Dit murnner bestaat alt 22 bladzijden, waaronder bet
geïllustreerd in Zondagsblad acht bladzpen.
Leekepreeken,
Verkeersongevallen.
Voernaamste Nieuws
MSTEMI MTU! Mij HU 1HB
Voert Uw effectenorders uit aan binnen-
en buitenlandsche beurzen.
PIJLTJES
postrekening Ne. 5970. Zaterdag 22 Januari 1927** DAGBLAD VOOR NOORD- EN ZUÏD-HOLLAND 50ste Jaargang No. 16462 Bij contract belangrijke korting.
Aangifte moet, oj» straffe van verlies van alle rechten, gescihtleden uiterlijk driemaal vier en twintig uren na hei ongeval
Proeftrein
RotterdamAmsterdam
PLAATSELIJK NIEUWS.
Faülissmenten.
Tragisch.
De griep in Haarlemmermeer.
Bloedvergiftiging.
De Griep.
Inbraak.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
De tuinbouw in Kennemerland.
De zetel van Bollencultuur.
Enz."
ZANDVOORT.
Vertrek van
wethouder Siegers?
in dit nummer.
J. J. WEBER ZOON
FABRIKANTEN
Haarlem.
LAATSTE NIEUWS.
De Europeesche Influenza-
epidemie.
Internationaal Physiologisch
onderzoek.
Het st. Kelbergen vlot gebracht
Een orkaan te Belgrado.
Forensenbelasting.
ruet geacht kunnen worden op meer dan 90
Een goede verkeersverbetering te Beverw .ek. - De gemeenteraad van
Beverwijk besloot tot aankoop van een tweetal huisjes ten behoeve van
SS ycrkeeisverbetering op het kruispunt floilanderwes-Kerkstraat aldaar.
dl Hl EU WE WWtLEMSCHE CDIiRflHT lij
Telefoon No. 13866 i3 lijnen) J P
Alle abonné's op dit blad zijn, ingevolge de verzekeringsvoorwaarden f Qflflfï Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7rifl bij een ongeval met f OSfl bij verlies van een hand, lOlT bij verlies van een f Cft £0 'n brfuk.^n. f 40
t£gea ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen «JutJU." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen; doodelijken afloopeen voet of een oog; lao, duim oi wijsvingeruU. been of arm, ana _e g
172,
JEUGDPESSIMISME,
Ruim een week geleden gij zult het
in de courant gelezen hebben speelde
zich in Berlijn een droevig drama af. Drie
jonge meisjes benamen zich zelf het leven.
Nu is dit feit op zich zelf in onzen tijd
helaas niets bijzonders meer. Dagelijks le
zen wij dergelijke en erger berichten. Door
zoo'n drievoudigen zelfmoord worden wij
niet eens meer geschokt. Wij zuchten even:
't is toch erg, en lezen verder van andere
moorden en ongelukken met tientallen
dooden onder de meest huiveringwekkende
omstandigheden.
Toch geeft de boven bedoelde zelfmoord
te Berlijn, juist om de schijnbare afwezig
heid van tragische bijzonderheden, aanlei
ding om er een oogenblik langer hij stil
te staan.
Twee zusjes van zeventien en negentien
jaar en een 21-jarige vriendin laten zich op
een goeden avond in het water glijden,
zonder dat eenige directe aanleiding voor
dat vreeselijke besluit valt te geven. Dat
is een raadsel, hetwelk om oplossing vraagt.
De meisjes waren met drieën werkzaam op
een uitgeverszaak van postkaarten. Zij ston
den als vroolijk en levenslustig bekend,
maar ook als ijverig en plichtsgetrouw.
