Radio-Omroep.
De liefde van een
kunstschilder.
De hereetiiging van de Noorsche Arbeiderspartij en de Noorsche l
soclaai-tfeinocratische partij. Mussolini over de noodwendige expansie f
van het Itaiiaansche Rijk. Zeerooverij in de Chineesche wateren.
Het Duitsche Kabinet eindelijk gereedgekomen. Pruisen betaalt
den tweeden termijn aan dé Hohenzollerns. Een verklaring van Mexi-
caansche bisschoppen te Rome. Een nota van Wellington Koo aan
Engeland.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
SOCIAAL LEVEN.
De toestand in de
Sigarenindustrie.
R.K. Handelsreizigers.
De dreigende staking van de
Haagsche chauffeurs.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De tegenwoordige politieke
toestand.
Nu Prinses Juliana 18 jaar
wordt.
Onderzeebooten voor Turkije.
Fraude bij een loterij
POSTZEGELNIEUWS.
Kostbare Postzegels.
Nieuwe uitgiften.
De nieuwe Fransche zegels.
De Cyneraica-sene.
Nieuwe zegels Tanganyikav
gebied.
Jubileumzegels van Barbados.
LEGER EN VLOOT.
Onderscheiding.
FEUILLETON.
Duitschlands ontwapening.
Het intergeaiheerde militaire comité heeft
generaal von Pawels gehoord over de ver
sterkingen in Oost-Pruisen. De bespre
king maakte eenige vordering, daar de
Duitsche regeering thans de mogelijkheid
zou aanvaarden om eenige versterkingen van
Koningsbergen af te breken. De concessies
werden echter onvoldoende geacht.
Naar aanleiding var de besprekingen van
het intergeailieerde militaire comité zegt de
,,Echo de Paris" nadert dat Duitschland er
in heeft toegestemd een twintigtal onder
komens van siment rondom Lötzen te zullen
vernietigen, doch niet het paraiellogram
van beton-onderkomens, dat op 10 tot 15
km bezuiden Koningsbergen is gelegen.
In de zitting van Vrijdag heeft de Ita
iiaansche militaire attaché het standpunt
van von Pawels scherp gecritiseerd.
De Noorsche arbeiders
en de Soc. Dem. partij.
Op een congres, waar beide partijen ver
tegenwoordigd waren, is Zondag met alge
meens stemmen besloten tot hereemging
der Noorsche arbeiderspartij met de Noor
sche soc. dem. partij. Dit wordt als een der
belangrijkste gebeurtenissen in de Noorsche
politiek der laatste jaren genoemd.
Militaire maatregelen.
Een telegram uit Riga meldt, dat de volks
commissaris van oorlog Worcsjilow op een
conferentie van militaire organisaties te
Moskou zou hebben, verklaard, dat oorlog
voor Rusland onvermijdelijk was daar de
Britsche imperialisten door middel van Po
len en Baitische Staten, een aanval voor
bereiden.
Daarom is het noodzakelijk, dat krachtige
militaire maatregelen worden genomen cm
geheel Rusland te militariseeren.
Een bericht uit Moskou meldt daaren
tegen, dat volgens het Tass. Ag. de berichten
over concentraties van Russische troepen
aan de westgrenzen van Rusland, niet juist
zijn.
Mussolini over expansie.
In een interview met de „Neue Fre.e
Presse" heeft Mussolini verklaard, dat on
danks alle wetenschappelijke krachtsinspan
ning, Italië zijn volk niet voeden kan. Wij
moeten ons uitbreiden, aldus Mussolini, of
anders spatten wij uiteen.
Mussolini achtte zich niet gerechtvaardigd
om te luisteren naar de humanitaire en paci
fistische idealisten. Italië zal zich uitbreiden
dcor de langzame en logische kracht der
historie. Wij moeten onze natuurlijke nei
gingen tot expansie, welke daar ben ik
van overtuigd vredelievend zal zijn, be
gunstigen.
Met betrekking tot de aansluiting van
Oostenrijk bij Duitschland verklaarde Mus
solini dat deze wellicht eens komen zal. De
groei dezer rijken is een kwestie van tijd,
Vele lieden meenen dat binnen een eeuw
de kleine staten verdwenen zullen zijn.
Op de vraag of de geallieerden de aanslui
ting zullen toestaan, antwoordde Mussolim
dat de politiek der geallieerden sedert de
ondertee kening van het verdrag van Versail
les onstandvastig, inconsequent en tegenstrij
dig is en dit in de toekomst waarschijnlijk-
nog meer zal zijn.
De Nationale Vergadering.
Draadloos wordt gemeld, dat Primo de
Riveira heeft medegedeeld, dat de Nationale
Vergadering den 15en Februari ^al worden
geopend, waarmede het nieuwe rlgime wordt
ingeluid.
Coolidge over de bewape
ning en den financieeelen
toestand.
Het woord voerend in de halfjaarüjksche
bijeenkomst der regeering, verklaarde Coo
lidge, dat bij voldoende dacht aan de mili
taire „preparedness," maar d2t de Amerika
nen pleitbezorgers van den vrede waren.
Niet alleen dienen zij zich te onthouden van
militaristische daden of gebaren die zouden
kunnen worden uitgelegd als een uitnoodi-
ging tot wedijver in bewapening, maar zij
moeten alles in het werk stellen oin dien wed
ijver voer goed uit te schakelen.
De V.S., aldus Coolidge verder, verkeeren
waarschijnlijk van al'e groofe mogendheden
in d*n gunstigsten financieelen toestand. De
regeering had de openbare schuld tot onder
de 19 milliard dollars verminderd waardoor
zij het plan voor de schuldaflossing twee mil
liard vóór is.
