w
z
m
Uit de Pers.
j
i
MMl H
Stadsnieuws
MhH Ij
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde Blad Maandag 14 Februari 1927
Weten wij er niets van?
8. C. H. behouden. Door de 2—-0 ov erwinnjng op H.V.V., vrijwaarden
de Haarlemmers zich voor degradatie-wedstrijden. Dat 't er in het
Haagje warm toeging bewijst onze foto wel.
Verkiezing Provinciale Staten.
P
Het conflict bij den woning
bouw te IJmuiden-Oost
geëindigd.
EEN ONGELUKKIGE REIS.
De kapitein van het stoomschip
„Vechtstroom" aan boord
overleden.
Kordelaar lost een schot op 't Zaan-
damsche doel, in de ontmoeting
H. B. C V. V. Z.
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Het H. B. C.-elftal, dat gisteren V. V. Z. uit
Zaandam versloeg en zijn kampioenskansen hierdoor aanmer
kelijk vergrootte.
„The Yellow Black Boys".
ZWEMMEN.
ɧ.i
Jf:
Een interessante opname voor het Utrechtsche doel in den wedstrijd
H.F.C.U.V.V. 1—1.
BOKSEN.
Ipl
Lp-
Hoe Brakel Haarlem's eerste doelpunt maakte in den wedstrijd tegen
Schoten. De Haarlemmers „steken met kop en schouders" boven da
Schotenaren uit.
MUZIEK.
t
Weten wij ven kinderopvoeding niets af?
Dere vraag lokt de verklaring van dr.
Marie Montessori uit, dat wij ten opzichte
van kinderopvoeding nog op een lage trap
van cultuur staan.
Het kind en zijn ontwikkelingsmogelijk
heden zegt zij verder zijn onbekende
grootheden, wier waarde wij nog moeten
zoeken.
Daar staat de wereld, 'daar staat de be
schaving van zooveel eeuwen, daar staat het
Christendom, daar staat de Katholieke Kerk
net beschaamde kaken.
„Niemand zal beweren, teekent 't „Huis
gezin hierbij aan, dat alle ouders de kunst
van opvoeden verstaan het scheelt helaas
veel en vooral in onze dagen ziet men cari-
caturen van opvoeding maar ongerijmd is
de jongeman, die schreef: „mijn moeder loopt
geen lezingen over opvoeding na, want ze
weet hoe ze moet opvoeden," sprak, on
bewust allicht, een groote waarheid uit, die
de aanmatigende uitspraak van dr, Marie
Montessori in het hart aantast.
Is het niet verbijsterend te moeten ver
nemen, dat de opvoeding tot heden een mis
lukking is geweest?
Neen, als ze een mislukking is, en waar
zij een mislukking i^, is zulks te wijten aan
het in den wind slaan van de leer van het
Christendom, aan het afwijzen van het pad,
dcor God zelf gewezen.
Had dr. Montessori gezegd, dat de mo
derne opvoeding ons tot een lagere cultuur
terugvoert, dat de moderne opvoeding den
aard en de bestemming van het kind ver
kracht, dan zou ze weinig tegenspraak 'neb
ben ontmoet.
Ir. het katholieke gezin, gesteund door
de meening, dat Hel kind nog een onbeken
de grootheid, met de kinderopvoeding nog
met meer; dan begonnen is.
Vooral verwondert men zich er over, dat
een katholieke vrouw een bewering zoo
boud durft uiten.
Immers, de Kerk is alle eeuwen door de
grootste en wijste opvoedster geweest.
Wie de geboden, voorschriften en onder
richtingen der Kerk volgt, weet, dat hij
ten aanzien der kinderopvoeding den veili-
gen weg volgt.
Zijn nu men Pestalozzi wil gaan ver
heerlijken, mag het wel eens gezegd worden
een Jean Baptist de la Salie, een don
Bosco niet de groote opvoeders geweest,
die voor het kind niet als een onbekende
grootheid stonden?