Toen des avonds te zes uur de bureaux ge
sloten werden, gingen zij gearmd en lachend
heen, schijnbaar schertsend: nu gaan we er
met drieën een eind aan maken! En de
collega's lachten om die kille scherts. On
verklaarbaar was zij niet; in Berlijn is de
zelfmoord aan de orde van den dag; er
bestaat al reeds een vereeniging om men-
schen, die met zelfmoordplannen rondloo-
pen, van hun voornemen af te helpen. Dus
was de ruwe grap niet verwonderlijk, maar
tevens doorzichtig genoeg: wie zou er den
ken, dat deze drie levenslustigen in de ja
ren, waarin het leven het sterkst spreekt,
vrijwillig den killen dood in de armen zou
den loopen? En toch dreven hun lijken den
volgenden dag in het Müggelmeer, de uit»
spanningsplaats voor de Berlijners in den
zomer, een kalm en vreedzaam water met
een vlak strand. Koelbloedig warén de drie
jonge wezens in den plas gestapt om er ziel-
loös uit te worden opgevischt.
Naar de oorzaak is gespeurd en geraden.
De vader van de twee gezusters is ambte
naar bij de crimineele politie. Niets werd
dus verzuimd om het raadsel tot klaarheid
te brengen. Maar voor de groote menigte
is het een raadsel gebleven. Ongelukkige
liefde, vrees voor ouders, slecht tehuis of
dergelijke voor de hand liggende motieven
waren niet aanwezig. Uit de schrale gege
vens valt niet anders dan een moeheid, een
zatheid van het leven af te leiden, een
gebrek aan levensdurf, 1
Dit jeugdig pessimisme stemt tot na-
derken.
Van de twee gezusters liet de jongste
een briefje achter, waarin zij schreef: „Lie
ve ouders! Omdat ik van mijn leven toch
geen vroolijk uur meer hebben kan, heb
ik besloten mij het leven te benemen. Ik
heb nog mijn salaris en 20 mark spaargeld;
dat alles kunt u nemen om er u geen zorg
over behoeven te maken, hoe ik onder
den grond kom." De oudste liet geen woord
achter. Alleen deze aanwijzing wordt voor
haar gegeven: eenige dagen voor de schrik
kelijke daad had men haar verteld, hoe haar
oudere zuster Kathe door haar man, een
luierik en vrouwenbeul, die reeds zijn zesde
vrouw had, was verlaten. Kathe was om
deze verbintenis vroeger al de deur van
Ijet ouderlijke huis gewezen. En toen het
meisje dit laatste verhaal van haar zuster
hoorde, zou zij geantwoord hebben: „dat had
Kathe ons niet moeten aandoen; zij had
liever in plaats van ons het water moeten
ingaan." En het derde meisje, waarvan
alleen verteld wordt, dat zij ontevreden was
ove* de betere opvoeding, welke haar
broers kregen, die mochten studeeren, ter
wijl zij naar kantoor moest, had aan haar
moeder een briefje nagelaten, waarin zij
meedeelde een mooier plaatsje te gaan
zoeken, omdat, wat zij zich op aarde ge
droomd had, toch niet in vervulling was ge
gaan.
Ziedaar de wereldsmart van drie jeugdige
schepselen, het pessimisrfie van 17 en 19-
farigeni Is het niet om te huiveren, te
meer, waar ons hier een beeld wordt ge
toond van onzen tijd? De leeftijd van acht
tien en twintig jaar is die van dweepen,
van hemelhoog juichen of wel ten doode be
droefd zijn. Dat weet ieder uit eigen er
varing. Weinig, soms maar een blik of een
glimla ch is noodig omeen hemel te toove-
ren in een jeugdig hart. Maar een enkel
woord of gebaar is ook voldoende om een
jonge ziel in de diepste zee van droefheid
te dompelen. Hoeveel achttien-jarigen heb
ben niet bij een tegenslag in een examen,
hij het verlies van een betrekking, bij een
onfortuinlijkheid in wat zij „hun liefde"
noemden, de slotverzen van Perk's Iris na
gezegd:
Mij is gemeenzaam, wie even eenzaam,
Het leven verlangende slijt;
En die in tranen zijn vreugd' zag tanen,
En lieflijk lacht als hij lijdt.
Zien wij terug op die jaren van ongedurig
heid en onevenwichtigheid, dan lachen wij
nu om de uitbundigheid en moedeloosheid
van onze jongelingschap of jonge meisjestijd.
