MARKTNIEUWS. Uitoefening der geméskahsl. memorie van antwoord op het Een negentigjarige. Nieuwe Luchtlijnen UIT ONZE OOST. De onrust op Sumatra's V/estkus. STA7EN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Interpellatie-De Visser DE GRENSWIJZIGING VAN HAARLEM. Uitbreiding van Breda. Een verzoek. Vrijdag geen openbare vergadering. •JOHN, P. ROCKEFELLER. SOCIAAL LEVEN. R.K. Werkliedenverbond. Roomsch Katholieke Bedrijfsraad in het Manufacturenbedrijf. De financieele toestand in Duitschland. Het Duitsch-Fransche handelsverdrag. De ontwapening ter zee. Snelttein en vrachtauto. De havenstaking te Colombo. Een lawine. Groote aardbeving bij Kamsjatka. De burgeroorlog in China. Chamberlain over den verboden wapeninvoer in China. VOORLOOPIG VERSLAG DER TWEEDE KAMER. Medici, die de onbevoegdheid van kwakzalvers dekken, vallen binnen het bereik van dit ontwerp. Verschenen is de Memorie van Antwoord Over het wetsontwerp houdende nadere voorschriften ten aanzien van de uitoefening der geneeskunst. Daaraan is het volgende ontleend: Na het Voorloopig Verslag is een wijzi ging aangebracht, n.l. inschakeling van de rechterlijke macht, die de medewerking van den Minister van Justitie en de verdere be handeling van het ontwerp noodig maakt. De Memorie van Antwoord draagt daarom ook zijn onderteekening. De Ministers hebben het betoog van de overbodigheid van het ontwerp overwogen en komen tot de conclusie, dat er reden is voor de vraag of in de bezwaren tegen het ontwerp recht wordt gedaan aan den grond slag, die in de M. v. T. is gelegd. Zij vatten het ontwerp zoo op, dat beroepsbelangen van den medischen stand liggen buiten het terrein van den wetgever, maar dat hand having van een zeker moreel en intellec tueel peil van den medischen stand een al gemeen belang is, waarvoor de wetgever kan hebben te waken. Ten aanzien van de feitelijke vraag, of toestand, zooals die thans is, voldoen den grond oplevert voor ingrijpen van den wetgever, merken de ministers o.m op, dat het hoofdbestuur van de Ned. Mij. tot be vordering der Geneeskunst adhaesie betuig de en dus van gevoelen is, dat zijn werk niet toereikend is, waar het algemeen be lang in het geding is. tien argument tegen het wetsontwerp, kan niet ontleend worden aan de zwaarte van den taak van hen, die geroepen zullen wor den tot oordeelen over de normen, waar naar de artikelen 13 zullen worden toege past. Voor de beoordeelfng van onkunde zal in geen geval een nieuw examen of iets dat daarop lijkt, moeten worden afgenomen, of bewijs, dat de vakliteratuur is bijgehou den, gevorderd kunnen worden. Alleen uit de practijk zal de onkunde mogen blijken. De ministers zijn van oordeel, dat medici, die van hun diploma gebruik maken om de onbevoegdheid van kwakzalvers te dek ken, althans onder bepaalde omstandighe den. zullen zijn binnen het bereik van het Ontwerp. Nadere overweging heeft er toe geleid, dat telkens wanneer het gaat om diep ingrijpende maatregelen als oplegging van boete, schor sing en ontzegging van de bevoegdheid de praktijk uit te oefenen, het laatste woord moet zijn aan een rechterlijk college. Daar om is in art. 7 een beroep op een gerechts hof alsnog mogelijk gemaak. De vraag of het niet wenschelijk is, dat de leden van de voorgestelde colleges wor den bezoldigd, wordt voorhands ontken nend beantwoord. Bij de artikelen wordt o.a. opgemerkt: Art. 8 (nieuw). Zooals iij het algemeene deel van deze Memorie reeds is medege deeld, is in dit artikel het gerechtshof voor de behandeling in beroep van de drie diep ingrijpende beslissingen ingesahakeld. Het schijnt wenschelijk, indien de inspecteur in eenig geval voor oplegging van de strengere maatregelen termen aanwezig acht, dezen die voor het algemeen belang heeft te wa ken, de gelegenheid te geven steeds een beslissing van het tot de toepassing dier maatregelen in laatste instantie geroepen Hof uit te lokken. Aan art. 9 is een nieuwe zin toegevoegd, waardoor