Uit de Vaderlandsche historie van Cocquernico's dierenrijk.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
5e bakkerijparagraaf
aan de Arbeidswet 1919.
De verplaatsing aan werkloozen
Niet zoo onschuldig!
GEMENGD NIEUWS.
De roofmoord in Den Haag.
Engelsch motorschip
op de Schelde gezonken.
Omhoog gevaren.
Zevenjarige kinderen per auto
op avontuur.
Aanvaring te Rotterdam.
Brand te Hilversum.
Door een vrachtauto
overreden.
Mislukte poging
tot berooving.
In de hadkamer gestikt.
Door een kolenwagen
overreden en gedood.
De roofoverval in Emmerhout.
Door een trein gegrepen.
Gasvergiftiging te Ellecom.
De Leidsche kubus.
Kostbare klok gelegateerd.
Een dictaatcahier
voor prinses Juliana.
KUNST EN KENNIS.
Het bezoek van de Chineesche
Bisschoppen aan ons land.
De missiën der Witte
Paters.
HANDEL EN NIJVERHEID.
Overwerk schoenindustrie
De opstand in Portugal..
De burgeroorlog in China.
Gcca overeenstemming totschen patrooo»
en arbeiders over de herziening.
fa» April 1926 werd van patroonszijde
»n het bakkersbedrijf de eerste stap gedaan
on> te trachten het onderling een» te wor
den over eventueeie wijziging van de Ar
beidswet (bakkerij-paragraaf). UH die be
sprekingen is voortgevloeid de samenstel
ling eener semi-officieele commissie van
patroons- en arbeidersorganisaties, waar.
van de heer Zaalberg, Directeur-Generaal
van den Arbeid het voorzitterschap aan
vaardde. Deze commissie zal, naar „De
Bode", orgaan v. <L Alg. Ned. Bond van
arbeiders(ster$) in hel Bakkers-, Choco
lade- en Suikerbewerkingbednjf, meldt 10
Februari haar achtste bijeenkomst hou
den, waarin men hoopt het eindrapport
omtrent de beraadslagingen te kunnen
vaststellen
De indruk, aldus het orgaan, welke het
voorloopige rapport geeft, is die van niet
de mmste overeenstemming tusschen pa
troons- en arbeidersorganisaties. Terwijl
de eersten in alle opzichten verruiming
van nachtarbeid verlangden, bleven de ar
beidersorganisaties echter minder een
stemmig dan de werkgevers op verster
king van den dagarbeid aandringen.
Het is de bedoeling, aldus „De Bode"
van deze sterk tegengestelde verlangens,
den minister de consequenties over te la
ten. Of er dientengevolge verbeteringen
voor de gezellen tuilen worden voorge
steld, eindigt het artikel, is iets, waarach
ter een groot vraagteeken gezet mag wor
den.
Minister Kan met wethouders van de
vier grootste gemeenten naar Drente.
Naar de Tel. verneemt, ia de minister
van Binnenlandsche Zaken, mr. Kan, Zon
dag j l met wethouders van de vier groot
ste gemeenten naar Drente gereisd, ten
einde den toestand persoonlijk in oogen-
9chouw te nemen, met het oog op de
proef, die men wil nemen tot het over
brengen van werkloozen. Er zal o.a. een
bezoek aan Wilteveen gebracht worden.
Het zal hier een proef gelden ter over
brenging van telkens vijf en twintig werk
loozen nit de vier grootste gemeenten in
Nederland.
Wij lezen in „De Msb.":
Enkele intellectueelen hebben in dc
laatste weken, mede namens eenige andere
intellectueelen onderstaand brieije ontvan
gen, onderteekend door een dame
Wiens hart zou niet geroerd worden
door dit simpele betoog voor de belangen
van de verzetslieden in Ned.-Indië, ver
bannen naar een menscheceters bevolkte
wildernis. Het is om te rillen.
We drukken hierbij het briefje, zij het
ook zonder onderteekening af, opdat men
zich zelf kunne overtuigen van de manier
waarop de revolutionnaire werkers zich
builend ia schaapsvachten en opkomend
voor hen, die slechts lid waren van een
politieke partij. Onschuldiger kon het al
niet!
.De maatregelen van verbanning, die
onze regeering in Nederlandsch-Indië treft
tegen een groot aantal volksleiders, heb
ben in verschillende kringen van ons land
ontroering gewekt. Hoe men ook overi
gens over de opvattingen en de daden van
deze menschen moge denken, het valt
toch moeilijk te ontkennen, dat het gaut
over politieke tegenstanders van de Re
geering, en menschen, die in geen enkel
opzicht hun mceningen konden uiten, zoo
als wij dat hier te lande gewoon zijn.
