Radio-Omroep. De liefde van een kunstschilder. De hereetiiging van de Noorsche Arbeiderspartij en de Noorsche l soclaai-tfeinocratische partij. Mussolini over de noodwendige expansie f van het Itaiiaansche Rijk. Zeerooverij in de Chineesche wateren. Het Duitsche Kabinet eindelijk gereedgekomen. Pruisen betaalt den tweeden termijn aan dé Hohenzollerns. Een verklaring van Mexi- caansche bisschoppen te Rome. Een nota van Wellington Koo aan Engeland. GEM. BUITENL. BERICHTEN. SOCIAAL LEVEN. De toestand in de Sigarenindustrie. R.K. Handelsreizigers. De dreigende staking van de Haagsche chauffeurs. BINNENLANDSCH NIEUWS. De tegenwoordige politieke toestand. Nu Prinses Juliana 18 jaar wordt. Onderzeebooten voor Turkije. Fraude bij een loterij POSTZEGELNIEUWS. Kostbare Postzegels. Nieuwe uitgiften. De nieuwe Fransche zegels. De Cyneraica-sene. Nieuwe zegels Tanganyikav gebied. Jubileumzegels van Barbados. LEGER EN VLOOT. Onderscheiding. FEUILLETON. Duitschlands ontwapening. Het intergeaiheerde militaire comité heeft generaal von Pawels gehoord over de ver sterkingen in Oost-Pruisen. De bespre king maakte eenige vordering, daar de Duitsche regeering thans de mogelijkheid zou aanvaarden om eenige versterkingen van Koningsbergen af te breken. De concessies werden echter onvoldoende geacht. Naar aanleiding var de besprekingen van het intergeailieerde militaire comité zegt de ,,Echo de Paris" nadert dat Duitschland er in heeft toegestemd een twintigtal onder komens van siment rondom Lötzen te zullen vernietigen, doch niet het paraiellogram van beton-onderkomens, dat op 10 tot 15 km bezuiden Koningsbergen is gelegen. In de zitting van Vrijdag heeft de Ita iiaansche militaire attaché het standpunt van von Pawels scherp gecritiseerd. De Noorsche arbeiders en de Soc. Dem. partij. Op een congres, waar beide partijen ver tegenwoordigd waren, is Zondag met alge meens stemmen besloten tot hereemging der Noorsche arbeiderspartij met de Noor sche soc. dem. partij. Dit wordt als een der belangrijkste gebeurtenissen in de Noorsche politiek der laatste jaren genoemd. Militaire maatregelen. Een telegram uit Riga meldt, dat de volks commissaris van oorlog Worcsjilow op een conferentie van militaire organisaties te Moskou zou hebben, verklaard, dat oorlog voor Rusland onvermijdelijk was daar de Britsche imperialisten door middel van Po len en Baitische Staten, een aanval voor bereiden. Daarom is het noodzakelijk, dat krachtige militaire maatregelen worden genomen cm geheel Rusland te militariseeren. Een bericht uit Moskou meldt daaren tegen, dat volgens het Tass. Ag. de berichten over concentraties van Russische troepen aan de westgrenzen van Rusland, niet juist zijn. Mussolini over expansie. In een interview met de „Neue Fre.e Presse" heeft Mussolini verklaard, dat on danks alle wetenschappelijke krachtsinspan ning, Italië zijn volk niet voeden kan. Wij moeten ons uitbreiden, aldus Mussolini, of anders spatten wij uiteen. Mussolini achtte zich niet gerechtvaardigd om te luisteren naar de humanitaire en paci fistische idealisten. Italië zal zich uitbreiden dcor de langzame en logische kracht der historie. Wij moeten onze natuurlijke nei gingen tot expansie, welke daar ben ik van overtuigd vredelievend zal zijn, be gunstigen. Met betrekking tot de aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland verklaarde Mus solini dat deze wellicht eens komen zal. De groei dezer rijken is een kwestie van tijd, Vele lieden meenen dat binnen een eeuw de kleine staten verdwenen zullen zijn. Op de vraag of de geallieerden de aanslui ting zullen toestaan, antwoordde Mussolim dat de politiek der geallieerden sedert de ondertee kening van het verdrag van Versail les onstandvastig, inconsequent en tegenstrij dig is en dit in de toekomst waarschijnlijk- nog meer zal zijn. De Nationale Vergadering. Draadloos wordt gemeld, dat Primo de Riveira heeft medegedeeld, dat de Nationale Vergadering den 15en Februari ^al worden geopend, waarmede het nieuwe rlgime wordt ingeluid. Coolidge over de bewape ning en den financieeelen toestand. Het woord voerend in de halfjaarüjksche bijeenkomst der regeering, verklaarde Coo lidge, dat bij voldoende dacht aan de mili taire „preparedness," maar d2t de Amerika nen pleitbezorgers van den vrede waren. Niet alleen dienen zij zich te onthouden van militaristische daden of gebaren die zouden kunnen worden uitgelegd als een uitnoodi- ging tot wedijver in bewapening, maar zij moeten alles in het werk stellen oin dien wed ijver voer goed uit te schakelen. De V.S., aldus Coolidge verder, verkeeren waarschijnlijk van