flnzeVrouwenruhriek ONZE KLEEDING 9 LB Begaafde kinderen. Vóór Baby's komst. Wiegengarnituur. De hoedenmode. De Haaienhuid en de mede. Voor de slaapkamer. Over wild. Patronen naar Maat i. i'8L i L/i 4 MARGUERITE. .CATHaRINA. Wanneer dit thema ergens ter sprake gebracht wordt, geloof ik, dat er geen vader of moeder bestaat, die niet met plotseling-oplevende belangstelling de ooren spitst, overtuigd, dat dit nu eens een onderwerp is. dat hem of haar rechtstreeks aangaat. „Dat is iets voor ons iets waarvan we kunnen Ieeren misschien iet9 dat we met vrucht aan onze eigen ervarin gen kunnen toetsen maar vooral: iets waar we als deskundigen over kunen meepraten." Wel ik kan met den. besten wil niet smalen op die lijders aan die alge meen verbreide ouderen-kwaal, die ar men noch rijken ontziet: die oogziekte, n soort gouden staar, die de eigen spruiten als onvervalschte wonderkinde ren in een gloriekrans van geniale extra- ordinariteiten ziet verschijnen, die het niemand anders gegeven is, te onder kennen! Och, die aandoenlijke verwis seling van uiltjes en valkjes is zoo be grijpelijk en de ergst schreeuwende inquisiteurs rallen, eenmaal in soortge lijke omstandigheden gekomen, bet eerst en gewilligst aan deze zoölogische ket terij ten prooi. Vi acht. ik moet daar terloops even een gegarandeerd historische anecdote over vertellen, nu juist niet van het sympathiekste genre, maar in ieder ge val zeer humoristisch. Een werk -::jk- bestaand huisvader, die in wijden kring berucht is om zijn schier phenomenile cliedomheid en zijn met alle fantasie spottenden eigenwaan wat betreft zijr. stralend intellect, heeft een vlugge, ver standige vrouw en een eerstgeboren zoon, die helaas zijn eigen geestelijk en lichamelijk evenbeeld is. Op' een dag vindt een onderhoud plaats tusschen den verontwaardigden vader en den rector van eer. onderwijs-instelling, waar de zoon, hadend in zweet en tranen, dag aan dag op het hobbelig pad der klassieke wetenschappen voortstruikelt. „De jongen wil niet!" meent de vader met somheren pathos, vermengd met eenige smartelijke martelaars-noblesse. „Pardon, zegt de rector, „het is mijn ervaring, dat geen enkele inspanning hem te veei is. Het hapert hem geens- zins aan vlijt maar de heele kwestie is: de jongen kan niet. Wezenlijk, hij kan niet, gelooft u mij!" „Maar hoe verklaart u dat?" hijgt de vader, vee! meer jeger.s zijn zoon ver bitterd door de onthulling van diens on macht, dan voorheen door de verdenking van onwil. „Dat n jongen van mij nu heelemaal niet zou kunnen?! Enfin," boog hij plotseling het hoofd, in een apotheose van gelatenheid, „we moeten één ding iaten gelden, 't Kind heeft óók een moeder gehad!" Dit idée-fixe van bijna alle ouders, dat hun kinderen onnmogelijk anders kunnen zijn dan hoog- en veelzijdig be gaafd, kan heel vaak, vooral op studie terrein, voor die deerniswaardige huis- godjes zèlt de droevigste gevolgen heb ben. Vooral is dat tegenwoordig nog al eens met meisjes het geval. De arme speelsche bakvischjes met de vlinder achtige verbeelding en het reddeiooze zeef-geheugen, wier hart uitgaat naar eigen-gebreide mouwvesten en gezellig huishoudelijk gepruts, en van wie, ten zij alle menschelijke berekening faier. zou, met zekerheid te voorspellen valt, dat ze jong zullen trouwen worden soms met geweld aan hun kookboek- bevliegingen en sportwol-raanies ontrukt om.... in de