Uit de Vaderlandsche historie van Cocquernico's dierenrijk. BINNENLANDSCH NIEUWS. 5e bakkerijparagraaf aan de Arbeidswet 1919. De verplaatsing aan werkloozen Niet zoo onschuldig! GEMENGD NIEUWS. De roofmoord in Den Haag. Engelsch motorschip op de Schelde gezonken. Omhoog gevaren. Zevenjarige kinderen per auto op avontuur. Aanvaring te Rotterdam. Brand te Hilversum. Door een vrachtauto overreden. Mislukte poging tot berooving. In de hadkamer gestikt. Door een kolenwagen overreden en gedood. De roofoverval in Emmerhout. Door een trein gegrepen. Gasvergiftiging te Ellecom. De Leidsche kubus. Kostbare klok gelegateerd. Een dictaatcahier voor prinses Juliana. KUNST EN KENNIS. Het bezoek van de Chineesche Bisschoppen aan ons land. De missiën der Witte Paters. HANDEL EN NIJVERHEID. Overwerk schoenindustrie De opstand in Portugal.. De burgeroorlog in China. Gcca overeenstemming totschen patrooo» en arbeiders over de herziening. fa» April 1926 werd van patroonszijde »n het bakkersbedrijf de eerste stap gedaan on> te trachten het onderling een» te wor den over eventueeie wijziging van de Ar beidswet (bakkerij-paragraaf). UH die be sprekingen is voortgevloeid de samenstel ling eener semi-officieele commissie van patroons- en arbeidersorganisaties, waar. van de heer Zaalberg, Directeur-Generaal van den Arbeid het voorzitterschap aan vaardde. Deze commissie zal, naar „De Bode", orgaan v. <L Alg. Ned. Bond van arbeiders(ster$) in hel Bakkers-, Choco lade- en Suikerbewerkingbednjf, meldt 10 Februari haar achtste bijeenkomst hou den, waarin men hoopt het eindrapport omtrent de beraadslagingen te kunnen vaststellen De indruk, aldus het orgaan, welke het voorloopige rapport geeft, is die van niet de mmste overeenstemming tusschen pa troons- en arbeidersorganisaties. Terwijl de eersten in alle opzichten verruiming van nachtarbeid verlangden, bleven de ar beidersorganisaties echter minder een stemmig dan de werkgevers op verster king van den dagarbeid aandringen. Het is de bedoeling, aldus „De Bode" van deze sterk tegengestelde verlangens, den minister de consequenties over te la ten. Of er dientengevolge verbeteringen voor de gezellen tuilen worden voorge steld, eindigt het artikel, is iets, waarach ter een groot vraagteeken gezet mag wor den. Minister Kan met wethouders van de vier grootste gemeenten naar Drente. Naar de Tel. verneemt, ia de minister van Binnenlandsche Zaken, mr. Kan, Zon dag j l met wethouders van de vier groot ste gemeenten naar Drente gereisd, ten einde den toestand persoonlijk in oogen- 9chouw te nemen, met het oog op de proef, die men wil nemen tot het over brengen van werkloozen. Er zal o.a. een bezoek aan Wilteveen gebracht worden. Het zal hier een proef gelden ter over brenging van telkens vijf en twintig werk loozen nit de vier grootste gemeenten in Nederland. Wij lezen in „De Msb.": Enkele intellectueelen hebben in dc laatste weken, mede namens eenige andere intellectueelen onderstaand brieije ontvan gen, onderteekend door een dame Wiens hart zou niet geroerd worden door dit simpele betoog voor de belangen van de verzetslieden in Ned.-Indië, ver bannen naar een menscheceters bevolkte wildernis. Het is om te rillen. We drukken hierbij het briefje, zij het ook zonder onderteekening af, opdat men zich zelf kunne overtuigen van de manier waarop de revolutionnaire werkers zich builend ia schaapsvachten en opkomend voor hen, die slechts lid waren van een politieke partij. Onschuldiger kon het al niet! .De maatregelen van verbanning, die onze regeering in Nederlandsch-Indië treft tegen een groot aantal volksleiders, heb ben in verschillende kringen van ons land ontroering gewekt. Hoe men ook overi gens over de opvattingen en de daden van deze menschen moge denken, het valt toch moeilijk te ontkennen, dat het gaut over politieke tegenstanders van de Re geering, en menschen, die in geen enkel opzicht hun mceningen konden uiten, zoo als wij dat hier te lande gewoon zijn. Voor degenen, aan «ie niets anders ten laste kan worden