al'e groofe mogendheden in d*n gunstigsten financieelen toestand. De regeering had de openbare schuld tot onder de 19 milliard dollars verminderd waardoor zij het plan voor de schuldaflossing twee mil liard vóór is. De burgeroorlog in China. Chineesche zeeroovers, die op 27 Januari «ls passagiers reisden aan boord van het s.s. Seangbee, hebben onverwachts een aanval gedaan op de bemanning, brachten haar onder bedreiging met revolvers naar de sa» lons, onderzochten stelselmatig de hutten van officieren en passagiers en namen wa pens en munitie in bezit. Vervolgens dwon gen zij een der officieren het schip naar de baas van Bras, het bekende zeerooversnest, te brengen, waar zij gisteren zijn aangeko men. Zij namen drie Chineesche eerste klas passagiers als gijzelaars mee en ontkwamen met een bui? ais geld en juweelen ter waarde van 40000 dollars. BRUTALE DIEFSTAL. Wij deelden reeds mede dat te Berlijn een inbrel e si ende aan het werk is, die het mid del toepast om zich herhaaldelijk per tele foon te overtuigen op welke uren het door haar uitgekozen huis door de bewoners tijdelijk is verlaten, om dan daarna haar slag te slaan. Juist den avond tevoren hadden de heeren waarschijnlijk nog een staaltje van hun kunst en brutaliteit gegeven. Vrijdagavoc.i, zoo lezen we in de „Voss. Z.", is iti de woning van den „Oberre£ mgsrat" bij het rijksweer- departe vi Benster. De 1 «e Benster was de laatste dagen her haalde'fj". opgebeld, en dan heette het tel kens, cat men verkeerd was aangesloten of zoo iets. D:t was he ui verdacht voorgekomen, en daarom besloot hij Vrijdagavond met zijn dertienjarig zoontje in een warenhuis een dubbel veiligheidsslot voor zijn voordeur j te gaan koopen. De overige huisgenooten waren ook uit, zoodat de woning verlaten was. Bij thuiskomst tegen half acht, vond de heer Benster het slot van de voordeur met stukjes lood gedeeltelijk verstopt, maar het gelukte hem toch de deur te openen. De deur van zijn woning zelf echter kon hij, niet openen daarvan bleek het slot geheel ver stopt te zijn. Terwijl hijzelf zich verdekt opstelde en bleef uitkijken, waarschuwde zijn zoontje ijlings de politie. Toen deze op het tooneel verscheen, werden alle uit gangen afgezet, daar men verwachtte dat de inbreker nog binnen zou zijn. Terwijl de heer Benster opzettelijk luid praatte, belde hij en een oogenblik later hoorde hij de stem van zijn zoontje „houdt hem, houdt hem I" roepen, waaruit bleek, dat de krijgs list gelukt was de dief had getracht langs de achtertrap te ontkomen, maar werd toen dadelijk ontdekt. Hij zag er keurig gekleed uit en droeg een nieuw valies van den heer Benster, naar later bleek volgeladen met tafelzilver enz., in de hand. Toen de jeug dige zoon des huizes naar hem toevloog, wierp de inbreker hem handig het koffertje voor de voeten, zoodat de knaap viel, en hij zeif de gelegenheid kreeg te ontkomen. Daarop volgde een wilde jacht door de straten plotseling was de man verdwenen en klonken er een paar schoten, gelost op de voortijlende agenten de vluchteling had zich in een portiek verborgen en had van daar op zijn vervolgers geschoten, zonder succes echter. Hij snelde een huis In, met de agenten achter zich aan, door de tuin er weer uit, klom vervolgens over een hek, om' ten slotte toch in de handen der politie te vallen. In de woning van den heer Benster bleek alles overhoop te zijn gehaaldkasten, laden en bureaux waren opengebroken. In het geheel was naar schatting voor een 5000 M. aan sieraden en 100 M. aan contanten gestolen. De inbreker bleek een jas aan te hebben, die den heer Benster zes weken geleden was ontstolen 1 De meest moderne inbrekerswerktuigen werden in zijn bezit gevonden. 's Nachts bood hij zijn bewaker 3000 M. aan als hij hem wilde laten ontsnappen. Toen dit mislukte, deed hij nog een vergeefsche poging om uit te breken. Het gevaarlijk heerschap weigert de politie zijn naam te zeggen of eenige inlichting te geven. Men vermoedt, dat hij medewerkers heeft. ANALPHABETEN IN HET LEGER. Uit een onderzoek over de jaren 1920 tot 1925 is gebleken, dat er in het Belgische leger op een totaal van 356.251 soldaten, 21.368 waren, die noch lezen noch schrijven konden; 14.892, die alleen konden lezen; 49.860, die konden lezen en schrijven; 215.052, die konden lezen, schrijven en rekenen; 55.139, die beter ontwikkeld waren. Het aantal, dat noch lezen of schrijven kon, bedroeg dus 6%! DE NALATENSCHAP VAN KEIZERIN CHARLOTTE. Fantastische geruchten doen de ronde over het bedrag der nalatenschap van ex- keizerin Charlotte. Juist schijnt te zijn, dat de erfenis rond honderd