Wat heeft het leven ons veel geleerd sinds
dien: hoe hebben wij leeren begrijpen de
waarde van geluk en van smart. Hoe dank
baar zijn wij voor de moeilijkheden, die wij
op het begin van onzen levensweg vonden.
Zij hebben ons gestaald en gehard voor den
werkelijken levensstrijd. Maar, wij mochten
toen al eens doodelijk bedroefd schijnen,
voor den dood zelf huiverden wij toch met
een gezonde, natuurlijke vrees. En zelf
moord was een begrip, dat even ver of
verder van ons afstond dan iedere an
dere groote misdaad.
En stel daartegenover nu de levensmoe
heid en de ijzige koelbloedigheid, welke de
jeugd van onzen tijd den dood vrijwillig als
een bevrijding doet omhelzen. Want het
geval der drie meisjes, welke de vorige
week het Müggelmeer instapten, staat niet
op zich zelf. De statistiek van jeugdige zelf
moordenaars stijgt met huiveringwekkende
getallen. Vanwaar dit pessimisme, vooral on
der de vrouwelijke jeugd? Twee directe
oorzaken, welke ook in het onderhavige ge
val voor de hand liggen, zijn daarvoor aan
te wijzen: genotzucht en willoosheid.
Genieten is een tweede natuur geworden;
genot is een levenseisch, een levensbehoefte
als brood, neen erger: men spaart zich lie
ver het allernoodigste uit den mond om te
kunnen pronken en genieten. Voor het jonge
meisje vooral is deze zucht naar vermaak
allernoodlottigst. Jong zelfstandig te kunnen
zijn en vrijelijk over geld te kunnen be
schikken, dat is het ideaal, dat zich al
vroeg vastprent in de jeugdige hersens. En
de kans om door een eerlijk huwelijk dit
ideaal te benaderen, wordt hoe langer hoe
geringer. Want ook de mannelijke jeugd is
door de genot- en gemakzucht aangegrepen
en verkiest hoe langer hoe minder vrijheid
en onafhankelijkheid prijs te geven voor de
plichten en zorgen van de echtverbintenis.
Voor het meisje is er het conflict dan al
heel spoedig. Een der Haagsche bladen
deelde een paar jaar geleden naar aanlei
ding van een moordaanslag mede, hoe een
lichtzinnig, maar nog niet verdorven meisje
met een naar onbekend iongmensch als
„motorengel" was meegereden en boe de
motorrijder aan 't einde van den tocht den
prijs der zonde vroeg als de gewoonste
zaak der wereld. Toen dan ook het meisje
hardnekkig weigerde, kreeg zij ten ant
woord: dat is mij nog noo:t/>verkomen! Zie
daar de moderne mentaliteit: voor een mo
tortochtje verkoopt men zijn ziel. Maar al
len zijn nog niet zoo ver. In menig meisje
leeft nog iets van den aangeboren vrouwe-
welijken schroom, vrouwelijken trots en ge
voel van waardigheid. En dan komt het
conflict: zij wil van de wereld genieten,
zij wil voor haar pleizier leven, maar het
j ware begrip van geluk ontbreekt. Liefst
zou zij zich eerbaar binden aan een man
in een huwelijk; maar wachten kan zij niet:
ze is al achttien, al negentien jaar. En
velen zeggen dan met de Berlijnsche, die
de vorige week afscheid van haar moeder
en van het leven nam: omdat ik niet kan
krijgen, wat ik mij hiér gedroomd heb, daar
om stap ik de wereld uit!
Natuurlijk is zulk een pessimisme alleen
te verklaren, wanneer ook de tweede oor
zaak aanwezig is; de willoosheid, de slapte,
het gebrek aan levensmoed en levensdurf.