gelegd, dan het lid maatschap van een politieke partij en de propaganda hunner meeningen, is een ver banning naar een met menscheneters be volkte wildernis, op Nieuw Guinea of naar een ander onherbergzaam oord, tcch wel een barre straf, die onvermijdelijk verbit tering moet wekken onder de Indische be volking. Dit temeer waar feitelijk nog niet eens sprake is van een straf en van een vonnis na behoorlijke rechtspleging en hulp van een verlediger, doch van een eens hooger beroep openstaat. Namens eenige andere intellectueelen wilden wij U gaarne vragen, om uwe mee ning te willen geren over de vraag of er rëts en zoo ja, wat dan voor deze menschen behoort te worden gedaan Zoudï U b.v. bereid zip» om een bespreking, een onderling overleg over een en ander bij te wonen, of uw adhaesie te betuigen aan een op zulk een bijeenkomst te iormulee- ren schrijven aan de Regeering?" Gaat men op onderzoek uit, dan blijkt dit vrij onschuldig briefje een valstrik. Geen tnenschlievendheid of wat daaronder ook mag worden gerekend is de drijfveer van dit schrijven, maar het is niets anders dan communistische propaganda. De dame. die deze uiinoodiging onderteekent, is de echtgenoote van dr. K-, arts te Amsterdam, die tevens is een vooraanstaand propagan- dist bij de communistische partij (richting L. de Visser) en voornamelijk werkt on der studenten en verpleger?personeel te Amsterdam. Het eenige doei is, om haudtcekeniugen vaa intellectueelen te krijgen op een door de communistische partij alhier, aan de re geering in te zenden adres en hen op deze wijze, zoo mogelijk ongemerkt te spannen voor hun revoluttonnairen wagen. Vandaar dat er in het schrijven met geen woord over communisme of de partij ge sproken wordt. Dit treffend staaltje van de wijze waar op door deze heeren gewerkt wordt de monstreert tevens, hoe het mogelijk is, dat men, evenals dit met enkelen in Indië het geval blijkt te zijn, onwetend steun ver leent aaa de revolutionnaire partij onder leiding van Moskoe. Uit 's-Hage wordt gemeld: Het zal vermoedelijk nog wel veertien dagen duren, alvorens de twee Nederlan ders, wier uitlevering door de Justitie aan België is verzocht, naar Den Haag over gebracht zullen zijn. Onmiddellijk zal men dan het onderzoek voortzetten. Vóórdat het resultaat hiervan bekend is, kan nog niets gezegd worden van de waarde, die men aan dit spoor moet hechten. Dat de rechtbank uitlevering heeft gevraagd, is in ieder geval een bewijs, dat zij meent, dat in dit spoor aanwijzingen met betrekking tot das moord te vinden zijn. Door Nederlandsche stoomboot aangevaren. Ter hoogte van Baarland heeft, naar uit Brussel wordt gemeld, tijdens den mist een aanvaring plaats gehad tusschen het Neder landsche stoomschip „Java", komende van Antwerpen, en het Engelsche motorschip „Phyllis Hudson", komende van Brussel. De „Java" trof de „Phillis Hudson" van achter zoo hevig, dat het motorschip binnen enkele minuten zonk. Bemanning en loods werden door de „Java" gered en te Vlissingen ont scheept. Het wrak ligt bij laag water op 15 meter diepte en zit niet hinderlijk voor de scheep vaart. De Nederlandsche „Waterstaat" zal maat regelen moeten nemen om het schip, te lich ten. Dit wordt evenwel zeer bemoeilijkt, sterken stroom waarschijnlijk geen dienst omdat duikers bij de groote diepte en den zullen kunnen doen. Uit Hansweert wordt gemeld: Zaterdag avond met hoog water, is het Hondureesche s.s. „Omoa", aangekocht voor de slooperij van Frans Rijswijk te Hendrik Ido Ambacht, op de Westhavenberm omhoog gevaren en blijven zitten. De positie van het s.s is zeer gevaarlijk. Sleepbooten ter assistentie zijn aanwenzig. In Jutphaas en Bunnik teruggevonden. Zaterdagmiddag stond aan het station te Leerdam de vrachtauto vau den heer de y/., die een paar reizigers naar Utrecht zou brengen. Eenige personen, die achter den auto stonden en in de meening ver keerden, dat de W. naar zijn woning zou rijden, tilden drie jongens van omstreeks 7 jaar, die ook bij den auto stonden, ach terin. In plaa s van