Dit murnner bestaat alt 22 bladzijden, waaronder bet geïllustreerd in Zondagsblad acht bladzpen. Leekepreeken, Verkeersongevallen. Voernaamste Nieuws MSTEMI MTU! Mij HU 1HB Voert Uw effectenorders uit aan binnen- en buitenlandsche beurzen. PIJLTJES postrekening Ne. 5970. Zaterdag 22 Januari 1927** DAGBLAD VOOR NOORD- EN ZUÏD-HOLLAND 50ste Jaargang No. 16462 Bij contract belangrijke korting. Aangifte moet, oj» straffe van verlies van alle rechten, gescihtleden uiterlijk driemaal vier en twintig uren na hei ongeval Proeftrein RotterdamAmsterdam PLAATSELIJK NIEUWS. Faülissmenten. Tragisch. De griep in Haarlemmermeer. Bloedvergiftiging. De Griep. Inbraak. VOOR DEN POLITIERECHTER. De tuinbouw in Kennemerland. De zetel van Bollencultuur. Enz." ZANDVOORT. Vertrek van wethouder Siegers? in dit nummer. J. J. WEBER ZOON FABRIKANTEN Haarlem. LAATSTE NIEUWS. De Europeesche Influenza- epidemie. Internationaal Physiologisch onderzoek. Het st. Kelbergen vlot gebracht Een orkaan te Belgrado. Forensenbelasting. ruet geacht kunnen worden op meer dan 90 Een goede verkeersverbetering te Beverw .ek. - De gemeenteraad van Beverwijk besloot tot aankoop van een tweetal huisjes ten behoeve van SS ycrkeeisverbetering op het kruispunt floilanderwes-Kerkstraat aldaar. dl Hl EU WE WWtLEMSCHE CDIiRflHT lij Telefoon No. 13866 i3 lijnen) J P Alle abonné's op dit blad zijn, ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f Qflflfï Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7rifl bij een ongeval met f OSfl bij verlies van een hand, lOlT bij verlies van een f Cft £0 'n brfuk.^n. f 40 t£gea ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen «JutJU." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; doodelijken afloopeen voet of een oog; lao, duim oi wijsvingeruU. been of arm, ana _e g 172, JEUGDPESSIMISME, Ruim een week geleden gij zult het in de courant gelezen hebben speelde zich in Berlijn een droevig drama af. Drie jonge meisjes benamen zich zelf het leven. Nu is dit feit op zich zelf in onzen tijd helaas niets bijzonders meer. Dagelijks le zen wij dergelijke en erger berichten. Door zoo'n drievoudigen zelfmoord worden wij niet eens meer geschokt. Wij zuchten even: 't is toch erg, en lezen verder van andere moorden en ongelukken met tientallen dooden onder de meest huiveringwekkende omstandigheden. Toch geeft de boven bedoelde zelfmoord te Berlijn, juist om de schijnbare afwezig heid van tragische bijzonderheden, aanlei ding om er een oogenblik langer hij stil te staan. Twee zusjes van zeventien en negentien jaar en een 21-jarige vriendin laten zich op een goeden avond in het water glijden, zonder dat eenige directe aanleiding voor dat vreeselijke besluit valt te geven. Dat is een raadsel, hetwelk om oplossing vraagt. De meisjes waren met drieën werkzaam op een uitgeverszaak van postkaarten. Zij ston den als vroolijk en levenslustig bekend, maar ook als ijverig en plichtsgetrouw. Toen des avonds te zes uur de bureaux ge sloten werden, gingen zij gearmd en lachend heen, schijnbaar schertsend: nu gaan we er met drieën een eind aan maken! En de collega's lachten om die kille scherts. On verklaarbaar was zij niet; in Berlijn is de zelfmoord aan de orde van den dag; er bestaat al reeds een vereeniging om men- schen, die met zelfmoordplannen rondloo- pen, van hun voornemen af te helpen. Dus was de ruwe grap niet verwonderlijk, maar tevens doorzichtig genoeg: wie zou er den ken, dat deze drie levenslustigen in de ja ren, waarin het leven het sterkst spreekt, vrijwillig den killen dood in de armen zou den loopen? En toch dreven hun lijken den volgenden dag in het Müggelmeer, de uit» spanningsplaats voor de Berlijners in den zomer, een kalm en vreedzaam water met een vlak strand. Koelbloedig warén de drie jonge wezens in den plas gestapt om er ziel- loös uit te worden opgevischt. Naar de oorzaak is gespeurd en