De burgeroorlog in China.
Chineesche zeeroovers, die op 27 Januari
«ls passagiers reisden aan boord van het s.s.
Seangbee, hebben onverwachts een aanval
gedaan op de bemanning, brachten haar
onder bedreiging met revolvers naar de sa»
lons, onderzochten stelselmatig de hutten
van officieren en passagiers en namen wa
pens en munitie in bezit. Vervolgens dwon
gen zij een der officieren het schip naar de
baas van Bras, het bekende zeerooversnest,
te brengen, waar zij gisteren zijn aangeko
men. Zij namen drie Chineesche eerste klas
passagiers als gijzelaars mee en ontkwamen
met een bui? ais geld en juweelen ter waarde
van 40000 dollars.
BRUTALE DIEFSTAL.
Wij deelden reeds mede dat te Berlijn een
inbrel e si ende aan het werk is, die het mid
del toepast om zich herhaaldelijk per tele
foon te overtuigen op welke uren het door
haar uitgekozen huis door de bewoners
tijdelijk is verlaten, om dan daarna haar slag
te slaan.
Juist den avond tevoren hadden de heeren
waarschijnlijk nog een staaltje van hun kunst
en brutaliteit gegeven.
Vrijdagavoc.i, zoo lezen we in de „Voss.
Z.", is iti de woning van den
„Oberre£ mgsrat" bij het rijksweer-
departe vi Benster.
De 1 «e Benster was de laatste dagen her
haalde'fj". opgebeld, en dan heette het tel
kens, cat men verkeerd was aangesloten of
zoo iets. D:t was he ui verdacht voorgekomen,
en daarom besloot hij Vrijdagavond met zijn
dertienjarig zoontje in een warenhuis een
dubbel veiligheidsslot voor zijn voordeur j
te gaan koopen. De overige huisgenooten
waren ook uit, zoodat de woning verlaten was.
Bij thuiskomst tegen half acht, vond de
heer Benster het slot van de voordeur met
stukjes lood gedeeltelijk verstopt, maar het
gelukte hem toch de deur te openen. De
deur van zijn woning zelf echter kon hij, niet
openen daarvan bleek het slot geheel ver
stopt te zijn. Terwijl hijzelf zich verdekt
opstelde en bleef uitkijken, waarschuwde
zijn zoontje ijlings de politie. Toen deze
op het tooneel verscheen, werden alle uit
gangen afgezet, daar men verwachtte dat de
inbreker nog binnen zou zijn. Terwijl de
heer Benster opzettelijk luid praatte, belde
hij en een oogenblik later hoorde hij de
stem van zijn zoontje „houdt hem, houdt
hem I" roepen, waaruit bleek, dat de krijgs
list gelukt was de dief had getracht langs
de achtertrap te ontkomen, maar werd toen
dadelijk ontdekt. Hij zag er keurig gekleed
uit en droeg een nieuw valies van den heer
Benster, naar later bleek volgeladen met
tafelzilver enz., in de hand. Toen de jeug
dige zoon des huizes naar hem toevloog,
wierp de inbreker hem handig het koffertje
voor de voeten, zoodat de knaap viel, en hij
zeif de gelegenheid kreeg te ontkomen.
Daarop volgde een wilde jacht door de
straten plotseling was de man verdwenen
en klonken er een paar schoten, gelost op de
voortijlende agenten de vluchteling had
zich in een portiek verborgen en had van
daar op zijn vervolgers geschoten, zonder
succes echter. Hij snelde een huis In, met de
agenten achter zich aan, door de tuin er weer
uit, klom vervolgens over een hek, om' ten
slotte toch in de handen der politie te vallen.
In de woning van den heer Benster bleek
alles overhoop te zijn gehaaldkasten,
laden en bureaux waren opengebroken. In
het geheel was naar schatting voor een 5000
M. aan sieraden en 100 M. aan contanten
gestolen. De inbreker bleek een jas aan te
hebben, die den heer Benster zes weken
geleden was ontstolen 1 De meest moderne
inbrekerswerktuigen werden in zijn bezit
gevonden.
's Nachts bood hij zijn bewaker 3000 M.
aan als hij hem wilde laten ontsnappen. Toen
dit mislukte, deed hij nog een vergeefsche
poging om uit te breken.
Het gevaarlijk heerschap weigert de politie
zijn naam te zeggen of eenige inlichting te
geven. Men vermoedt, dat hij medewerkers
heeft.
ANALPHABETEN IN HET LEGER.
Uit een onderzoek over de jaren 1920 tot
1925 is gebleken, dat er in het Belgische leger
op een totaal van 356.251 soldaten, 21.368
waren, die noch lezen noch schrijven konden;
14.892, die alleen konden lezen; 49.860, die
konden lezen en schrijven; 215.052, die
konden lezen, schrijven en rekenen; 55.139,
die beter ontwikkeld waren.
Het aantal, dat noch lezen of schrijven
kon, bedroeg dus 6%!
DE NALATENSCHAP VAN KEIZERIN
CHARLOTTE.
Fantastische geruchten doen de ronde
over het bedrag der nalatenschap van ex-
keizerin Charlotte.
Juist schijnt te zijn, dat de erfenis rond
honderd millioen goud franken bedraagt.
Aan de staat gaat daarna 50%. De rest krij
gen de zes erfgenamen, na af ;rek der legaten;
elke erfgenaam krijgt ongeveer zes millioen
goud frs.