naar huis ging het ech ter full speed naar Utrecht. Daar aangeko men èbemerkte de chauffeur tot zijn schrik de jongelui. Aangezien hij, voor hij terug reed, eenige boodschappen moest doen, drukte hij ze op het hart, bij den auto te blijven tot hij terug was. Bij zijn terug komst was echter een van de drie gevlo gen. De twee anderen vertelden, dat hij op een anderen passeerenden vrachtauto was geklommen. Nu besloot de W. er de po litie van in kennis te stellen. Toen hij even later met een agent naar den auto kwam, kreeg één van de twee overgeblevenen het zóó benauwd, dat hij het op een loopen zette en weldra tusschen de menigte verdwenen was. Na eenigen tijd van vergeefsch zoeken werd besloten met den eenig overgeblevene naar Leerdam terug te rijden. Hier werden de ouders der kinderen van het gebeurde in kennis ge steld. Onmiddellijk togen de vaders per particulieren auto naar Utrecht Toen ze even buiten Leerdam waren bolste de auto echter tegen een boom, zoodat verder rij den onmogelijk werd. De heer de W. bood toen aan met zijn vrachtauto nogmaals naar Utrecht te rijden. Bij aankomst aldaar bleek, dat uit Jut faas bericht was gekomen, dat een jongen was aangehouden, die achter op een auto zal. Volgens signalement was dit één der vermisten. Na geruimen tijd in angstige spanning te hebben gewacht, kreeg de va der van nummer twee bericht, dat zoon lief te Bunnik was gepakt. Het Rijnschip „Teniers" van de Ned. Transport Mij., geladen met kolen en ge sleept door de sleepboot „Sigi", kwam Za terdag van boven naar de Waalhaven te Rotterdam, waar het voor den mond van de haven het Nederlandsch s.s. „Den Haag", gesleept door sleepbooten van Wilton, ont moette. Ten gevolge van de bijzondere drukte in den mond van de Waalhaven en het ver keerd begrijpen van eikaars seinen, is het s.s. „Den Haag" met de „Teniers" in bot sing gekomen. Het ss.. „Den Haag" raakte de „Teniers" midscheeps, waardoor een groot gat onder de waterlijn ontstond. Het sleepschip zou zeker gezonken zijn, wanneer de sleepbooten „Duitschland" en „Siberië" van P Smit niet tijdig te hulp wa ren gekomen. Zij wisten door pompen de „Teniers" drijvende te houden en het nog behouden naar de Waalhaven te brengen. Daar werd het vaartuig oogenblikkelijk ge lost en vervolgens naar het dok gesleept ter reparatie. Zaterdagavond tegen 10 uur heeft een uit slaande brand gewoed in de woning van den heer J. Schipper, Rozenstraat 122, te Hilversum. De brand liet zich zeer ernstig aanzien, omdat zich achter de woning een opslagplaats van hout en electromotoren bevond, maar door het krachtig ingrijpen van de brandweer bleef het vuur beperkt tot de voor- en achterkamer, waarvan de laatste geheel uitbrandde. De bewoners wa ren afwezig. De oorzaak is onbekend: ver zekering dekt de schade. De 14-jarige zoon van den heer B. uit Ouddorp, die te Bergen (N.H.) per rijwiel achter een autobus reed, werd, toen de bus stopte en hij voorbij wilde rijden, door een vrachtauto gegrepen. In deerr-iswekkenden toestand werd de jongen naar het St. Elisa- bethgesticht te Alkmaar vervoerd. Wilde jacht door Rotterdam's straten. Zaterdagmiddag heeft op den Coolsingel te Rotterdam een brutale berooving van een kantoorbediende plaats gehad. Tc ongeveer kwart voor 12 wilde de 16- jarig kantoor bediende J. H., wonende Ja cob Catsstraat, zich naar het kantoor van de firma Cohenv. d. Berg begeven, welk kantoor gevestigd is op de le étage van pand 23 aan den Coolsingel. Nadat de jon gen de trap van dit pand een eindje was opgeloopen, hoorde hij een man achter zich die vroeg of hier mijnheer v. d. Berg woon de. De jongen bleef stil staan, maar nog voor hij had kunnen antwoorden, werd hem de tasch, die hij onder den arm droeg en welke een bedrag van 40 en enkele papieren be vatte, ontrukt. De man maakte zich ijlings met de tasch uit de voeten en sprong op een fiets. De beroofde kantoorbediende rende naar buiten en onder het geroep „Houdt den dief" werd een wilde jacht op den dader begonnen. Een chauffeur slaagde er in