het mogelijk wordt, dat ook ge schillen tusschen met toezicht of leiding be laste geneeskundige ambtenaren en behan delende geneeskundigen, tandartsen of vroedvrouwen door de colleges in eersten aanleg in het centraal college behandeld worden. In art. 11 (nieuw 10) zijn mede opgenomen als bevoegd tot het indienen van een klacht de inspecteurs van het Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestichten. Heden, Donderdag, viert de oud-minister Mr. S. van Houten, zijn 90sten verjaardag. Het feit trekt de aandacht, ten eerste om de beteekenis van zijn persoon, en vervol gens wegens de omstandigheid, dat hij op zoo hoogen leeftijd nog niet in den volstrek ten zin van het woord een staatsman in ruste is geworden. Hij blijft, zij 't dan uit zijn studeervertrek, het politieke leven meeleven en het is nog niet zoo lang geleden, dat bijn jongste staat kundige brief het licht zag. Een ongewoon, en men kan wel zeggen, een ongekend verschijnsel. Ook Kuyper en Lohman werkten tot in grijsheid van jaren met frischheid van geest. /.ij zagen in hetzelfde jaar het levenslicht als Van Houten, maar terwijl deze laatste nog de pen voert ter verkondiging en ver dediging zijner ideeën, zijn de christelijke voormannen, met wie hij zoo dikwijls den dezen kruiste reeds tof een ander leven overgegaan. In den negentigjarige van heden is een stuk politiek van de laatste halve eeuw als belichaamd. Hij was en bleef de verpersoonlijking van het doctrinaire liberalisme, dat zich fel kante tegen wat men het „clericalisme" noemde, maar in werkelijkheid niet anders was en is dan de strijd voor de doorwerking der positief-christelijke beginselen in het openbare leven. De heer Van Houten stond daar immer vierkant tegenover. Hij toonde zich onder dit opzicht een der meest besliste en meest onverzettelijke li beralen, die het anti-clericalisme tot hun evangelie hadden gemaakt; en hoezeer hij ook van politieke keur veranderd mocht zijn, zoodat sinds tal van jaren de voorma lige radicaal niet meer te herkennen viel, in de bestrijding der zoogenaamde kerke lijke.'' partijen bleef hij zich volkomen gelijk. Op 15 April zullen de volgende luchtdien- sten worden geopend, seint N. T. A. uit Praag: PraagParijs via Nuerenberg en Straatsburg, PraagWeenenBoedapest Belgrado Boekarest Constantinopel en Praag,zWarscJiau. Verder wordt gemeld, dat een regelmatige dienst tusschen Tsjecho- Slowakxje en Duitschland in voorbereiding is. Een commissie van onderzoek naar de oorzaken benoemd. Uit Batavia wordt gemeld: Aan de hee- ren A J. Hamerster, onderhoofd der af- dceling bestuurszaken der buitengewesten; prof. dr. B. J. O. Schrieke, hoogleeraar in de sociologie en volkenkund eaan de Rechts- hoogeschool te Batavia; W. Groeneveldt* assistent-resident van de afdeeling Soem- bawa (Bima); mr. H. Fievez de Malines van Ginkel, controleur ter beschikking; C. L. van der Plas, controleur ter besschikking in de residentie Bali, en Lomvok, en Darwis Gelar Datoek Madjolelo demag van Man- indjau is, onder leiding van den resident van Padag, opgedragen een onderzoek in te stel len naar de oorzaken van de onrust onder de bevolking ter Westkust, ook afgeschei den van de jongste ongeregeldheden, Vergadering van Woensdag 16 Febr. Geopend te 1 uur 3. De VOORZITTER deelt mede, dat be noemd zijn tot voorzitters der afdeelingen de heeren Heemskerk, dr. de Visser, Al- barda, Dropgleever Fortuyn en Nolens en ot onder-voorzitter de heeren v. Sasse v. Ysselt, Beuraer San nes, Aalberse en Smeenk. De VOORZITTER stelt voor, de interpel latie-De Visser over de vervolging en ver- ocrdeeling van Indische communisten toe te slaan. De heer JOEKES (V.