SPOORWAGENS AAN DEN ROL.
Bij Halifax zijn Vrijdag 200 ledige spoor
wagons aan het rollen gegaan. Een machinist,
die een ledigen goederentrein moest weg
brengen, bemerkte, dat de locomotief ten-
i gevolge van de gladheid der rails alle wagons
niet kon voorttrekken. Hij koppelde daarom 1
de helft af en rangeerde de andere op een
dood spoor. Na eenigen tijd begonnen deze
achteruit te rijden; een aantal ledige perso-
nenwagons, welke zij op hun weg ontmoetten,
werden genoodzaakt aan het spelletje mee
te doen. De meeste wagons slaagden er
in een afstand van drie km af te leggen
slechts enkele waren onderweg uitgevallen
en gederailleerd. De wagons, die den wed
strijd wonnen, brachten het er evenwel ook
niet alle levend af: ettelijke werden totaal
vernield. Persoonlijke ongelukken kwamen
gelukkig niet voor. Eenige spoorwegarbei
ders, die aan de rails werkten, konden nog
juist op het laatste oogenblik wegspringen
om de wielrenners te laten passeeren.
ELF INBRAKEN IN EEN NACHT.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag zijn
in Parijs en de banlieu niet minder dan elf
inbraken gepleegd.
Bij een kruidenier in de Rue Navier werd
een brandkast opengebroken, waarin zich
echter niet veel geld bevond. Een geldlade
werd voorts geopend en van een honderdtal
francs ontdaan.
Vervolgens werd ontdekt dat er in drie
magazijnen was ingebroken, waarbij voor
een waarde van 50.000 francs aan bontwerk
en elders voor een groote waarde aan meu
belen werd ontvreemd. Weer elders waren
wijnliefhebbers aan den arbeid en haalden
een wijnkelder in de Rue Dulac vrijwel leeg.
In verschillende particuliere woningen
drongen eveneens inbrekers binnen, o.a.
in het huis van prins Cantacuzène, den zoon
van den Roemcenschen gezant, die op zijn
huwelijksreis is. Daar de dieven weinig
naar hun gading vonden, sloegen zij de meu1-
beien kort en klein.
EEN MAHARADJA OPGELICHT.
De maharadja van Biiaratpur in Britsch-
Indië is opgelicht voor 70.000 aan juwee'
len. Hij begaf zich met deze edelsteenen,
welke hij wilde beleenen, naar een Engelsch-
Indiër, een halfbloed, die hem twee chèques
ter hand stelde, welke de maharadja, naar
hij zeide, in Calcutta zou kunnen verzil
veren. Zij bleken echter waardeloos, waarop
de maharadja aan zijn agenten seinde, het
kistje met juweelen terug te vragen. De
Engelsch-ïndiër voldeed aan dit verzoek
tegen afgifte eener quitantie. De zegels ble
ken geschonden en toen de politie het kistje
opende, constateerde zij, dat het leeg was.
Enkele juweelen werden ten huize van den
dief teruggevonden, maar de meeste worden
nog vermist. Er zijn twee personen gearre
steerd, en een belooning van 6000 is uit
geloofd voor het verschaffen van inlichtingen,
welke de opsporing der juweelen ten gevolge
hebben.
Het weekblad „De R—K. Werkgever
schrijft, dat er in den iaatsten tijd van de
zijde der werkliedenorganisaties herhaalde
lijk stappen zijn gedaan bij onze regeering
om te beletten, dat de Belgische sigaren
makers in het Zuiden des lands werk komen
verrichten, terwijl er nog steeds een aantal
arbeiders in ons eigen land werkloos Is.
Het blad weet niet, of een dergelijke maat
regel mogelijk zou zijn zonder dat men te
vens den pas afsneed voor het plaatsen van
Ned. werkkrachten, bijv. mijnarbeiders, in
België.
„In en rondom Eindhoven heeft onder de
sigarenmakers in de laatste jaren geen werk
loosheid van eenige beteekenis geheerscot.
Wanneer men dus spreekt van werkloozen
in Nederland dan zijn dat werkloozen in
andere streken van ons land. En au is het
een groote moeilijkheid om die arbeiders in
Eindhoven aan werk te helpen, al was het
alleen reeds omdat daar een nijpend gebrek
aan woningen bestaat....
Het kan zeker niemand verwonderen, dat
aan bekwame werkkrachten, die juist de Bel
gische fabrieken verlaten hebben en die
zich spontaan komen aanbieden, door vele
fabrikanten de voorkeur wordt gegeven bo
ven diegenen die door de arbeidsbeurzen
schriftelijk worden aanbevolen, waarvan het
gros bestaat uit de laatst overgeblevenen
van een groote groep, die al jaren lang werk
loos is, waarschijnlijk niet de beste vaklie
den, en zeker van het werken eenigszins
vervreemd.
De opleving van de sigarenindustrie in het
Zuiden viel al zeer toevallig samen met het
ontstaan van een geweldige malaise in Bel
gië, zoodat al degenen die hier werk vinden
kersversch uit de fabrieken komen en dus
hun plaats ten volle waard zijn. Het woning
vraagstuk levert daarenboven geen moeilijk
heid op, daar tientallen autobussen, hon
derden fietsen en de stoomtram het vreed-
rame leger des morgens en des avonds over
dc grenzen voeren."
Het blad wfl overigens niet verhelen, dat
er een gevaar schuilt in dit vlotte verkrij
gen van arbeiders, n.l. dat deze bij een op
leving weer terug zullen stroomen en de
werkgevers in Nederland het zullen moeten
betreuren, dat zij te lichtvaardig het oog
hebben afgewend van hun werldooze land-
genooten of niet tijdig genoeg nieuwe krach
ten behben gekweekt. Vooralsnog zijn de
loonen in ons land veel hooger dan die in
België.
