OnzelfMwsiirÉieli
ONZE KLEEDING
Rand voor een kleedje.
Kinderen en dieren
Voor het interieur.
Een en ander over
soepen.
Patronen naar Maat
Babymutsjes.
MARGUERITE.
MACHTELD.
Bijgaand patroon voldoet uitstekend j in bonte kleuren wol op laken gebor-
als rand voor een talelkleedje. Het wordt duurd. Zooals u uit 't voorbeeld ziet.
wordt l grootste gedeelte met den ket
tingsteek opgevuld. Dan volgen de twee
rondjes in den platten steek en 't bin
nenste rondje, dat met den knoopjes-
steek bewerkt wordt.
Hier volgen nog eenige kleurencom
binaties als voorbeeld
Op goudbruin of beige laken 't ge
deelte dat in kettingsteek geborduurd
wordt, bruin. Dan het eerste randje bleu,
dan oranje en de knoopjes zwart. Of op
zwart laken 't buitenste lila, dan licht
grijs, oranje en de knoopjes groen.
TRIX.
Van het bedoelde randje geven wij
u een voorbeeld, ongeveer op ware
grootte geteekend Men kan het gemak-
kel:jk vergrooten. door de steken een
ietsje langer te maken. Voor de mou
wen en het zakje, is de helft van het
motief reeds voldoende.
Zij, die van deze peignoir een patroon
wenschen te ontvangen, gelieven dit aan
te vragen onder no 3A. De prijs be
draagt 0.70. Voor condities en maten
zie men het schema in de laatste kolom.
Het is niet de eerste maal, dat wij de
aandacht onzer lezeressen op de och
tendjapon vestigen. Wij kennen dames,
welke beweren, dat haar peignoir, reeds
geruimen tijd met liefde gedragen,
„lezen en schrijven" kan.
Het voorbeeld, hierbij afgedrukt, heeft
alle mogelijke kans om na een bepaald
tijdsverloop, dezelfde capaciteiten te
ontwikkelen. De meest geschikte stof ter
vervaardiging van deze peigDoir is zon
der twijfel het wollen ratiné. Men zij
vooral voorzichtig in het kiezen van de
kleur en neme bij voorkeur een tint,
welke met het interieur harmonieert,
waarin de peignoir gedragen zal wor
den.
De hierbij afgebeelde peignoir werd
gedacht in mooi blauw ratiné. De revers,
de mouwen en het zakje zijn met een
wollen geborduu-d randje in cerise en
lichtgrijze wol versierd.
Prijzen der patronen,
No. 65 1.—.
No. 66 1.20.
No. 67 1—
No. 68 mantel 0.95,
No. 68 japon 0.95.
No. 69 1.25
Dit zei me de goede juffrouw, die met
haar tijd meegaat op een manier die ik
niet kan bijhouden, al ben ik dertig jaar
jonger:
„Die kleine Agaatje van mijn nichtje
is toch zóó n bijzonder kind! Verbeeld je,
die heeft vanaf dat ze héél klein was,
nooit vleesch wiiien eten. omdat ze daar
eerst een koe voor moesten doodmaken!
En zoo met alles! Ze strooit altijd suiker
voor de vliegen, en ze kan niet zien, a'at
iemand een mug doodmaakt. Van Eeden
zegt: dat is de nieuwe mensch die gebo-
ren wo-dt!'f
Afgezien van het vraagstuk of Van
Eeden daarbij heel speciaal aan Agaatje
heeft gedacht: onze n. omelingen zullen
dus later allemaal zoo zijn suiker-
strooiende vegetariërs, en Agaatje is dan
alleen haar tijd maar een beetje vooruit.
Ik vrees, dat ik te grof-besnaard ben
of te ouderwetsch-sterke zenuwen heb
ma^r zoo verschrikkelijk enthousiast
kunnen zulke dingen me toch niet maken.
Ina Boudier-Bakker weet in „het Spie
geltje een dergelijk geval op 'n zeer aan
nemelijke en begrijpelijke wijze voor te
stellen maar erg gezond of sympathiek
doet het me toch nooit aan.