rechten te gaan studeeren! Dat heet hun loopbaan opènen met een groot onrecht. Maar de werfcelijk-begaafde kinderen, de weinige zeldzaam begenadigden die hebben t, eilacie, dikwijls nog veel harder te verduren. Is het eenmaal uit gemaakt, dat het kind, niet alleen vol gens de gretige fantasie der ouders, maar volgens 't eenparig oordeel van be voegde personen, waarlijk over buiten gewone gaven beschikt dan stijgt deze zekerheid al heel dikwijls één van beide of allebei den onders naar het hoofd en wordt 'n heuschelijk klein hoog moedswaanzinnetje op één punt geconcen- reerd. Allerlei half-gedoofde oude eer- zucif-vtafflmêtjeé, die- in eigen aanleg nooit voedsel konden vinden, beginnen lustig op te spetteren tot een aanstelle rig binnenbrandje, met de allures van 'n vulkaan. Het „wonderkind", dat zelf soms volstrekt niet eerzuchtig is en dik wijls meer meditatief dan actief aange legd, wordt opgezweept tot onzinnige arbeids-praestaties. tot urenlang bestu- deeren van détails, waar de schools kiasse geen benul van heeft en dat niet in 't belang van zijn eigen ontwik keling, maar om 't op te tuigen tot een rinkelend parade-paardje, dat bij alle denkbare gelegenheden van stal wordt gehaald. Tegen het begaafde kind wordt in de opvoeding meer gezondigd dar. tegen tien middelmatige tezamen. Wanneer Het ri niet met. een zeer sterke levensblij heid begiftigd is. die het boven den druk der ouderlijke veeleischendheid. kan uitheffen, beleeft het soms geen pleizie- rigen dag in al zijn jeugdjaren. Nooit wordt 't geprezen, uit vrees dat 't op rijn lauweren zal gaan rusten, noeit doet 't eigenlijk genoeg. Wanneerandere kin deren, 'n paar jaar ouder soms. door hun ouders in aanmoedigende verrukking aan hart worden gedrukt, omdat ze a'i een lichtreclame hakkelend hebben afgespeld, wordt aan het wonderkind in bewoor dingen, véél te onvertcerbaer en beang stigend voor zijn leeftijd, smadelijk ver weten, dat 't p a s weet te vertellen, wie de uitvinder van dé stammeoder van de auto van het merk van de lichtre clame geweest is, en nog niet ééns, hoe die auto zelf heel precies' wordt voort bewogen! De fanatieke overdrijving van sommige ouders overtreft alles, wat een bescheiden vader of moeder' mat. gema tigde eischen zich kan voorstellen. Het tegenovergestelde uiterste, dat ze met trots verklaren, lot- eiken prijs te zullen vermijden, is: de bijzondere gaven van het kind van jongs af aan in zijn bij zijn te bespreken, verheerlijkt .te lachen om zijn origineele gezegden en vol over tuiging te verzekeren.- dat het zich niet de minste moeite behoeft te getroostfen om zich alle mogelijke kundigheden eigen te maken. Maar toch. toewei de gulden middenweg natuurlijk netjes tusschen deze twee uitersten doorloopt, lijkt me de laatste vorm van onverstand nog van twee kwaden het minste, omdat ik dikwijls opgemerkt heb, dat waarlijk be gaafde kinderen ook bij onoo-deelkun- dige opvoeding lang niet zoo gauw .over T paard getild zijn" als die met dood- gewonen aanleg, die natuurlijk ook heel dikwijls door hun fiere ouders vervaar lijk in de hoogte gestoken worden! Waar we vooral tegen moeten waken, wanneer we het geluk hebben, een kind van meer dan alledaagsche .begaafdheid te bezitten, is dit: dat 't hem niet, d- r onze schuld, in 't klein evenzoo vergaat als Jozef tusschen zijn broeders! Een kind, dat zijn leeftijd vooruit is staat maar al te licht geheel op zich zelf, apart van al zijn makkertjes, en over jeugd-eenzaamheid loopt de weg, die in 't later leven tot eenzelvigheid leidt, 'i Is tenslotte ,heel natuurlijk: de om gang met kameraadjes van zijn eigen ja ren. die in ontwikkeling vér bij hem achter staan, kan op dan duur niet be vredigen en heel veel groote mer.