millioen goud franken bedraagt. Aan de staat gaat daarna 50%. De rest krij gen de zes erfgenamen, na af ;rek der legaten; elke erfgenaam krijgt ongeveer zes millioen goud frs. SPOORWAGENS AAN DEN ROL. Bij Halifax zijn Vrijdag 200 ledige spoor wagons aan het rollen gegaan. Een machinist, die een ledigen goederentrein moest weg brengen, bemerkte, dat de locomotief ten- i gevolge van de gladheid der rails alle wagons niet kon voorttrekken. Hij koppelde daarom 1 de helft af en rangeerde de andere op een dood spoor. Na eenigen tijd begonnen deze achteruit te rijden; een aantal ledige perso- nenwagons, welke zij op hun weg ontmoetten, werden genoodzaakt aan het spelletje mee te doen. De meeste wagons slaagden er in een afstand van drie km af te leggen slechts enkele waren onderweg uitgevallen en gederailleerd. De wagons, die den wed strijd wonnen, brachten het er evenwel ook niet alle levend af: ettelijke werden totaal vernield. Persoonlijke ongelukken kwamen gelukkig niet voor. Eenige spoorwegarbei ders, die aan de rails werkten, konden nog juist op het laatste oogenblik wegspringen om de wielrenners te laten passeeren. ELF INBRAKEN IN EEN NACHT. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag zijn in Parijs en de banlieu niet minder dan elf inbraken gepleegd. Bij een kruidenier in de Rue Navier werd een brandkast opengebroken, waarin zich echter niet veel geld bevond. Een geldlade werd voorts geopend en van een honderdtal francs ontdaan. Vervolgens werd ontdekt dat er in drie magazijnen was ingebroken, waarbij voor een waarde van 50.000 francs aan bontwerk en elders voor een groote waarde aan meu belen werd ontvreemd. Weer elders waren wijnliefhebbers aan den arbeid en haalden een wijnkelder in de Rue Dulac vrijwel leeg. In verschillende particuliere woningen drongen eveneens inbrekers binnen, o.a. in het huis van prins Cantacuzène, den zoon van den Roemcenschen gezant, die op zijn huwelijksreis is. Daar de dieven weinig naar hun gading vonden, sloegen zij de meu1- beien kort en klein. EEN MAHARADJA OPGELICHT. De maharadja van Biiaratpur in Britsch- Indië is opgelicht voor 70.000 aan juwee' len. Hij begaf zich met deze edelsteenen, welke hij wilde beleenen, naar een Engelsch- Indiër, een halfbloed, die hem twee chèques ter hand stelde, welke de maharadja, naar hij zeide, in Calcutta zou kunnen verzil veren. Zij bleken echter waardeloos, waarop de maharadja aan zijn agenten seinde, het kistje met juweelen terug te vragen. De Engelsch-ïndiër voldeed aan dit verzoek tegen afgifte eener quitantie. De zegels ble ken geschonden en toen de politie het kistje opende, constateerde zij, dat het leeg was. Enkele juweelen werden ten huize van den dief teruggevonden, maar de meeste worden nog vermist. Er zijn twee personen gearre steerd, en een belooning van 6000 is uit geloofd voor het verschaffen van inlichtingen, welke de opsporing der juweelen ten gevolge hebben. Het weekblad „De R—K. Werkgever schrijft, dat er in den iaatsten tijd van de zijde der werkliedenorganisaties herhaalde lijk stappen zijn gedaan bij onze regeering om te beletten, dat de Belgische sigaren makers in het Zuiden des lands werk komen verrichten, terwijl er nog steeds een aantal arbeiders in ons eigen land werkloos Is. Het blad weet niet, of een dergelijke maat regel mogelijk zou zijn zonder dat men te vens den pas afsneed voor het plaatsen van Ned. werkkrachten, bijv. mijnarbeiders, in België. „In en rondom Eindhoven heeft onder de sigarenmakers in de laatste jaren geen werk loosheid van eenige beteekenis geheerscot. Wanneer men dus spreekt van werkloozen in Nederland dan zijn dat werkloozen in andere streken van ons land. En au is het een groote moeilijkheid om die arbeiders in Eindhoven aan werk te helpen, al was het alleen reeds omdat daar een nijpend gebrek aan woningen bestaat.... Het kan zeker niemand verwonderen, dat aan bekwame werkkrachten, die juist de Bel gische fabrieken verlaten hebben en die zich spontaan komen aanbieden, door vele fabrikanten de voorkeur wordt gegeven bo ven diegenen die door de arbeidsbeurzen schriftelijk worden aanbevolen, waarvan het gros bestaat uit de laatst overgeblevenen van een groote groep, die al jaren lang werk loos is, waarschijnlijk niet de beste vaklie den, en zeker van het werken eenigszins vervreemd. De opleving van de sigarenindustrie in het Zuiden viel al zeer toevallig samen met het ontstaan van een geweldige malaise in Bel gië, zoodat al degenen die hier werk vinden kersversch uit de fabrieken komen en dus hun plaats ten volle waard zijn. Het woning vraagstuk levert daarenboven geen moeilijk heid op, daar tientallen autobussen, hon derden fietsen en de stoomtram het vreed- rame leger des morgens en des avonds over dc grenzen voeren." Het blad wfl overigens niet verhelen, dat er een gevaar schuilt in dit vlotte verkrij gen van arbeiders, n.l. dat deze bij een op leving weer terug zullen stroomen en de werkgevers in Nederland het zullen moeten betreuren, dat zij te lichtvaardig het oog hebben afgewend van hun werldooze land- genooten of niet tijdig genoeg nieuwe krach ten behben gekweekt. Vooralsnog zijn de loonen in ons land veel hooger dan die in België. De afdeeling St, Maarten te Utrecht, van de Ned. R.