De afdeeling St, Maarten te Utrecht, van
de Ned. R.-K. Vereeniging van Handelsrei
zigers „St. Christoffel" heeft den heer W.
Huizing tot voorzitter gekozen in plaats van
den heer A. M. E. Francken, die als voor
zitter had bedankt. Dezen werden later in
den avond huldigende woorden toegespro
ken, terwijl werd meegedeeld, dat hem de
olgende vergadering een attentie zal wor
den bewezen.
Tot bestuursleden werden ge- en herko
zen de heeren W. J. v. d. Veer ea Nieuwen-
huis.
Patroons aiwijzend tegenover
loonsverhooging.
In verband roet den eisch der Haagsche
taxi-chauffeurs, aangesloten bij de Nedcr-
landsche Unie van Chauffeurs om 20 loon
per week en een elf-urigen arbeidsdag, ver
neemt de Tel. uit werkgeverskringen, dat
verscheidene patroons de elfurïgen arbeids
dag reeds hebben ingevoerd en anderen
dezen hebben toegezegd. Absoluut afwijzend
staan de patroons tegenover een collectief
arbeidscontract en den looneisch. Op net
oogenblik krijgen de taxi-chauffeurs f 17.50
per week- Het bedrijf laat volgens de werk
gevers niet toe, dat dit bedrag op 20.—
wordt gebracht.
Een collectief contract voor den Haag kan
h.i. niet geëischt wonden, omdai daar te
veel concurrentie is, voorts wijl een vereeni
ging van werkgevers bestaat. Beide partijen
hopen echter, dat verdere onderhandelingen
tot resultaat zullen opleveren, dat een sta
king zal worden voorkomen.
Rede van het Tweede Kamerlid van Vuuren.
Het lid der Tweede Kamer, de heer A. C.
A. van Vuuren, heeft voor de R. K. Kiesver-
eeniging te Groningen een rede gehouden
over den huidigen politieken toestand.
Spr. verklaarde, luidens het verslag in „Ons
Noorden" onvoorwaardelijk een bondgenoot,
schap tusschen de R. K,, soc. democr. en vrijz
democraten af te wijzen. Hij noemde o.m. als
reden dezer onvoorwaardelijke afwijzing, de
volgende:
1. een bondgenootschap van een partij als
de onze, gegrond op de uit ons godsdienstig
beginsel gegroeide solidariteit der klassen,
met een partij, die is en wil zijn een klasse
partij, de verdedigster alleen van de belangen
van een enkele groep, leidt er noodwendig
toe, dat een politiek gevoerd wordt, dje op
het belang van een klasse is gericht met het
dubbel gevolg, dat de klassen, wier belang
opzettelijk niet wordt behartigd, zich van de
katholieke partij afscheiden en deze dps als
parüj, die alle klassen omvat, uiteenvalt en
dat de katholieke partij tegenover de partij,
die de belangen van maar één klasse behar
tigt, steeds ten aanzien van de belangen
dezer klasse dc roinstbiedende moet zijn en
dientengevolge haar leden uit die klasse in
de verleiding moet brengen naar de partij,
die tegenover hen de meestbiedende is, de
sociaal-democraten, over te loopen.
2. een bondgenootschap met de sociaal
democraten, dat, zooals wij zagen, het over-
loopen op politiek gebied van de sociaal
democraten in de hand moet werken, zal als
verder gevolg hebben een afval van katho
lieken van den katholieken godsdienst, het
ergste kwaad, dat hun kan gebeuren en dat ik
niet gaarne op mijn geweten zou hebben, hun
aan te doen, hoe groot het voordeel moge
zijn, dat men daartegenover zou willen stel
len.
3. een bondgenootschap met de sociaal
democraten bevordert den invloed van een
partij en legt den grondslag van de heer.
schappij van een partij, die overal, waar de
katholieke kerk vervolgd wordt en die partij
de lakens uitdeelt, zich onze grootste vijand
heeft getoond, zooals thans weer in Mexico
Van een bondgenootschap met de sociaal
democraten kan dus geen sprake zijn.
Met den tcgen.woordigen toestand is intus-
schen niemand ingenomen, de linkerzijde even
weinig als de rechterzijde, vervolgde spreker.
Hel bezwaar ligt niet in de personen, maar
in het karakter van het kabinet, hetwelk nu
eenmaal medebrengt, dat het volkomen onaf.
hankelijk is van dc Kamer.
Indien mogelijk moet dus gestreefd worden
naar een parlementair kabinet, d.i. een kabi
net, steunende op een meerderheid. Het
eenige mogelijke kabinet van dien aard is
:oo!ang de linkerzijde in de minderheid is en
men ipet mij een samengaan met de sociaal
democraten een onmogelijkheid acht een
rechts kabinet. Wie dus een terugkeer tot
normale toestanden wenscht, moet zijn voor
het eenige middel, dat daartoe leidt: het
herstel der coalitie van dc drie partijen der
rechterzijde, die alle drie op den grondslag
slaan, dat ons land moet geregeerd worden
naar christelijke beginselen, d.i. in overeen
stemming met den wil en de wet van God.
Uitvoerig ging spr. de moeilijkheden na,
welke een herstel der coalitie verhinderen,
en besprak in dat verband het anti-papisme.