- schen. die zich de onmiskenbare intel- iectueele meerderheid van. zóo'n kleu ter niet kunnen ontveinzen, stoolen zijn weetgierigheid en pogingen tot contact af met iets. dal werkelijk aan haat grenst en verschansen zich achter een smadelijk „wijsneus!" of „oud-mannet'e" terwijl ze toch onafwendbaar den tijd voelen naderen, dat dit kind hen, op z'n zachtst uitgedrukt, zal overvleugelen en den toon aangeven ia kringen, waar zij zelf volkomen over 't hoofd gezien zul len worden. Daarom al kunnen we zelf misschien niet eens heelemaal in alles meekomen, moeten we toch zorgen, dat we nooit dat innige' ziele-contact met ons kind verliezen We loopen dan nooit gevaar, dat het zich ooit in zijn ouders teleur gesteld voelt, zooals in zijn makkertjes, en ze later gaat beschouwen als men- ichen „waar je niet mee praten kunt." Geleerd en diepzinnig redeneeren, dat kunnen we misschien niet met ons .won derkind", zooals 't dit wel zou wenschen, maar „p-aten," eenvoudig, hartelijk, troostend, moederlijk en verstandig pra ten dat moeten we allnn kunnen, iedere moeder zonder uitzondering, mét ieder .kind. Ook het meest-begaafde! MACHTEED. Iedere aanstaande echte Moeder maakt zich veel hoofdbrekens, hoe ze haar kindje zal ontvangen en niet ten onrechte! Baby's wereldje, waarin 't leven zal, dicht bij z'n moedertje, die altijd weer trouw voor hem zorgen zal, moet een ..zonnewereldje" worden vanaf z'n eer sten levensdag. Baby's jeugd moet vanaf dit gewichtige oogenblik, een heerlijke jeugd zijn vol teederheid, vol poëzie, vol levensblijheid". Die levensblijheid zal dan van z'n kléine snuitje ons tegen- itralen en 't zal zich steeds dankbaar wonen voor al 't goede en mooie dat hij ran zijn Moedertje ontvangen zal. En "eeds bij 't maken van babv's uitzetje rullen haar gedachten steeds bij hem zijn. 3e wieg, alle benoodigdheden roor z'n iagelijksche bad, en hoe moet ik z'n tamerlje inrichten, waar hij geholpen za! worden enz., enz., dit alles za! haar ge dachten bezighouden. Nu wil ik bieronder een practisch uit. zetje Iaten volgen geschikt voor iedere beuxs waar men mee- vojatnan kan, maar dat natuurlijk voor uitbreiding vat baar is. lste: 6 hemdjes van katoen'of reiorm- stoi, met eenvoudig, kantje .of puntje aan t halsje afgewerkt, met shuifbandje in ,'t.midden vastgenaaid (bij 't herhaaldelijk .v.asschcn schieten deze er vaak. uit, geven onnoodig werk) van achteren open en van voren een apart vierkant dubbel stukje van dezelfde stof er aan één kant opgestikt voor 't bevestigen der veilig heidsspelden. 2de. 6 flanelletjes of kleine wollen camisole's; 3d,e. 6 tot 8 navelbandjes, gemaakt van een dubbele op maat 'afgeknipte tricot zwachtel. Deze verschuift niet. Dit vol doet meer dan flanellen en is goedkoo- per en doelmatiger. 