geraden. De vader van de twee gezusters is ambte naar bij de crimineele politie. Niets werd dus verzuimd om het raadsel tot klaarheid te brengen. Maar voor de groote menigte is het een raadsel gebleven. Ongelukkige liefde, vrees voor ouders, slecht tehuis of dergelijke voor de hand liggende motieven waren niet aanwezig. Uit de schrale gege vens valt niet anders dan een moeheid, een zatheid van het leven af te leiden, een gebrek aan levensdurf, 1 Dit jeugdig pessimisme stemt tot na- derken. Van de twee gezusters liet de jongste een briefje achter, waarin zij schreef: „Lie ve ouders! Omdat ik van mijn leven toch geen vroolijk uur meer hebben kan, heb ik besloten mij het leven te benemen. Ik heb nog mijn salaris en 20 mark spaargeld; dat alles kunt u nemen om er u geen zorg over behoeven te maken, hoe ik onder den grond kom." De oudste liet geen woord achter. Alleen deze aanwijzing wordt voor haar gegeven: eenige dagen voor de schrik kelijke daad had men haar verteld, hoe haar oudere zuster Kathe door haar man, een luierik en vrouwenbeul, die reeds zijn zesde vrouw had, was verlaten. Kathe was om deze verbintenis vroeger al de deur van Ijet ouderlijke huis gewezen. En toen het meisje dit laatste verhaal van haar zuster hoorde, zou zij geantwoord hebben: „dat had Kathe ons niet moeten aandoen; zij had liever in plaats van ons het water moeten ingaan." En het derde meisje, waarvan alleen verteld wordt, dat zij ontevreden was ove* de betere opvoeding, welke haar broers kregen, die mochten studeeren, ter wijl zij naar kantoor moest, had aan haar moeder een briefje nagelaten, waarin zij meedeelde een mooier plaatsje te gaan zoeken, omdat, wat zij zich op aarde ge droomd had, toch niet in vervulling was ge gaan. Ziedaar de wereldsmart van drie jeugdige schepselen, het pessimisrfie van 17 en 19- farigeni Is het niet om te huiveren, te meer, waar ons hier een beeld wordt ge toond van onzen tijd? De leeftijd van acht tien en twintig jaar is die van dweepen, van hemelhoog juichen of wel ten doode be droefd zijn. Dat weet ieder uit eigen er varing. Weinig, soms maar een blik of een glimla ch is noodig omeen hemel te toove- ren in een jeugdig hart. Maar een enkel woord of gebaar is ook voldoende om een jonge ziel in de diepste zee van droefheid te dompelen. Hoeveel achttien-jarigen heb ben niet bij een tegenslag in een examen, hij het verlies van een betrekking, bij een onfortuinlijkheid in wat zij „hun liefde" noemden, de slotverzen van Perk's Iris na gezegd: Mij is gemeenzaam, wie even eenzaam, Het leven verlangende slijt; En die in tranen zijn vreugd' zag tanen, En lieflijk lacht als hij lijdt. Zien wij terug op die jaren van ongedurig heid en onevenwichtigheid, dan lachen wij nu om de uitbundigheid en moedeloosheid van onze jongelingschap of jonge meisjestijd. Wat heeft het leven ons veel geleerd sinds dien: hoe hebben wij leeren begrijpen de waarde van geluk en van smart. Hoe dank baar zijn wij voor de moeilijkheden, die wij op het begin van onzen levensweg vonden. Zij hebben ons gestaald en gehard voor den werkelijken levensstrijd. Maar, wij mochten toen al eens doodelijk bedroefd schijnen, voor den dood zelf huiverden wij toch met een gezonde, natuurlijke vrees. En zelf moord was een begrip, dat even ver of verder van ons afstond dan iedere an dere groote misdaad. En stel daartegenover nu de levensmoe heid en de ijzige koelbloedigheid, welke de jeugd van onzen tijd den dood vrijwillig als een bevrijding doet omhelzen. Want het geval der drie meisjes, welke de vorige week het Müggelmeer instapten, staat niet op zich zelf. De statistiek van jeugdige zelf moordenaars stijgt met huiveringwekkende getallen. Vanwaar dit pessimisme, vooral on der de vrouwelijke jeugd? Twee directe oorzaken, welke ook in het onderhavige ge val voor de hand liggen, zijn daarvoor aan te wijzen: genotzucht en willoosheid. Genieten