Voor degenen, aan «ie niets anders ten
laste kan worden gelegd, dan het lid
maatschap van een politieke partij en de
propaganda hunner meeningen, is een ver
banning naar een met menscheneters be
volkte wildernis, op Nieuw Guinea of naar
een ander onherbergzaam oord, tcch wel
een barre straf, die onvermijdelijk verbit
tering moet wekken onder de Indische be
volking. Dit temeer waar feitelijk nog niet
eens sprake is van een straf en van een
vonnis na behoorlijke rechtspleging en
hulp van een verlediger, doch van een
eens hooger beroep openstaat.
Namens eenige andere intellectueelen
wilden wij U gaarne vragen, om uwe mee
ning te willen geren over de vraag of er
rëts en zoo ja, wat dan voor deze
menschen behoort te worden gedaan Zoudï
U b.v. bereid zip» om een bespreking, een
onderling overleg over een en ander bij
te wonen, of uw adhaesie te betuigen aan
een op zulk een bijeenkomst te iormulee-
ren schrijven aan de Regeering?"
Gaat men op onderzoek uit, dan blijkt
dit vrij onschuldig briefje een valstrik. Geen
tnenschlievendheid of wat daaronder ook
mag worden gerekend is de drijfveer van
dit schrijven, maar het is niets anders dan
communistische propaganda. De dame. die
deze uiinoodiging onderteekent, is de
echtgenoote van dr. K-, arts te Amsterdam,
die tevens is een vooraanstaand propagan-
dist bij de communistische partij (richting
L. de Visser) en voornamelijk werkt on
der studenten en verpleger?personeel te
Amsterdam.
Het eenige doei is, om haudtcekeniugen
vaa intellectueelen te krijgen op een door
de communistische partij alhier, aan de re
geering in te zenden adres en hen op
deze wijze, zoo mogelijk ongemerkt te
spannen voor hun revoluttonnairen wagen.
Vandaar dat er in het schrijven met geen
woord over communisme of de partij ge
sproken wordt.
Dit treffend staaltje van de wijze waar
op door deze heeren gewerkt wordt de
monstreert tevens, hoe het mogelijk is, dat
men, evenals dit met enkelen in Indië het
geval blijkt te zijn, onwetend steun ver
leent aaa de revolutionnaire partij onder
leiding van Moskoe.
Uit 's-Hage wordt gemeld:
Het zal vermoedelijk nog wel veertien
dagen duren, alvorens de twee Nederlan
ders, wier uitlevering door de Justitie aan
België is verzocht, naar Den Haag over
gebracht zullen zijn. Onmiddellijk zal men
dan het onderzoek voortzetten. Vóórdat
het resultaat hiervan bekend is, kan nog
niets gezegd worden van de waarde, die
men aan dit spoor moet hechten. Dat de
rechtbank uitlevering heeft gevraagd, is in
ieder geval een bewijs, dat zij meent, dat
in dit spoor aanwijzingen met betrekking
tot das moord te vinden zijn.
Door Nederlandsche stoomboot aangevaren.
Ter hoogte van Baarland heeft, naar uit
Brussel wordt gemeld, tijdens den mist een
aanvaring plaats gehad tusschen het Neder
landsche stoomschip „Java", komende van
Antwerpen, en het Engelsche motorschip
„Phyllis Hudson", komende van Brussel. De
„Java" trof de „Phillis Hudson" van achter
zoo hevig, dat het motorschip binnen enkele
minuten zonk. Bemanning en loods werden
door de „Java" gered en te Vlissingen ont
scheept.
Het wrak ligt bij laag water op 15 meter
diepte en zit niet hinderlijk voor de scheep
vaart.
De Nederlandsche „Waterstaat" zal maat
regelen moeten nemen om het schip, te lich
ten. Dit wordt evenwel zeer bemoeilijkt,
sterken stroom waarschijnlijk geen dienst
omdat duikers bij de groote diepte en den
zullen kunnen doen.
Uit Hansweert wordt gemeld: Zaterdag
avond met hoog water, is het Hondureesche
s.s. „Omoa", aangekocht voor de slooperij
van Frans Rijswijk te Hendrik Ido Ambacht,
op de Westhavenberm omhoog gevaren en
blijven zitten. De positie van het s.s is zeer
gevaarlijk. Sleepbooten ter assistentie zijn
aanwenzig.
In Jutphaas en Bunnik teruggevonden.
