flnzeVrouwenruhriek
ONZE KLEEDING
9
LB
Begaafde kinderen.
Vóór Baby's komst.
Wiegengarnituur.
De hoedenmode.
De Haaienhuid en
de mede.
Voor de
slaapkamer.
Over wild.
Patronen naar Maat
i.
i'8L
i
L/i
4
MARGUERITE.
.CATHaRINA.
Wanneer dit thema ergens ter sprake
gebracht wordt, geloof ik, dat er geen
vader of moeder bestaat, die niet met
plotseling-oplevende belangstelling de
ooren spitst, overtuigd, dat dit nu eens
een onderwerp is. dat hem of haar
rechtstreeks aangaat.
„Dat is iets voor ons iets waarvan
we kunnen Ieeren misschien iet9 dat
we met vrucht aan onze eigen ervarin
gen kunnen toetsen maar vooral: iets
waar we als deskundigen over kunen
meepraten."
Wel ik kan met den. besten wil
niet smalen op die lijders aan die alge
meen verbreide ouderen-kwaal, die ar
men noch rijken ontziet: die oogziekte,
n soort gouden staar, die de eigen
spruiten als onvervalschte wonderkinde
ren in een gloriekrans van geniale extra-
ordinariteiten ziet verschijnen, die het
niemand anders gegeven is, te onder
kennen! Och, die aandoenlijke verwis
seling van uiltjes en valkjes is zoo be
grijpelijk en de ergst schreeuwende
inquisiteurs rallen, eenmaal in soortge
lijke omstandigheden gekomen, bet eerst
en gewilligst aan deze zoölogische ket
terij ten prooi.
Vi acht. ik moet daar terloops even
een gegarandeerd historische anecdote
over vertellen, nu juist niet van het
sympathiekste genre, maar in ieder ge
val zeer humoristisch. Een werk -::jk-
bestaand huisvader, die in wijden kring
berucht is om zijn schier phenomenile
cliedomheid en zijn met alle fantasie
spottenden eigenwaan wat betreft zijr.
stralend intellect, heeft een vlugge, ver
standige vrouw en een eerstgeboren
zoon, die helaas zijn eigen geestelijk en
lichamelijk evenbeeld is. Op' een dag
vindt een onderhoud plaats tusschen
den verontwaardigden vader en den
rector van eer. onderwijs-instelling, waar
de zoon, hadend in zweet en tranen,
dag aan dag op het hobbelig pad der
klassieke wetenschappen voortstruikelt.
„De jongen wil niet!" meent de vader
met somheren pathos, vermengd met
eenige smartelijke martelaars-noblesse.
„Pardon, zegt de rector, „het is mijn
ervaring, dat geen enkele inspanning
hem te veei is. Het hapert hem geens-
zins aan vlijt maar de heele kwestie
is: de jongen kan niet. Wezenlijk, hij
kan niet, gelooft u mij!"
„Maar hoe verklaart u dat?" hijgt de
vader, vee! meer jeger.s zijn zoon ver
bitterd door de onthulling van diens on
macht, dan voorheen door de verdenking
van onwil. „Dat n jongen van mij nu
heelemaal niet zou kunnen?! Enfin,"
boog hij plotseling het hoofd, in een
apotheose van gelatenheid, „we moeten
één ding iaten gelden, 't Kind heeft óók
een moeder gehad!"
Dit idée-fixe van bijna alle ouders,
dat hun kinderen onnmogelijk anders
kunnen zijn dan hoog- en veelzijdig be
gaafd, kan heel vaak, vooral op studie
terrein, voor die deerniswaardige huis-
godjes zèlt de droevigste gevolgen heb
ben. Vooral is dat tegenwoordig nog al
eens met meisjes het geval. De arme
speelsche bakvischjes met de vlinder
achtige verbeelding en het reddeiooze
zeef-geheugen, wier hart uitgaat naar
eigen-gebreide mouwvesten en gezellig
huishoudelijk gepruts, en van wie, ten
zij alle menschelijke berekening faier.
zou, met zekerheid te voorspellen valt,
dat ze jong zullen trouwen worden
soms met geweld aan hun kookboek-
bevliegingen en sportwol-raanies ontrukt
om.... in de rechten te gaan studeeren!