den dief op den Coolsingel zoodanig in het nauw te brengen, dat hij van zijn fiets moest stap pen en zijn buit loslaten. Daarna wist de man nogmaals te ontsnappen. maar hij werd andermaal ingehaald en ten slotte door een politie-agent gearresteerd. In optocht werd hij naar het politiebureau Groote Paauwensteeg gebracht en daar in bewaring gesteld. Het was de 23-jarige werklooze kantoor bediende M.M. Hij heelt een volledige be kentenis afgelegd. Door werkloosheid was hij tot zijn daad gekomen. Zaterdagmiddag is een oude dame, mej. J. C. J. Berghuis, wonende aan den Stations weg te Leiden, terwijl zii een bad nam, in dt badkamer door gasverstikikng om het leven gekomen. Toen de huisgenooten, ongerust geworden door het lange wegblijven, een onderzoek instelden, vonden zii het vertrek vol gas. De oude dame was reeds overleden. In de mijn Oranje Nassau III, te Heerler- hcide is Zaterdagmiddag de 26-jarige slee per H. Jekutsch onder een kolënwagentje gekomen en gedood. De man, die een Duii- scher was. was gehuwd en afkomstig uit Kalernberg. Hij was nog slechts enkele dagen in de mijn werkzaam. Een belooning van f 300 uitgeloofd. De Officier van Justitie te Assen heeft aan de po'itie-autoriteiten medegedeeld, dat een belóoning van f 300 beschikbaar gesteld is voor degenen, die zoodanige aanwijzingen weten te verschaffen, dat de daders van den roofoverval te Emmerhout, waarbij de land bouwer R. Ems.ng gedood werd, gearres teerd kunnen worden. t Hoewel reeds verschillende personen wer den aangehouden en gehoord, heeft de po litie tot heden geen enkele betrouwbare aanwijzing ontvangen. Vrachtauto versplinterd op een bewaakten overweg te Veenendaal. Zaterdagmorgen te ongeveer 10 uur werd de beladen vrachtauto van de firma J. de Ruiter, te Veenendaal on den bewaakten overweg der Staatsspoor door den extra- trein D 72, die 9.20 van Arnhem vertrekt, gegrepen en totaal versplinterd. De schok was ontzettend. Honderden meters verder U gen de irictoronierdeelen. De gcheele la ding meel bedekte de omgeving met een wit-geelacht ge laag. Een der lantaarns van de locomotief lag een eind ver de wei landen in. De inzittende chauffeur Van Schoonhoven werd met kracht uit den wagen geslingerd. Behoudens eenige ontvellingen kwam hij echter met den schrik vrii. De overweg, d.e bewaakt is, was niet afgesloten. De bewaker P. Vink had ver zuimd de boomen neer te laten. De man was echter zoo van streek, dat hij bijna n ets kon zeggen. De politie heeft de zaak in onderzoek. Een mooie beukenlaan in gevaar. Men schrijft uit Dieren aan het HbL: Een noodkreet is opgestegen in de gemeente Rheden, die een van haar schoonste lanen bedreigd ziet door een lang vermoede en sinds ruim een half jaar geconstateerde gas vergiftiging. Een geheimzinnige ziekte deed tal van beuken sterven en tastte ook reeds een aantal eiken aan. In enkele jaren tijds moest een zestigtal beuken, deels particu lier, deels rijkseigendom, geveld worden. Van De Steeg naar Dieren loopt een pers gasleiding van mannesmann-buizen, door een Duitsche firma in de eerste na-oorlogsjaren gelegd. Het zijn buizen van 10 tot 12 M. lengte, welke, gelijk te doen gebruikelijk is, z.g „koud gelascht" zijn. Reeds het eerste jaar bleek, dat deze leiding enorm lekte. Oorzaak onbekend. Grondverzakking, ver onderstelde de een, de ander, dat de ïas- schen in den grond gekrompen zijn. Nergens wordt toegegeven, dat de buizen zeil poreus zijn, zooals o.a. in den Raad gevreesd werd, toen het crediet van 70.000 voor deze lei ding werd aangevraagd en de burgemeester zijn zin doordreef. Groote herstellingen wer den gemaakt, maar het gasverlies bleef. Eerst was het 30.000 M3., daarna werd het 40.000 en voor 1927 wordt het geraamd op 50.000 M3. De burgemeester zegt, dat dit normaal is. Hoe dit zij, poreuse buizen of lekkende lasschen, het gas verpest den bodem en de boomen sterven. De heer Zomer, tuinopzichler van het „Hof te Dieren", kwam in 1925 tot de conclusie dat het gas de schuld droeg. Hij sprak er den directeur der gasfabriek