is een tweede natuur geworden; genot is een levenseisch, een levensbehoefte als brood, neen erger: men spaart zich lie ver het allernoodigste uit den mond om te kunnen pronken en genieten. Voor het jonge meisje vooral is deze zucht naar vermaak allernoodlottigst. Jong zelfstandig te kunnen zijn en vrijelijk over geld te kunnen be schikken, dat is het ideaal, dat zich al vroeg vastprent in de jeugdige hersens. En de kans om door een eerlijk huwelijk dit ideaal te benaderen, wordt hoe langer hoe geringer. Want ook de mannelijke jeugd is door de genot- en gemakzucht aangegrepen en verkiest hoe langer hoe minder vrijheid en onafhankelijkheid prijs te geven voor de plichten en zorgen van de echtverbintenis. Voor het meisje is er het conflict dan al heel spoedig. Een der Haagsche bladen deelde een paar jaar geleden naar aanlei ding van een moordaanslag mede, hoe een lichtzinnig, maar nog niet verdorven meisje met een naar onbekend iongmensch als „motorengel" was meegereden en boe de motorrijder aan 't einde van den tocht den prijs der zonde vroeg als de gewoonste zaak der wereld. Toen dan ook het meisje hardnekkig weigerde, kreeg zij ten ant woord: dat is mij nog noo:t/>verkomen! Zie daar de moderne mentaliteit: voor een mo tortochtje verkoopt men zijn ziel. Maar al len zijn nog niet zoo ver. In menig meisje leeft nog iets van den aangeboren vrouwe- welijken schroom, vrouwelijken trots en ge voel van waardigheid. En dan komt het conflict: zij wil van de wereld genieten, zij wil voor haar pleizier leven, maar het j ware begrip van geluk ontbreekt. Liefst zou zij zich eerbaar binden aan een man in een huwelijk; maar wachten kan zij niet: ze is al achttien, al negentien jaar. En velen zeggen dan met de Berlijnsche, die de vorige week afscheid van haar moeder en van het leven nam: omdat ik niet kan krijgen, wat ik mij hiér gedroomd heb, daar om stap ik de wereld uit! Natuurlijk is zulk een pessimisme alleen te verklaren, wanneer ook de tweede oor zaak aanwezig is; de willoosheid, de slapte, het gebrek aan levensmoed en levensdurf. Naar genot en genoegen is altijd gejaagd en gesmacht, vooral door de jeugd. Maar al leen de futloozen komen tot het uiterste middel om, hij niet bereiking van hun doel, de hand aan zich zelf te slaan. En die wils- slapte moet in onzen tijd wel zeer groot zijn, wanneer 17- en 18-iarigen al den moed opgeven! Vroeg rijp meent men ai jong het leven te kennen; gezien hoe de ouderen tobben en zwoegen om het dagelijksch brood en een karig bestaan, ontzinkt hun der moed om dienzelfden weg te gaan, omdat zij mis sen het blijde en zoo noodzakelijke idealis me der jeugd, die altijd meent heter te zul len slagen, dan zij, die vooraf gingen. Om te slagen in het leven is hard werken, doorzetten, ijzeren plichtsvervulling, worste len tegen moeilijkheden noodzakelijk. Daar. voor ontbreekt de kracht. Men wil oogsten zonder gezaaid te hebben, rusten zonder zich te hebben vermoeid, gen'eten van wat anderen met moeite verzameld hebben. En wanneer de natuurwet zich daartegen ver zet, dan voelt men "eeds als twintigjarige den moed zinker en legt het af. Weinig verheffend beeld van de jeugd van onzen tijd. Maar mogen wij die jeugd, die slappe, futlooze, genotzieke, levensmoede jeugd, die jeugd, zoo arm aan levensdurf, wel alleen beschuldigen? Of staat hier niet voornamelijk schuldig het geslacht, waaruit dat nieuwe, beklagenswaardige, voortkomt? Staan hier niet voernan elijk schuldig zij, die een jeugd het moeilijke en zware le ven hebben in laten gaan, zonder steun? Wanneer de opvoeding een vrije is in dien zin, dat het kind niet mag leeren zich te beheerschen, zich zelf te verloochenen; wanneer het betrekkelijke van het geluk in de wereld niet tijdig wordt bijgebracht; wanneer niet gewezen wordt op levens plicht en roeping, op verantwoordelijkheid, op afhankelijkheid van een Schepper, maar ook