Dat heet hun loopbaan opènen met een
groot onrecht.
Maar de werfcelijk-begaafde kinderen,
de weinige zeldzaam begenadigden die
hebben t, eilacie, dikwijls nog veel
harder te verduren. Is het eenmaal uit
gemaakt, dat het kind, niet alleen vol
gens de gretige fantasie der ouders,
maar volgens 't eenparig oordeel van be
voegde personen, waarlijk over buiten
gewone gaven beschikt dan stijgt
deze zekerheid al heel dikwijls één van
beide of allebei den onders naar het
hoofd en wordt 'n heuschelijk klein hoog
moedswaanzinnetje op één punt geconcen-
reerd. Allerlei half-gedoofde oude eer-
zucif-vtafflmêtjeé, die- in eigen aanleg
nooit voedsel konden vinden, beginnen
lustig op te spetteren tot een aanstelle
rig binnenbrandje, met de allures van 'n
vulkaan. Het „wonderkind", dat zelf
soms volstrekt niet eerzuchtig is en dik
wijls meer meditatief dan actief aange
legd, wordt opgezweept tot onzinnige
arbeids-praestaties. tot urenlang bestu-
deeren van détails, waar de schools
kiasse geen benul van heeft en dat
niet in 't belang van zijn eigen ontwik
keling, maar om 't op te tuigen tot een
rinkelend parade-paardje, dat bij alle
denkbare gelegenheden van stal wordt
gehaald.
Tegen het begaafde kind wordt in de
opvoeding meer gezondigd dar. tegen
tien middelmatige tezamen. Wanneer Het
ri niet met. een zeer sterke levensblij
heid begiftigd is. die het boven den
druk der ouderlijke veeleischendheid. kan
uitheffen, beleeft het soms geen pleizie-
rigen dag in al zijn jeugdjaren. Nooit
wordt 't geprezen, uit vrees dat 't op
rijn lauweren zal gaan rusten, noeit doet
't eigenlijk genoeg. Wanneerandere kin
deren, 'n paar jaar ouder soms. door hun
ouders in aanmoedigende verrukking aan
hart worden gedrukt, omdat ze a'i een
lichtreclame hakkelend hebben afgespeld,
wordt aan het wonderkind in bewoor
dingen, véél te onvertcerbaer en beang
stigend voor zijn leeftijd, smadelijk ver
weten, dat 't p a s weet te vertellen, wie
de uitvinder van dé stammeoder van
de auto van het merk van de lichtre
clame geweest is, en nog niet ééns, hoe
die auto zelf heel precies' wordt voort
bewogen! De fanatieke overdrijving van
sommige ouders overtreft alles, wat een
bescheiden vader of moeder' mat. gema
tigde eischen zich kan voorstellen.
Het tegenovergestelde uiterste, dat ze
met trots verklaren, lot- eiken prijs te
zullen vermijden, is: de bijzondere gaven
van het kind van jongs af aan in zijn bij
zijn te bespreken, verheerlijkt .te lachen
om zijn origineele gezegden en vol over
tuiging te verzekeren.- dat het zich niet
de minste moeite behoeft te getroostfen
om zich alle mogelijke kundigheden eigen
te maken. Maar toch. toewei de gulden
middenweg natuurlijk netjes tusschen
deze twee uitersten doorloopt, lijkt me
de laatste vorm van onverstand nog
van twee kwaden het minste, omdat ik
dikwijls opgemerkt heb, dat waarlijk be
gaafde kinderen ook bij onoo-deelkun-
dige opvoeding lang niet zoo gauw .over
T paard getild zijn" als die met dood-
gewonen aanleg, die natuurlijk ook heel
dikwijls door hun fiere ouders vervaar
lijk in de hoogte gestoken worden!