over, doch deze behandelde de zaak en baggatelle. In den vborzomer van 1926 kwam de op zichter schriftelijk op zijn vraag terug. Zon der succes. Toen wendde hij zich tot het college van B. en W. en hier begint een drama, dat thans de gemeene in rep en roer brengt. Het natuurschoon is de groote kurk, waarop de gemeente Rheden drijven moet en nu wordt de schitterende eikenlaan van Ellecom naar Dieren, die een grootsch verlengstuk vormt van de beroemde Middachter Allee, met ondergang bedreigd. Het verlies zou niet slechts plaatselijk, doch nationaal gevoeld worden. Dr. Posthumus Meyer was het, die den knuppel in het hoenderhok wierp. Hij schreef een vlammend ingezonden stuk in het Gel derse!» Nieuwsblad, waarin hij B. en W. te lijf ging op een wijze, die zoodanig insloeg, dat de menschen elkander de krant uit de handen rukten en een stormaanval deden 'tp de bureau^ van gemeld orgaan om een extra nummer te bemachtigen. De verontwaardiging van den emeritus was vooral opgewekt door de pertinente ontken ning van den burgemeester in de jongste raadszitting, dat hij iets van de quaestie zou afweten. „Grove nalatigheid, roekelooze vernieling van natuurmonumenten en schandelijke be schadiging van particuliere eigendommen", ziedaar wat o.m. het college van B. en W. voor de voeten geworpen werd. De schijn was niet anders en het is den ijverigen predikant zeker niet euvel te dui den, dat hij geen rekening hield met de mo gelijkheid van een opeenhooping van toeval ligheden en verzuimen, waardoor het dage- lijksch bestuur, althans zijn voorzitter,, zich kan dekken achter slordigheid ter secretarie en laksheid van den gasdirecteur. Op den 9en Augustus 1926 schreef den heer Zomer zijn adres aan B. en W„ dat hij liet vergezeld gaan van een rapport van den plantenziektekundigen dienst te Wageningen, in wejk rapport de gasverstikking zonder voorbehoud was vastgelegd. Den 11 en Au gustus d.a.v. werden deze stukken voor ont vangst afgestempeld. Maar op 10 Augustus was de burgemeester voor drie en een halve week naar het buitenland vertrokken. Natuurlijk behoort de behandeling der stuk ken daardoor geen invloed te ondervinden, maar in de gemeente Rheden laat de orde in dit opzicht blijkbaar wel iets te wenschen. Een afdeelingschef zond adres en rapport linca recta door naar den directeur der gas fabriek. En dacht er verder niet aan. De directeur deponeerde vermoedelijk een en ander onder het beroemde loodje. B en W. bleven in zalige onwetendheid. De boomen bleven sterven. Heel Ellecom wist het De arbeiders, die met het omhakken belast waren, lieten belangstellenden den met gaslueht doortrokken grond ruiken: ieder sprak erover. Maar burgemeester noch wet houders kwam iets ter oore en de gasdirec teur, die mondeling en schriftelijk gewaar schuwd was, bleef apathisch. Zoo kon burgemeester Bloemers dus ge heel te goeder trouw zijn, toen hij pertinent verzekerde van dit alles onkundig te zijn en twijfel uit te spreken aan de waarschijnlijk heid in het Wagcningsche rapport reeds tot zekerheid verheven dat er van gasver stikking geen sprake kon zijn. Voor hem kwam het „j'accuse" van den heer Posthumus Meyjes als een donderslag uit helderen he mel. Of de publieke opinie door deze nadere verklaring der feiten anders zal worden, is een vraag, welker beantwoording niet ge makkelijk te geven is. De eigenmachtige be handeling ter secretarie van ingekomen stuk ken en het verzuim, den gasdirecteur een rappel te zenden, toen deze niets van zich liet hooren, bewijzen dat er iets niet in orde is. Het is daarom een gelukkig verschijnsel, dat een verhoogde belangstelling in het ge meentelijk leven valt waar te nemen, welke zich uit in meer critiek, in den Raad van nog slechts een enkeling, daarbuiten echter van velen, al zijn niet allen zoo agressief als as. Poshumus Meyjes, Het gemeentebestuur staat er nog wat onwennig tegenover, maar dat zal wel veranderen. EEN SCHENDING VAN HET STADSSCHOON? Pver smaak valt niet te twisten is een waarheid die ouder is dan de oudste