4de. kuiers, 18 tot 24 tetra-Iniefs, heer tijk zacht en nemen 't vocht flink op. 36 flinke vierkante „oogjeslulers" of badstóf-Iuie'rs. Deze laatsten houden wal goed tegen, maar zijn gauw stuk, door 't VOOR HET THEEUURTJE. Onze illustratie geeft u ditmaal een viertal modellen voor het thee-uurtje be nevens een aardig kinderjurkje, No. 80 is een sierlijke japon van azuur blauwe crêpe georgette, met 'n gekruiste galongarneering over de borst. Het rokje is van achteren glad; aan de vóórzijde, zooals de tsekening duidelijk aangeeft, gesmokt of gefronst, zoodat alle ruimte aan de voorzijde komt. No. 81. Japon van amandel groene crepella. Het blousendc corsage wordt gegarneerd door een tusschen gezet ge schulpt vest van de zelfde stof. Hét rokje bee in het voorpand eenige stolpplooi en, welke gedeeltelijk zijn vastgestikf. De mouwen zijn evenals die van no. 80, zeer wijd, en eindigen in een lange, nauwsluitende manchet, en donkergroene peau de suède ceintuur met daarbij pas send kraagje en zijden lintje, geven het geheel iets artistieks. No. 82. een eenvoudige doch elegante robe wélke men van fluweel, fijne serge of crêpe marocain zou kunnen vervaardi gen. Hét blousende corsage heeft iange nauwsluitende mouwen en is met een open of gesloten te dragen kraag ge garneerd. Het rokje bestaat uil twee volants. De tusschen gezette ceintuur is met biesjes gegarneerd. No. 83. Kinderjurkje van tango-kleu rige wollen crêpe, hetwelk gegarneerd wordt door een zwart wollen feston- rand langs de bolero, de korte mouwen en aan den. onderkant van het rokje. No. 84. Een charmante japon van be drukte crêpe de chine. Het corsage sluit schuin over naar links. Het rokje is van achteren glad, aan de voorzijde gefronst en een ietsje oploopend. De garneering der japon bestaat uit een effen' zijden sjaalkraag, welke in een grooten strik eindigt. Een tusschen- gczetl.e rand onder aan de wijde mou wen en aan het rokje zagen wij met veel gratie dragen in een gezellig Pa- rijsch interieur. MARGUERITE vele wasschen (niet iedereen bezit een waschmachine met wringer) en 't wrin gen. 6 4 8 witte wollen luiers voor de eersie maanden, netjes omgehaakt. 5de. Truitjes een stelletje voor over dag en eenige eenvoudige voor 's nachts. Nachtponnetjes voldoen niet! Wat bij passende luierbroekjes, eigen gebreide witte wollen broekjes voor later. Naar gelang 't jaargetijde ook de truitjes van wol of katoen. 6de. 6 boven-, 6 onderlakenijes, 12 sloopjes, 12 wollen of molton inleggers, een zeiltje met boorband omgestikt en met aan de hoeken een paar flinke ban den, wat later bij 't opmaken der wieg goed van pas zal komen. 7de. 6 tot 12 spsen-doekjes van bad stof, deze zijn kant-k'aar in dei: handel. 8ste. een goede (geen nikkelen kruik. Deze is vlug koud en voldoet dus niet!! kruik met een goede sluiting. Tiyee krui- kenzakjes, gehaakt Van katoen, wol of genaaid van flanel. 7de. Een vuilgoedmand of 2 flinke, groote wasebbare zakken, voor 't vuile goed: baby krijgt iederen dag alles schoon aan en er zijn zelfs wel gevallen dat uw kleine schat, u de handen vol werk geeft en u wel eens zóóveel waschgoed geeft, dat ge niet één dag de wasch kunt over slaan, Gebruikt ge dezen „vuilgoedmand bekleed hem met zeildoek. Dat kunt ge heerlijk uitzcepen U voorkomt 't slingeren van 't vuile goed op de kamer er mee, dat altijd slordig staat en vies en onhygiënisch is. En nu de „wieg": "t Kleine, veilige huisje moet practisch zijn. niet behangen met kanten gordijnen, gevoerd met kost bare zijde en met strikken (je ware „stof nesten") behangen. Een zachte kleur, als men geen wit kiest, t Liefst van riet, in ieders bereik, de voering uitneeinbaar, gewatteerd, want