Zeker, men mag nieuwe methodes onder
zoeken en beproeven, maar men ga zich
niet inbeelden, dat een leerwijze over de
opvoeding beslist
De beste, de aangewezen, de natuurlijke
opvoeders van hét kind zijn de ouders, en
een onderwijs en een school, die uit dezelf
de beginselen leven, vindt men dé opvoe
ding, welke noodig is om het geluk van het
kind, tijdelijk en eeuwig, te verzekeren.
Voor paedagogen, hoe hoog bun naam
ook zij, die anders leeren, heeft men zich
als voor valschc profeten te hoeden."
Bij de gisteren door de R. K. Kiesver-
eeniging te Bloemendaal gehouden stem
ming tot vaststelling van de definitieve
lijst voor leden der Provinciale Staten, wer
den uitgebracht 151 stemmen, van onwaarde
tien.
Het politiek advies voor den kieskring
Haarlem luidt als volgt:
mr. J. B. Bomans, Th. G. C. Hooy, J. G.
Zaterdagavond halt tien begon een woonschuit in de Ooslvest, tegenover de Papen-
torenvest, plotseling te zinken. De schuit lag reeds eenigen tijd in scheeven stand,
tot het Zaterdagavond plotseling sterk overhelde. De bewoner zocht met zijn 3-jarig
dochtertje ijlings den veiligen wal. Toen hij van den schrik bekomen was, bracht hij
met de hulp van politie-agenten en burgers zijn inboedel op het droge. Daar de woon
schuit uiteraard niet spoedig in bewoonbaren staat kon gebracht worden, heeft de
man en zijn dochtertje met de meubelen zijn intrek genomen bij kennissen.
van Kessel, J. W. Roozen Hz., E. Neder-
hasselt
Voer het Politiek Advies weiden uitge
bracht 91 stemmen. Verder verkregen de
heeren J. G. van Kessel 24 stemmen en
mr. J. B. Bomans 9 stemmen, Th. G. C.
Hooy 8 stemmen, J. W. Roozen Hz. 7 stem
men en E. van Nederhasselt 2 stemmen,
Het conflict, dat bestond tusschen den
aannemer van het schilderwerk en de schil
ders, werkzaam aan de woningen nabij de
Kalverstraat te IJmuidcit-Oost, is bijgelegd.
De schilders hebben er in toegestemd, het
werk af te maken voor het restant van het
bedrag, dat zij te vorderen hebben. Daaren.
boven zal de aanemer de helft van het
weekloon, dat hij niet uitgekeerd heeft,
zijnde een bedrag van 17.50, uitbetalen.
Dit neemt niet weg, dat de schilders toch
een gedeelde van hun loon inboeten.
Gistermiddag te half twee is te IJmuiden
binnengeloopen het stoomschip „Vecht
stroom" van de Kon Ned. Stoomboot Mij.,
met het lijk van den kapitein, den heer P
Krijnen, aan boord. Het stoomschip was
Zaterdagmiddag van Amsterdam vertrok
ken met bestemming voor Huil en geladen
met' carbid en houtskool.
Toen men Zondagmorgen om kwart voor 5
den kapitein wilde wekken met het oog op
den dikken mist, vond men den heer
Krijnen dood.
Bij een voorloopig onderzoek is het ver
moeden gerezen, dat de heer Krijnen door
bedwelming van de gassen, ontwikkeld door
de lading, overleden is.
Het schip is daarop naar IJmuiden terug
gekeerd en voerde bij zijn binnenkomst
de teekenen van rouw: de verslagenheid
onder de bemanning was groot.
Het lijk is per auto naar de woning van
den vader van den overledene te IJmuiden
overgebracht.
BS* A*
Secretariaat: Spaanschevaartstraat 90.
Uitslagen van gisteren:
Volendam 1T.Y.B.B. 1 terrein afgekeurd.
H.B.C. 2—T.Y.B.B. 2 2—2
De wedstrijd VolendamT.Y.B.B. vond
voor de tweede maal geen doorgang. Zon
dagmorgen werd bericht ontvangen, dat het
terrein afgekeurd was, zoodat spelers en
autobus onverrichterzake resp. huis- en ga-
ragewaarls konden keeren. Het tweede elf
tal heeft in een emotievollen kamp tegen
H.B.C. 2 gelijk gespeeld, waardoor de geel
zwarten hun fraaie kampioenskans behiel
den.