huizen te Leiden. Nu zijn er in de oude Sleutelstad heel oude panden, prachtig mooie geveltjes en stadsgedeelten, waaraan menig buitenlan der zijn kunstzinnig oog te goed doet. Op het oogenblik is heel Leiden in last doordat een vooruitstrevend architect mid den in zoo'n oud stadsgedeelte een hyper' modern bouwwerk heeft neergezet. Staande op de Hoogstraat heeft men een waarlijk prachtig gezicht op het ver buiten Leiden vermaard Waaggebouw, tot v.oor korten tijd geflankeerd door huizen, die, hoewel ieder op zichzelf niet uitblinkend door architectonische schoonheid, met het imposant waaggebouw een harmonisch ge' heel uitmaakten. „Tot voor korten tijd," want in de laatste weken is, naast het Waaggebouw een pand verrezen dat door zijn architectuur de har monische lijn ten eenenmale verbroken heeft. Het valt niet moeilijk dit gebouw te omschrijven: het heeft den vorm van een kubus, geheel van cement opgetrokken, terwijl de horizontale banen zijn onderbro ken door een paar lage ramenrijen. Het overal vernomen gemompel van onte vredenheid bij de Leidenaars, die bij der gelijke aanvallen op de antieke schoonheid hunner stad, plots wakker worden, was aanleiding tot een levendig debat in den Leidschen gemeenteraad. Op een enkel lid na, waren alle sprekers het er over eens, dat d i t had moeten voor komen worden. De een noemde den kubus een wange drocht, een ander vond dat dit misbaksel niet zou misplaatst zijn onder de negers in de binnenlanden van Afrika, de wethouder vond het bouwwerk ook niet mooi, maar de betreffende verordeningen gaven hem geen macht, den bouw te verbieden en dan: een architect had hem gezegd, dat de omgeving zich maar aan dezen nieuwbouw moest aan' passen. Slechts een raadslid was met den stijl zeer ingenomen en verklaarde a priori, dat elkeen, die het niet met hem eens was, er geen verstand van heeft. In de plaatselijke bladen ontstond over den kubus een twistgeschrijf zoodat de firma van Nelle, voor wier rekening het gebouw werd geplaatst, niet over gebrek aan be aingstelling te klagen heeft. Meer dan ooit worden thans stemmen vernomen die ook te Leiden een Schoon heidscommissie, eventueel met wijziging der betreffende verordening, in het leven willen roepen. B. en W. voelen voor een dusdanige commissie niet veel en zij gronden hun mee ning op hetgeen deze commissie in andere steden tot stand gebracht hebben. Zij zul len echter binnenkort met een voorstel komen tot het benoemen van een commissie van Waakzaamheid, die B. en W. van even- tueele snoode plannen op de hoogte zullen brengen. Met dit al is Leiden thans in het bezit van een grooten cementen kubus in een tot voor korten tijd beroemd mooi stadsge deelte, aldus het „Vad." waaraan boven staande beschouwing ontleend is. Wijlen mejuffrouw I. R. Tonkes te Gronin gen, he#ft, ten behoeve van den Staat der Nederland aan de curatoren der Rijksuni versiteit aldaar, ter plaatsing in het gebouw der academie, gelegateerd een kostbare zeventiende eeuwsche staande klok. Deze klok is een bijzonder fraai exem plaar. Boven de wijzerplaat is een klein planetarium geplaatst. Het uurwerk heeft een plaats gekregeó in de curatoren-kamer. Defirma B. A. van Kloeten te Leiden heeft a»?n Prinses Juliana, met het oog op haar aanstaande studies aan de Rijks universiteit aldaar, een „Beka" dictaat cahier aangeboden, verguld op snede, in lossen Marocco lederen band, H.K.H. heeft het geschenk onder dank betuiging aanvaard. Men bericht uit het Missiehuis „Sparren- daal" te Vuéht: Onze missionarissen uit China schrijven: „Wij hebben onze Hollandsche kranten ont vangen en verheugen ons en gemeten in het lezen der verslagen over de grootsche en geestdriftige ontvangst der Chineesche bis schoppen in Nederland. Wat voelen wij hier zoo ver, bij het lezen dier sympathieke ver slagen, ons dicht bii. Ook de Chineesche kranten spreken er druk over en zoo ver spreiden zij iets lu.sterriiks van den Katho lieken godsdienst in verband met hun eigen volk. Dit heeft zeker ziin belangrijkheid, vooral1 