u zult 't niet willen gelooven al heel gauw is uw kleintje zocver, dat hij of zij er niet meer over denkt om cor rect, zoonis u hem in z.ijn wieg legt, te blijven liggen ze schuiven en wentelen zich net- zoolang tot ze met hun bol tegen den binnenkant der wieg aan ligger, en dan mogen, ze zich niet bezeeren tegen 't harde riet! Laat itw wiegje practisch de bekleeding leuk, gezellig, goed waschbaar, zijn maar vooral eenvoudig! Uw kleintje zal in een eenvoudig eigenhandig bekleed wiegje beter tot zijn of haar recht komen, dan in een zéér kostbare met geweldige lawaaistrikken! Als 't eenigszins kan,, ja, want onze peuters zijn kostbare klantjes!, neem dan een heel goedkoop wiegje met eenvoudig Brabantsch bont bekleed voor de slaap kamer. Ik kocht er een voor .5 en haal de voor 1.50 bekleeding, ik behoefde nooit 's avonds de wieg van beneden naar boven te transporteeren. Baby Benoodigd voor 6 sloopjes. 4 el .ka toen van 90 c.M.; 1014 el kant van 4 4 5 c.M.; 7K el entredeux van 2 a 3 c.M. Voor 6 lakentjes 1Ó54 el katoen van 80 c.M., 7 el kant, 7 el entredeux. Onderstaand wiegengarrituur is ge- tjes inslikt; Voor onderlakentje kan men dezelfde maten gebruiken als boven, maar werkt de rafelkanten af met een zoompje. Wil men een patroontje maken voor het sloopje, dan zet men eerst een tialv'cn cirkel op met een straal'van 2214 dé voorzijde van' het sloopje er in, en werkt het af. Vervolgens maakt men aan voor- en achterkant een 3 c.M. breeden zoom. Dan stikt men den buitenkant van het sloopje met de gerimpelde kant er tusschen. kwam dan in een irisch bedje voor den nacht! 't Matrasje van varen en kruize munt zelf gemaakt, desnoods var. onge bleekt katoen met een bijpassend plat kussentje precies op maat van de wieg (baby mag niet van "t kussentje glijden!). Vooral geen zeegras, dit vormt harde kluiten en is bovendien zee stoffig! Maak 2 matrasjes en 2 kussentjes. U kunt ze dan van tijd tot tijd eens flink laten luchten, den inhoud in de zon even tueel te drogen leggen en de zakken wasschen! 2 wollen dekentjes, die niet te veel pluizen de geschoren Fransche de kentjes ziju wel iets kostbaarder, maar voldoen uitstekend een donzen dek- bedje voor koude dagen. Bij alles wat u maakt voor een toe komstig kindje, zorg dat 't practisch, smaakvol, maar vooral eenvoudig is, dit zal u 't meeste voldoen. Een klein luiermandje kunt u er nog aan toevoegen, welks inhoudik in mijn volgend artikeltje, te zamen met wat u allemaal voor kindjes bad cn toilet noo- dig heeft, met u zal bepraten. En tot besluit een met een fijn linnen kantje afgewerkt flink groot muskieten gaas voor de ongenoode, lastige en ge vaarlijke gasten! CORMA. een groen geverfde baaienhuid over trokken. De damessigaretienkokers zijn bijzon der mooi afgewerkt. Die, welke aan de kanten eenigszins afgeplat zijn, zijn het kostbaarst, want ze worden met de hand gemaakt.. Van binnen zijn ze van goud of van verguld-zilver. Dikwijls wordt er buitenop een monogrammetje van dia mantjes in gemaakt en daarin ziet men aardige fantasieën, b.v. een email siga rettenkoker, waarop een vruchtenmandje, uit velschillende edelgesteenten samen gesteld, is aangebracht. Geen enkele damesmode verandert zoo j gauw als die der hoeden. Men doet dan ook verstandig, nooit veel hoeden tege lijk te koopen, want om de twee maan den is een hoed nu wel niet ouderwelsch, maar ziet men er, die er