Na den wedstrijd, toen de spelers reeds
in de kleedkamers waren, protesteerden de
H.B.C.'ers tegen het nemen der twee straf
schoppen, daar zij van meening waren dat
de reglementaire afstand van den bal niet
in acht genomen was. De penalty's moesten
nu bij voorbaat weer overgenomen worden,
dus trok alles weer naar het veld toe. On
der doodsche stilte plaatste Boot zich ach
ter den bal, twee doffe knallen weerklonken
en het gejuich der talrijke geel-zwart-sup-
porters bewees, dat Boot ook nu geen fout
gemaakt had. Een keurige prestatie, Her
man! Zouden de H.B.C.'ers dus het protest
winnen, wat nog zeer te bezien staat, dan
kan dit in den uitslag geen verandering
brengen.
A.s. Zondag wordt er gespeeld:
V.V.A. I (Nieuwendam)T.Y.B.B. I.
T.Z.B. I—T.Y.B.B. 2.
HENK.
27sten JAARLIJKSCHE ALGEMEENE
LEDENVERGADERING VAN H.V.G.B
In een der zalen van het gebouw de
Nijverheid, werd gisteravond de 27sten jaar-
lijksche algemeene ledenvergadering van
H. V. G. B. gehouden. Om ongeveer kwart
over achten opende de voorzitter deze zeer
druk bezochte vergadering en heette alle
aanwezigen hartelijk welkom, in het bizon
der Dr. Merens.
Uit het jaarverslag van den secretaris
hleek, dat dc vereeniging zich in steeds toe
nemende bloei mag verheugen, terwijl in het
afgeloopen jaar het ledental aanzienlijk is
toegenomen. Ook het verslag van den pen
ningmeester was optimistisch gestemd, daar
gaf de toestand der geldmiddelen dan ook
wel aanleiding toe. Namens de geheele ver
gadering dankte de voorzitter, den heer de
Groot voor zijn zuinig en accuraat beleid.
Na de veslagen van de Polo- en kascom-
missie, werd verslag uitgebracht over de
boei naar het Zuiden. De samensteller van
dit verslag, de beer van Dorp, oogstte hier
mede veel succes.
Hierna werd behandeld de ontwerpen-
statuten en huishoudeijk reglement, beiden
werden na eenige keine wijzigingen goedge
keurd.
Na deze punten kwam aan de orde de be
stuursverkiezing. Voordat tot de verkiezing
werd overgegaan, sprak de voozitter eenige
woorden van dank voor het vele wat het
scheidende bestuurslid, de heer Godvliet in
het belang heeft gedaan en hoopte, dat het
hem in Insulinde goed moge gaan. Als blijk
van waardeering voor het werk van den
heer Godvliet, overhandigde spr. hem
namens de vereeniging een zilveren
inktkoker met de H. V. G. B.-vlag. Ont
roerd dankté de heer Godvliet voor deze
attentie.
8ÉT"
IIBk iMBrt
De bestuursverkiezing had tot resultaat,
dat alle aftrenden werden herkozen en in de
vacatures werd voorzien door de benoeming
van de heeren Gussenhoven en Schouw. Het
huidige bestuur is dus samengesteld uit:
Ph. Peereboom, voorzitter: T. v. Ommeren;
S. de Goot; A. Boree; J. Brouwer; A. Gus
senhoven en J. Schouw.
Na de verkiezingen van een kas- en een
technische commissie, werden de agenda's
van den Nederlandschen en Haarlemschen
Zwembond behandeld.
Bij de rondvraag kwamen eenige intieme
aangelegenheden ter sprake, waarna de heer
Godvliet, in eenige welgekozen woorden
afscheid nam van de H. V. G. B.'ers en zijn
beste wenschen uitsprak voor H. V. G. B.'s
toekomst.
Hierna sloot de voorzitter om ongeveer
kwart voor twaalven deze vergadering.
v. d. Veer verliest op punten van Diener.
In den Zondag te Dortmund gehouden
bokswedstrijden werd het hoofdnummer in
beslag genomen door de partij v.d. Veer
Diener.