Zaterdagmiddag stond aan het station te
Leerdam de vrachtauto vau den heer de
y/., die een paar reizigers naar Utrecht
zou brengen. Eenige personen, die achter
den auto stonden en in de meening ver
keerden, dat de W. naar zijn woning zou
rijden, tilden drie jongens van omstreeks
7 jaar, die ook bij den auto stonden, ach
terin. In plaa s van naar huis ging het ech
ter full speed naar Utrecht. Daar aangeko
men èbemerkte de chauffeur tot zijn schrik
de jongelui. Aangezien hij, voor hij terug
reed, eenige boodschappen moest doen,
drukte hij ze op het hart, bij den auto te
blijven tot hij terug was. Bij zijn terug
komst was echter een van de drie gevlo
gen. De twee anderen vertelden, dat hij op
een anderen passeerenden vrachtauto was
geklommen. Nu besloot de W. er de po
litie van in kennis te stellen.
Toen hij even later met een agent naar
den auto kwam, kreeg één van de twee
overgeblevenen het zóó benauwd, dat hij
het op een loopen zette en weldra tusschen
de menigte verdwenen was. Na eenigen tijd
van vergeefsch zoeken werd besloten met
den eenig overgeblevene naar Leerdam
terug te rijden. Hier werden de ouders der
kinderen van het gebeurde in kennis ge
steld. Onmiddellijk togen de vaders per
particulieren auto naar Utrecht Toen ze
even buiten Leerdam waren bolste de auto
echter tegen een boom, zoodat verder rij
den onmogelijk werd. De heer de W. bood
toen aan met zijn vrachtauto nogmaals
naar Utrecht te rijden.
Bij aankomst aldaar bleek, dat uit Jut
faas bericht was gekomen, dat een jongen
was aangehouden, die achter op een auto
zal. Volgens signalement was dit één der
vermisten. Na geruimen tijd in angstige
spanning te hebben gewacht, kreeg de va
der van nummer twee bericht, dat zoon
lief te Bunnik was gepakt.
Het Rijnschip „Teniers" van de Ned.
Transport Mij., geladen met kolen en ge
sleept door de sleepboot „Sigi", kwam Za
terdag van boven naar de Waalhaven te
Rotterdam, waar het voor den mond van de
haven het Nederlandsch s.s. „Den Haag",
gesleept door sleepbooten van Wilton, ont
moette.
Ten gevolge van de bijzondere drukte in
den mond van de Waalhaven en het ver
keerd begrijpen van eikaars seinen, is het
s.s. „Den Haag" met de „Teniers" in bot
sing gekomen. Het ss.. „Den Haag" raakte
de „Teniers" midscheeps, waardoor een
groot gat onder de waterlijn ontstond.
Het sleepschip zou zeker gezonken zijn,
wanneer de sleepbooten „Duitschland" en
„Siberië" van P Smit niet tijdig te hulp wa
ren gekomen. Zij wisten door pompen de
„Teniers" drijvende te houden en het nog
behouden naar de Waalhaven te brengen.
Daar werd het vaartuig oogenblikkelijk ge
lost en vervolgens naar het dok gesleept
ter reparatie.
Zaterdagavond tegen 10 uur heeft een uit
slaande brand gewoed in de woning van
den heer J. Schipper, Rozenstraat 122, te
Hilversum. De brand liet zich zeer ernstig
aanzien, omdat zich achter de woning een
opslagplaats van hout en electromotoren
bevond, maar door het krachtig ingrijpen
van de brandweer bleef het vuur beperkt
tot de voor- en achterkamer, waarvan de
laatste geheel uitbrandde. De bewoners wa
ren afwezig. De oorzaak is onbekend: ver
zekering dekt de schade.
De 14-jarige zoon van den heer B. uit
Ouddorp, die te Bergen (N.H.) per rijwiel
achter een autobus reed, werd, toen de bus
stopte en hij voorbij wilde rijden, door een
vrachtauto gegrepen. In deerr-iswekkenden
toestand werd de jongen naar het St. Elisa-
bethgesticht te Alkmaar vervoerd.
Wilde jacht door Rotterdam's straten.
Zaterdagmiddag heeft op den Coolsingel
te Rotterdam een brutale berooving van
een kantoorbediende plaats gehad.
Tc ongeveer kwart voor 12 wilde de 16-
jarig kantoor bediende J. H., wonende Ja
cob Catsstraat, zich naar het kantoor van
de firma Cohenv. d. Berg begeven, welk
kantoor gevestigd is op de le étage van
pand 23 aan den Coolsingel. Nadat de jon
gen de trap van dit pand een eindje was
opgeloopen, hoorde hij een man achter zich
die vroeg of hier mijnheer v. d. Berg woon
de. De jongen bleef stil staan, maar nog voor
hij had kunnen antwoorden, werd hem de
tasch, die hij onder den arm droeg en welke
een bedrag van 40 en enkele papieren be
vatte, ontrukt. De man maakte zich
ijlings met de tasch uit de voeten en sprong
op een fiets.