-K. Vereeniging van Handelsrei zigers „St. Christoffel" heeft den heer W. Huizing tot voorzitter gekozen in plaats van den heer A. M. E. Francken, die als voor zitter had bedankt. Dezen werden later in den avond huldigende woorden toegespro ken, terwijl werd meegedeeld, dat hem de olgende vergadering een attentie zal wor den bewezen. Tot bestuursleden werden ge- en herko zen de heeren W. J. v. d. Veer ea Nieuwen- huis. Patroons aiwijzend tegenover loonsverhooging. In verband roet den eisch der Haagsche taxi-chauffeurs, aangesloten bij de Nedcr- landsche Unie van Chauffeurs om 20 loon per week en een elf-urigen arbeidsdag, ver neemt de Tel. uit werkgeverskringen, dat verscheidene patroons de elfurïgen arbeids dag reeds hebben ingevoerd en anderen dezen hebben toegezegd. Absoluut afwijzend staan de patroons tegenover een collectief arbeidscontract en den looneisch. Op net oogenblik krijgen de taxi-chauffeurs f 17.50 per week- Het bedrijf laat volgens de werk gevers niet toe, dat dit bedrag op 20.— wordt gebracht. Een collectief contract voor den Haag kan h.i. niet geëischt wonden, omdai daar te veel concurrentie is, voorts wijl een vereeni ging van werkgevers bestaat. Beide partijen hopen echter, dat verdere onderhandelingen tot resultaat zullen opleveren, dat een sta king zal worden voorkomen. Rede van het Tweede Kamerlid van Vuuren. Het lid der Tweede Kamer, de heer A. C. A. van Vuuren, heeft voor de R. K. Kiesver- eeniging te Groningen een rede gehouden over den huidigen politieken toestand. Spr. verklaarde, luidens het verslag in „Ons Noorden" onvoorwaardelijk een bondgenoot, schap tusschen de R. K,, soc. democr. en vrijz democraten af te wijzen. Hij noemde o.m. als reden dezer onvoorwaardelijke afwijzing, de volgende: 1. een bondgenootschap van een partij als de onze, gegrond op de uit ons godsdienstig beginsel gegroeide solidariteit der klassen, met een partij, die is en wil zijn een klasse partij, de verdedigster alleen van de belangen van een enkele groep, leidt er noodwendig toe, dat een politiek gevoerd wordt, dje op het belang van een klasse is gericht met het dubbel gevolg, dat de klassen, wier belang opzettelijk niet wordt behartigd, zich van de katholieke partij afscheiden en deze dps als parüj, die alle klassen omvat, uiteenvalt en dat de katholieke partij tegenover de partij, die de belangen van maar één klasse behar tigt, steeds ten aanzien van de belangen dezer klasse dc roinstbiedende moet zijn en dientengevolge haar leden uit die klasse in de verleiding moet brengen naar de partij, die tegenover hen de meestbiedende is, de sociaal-democraten, over te loopen. 2. een bondgenootschap met de sociaal democraten, dat, zooals wij zagen, het over- loopen op politiek gebied van de sociaal democraten in de hand moet werken, zal als verder gevolg hebben een afval van katho lieken van den katholieken godsdienst, het ergste kwaad, dat hun kan gebeuren en dat ik niet gaarne op mijn geweten zou hebben, hun aan te doen, hoe groot het voordeel moge zijn, dat men daartegenover zou willen stel len. 3. een bondgenootschap met de sociaal democraten bevordert den invloed van een partij en legt den grondslag van de heer. schappij van een partij, die overal, waar de katholieke kerk vervolgd wordt en die partij de lakens uitdeelt, zich onze grootste vijand heeft getoond, zooals thans weer in Mexico Van een bondgenootschap met de sociaal democraten kan dus geen sprake zijn. Met den tcgen.woordigen toestand is intus- schen niemand ingenomen, de linkerzijde even weinig als de rechterzijde, vervolgde spreker. Hel bezwaar ligt niet in de personen, maar in het karakter van het kabinet, hetwelk nu eenmaal medebrengt, dat het volkomen onaf. hankelijk is van dc Kamer. Indien mogelijk moet dus gestreefd worden naar een parlementair kabinet, d.i. een kabi net, steunende op een meerderheid. Het eenige mogelijke kabinet van dien aard is :oo!ang de linkerzijde in de minderheid is en men ipet