op een Voorzienigheid, die altijd over allen waakt en niet duldt, dat een haar op ons hoofd zonder Hare toestemming ge krenkt wordt, hoe kunnen wij dan verwach ten, dat die hulpelooze, in dui»ter tastende jonge menschen, zonder innerlijken steun, zonder licht in zielendonkerte, zonder uit zicht op een Hemel na een wel besteed le ven, dat die zwakke en van nature naar geluk smachtende schepselen den moea zullen vinden om een leven van zorgen en moeilijkheden blijmoedig in te gaan? Het drama van het Müggelmeer is wel een vreeselijke aanklacht tegen de vrije op voeding van onzen tijd. HOMO SAPIENS. Een getuige werd gehoord, die borstels had gekocht Zij vond den prijs te hoog, doch maakte geen bezwaren, omdat zij dacht, dat de opbrengst voor de blinden was. De juiste woorden van verdachte kon zij zich niet meer herinneren. De Officier van Justitie vroeg vrijspraak, omdat het niet vaststond dat L. „voor de blinden" had gezegd, inplaats van „van de blinden". De politierechter wees vonnis in dezen geest, doch onderhield L. er over dat hij niet met deze handelwijze mocht doorgaan, om dat de aldps bedrogen klanten niet meer zouden geven, ook niet als het werkelijk voor de blinden was. L. luisterde deemoedig ea verliet met een „Om u te dienen, Edelgestrengehet be klaagdenbankje. Snelheid tot meer dan 100 K.M. opgevoerd. Gisteren heeft de aangekondigde proef- AARIME BAIMK Op 19 Januari 1927 werd in staat van faillissement verklaard: J. H. H. Beekman, koopman in dames- en heeren-kleederen te Haarlem, Koning straat 48. Curator Mr. F. A- Davidson, al hier. Rechter-Commis&aris Mr. J. D. Pasteur. Geëindigd is het faillissement van Jan Deugeling, vroeger winkelier in hoeden te Gouda, thans broodbezorger te Haarlem. Curator Mr. L. Ali Cohen, alhier, door het verbindend worden der uitdeelingslijst. De handelsreiziger, de 48-jarige heer C H. B., wonende te Amsterdam, liep Don derdagmiddag op den Ringdijk nabij Slo'en. Hij gevoelde zich plotseling onwel, klopte aan de woning van den heer v. G. en ko" nog worden binnengelaten. Spoedig daarop zakte hij ineen. Direct werd ^geneeskundige hulp ingeroepen, doch deze mocht helaas niet meer baten; de ontboden geneesheer kon slech's den dood constateeren. Het stoffelijk overschot werd nog denzelfden middag naar Amsterdam overgebracht. Hij laat geen kinderen achter en ongeveer een half jaar geledén overleed zijn vrouw. Weer een geval met doodelijken allcop. Naar wij vernemen, heeft zich in Haar lemmermeer weder een geval van griep [influenza) met doodelijken afloop voorge daan. In deze gemeente zija nu reeds zes personen aan deze ziekte overleden. BOTSING. Donderdagavond wilde een 17-jarige wie1- rijder, die zonder licht reed, op den Ring dijk nabij Leimuiden uitwijken voor een passeerenden wagen. Hij kwam daarbij ech ter ruim'e te kort, raakte de macht over het stuur kwijt en botste met zoovee! kracht tegen een der langs den weg s aande boomen, dat hij voorover sloeg, ernstig aan het hoofd werd verwond en zich onder ge neeskundige behandeling moest stellen. De heer Vink, gemeenteraadslid van Haarlemmerliede, is in de Mariastichting Ier Verplegihg opgenomen. Hij lijdt aan bloed vergiftiging. Zijn toestand is bevredigend. Tengevolge van de griep bij het perso neel en de leerlingen is de Wilhelminaschool te Noordwijk-Binnen tijdlijk gesloten. Door het uitsnijden van een ruitje van de tuindeur heeft men zich toegang weten te verschaffen tot de woning van den heer D„ aan cie Amsterdamschevaart te Halfweg. De ongenoode gasten hebben beneden in de beide kamers alles onderste boven gehaald, doch ni„ts van waarde werd vermist. De bewoners, die boven sliepen, hebben van dat ongewenschte bezoek niets bemerkt. Eerst toen ze 's morgens beneden kwamen, zagen ze ttet alles overhoop was gehaald. De politie stelt een onderzoek in. Van of voor. In Lisse ventte de 56-jarige J. L., met