- costuum van zandkleurige kasha, dat met roestkleurige stof en met rood achtig bont is gegarneerd. Een roest kleurige peau de suède ceintuur en knoopga neering in de zelfde tint geven dit kostuum een bijzonder cachet. Voor de middaguurtjes, stellen wij u de drie volgenoe modellen voor Het eerste, no. 66, is een smaakvolle japon van fleschgroene crepella. Het eigen aardige corsage, dat aan de voorzijde aan een bolero doet denken, is in den rug geheel glad en aan het rokje beves tigd. Dit laatste heeft in het voorpand een groepje plooien, w:lke gedeeltelijk zijn vastgestikt Een donkergroene peau de suède ceintuur en een vest van be drukte crêpe de chine voltooien het geheel. No. 67 is een gedistingeerde japon van donkerbruin fluweel, welke langs den schuinen overslag en de diepe plooi in het rokje gegarneerd wordt door een vroolijk gekleurd zijden randje. Het corsage bloest een ietsje over een ceintuur van dezelfde stof, welke met smalle biesjes is versierd. No. 68 is een chic ensemble dat be staat uit een eenvoudige jumperblouse van bedrukte cepe Georgette, een bor deaux-kleurig geplisseerd rokje, en een wijden mantel van drapella in dezelfde tint. Deze laatste is gegarneerd met zacht, lichtgrijs bont. Ten slotte geven wij u no. 69. Het model van een echt feestelijke japon, welke bestaat uit een pauw-blauwen, satijnen „Fourreau" en een bedrukte crêpe Georgette tuniek, welke met effen biezen in bijpassende tint is gegarneerd. Een fantasie gesp en een groote bloem op den schouder, beiden in dezelfde kleur, zijn de eenige gewenschte garneering op deze harmonieuze japon. MARGUERITE, Ook het door zooveel gevoelige harten beschreide vogelnestjes-vandalisme gaat, dank zij de wijdsche propaganda's van 'n tien, twintig jaar terug, tot het verle den behooren. Ik weet 'n dorpsschool op 'n écht do-p, en met échte ongelikte klompen-lieverdjes waar al vanaf de tweede klas de ongelukkige, die ergens gesignaleerd is met eitjes of jonkies in z'n pet, door de anderen in gloeiende ver achting wordt nagewezen als 'n „gemééne jongen" Zoo zal 't up nog wel meer plaatsen zijn, ea daar moet 't ook eigen lijk heen. Opmerkeli'k is 'tdat, hoe ernstig en aandoenlijk kir deren ook aan dieren ge hecht kunnen zijn. die ve-knochtheid bij hen nooit dat ziekelijke vertoont, dat bij groote menschen leidt tot honden- en kattenkerkhoven met marmeren monu menten! Doode vogeltjes worden welis waar met de grootste plechtigheid en de oprechtste blijken van diepen rouw in een mooi doosje ter aarde besteld, en de overleden kater, die onder den gouden regen rust, krijgt ten overvloede een uitgestoken graszoodje boven zijn stoffelijk overschot, mas'- 't bli;ft alHs k'n^-'lijk en gezond, al vallen er heuschelijke tran,n bij. En wanneer den kinderen bijtijds geleerd wordt, dat de dieren er zijn tot ons nut en gebruik dus ook om op te eten desverlangd en dat ze voorts als kameraden bedoeld zijn, maar daarom nog niet als onze onmisbare boezem vrienden behoeven te fungeeren, zullen zich ook later heusch geen excessen bij hen voordoen, zoodat ze de groote men- schelijke nooden zouden vergeten voor de bebngen van een senielen poedel of een afgeleefde poes! MACHTELD. Hieronder volgen eenige recepte" wan verschillende soepen: Vermicellisoep (4 pers.). 