mij een samengaan met de sociaal democraten een onmogelijkheid acht een rechts kabinet. Wie dus een terugkeer tot normale toestanden wenscht, moet zijn voor het eenige middel, dat daartoe leidt: het herstel der coalitie van dc drie partijen der rechterzijde, die alle drie op den grondslag slaan, dat ons land moet geregeerd worden naar christelijke beginselen, d.i. in overeen stemming met den wil en de wet van God. Uitvoerig ging spr. de moeilijkheden na, welke een herstel der coalitie verhinderen, en besprak in dat verband het anti-papisme. Hoe steviger dc anti-revolutionnairen pal stonden, hoe mooier de kans, dat de christe- lijk-historischen, als zij in anti-papistische richting gingen, anti-papistische anti-revo- lutionnairen van hun partij zouden aftrog gelen. Voor de anti-revolutionnairen moest daarin een verleiding liggen, ten ejnde hun inenschcn niet in de fuik te laten vangen, bij 't anti-papisme in 't gevlei te komen. Tot hun eer moet gezegd worden, dat zij trouw aan Hun verleden, waarin zij steeds principieele politiek voerden aan die verleiding schit terend weerstand hebben geboden. Voor de christelijk-historischen, die dade lijk bezweken, was daarin echter een reden gelegen, om eenmaal op dien weg, daarop verder te gaan, omdat, dank de correcte houding der anti-revolutionnairen, de kans op winst en voordeel grooter was geworden. De cluistelijk-historischen konden zich op* deze wijze dekken tegen he verlies, dat de dwergpartijen hun en de anti-revolutionnairen toebrachten. Men doet zulke dingen echter niet onge straft. Met de opheffing van het gezantschap is niet de geest bezworen, die de christelijk- historischen in de verkeerde richting dreef, Spr. eindigde, door te zeggen, dat hij zich geen oogenblik de mogelijkheid ontveinst, dat het herstel dér coalitie zelfs in 1929 niet te verwezenlijken blijkt, In dat geval, aldus spr., zuilen wij noodgedwongen in den abnormalen toestand van het oogenblik moeten berusten i en daarvan trachten te maken het beste, wat ervan ie maken is in rustig vertrouwen dat, al is het wat later, dan wij zouden wenschen, het herstel zal komen. De Koningin heeft met ingang van 12 April jkvr. I. G, Baronesse Sloet van Marxveld, eerste hofdame der Koningin, belast met de opvoeding van prinses Juliana der Nederlanden, op haar verzoek op de meest eervolle wijze van laatstgenoemde, functie ontheven onder warme dankbetuiging voor de vele en belangrijke diensten welke zij met de grootste toewijding en plichtsbe trachting aan Harer Majesieit's Huis in het belang der Prinses heeft bewezen en hierna op haar verzoek eervol ontslag verleend als eerste hofdame, onder dankbetuiging voor de vele diensten in die betrekking aan Hare Majesteit bewezen en benoemd tot Dame du Palais honoraire. Tevens heeft de Koningin met denzelfden datum aan mej. A. E. Oosterlee, gouvernante van Prinses Juliana, op haar verzoek op de meest eervolle wijze ontslag verleend, onder warme dankbetuiging voor de belangrijke diensten aan Harer Majesteits Huis in het belang van de Prinses bewezen. De eerste te water gelaten- De Turksche regeering had in 1925 aan de Maatschappij voor Scheeps- en Werktuig bouw „Fyenoord" te Rotterdam, opdracht verstrekt tot den bouw van twee onderzee- booten. De eerste dezer boolen is Zaterdag van de werf der Mpij. met gunstig gevolg te water gelaten. Voor deze gebeurtenis bestond vooral van Turksche zijde groote belangstel ling. De chef van den Turkschen Marinestaf, dc heer Hussammedin Bey, tevens staats secretaris van Marine, was speciaal daarvoor uit Angora overgekomen. Verder waren aan wezig de Turksche zaakgelastigde bij onze regeering, de heer Mahmed Essad Bey, de Turksche consul-generaal te Amsterdam met den consul en vice-consul, de Turksche commissie belast met het toezicht op den bouw, een toevallig in ons land vertoevende militaire Turksche commissie en nog veie anderen. Tevens was op uitnoodiging van den zaakgelastigde aanwezig vice-adjniraal Zegers Ryser, secretaris-generaal van het departe ment van Marine. Ook het ingenieurs-bureau, dat de ontwerpen voor den bouw van de onderzeebooten heeft geleverd, was vertegen woordigd. De doopplechtigheid werd verricht door een bloedverwante van den Turkschen zaakgelas tigde mej. Védjahat Riza. Nadat de tewaterlating was geschied, ver. eenigden alle aanwezgien zich in de ontvang kamer van het etablissement „Fyenoord", alwaar* verschillende toespraken werden ge houden en de directie van „Fyenoord" aan mej. Vdjahat Riza een souvenir met inscriptie aanbood. Vervolgens had een gemeenschappelijke lunch plaats. Hel Tweede Kamerlid