Wat er van zij. een en ander is in elk
geval nog verre te verkiezen boven het
andere uiterste: de onvervalschte wreed
heid tegenover dieren, die sommigen kin
deren, bepaaldelijk jongens, eenvoudig
in 't bloed schijnt te zitten. Gelukkig blijkt
dit verschijnsel, zelfs onder de straat
boefjes. den laatsten tijd aanmerkelijk
zeidzamer te worden Misschien hield het
ve-band met het verouderd opvoedkun
dig systeem van al te ty-anniek klein
houden en letterlijk-alles-verbieden; zoo
dat de dikwijls barbaarsche willekeur
van kinderen tegenover het weerlooze
dier 'n soort verklaring zou vinden in den
drang naar althans eenig eigenmachtig
beschikken en heerschen En de beschik
king over een leven, hoe zwak en nietig
dan ook, moest wel een verbazende aan
trekkelijkheid bezitten voor kindéren, die
de nuttige ervaring misten vah eenige
macht, over wat dan ook, in handen te
houden en daar 'n goed en nuttig gebruik
van te maken, 't Dronkenmakend bewust
zijn, zich nu eens heelqmaal en onge
stoord tegenover een levend wezen te
kunnen batvieren, het besef, dat ze
ondanks alle verhandelingen over het
volstrek'-niet-meeteilen van kinderlijk
machts-vertoon en over het „willetje,
dat achter de deur staat", tóch genoeg
kracht m hun onbarmhartige vuistjes en
genoeg boozen wil en kwelgeesten-fan
tasie in hun jeugdig hoofd hebben om dat
levend wezen 'n onafwendbaar-miserabel
slot aan z'n bestaan te verzekeren, moet
zich dan wel uitleven in allerlei onver
kwikkelijke heldendaden.
Gelukkig zijn er ook kleine jongens
en of dat nu noodzakelijk de Nieuwe.
Menschen zijn, durf ik niet beoordeelen,
ik ge'.oof integendeel dat er tamelijk
klassieke voorbeelden van zooiets aan te
halen zijn die niets van d£ alles in
zich hebben, en juist een aangeboren
grootmoedigheid bezitten voor alwat
zwak is, en 'n soort ruwe verteedering
voor alle jong huisgedierte aan den dag
leggen. Nóg gevoeliger jongelieden ple
gen ze beschermend en onder de meest
opbeurende en geruststellende toespraken
in hun matrozenblouse op te nemen en
zoo den heelen dag met zich om te dra
gen En uit den jongen dierenvriend met
het alierweekhariigste gevoel groeit de
man, die om alles in de wereld geen sp<n
voor ons zal doodmaken, al smeeken we
er in de bartroerendste bewoordingen
om. Dat is zonder eenigen twijfel de
aller, allcr-nieuwste mensclT doch laat
ons in het belang van de bewoonbaarheid
onzer intérieurs vurig verhopen, cat 't
daarbij blijft, en de veredeling van 't men-
schelijk gemoedsleven zich niet uitvoe
riger in die richting evolueert!
Kleine meisjes staan er gewoonlijk
weer heel anders tegenover Van al te
groote vert'ouwelijkheid met van die
harige, spartelende wezens schrikken ze
dikwijls griezelend terug maar al hun
heimelijke, angstige sympathie concen
treert zich in medelijden en verMegings-
pogingen in poppenbedjes, wanneer de
ongelukkige schepsels 't een of ander
mankceren. Die veelgesmade vrouwelijke
vrees voor levend gedierte is ove-igens
verbazend individueel, en tre dt heel
verschillend en onberekenbaar op. Zoo
word ik ten huidigen dage star van angst,
zoo dikwijls een groote hond met blijken
van meer dan gewone belangstelling uit
'n hekje naar me toe komt sterman, en
met opengesperden bek en roodbeloopen
oogen me op de hielen volgt. Daarentegen
neem ik op zomeravonden alle jonge
padd-en van den weg op en zet ze opzij,
dat ze niet vertrapt worden, en dat kost
me niet de minste zelfoverwinning. En ik
heb eens een aantal balcon-muizen heel
geleidelijk met beschuit en 9uiker over
mijn kamerdrempel gelokt, tot ze, na
maanden van noeste volharding mijner
zijds. die t'actaties op mijn. vlakke hand
kwamen genieten, vanwaar ik ze weer
na eenigen tijd over mijn uitge'trekten
arm tot mijn schouder leerde opklimmen
Ik vond 't een genot, maar heb altijd
bedrukt aangevoeld dat dit alles hoogst
onvrouwelijk was Of wie weet laat
ik niet treuren, misschien ben ook ik
door deze ieugd-liefhebberijen de aller
nieuwste vrouw, de pionierster op het
terrein der ideaal-verhouding tusschen
mensch en dier!