Waar we vooral tegen moeten waken,
wanneer we het geluk hebben, een kind
van meer dan alledaagsche .begaafdheid
te bezitten, is dit: dat 't hem niet, d- r
onze schuld, in 't klein evenzoo vergaat
als Jozef tusschen zijn broeders! Een
kind, dat zijn leeftijd vooruit is staat
maar al te licht geheel op zich zelf,
apart van al zijn makkertjes, en over
jeugd-eenzaamheid loopt de weg, die in
't later leven tot eenzelvigheid leidt,
'i Is tenslotte ,heel natuurlijk: de om
gang met kameraadjes van zijn eigen ja
ren. die in ontwikkeling vér bij hem
achter staan, kan op dan duur niet be
vredigen en heel veel groote mer.-
schen. die zich de onmiskenbare intel-
iectueele meerderheid van. zóo'n kleu
ter niet kunnen ontveinzen, stoolen zijn
weetgierigheid en pogingen tot contact
af met iets. dal werkelijk aan haat
grenst en verschansen zich achter een
smadelijk „wijsneus!" of „oud-mannet'e"
terwijl ze toch onafwendbaar den tijd
voelen naderen, dat dit kind hen, op z'n
zachtst uitgedrukt, zal overvleugelen en
den toon aangeven ia kringen, waar zij
zelf volkomen over 't hoofd gezien zul
len worden.
Daarom al kunnen we zelf misschien
niet eens heelemaal in alles meekomen,
moeten we toch zorgen, dat we nooit
dat innige' ziele-contact met ons kind
verliezen We loopen dan nooit gevaar,
dat het zich ooit in zijn ouders teleur
gesteld voelt, zooals in zijn makkertjes,
en ze later gaat beschouwen als men-
ichen „waar je niet mee praten kunt."
Geleerd en diepzinnig redeneeren, dat
kunnen we misschien niet met ons .won
derkind", zooals 't dit wel zou wenschen,
maar „p-aten," eenvoudig, hartelijk,
troostend, moederlijk en verstandig pra
ten dat moeten we allnn kunnen,
iedere moeder zonder uitzondering, mét
ieder .kind. Ook het meest-begaafde!
MACHTEED.
Iedere aanstaande echte Moeder
maakt zich veel hoofdbrekens, hoe ze
haar kindje zal ontvangen en niet ten
onrechte! Baby's wereldje, waarin 't leven
zal, dicht bij z'n moedertje, die altijd weer
trouw voor hem zorgen zal, moet een
..zonnewereldje" worden vanaf z'n eer
sten levensdag. Baby's jeugd moet vanaf
dit gewichtige oogenblik, een heerlijke
jeugd zijn vol teederheid, vol poëzie, vol
levensblijheid". Die levensblijheid zal
dan van z'n kléine snuitje ons tegen-
itralen en 't zal zich steeds dankbaar
wonen voor al 't goede en mooie dat hij
ran zijn Moedertje ontvangen zal. En
"eeds bij 't maken van babv's uitzetje
rullen haar gedachten steeds bij hem zijn.
3e wieg, alle benoodigdheden roor z'n
iagelijksche bad, en hoe moet ik z'n
tamerlje inrichten, waar hij geholpen za!
worden enz., enz., dit alles za! haar ge
dachten bezighouden.
Nu wil ik bieronder een practisch uit.
zetje Iaten volgen geschikt voor iedere
beuxs waar men mee- vojatnan kan,
maar dat natuurlijk voor uitbreiding vat
baar is.
lste: 6 hemdjes van katoen'of reiorm-
stoi, met eenvoudig, kantje .of puntje aan
t halsje afgewerkt, met shuifbandje in
,'t.midden vastgenaaid (bij 't herhaaldelijk
.v.asschcn schieten deze er vaak. uit,
geven onnoodig werk) van achteren open
en van voren een apart vierkant dubbel
stukje van dezelfde stof er aan één kant
opgestikt voor 't bevestigen der veilig
heidsspelden.
2de. 6 flanelletjes of kleine wollen
camisole's;
3d,e. 6 tot 8 navelbandjes, gemaakt van
een dubbele op maat 'afgeknipte tricot
zwachtel. Deze verschuift niet. Dit vol
doet meer dan flanellen en is goedkoo-
per en doelmatiger.
4de. kuiers, 18 tot 24 tetra-Iniefs, heer
tijk zacht en nemen 't vocht flink op.
36 flinke vierkante „oogjeslulers" of
badstóf-Iuie'rs. Deze laatsten houden wal
goed tegen, maar zijn gauw stuk, door 't
VOOR HET THEEUURTJE.