Hoe steviger dc anti-revolutionnairen pal
stonden, hoe mooier de kans, dat de christe-
lijk-historischen, als zij in anti-papistische
richting gingen, anti-papistische anti-revo-
lutionnairen van hun partij zouden aftrog
gelen. Voor de anti-revolutionnairen moest
daarin een verleiding liggen, ten ejnde hun
inenschcn niet in de fuik te laten vangen, bij
't anti-papisme in 't gevlei te komen. Tot hun
eer moet gezegd worden, dat zij trouw aan
Hun verleden, waarin zij steeds principieele
politiek voerden aan die verleiding schit
terend weerstand hebben geboden.
Voor de christelijk-historischen, die dade
lijk bezweken, was daarin echter een reden
gelegen, om eenmaal op dien weg, daarop
verder te gaan, omdat, dank de correcte
houding der anti-revolutionnairen, de kans
op winst en voordeel grooter was geworden.
De cluistelijk-historischen konden zich op*
deze wijze dekken tegen he verlies, dat de
dwergpartijen hun en de anti-revolutionnairen
toebrachten.
Men doet zulke dingen echter niet onge
straft.
Met de opheffing van het gezantschap is
niet de geest bezworen, die de christelijk-
historischen in de verkeerde richting dreef,
Spr. eindigde, door te zeggen, dat hij zich
geen oogenblik de mogelijkheid ontveinst, dat
het herstel dér coalitie zelfs in 1929 niet te
verwezenlijken blijkt, In dat geval, aldus spr.,
zuilen wij noodgedwongen in den abnormalen
toestand van het oogenblik moeten berusten i
en daarvan trachten te maken het beste, wat
ervan ie maken is in rustig vertrouwen dat,
al is het wat later, dan wij zouden wenschen,
het herstel zal komen.
De Koningin heeft met ingang van 12
April jkvr. I. G, Baronesse Sloet van
Marxveld, eerste hofdame der Koningin,
belast met de opvoeding van prinses Juliana
der Nederlanden, op haar verzoek op de
meest eervolle wijze van laatstgenoemde,
functie ontheven onder warme dankbetuiging
voor de vele en belangrijke diensten welke
zij met de grootste toewijding en plichtsbe
trachting aan Harer Majesieit's Huis in het
belang der Prinses heeft bewezen en hierna
op haar verzoek eervol ontslag verleend als
eerste hofdame, onder dankbetuiging voor de
vele diensten in die betrekking aan Hare
Majesteit bewezen en benoemd tot Dame du
Palais honoraire.
Tevens heeft de Koningin met denzelfden
datum aan mej. A. E. Oosterlee, gouvernante
van Prinses Juliana, op haar verzoek op de
meest eervolle wijze ontslag verleend, onder
warme dankbetuiging voor de belangrijke
diensten aan Harer Majesteits Huis in het
belang van de Prinses bewezen.
De eerste te water gelaten-
De Turksche regeering had in 1925 aan de
Maatschappij voor Scheeps- en Werktuig
bouw „Fyenoord" te Rotterdam, opdracht
verstrekt tot den bouw van twee onderzee-
booten.
De eerste dezer boolen is Zaterdag van de
werf der Mpij. met gunstig gevolg te water
gelaten. Voor deze gebeurtenis bestond
vooral van Turksche zijde groote belangstel
ling. De chef van den Turkschen Marinestaf,
dc heer Hussammedin Bey, tevens staats
secretaris van Marine, was speciaal daarvoor
uit Angora overgekomen. Verder waren aan
wezig de Turksche zaakgelastigde bij onze
regeering, de heer Mahmed Essad Bey, de
Turksche consul-generaal te Amsterdam met
den consul en vice-consul, de Turksche
commissie belast met het toezicht op den
bouw, een toevallig in ons land vertoevende
militaire Turksche commissie en nog veie
anderen. Tevens was op uitnoodiging van den
zaakgelastigde aanwezig vice-adjniraal Zegers
Ryser, secretaris-generaal van het departe
ment van Marine. Ook het ingenieurs-bureau,
dat de ontwerpen voor den bouw van de
onderzeebooten heeft geleverd, was vertegen
woordigd.
De doopplechtigheid werd verricht door een
bloedverwante van den Turkschen zaakgelas
tigde mej. Védjahat Riza.
Nadat de tewaterlating was geschied, ver.
eenigden alle aanwezgien zich in de ontvang
kamer van het etablissement „Fyenoord",
alwaar* verschillende toespraken werden ge
houden en de directie van „Fyenoord" aan
mej. Vdjahat Riza een souvenir met inscriptie
aanbood.
Vervolgens had een gemeenschappelijke
lunch plaats.
Hel Tweede Kamerlid de heer Braai heeft
den Min. van Justitie gevraagd of het hem
bekend is;
dal aan de groofe Nationale Landbouw
tentoonstelling, gehouden van 4 tot 9 Sept.
1925 te Wijchcn, een loterij verbonden was,
waarvan dc baten kwamen aan dpn plaat
selijken boerenbond; dat vele belangstellen
den twijfelen aan de zuiverheid van het be
heer van die loterij; dat destijds, in 1925,
de lolerijcommissie is opgemaakt; dat tot
op heden die zaak nog niet door den
rechter behandeld is?
Is vraagt de heer Braat de Minister
bereid mede te deelen, welk gevolg aan het
destijds opgemaakte proces verbaal is gege
ven en wat hem ter zake verder bekend is
of in verband met een op grond van deze
vragen in te stellen onderzoek te zijner
kennis mocht komen?