Om op onze kleine jongens en meisjes
terug te komen hebben we wel eens
opgemerkt, hoe aardig hun verantwoor
delijkheidsgevoel te ontwikkelen is met
de hun opged-agen zorg voor eigen huis
dieren? Weer kri;gen ze zoo het besef,
dat ze macht hebben over leven en dood
van zoo'n afhankeliik schepseltje, maar
vanuit dezen hoek bezien, zal die ont
dekking hun bewustzijn van oppermacht
in heel andere banen leiden! Ze weten,
dat het aan hen zal liggen, of zoo'n konijn
of houtduif of ma: motje of de-h-me!-
weet-wat, mooi en dartel en Ievc-d blijft,
of op 'n goeden morgen doodgehongerd
in z'n hokje ligt 't Besef van 't aréelaoze
vertrouwen dat in hen gesteld wo'dt, ver
zacht Han machts-roes algemeen tot
ridderlijkheid!
VOOR IEDER UUR VAN DEN DAG.
Natuurlijk bedoelen wij niet uw gar
derobe met minstens twaalf nieuwe
nummers aan te vullen. Dit toch zou in
de letterlijke beteekenis te begrijpen
zijn uit het opschrift.
Wij willen ons hier echter bepalen
tot de 3 hoofdmomenten van den dag:
s morgens, s middags en 's avonds.
Voor^ de ochtenduren ontwierpen wij
no. 65. Een zeer eenvoudig wandel-
costuum van zandkleurige kasha, dat
met roestkleurige stof en met rood
achtig bont is gegarneerd. Een roest-
Ook het door zooveel gevoelige harten
beschreide vogelnestjes-vandalisme gaat,
dank zij de wijdsche propaganda's van
n tien, twintig jaar terug, tot het verle
den behooren. Ik weet 'n dorpsschool
op 'n écht do-p, en met échte ongelikte
klompen-lieverdjes waar al vanaf 'de
tweede klas de ongelukkige, die ergens
gesignaleerd is met eitjes of jonkies in
z n pet, door de anderen in gloeiende ver
achting wordt nagewezen als 'n „gemééne
jongen Zoo zal t up nog wel meer
plaatsen zijn, en daar moet 't ook eigen
lijk heen.
Opmerkelrk is 't dat, hoe ernstig en
aandoenlijk kir. deren ook aan dieren ge
hecht kunnen zijn die ve-knochtheid bij
hen nooit dat ziekelijke vertoont, dat bij
groote menschen leidt tot honden- en
kattenkerkhoven met marmeren monu
menten! Doode vogeltjes worden welis
waar met de grootste plechtigheid en de
oprechtste blijken van diepen rouw in een
mooi doosje ter aarde besteld, en de
overleden kater, dit- onder den gouden
regen rust, krijgt ten overvloede een
uitgestoken graszoodje boven zijn stoffe'ijk
overschot, maar 't bluft a!l"s kbi-l-lijk
ea gezond, al vallen er heuschelijke tran^n
bij. En wanneer den kinderen bijtijds
geleerd wordt, dat de dieren er zijn lot
ons nut en gebruik dus ook om op te
eten desverlangd en dat ze voorts
als kameraden bedoeld zijn, maar daarom
nog niet als onze onmisbare boezem
vrienden behoeven te fungeeren, zullen
zich ook later heusch geen excessen bij
hen voordoen, zoodat ze de groote men-
scheliike nooden zouden vergeten voor
de belangen van een senielen poedel of
een afgeleefde poes!