de heer Braai heeft den Min. van Justitie gevraagd of het hem bekend is; dal aan de groofe Nationale Landbouw tentoonstelling, gehouden van 4 tot 9 Sept. 1925 te Wijchcn, een loterij verbonden was, waarvan dc baten kwamen aan dpn plaat selijken boerenbond; dat vele belangstellen den twijfelen aan de zuiverheid van het be heer van die loterij; dat destijds, in 1925, de lolerijcommissie is opgemaakt; dat tot op heden die zaak nog niet door den rechter behandeld is? Is vraagt de heer Braat de Minister bereid mede te deelen, welk gevolg aan het destijds opgemaakte proces verbaal is gege ven en wat hem ter zake verder bekend is of in verband met een op grond van deze vragen in te stellen onderzoek te zijner kennis mocht komen? Postzegels, vooral de oude zeldzame exemplaren, hebben thans een fabelachtige marktwaarde. Dit moge blijken uit het vol gende. Tot voor kort geleden golden de eerste twee postzegels van Mauritius, waar van er slechts een dozijn bekend zijn, voor de kostbaarste. Een Britsch verzamelaar be taalde voor dit beroemde tweetal op een verkooping 79.300. Nog waardevoller ech ter blijkt de roode 1-cents postzegel van Brilsch-Guyana te zijn, waarvoor een Ame rikaan 73.200 over had! Voor de meeste verzamelaars onbereikbaar. Het terrein is echter ruim genoeg: sedert de postzegelhan- dei hloeit zorgen de postadministraties elk jaar voor iets nieuws. Thans zijn er dan ook reeds ongeveer 65.000 verschillende zegel soorten bekend; Europa alleen zorgde voor 26.000 „dessins Antigua gaf een nieuw zegel van d„ rood, uit: de Britsche Salamonseilanden twee zegels van 1 d. cn 2 sh.; Zanzibar een z-gel van 20 c.j Zuidwest-Afrika een op druk op 6 d.; Montsarrat een zegel van 2% d. (blauw) en Pakiali een van 8 anna's. WOENSDAG 2 FEBRUARL HILVERSUM 1050 M. 12 uur Po litieker. 23 uur Engelsche les voor kinderen 34 uur Knipcursus 44.30 uur Half-uurtje voor de huis vrouw. Mevr. Mr. Ada Goudsmit, over: De huisvrouw en het arbeidscontract - 4.356.15 uur Concert door lipt H. D. O.-orkest, Mevr. Hiek SternFranco, sopraan 6.156.45 uur Lezing door den heer E. Kuylman, ortnitoloog, over: Camouflage en mimicry in de dierenwe reld 6.457.45 uur Vervclgles en conversatieles Duitsch 7.45 uur Po- litieber. 10 uur Persber. 8.10 uur Concert Chr. Mannenkoor „Jubel", Dir. G. v. Burg. Mej. L. Lauenro'ah, piano. la. Wilt heden nu treden, b. O Heer, die daer des Hemels tente spreyt, mannen koor. 2a. Impromptu op. 90 G-dur, b. Im promptu op. 90 As di.tr, Schubert, piano. 3. Rede door den heer Ho de Jong: Moei lijkheden van het Jongemannen Leven. 4a. Benedictus sit Deus Pater, Kathe. b. Improperium, Th. v. d. Bijl, mannenkoor. 5a, Konzert-elude op. 20 no. 1 As-dur, b. Prelude op 28 no. 4 Ë-moll, c. Prelude op. 28 no. 6 G-moll, d. Prelude op. 28 no, 15 Des dur, Chopin, piano. 6. Korte rede door Ds. L. J. v. Leeuwen uit Hilversum tot Predlikanten, Kerkeraden en Leden van de Ned. Herv. Groep 7a. P6. 84 Andriessen, b. Nimmer Nacht, Andries- sen, Mannenkoor, 8a. Impromp'u op. 24 no, t D-dur, WilleHelbing. b. Sonate op. 7, E-moll, Grieg, piano, 9a. Mijn bof, Th. Loots b. De Liefste Plek, Loser, man nenkoor, 10. Het Geuzenvendel. Roeske. DAVENTRV 1600 M. 11.20 uur Con cert. Daventrv-kwartet en solis'en, (viola, sopraan, contra-alt, bas, bariton, viool) I,202.20 uur Orkestconcert 3,15 uur Voorlezing: Pickwick-papers, Dic kens 3.20 uur Lezing: Our native tongue 3.40 uur Lezing: The last -of the Mohicaus 4.05 uur Lezing: Vil lage life in Queen Elizabeth's days 4.20 uur Concert. Daventry-kwartet. W. Morgan, sopraan. M. Bell, cello 5.35 uur Kinderuurtje 6 20 uur Con cert, orgelbespeling van de New Gallery Kinema 6.40 uur Tuinpraatje 6.50 uur Tijdsein, weerber., nieuws 7.05 uur Orgelbespeling, vervolg 7.20 uur Lezing, Stephen Halen, pioneer in pu blic health 7,35 uur Sonates van Mozart, Pianomuziek 7.45 uur Le zing: Present day probleme if food 8.05 uur - Weatherly, concert. M. Wil kinson, sopraan. E, Dakin, contra alt, J. Maldwyn Thomas, tenor, G. Eastman, ba riton 9.20 uur Weerber, nieuws 9.35 uur Causerie 9.50 uur Pro gramma, samenges'eld door P. G. Wede- house 11-2012.20 uur Dansmuziek v. b. New Princess restaurant, PARIJS „Radio Paris" 1750 M. 10.50-w II,20 uur Persber. en muziek 12.50— 2.10 uur Concert, Orkest en Mile. Mo rin, zang 5.05—5.55 uur Concert, Radio Jazz Symphonic 9.05 uur Gala-concert. Groot orkest, jazzband en vocale solis'en. LANGENBERG 469 M. 3.50—5.15 uur Orkestconcert 7.359.20 unr Balladen-avond. Frl. Plöger, Winterberg declamatie. K. Haesr, piano, A, Inkamp. bas. Hr. Probst, declamatie 9.4010.50 uur