borstels, waarvan de prijs ver boven de waarde was. Als men hier aanmerking op maakte, zeide hij dat de borstels voor de blinden verkocht werden. De opbrengst zou dus aan de blinden ten goede komen. L. behield echter de opbrengst voor zich. Op de borstels maakte hij een stempel S. W. B. (Samenwerkende Blinden). „Je vertelde dus den menschen, dat het geld voor de blinden was, en je hield het zelf" zei de politierechter. Maar dat ontkende verdachte. Hij had alleen gezegd, dat de borstels van de blin- den waren, niet voor de blinden. „Als ik dat niet doe, Edelgestrenge, verkoop ik nog geen borstel in een heele wek". Maar de menschen kregen toch den in druk, dat de blinden ermede gebaat waren? „Dat weet ik niet, Edelgestrenge. Maar ik heb het niet gezegd. Dat mag ik niet en dat doe ik niet," trein op het traject Rotterdam—Amsterdam gereden. Hij vertrok om 9.57 uit Rotterdam en arriveerde te Amsterdam om 11.09. Op y verschillende punten maakte de trein een 1 snelheid van meer dan 100 K.M. In de wagens hadden verschillende spoor wegautoriteiten plaats genomx, meldt de „Tel." De directie, verschillende hoofdinge nieurs chefs van dienst en ingenieurs maakten den rit mede. Volgens mededeelin- gen van de directie was dit feitelijk geen officieele proefrit, doch een willekeurige die ten doel had verschillende gegevens op te doen. De trein, bestond, gelijk gemeld, uit. locomotief en zevenwagens, waaronder vij, ijtuigen, die in electrische treinformatie zul len medeloopen, één rijtuig van klein model met middenloop en een D-rijtuig. Om 12.35 vertrok de trein naar Rotterdam, waar de aankomst op 1.47 was bepaald. Over het algemeen had de groote snelheid naar verluidt geen ongunstigen invloed op den gang van den trein. Een filmoperateur, gedachtig aan het mot to: je kan nooit weten.... had zich met het oog op eventualiteiten nabij De Vink opge steld en maakte daar een opname van den bijzonderen express, die daar ter plaatse met zeer groote snelheid voorbijsnorde. Men schrijft uit Heemskerk aan „De Msb." Meer en meer blijkt, dat de tóestand in de tuinderij, de hoofdbron van bestaan voor Ken nemerland, gedurende het jaar 1926 verre van rooskleurig is geweest. Uit reeds eerder ge publiceerde fc-erichten is dit wel duidelijk naar voren gekomen. Het hoofdproduct, de aardbeien, dat aanvankelijk zoo veel goeds beloofde, mislukte door te lang aangehouden koude in het voorjaar van 1926. De oogst be droeg nog niet de helft van 1925. Ook de prij ken waren niet bevredigend, zij bleven het ge heele seizoen laag. De gaoententeelt was beter, de oogst was groot en de kwaliteit over het algemeen zeer goed. Doch ook hier zat de klad in den handel, Duitschland nam niet af, waardoor de prijzen niet loonend waren. Het is dan ook voor de tuinders een tijd vol zorgen. Zeer velen heb ben nauwelijks te eten, nog minder geld om aan mest te komen. Het gemeentebestuur, overtuigd, dat hier de helpende hand moet worden gereikt, heeft dan ook nogmaals een poging gewaagd bij Ged. Staten om steun- verleening, al behoeft men zich niet te ont veinzen, dat meerdere tuinders ook met die hulp niet meer te redden zijn. Gelukkig zijn in deze voor de tuinderij zoo donkere tijden nog wel enkele lichtpunten aan te wijzen. Zoo zijn alle aardbeien, welke in verduurzaamden toestand te Beverwijk waren opgeslagen, verkocht, dus daarvan is dit jaar geen concurrentie te vreezen. Vanuit Duitsch land schijnt men aan de veilingen te kennen te hebben gegeven, dat de teelt van spekboon- nen ten behoeve van de Duitsche conserven- fabrieken moet worden uitgebreid. Een en aider geeft wel aanleiding tot hoopvolle ver wachtingen. De glascultuur breidt zich in deze omge ving gelukkig steeds meer uit, vooral wat be treft platglas, doch meer en meer ziet men ook de warenhuizen verrijzen. De teelt onder glas was in 1926 goed, de gekweekte producten vielen zeer te loven, terwijl