Onze illustratie geeft u ditmaal een
viertal modellen voor het thee-uurtje be
nevens een aardig kinderjurkje,
No. 80 is een sierlijke japon van azuur
blauwe crêpe georgette, met 'n gekruiste
galongarneering over de borst. Het rokje
is van achteren glad; aan de vóórzijde,
zooals de tsekening duidelijk aangeeft,
gesmokt of gefronst, zoodat alle ruimte
aan de voorzijde komt.
No. 81. Japon van amandel groene
crepella. Het blousendc corsage wordt
gegarneerd door een tusschen gezet ge
schulpt vest van de zelfde stof. Hét rokje
bee in het voorpand eenige stolpplooi
en, welke gedeeltelijk zijn vastgestikf.
De mouwen zijn evenals die van no. 80,
zeer wijd, en eindigen in een lange,
nauwsluitende manchet, en donkergroene
peau de suède ceintuur met daarbij pas
send kraagje en zijden lintje, geven het
geheel iets artistieks.
No. 82. een eenvoudige doch elegante
robe wélke men van fluweel, fijne serge
of crêpe marocain zou kunnen vervaardi
gen. Hét blousende corsage heeft iange
nauwsluitende mouwen en is met een
open of gesloten te dragen kraag ge
garneerd. Het rokje bestaat uil twee
volants. De tusschen gezette ceintuur is
met biesjes gegarneerd.
No. 83. Kinderjurkje van tango-kleu
rige wollen crêpe, hetwelk gegarneerd
wordt door een zwart wollen feston-
rand langs de bolero, de korte mouwen
en aan den. onderkant van het rokje.
No. 84. Een charmante japon van be
drukte crêpe de chine. Het corsage sluit
schuin over naar links. Het rokje is van
achteren glad, aan de voorzijde gefronst
en een ietsje oploopend.
De garneering der japon bestaat uit
een effen' zijden sjaalkraag, welke in
een grooten strik eindigt. Een tusschen-
gczetl.e rand onder aan de wijde mou
wen en aan het rokje zagen wij met
veel gratie dragen in een gezellig Pa-
rijsch interieur.
MARGUERITE
vele wasschen (niet iedereen bezit een
waschmachine met wringer) en 't wrin
gen.
6 4 8 witte wollen luiers voor de eersie
maanden, netjes omgehaakt.
5de. Truitjes een stelletje voor over
dag en eenige eenvoudige voor 's nachts.
Nachtponnetjes voldoen niet! Wat bij
passende luierbroekjes, eigen gebreide
witte wollen broekjes voor later. Naar
gelang 't jaargetijde ook de truitjes van
wol of katoen.
6de. 6 boven-, 6 onderlakenijes,
12 sloopjes,
12 wollen of molton inleggers,
een zeiltje met boorband omgestikt en
met aan de hoeken een paar flinke ban
den, wat later bij 't opmaken der wieg
goed van pas zal komen.
7de. 6 tot 12 spsen-doekjes van bad
stof, deze zijn kant-k'aar in dei: handel.
8ste. een goede (geen nikkelen kruik.
Deze is vlug koud en voldoet dus niet!!
kruik met een goede sluiting. Tiyee krui-
kenzakjes, gehaakt Van katoen, wol of
genaaid van flanel.
7de. Een vuilgoedmand of 2 flinke,
groote wasebbare zakken, voor 't vuile
goed: baby krijgt iederen dag alles schoon
aan en er zijn zelfs wel gevallen dat uw
kleine schat, u de handen vol werk geeft
en u wel eens zóóveel waschgoed geeft,
dat ge niet één dag de wasch kunt over
slaan, Gebruikt ge dezen „vuilgoedmand
bekleed hem met zeildoek. Dat kunt
ge heerlijk uitzcepen U voorkomt 't
slingeren van 't vuile goed op de kamer
er mee, dat altijd slordig staat en vies
en onhygiënisch is.
En nu de „wieg": "t Kleine, veilige
huisje moet practisch zijn. niet behangen
met kanten gordijnen, gevoerd met kost
bare zijde en met strikken (je ware „stof
nesten") behangen.