Postzegels, vooral de oude zeldzame
exemplaren, hebben thans een fabelachtige
marktwaarde. Dit moge blijken uit het vol
gende. Tot voor kort geleden golden de
eerste twee postzegels van Mauritius, waar
van er slechts een dozijn bekend zijn, voor
de kostbaarste. Een Britsch verzamelaar be
taalde voor dit beroemde tweetal op een
verkooping 79.300. Nog waardevoller ech
ter blijkt de roode 1-cents postzegel van
Brilsch-Guyana te zijn, waarvoor een Ame
rikaan 73.200 over had! Voor de meeste
verzamelaars onbereikbaar. Het terrein is
echter ruim genoeg: sedert de postzegelhan-
dei hloeit zorgen de postadministraties elk
jaar voor iets nieuws. Thans zijn er dan ook
reeds ongeveer 65.000 verschillende zegel
soorten bekend; Europa alleen zorgde voor
26.000 „dessins
Antigua gaf een nieuw zegel van d„
rood, uit: de Britsche Salamonseilanden
twee zegels van 1 d. cn 2 sh.; Zanzibar een
z-gel van 20 c.j Zuidwest-Afrika een op
druk op 6 d.; Montsarrat een zegel van 2%
d. (blauw) en Pakiali een van 8 anna's.
WOENSDAG 2 FEBRUARL
HILVERSUM 1050 M. 12 uur Po
litieker. 23 uur Engelsche les voor
kinderen 34 uur Knipcursus
44.30 uur Half-uurtje voor de huis
vrouw. Mevr. Mr. Ada Goudsmit, over:
De huisvrouw en het arbeidscontract -
4.356.15 uur Concert door lipt H. D.
O.-orkest, Mevr. Hiek SternFranco,
sopraan 6.156.45 uur Lezing door
den heer E. Kuylman, ortnitoloog, over:
Camouflage en mimicry in de dierenwe
reld 6.457.45 uur Vervclgles en
conversatieles Duitsch 7.45 uur Po-
litieber. 10 uur Persber. 8.10 uur
Concert Chr. Mannenkoor „Jubel", Dir.
G. v. Burg. Mej. L. Lauenro'ah, piano. la.
Wilt heden nu treden, b. O Heer, die
daer des Hemels tente spreyt, mannen
koor. 2a. Impromptu op. 90 G-dur, b. Im
promptu op. 90 As di.tr, Schubert, piano.
3. Rede door den heer Ho de Jong: Moei
lijkheden van het Jongemannen Leven.
4a. Benedictus sit Deus Pater, Kathe. b.
Improperium, Th. v. d. Bijl, mannenkoor.
5a, Konzert-elude op. 20 no. 1 As-dur, b.
Prelude op 28 no. 4 Ë-moll, c. Prelude
op. 28 no. 6 G-moll, d. Prelude op. 28 no,
15 Des dur, Chopin, piano. 6. Korte rede
door Ds. L. J. v. Leeuwen uit Hilversum
tot Predlikanten, Kerkeraden en Leden
van de Ned. Herv. Groep 7a. P6. 84
Andriessen, b. Nimmer Nacht, Andries-
sen, Mannenkoor, 8a. Impromp'u op. 24
no, t D-dur, WilleHelbing. b. Sonate
op. 7, E-moll, Grieg, piano, 9a. Mijn bof,
Th. Loots b. De Liefste Plek, Loser, man
nenkoor, 10. Het Geuzenvendel. Roeske.
DAVENTRV 1600 M. 11.20 uur Con
cert. Daventrv-kwartet en solis'en, (viola,
sopraan, contra-alt, bas, bariton, viool)
I,202.20 uur Orkestconcert 3,15
uur Voorlezing: Pickwick-papers, Dic
kens 3.20 uur Lezing: Our native
tongue 3.40 uur Lezing: The last -of
the Mohicaus 4.05 uur Lezing: Vil
lage life in Queen Elizabeth's days 4.20
uur Concert. Daventry-kwartet. W.
Morgan, sopraan. M. Bell, cello 5.35
uur Kinderuurtje 6 20 uur Con
cert, orgelbespeling van de New Gallery
Kinema 6.40 uur Tuinpraatje 6.50
uur Tijdsein, weerber., nieuws 7.05
uur Orgelbespeling, vervolg 7.20 uur
Lezing, Stephen Halen, pioneer in pu
blic health 7,35 uur Sonates van
Mozart, Pianomuziek 7.45 uur Le
zing: Present day probleme if food
8.05 uur - Weatherly, concert. M. Wil
kinson, sopraan. E, Dakin, contra alt, J.
Maldwyn Thomas, tenor, G. Eastman, ba
riton 9.20 uur Weerber, nieuws
9.35 uur Causerie 9.50 uur Pro
gramma, samenges'eld door P. G. Wede-
house 11-2012.20 uur Dansmuziek
v. b. New Princess restaurant,
PARIJS „Radio Paris" 1750 M. 10.50-w
II,20 uur Persber. en muziek 12.50—
2.10 uur Concert, Orkest en Mile. Mo
rin, zang 5.05—5.55 uur Concert,
Radio Jazz Symphonic 9.05 uur
Gala-concert. Groot orkest, jazzband en
vocale solis'en.
LANGENBERG 469 M. 3.50—5.15 uur
Orkestconcert 7.359.20 unr
Balladen-avond. Frl. Plöger, Winterberg
declamatie. K. Haesr, piano, A, Inkamp.
bas. Hr. Probst, declamatie 9.4010.50
uur Dansmuziek.