Naar genot en genoegen is altijd gejaagd en
gesmacht, vooral door de jeugd. Maar al
leen de futloozen komen tot het uiterste
middel om, hij niet bereiking van hun doel,
de hand aan zich zelf te slaan. En die wils-
slapte moet in onzen tijd wel zeer groot
zijn, wanneer 17- en 18-iarigen al den moed
opgeven! Vroeg rijp meent men ai jong het
leven te kennen; gezien hoe de ouderen
tobben en zwoegen om het dagelijksch brood
en een karig bestaan, ontzinkt hun der moed
om dienzelfden weg te gaan, omdat zij mis
sen het blijde en zoo noodzakelijke idealis
me der jeugd, die altijd meent heter te zul
len slagen, dan zij, die vooraf gingen. Om
te slagen in het leven is hard werken,
doorzetten, ijzeren plichtsvervulling, worste
len tegen moeilijkheden noodzakelijk. Daar.
voor ontbreekt de kracht. Men wil oogsten
zonder gezaaid te hebben, rusten zonder
zich te hebben vermoeid, gen'eten van wat
anderen met moeite verzameld hebben. En
wanneer de natuurwet zich daartegen ver
zet, dan voelt men "eeds als twintigjarige
den moed zinker en legt het af.
Weinig verheffend beeld van de jeugd van
onzen tijd. Maar mogen wij die jeugd, die
slappe, futlooze, genotzieke, levensmoede
jeugd, die jeugd, zoo arm aan levensdurf, wel
alleen beschuldigen? Of staat hier niet
voornamelijk schuldig het geslacht, waaruit
dat nieuwe, beklagenswaardige, voortkomt?
Staan hier niet voernan elijk schuldig zij,
die een jeugd het moeilijke en zware le
ven hebben in laten gaan, zonder steun?
Wanneer de opvoeding een vrije is in
dien zin, dat het kind niet mag leeren zich
te beheerschen, zich zelf te verloochenen;
wanneer het betrekkelijke van het geluk in
de wereld niet tijdig wordt bijgebracht;
wanneer niet gewezen wordt op levens
plicht en roeping, op verantwoordelijkheid,
op afhankelijkheid van een Schepper, maar
ook op een Voorzienigheid, die altijd over
allen waakt en niet duldt, dat een haar
op ons hoofd zonder Hare toestemming ge
krenkt wordt, hoe kunnen wij dan verwach
ten, dat die hulpelooze, in dui»ter tastende
jonge menschen, zonder innerlijken steun,
zonder licht in zielendonkerte, zonder uit
zicht op een Hemel na een wel besteed le
ven, dat die zwakke en van nature naar
geluk smachtende schepselen den moea
zullen vinden om een leven van zorgen en
moeilijkheden blijmoedig in te gaan?
Het drama van het Müggelmeer is wel
een vreeselijke aanklacht tegen de vrije op
voeding van onzen tijd.
HOMO SAPIENS.
Een getuige werd gehoord, die borstels
had gekocht Zij vond den prijs te hoog,
doch maakte geen bezwaren, omdat zij
dacht, dat de opbrengst voor de blinden
was. De juiste woorden van verdachte kon
zij zich niet meer herinneren.
De Officier van Justitie vroeg vrijspraak,
omdat het niet vaststond dat L. „voor de
blinden" had gezegd, inplaats van „van de
blinden".
De politierechter wees vonnis in dezen
geest, doch onderhield L. er over dat hij niet
met deze handelwijze mocht doorgaan, om
dat de aldps bedrogen klanten niet meer
zouden geven, ook niet als het werkelijk
voor de blinden was.
L. luisterde deemoedig ea verliet met een
„Om u te dienen, Edelgestrengehet be
klaagdenbankje.
Snelheid tot meer dan 100 K.M. opgevoerd.
Gisteren heeft de aangekondigde proef-
AARIME
BAIMK
Op 19 Januari 1927 werd in staat van
faillissement verklaard:
J. H. H. Beekman, koopman in dames-
en heeren-kleederen te Haarlem, Koning
straat 48. Curator Mr. F. A- Davidson, al
hier.
Rechter-Commis&aris Mr. J. D. Pasteur.
Geëindigd is het faillissement van Jan
Deugeling, vroeger winkelier in hoeden te
Gouda, thans broodbezorger te Haarlem.
Curator Mr. L. Ali Cohen, alhier, door het
verbindend worden der uitdeelingslijst.
De handelsreiziger, de 48-jarige heer C
H. B., wonende te Amsterdam, liep Don
derdagmiddag op den Ringdijk nabij Slo'en.