Hieronder volgen eenige recepten van
verschillende soepen:
Vermicellisoep (4 pers.),
300 gr kalfspoulet
5/4 L. kokend water
8 gram zout
50 gr. kalfsgehakt
foelie
zout
noot
25 gr vermicelli
eidooier.
Bereiding:
Snijd het gewasschen poulet, zoo noo-
dig nog eens door, zet het op met kokend
water, foelie en zout in een goed slui
tende pan Laat dit vleesch zachtjes
trekken ongeveer \'A a 2 uur. Laat het
laatste Vt uur de gebroken en gewasschen
ve-micelli meekoken. Merg het gehakt
smakelijk aan met peper, zout en noot
en desgcwenscht een beetje beschuit-
kruim of geweekt brood Draai er k!e>ne
balletjes van, gelijk van grootte Zorg
er voor, dat er geen barstjes in zitten
Laat de balletjes het laatste kukirtier in
de soep meekoken. Klop den e.dooier in
de soepte-rine, voeg hierbij in het begin
zeer langzaam en zonder ophouden
steeds roerende, langzamerhand de
kokende soep. Verwijder de foelie.
N.B. In den duren eiertijd kan men de
eierdooier in deze soep zeer goed spa-
Onze lezeressen kunnen van onze
mode-ontwe'pen nauwkeurig naar maat
geknipte patronen ontvangen, tegen
uiterst billüke prijzen die voor elk
model afzonderlijk worden opgegeven
Men neme daarvoor zorgvuldig de maat
op de volgende wijze:
Voordat men de maat gaat nemen,
bindt men een bandje om de taille, waar
door men de juiste lengte van voor-, zij-
en 'urflengte af kan meten
Bovenwijdte De tfeheete bovenwijdte
wordt genomen over het breedst van
den rug. (volg voorb
Taillewijdte De taillewijdte wordt
genomen strak om de taille
Heupwijdte. De heupwijdte wordt
genomen 15 c.M onder de taille, vooral
niet te strak
Voorlengte De voorlengte wordt geno
men vanutt den bals tol het bandje.
Zijlengte De zijlengte wqrdl genomen
vanuit het oksel tot het handle
Ruglengte De ruglengte wordt geno
men vanuit den rugwervel tot het bandje.
Schouder-, Elleboog- en Polslengte,
waarbij men steeds den centimeter bij
den hals laat liggen (volg voorb.)
Elleboogwijdte Hierbij houdt men den
arm gebogen daar anders de mouw te
nauw zou worden
Polswijdte Vuistwijdte Armsgatwijdte.
Heele lengte De geheele lengte van
japon of mantel wordt vanuit den hals
gemeten.
Met het maat nemen gelieve men
nauwkeurig op het voorbeeld te letten
De maten gelieve men bij bestelling
van een patroon met het nummer van
het gewenschte model duidelijk op te
geven aan: „Het Patronen Kantoor" Post
bus no 1. Haarlem, onder bijvoeging van
het bepaalde bed_ag in postzegels Men
verwijze daarbij naar den naam van dit
blad Binnen enkele dagen volgt dan
franco toezending van het patroon-
ren. De smaak lijdt er niet onder, de
kleur is iets minder geel.
Tomatensoep van puree (4 pers,).
1 L. bouillon of water
1 klein busje tomatenpuree
30 gr boter
een paar laurierbladen
foelie
peterselie
ui
een paa- peperkorrels
een kruidnagel
zout
20 gr. Siamsago
een paar druppeltjes citroensap
een klein scheutje melk.
Bereiding:
Fruit de kruiden met de tomatenpuree
in de boter, maar zorg, dat alles licht
van kleur blijft, gedurende ongeveer 20
minuten. Voeg dan de bouillon of het
water toe en zeef deze massa door een
paardeharen-zeef. Breng de vloeistof
aan den kook. Strooi er de Siamsago in
en kook deze gaar (dat is ze, als de
korrels doorschijnend zijn geworden).