Dansmuziek. KGNIGSWUSTERHAUSEN 1300 M. en BERLIJN 484 en 566 M. 11.20—5.50 uur Lezingen en lessen 5.50 uur „Die Meistersinger von Nurnberg", opera van Rich. Wagner. Daarna tot 11.50 uur Dansmuziek. HAMBURG 394.7 M. 1.25—2.05 uur Orkestconcert 3.505.19 uur Dans muziek 5.206.10 uur Dansmuziek 6.45-11-15 uur „Das Rheingold', van Wagner. Daarna orkestconcert. BRUSSEL 509 M. en ANTWERPEN 266 M. 8.20 uur De Radio-Cou rant 8.5010.50 uur Orkestconcert, Be postzegels ten bate van csorlogsweczen komen, nadat Frankrijk er in 1927 mede ;s begonnen, in trek. In Frankrijk verscheen wederom een nieuwe uitgifte met op den beelaenaar de geest van den oorlog met getrokken zwaard. De laatste Duitsche zegels vertoonen. portretten van mannen, die uitblonken ia vredesarbeid. In Italiaansch Noord-Afrika verschijnen: nieuwe postzegels der Cyncraica-serie in de waarden van 10, 15 en 25 centisfmi. De beel denaar vertoont dc moskee te Giarabub. Voor het Britsch mandaatgebied Tanga nyika zijn nieuwe postzegels uitgegeven in de waarden van 5 cents tot 1. Inplaals van dc vroegere giraffeteekening dragen zij den beeldenaar van koning George V. Ter gelegenheid van de 300-jarige herden king der verovering van Barbados, zal in Februari een jubileumzegel verschijnen, dra gende de beeltenissen van koning Karei I en koning George V, De kapitein W. M, C. J. Hafkemeyer is door de Belgische regeering benoemd tot officier in de Leopolds-orde. 92 Het kleine meisje zag hem niet en keek heel stil naar de spelende eekhoorntjes, maar opeens wierp het de gouden lokken achterwaarts, zoodat hit ongehinderd haar bekoorlijk gezichtje kon zien, klapte in de handjes en bliksemsnel verdwenen de dier tjes. Het kind lachte luid, stond op en ter wijl het zich eenige schreden rugwaarts van den boom verwijderde, om de kleine lieve lingen die zij geplaagd had tusschen de groine bladeren te ontdekken, kwam het in Herberts onmiddellijke nabijheid. Gedreven door een onwederstaanbaar ge voel, sloeg hij de armen om haar been en hief baar op met een onstuimige beweging, terwijl bij zijn mond vast op hare zachte kinderwangen en haar roode lipjes drukte. Maar Veronica deed een luiden kreet van schrik hooren en haar eerste angstige uitroep deed een jonge dame naderen, welke voor zijne blikken verborgen, aar. de anderen zijde van den boomstam had zitten lezen- Het kind glead uit zijne armen en vluchtte voor den vreemden man naar het jonge meisje, dat ofschoon getroffen door Herberts onverwachte verschijning, toch met een oog opslag den geheelpn samenhang begreep Zij drukte 't kleine meisje vast tegen zich aan en toen Herbert langzaam naderde, maakte zij een trotsche afwijzende beweging. Maar de macht van dit oogenblik op zijn diepge- schokt gemoed was grooter dan de heer schappij, welke hij steeds zoo meesterlijk over zich zeiven had ui'geoefend, zijne lang verloochende natuur vordere gebiedend haar reebt en zjj verkreeg d.t, daar Herbert "geen wensch meer had en geen doel. Geef mij het kind, Theresia, slechts één oogenblik, zeide hij op afgematten toon,'ik heb zoo vreeselijk geleden en dit is de eerste lafenis, waarnaar ik verlang. Deze uitroep verraste haar, maar zij dacht daaraan, hoe hij gewoon was te misleiden en te bedriegen, zij durfde niet vertrouwen op de zwakheid van het oogenblik. I Ge zijt krank, Herbert, zeide zij voor het kleine meisje tredend, dat half schuw, half nieuwsgierig zich achter haar verborg, en kranken dwalen in de keuze der middelen. Wat kan dat vreemde kind u schenken? Vol smart stampte hij met den voet op den j grond. Martel mij toch niet, gij weet het wel, het is het mijne het mijne! Hij riep dat met een woesten kreet, hall welbehagen, half vertwijfelen en breidde de armen uit, Theresia had een moedig hart, maar hare handen sidderden, toen zij zonder tegen spraak het I.ir.d ophiel en het aan zijne borst legde. Daar —.daar, zeide zij met bevende stem, wees lief, Veronica, het is een arme man! Het kleine meisje sprak geen woord cn Theresia met groote oogen aankijkend, dook het als een vogeltje weg aan de borst van den vreemdeling, er. hij zette zich met haar aan den boomstam neder en zijne tranen vloeiden in haar gouden lokken. Het broze gebouw van zijn bedrog lag vernietigd in een kinderhand, eindelijk trad het gevoel in zijn recht en nu de dam gebroken was, vloeide het over, zonder zich daarom te bekommeren, wat het met zich medesleeple. Toen hij zijn gelaat ophief, lag daarop een geheel andere uitdrukking. De sterke uiting van zijn gevoel had hem niet verzwakt, maar zijn veerkracht weergegeven. Nu weet gij alles, zeide hij met een op welling van