Naar de Crt. meldt stond de partij niet
op een hoog peil. Beide boksers legden er
zich op toe, reeds in den aanvang door een
k. o. een beslissende overwinning te behalen.
Hun strijd was daarop duidelijk ingericht.
Uit welken hoek de slagen van Diener hem
ook troffen, zij maakten op den Hollander
geen indruk en aanvbet eind van de twaalf
ronden was Van der Veer dan ook veel
frisscher dan Diener. De overwinning op
punten, die onder algemeene instemming
aan Diener werd toegekend, was dan ook
niet sterk overtuigend.
In de eerste ronde zocht Diener zijn tegen
stander vooral op het lichaam te treffen, doch
hij had daarmede geen succes, daar Van der
Veer een ruim gebruik maakte van zijn groo-
ter lichaamsgewicht ('t verschil was 23 pond)
teneinde Diener af te matten. Van der Veer
ging slechts zelden tot het offensief over.
Zoo ging 't tot de vierde ronde, zonder
merkbaar overwicht van een van beiden.
Eerst daarna kon Diener een reeks slagen
toebrengen en hij bleef ook daarna in den
aanval. Van der Veer zocht wel wat al te
vaak zijn toevlucht tot de clynch.
Tegen het einde trachtten beiden nogmaals
een beslissing te forceeren, doch zonder
succes.
De overwinning van den Duitscher werd
levendig toegejuicht, vooral toen werd mede
gedeeld, dat Diener een uitdaging van Van
der Veer voor een revanchewedstrijd had
aangenomen.
DE BETEEKENIS DER „SCHOLA
CANTORUM."
Wat dit koor ons heeft ge
geven, kwam de volmaaktheid
zeer nabij." (Mei 1921).
De naam /Schola Cantorum," wijst naar
eene traditie, wier wortels teruggaan tot
in de eeuw, die de Christelijke eenheid
van West-Europa voor den tijd van bijna
een milliade. van bijna duizend jaar, for
meerde en die aan deze eenheid uitdruk
king gaf in den toen. voor het eerst door
Rome's bisschop gedragen titel van .Paus
di. Vader. Die eerste Paus was Gregorius
Magnus, de Benedictijnsche mopnik op den
stoel van Petrus om rent 't jaar 600; want
t'eze was het ook. die de stichter werd der
„Seholae Cantorum", als kweekplaatsen
bedoeld der geestelijkheid, als opleidings
scholen vanaf de prilste jaren der voor
den goddelijken dienst bestemden. Ruimer
dan thans was dus toen het veld, dat in
de scholae vaa dien naam werd bewerkt;
s udie der H. Schrift waq er een belang
rijk onderdeel van het programma; maar
daarnaast of. Ietten wij op den naam der
irtelling, daarboven stond de beoefening
d'r muziek die in onze liturgie waar elke
cl pzinnige onzienlijkheid haar edelste uit-
n ndig symbool voor onze ziptuigen zoekt,
zulk een groote en verheffende rol ver
vult: de gewijde muziek, de naar haren
promotor genoemde: Gregoriaansche mu
ziek.
Als het karakteristieke in dit instituut
vinden wij dus: de beoefening der musica
sacra en wel van de kinderjaren af; de
iongens met aardige stemmetjes, „pueri
bene psallantes" genieten het voorrecht
om hier te worden opgenomen ter verdere
opleiding in de „mellifluis cantilenae me-
lodüs, de zoetvloeiende melodieën der can.
tilene zooals in het Liber Tonlificalis te
lezen staat.
Naast haar belangstelling voor de mu
ziek van eigen bodem zijn het nu ook juist
deze elementen: gewijde muziek en kinder
zang, die wij in de Amsterdamsche „Schola
Cantorum" aantreffen als het zeer bijzon
dere, dat haar van andere koren onder
scheidt. Zij was zich van den beginne be
wust, welke hooge verplichtingen haar
door de eeuwen eerbiedwaardige edelnaam
oplegde aan wie hem aannam; zij heeft
in den loop van haar nu zes-jarig beslaan
bewezen, haar naam waardig te zijn. De
eerste uitvoering der „Schola" als zelf
standig a-capella-koor, onder haar stichter
Hubert Cuypers. kenner als weinigen der
gewijde muziek, gaf onmiddellijk een ar-
t'stiek credo in haar programma, dat als
glanspunten naar voren bracht Palestrina's
Missa Papae Marcelli" en Sweelinck's
Psalm 150. Dat was in 1921, en thans?