Een zachte kleur, als men geen wit
kiest, t Liefst van riet, in ieders bereik,
de voering uitneeinbaar, gewatteerd,
want u zult 't niet willen gelooven al
heel gauw is uw kleintje zocver, dat hij
of zij er niet meer over denkt om cor
rect, zoonis u hem in z.ijn wieg
legt, te blijven liggen ze schuiven en
wentelen zich net- zoolang tot ze met
hun bol tegen den binnenkant der wieg
aan ligger, en dan mogen, ze zich niet
bezeeren tegen 't harde riet! Laat itw
wiegje practisch de bekleeding leuk,
gezellig, goed waschbaar, zijn maar
vooral eenvoudig! Uw kleintje zal in een
eenvoudig eigenhandig bekleed wiegje
beter tot zijn of haar recht komen, dan
in een zéér kostbare met geweldige
lawaaistrikken!
Als 't eenigszins kan,, ja, want onze
peuters zijn kostbare klantjes!, neem dan
een heel goedkoop wiegje met eenvoudig
Brabantsch bont bekleed voor de slaap
kamer. Ik kocht er een voor .5 en haal
de voor 1.50 bekleeding, ik behoefde
nooit 's avonds de wieg van beneden
naar boven te transporteeren. Baby
Benoodigd voor 6 sloopjes. 4 el .ka
toen van 90 c.M.; 1014 el kant van 4 4 5
c.M.; 7K el entredeux van 2 a 3 c.M.
Voor 6 lakentjes 1Ó54 el katoen van 80
c.M., 7 el kant, 7 el entredeux.
Onderstaand wiegengarrituur is ge-
tjes inslikt; Voor onderlakentje kan men
dezelfde maten gebruiken als boven,
maar werkt de rafelkanten af met een
zoompje. Wil men een patroontje maken
voor het sloopje, dan zet men eerst een
tialv'cn cirkel op met een straal'van 2214
dé voorzijde van' het sloopje er in, en
werkt het af. Vervolgens maakt men aan
voor- en achterkant een 3 c.M. breeden
zoom. Dan stikt men den buitenkant van
het sloopje met de gerimpelde kant er
tusschen.
kwam dan in een irisch bedje voor den
nacht! 't Matrasje van varen en kruize
munt zelf gemaakt, desnoods var. onge
bleekt katoen met een bijpassend plat
kussentje precies op maat van de wieg
(baby mag niet van "t kussentje glijden!).
Vooral geen zeegras, dit vormt harde
kluiten en is bovendien zee stoffig!
Maak 2 matrasjes en 2 kussentjes. U
kunt ze dan van tijd tot tijd eens flink
laten luchten, den inhoud in de zon even
tueel te drogen leggen en de zakken
wasschen!
2 wollen dekentjes, die niet te veel
pluizen de geschoren Fransche de
kentjes ziju wel iets kostbaarder, maar
voldoen uitstekend een donzen dek-
bedje voor koude dagen.
Bij alles wat u maakt voor een toe
komstig kindje, zorg dat 't practisch,
smaakvol, maar vooral eenvoudig is, dit
zal u 't meeste voldoen.
Een klein luiermandje kunt u er nog
aan toevoegen, welks inhoudik in mijn
volgend artikeltje, te zamen met wat u
allemaal voor kindjes bad cn toilet noo-
dig heeft, met u zal bepraten.
En tot besluit een met een fijn linnen
kantje afgewerkt flink groot muskieten
gaas voor de ongenoode, lastige en ge
vaarlijke gasten!
CORMA.
een groen geverfde baaienhuid over
trokken.
De damessigaretienkokers zijn bijzon
der mooi afgewerkt. Die, welke aan de
kanten eenigszins afgeplat zijn, zijn het
kostbaarst, want ze worden met de hand
gemaakt.. Van binnen zijn ze van goud
of van verguld-zilver. Dikwijls wordt er
buitenop een monogrammetje van dia
mantjes in gemaakt en daarin ziet men
aardige fantasieën, b.v. een email siga
rettenkoker, waarop een vruchtenmandje,
uit velschillende edelgesteenten samen
gesteld, is aangebracht.