-D.) hoopt, dat wat het tijdstip betreft, waarop de interpellatie zal worden gehouden, er rekening mee zal worden gehouden, dat thans nog niet alle gegevens zijn ontvangen, om een vrucht baar debat mogelijk te maken. De interpellatie wordt toegestaan even als die van den heer de Visser ever het zenden van de Sumatra naar Shanghai. Aan de orde is het wetsontwerp tot wij ziging van de grenzen der gemeente Haar lem, Velsen, Bloemendaal, Heemstede, Haar- lemmerliede, Spaarnwoude en opheffing van de gemeenten Schoten en Spaarndam. De MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN EN LANDBOUW, de heer KAN, zet zijn rede voort. Hij is niet blind voor de bezwaren aan het wetsontwerp verbon, den, maar de overweging, dat Haarlem ge holpen moet worden, heeft den doorslag ge geven. Ware een andere oplossing mogelijk, spr. zou haar gaarne aanvaarden. Het spijt spr., dat mej. Katz een zoo afwijzende hou ding aannam. Spr. is tot zijn conclusie gekomen, omdat plaatselijke belangen aan het algemeen be lang ondergeschikt moeten zijn. Het begrio algemeen belang is rekbaar en vele leden hebben het op verschillende wijzen geïnter preteerd. Evenwel merkt spr. op, dat Haarlem in gesloten ligt tusschen andere gemeenten en op verschillende plaatsen haar grenzen heeft overschreden. Het ligt voor de hand dat een der maatregelen, aanbevolen ter ver vanging van annexatie, bij spr. een punt van ernstige overweging heelL uitgemaakt, n.l. samenwerking. Dat middel beeft spr. na tuurlijk overwogen. Toen hij nog geen 14 da gen zijn ambt bekleedde, heeft hij reeds stappen in die richting bij de burgemeesters gedaan, maar men denke niet, 'dat alle an nexatie door samenwerking is te voorko men. Spr. wilde, dat dit zoo was Hij is scep tisch over de samenwerking, maar hij heeft nagegaan wat daarover is geschréven in hel buitenland, speciaal over Brussel, Parijs, Berlijn en Londen Brussel is een geliefd voorbeeld van de tegenstanders der annexatie, maar de ver houdingen zijn er niet zoo gunstig als wei eens wordt voorgesteld. In de studie van den heer Cremer daarover worden verschil lende nadeelen van de samenwerking opge somd. Een der merkwaardigste staaltjes daarvan is wat eens gebeurd is aan het Noorderstation, waar het stoffelijk over schot van een generaal zou worden aange bracht. De politie van een der zelfstandige voorsteden beletten echter het overbrengen van het lijk. Een ander geval was dat van een man. die door een electrische tram werd overreden en die op straat bleef liggen zoo lang de autoriteiten erover kibbelden of hij naar een hospitaal in Brussel dan wel in een der voorsleden moest worden gebracht. Men moet van de samenweking geen al te hoog gespannen verwachtingen koesteren en dus blijft in het geval van Haarlem alleen het middel der annexatie. De heer Bomans heef zich beroepen op wijlen prof. Struycken, die woorden ge schreven heeft, die het tegenwoordig voor stel volkomen dekken. Spr. citeert ook prof. Buys' „De Grondwet", en prof. Fabius' „Studiën en Schetsen van Staat en Maat schappij". Eerbiediging van hetgeen histo risch is geworden kan kwalijk spr.'s stand punt veranderen. Heemstede kan er zich niet op beroepen; het historische Heem stede was geheel anders dan het tegen woordige. Evenwel wil spr. ook niet verder gaan, zooals de heer de Visser wilde. De voor stellen vormen een organisch geheel, men kan ze niet splitsen; het gaat niet aan Haarlem met de kwade posten te belasten en haar de goede te onthouden. Men stelt zich voor of er een soort koe handel is gedreven tusschen betrokken ge meenten; dat kan alleen opkomen in het brein van iemand, die slechts het belang van één gemeente ziet en het algemeen belang uit het oog verliest. Spr. zal de laatste zijn om den staf te breken over hen, die goedkooper waren verkiezen boven duurder waren, maar hei is niet te loochenen, dat zij, die in Heem stede wonen, de voordeelen genieten s an Haarlem. Er is gezegd, dat deze menschen toch in Haarlem koopen en daar den mid denstand bevoordeelen. Prof. v. d. Grin ten heeft er reeds op gewezen, dat de be trokkenen niet in Haarlem koopen, maar over Haarlem heen de hand reiken aan Am sterdam. Bovendien is het geen argument, menschen van belasting vrij te stellen, om dat