weer heel anders uitzien dan die, welke men twee maanden geleden kocht. Op 't oogenblik ziet men den hocgen bol hardnekkig standhouden. Veel hoe den zijn van vilt of taucé (het dikke, zijdeachtige vilt), verder ziet men hoe den van antiloop, hoeden van bont en hoeden (voornamelijk de toque of baret) van breitschwantz, gazelle, schapenbont, of ook wel als een combinatie van wit en zwart kalf. De satijnen toques worden zeer veel in den namiddag gedragen, aangezien ze gekleed staan, meer dan vilt of laupé. De band sluit niet rechtstreeks om het hoofd, maar wijkt vooral van voren eenigszins van het hoofd a.f. Voor 's och tends ziet men nog heel veel vilthoedjes, die zeer eenvoudig in elkaar zitten: een eenvoudige plooi in den bol en het randje gewoon naar beneden geslagen. Een aardige speld doet er heel wat aan. Zeer geliefde kleuren zijn: veel grijs (lichtgrijs vooral) en donker bordeaux-rood; ook veel Havana, bruin en beige. schtkt voor iedere wieg of wagen. Het is gemaakt van fijne, witte katoen en afge werkt met entredeux en kant. Het la kentje heeft een lengte van 1.20 c. M. en een breedte van 80 c.M.. Bij het ver vaardigen wordt eerst het kantje aan gezet, waarna men op VA c.M. afstand van elkaar 3 plooitjes instikt van 14 c.M. breedte. Vervolgens naait men de entredeux er tusschen, waarna men weer op gelijke afstanden ais boven de plooi- c.M., terwijl men daaronder nog een stuk teekent van 12 14 c.M. lengte en het pa troontje is gereed. Het sloopje is ge sloten met knoop en knoopsgaten, waar voor men bij den voorkant nog 7 c.M. aanknipt en bij den achterkant 4 c.M. De sluiting valt naar den achterkant. Op het patroon teekent men de breedte van de entredeux af, die men dan op de stof na-radeert. Is het sloopje geknipt, dan-stikt men eerst de entredeux'aan Daarvoor legt men de beide goede kanten op elkaar en de rafels van de kant naar buiten toe. Vervolgens stikt men aan de goede zijde nog eens langs den buitenkant, zoodat ook de binnen kant van bet sloopje netjes is afgewerkt. Bij lakentje zoowel als sloopje is de plaats voor het monogram aangegeven. DINY. Ongeveer 50 jaar geleden droegen onze grootmoeders en onze overgrootmoeders een soort paraplui, die ze zoowel bij regen als bij zonneschijn konden mee nemen. Zeer practisch. Dat waren de zoogenaamde „tout temps" cf „en-tout- cas". hetgeen beteekent: voor elk weer geschikt. Iets dergelijks is nu te Parijs weer in de mode gekomen. De zijde van de moderne parapluie is van een ge dekte kleur: rood, blauw, groen of rood bruin. Geen felle kleur, maar toch zeer in 't oog loopend. De rand van de zijde is of effen of vertoont een ruitje; soms ziet men ook wel een gestreepten rand van gecombineerde kleuren. De knop is dikwijls eenigszins gebogen en van mahoniehout of notenwortel ge maakt. Dikwijls ook is de knop van haaienhuid. De huid van den haai is op 't oogen blik sterk in de mode te Parijs, Men maakt er van alles van. In „naturel" ziet te er beige, geelwit uit en heet dan „requin", doch meestal wordt ze geverfd en onder den naam van „galuchat" in den handel gebracht. Voor de knoppen van nieuwe parapluies is het galuchat geverfd in de kleur van de zijde. Een donker- roode parapluie met een rood galuchat- wordt als zeer sjiek beschouwd. Van galuchat maakt men verder; groote sigarettendoozen, papiersnippers, poederdoosjes en siga-ettenkokers. Deze voorwerpen worsen