De beroofde kantoorbediende rende naar
buiten en onder het geroep „Houdt den
dief" werd een wilde jacht op den dader
begonnen. Een chauffeur slaagde er in den
dief op den Coolsingel zoodanig in het nauw
te brengen, dat hij van zijn fiets moest stap
pen en zijn buit loslaten. Daarna wist de
man nogmaals te ontsnappen. maar hij werd
andermaal ingehaald en ten slotte door een
politie-agent gearresteerd.
In optocht werd hij naar het politiebureau
Groote Paauwensteeg gebracht en daar in
bewaring gesteld.
Het was de 23-jarige werklooze kantoor
bediende M.M. Hij heelt een volledige be
kentenis afgelegd. Door werkloosheid was
hij tot zijn daad gekomen.
Zaterdagmiddag is een oude dame, mej.
J. C. J. Berghuis, wonende aan den Stations
weg te Leiden, terwijl zii een bad nam, in
dt badkamer door gasverstikikng om het
leven gekomen.
Toen de huisgenooten, ongerust geworden
door het lange wegblijven, een onderzoek
instelden, vonden zii het vertrek vol gas.
De oude dame was reeds overleden.
In de mijn Oranje Nassau III, te Heerler-
hcide is Zaterdagmiddag de 26-jarige slee
per H. Jekutsch onder een kolënwagentje
gekomen en gedood. De man, die een Duii-
scher was. was gehuwd en afkomstig uit
Kalernberg. Hij was nog slechts enkele
dagen in de mijn werkzaam.
Een belooning van f 300 uitgeloofd.
De Officier van Justitie te Assen heeft
aan de po'itie-autoriteiten medegedeeld, dat
een belóoning van f 300 beschikbaar gesteld
is voor degenen, die zoodanige aanwijzingen
weten te verschaffen, dat de daders van den
roofoverval te Emmerhout, waarbij de land
bouwer R. Ems.ng gedood werd, gearres
teerd kunnen worden. t
Hoewel reeds verschillende personen wer
den aangehouden en gehoord, heeft de po
litie tot heden geen enkele betrouwbare
aanwijzing ontvangen.
Vrachtauto versplinterd op een bewaakten
overweg te Veenendaal.
Zaterdagmorgen te ongeveer 10 uur werd
de beladen vrachtauto van de firma J. de
Ruiter, te Veenendaal on den bewaakten
overweg der Staatsspoor door den extra-
trein D 72, die 9.20 van Arnhem vertrekt,
gegrepen en totaal versplinterd. De schok
was ontzettend. Honderden meters verder
U gen de irictoronierdeelen. De gcheele la
ding meel bedekte de omgeving met een
wit-geelacht ge laag. Een der lantaarns van
de locomotief lag een eind ver de wei
landen in.
De inzittende chauffeur Van Schoonhoven
werd met kracht uit den wagen geslingerd.
Behoudens eenige ontvellingen kwam hij
echter met den schrik vrii.
De overweg, d.e bewaakt is, was niet
afgesloten. De bewaker P. Vink had ver
zuimd de boomen neer te laten. De man
was echter zoo van streek, dat hij bijna n ets
kon zeggen.
De politie heeft de zaak in onderzoek.
Een mooie beukenlaan in gevaar.
Men schrijft uit Dieren aan het HbL:
Een noodkreet is opgestegen in de gemeente
Rheden, die een van haar schoonste lanen
bedreigd ziet door een lang vermoede en
sinds ruim een half jaar geconstateerde gas
vergiftiging. Een geheimzinnige ziekte deed
tal van beuken sterven en tastte ook reeds
een aantal eiken aan. In enkele jaren tijds
moest een zestigtal beuken, deels particu
lier, deels rijkseigendom, geveld worden.
Van De Steeg naar Dieren loopt een pers
gasleiding van mannesmann-buizen, door een
Duitsche firma in de eerste na-oorlogsjaren
gelegd. Het zijn buizen van 10 tot 12 M.
lengte, welke, gelijk te doen gebruikelijk is,
z.g „koud gelascht" zijn. Reeds het eerste
jaar bleek, dat deze leiding enorm lekte.
Oorzaak onbekend. Grondverzakking, ver
onderstelde de een, de ander, dat de ïas-
schen in den grond gekrompen zijn. Nergens
wordt toegegeven, dat de buizen zeil poreus
zijn, zooals o.a. in den Raad gevreesd werd,
toen het crediet van 70.000 voor deze lei
ding werd aangevraagd en de burgemeester
zijn zin doordreef. Groote herstellingen wer
den gemaakt, maar het gasverlies bleef. Eerst
was het 30.000 M3., daarna werd het 40.000
en voor 1927 wordt het geraamd op 50.000
M3. De burgemeester zegt, dat dit normaal
is. Hoe dit zij, poreuse buizen of lekkende
lasschen, het gas verpest den bodem en de
boomen sterven.