Maak de soep op smaak af met zout,
cit-oensap, scheutje melk, desgewenscht
peper, die op een lepel met wat soep
moet worden aangemengd.
N.B. In plaats van Siamsago kan men
ook maizena nemen, die aangemengd
moet worden met wat k^ud water tot
een dun vloeibare massa, vóórdat ze in
de kokende soep geroerd wordt.
P.S Volgens dit recept kan men zoo
wei een bouillon- (dure-) als een magere-
(goedkoope-) soep bereiden,
Kerrysoep (4 pers.).
1 L. bouillon of 1 L. water (met of
zonder 2 bouillonblokjes)
45 gr. bloem
45 gr. boter
1 kleine ui
2 theelepels kerry
een stukje Spaansche peper
een beetje melk.
Bereiding:
Snijd de ui in niet te fijne stukken en
fruit zé met de kerry en de Spaansche
peper in de bote', maar zorg, dat de
kleur licht blijft Voeg dan de bloem toe,
roer dit samen glad en giet langzamer
hand, steeJs -oerende den bouillan of hst
water toe Laat de soep 5 a 10 minuten
doorkoken, zeef ze. Maak ze op smaak
af met zoo noodig zount, kerry en een
weinig melk
Deze soep kan men in de soepterrine
desgewenscht afmaken met een eidooier
Geef er dobbelsteentjes fcrood bij, die
in boter lichtbruin gebakken zijn.
N.B Deze soep kan zoowel onder de
dure, als onder de goedkoope 9oepen
worden gerangschikt.
Groentesoep,
300 gr. runderpoulet voor 1 L. bouil
lon of 1 L. water
8 gr. zout
20 gr. rijst
verschillende groenten in den zomer:
een paar worteltjes, slaboontjes, dop
erwtjes, stukje bloemkool, een kleine
prei, wat kervel en peterselie;
paar spruitjes, eenige schorseneeren, een
kleine prei, selderijgroen en peterselie
Bereiding:
Wasch het poulet, snijd het zoo noodig
nog eens door, zet het op met kokend
water en zout en laat het 2 a 3 uur
zachtjes trekken Neem het vleesch uit
den bouillon, bijvoorbeeld door ze te ze
ven. Maak de groenten schoon. Snijd de
worteltjes en de prei in dunne schijfjes,
de scho -seneeren, bloemkool en sla-
boontjes in stukjes, hak de selderijgroen
of kervel en peterselie fijn. Laat de
groenten, behalve peterselie en kervel,
met de gewasschen rijst, de laatste
uur, in de soep meekoken. Roer de fijn
gehakte kervel en peterselie even voor
het opdoen door de soep; doo- ze mee
te koken zouden ze bruin worden.
Opmerking: Inplaats van bouillon kan
men heel goed water nemen en de soep
ten slotte afmaken met wat maggi-
aroma. In dit geval verdient het aanbe
veling veel groente in de soep te doen
en vooral geurige.
De groentesoep zooals deze boven
beschreven is, behoort als a! deze be
schreven soepen, tot de rubriek, die
hoofdzakelijk dienen om een maaltijd te
verlengen en gezellig te maken. Neemt
men echter in de groentesoep .inplaats
van 20 gr. rijst, 40 a 50 gr., dan wordt
het een stevige soep, die ten doel heeft,
den maaltijd aan te vullen.
In een volgend nummer hoop ik eenige
Macaronisoep (4 pers.).
30 gr. macaroni
5/4 L. water
8 gr. zout
foelie
45 gr. bloem
45 gr boter
At lepel maggi-aroma.
recepten van soepen te geven, die de
maaltijden aanvullen.
Bereiding:
Breng het water met het zout en een
stukje foelie aan de kook. Breek de
maca-oni in stukjes van ongeveer 3 c.M.
lengte. Wasch ze en laat ze in net water
koken, tot ze gaar zijn, gedurende 'A
uur 3 kwartier. Roer er af en toe in,
om aanzetten te voorkomen. Verwarm,
roerende, in een pan boter'en bloem tot
een gladde massa, voeg hie-bij langza
merhand. steeds roerende, het macaroni-
water. Laat de soep 5 a 10 minuten door
koken. Maak de soep af met een scheutje
melk, maggi-aroma, de stukjes macaroni
en zoo noodig zout. Verwijder de foelie.