in den tegenwoordigen tijd. Eer aan de Katholieken van Nederland!" In de Februari-aflevering der „Analen van de Afrikaansche missiën" komt hei jongste overzicht voor van den stand der missiën der Witte Paters. Wij ontleenen daaraan missieposten: 161 missionarissen- Europeanen en zwarten resp. paters 471 en 50, broeders 115, zusters 342 en 258, zwarte cathechisten 4567, katholieken 452.000 Catechumenen 189.231, doopsels: ongeveer oO.OOO, H. Biechten 2332950, H. Communiën 690816, kaht. huwelijken 6426, schoolkinde ren: 84000 jongens en 63000 meisjes over 3400 verschillende scholen verdeeld, verzorg de zieken 1960493. Aantal apotheken en hospitalen meer dan 300. De direct.-generaal van den Arbeid heeft aan de schoenindustrie toegestaan, 13 weken per jaar over te werken, op voor waarde, dat even zoovele weken, volgende op de periode, waarin is overgewerkt, ten minste 40 uur per week zal worden ge werkt. Het is thans hekend geworden, dat de revolutie was voorbereid tegen 31 Januari doch doordat enkele leden van het revo lutionaire comi'é afwezig waren, werd de staatsgreep uitgesteld tot 3 Februari. Op dezen datum werd een ultima'um gericht tot de regeering, waarin haar aftreden werd geëischt, alsook een terugkeer tot cons'.itutionneele toestanden. De minister van Oorlog heeft aan de op standelingen in Opporto een ultimatum ge zonden, waarin verklaard wordt, dat, wan neer zij zich om twaalf uur 's middags nie! hebben overgegeven, de stad van alle zij den gebombardeerd zal worden. Ook buiten Oporto zijn enkele pogingen tot het verwekken van een opstand ge daan. Zoo begon te Figueira da Foz (haven in Noord-Poriugal) een kleine afdeeling van het garnizoen een opstand, die echter onmiddellijk werd onderdrukt. De kanonneerboot „Bengo", die cp de reede van Faro (Zuid-Portugal) lag, heeft de partij der opstandelingen gekozen. Zij bracht gisteren een afdeeling mariniers aan land, bij welke zich een deel van het garnizoen van Tavira voegde. Er ontstond een gevecht met het deel van het garni zoen, dat de regeering trouw was geble ven. De „Bengo" nam hieraan deel en vuurde op de kazernes van het garnizoen. Ook hier werd de opstand spoedig onder drukt, waarna de „Bengo" zee koos met onbekende bestemming. De commandant van de „Bengo" deelde per draadlooze mede, dat hij zich niet op constitutioneele wijze samengestelde rechtbank en dat hij daarom zijn land verlaat. De regeering ontvangt van alle zijden steun en is vol vertrouwen aangaande de ontwikkeling der gebeurtenissen. Zij heeft een communique gepubliceerd, waarin wordt medegedeeld, dat Oporto hevig ge bombardeerd is, dat de artillerie der op standelingen tot zwijgen is gebracht en waarin het moreel der regeeringstroepen uitstekend wordt genoemd.. De regeerings troepen hadden drie dcvoden en zes ge wonden. Volgens dit communiqué zijn de opstan delingen in Oporto door een paniek bevan gen en hebben zij brood noch vleesch. De krijgswet wordt streng toegepast. Overdag blijft alles normaal, doch 's nachts is het openbaar leven in de stad stopgezet. De hevige gevechten te Oporto duren voort, waarbij aan beide zijden dooden en gewonden vallen. De stad wordt door de re geeringstroepen heftig beschoten en een pa niek heeft zich van de bevolking meester ge maakt. Verscheidene- huizen zijn tengevolge van het bombardement verwoest, waarbij ook burgers om het leven zijn gekomen. In het centrum des lands, met name te Lissabon, heerscht volkomen rust. In het Zuiden is de opstand reeds bijna geheel on derdrukt terwijl hij in het Noorden voort durend aan terrein verliest. De regeering heft een communiqué gepubliceerd waarin gezegd wordt, dat zij groote troepen- en munitietransporten naar het Noorden heef! gezonden teneinde den geleidelijk afne- menden tegenstand der revolutionnairen ge heel te breken. De huidige militaire dictatuur, aldus wordt verder in het communiqué gezegd, die voort gesproten is uit de revolutie van Lissabon van 28 Mei 1926, is volkomen republikeinse!» gezind. Zij is voornemens de groote