Hij gevoelde zich plotseling onwel, klopte
aan de woning van den heer v. G. en ko"
nog worden binnengelaten. Spoedig daarop
zakte hij ineen. Direct werd ^geneeskundige
hulp ingeroepen, doch deze mocht helaas
niet meer baten; de ontboden geneesheer
kon slech's den dood constateeren. Het
stoffelijk overschot werd nog denzelfden
middag naar Amsterdam overgebracht. Hij
laat geen kinderen achter en ongeveer een
half jaar geledén overleed zijn vrouw.
Weer een geval met doodelijken allcop.
Naar wij vernemen, heeft zich in Haar
lemmermeer weder een geval van griep
[influenza) met doodelijken afloop voorge
daan. In deze gemeente zija nu reeds zes
personen aan deze ziekte overleden.
BOTSING.
Donderdagavond wilde een 17-jarige wie1-
rijder, die zonder licht reed, op den Ring
dijk nabij Leimuiden uitwijken voor een
passeerenden wagen. Hij kwam daarbij ech
ter ruim'e te kort, raakte de macht over
het stuur kwijt en botste met zoovee!
kracht tegen een der langs den weg s aande
boomen, dat hij voorover sloeg, ernstig aan
het hoofd werd verwond en zich onder ge
neeskundige behandeling moest stellen.
De heer Vink, gemeenteraadslid van
Haarlemmerliede, is in de Mariastichting Ier
Verplegihg opgenomen. Hij lijdt aan bloed
vergiftiging. Zijn toestand is bevredigend.
Tengevolge van de griep bij het perso
neel en de leerlingen is de Wilhelminaschool
te Noordwijk-Binnen tijdlijk gesloten.
Door het uitsnijden van een ruitje van de
tuindeur heeft men zich toegang weten te
verschaffen tot de woning van den heer D„
aan cie Amsterdamschevaart te Halfweg.
De ongenoode gasten hebben beneden in de
beide kamers alles onderste boven gehaald,
doch ni„ts van waarde werd vermist. De
bewoners, die boven sliepen, hebben van
dat ongewenschte bezoek niets bemerkt.
Eerst toen ze 's morgens beneden kwamen,
zagen ze ttet alles overhoop was gehaald.
De politie stelt een onderzoek in.
Van of voor.
In Lisse ventte de 56-jarige J. L., met
borstels, waarvan de prijs ver boven de
waarde was. Als men hier aanmerking op
maakte, zeide hij dat de borstels voor de
blinden verkocht werden. De opbrengst zou
dus aan de blinden ten goede komen. L.
behield echter de opbrengst voor zich. Op
de borstels maakte hij een stempel S. W. B.
(Samenwerkende Blinden).
„Je vertelde dus den menschen, dat het
geld voor de blinden was, en je hield het
zelf" zei de politierechter.
Maar dat ontkende verdachte. Hij had
alleen gezegd, dat de borstels van de blin-
den waren, niet voor de blinden. „Als ik dat
niet doe, Edelgestrenge, verkoop ik nog geen
borstel in een heele wek".
Maar de menschen kregen toch den in
druk, dat de blinden ermede gebaat
waren?
„Dat weet ik niet, Edelgestrenge. Maar
ik heb het niet gezegd. Dat mag ik niet
en dat doe ik niet,"
trein op het traject Rotterdam—Amsterdam
gereden. Hij vertrok om 9.57 uit Rotterdam
en arriveerde te Amsterdam om 11.09. Op
y verschillende punten maakte de trein een
1 snelheid van meer dan 100 K.M.
In de wagens hadden verschillende spoor
wegautoriteiten plaats genomx, meldt de
„Tel." De directie, verschillende hoofdinge
nieurs chefs van dienst en ingenieurs
maakten den rit mede. Volgens mededeelin-
gen van de directie was dit feitelijk geen
officieele proefrit, doch een willekeurige die
ten doel had verschillende gegevens op te
doen. De trein, bestond, gelijk gemeld, uit.
locomotief en zevenwagens, waaronder vij,
ijtuigen, die in electrische treinformatie zul
len medeloopen, één rijtuig van klein model
met middenloop en een D-rijtuig.