zij den winkelstand bevoordeelen. Men heeft hoog opgegeven van de rampen, die de annexatie over de omliggende ge meenten zal brengen. Dat heeft men steeds gedaan. Spr. noemt de annexatie door Delft, waartegen tallooze bezwaren zijn ingebracht. Toen de wet in het Staatsblad stond, heeft geen enkele klacht het departement be reikt Heemstede zal tengevolge van de annexatie misschien ten hgogste met pet. de inkomstenbelasting moeten verhoogen. Een schadeloosstelling zal worden vast gesteld door de Kroon op voorstel van Ged. Staten, waarvan wel dit vaststaat; dat Heemstede er hel leeuwenaandeel van krijgt. Men heeft ook bezwaren gemaakt tegen de qualificatie „plattelandsgemeente". Spr. begrijp niet, wat daarin minder eervol is, Hij is echter gaarne bereid, die qualificatie in te trekken en wanneer hij particulier cor respondeert met het sympathieke bestuur van Heemstede, zal hij gaarne schrijven aan het bestuur van de stad Heemstede; maar ambtelijk mag hij dat niet doen. Wat de behoefte aan bouwterrein betreft, merkt spr. op, dat aan den oost- en noord kant de 105 H. A. bouwterrein noodig is Voor de vestiging van die menschen, waaraan Haarlem behoefte heeft met het oog op haar financiën. Aan den anderen kant is een arbeiders bevolking gevestigd, die uit den aard der zaak aan een gemeente meer kost dan zij opbrengt. De klachten van Haar- lemmerliede zijn door het ontwerp onder vangen. Haarlemmerliede zal eventueel voor schadevergoeding in aanmerking komen. Over de vraag of een deel van het bij Am- stetdam gevoegde Sloten moet gevoegd wor den bij Haarlemmerliede, heeft spr. gecorres pondeerd niet het gemeentebestuur van Am sterdam, dat zoo afwijzend mogelijk ant woordde, Spr. eindigt met het vertrouwen uit te spreken in de gemeente Haarlem en hoopt dat de Kamer aan Haarlem de fair friaï zal geven, die deze gemeente noodig heelt. De algemeene beraadslagingen worden ge sloten. Aan de orde is de artikelsgewijze behandeling. Art. 1 wordt z. h st. aangenomen. Bij art 2 verdedigt de heer BOISSEVAIN (V.B.) een amendement om de uitbreiding van Haarlem naar de zijde van Bloemendaal te beperken tot het gedeelte, gelegen tus schen de Delft en den spoorweg Haarlem Velsen. Spr betoogt, dat Haarlem genoeg bouwterreis krijgt en dat de voorgestelde grenswijziging zeer in 't voordeel van Bloe mendaal1 is. De MINISTER betoogt, dat door aanne ming van dit amendement Haarlem onbillijk behandeld zou worden, daar de grenswijzi ging aan de zijde van Sloten en Haarlem merliede zou blijven, zooals zij is voorge steld. Men zou dan de vergelijking kunnen maken met iemand, die een ander uilnoodigt om golf te komen spelen en hem op een uitgestrekt veld zou ontvangen, maar op de vraag: waar zijn nu de clubs en de ballen zou moeten antwoorden: die zijn hier niet. Het amendement wordt verworpen met 55 tegen 27 stemmen. Het artikel wordt z. h. s. aangenomen. Bij art. 3 komt aan de orde het amende ment van de commissie van rapporteurs om de grenzen op verschillende punten anders te wijzigen dan is voorgesteld in het ont werp. De heer BEUMER (a -r.) verdedigt het amendement, dat hij van zeer eenvoudige strekking noemt. Het bedoelde slechts een technische verbetering en laat 't principe on aangetast. Volgens het ontwerp loopt de grens door terreinen, die reeds him bestem ming als bouwterrein hebben. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Bossevain c.s. hebben voorgesteld om art. 88 te doen vervallen. Dit is geen amendement. De voorstellers kunnen volstaan met tegen het artikel te stemmen. De heer BOISSEVAIN betoogt, dat Heem stede door het verlies van dit gedeelte zal worden teruggebracht tot de positie van een plattelandsgemeente, ook in financieel op zicht, waartegen spr, bezwaar heeft. Er heeft een goede samenwerking tusschen Haarlem en Heemstede bestaan. Ook na de grenswij ziging zal men van Haarlem uit regelrecht in Heemstede komen. De eenige reden van de annexatie is de belastingbetalers uit Heemstede bij Haarlem te voegen. De heer GERHARD, s.