De heer Zomer, tuinopzichler van het „Hof
te Dieren", kwam in 1925 tot de conclusie
dat het gas de schuld droeg. Hij sprak er den
directeur der gasfabriek over, doch deze
behandelde de zaak en baggatelle.
In den vborzomer van 1926 kwam de op
zichter schriftelijk op zijn vraag terug. Zon
der succes.
Toen wendde hij zich tot het college van
B. en W. en hier begint een drama, dat
thans de gemeene in rep en roer brengt.
Het natuurschoon is de groote kurk, waarop
de gemeente Rheden drijven moet en nu
wordt de schitterende eikenlaan van Ellecom
naar Dieren, die een grootsch verlengstuk
vormt van de beroemde Middachter Allee,
met ondergang bedreigd. Het verlies zou niet
slechts plaatselijk, doch nationaal gevoeld
worden.
Dr. Posthumus Meyer was het, die den
knuppel in het hoenderhok wierp. Hij schreef
een vlammend ingezonden stuk in het Gel
derse!» Nieuwsblad, waarin hij B. en W. te
lijf ging op een wijze, die zoodanig insloeg,
dat de menschen elkander de krant uit de
handen rukten en een stormaanval deden 'tp
de bureau^ van gemeld orgaan om een extra
nummer te bemachtigen.
De verontwaardiging van den emeritus was
vooral opgewekt door de pertinente ontken
ning van den burgemeester in de jongste
raadszitting, dat hij iets van de quaestie zou
afweten.
„Grove nalatigheid, roekelooze vernieling
van natuurmonumenten en schandelijke be
schadiging van particuliere eigendommen",
ziedaar wat o.m. het college van B. en W.
voor de voeten geworpen werd.
De schijn was niet anders en het is den
ijverigen predikant zeker niet euvel te dui
den, dat hij geen rekening hield met de mo
gelijkheid van een opeenhooping van toeval
ligheden en verzuimen, waardoor het dage-
lijksch bestuur, althans zijn voorzitter,, zich
kan dekken achter slordigheid ter secretarie
en laksheid van den gasdirecteur.
Op den 9en Augustus 1926 schreef den
heer Zomer zijn adres aan B. en W„ dat hij
liet vergezeld gaan van een rapport van den
plantenziektekundigen dienst te Wageningen,
in wejk rapport de gasverstikking zonder
voorbehoud was vastgelegd. Den 11 en Au
gustus d.a.v. werden deze stukken voor ont
vangst afgestempeld. Maar op 10 Augustus
was de burgemeester voor drie en een halve
week naar het buitenland vertrokken.
Natuurlijk behoort de behandeling der stuk
ken daardoor geen invloed te ondervinden,
maar in de gemeente Rheden laat de orde
in dit opzicht blijkbaar wel iets te wenschen.
Een afdeelingschef zond adres en rapport
linca recta door naar den directeur der gas
fabriek. En dacht er verder niet aan.
De directeur deponeerde vermoedelijk een
en ander onder het beroemde loodje.
B en W. bleven in zalige onwetendheid.
De boomen bleven sterven. Heel Ellecom
wist het De arbeiders, die met het omhakken
belast waren, lieten belangstellenden den
met gaslueht doortrokken grond ruiken: ieder
sprak erover. Maar burgemeester noch wet
houders kwam iets ter oore en de gasdirec
teur, die mondeling en schriftelijk gewaar
schuwd was, bleef apathisch.
Zoo kon burgemeester Bloemers dus ge
heel te goeder trouw zijn, toen hij pertinent
verzekerde van dit alles onkundig te zijn en
twijfel uit te spreken aan de waarschijnlijk
heid in het Wagcningsche rapport reeds
tot zekerheid verheven dat er van gasver
stikking geen sprake kon zijn. Voor hem
kwam het „j'accuse" van den heer Posthumus
Meyjes als een donderslag uit helderen he
mel.
Of de publieke opinie door deze nadere
verklaring der feiten anders zal worden, is
een vraag, welker beantwoording niet ge
makkelijk te geven is. De eigenmachtige be
handeling ter secretarie van ingekomen stuk
ken en het verzuim, den gasdirecteur een
rappel te zenden, toen deze niets van zich
liet hooren, bewijzen dat er iets niet in
orde is.
Het is daarom een gelukkig verschijnsel,
dat een verhoogde belangstelling in het ge
meentelijk leven valt waar te nemen, welke
zich uit in meer critiek, in den Raad van nog
slechts een enkeling, daarbuiten echter van
velen, al zijn niet allen zoo agressief als as.
Poshumus Meyjes, Het gemeentebestuur
staat er nog wat onwennig tegenover, maar
dat zal wel veranderen.
EEN SCHENDING VAN HET
STADSSCHOON?