300 gr kalfspoulet 5/4 L. kokend water f 8 gram zout 50 gr. kalfsgehakt foelie zout noot 25 gr vermicelli eidooier. Bereiding: Snijd het gewasschen poulet, zoo noo- dig nog eens door, zet het op met kokend water, foelie en zout in een goed slui tende pan. Laat dit vleesch zachtjes trekken ongeveer 134 a 2 uur. Laat het laatste K uur de gebroken en gewasschen vermicelli meekoken. Meng het gehakt smakelijk aan met peper, zout en noot en desgcwenscht een beetje beschuit- kruim of geweekt brood. Draai er kleine balletjes van, gelijk van grootte Zorg er voor, dat er geen barstjes in zitten Laat de balletjes het laatste kwartier jn de soep meekoken. Klop den eidooier in de soepte-rine, voeg hierbij in het begin zeer langzaam en zonder ophouden steeds roerende, langzamerhand de kokende soep. Verwijder de foelie. N.B. In den duren eier'tijd kan men de eierdooier in deze soep zeer goed spa- ren. De smaak lijdt er niet onder, de kleur is iets minder geeL Tomatensoep van purée (4 pers.). 1 L. bouillon of water 1 klein busje tomatenpurée 30 gr boter een paar laurierbladen foelie peterselie ui een paa' peperkorrels een kruidnagel zout 20 gr Siamsago een paar druppeltjes citroensap een klein scheutje melk. Bereiding: Fruit de kruiden met de tomatenpuree in de boter, maar zorg, dat alles licht van kleur blijft, gedurende ongeveer 20 minuten. Voeg dan de bouillon of het water toe en zeef deze massa door een paardeharen-zeef. Breng de vloeistof aan den kook. Strooi er de Siamsago in en kook deze gaar (dat is ze, als de korrels doorschijnend zijn geworden). Maak de soep op smaak af met zout, cit-oensap, scheutje melk, desgewenscht peper, die op een lepel met wat soep moet worden aangemengd. N.B. In plaats van Siamsago kan men ook maizena nemen, die aangemengd moet worden met wat koud water tot een dun vloeibare massa, vóórdat ze in de kokende soep geroerd wordt. P.S Volgens dit recept^kan men zoo wel een bouillon- (dure-) als een magere- (goedkoope-) soep bereiden. Kerrysoep (4 pers.). 1 L. bouillon of 1 L. water (met of zonder 2 bouillonblokjes) 45 gr. bloem 45 gr. boter 1 kleine ui 2 theelepels kerry een stukje Spaansche peper een beetje melk. Bereiding: Snijd de ui in niet te fijne stukken en fruit ze met de kerry en de Spaansche peper in de boter, maar zorg, dat de kleur licht blijft. Voeg dan de bloem toe, roer dit samen glad en giet langzamer hand, steeds roerende den bouillon of het water toe. Laat de soep 5 a 10 minuten doorkoken, zeef ze. Maak ze op smaak af met zoo noodig zount, kerry en een weinig melk Deze soep k^n men in de soepterrine desgewenscht afmaken met een eidooier. Geef er dobbelsteentjes brood bij. die in boter lichtbruin gebakken zijn. N.B Deze soep kan zoowel onder de dure, als onder de goedkoops soepen worden gerangschikt. Groentesoep, 300 gr. runderpoulet voor 1 L. bouil lon of 1 L. water 8 gr. zout 20 gr. rijst verschillende groenten in den zomer: een paar worteltjes, slaboontjes, dop erwtjes, stukje bloemkool, een kleine prei, wat kervel en peterselie; paa- spruitjes, eenige schorseneeren, een kleine prei, selderijgroen en peterselie Bereiding: Wasch het poulet, snijd het zoo noodig nog eens door, zet het oo met kokend water en zout en laat het 2 a 3 uur zachtjes trekken Neem het vleesch uit den bouillon, bijvoorbeeld door ze te ze ven, Maak de groenten schoon. Snijd de worteltjes en de prei in dunne schijfjes, de scho-seneeren, bloemkool en sla- boontjes in stukjes, hak de selderijgroen of kervel en peterselie fijn. Laat de groenten, behalve peterselie