de prijzen loonend waren. Tomaten zullen dit jaar stellig veel meer worden aangevoerd. Gepoogd wordt te Beverwijk een centrale tomatenveiling te stichten. Van de resultaten van het boerenbedrijf is niet veel goeds te zeggen. De verwachting voor de toekomst is dan ook wel, dat de weilanden in de omgeving van Heemskerk langzamerhand aan de glascul tuur gullen worden dienstbaar gemaakt. Het Hoofdbestuur van de Algemeene zal dus aan de ledenvergadering voorstellen de fabrieks- en kantoorgebouwen van Fi- gee aan de LeiJschévaart aan te koopen om daar den zetel van Bollencultuur te vestigen. Waren de Haarlemmer, de lange lij densgeschiedenis niet moe en niet blij dat deze kwestie eindelijk een oplossing krijgt, allicht zou een Nurks de vraag stellen of de Haarlemmers voor de 100.000 sub sidie, die de gemeente geelt, niet een of ander monumentaal geveltje of gebouw mochten verwachten, dat tevens een ver fraaiing voor Haarlem zou zijn. Deze Nurks zou daarvoor allicht het terrein aanwijzen aan _jien Kirderl.uissingel, dat misschien nu nog jaren op zijn monumentaal gebouw zal moeten wachten, dat er, volgens het uitbreidingsplan, komen moet Deze of een andere Nurks zou allicht de vraag stellen of de hallen van de fahriek va,n Figée wel zóó zijn om te bouwen dat Haarlem er te vens een mooie concert- of vergaderzaal door krijgt met mooie acoustiek. En de Nurks, die zou vragen of de Algemeene Vereeniging wel met haar exploitatie-reke ning zal uitkomen als zij voor aankoop en verhouw meer dan 3 ton gouds besteedt, zou terecht het antwoord krijgen, dat dit zaken zijn, die niemand anders dan de vereeniging aangaan Neen, wij zullen dus niet sputteren tegen de nieuwe plannen van Bollencultuur, wamt het voorstel aannemen, vlug en zonder veel discussie, is het beste wat men nu doen kan, En dat het voorstel er door komt, daar is veel kans op. Want vergissen wij ons niet, dan is de animo voor het plan- Hillegom er wel een beetje af en is de .meerderheid voor de vestiging van den ze etel in Haarlem in de ledenvergadering grooter geworden. Voor het slagen van de bollenbeurs gelooven wij ook dat Haarlem de beste oplossing is. f En zoo is het einde van deze geschiede nis langzamerhand in zicht, ook al omdat de zaak zoetjes aan is doodgepraat. dagen van genoemd belastingjaar in de ge meente X. de beschikking te hebben ge had over een vaste inrichting tot persoon lijke uitoefening van hun bedrijf dat zij ook niet op meer dan 99 dagen van het belastingjaar in die gemeente aanwezig zijn geweest tot uitoefening van hun bedrijf in een vaste inrichting dat derhalve de opgelegde aanslagen strij den met art. 244a eerste lid onder 3 der Gemeentewet Gezien de genoemde wet, Hebben goedgevonden en verstaan de aanslagen van A...., B...., en C...., als forens in de plaatselijke Inkomsten belasting der eemeente X...., over het belastingjaar 1924/1925 te vernietigen. Men meldt ons uit Zand,voort het volgende: We vernamen bij geruchte, dat wethouder Siegers binn enzeer korten tijd naar Indië zou vertrekken, waar hem op een architec- tenbureau een leidende positie zou zijn aan geboden. We vermochten geen officieele bevesti ging van deze mededeeling verkrijgen, maar ook geen officieele tegenspraak. We ver moeden dus, dat dit bericht wel waar is, maar dat de daarvoor benoodigde onder handelingen nog niet beëindigd zijn. Als het gerucht bewaarheid wordt, zal de heer Siegers waarschijnlijk nog voor het einde van cleze zittingsperiode naar Indië vertrekken. De heer J. v. d. Schinkel zal dan zijn plaats als raadslid innemen. Bij nadere informatie deelde wethouder Siegers ons mede, dat de loopendie ge ruchten inderdaad waarheid bevatten. Van uit Indië heeft hem een aanbieding bereikt, waaraan hij wel geneigd is gehoor te geven Intusschen is zijn vertrek nog geenszins definitief; de heer Siegers verwacht nog nadere voorstellen uit Indië. Het