alic van groen galu chat gemaakt, ook om antiek te imitee- ren. Want de antieke snuifdoozen en naai-étuities waren gewoonlijk ook met Diegenen onder onze lezeressen, die geen toilettafel bij haar slaapkamer ameublement hebben, en er toch gaarne een zouden bezitten, kunnen volgens bijgaande afbeelding en beschrijving zon der al te vee! kosten, een alleraardigst meubel vervaardigen. Men neme daarvoor een eenvoudige withouten keukentafel en laat tusschen de pooten een plank zetten ter berging van schoenen enz. Vervolgens neemt men cretonne, passend bij gordijnen of sprei, Heeft men b.v effen gordijnen, dan is ter bekleeding. 't het aardigst om cretonne le gebruiken, met een ondergrond in de kleur der gor dijnen en daarop een frisch afstekend patroon. Allereerst bekleedt men nu liet bovenblad, knipt een stuk cretonne iets grooter dan de oppervlakte en meteen een stuk katoen ter voering en spant beide tegelijk met punaises of spijkertjes op het bovenblad vast. Dan neme men 3 maal de wijdte van voor- en zijkan ten, fronst de stof langs het bovenblad, en zerge, dat in 't midden vóór een ope ning blijft, zoodat men gemakkelijk bij de plank kan. De achterkant kan, indien de toilet tafel tegen raam of muur staat, strak besponnen worden tnet voering of de stof zelve, wat natuurlijk netter is. Slaat de tafel echter in het midden van oen g'oote kaïner, want alleen in een groote kamer zal men dal kunnen doen, dan is het mooier, de stof rondom te plooien. Ter voltooiing van het geheel kan men nog een ronde poef of langwerpig bankje met dezelfde stof bkleden. In de laatste of eerste maanden van 't jaar is 't voor de huisvrouw mogelijk meer af wisseling te brengen in de vleeschge- rechten, doordat de jacht geopend is en de huisgenooten van tijd tot tijd op wild g'etracteerd kunnen worden. Te betreuren is het echter voor de liefhebbers, dat de prijzen hoog zijn, waardoor 't eten van wild in de meeste gezinnen een groote uitzondering is. Bovendien is dit de oor zaak, waardoor vele huisvrouwen minder op de hoogte van wfld zijn, -hetgeen t>§ mij de gedachte deed opkomen, in dézen tijd een causerie over wild te houden, voornamelijk over haas en konijn. Hazen mogen geschoten worden vast September tot 1 Januari. Veertien dagén na 't sluiten van de jacht mogen ze ver voerd worden. Indien men duidelijk kan bewijzen, dat de dieren uit de ijskast ko men, mogen ze ook na dien datum ge transporteerd worden. Konijnen mogen tot Maart .geschoten worden. De waarde van wild als voedjhgsmid- del kunnen we gelijkstellen met die .van vleesch. Het is gemakkelijker verteerbaar. omdat wildvleesch meer geinige stoffen bevat. De spiermassa is,iets vaster, doch niet taaier. Men laat wild wel vier of vijf dagen hangen, om 't vleesch malscber te laten worden. Twee dagen kan men dit zonder eenig bezwaar doen hét vieesch rnoet besterven, 't geen bij al het vleesch gebeurt. Maar vier of vijf dagen is niet nan te raden: de dieren worden dan „adelijk" en gaan sterk ruiken. Dit is zoogenaamde ontbinding, waarbij zich „lijkengift" vormt, wat zeer ongezond is. De jonge dieren zijn 't lekkerste. Bij in koop van hazen moet men jonge van oude. dieren kunnen onderscheiden. Hieronder volgen de kenmerken van jonge hezen: 1. De leenen aan de v.oorpooten zijn gescheiden, terwijl bij oude dieren nage noeg geen tusschenruimtc meer is. 2 De ooren laten zich m de lengte gemakkelijk inscheuren, de ribben gemak kelijk tezamen drukken. 