en kervel, met de gewasschen rijst, de laatste 34 uur, in de soep meekoken. Roer de fijn gehakte kervel en peterselie even voor het opdoen door de soep; doo" ze mee te koken zouden ze bruin worden. Opmerking: Inplaats van bouillon kan men heel goed water nemen en de soep ten slotte afmaken met wat maggi- aroma. In dit geval verdient het aanbe veling veel groente in de soep te doen en vooral geurige. De groentesoep zooals deze boven beschreven is, behoort als al deze be schreven soepen, tot de rubriek, die hoofdzakelijk dienen om een maaltijd te verlengen en gezellig te maken Neemt men echter in de groentesoep inphats van 20 gr. rijst, 40 a 50 gr., dan wordt het een stevige soep, die ten doel heeft, den maaltijd aan te vullen. In een volgend nummer hoop ik eenige Macaronisoep (4 pers.). 30 gr. macaroni 5/4 L. water 8 gr. zout foelie 45 gr. bloem 45 gr boter 34 lepel maggi-aroma. recepten van soepen te. geven, die de maaltijden aanvullen. Bereiding: Breng het water met hét zout en een stukje foelie aan de kook. Breek de maca-oni in stukjes van ongeveer 3 c.M. lengte. Wasch ze en laat ze in het water koken, tot ze gaar zijn, gedurende 34 uur a 3 kwartier. Roer er af en toe in, om aanzetten te voorkomen. Verwarm, roer^pde, in een pan boter en bloem tot een glrdde massa, voeg hie-bij langza merhand, steeds roerende, het macaroni- water. Laat de söep 5 a 10 minuten door koken. Maak de soep af met een scheutje melk, maggi-aroma, de stukjes macaroni en zoo noodig zout. Verwijder de foelie. CATH'ARINA De warme dagen zijn weer voorbij, en daarmede ook de tijd, dat we met onze kleine jongens en meisjes kunnen gaan We zetten dan eerst zoovee! steken op tot de breedte van het mutsje 36 c.M. bedraagt. Zoo breien we, tot we 12 c.M. rijden, zonder eerst baby een mutsje op gezet te hebben. Het is nu dikwijls zoo guur, dat we de kleintjes niet bloots hoofd naar buiten durven laten gaan. Daarom maken we één der bovenstaande mutsjes voor onze kleine lievelingen, welke eenvoudig en makkelijk te ver vaardigen zijn. Bovenafgebcelde mutsjes kunnen we voor den winter maken van vyella, of reformstof, gevoerd met het een of andere dunne stofje. Men kan het mutsje verfraaien door er een aar dig randje op te borduren, of door het mutsje om te haken met een eenvoudig steekje (één vaste, 3 lossen, enz.) of het af te werken met een festonneersteek Zeer aardig zijn ook de gebreide ot ge haakte mutsjes. Daarvoor kunnen beide figuren zeer goed dienen, vooral fig. II hebben gekregen, en minderen vervol gens in 2 c.M. lengte zooveel steken weg, tot het 18 c.M. is. Voor het achterstukje beginnen we met de onderkant, en zet ten dan zooveel steken op tot de breedte 5 c.M. bedraagt. Dan maken we in 9 c.M. lengte zooveel steken bij, tot de achterkant van ons mutsje 9 c.M. breed is, en minderen vervolgens in 434 c.M lengte weer af, tot we 2 c.M. breedte overiiouden. Zeer raadzaam is het, alvo rens men begint te breien, eerst een patroontje van papier te maken, en hier naar het mutsje te breien. Het spreekt van zelf, dat we, inplaats van breien, ook hel mutsje kunnen haken. Het lint neemt men in dezelfde tint als het gewerkte randje. DINY. Onze lezeressen kunnen van onze mode-ontwe-pen nauwkeurig naar maat geknipte patronen ontvangen, tegen uiterst billrke priizen. die voor elk model afzonderlijk worden opgegeven Men neme daarvoor zorgvuldig de maat op de volgende