Geen enkele damesmode verandert zoo j
gauw als die der hoeden. Men doet dan
ook verstandig, nooit veel hoeden tege
lijk te koopen, want om de twee maan
den is een hoed nu wel niet ouderwelsch,
maar ziet men er, die er weer heel
anders uitzien dan die, welke men twee
maanden geleden kocht.
Op 't oogenblik ziet men den hocgen
bol hardnekkig standhouden. Veel hoe
den zijn van vilt of taucé (het dikke,
zijdeachtige vilt), verder ziet men hoe
den van antiloop, hoeden van bont en
hoeden (voornamelijk de toque of baret)
van breitschwantz, gazelle, schapenbont,
of ook wel als een combinatie van wit
en zwart kalf.
De satijnen toques worden zeer veel
in den namiddag gedragen, aangezien ze
gekleed staan, meer dan vilt of laupé.
De band sluit niet rechtstreeks om het
hoofd, maar wijkt vooral van voren
eenigszins van het hoofd a.f. Voor 's och
tends ziet men nog heel veel vilthoedjes,
die zeer eenvoudig in elkaar zitten: een
eenvoudige plooi in den bol en het randje
gewoon naar beneden geslagen. Een
aardige speld doet er heel wat aan. Zeer
geliefde kleuren zijn: veel grijs (lichtgrijs
vooral) en donker bordeaux-rood; ook
veel Havana, bruin en beige.
schtkt voor iedere wieg of wagen. Het is
gemaakt van fijne, witte katoen en afge
werkt met entredeux en kant. Het la
kentje heeft een lengte van 1.20 c. M.
en een breedte van 80 c.M.. Bij het ver
vaardigen wordt eerst het kantje aan
gezet, waarna men op VA c.M. afstand
van elkaar 3 plooitjes instikt van 14
c.M. breedte. Vervolgens naait men de
entredeux er tusschen, waarna men weer
op gelijke afstanden ais boven de plooi-
c.M., terwijl men daaronder nog een stuk
teekent van 12 14 c.M. lengte en het pa
troontje is gereed. Het sloopje is ge
sloten met knoop en knoopsgaten, waar
voor men bij den voorkant nog 7 c.M.
aanknipt en bij den achterkant 4 c.M. De
sluiting valt naar den achterkant. Op het
patroon teekent men de breedte van de
entredeux af, die men dan op de
stof na-radeert. Is het sloopje geknipt,
dan-stikt men eerst de entredeux'aan
Daarvoor legt men de beide goede
kanten op elkaar en de rafels van de
kant naar buiten toe. Vervolgens stikt
men aan de goede zijde nog eens langs
den buitenkant, zoodat ook de binnen
kant van bet sloopje netjes is afgewerkt.
Bij lakentje zoowel als sloopje is de
plaats voor het monogram aangegeven.
DINY.
Ongeveer 50 jaar geleden droegen onze
grootmoeders en onze overgrootmoeders
een soort paraplui, die ze zoowel bij
regen als bij zonneschijn konden mee
nemen. Zeer practisch. Dat waren de
zoogenaamde „tout temps" cf „en-tout-
cas". hetgeen beteekent: voor elk weer
geschikt. Iets dergelijks is nu te Parijs
weer in de mode gekomen. De zijde van
de moderne parapluie is van een ge
dekte kleur: rood, blauw, groen of rood
bruin. Geen felle kleur, maar toch zeer
in 't oog loopend. De rand van de zijde
is of effen of vertoont een ruitje; soms
ziet men ook wel een gestreepten rand
van gecombineerde kleuren.
De knop is dikwijls eenigszins gebogen
en van mahoniehout of notenwortel ge
maakt. Dikwijls ook is de knop van
haaienhuid.
De huid van den haai is op 't oogen
blik sterk in de mode te Parijs, Men
maakt er van alles van. In „naturel" ziet
te er beige, geelwit uit en heet dan
„requin", doch meestal wordt ze geverfd
en onder den naam van „galuchat" in den
handel gebracht. Voor de knoppen van
nieuwe parapluies is het galuchat geverfd
in de kleur van de zijde. Een donker-
roode parapluie met een rood galuchat-
wordt als zeer sjiek beschouwd.