3 Het vel op den kop, tusscben de ooren, kan men gemakkelijk omhoog trekken, terwijl dit bij de oude dieren yast aan den schedel zit. 4. De onderkaak kan men gemakkelijk buigen, en deze geeft raee. 5. Tot 1 jaar heeft de jonge haas een klein wit vlekje op den kop. In den bande! komen hazen voor van verschillenden leeftijd, n.I. volwassen- of heele hazen; niet volwassen- of 'halve hazen: heele jonge dieren, zoogenaamde drielingen. 't Konijn lijkt vee! op een haas. Hel dier is iets kleiner, de ooren korter aan den kop en 't vleesch is lichter, iets zoe ter en zachter dan dat van hazen. Een moeilijk punt voor de .huisvrouw is het trancheeren van haas en konijn.' Bij 't voorsnijden van deze dieren behoeft men niet te letten op den draad van het vleesch, zooals wel het geval is bij dst van een rund, kalf of varken. Bij wild tracht men de mooiste plak ken of stukken te krijgen. Met behulp van bijgaande téekening hoop ik t trancheeren van haas en konijn. duidelijk te maken. Als liet dier in zijn geheel wordf op gediend, wordt het vleesch van den rug afgenomen, in plakken of stukken gesne den en weer óp den ruggegraat gelegd.'Op dezelfde wijze wordt dit met het vleesch der pooten gedaan. Op de teekening geven de stippellijnen de stukken aan, waarin het vlefesch ver deeld is. Wordt de haas in stukken opgediend, dan neemt men de pooten bij de ge wrichten van den romp af. De pooten worden in de gewrichten nog eens in tweeën verdeeld. Op de teekening zijn op deze wijze de voorpooten afgesneden; -je stippellijn op den afgesneden voorpoot geeft de tweede verdeeiir.g aan. Onze lezeressen kunnen van onze mode-ontwerpen nauwkeurig naar maat geknipte patronen ontvangen, tegen uiterst billijke prijzen, die voor elk model afzonderlijk wórden opgegeven. Men neme daarvoor zorgvuldig de maat op de volgende wijze: Voordat men de maal gaat nemén, bindt men een bandje om de taille, waar door men de juiste lengte van voor-, zij- en ruglengte at kan meten, 1 Bovenwijdte. De geheele bovenwijdte wordt genomen over het breedst van den rug. (volg, voorb.) Taillewijdtc. De taillewijdte wórdt genomen strak om de taille Heupwijdte. De heupwijdte wordt genomen 1.5 c.M. onder de taillé, vooral niet te strak Voorlergte. De voorlengle wordt geno men vanuit den hals tot hel, bandje. Zijlengte. De zijlengte wordt genomen vanuit het oksel tot het bapdie. Ruglengte De ruglengte wordt geno men vanuit den rugwerve! tot het bandve. Schouder-, Elleboog- en Polslengte, waarbij men steeds den centimeter bij den hals iaat liggen (volg voorb.) Elleboogwijdte.Hierbij boiidt men 'den arm gebogen, daar anders de mouw te nauw zou worden. Poiswijdte Vuistwijdte. Armsgatwijdte. Heele lengte. De geheele letigie van japon of mantel wordt vanuit den bals gemeten. Met het maat nemen gelieve men nauwkeurig op> het vim-beeld te letten. De maten gelieve men bij bestelling van een patroon mei het nummer van Het gewenschte model duidelijk op te geven aan: „Het Patronen Kantoor" Post bus no. 1, Haarlem, onder bijvoeging van het bepaalde bedrag iu postzfegels Men verwijze daarbij naar den naam van dit blad Binnen enkele dagen volgt dan franco toezending van het di troon. Prijzen der patronen: no. 80 1.-—; no. 81 1.25: no. 82 1.-^6 no. 83 0.90 no, 84 1.20. rr

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 8