zijn ouden trots, terwijl nij Theresia de hand reikte, maar spreek mij er niet over, want dat kan ik niet verdragen. Rekenschap zal ik geven op een andere plaats. Laat mij u danken voor de liefde, welke gij Veronica hebt bewezen; ik zou oneindig veel ellendiger zijn, als ik het kind in droeve omstandigheden geweten had. Dan had gij het vroeger bevrijd, zeide zij hem bemoedigend. Haastig ontkende hij dit. Geloof dat niet, ik heb een natuur, welke zich niet buigt, ge hebt dit gezien. Zij moet geheel gebroken worden! Om zich weder op te heffen. Ook dit ontkende hij levendig. Dit gelooft ge zelfs n-et, Theresia, en al gelooft ge het, dan moet ik u toch deze echt vrouwelijke hoop ontnemen. Ik kan en wil mij niet meer opheffen. Waartoe? Verlangt gc van mij een leven van berouw en boete, een beklagenswaardig schouwspel voor de wereld, een aanblik voor mijn dochter, welke ieder vrij vroolijk gevoel der jeugd moet verstikken? Na zulk een val blijft men nederÜggen ten gronde en. laat de tijd over zicb heentrekken, de tijd, welke in zijn loop goed zoowel als kwaad met vergetelheid dekt. Ditmaal sprak zij hem niet tegen; voor den troost eener algemeene opheffing was bij op dit oogenblik, waarin hij alleen af rekende niet de gevolgen eener zekere daad, niet toegankelijk. Maar zij beproefde een ander middel. Als wij zelf noch den moed, noch den wij hebben, om ons op te heffen, dan stooten wij ten minste niet hen af, welke ons vol trouw ter hulp komen, zeide zij. Ik zal u iets mdedeelen, dat u een steun schenkt, niet voor de menschen, maar in uw eigep hart. Uw kind dwaalt niet zonder naam door de wereld; eer Constantijn stierf heeft hij het olechtig erkend als het zijne, de naam, Welke Veronica onrechtmatig droeg, ia nu haar eigendom. Zijn bleek gelaat wag nog kléurloozer geworden, hij gevoelde in deze grootmoedig heid, welke over hem been zijn kind betoond was, slechts 'n stilzwijgende verachting voor zich zeiven, Noemt gij dit opheffen, Theresia, riep hij vol bitterheid uit, gevoelt gij dan niet den angel, welke daarin verborgen is. Hoor mij aan het einde toe, zeide zij geruststellend. Hij was zoo goed, zoo groot, l ij dacht aan alles, „Ik schenk het kind mijn zegen," schreef hij in zijn laatsen wil „en hem, die aan mij heeft misdaan, mijn vergiffenis, zoodra hij die begeert," Met een sprong was Herbert overeind, een vernieuwd leven fonkelde plotseling in zijn vermoeiden blik erihij greep d(e zachte hand van het meisje met zoo krampachtigen druk, dat zij van pijn beefde. Zijne vergiffenis! stamelde hij, hoe The resia, hoe? O mijn broeder mijn vriend. Daar lag een zachte leederheid, welke hij wellicht nimmer te voren had gevoeld. Zijn hopfd zonk uitgeput achterover en in zijne smachtend uitgebreide armen legde There sia ten tweeden male zijn kind. Zij zijn beiden tegenwoordig, Herbert, beiden aan welke gij u hebt misgaan; gij zijt nu allen weder vereend, zeide zij zacht. Hij knikte. En vrij Theresia, vrij! Het was een ichoone tijd, waarin ik hem bezat zonder schuld, maar schooner is de dag, waarop ik hen zal ivédervinden. O, op deze plaats, waar mijn geluk begon, hier heeft het op mij gewacht! Hij trok het kind naar zich toe en kuste het hartstochtelijk, Als zij, fluisterde hij, zoo lief, zoo schoon! Maar 'i kleine meisje werd angstig tenge-, voige van een tooneel, dat het niet begreep. Als ge weent, zeide zij half toornig, half droevig, dan zullen de eekhoorntjes wegloo- pen, ik ga naar beneden om te kijken of er nog zijn. Zij liet zich nederglijden en vlood heen en een poos keek hij stil naar de bewegingen en het gebarenspel van het kind, dat hem zoo levendig aan Magdalena herinnerde. Toen vertoonde zich, na de stormachtige aandoeningen van dien dag, een zichbare afmatting in zijne trekken. Theresia had 'gevreesd, dat hij zou weige ren, wanneer zij hem verzocht mede naar het kasteel te gaan, maar hij ging op hare eerste uitnoodiging mede. Ik ben zeer vermoeid, zeide hij, ik denk, dat ik in Tannensee zal slapen, slapen als voorheen. Zij riepen bet kind en wandelden langzaam terug; hij met het gevoel van iemand, die wedergekeerd is na een langen tocht. In dien tuin was de oude tuin man, die gewoond had bij den opper- 'arMmeesler. bezitf de fontein met nieuwe, potbloemen te versieren; de man bleef ver baasd met open mond staan, toen het paar zoo eendrachtig, naderde en hiermede het vermoeden logenstrafte dat graaf Wolf par tij gekozen had in dezen onzaligen twist en gestaan had aan de zijde des dooden, dien hij als «en zoon had begraven. '.Wordt vervolgd»^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 6