Van galuchat maakt men verder;
groote sigarettendoozen, papiersnippers,
poederdoosjes en siga-ettenkokers. Deze
voorwerpen worsen alic van groen galu
chat gemaakt, ook om antiek te imitee-
ren. Want de antieke snuifdoozen en
naai-étuities waren gewoonlijk ook met
Diegenen onder onze lezeressen, die
geen toilettafel bij haar slaapkamer
ameublement hebben, en er toch gaarne
een zouden bezitten, kunnen volgens
bijgaande afbeelding en beschrijving zon
der al te vee! kosten, een alleraardigst
meubel vervaardigen.
Men neme daarvoor een eenvoudige
withouten keukentafel en laat tusschen
de pooten een plank zetten ter berging
van schoenen enz. Vervolgens neemt men
cretonne, passend bij gordijnen of sprei,
Heeft men b.v effen gordijnen, dan is
ter bekleeding.
't het aardigst om cretonne le gebruiken,
met een ondergrond in de kleur der gor
dijnen en daarop een frisch afstekend
patroon. Allereerst bekleedt men nu liet
bovenblad, knipt een stuk cretonne iets
grooter dan de oppervlakte en meteen
een stuk katoen ter voering en spant
beide tegelijk met punaises of spijkertjes
op het bovenblad vast. Dan neme men
3 maal de wijdte van voor- en zijkan
ten, fronst de stof langs het bovenblad,
en zerge, dat in 't midden vóór een ope
ning blijft, zoodat men gemakkelijk bij
de plank kan.
De achterkant kan, indien de toilet
tafel tegen raam of muur staat, strak
besponnen worden tnet voering of de
stof zelve, wat natuurlijk netter is. Slaat
de tafel echter in het midden van oen
g'oote kaïner, want alleen in een groote
kamer zal men dal kunnen doen, dan is
het mooier, de stof rondom te plooien.
Ter voltooiing van het geheel kan men
nog een ronde poef of langwerpig bankje
met dezelfde stof bkleden.
In de laatste of eerste maanden van 't jaar
is 't voor de huisvrouw mogelijk meer af
wisseling te brengen in de vleeschge-
rechten, doordat de jacht geopend is en
de huisgenooten van tijd tot tijd op wild
g'etracteerd kunnen worden. Te betreuren
is het echter voor de liefhebbers, dat de
prijzen hoog zijn, waardoor 't eten van
wild in de meeste gezinnen een groote
uitzondering is. Bovendien is dit de oor
zaak, waardoor vele huisvrouwen minder
op de hoogte van wfld zijn, -hetgeen t>§
mij de gedachte deed opkomen, in dézen
tijd een causerie over wild te houden,
voornamelijk over haas en konijn.
Hazen mogen geschoten worden vast
September tot 1 Januari. Veertien dagén
na 't sluiten van de jacht mogen ze ver
voerd worden. Indien men duidelijk kan
bewijzen, dat de dieren uit de ijskast ko
men, mogen ze ook na dien datum ge
transporteerd worden.
Konijnen mogen tot Maart .geschoten
worden.
De waarde van wild als voedjhgsmid-
del kunnen we gelijkstellen met die .van
vleesch. Het is gemakkelijker verteerbaar.
omdat wildvleesch meer geinige stoffen
bevat. De spiermassa is,iets vaster, doch
niet taaier. Men laat wild wel vier of
vijf dagen hangen, om 't vleesch malscber
te laten worden. Twee dagen kan men
dit zonder eenig bezwaar doen hét
vieesch rnoet besterven, 't geen bij al het
vleesch gebeurt. Maar vier of vijf dagen
is niet nan te raden: de dieren worden
dan „adelijk" en gaan sterk ruiken. Dit
is zoogenaamde ontbinding, waarbij zich
„lijkengift" vormt, wat zeer ongezond is.
De jonge dieren zijn 't lekkerste. Bij in
koop van hazen moet men jonge van oude.
dieren kunnen onderscheiden. Hieronder
volgen de kenmerken van jonge hezen:
1. De leenen aan de v.oorpooten zijn
gescheiden, terwijl bij oude dieren nage
noeg geen tusschenruimtc meer is.