KGNIGSWUSTERHAUSEN 1300 M. en
BERLIJN 484 en 566 M. 11.20—5.50
uur Lezingen en lessen 5.50 uur
„Die Meistersinger von Nurnberg", opera
van Rich. Wagner. Daarna tot 11.50 uur
Dansmuziek.
HAMBURG 394.7 M. 1.25—2.05 uur
Orkestconcert 3.505.19 uur Dans
muziek 5.206.10 uur Dansmuziek
6.45-11-15 uur „Das Rheingold',
van Wagner. Daarna orkestconcert.
BRUSSEL 509 M. en ANTWERPEN
266 M. 8.20 uur De Radio-Cou
rant 8.5010.50 uur Orkestconcert,
Be postzegels ten bate van csorlogsweczen
komen, nadat Frankrijk er in 1927 mede ;s
begonnen, in trek. In Frankrijk verscheen
wederom een nieuwe uitgifte met op den
beelaenaar de geest van den oorlog met
getrokken zwaard.
De laatste Duitsche zegels vertoonen.
portretten van mannen, die uitblonken ia
vredesarbeid.
In Italiaansch Noord-Afrika verschijnen:
nieuwe postzegels der Cyncraica-serie in de
waarden van 10, 15 en 25 centisfmi. De beel
denaar vertoont dc moskee te Giarabub.
Voor het Britsch mandaatgebied Tanga
nyika zijn nieuwe postzegels uitgegeven in
de waarden van 5 cents tot 1. Inplaals
van dc vroegere giraffeteekening dragen zij
den beeldenaar van koning George V.
Ter gelegenheid van de 300-jarige herden
king der verovering van Barbados, zal in
Februari een jubileumzegel verschijnen, dra
gende de beeltenissen van koning Karei I
en koning George V,
De kapitein W. M, C. J. Hafkemeyer is
door de Belgische regeering benoemd tot
officier in de Leopolds-orde.
92
Het kleine meisje zag hem niet en keek
heel stil naar de spelende eekhoorntjes,
maar opeens wierp het de gouden lokken
achterwaarts, zoodat hit ongehinderd haar
bekoorlijk gezichtje kon zien, klapte in de
handjes en bliksemsnel verdwenen de dier
tjes. Het kind lachte luid, stond op en ter
wijl het zich eenige schreden rugwaarts van
den boom verwijderde, om de kleine lieve
lingen die zij geplaagd had tusschen de
groine bladeren te ontdekken, kwam het in
Herberts onmiddellijke nabijheid.
Gedreven door een onwederstaanbaar ge
voel, sloeg hij de armen om haar been en
hief baar op met een onstuimige beweging,
terwijl bij zijn mond vast op hare
zachte kinderwangen en haar roode lipjes
drukte.
Maar Veronica deed een luiden kreet van
schrik hooren en haar eerste angstige uitroep
deed een jonge dame naderen, welke voor
zijne blikken verborgen, aar. de anderen
zijde van den boomstam had zitten lezen-
Het kind glead uit zijne armen en vluchtte
voor den vreemden man naar het jonge
meisje, dat ofschoon getroffen door Herberts
onverwachte verschijning, toch met een oog
opslag den geheelpn samenhang begreep Zij
drukte 't kleine meisje vast tegen zich aan
en toen Herbert langzaam naderde, maakte
zij een trotsche afwijzende beweging. Maar
de macht van dit oogenblik op zijn diepge-
schokt gemoed was grooter dan de heer
schappij, welke hij steeds zoo meesterlijk
over zich zeiven had ui'geoefend, zijne lang
verloochende natuur vordere gebiedend haar
reebt en zjj verkreeg d.t, daar Herbert "geen
wensch meer had en geen doel.
Geef mij het kind, Theresia, slechts één
oogenblik, zeide hij op afgematten toon,'ik
heb zoo vreeselijk geleden en dit is de
eerste lafenis, waarnaar ik verlang.
Deze uitroep verraste haar, maar zij dacht
daaraan, hoe hij gewoon was te misleiden
en te bedriegen, zij durfde niet vertrouwen op
de zwakheid van het oogenblik.
I Ge zijt krank, Herbert, zeide zij voor het
kleine meisje tredend, dat half schuw, half
nieuwsgierig zich achter haar verborg, en
kranken dwalen in de keuze der middelen.
Wat kan dat vreemde kind u schenken?
Vol smart stampte hij met den voet op den
j grond.
Martel mij toch niet, gij weet het wel, het
is het mijne het mijne!
Hij riep dat met een woesten kreet, hall
welbehagen, half vertwijfelen en breidde de
armen uit,
Theresia had een moedig hart, maar hare
handen sidderden, toen zij zonder tegen
spraak het I.ir.d ophiel en het aan zijne borst
legde.
Daar —.daar, zeide zij met bevende stem,
wees lief, Veronica, het is een arme man!
Het kleine meisje sprak geen woord cn
Theresia met groote oogen aankijkend, dook
het als een vogeltje weg aan de borst van
den vreemdeling, er. hij zette zich met haar
aan den boomstam neder en zijne tranen
vloeiden in haar gouden lokken.
Het broze gebouw van zijn bedrog lag
vernietigd in een kinderhand, eindelijk trad
het gevoel in zijn recht en nu
de dam gebroken was, vloeide het over,
zonder zich daarom te bekommeren, wat het
met zich medesleeple.
Toen hij zijn gelaat ophief, lag daarop een
geheel andere uitdrukking. De sterke uiting
van zijn gevoel had hem niet verzwakt, maar
zijn veerkracht weergegeven.