Pver smaak valt niet te twisten is een
waarheid die ouder is dan de oudste huizen
te Leiden.
Nu zijn er in de oude Sleutelstad heel
oude panden, prachtig mooie geveltjes en
stadsgedeelten, waaraan menig buitenlan
der zijn kunstzinnig oog te goed doet.
Op het oogenblik is heel Leiden in last
doordat een vooruitstrevend architect mid
den in zoo'n oud stadsgedeelte een hyper'
modern bouwwerk heeft neergezet.
Staande op de Hoogstraat heeft men een
waarlijk prachtig gezicht op het ver buiten
Leiden vermaard Waaggebouw, tot v.oor
korten tijd geflankeerd door huizen, die,
hoewel ieder op zichzelf niet uitblinkend
door architectonische schoonheid, met het
imposant waaggebouw een harmonisch ge'
heel uitmaakten.
„Tot voor korten tijd," want in de laatste
weken is, naast het Waaggebouw een pand
verrezen dat door zijn architectuur de har
monische lijn ten eenenmale verbroken heeft.
Het valt niet moeilijk dit gebouw te
omschrijven: het heeft den vorm van een
kubus, geheel van cement opgetrokken,
terwijl de horizontale banen zijn onderbro
ken door een paar lage ramenrijen.
Het overal vernomen gemompel van onte
vredenheid bij de Leidenaars, die bij der
gelijke aanvallen op de antieke schoonheid
hunner stad, plots wakker worden, was
aanleiding tot een levendig debat in den
Leidschen gemeenteraad.
Op een enkel lid na, waren alle sprekers
het er over eens, dat d i t had moeten voor
komen worden.
De een noemde den kubus een wange
drocht, een ander vond dat dit misbaksel
niet zou misplaatst zijn onder de negers in
de binnenlanden van Afrika, de wethouder
vond het bouwwerk ook niet mooi, maar de
betreffende verordeningen gaven hem geen
macht, den bouw te verbieden en dan: een
architect had hem gezegd, dat de omgeving
zich maar aan dezen nieuwbouw moest aan'
passen.
Slechts een raadslid was met den stijl
zeer ingenomen en verklaarde a priori, dat
elkeen, die het niet met hem eens was, er
geen verstand van heeft.
In de plaatselijke bladen ontstond over
den kubus een twistgeschrijf zoodat de firma
van Nelle, voor wier rekening het gebouw
werd geplaatst, niet over gebrek aan be
aingstelling te klagen heeft.
Meer dan ooit worden thans stemmen
vernomen die ook te Leiden een Schoon
heidscommissie, eventueel met wijziging der
betreffende verordening, in het leven willen
roepen.
B. en W. voelen voor een dusdanige
commissie niet veel en zij gronden hun mee
ning op hetgeen deze commissie in andere
steden tot stand gebracht hebben. Zij zul
len echter binnenkort met een voorstel
komen tot het benoemen van een commissie
van Waakzaamheid, die B. en W. van even-
tueele snoode plannen op de hoogte zullen
brengen.
Met dit al is Leiden thans in het bezit
van een grooten cementen kubus in een tot
voor korten tijd beroemd mooi stadsge
deelte, aldus het „Vad." waaraan boven
staande beschouwing ontleend is.
Wijlen mejuffrouw I. R. Tonkes te Gronin
gen, he#ft, ten behoeve van den Staat der
Nederland aan de curatoren der Rijksuni
versiteit aldaar, ter plaatsing in het gebouw
der academie, gelegateerd een kostbare
zeventiende eeuwsche staande klok.
Deze klok is een bijzonder fraai exem
plaar. Boven de wijzerplaat is een klein
planetarium geplaatst. Het uurwerk heeft
een plaats gekregeó in de curatoren-kamer.
Defirma B. A. van Kloeten te Leiden
heeft a»?n Prinses Juliana, met het oog
op haar aanstaande studies aan de Rijks
universiteit aldaar, een „Beka" dictaat
cahier aangeboden, verguld op snede, in
lossen Marocco lederen band,
H.K.H. heeft het geschenk onder dank
betuiging aanvaard.
Men bericht uit het Missiehuis „Sparren-
daal" te Vuéht:
Onze missionarissen uit China schrijven:
„Wij hebben onze Hollandsche kranten ont
vangen en verheugen ons en gemeten in het
lezen der verslagen over de grootsche en
geestdriftige ontvangst der Chineesche bis
schoppen in Nederland. Wat voelen wij hier
zoo ver, bij het lezen dier sympathieke ver
slagen, ons dicht bii. Ook de Chineesche
kranten spreken er druk over en zoo ver
spreiden zij iets lu.sterriiks van den Katho
lieken godsdienst in verband met hun eigen
volk. Dit heeft zeker ziin belangrijkheid,
vooral1 in den tegenwoordigen tijd. Eer aan
de Katholieken van Nederland!"