Het onlangs verschenen standaardwerk
van Prof. Gerard BTom. „Roman':ek en
Katholicisme in Nederland" noemt de uit
voeringen van Cuypers' S. C.' als onmis
bare élementen in ons moderne muz!ek!e-
ven. En er zij hier terloops aan her
innerd de motiveering waarmede Z, H.
de Paus het vorig jaar Hubert Cuypers
het ridderschap in de orde van S. Grego
rius Magnus toekende, neemt niet op de
laatste plaats zijn vruchtbaar werk „de
vermaarde Schola Cantorum te Amster
dam."
Tusschen het kleirf begin in de Ronde
Luthersche Kerk. waar het jonge koor zijn
uitvoeringen gaf en deze hooge waardeerin
gen voor wat sindsdien gepraesteerd werd
in de hoofdstad en elders, l'ggen jaren van
een voorbeeldige artistieke expansie, die
het beste van de a-capel!{i muzieklittera-
tuur van alle tijden en landen omvat.
De „Schola"-concerten openen met de
eeuwenoude Gregoriaansche hymnen voor
jongens- en mannenstemmen: „Victimae
paschali laudes" in zijn wonderen toonaard:
het .Kyrie" van de groote mystica der
twaalfde eeuw^ Sint Ilildegardis; het teerc
„Rosa vernams", waarin de jongensstemmen
zoo hemelsch uitjubileeren en zooveel
mèer. Ban volgt de kerkmuziek der Re
naissance, de pracht en grootsché drama
tiek van den Sint Pie'er in het werk van
Palestrina Ingegneri. Marenzio en andere
roemrijke namen van Italië's Cinqueoento.
De 15e en 16e eeuw gaf ook een onge-
ëvenaarden bloei te zien in onze Neder-
landsche muziekschepping; aan deze en de
moderne Nederlandsche muziek wijdt „S.
C." jaarlijks e,en geheel concert. Behalve
op belangstelling voor de Fransche Renais
sance" Clément Jannequin's meester
werk „La Bataille de Marignan" en
voor het levenskrachtige Engel-nd van Fli-
sabe'h met de hier nauwelijks meer dan
van naam bekende William Byrd en Tho
mas Morley zij nog gewezen op de
bijzondere cultiveering van het volkslied
in den edelsten zin: het jongenskoor in een
keur van middel-Nederlandsche en Ylaam-
sche, vrome en boertige liederen, het ge
mengde koor in bewerkingen van Breton-
sche, Nivernaise, Hongaarsche, Iersche, e.a.
volksmelodieën.
Bepalen wij ons nog tol het memoreeren
van enkele feiten. De „S. C." is een van
de zeer weinige koren, die een eigen kna
penkoor naast zich hebben; en dat knapen
koor is, omnium consencu, in scholing en
muzikaliteit uniek in den lande. Artikel 2
der statuten luidt: „Aan de werken der
Nederlandsche toohkunstenaren zal min
stens één uitvoering per jaar mioetèn ge-
w7ijd worden"; ook dit laatste geeft de
„Schola" een plaats in ons muziekleven,
die van de grootste beteekenis is voor onze
nationale muzikale culture. Het was dan
ook treffend, dat dit koor het éénige was,
dat voor enkele jaren den driehonderdsten
sterfdag vierde van den „Foenix der Mu-
syeke", zooels hem Vondel prees, van Jan
Pieterszoon Sweclinck, Nederlandsch groot
sten componist, door een concert te wijden
aan zijn nog steeds niet naa- hun waarde
geschatte vocale en orgelwerken.
De faam van het koor was alras wijd
nitgewiekt, men ontving vereerende uitnoo-
digingen en achtereenvolgens vinden wij
het koor in den grooten St. Bavo te Haar
lem (zonder het knapenkoor), den Kon.