Om 12.35 vertrok de trein naar Rotterdam,
waar de aankomst op 1.47 was bepaald.
Over het algemeen had de groote snelheid
naar verluidt geen ongunstigen invloed op
den gang van den trein.
Een filmoperateur, gedachtig aan het mot
to: je kan nooit weten.... had zich met het
oog op eventualiteiten nabij De Vink opge
steld en maakte daar een opname van den
bijzonderen express, die daar ter plaatse
met zeer groote snelheid voorbijsnorde.
Men schrijft uit Heemskerk aan „De Msb."
Meer en meer blijkt, dat de tóestand in de
tuinderij, de hoofdbron van bestaan voor Ken
nemerland, gedurende het jaar 1926 verre van
rooskleurig is geweest. Uit reeds eerder ge
publiceerde fc-erichten is dit wel duidelijk
naar voren gekomen. Het hoofdproduct, de
aardbeien, dat aanvankelijk zoo veel goeds
beloofde, mislukte door te lang aangehouden
koude in het voorjaar van 1926. De oogst be
droeg nog niet de helft van 1925. Ook de prij
ken waren niet bevredigend, zij bleven het ge
heele seizoen laag.
De gaoententeelt was beter, de oogst was
groot en de kwaliteit over het algemeen zeer
goed. Doch ook hier zat de klad in den handel,
Duitschland nam niet af, waardoor de prijzen
niet loonend waren. Het is dan ook voor de
tuinders een tijd vol zorgen. Zeer velen heb
ben nauwelijks te eten, nog minder geld om
aan mest te komen. Het gemeentebestuur,
overtuigd, dat hier de helpende hand moet
worden gereikt, heeft dan ook nogmaals een
poging gewaagd bij Ged. Staten om steun-
verleening, al behoeft men zich niet te ont
veinzen, dat meerdere tuinders ook met die
hulp niet meer te redden zijn.
Gelukkig zijn in deze voor de tuinderij zoo
donkere tijden nog wel enkele lichtpunten aan
te wijzen. Zoo zijn alle aardbeien, welke in
verduurzaamden toestand te Beverwijk waren
opgeslagen, verkocht, dus daarvan is dit jaar
geen concurrentie te vreezen. Vanuit Duitsch
land schijnt men aan de veilingen te kennen
te hebben gegeven, dat de teelt van spekboon-
nen ten behoeve van de Duitsche conserven-
fabrieken moet worden uitgebreid. Een en
aider geeft wel aanleiding tot hoopvolle ver
wachtingen.
De glascultuur breidt zich in deze omge
ving gelukkig steeds meer uit, vooral wat be
treft platglas, doch meer en meer ziet men ook
de warenhuizen verrijzen. De teelt onder glas
was in 1926 goed, de gekweekte producten
vielen zeer te loven, terwijl de prijzen loonend
waren. Tomaten zullen dit jaar stellig veel
meer worden aangevoerd. Gepoogd wordt te
Beverwijk een centrale tomatenveiling te
stichten.
Van de resultaten van het boerenbedrijf is
niet veel goeds te zeggen.
De verwachting voor de toekomst is dan
ook wel, dat de weilanden in de omgeving van
Heemskerk langzamerhand aan de glascul
tuur gullen worden dienstbaar gemaakt.
Het Hoofdbestuur van de Algemeene zal
dus aan de ledenvergadering voorstellen
de fabrieks- en kantoorgebouwen van Fi-
gee aan de LeiJschévaart aan te koopen
om daar den zetel van Bollencultuur te
vestigen.