Nu weet gij alles, zeide hij met een op
welling van zijn ouden trots, terwijl nij
Theresia de hand reikte, maar spreek mij er
niet over, want dat kan ik niet verdragen.
Rekenschap zal ik geven op een andere
plaats. Laat mij u danken voor de liefde,
welke gij Veronica hebt bewezen; ik zou
oneindig veel ellendiger zijn, als ik het kind
in droeve omstandigheden geweten had.
Dan had gij het vroeger bevrijd, zeide zij
hem bemoedigend.
Haastig ontkende hij dit.
Geloof dat niet, ik heb een natuur, welke
zich niet buigt, ge hebt dit gezien. Zij moet
geheel gebroken worden!
Om zich weder op te heffen.
Ook dit ontkende hij levendig.
Dit gelooft ge zelfs n-et, Theresia, en al
gelooft ge het, dan moet ik u toch deze echt
vrouwelijke hoop ontnemen. Ik kan en wil
mij niet meer opheffen. Waartoe? Verlangt
gc van mij een leven van berouw en boete,
een beklagenswaardig schouwspel voor de
wereld, een aanblik voor mijn dochter, welke
ieder vrij vroolijk gevoel der jeugd moet
verstikken? Na zulk een val blijft men
nederÜggen ten gronde en. laat de tijd over
zicb heentrekken, de tijd, welke in zijn loop
goed zoowel als kwaad met vergetelheid
dekt.
Ditmaal sprak zij hem niet tegen; voor
den troost eener algemeene opheffing was
bij op dit oogenblik, waarin hij alleen af
rekende niet de gevolgen eener zekere daad,
niet toegankelijk.
Maar zij beproefde een ander middel.
Als wij zelf noch den moed, noch den wij
hebben, om ons op te heffen, dan stooten wij
ten minste niet hen af, welke ons vol trouw
ter hulp komen, zeide zij. Ik zal u iets
mdedeelen, dat u een steun schenkt, niet
voor de menschen, maar in uw eigep hart. Uw
kind dwaalt niet zonder naam door de
wereld; eer Constantijn stierf heeft hij het
olechtig erkend als het zijne, de naam, Welke
Veronica onrechtmatig droeg, ia nu haar
eigendom.
Zijn bleek gelaat wag nog kléurloozer
geworden, hij gevoelde in deze grootmoedig
heid, welke over hem been zijn kind betoond
was, slechts 'n stilzwijgende verachting voor
zich zeiven,
Noemt gij dit opheffen, Theresia, riep hij vol
bitterheid uit, gevoelt gij dan niet den angel,
welke daarin verborgen is.
Hoor mij aan het einde toe, zeide zij
geruststellend. Hij was zoo goed, zoo groot,
l ij dacht aan alles, „Ik schenk het kind mijn
zegen," schreef hij in zijn laatsen wil „en
hem, die aan mij heeft misdaan, mijn
vergiffenis, zoodra hij die begeert,"
Met een sprong was Herbert overeind, een
vernieuwd leven fonkelde plotseling in zijn
vermoeiden blik erihij greep d(e zachte hand
van het meisje met zoo krampachtigen druk,
dat zij van pijn beefde.
Zijne vergiffenis! stamelde hij, hoe The
resia, hoe? O mijn broeder mijn vriend.
Daar lag een zachte leederheid, welke hij
wellicht nimmer te voren had gevoeld. Zijn
hopfd zonk uitgeput achterover en in zijne
smachtend uitgebreide armen legde There
sia ten tweeden male zijn kind.
Zij zijn beiden tegenwoordig, Herbert,
beiden aan welke gij u hebt misgaan; gij zijt
nu allen weder vereend, zeide zij zacht.
Hij knikte.
En vrij Theresia, vrij! Het was een
ichoone tijd, waarin ik hem bezat zonder
schuld, maar schooner is de dag, waarop ik
hen zal ivédervinden. O, op deze plaats,
waar mijn geluk begon, hier heeft het op
mij gewacht!
Hij trok het kind naar zich toe en kuste
het hartstochtelijk,
Als zij, fluisterde hij, zoo lief, zoo schoon!
Maar 'i kleine meisje werd angstig tenge-,
voige van een tooneel, dat het niet begreep.
Als ge weent, zeide zij half toornig, half
droevig, dan zullen de eekhoorntjes wegloo-
pen, ik ga naar beneden om te kijken of er
nog zijn.
Zij liet zich nederglijden en vlood heen
en een poos keek hij stil naar de bewegingen
en het gebarenspel van het kind, dat hem
zoo levendig aan Magdalena herinnerde.
Toen vertoonde zich, na de stormachtige
aandoeningen van dien dag, een zichbare
afmatting in zijne trekken.
Theresia had 'gevreesd, dat hij zou weige
ren, wanneer zij hem verzocht mede naar het
kasteel te gaan, maar hij ging op hare eerste
uitnoodiging mede.
Ik ben zeer vermoeid, zeide hij, ik denk,
dat ik in Tannensee zal slapen, slapen als
voorheen.
Zij riepen bet kind en wandelden langzaam
terug; hij met het gevoel van iemand, die
wedergekeerd is na een langen tocht.
In dien tuin was de oude tuin
man, die gewoond had bij den opper-
'arMmeesler. bezitf de fontein met nieuwe,
potbloemen te versieren; de man bleef ver
baasd met open mond staan, toen het paar
zoo eendrachtig, naderde en hiermede het
vermoeden logenstrafte dat graaf Wolf par
tij gekozen had in dezen onzaligen twist en
gestaan had aan de zijde des dooden, dien
hij als «en zoon had begraven.
'.Wordt vervolgd»^