Schouwburg te Rotterdam, in de g-oote
Kerk te Zaandam en in de Jesuïetencollegcs
te Katwijk en te 's-Gravenhage; het kna
penkoor deed zich daarenboven afzonder
lijk hoc-en te Leiden, Utrecht en Zeist. In
de .hoofdstad zelf is de „Schola" langza
merhand het aangewezen koor geworden (liberale) „Vaderland", (2 November 1924):
ter opluistering van religieuze of andere
plechtigheden, zooals de Eucharistische
congressen, de feesten ter gelegenheid der
sancïificatie van Petrus Canisius etc.
Het is moeilijk, een keus te doen ufl
de hooggestemde appreciaties van Cuypers
werk met dit koor; enkele citaten van ver.
schillend georiënteerde beoordeelaars mo
gen echter bevestigen wat wij hier in het
licht wilden stellen: de bijzondere plaats
die de Schola Cantorum" roemrijk in ens
muziekleven inneemt.
Eerst geven wij het woord aan een leek,
den hekenden A. B. K(leerekoper), die zich
in een hoofdartikel vari de (socialistische)
„Voorwaarts" (17 Febr. 1923) aldus uitliet:
„Zondag f.1. hadden wij het voorrecht, in
het Concertgebouw te Amsterdam een uit
voering bij te wonen van de „Schola Can-
torum", een koor. dat zoowel zeer klas
sieke als zeer moderne gezangen ten ge-
hoore brengt en de kennis der beste zang-
iittera'uur bevorderen wil. Ditmaal kregen
wij kerkmuziek uit de middeleeuwen te
hooren, welke grootendeels door kleine jon
gens werd uitgevoerd. Daardoor werd het
een plechtige en heerlijke, bijna kon men
zeggen: heilige middag. Knrpens'emmen
zijn wel het zuiverste en reinste, dat mu
zikaal genot kan bieden. Het fs als frisch
bronwater in den morgen. En dan daarbij
de lieve eenvoud der Latiinsche teksten
en de ragfijne toonzet'ing ven deze toon
dichters uit het bloeitijdperk der Room-
sche kunst op alle gebied zóó werd het
een middag vol verkwikkelijk genot en
reÜMeuse heerlijkheid."
Uit een recensie van A, de W(al) in het
.Hier is blijkbaar een allergunstigste sa
menwerking van liefdedrang, plichtgevoel,
v.illen en kunnen. Het kunnen slaat onder
noede van een kunstenaar, even eenvoudig
als diep onderlegd in wat hij onderneem
Hier is een eerste zangpaedagoog aan het
werk, dat hoort men onmiddellijk. Hoe
spreken deze menschen hun taal uit, boe
duidelijk en voortreffelijk.... Een derge
lijke souplesse en schilderachtige colorisee-
ring en frappant-schitlerende rbytmisee-
ring, zóóveel eenvoud met raakheid samen,
zooveel fijnen smaak vindt men toch bijna
alleen bij koordirigenten met Latijnsche
cultuur en musicologische kennis. zooals
Cuypers er blijkbaar een is. Dit zijn ook de
eigenschappen, die in 't wondermooie kna
penkoor domineeren. Wat zijn deze uitge
zochte stemmetjes door 'n kenner geleid!"
Tenslotte uit de bespreking van bet laat
ste concert van de „Schola" te Amsterdam
door den gezaghehbenden criticus van het
„Alg. Handelsblad". Herman Rutters. (22
November 1926); na een opsomming der
programmanumers. „Het een voor, het an.
der na van eenvoudig-grootsche pracht,
van innige ontroer.ng, van fijn charme. En
su^-iem uitgevoerd. „Schola Canto-
,ums zapg is samenzang van intensieve
muzikaliteit en voorname cul mr. van le
veneigen, kleurrijken, subtielen en door.
zichtigen klank en diepe expressiviteit, en
alles leek schooner, gaver, beheerschter
dan ooit te voren,"
Het programma dat „Schola Cantorum"
a.s. Dinsdag alhier ten gehoore brengt, is
ongeveer hetzelfde als 23 Januari ij. te
's Gravenhage is uitgevoerd.