spellingvraagstuk. Spoedig een be slissing te wachten? Rijksschool voor leerlooiers en schoen makers. Een commissie Tan Advies inge steld. Een mis'ukte proef der gemeente Utrecht tot uitzending van emigranten naar Canada. De oude Maasbrug te Mcastrich'. Maat regelen om behond mogelijk te maken. Een politieke rede van Mr. Th. Heems kerk. Een pleidooi voor de coalitie. De fiets in ens lend. Op elke drie inwo ners één rijwieL De conferentie der Britsche vakvereeni- ging keurt de bonding van den algemeenen raad inzake de algemeene staking goed. Interpellaties in de Fransche Kamer over duurte en werkloosheid. In Peking worden voorzorgsmaatregelen genomen in verband met eventueele on geregeldheden. Zie verder Laatste Nieuws. |t!iiiMvr,r7 Barometerstand 9 uur v m.: 751. Vooruit OPTICIENS Koningstraat 10 Licht op. De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 4.57 en overmorgen, om 4.58. Groote Houtstraat 187, Tel 12504 Zorgvuldige bediening in elk opzicht. Verzegelde zakken. Ook A'dam, Hilversum, Bussum, Leiden. GENèVE, 22 Jan. Omtrent de influenza- epidemie in Europa, publiceerde de Volken bond het volgende communiqué: in Enge land heersch de influenza in de meeste groote steden, vooral te Londen; complica ties blijven voorloopig beperkt tot kindercr en oude menschen; in Denemarken breidt de epidemie zich uit; in Griekenland heeft c!e induenza over 't algemeen een zachtaar dig karakter; in Italië komen thans spora dische gevallen van influenza voor, die ech ter geen ernstig karakter dragen. In Parijs, Rijssel en Bazel neemt de epedemie af„ In de Ver. Staten komt geen influenza-epede- mie voor. Men seint ons: Prof. Buitendijk van de Universiteit te Groningen bereidt met tal van geleerden over de heele wereld, een groot internatio naal physcologisch onderzoek voor, bij gele- legenheid der Olympiade in 1928. Door het Nationaal Olympisch comité is alle mede werking dienaangaande toegezegd. HOEK v. HOLLAND, 22 Jan. Het Ned. s.s. Kelbergen, dat gisterenavond met met het Griekschc s.s. Dimitrois-Ralias nabij Maassluis in aanvaring is geweest en dat met 30 voet water in 't achterruim aan den grond werd gezet, is vannacht met assisten tie van de sleepbooten Roosenburg en eijenoord, vlot gebracht en vervolgens naar de scheepsbouwmaatschappij Nieuwe Wa terweg gesleept. AUTOBUS-ONGELUK. PARIJS, 21 Jan, Op den straatweg icw- schen Saint-Cartier en Maudëlieu in de Ri viera is een autobus tegen een boom ge reden en omgeslagen. Van de inzittenden werden 2 gedood 3 ernstig gewond. Sedert drie dagen woedt hier een orkaan, die talrijke boomen heeft ontworteld, tele foon- en telegraaflijnen beschadigd. Gisteren werd de brandweer binnen 24 uur 25 maal gealarmeerd Het scheepvaartverkeer op dc Dcnau moest tengevolge van de hooge gol ven worden stopgezet. Het „Wkbld. voor BL C." maakt melding van de volgende beslissing inzake een foren sen-aanslag. De leden eener firma uit de bloembollen streek werden eenigen tijd geleden aange slagen in de forenbelasting der gemeente X. Zij dienden hiertegen hun bezwaren in bij de Kroon, en ontvingen daarop bij Kon. Besluit van 2 December 1926, No. 69, een beschikking, gehoord den Raad van State en op voordracht van den Minister van Fi nanciën, waarbij aanslagen in de plaatselijke forensenbelasting der gemeente X, over het belastingjaar 1924/1925 werden vernietigd. De overweging die tot de vernietiging leidde acht ik belangrijk genoeg om woordelijk te vermelden. Zij luidde aldus „Overwegende dat, daargelaten of ieder der aangeslagenen op meer dan 90 dagen van het belastingjaar 1924/1925 in de gemeente X. de beschikking heeft gehad over een in die gemeente gelegen bollenschuur, niet aanneme lijk is gemaakt, dat deze inrichting voor hen bestemd was, om persoonlijk hunne werk zaamheden uit te oefenen dat derhalve A.B.én C. HBBHrB

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 1