wijze: Voordat men de maat gaat nemen, bindt men een bandje om de taille, waar door men de juiste dengte van voor-, zij- en 'imlengte al kan meten Bijgaand patroon voldoet uitstekend als rand voor een talelkleedje. Htft wordt in bonte kleuren wol op laken gebor duurd. Zooals u uit 't voorbeeld ziet, wordt 't grootste gedeelte met den ket tingsteek opgevuld. Dan volgen de^ twee rondjes in den platten steek en t bin nenste rondje, dat met den knoopjes- steek bewerkt wordt. Hier volgen nog eenige kleurencom binaties als voorbeeld Op goudbruin of beige laken 't ge deelte dat in kettingsteek geborduurd wordt, bruin. Dan het eerste randje bleu. dan oranje en de knoopjes zwart. Of op zwart laken 't buitenste lila, dan licht grijs, oranje en de knoopjes groen. TRIX. Bovenwijdte De geheele bovenwijdte wordt genomen over het breedst van den rug. (volg voorb.) Taillewijdte De taillewijdte wordt genomen strak om de taille Heupwijdte De heupwijdte wordt genomen 15 c.M ander de taille, vooral niet te strak Voorlengte De voorlengte wordt geno men vanuit den hals tot het bandje. Zijlengte De zijlengte wordt genomen vanuit het oksel tot het bandje Ruglengte De ruglengte wordt geno men vanuit den rugwervel tot het bandie. Schouder-, Elleboog- en Polslengte, waarbij men steeds den centimeter bij den hals Iaat liggen (volg voorb.) Elleboogwijdte Hierbij houdt men den arm gebogen, daar anders de mouw te nauw zou worden Polswijdte Vuistwijdte. Armsgatwijdte. Heele lengte De geheele lengte van japon of mantel wordt vanuit den hals gemeten. Met hei maat nemen gelieve men nauwkeurig oo het voorbeeld te letten. De maten gelieve men bij bestelling van een patroon met het nummer van het gewenschte model d-ideliik oo te geven aan: „Het Patronen Kantoor" Post bus no 1. Haarlem, onder bijvoeging van het bepaalde bed-ag in postzegels Men verwijze daarbij naar den naam van dit blad Binnen enkele dagen volgt dan franco toezending van het patroon. No. 65 1.—. No. 66 1.20. No. 67 1_ No. 68 mantel 0.95. No. 68 japon 0.95 No. 69 1.25 Het is niet de eerste maal, dat wij de aandacht onzer lezeressen op de och tendjapon vestigen. Wij kennen dames, welke beweren, dat haar peignoir, reeds geruimen tijd met liefde gedragen, „lezen en schrijven" kan. v-vr.v Q'V. »-:<■$> i.Y.VA-.'.-.T.-.G sfes jSiï©sR-:s:-3J ©-/.ta «:-:•:©:•* ©:;&ië& Het voorbeeld, hierbij afgedrukt, heeft alle mogelijke kans om na een bepaald tijdsverloop, dezelfde capaciteiten te ontwikkelen. De meest geschikte stof ter vervaardiging van deze peignoir is zon der twijfel bet wollen ratiné. Men zij vooral voorzichtig in het kiezen van de kleur en neme bij voorkeur een tint, welke met het interieur harmonieert, waarin de peignoir gedragen zal wor den. De hierbij afgebeelde peignoir werd gedacht in mooi blauw ratiné. De revers, de mouwen en het zakje zijn met een wollen geborduurd randje in cerise e» lichtgrijze wol versierd. Van het bedoelde randje geven wij u een voorbeeld, ongeveer op ware grootte geteekend Men kan bet gemak kelijk vergrooten. door de steken een ietsje langer te maken. Voor de mou wen en het zakje, is de helft van het motief reeds voldoende. Zij, die van deze peignoir een patroon wenschen te ontvangen, gelieven dit aan te vragen onder no 3A. De prijs be draagt 0.70. Voor condities en maten zie men het schema in de laatste kolom. MARGUERITE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 8