CATHARINA
De warme dagen zijn weer voorbij, en
daarmede ook de tijd, dat we met onze
kleine jongens en meisjes kunnen gaan
We zetten dan eerst zooveel steken op
tot de breedte van het mutsje 36 c.M.
bedraagt. Zoo breien we, tot we 12 c.M.
kleurige peau de suède ceintuur en
knoopga neering in de zcïfde tint geven
dit kostuum een bijzonder cachet.
Voor de middaguurtjes, sïelien wij u
de drie volgenoe mddellen voor Het
eerste, no 66, is een smaakvolle japon
van fleschgroene crepella. Het eigen
aardige corsage, dat aan de voorzijde
aan een bolero doet denken, is in den
rug geheel glad en aan het rokje beves
tigd. Dit laatste heeft in het voorpand
eer» groepje plooien, welke gedeeltelijk
zijn vastgestikt Een donkergroene peau
de suède ceintuur en een vest van be-
wijden mantel van drapella in dezelfde
tint. Deze laatste is gegarpeerd met
zacht, lichtgrijs bont.
Ten slotte geven wij u no. 69. Het
model van een echt feestelijke japon,
welke bestaat uit een pauw-blauwen,
satijnen „Fourreau" en een bedrukte
crêpe Georgette tuniek, welke met effen
biezen in bijpassende tint is gegarneerd.
Een fantasie gesp en een groote bloem
op den schouder, beiden in dezelfde
kleur, zijn de eenige gewenschte
garneering op deze harmonieuze japon.
MARGUERITE.
drukte crêpe de chine voltooien het
geheel.
No. 67 is een gedistingeerde japon van
donkerbruin fluweel, welke langs den
schuinen overslag en de diepe plooi in
het rokjegegarneerd wordt door een
vroolijk gekleurd zijden randje.
Het corsage bloest een ietsje over een
ceintuur van dezelfde stof, welk.e met
smalle biesjes is versierd.
No. 68 is een chic ensemble dat be
staat uit een eenvoudige jumperblouse
van bedrukte c-êpe Georgette, een bor
deaux-kleurig .geplisseerd rokje, en een
rijden, zonder eerst baby een mutsje op
gezet te hebben. Het is nu dikwijls zoo
guur, dat we de kleintjes niet bloots
hoofd naar buiten durven laten gaan.
Daarom maken we één der bovenstaande
mutsjes voor onze kleine lievelingen,
welke eenvoudig en makkelijk te ver
vaardigen zijn. Bovenafgebeelde mutsjes
kunnen we voor den winter maken van
vyella, of reformstof, gevoerd met het
een of andere dunne stofje. Men kan
het mutsje verfraaien door er een aar
dig randje op te bordu-en, of door het
mutsje om te haken met een eenvoudig
steekje (écn vaste, 3 lossen, enz.) of het
af te werken met een festonneersteek
Zeer aardig zijn ook de gebreide of ge
haakte mutsjes. Daarvoor kunnen beide
figuren zeer goed dienen, vooral fig, II
hebben gekregen, en minderen vervol
gens in 2 c.M. lengte zooveel steken weg,
tot het 18 c.M. is. Voor het achterstukje
beginnen we met de onderkant, en zet
ten dan zooveel steken op tot de breedte
5 c.M. bedraagt. Dan maken we in 9
c.M. lengte zooveel steken bij, tot de
achterkant van ons mutsje 9 c.M. breed
is, en minderen vervolgens in 4J4 c.M
lengte weer af, tot we 2 c.M. breedte
ove-houden. Zeer raadzaam is het, alvo
rens men begint te breien, eerst een
patroontje van papier te maken, en hier
naar het mutsje te breien.
Het spreekt van zelf, dat we, inplaats
van breien, ook het mutsje kunnen
haken. Het lint neemt men in dezelfde
tint als het gewerkte randje.
DINY.