In de Februari-aflevering der „Analen
van de Afrikaansche missiën" komt hei
jongste overzicht voor van den stand der
missiën der Witte Paters. Wij ontleenen
daaraan missieposten: 161 missionarissen-
Europeanen en zwarten resp. paters 471 en
50, broeders 115, zusters 342 en 258, zwarte
cathechisten 4567, katholieken 452.000
Catechumenen 189.231, doopsels: ongeveer
oO.OOO, H. Biechten 2332950, H. Communiën
690816, kaht. huwelijken 6426, schoolkinde
ren: 84000 jongens en 63000 meisjes over
3400 verschillende scholen verdeeld, verzorg
de zieken 1960493. Aantal apotheken en
hospitalen meer dan 300.
De direct.-generaal van den Arbeid heeft
aan de schoenindustrie toegestaan, 13
weken per jaar over te werken, op voor
waarde, dat even zoovele weken, volgende
op de periode, waarin is overgewerkt, ten
minste 40 uur per week zal worden ge
werkt.
Het is thans hekend geworden, dat de
revolutie was voorbereid tegen 31 Januari
doch doordat enkele leden van het revo
lutionaire comi'é afwezig waren, werd de
staatsgreep uitgesteld tot 3 Februari. Op
dezen datum werd een ultima'um gericht
tot de regeering, waarin haar aftreden
werd geëischt, alsook een terugkeer tot
cons'.itutionneele toestanden.
De minister van Oorlog heeft aan de op
standelingen in Opporto een ultimatum ge
zonden, waarin verklaard wordt, dat, wan
neer zij zich om twaalf uur 's middags nie!
hebben overgegeven, de stad van alle zij
den gebombardeerd zal worden.
Ook buiten Oporto zijn enkele pogingen
tot het verwekken van een opstand ge
daan. Zoo begon te Figueira da Foz (haven
in Noord-Poriugal) een kleine afdeeling
van het garnizoen een opstand, die echter
onmiddellijk werd onderdrukt.
De kanonneerboot „Bengo", die cp de
reede van Faro (Zuid-Portugal) lag, heeft
de partij der opstandelingen gekozen. Zij
bracht gisteren een afdeeling mariniers
aan land, bij welke zich een deel van het
garnizoen van Tavira voegde. Er ontstond
een gevecht met het deel van het garni
zoen, dat de regeering trouw was geble
ven. De „Bengo" nam hieraan deel en
vuurde op de kazernes van het garnizoen.
Ook hier werd de opstand spoedig onder
drukt, waarna de „Bengo" zee koos met
onbekende bestemming. De commandant
van de „Bengo" deelde per draadlooze
mede, dat hij zich niet op constitutioneele
wijze samengestelde rechtbank en dat hij
daarom zijn land verlaat.
De regeering ontvangt van alle zijden
steun en is vol vertrouwen aangaande de
ontwikkeling der gebeurtenissen. Zij heeft
een communique gepubliceerd, waarin
wordt medegedeeld, dat Oporto hevig ge
bombardeerd is, dat de artillerie der op
standelingen tot zwijgen is gebracht en
waarin het moreel der regeeringstroepen
uitstekend wordt genoemd.. De regeerings
troepen hadden drie dcvoden en zes ge
wonden.
Volgens dit communiqué zijn de opstan
delingen in Oporto door een paniek bevan
gen en hebben zij brood noch vleesch. De
krijgswet wordt streng toegepast. Overdag
blijft alles normaal, doch 's nachts is het
openbaar leven in de stad stopgezet.
De hevige gevechten te Oporto duren
voort, waarbij aan beide zijden dooden en
gewonden vallen. De stad wordt door de re
geeringstroepen heftig beschoten en een pa
niek heeft zich van de bevolking meester ge
maakt. Verscheidene- huizen zijn tengevolge
van het bombardement verwoest, waarbij
ook burgers om het leven zijn gekomen.
In het centrum des lands, met name te
Lissabon, heerscht volkomen rust. In het
Zuiden is de opstand reeds bijna geheel on
derdrukt terwijl hij in het Noorden voort
durend aan terrein verliest. De regeering
heft een communiqué gepubliceerd waarin
gezegd wordt, dat zij groote troepen- en
munitietransporten naar het Noorden heef!
gezonden teneinde den geleidelijk afne-
menden tegenstand der revolutionnairen ge
heel te breken.
De huidige militaire dictatuur, aldus wordt
verder in het communiqué gezegd, die voort
gesproten is uit de revolutie van Lissabon
van 28 Mei 1926, is volkomen republikeinse!»
gezind. Zij is voornemens de groote zuive
ringsactie op het gebied der binnenlandsche.
politiek en cp dat der administratie ten uit
voer te leggen, ten einde daarna de grond
wet weder in werking le kunnen stellen. Tot
zoover het communiqué.