Waren de Haarlemmer, de lange lij
densgeschiedenis niet moe en niet blij dat
deze kwestie eindelijk een oplossing krijgt,
allicht zou een Nurks de vraag stellen of
de Haarlemmers voor de 100.000 sub
sidie, die de gemeente geelt, niet een of
ander monumentaal geveltje of gebouw
mochten verwachten, dat tevens een ver
fraaiing voor Haarlem zou zijn. Deze Nurks
zou daarvoor allicht het terrein aanwijzen
aan _jien Kirderl.uissingel, dat misschien
nu nog jaren op zijn monumentaal gebouw
zal moeten wachten, dat er, volgens het
uitbreidingsplan, komen moet Deze of een
andere Nurks zou allicht de vraag stellen
of de hallen van de fahriek va,n Figée wel
zóó zijn om te bouwen dat Haarlem er te
vens een mooie concert- of vergaderzaal
door krijgt met mooie acoustiek. En de
Nurks, die zou vragen of de Algemeene
Vereeniging wel met haar exploitatie-reke
ning zal uitkomen als zij voor aankoop en
verhouw meer dan 3 ton gouds besteedt,
zou terecht het antwoord krijgen, dat dit
zaken zijn, die niemand anders dan de
vereeniging aangaan
Neen, wij zullen dus niet sputteren tegen
de nieuwe plannen van Bollencultuur, wamt
het voorstel aannemen, vlug en zonder veel
discussie, is het beste wat men nu doen
kan, En dat het voorstel er door komt,
daar is veel kans op. Want vergissen wij
ons niet, dan is de animo voor het plan-
Hillegom er wel een beetje af en is de
.meerderheid voor de vestiging van den ze
etel in Haarlem in de ledenvergadering
grooter geworden. Voor het slagen van de
bollenbeurs gelooven wij ook dat Haarlem
de beste oplossing is. f
En zoo is het einde van deze geschiede
nis langzamerhand in zicht, ook al omdat
de zaak zoetjes aan is doodgepraat.
dagen van genoemd belastingjaar in de ge
meente X. de beschikking te hebben ge
had over een vaste inrichting tot persoon
lijke uitoefening van hun bedrijf
dat zij ook niet op meer dan 99 dagen van
het belastingjaar in die gemeente aanwezig
zijn geweest tot uitoefening van hun bedrijf
in een vaste inrichting
dat derhalve de opgelegde aanslagen strij
den met art. 244a eerste lid onder 3 der
Gemeentewet
Gezien de genoemde wet,
Hebben goedgevonden en verstaan
de aanslagen van A...., B...., en C....,
als forens in de plaatselijke Inkomsten
belasting der eemeente X...., over het
belastingjaar 1924/1925 te vernietigen.
Men meldt ons uit Zand,voort het volgende:
We vernamen bij geruchte, dat wethouder
Siegers binn enzeer korten tijd naar Indië
zou vertrekken, waar hem op een architec-
tenbureau een leidende positie zou zijn aan
geboden.
We vermochten geen officieele bevesti
ging van deze mededeeling verkrijgen, maar
ook geen officieele tegenspraak. We ver
moeden dus, dat dit bericht wel waar is,
maar dat de daarvoor benoodigde onder
handelingen nog niet beëindigd zijn.
Als het gerucht bewaarheid wordt, zal
de heer Siegers waarschijnlijk nog voor het
einde van cleze zittingsperiode naar Indië
vertrekken. De heer J. v. d. Schinkel zal
dan zijn plaats als raadslid innemen.
Bij nadere informatie deelde wethouder
Siegers ons mede, dat de loopendie ge
ruchten inderdaad waarheid bevatten. Van
uit Indië heeft hem een aanbieding bereikt,
waaraan hij wel geneigd is gehoor te geven
Intusschen is zijn vertrek nog geenszins
definitief; de heer Siegers verwacht nog
nadere voorstellen uit Indië.
Het spellingvraagstuk. Spoedig een be
slissing te wachten?
Rijksschool voor leerlooiers en schoen
makers. Een commissie Tan Advies inge
steld.
Een mis'ukte proef der gemeente Utrecht
tot uitzending van emigranten naar Canada.
De oude Maasbrug te Mcastrich'. Maat
regelen om behond mogelijk te maken.
Een politieke rede van Mr. Th. Heems
kerk. Een pleidooi voor de coalitie.
De fiets in ens lend. Op elke drie inwo
ners één rijwieL
De conferentie der Britsche vakvereeni-
ging keurt de bonding van den algemeenen
raad inzake de algemeene staking goed.