zuive ringsactie op het gebied der binnenlandsche. politiek en cp dat der administratie ten uit voer te leggen, ten einde daarna de grond wet weder in werking le kunnen stellen. Tot zoover het communiqué. Zoo juist wordt bekend, dat de revolution nairen te Oporto den consul van Uruguay hebben verzocht, zijn bemiddeling voor het tot stand komen van een wapenstilstand te willen verleenen. De commandant der regee ringstroepen heeft evenwel geweigerd op onderhandelingen in te gaan Hij verlangde de onvoorwaardelijke overgave der revolu tionnairen; anders zou hij een heftiger bom bardement op de stad doen opnemen. De toestand wordt nog gecompliceerder, doordien in Noord-Portugal de spoorwegar beiders staken ten gunste der revolution nairen. De huidige revolutie is wegens haar uitge breidheid en het aantal slachtoffers een der belangrijkste, die Portugal de laatste jaren heeft doorgemaakt. De strijd in de nabijheid van Yentsjan duurt voort, doch Soen Tsjoean-fang laat versterkingen aanrukken. De uitslag van het treffen der laatste dagen is nog onze ker. Zoolang Soen's leger van 100.000 man stand houdt tegen de legers der Canton- neezen, die circa 40.000 man bedragen, acht men de internationale nederzettingen te Sjanghai veilig. Ook wanneer Soen een ne derlaag mocht lijden en Hangtsjau zou moe ten opgeven, zullen de Cantonneezen slechts uiterst langzaam kunnen oprukken naar Sjanghai. De Noordelijke militaire leiders zijn echter vol vertrouwen dat de Cantonneezen Sjang hai niet bereiken zullen. Zij hebben krach- tig geprotesteerd tegen het voorstel in de Engelsche pers gedaan, dat Tsjen de vei ligheid van Sjanghai garandeeren en zich verbinden zou de stad niet te bezetten. De noordelijken zijn van meening, dat hun le gers daarvoor wel zullen zorgen. Volgens een telegram aan de „Evening Standard" heeft de Amerikaansche zaakge lastigde te Peking aan Tsjang-Tso-lin, den militairen opperbevelhebber van het noor den en aan Tsjang-Kai-sjek, den comman dant der Cantonlegers, voorstellen gedaan om Sjanghai tot een neutrale zone te ver klaren. Tot hedenmiddag is te Washington geen .enkele aanwijzing ontvangen omtrent de houding, die de verschillende groepen in China zullen aannemen ten opzichte van het voorstel van den Amerikaanschen minister van Buitenlandsche Zaken Kellogg, om de internationale nederzettingen te Sjanghai buiten het eventueeie oorlogsterrein te doen blijven. De Amerikaansche gezant te Pe king, Mc. Murray, heeft Kellogg's voorstel aan de regeering overhandigd en zelfs per soonlijk een onderhoud gehad met Tsjang- Tso-lin, doch het resultaat dezer stappen blijkt nog steeds niet vast te staan. Te Washington is men geneigd, aan te nemen, dat de Cantonneezen eerder zullen ingaan op Kellogg's voorstellen dan hun Noordelijke tegenstanders, doch het spreekt vanzelf, dat een partieele overeenkomst niet tot een bevredigende oplossing kan leiden. Nummer 19:,. - 196. Op een morgen ontdekte nu Werkborstel, de meesterknecht, dat er'tal van eieren uit de ma gazijnen vermist werden. Een uiterst streng onderzoek van chef Kallikallif den Kalkoen- schen haan, bracht geen licht In deze duistere zaak. 197. De volgende nachten was het weer hetzelfde liedje. Tel kens werden eieren vermist en als Werkborstel op onderzoek uittrok, dan zag hij tal van ge broken eierschalen op den grond liggen. Dat kon toch zóó maar niet voortgaan. 198. Er werd een wacht van fa zanten, kalkoenen en patrijzen ingesteld, die zich zorgvuldig achter de kisten in het maga zijn verborg. De trouwe dieren zaten heel den nacht op den uit kijk om de dieyen bij hun wtrk gade te slaan. Nummer Nummer 198, 199. Daar vernam de wacht een geritsel en toen de kalkoen, dc fazant en de patrijs naderbij slo pen, zagen ze nog net hoe drie ratten snel een ei wegsleepten Zoo waren de dieven dus einde lijk ontdekt. Wel zat de wacht hen nog achterna, doch zij wa ren natuurlijk direct in de duis ternis verdwenen. (Wordt vervolgd) Nummer 199,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 8