Zoo juist wordt bekend, dat de revolution
nairen te Oporto den consul van Uruguay
hebben verzocht, zijn bemiddeling voor het
tot stand komen van een wapenstilstand te
willen verleenen. De commandant der regee
ringstroepen heeft evenwel geweigerd op
onderhandelingen in te gaan Hij verlangde
de onvoorwaardelijke overgave der revolu
tionnairen; anders zou hij een heftiger bom
bardement op de stad doen opnemen.
De toestand wordt nog gecompliceerder,
doordien in Noord-Portugal de spoorwegar
beiders staken ten gunste der revolution
nairen.
De huidige revolutie is wegens haar uitge
breidheid en het aantal slachtoffers een der
belangrijkste, die Portugal de laatste jaren
heeft doorgemaakt.
De strijd in de nabijheid van Yentsjan
duurt voort, doch Soen Tsjoean-fang laat
versterkingen aanrukken. De uitslag van
het treffen der laatste dagen is nog onze
ker.
Zoolang Soen's leger van 100.000 man
stand houdt tegen de legers der Canton-
neezen, die circa 40.000 man bedragen, acht
men de internationale nederzettingen te
Sjanghai veilig. Ook wanneer Soen een ne
derlaag mocht lijden en Hangtsjau zou moe
ten opgeven, zullen de Cantonneezen slechts
uiterst langzaam kunnen oprukken naar
Sjanghai.
De Noordelijke militaire leiders zijn echter
vol vertrouwen dat de Cantonneezen Sjang
hai niet bereiken zullen. Zij hebben krach-
tig geprotesteerd tegen het voorstel in de
Engelsche pers gedaan, dat Tsjen de vei
ligheid van Sjanghai garandeeren en zich
verbinden zou de stad niet te bezetten. De
noordelijken zijn van meening, dat hun le
gers daarvoor wel zullen zorgen.
Volgens een telegram aan de „Evening
Standard" heeft de Amerikaansche zaakge
lastigde te Peking aan Tsjang-Tso-lin, den
militairen opperbevelhebber van het noor
den en aan Tsjang-Kai-sjek, den comman
dant der Cantonlegers, voorstellen gedaan
om Sjanghai tot een neutrale zone te ver
klaren.
Tot hedenmiddag is te Washington geen
.enkele aanwijzing ontvangen omtrent de
houding, die de verschillende groepen in
China zullen aannemen ten opzichte van het
voorstel van den Amerikaanschen minister
van Buitenlandsche Zaken Kellogg, om de
internationale nederzettingen te Sjanghai
buiten het eventueeie oorlogsterrein te doen
blijven. De Amerikaansche gezant te Pe
king, Mc. Murray, heeft Kellogg's voorstel
aan de regeering overhandigd en zelfs per
soonlijk een onderhoud gehad met Tsjang-
Tso-lin, doch het resultaat dezer stappen
blijkt nog steeds niet vast te staan.
Te Washington is men geneigd, aan te
nemen, dat de Cantonneezen eerder zullen
ingaan op Kellogg's voorstellen dan hun
Noordelijke tegenstanders, doch het spreekt
vanzelf, dat een partieele overeenkomst niet
tot een bevredigende oplossing kan leiden.
Nummer 19:,. -
196. Op een morgen ontdekte nu
Werkborstel, de meesterknecht,
dat er'tal van eieren uit de ma
gazijnen vermist werden. Een
uiterst streng onderzoek van
chef Kallikallif den Kalkoen-
schen haan, bracht geen licht In
deze duistere zaak.
197. De volgende nachten was
het weer hetzelfde liedje. Tel
kens werden eieren vermist en
als Werkborstel op onderzoek
uittrok, dan zag hij tal van ge
broken eierschalen op den grond
liggen. Dat kon toch zóó maar
niet voortgaan.
198. Er werd een wacht van fa
zanten, kalkoenen en patrijzen
ingesteld, die zich zorgvuldig
achter de kisten in het maga
zijn verborg. De trouwe dieren
zaten heel den nacht op den uit
kijk om de dieyen bij hun wtrk
gade te slaan.
Nummer
Nummer 198,
199. Daar vernam de wacht een
geritsel en toen de kalkoen, dc
fazant en de patrijs naderbij slo
pen, zagen ze nog net hoe drie
ratten snel een ei wegsleepten
Zoo waren de dieven dus einde
lijk ontdekt. Wel zat de wacht
hen nog achterna, doch zij wa
ren natuurlijk direct in de duis
ternis verdwenen.
(Wordt vervolgd)
Nummer 199,