2 De ooren laten zich m de lengte
gemakkelijk inscheuren, de ribben gemak
kelijk tezamen drukken.
3 Het vel op den kop, tusscben de
ooren, kan men gemakkelijk omhoog
trekken, terwijl dit bij de oude dieren
yast aan den schedel zit.
4. De onderkaak kan men gemakkelijk
buigen, en deze geeft raee.
5. Tot 1 jaar heeft de jonge haas een
klein wit vlekje op den kop.
In den bande! komen hazen voor van
verschillenden leeftijd, n.I. volwassen- of
heele hazen; niet volwassen- of 'halve
hazen: heele jonge dieren, zoogenaamde
drielingen.
't Konijn lijkt vee! op een haas. Hel
dier is iets kleiner, de ooren korter aan
den kop en 't vleesch is lichter, iets zoe
ter en zachter dan dat van hazen.
Een moeilijk punt voor de .huisvrouw is
het trancheeren van haas en konijn.' Bij
't voorsnijden van deze dieren behoeft
men niet te letten op den draad van het
vleesch, zooals wel het geval is bij dst
van een rund, kalf of varken.
Bij wild tracht men de mooiste plak
ken of stukken te krijgen.
Met behulp van bijgaande téekening
hoop ik t trancheeren van haas en konijn.
duidelijk te maken.
Als liet dier in zijn geheel wordf op
gediend, wordt het vleesch van den rug
afgenomen, in plakken of stukken gesne
den en weer óp den ruggegraat gelegd.'Op
dezelfde wijze wordt dit met het vleesch
der pooten gedaan.
Op de teekening geven de stippellijnen
de stukken aan, waarin het vlefesch ver
deeld is.
Wordt de haas in stukken opgediend,
dan neemt men de pooten bij de ge
wrichten van den romp af. De pooten
worden in de gewrichten nog eens in
tweeën verdeeld. Op de teekening zijn op
deze wijze de voorpooten afgesneden; -je
stippellijn op den afgesneden voorpoot
geeft de tweede verdeeiir.g aan.
Onze lezeressen kunnen van onze
mode-ontwerpen nauwkeurig naar maat
geknipte patronen ontvangen, tegen
uiterst billijke prijzen, die voor elk
model afzonderlijk wórden opgegeven.
Men neme daarvoor zorgvuldig de maat
op de volgende wijze:
Voordat men de maal gaat nemén,
bindt men een bandje om de taille, waar
door men de juiste lengte van voor-, zij-
en ruglengte at kan meten, 1
Bovenwijdte. De geheele bovenwijdte
wordt genomen over het breedst van
den rug. (volg, voorb.)
Taillewijdtc. De taillewijdte wórdt
genomen strak om de taille
Heupwijdte. De heupwijdte wordt
genomen 1.5 c.M. onder de taillé, vooral
niet te strak
Voorlergte. De voorlengle wordt geno
men vanuit den hals tot hel, bandje.
Zijlengte. De zijlengte wordt genomen
vanuit het oksel tot het bapdie.
Ruglengte De ruglengte wordt geno
men vanuit den rugwerve! tot het bandve.
Schouder-, Elleboog- en Polslengte,
waarbij men steeds den centimeter bij
den hals iaat liggen (volg voorb.)
Elleboogwijdte.Hierbij boiidt men 'den
arm gebogen, daar anders de mouw te
nauw zou worden.
Poiswijdte Vuistwijdte. Armsgatwijdte.
Heele lengte. De geheele letigie van
japon of mantel wordt vanuit den bals
gemeten.
Met het maat nemen gelieve men
nauwkeurig op> het vim-beeld te letten.
De maten gelieve men bij bestelling
van een patroon mei het nummer van
Het gewenschte model duidelijk op te
geven aan: „Het Patronen Kantoor" Post
bus no. 1, Haarlem, onder bijvoeging van
het bepaalde bedrag iu postzfegels Men
verwijze daarbij naar den naam van dit
blad Binnen enkele dagen volgt dan
franco toezending van het di troon.
Prijzen der patronen: no. 80 1.-—;
no. 81 1.25: no. 82 1.-^6 no. 83 0.90
no, 84 1.20. rr