Interpellaties in de Fransche Kamer over
duurte en werkloosheid.
In Peking worden voorzorgsmaatregelen
genomen in verband met eventueele on
geregeldheden.
Zie verder Laatste Nieuws.
|t!iiiMvr,r7
Barometerstand 9 uur v m.: 751. Vooruit
OPTICIENS
Koningstraat 10
Licht op. De lantaarns moeten morgen
worden opgestoken om 4.57 en overmorgen,
om 4.58.
Groote Houtstraat 187, Tel 12504
Zorgvuldige bediening in elk opzicht.
Verzegelde zakken.
Ook A'dam, Hilversum, Bussum, Leiden.
GENèVE, 22 Jan. Omtrent de influenza-
epidemie in Europa, publiceerde de Volken
bond het volgende communiqué: in Enge
land heersch de influenza in de meeste
groote steden, vooral te Londen; complica
ties blijven voorloopig beperkt tot kindercr
en oude menschen; in Denemarken breidt
de epidemie zich uit; in Griekenland heeft
c!e induenza over 't algemeen een zachtaar
dig karakter; in Italië komen thans spora
dische gevallen van influenza voor, die ech
ter geen ernstig karakter dragen. In Parijs,
Rijssel en Bazel neemt de epedemie af„ In
de Ver. Staten komt geen influenza-epede-
mie voor.
Men seint ons:
Prof. Buitendijk van de Universiteit te
Groningen bereidt met tal van geleerden
over de heele wereld, een groot internatio
naal physcologisch onderzoek voor, bij gele-
legenheid der Olympiade in 1928. Door het
Nationaal Olympisch comité is alle mede
werking dienaangaande toegezegd.
HOEK v. HOLLAND, 22 Jan. Het Ned.
s.s. Kelbergen, dat gisterenavond met met
het Griekschc s.s. Dimitrois-Ralias nabij
Maassluis in aanvaring is geweest en dat
met 30 voet water in 't achterruim aan den
grond werd gezet, is vannacht met assisten
tie van de sleepbooten Roosenburg en
eijenoord, vlot gebracht en vervolgens naar
de scheepsbouwmaatschappij Nieuwe Wa
terweg gesleept.
AUTOBUS-ONGELUK.
PARIJS, 21 Jan, Op den straatweg icw-
schen Saint-Cartier en Maudëlieu in de Ri
viera is een autobus tegen een boom ge
reden en omgeslagen. Van de inzittenden
werden 2 gedood 3 ernstig gewond.
Sedert drie dagen woedt hier een orkaan,
die talrijke boomen heeft ontworteld, tele
foon- en telegraaflijnen beschadigd. Gisteren
werd de brandweer binnen 24 uur 25 maal
gealarmeerd Het scheepvaartverkeer op dc
Dcnau moest tengevolge van de hooge gol
ven worden stopgezet.
Het „Wkbld. voor BL C." maakt melding
van de volgende beslissing inzake een foren
sen-aanslag.
De leden eener firma uit de bloembollen
streek werden eenigen tijd geleden aange
slagen in de forenbelasting der gemeente X.
Zij dienden hiertegen hun bezwaren in
bij de Kroon, en ontvingen daarop bij Kon.
Besluit van 2 December 1926, No. 69, een
beschikking, gehoord den Raad van State
en op voordracht van den Minister van Fi
nanciën, waarbij aanslagen in de plaatselijke
forensenbelasting der gemeente X, over het
belastingjaar 1924/1925 werden vernietigd.
De overweging die tot de vernietiging leidde
acht ik belangrijk genoeg om woordelijk
te vermelden. Zij luidde aldus
„Overwegende dat, daargelaten of ieder
der aangeslagenen op meer dan 90 dagen van
het belastingjaar 1924/1925 in de gemeente X.
de beschikking heeft gehad over een in die
gemeente gelegen bollenschuur, niet aanneme
lijk is gemaakt, dat deze inrichting voor hen
bestemd was, om persoonlijk hunne werk
zaamheden uit te oefenen
dat derhalve A.B.én C.
HBBHrB