-d. bestrijdt het amendement van de commissie van rappor teurs. Als dit amendement van de commissie wordt aangenomen, zal het gevolg daarvan zijn, dat de eenigen, die inderdaad worden ontzien, de meest kapitaalkrachtigen zijn en tevens degenen, die zich het sterkst tegen de annexatie hebben verzet. Het zal den in druk vestigen alsof degenen, die kapitaal krachtig zijn, hier hun wil kunnen door zetten. De heer BOMANS. R. K„ verklaart zich eveneens tegen het amendement.' Men moet daarmee voorzichtiger zijn naarmate het er onschuldiger uitziet. Wat de minister voor stelt is zoo minimaal dat elke terugneming het recht in onrecht doet veranderen. Ge deputeerde Staten hebben tenslotte de voor gestelde grens vastgesteld, niet toevallig, maar na rijp beraad. Aanvankelijk zou de grenslijn nog anders loopen, maar de minister heeft hun verzocht een andere lijn vast te stellen. Wij hebben dus niet zoo maar een grens vastgesteld, maar op verzoek van den minister aan wiens bezwaren tegemoet werd gekomen, Spr. wijst er op, dat de bebouwing in Heemstede naar het Noorden in de laatste jaren zeer snel is gegaan. En dit is gebeurd op een uitbreidingsplan, dat niet is goedge keurd door Gedeputeerde Staten. Men is zijn gang gegaan in die richting en dit mag door een amendement niet worden gesanctio neerd. Er ligt daar een voetbalterrein van een Haarlemsche club, dat een bron van in komsten van den fiscus is. Wie brengen de entréegelden op? De menschen uit die streek, vooral uit Haarlem. En is het niet onlogisch den Haarlemmer belasting aan Heemstede te laten betalen? De heer KETELAAR (V.-D.) sluit zich aan bij het betoog van den heer Bomans. Hij merkt op, dat hij er niet tegen Is, dat men amendementen indient; men doe dit vrij,maar wel heeft spr. bezwaar tegen amendementen als dit van de commissie van rapporteurs. De Kamer kan dit niet beoordeelen. Wanneer de heer Boissevam voorstelt het geheele art. 3 te doen verval len, dan is dat duidelijk, dan kan men zich een oordeel vormen. Iets geheel anders is het met het amen dement der commissie van rapporteurs, dat technisch 19 en niet beoordeeld kan worden door de Kamer. Waar gedeputeerde staten van Noord-Holland tot twéé maal toe deze wijziging hebben afgewezen, daar meent spr. 'dat de Kamer meer vertrouwen moet hebben in gedeputeerde staten dan in de commissie, Spr. zal dus tegen het amende ment stemmen. De heer VAN DEN HEUVEL (A.-R.) be toogt, dat overwegingen van fiscalen of anderen aard volstrekt vreemd zijn aan het amendement; het eenige doel is een natuur lijke grens te krijgen tusschen Haarlem en Heemstede. De zaak is zoo eenvoudig mo- gelijk. Het amendement wil de grens leggen langs Haarlemmerhout en den Leidschen straatweg, terwijl de grens in het ontwerp dwars door bebouwingen gaat. Volgens het ontwerp springt Haariem met 25 huizen in Heemstede. Dat is een argument voor nieuwe grenswijziging. Wat de sportvelden betreft, Haarlem heeft er twee in het Noorden der stad; waarom moet aan Heemstede nu het eenige sport terrein dat zij heeft worden ontnomen? De heer KORTENHORST (R.-K.) acht atr. 3, dat den geheelen last op Heemstede legt, onrechtvaardig. De harmonie is ten eenen- male zoek en spr. gelooft, dat het hier een voudig en alleen otp een centenkwestie gaat. Waarom heeft men zich niet tot Heem stede gewend om financiëelen steun voor Schoten. Men heeft zich wel gewend tot Bloemendaal. De MINISTER merkt op, dat de voorzit ter van de commissie van rapporteurs de natuurlijke verdediger van het ontwerp genoemd is. Die kwalificatie kan spr. op den heer Beumer niet toepassen. Deze heeft hem in een moeilijk parket gebracht. Spr. gevoelde aanvankelijk ook veel voor de „natuurlijke grens", waarom hij zich tweemaal tot gedeputeerde staten heeft gewend, die het denkbeeld echter met de meeste klem hebben afgewezen. De argumenten van gedeputeerden hebben op spr. indruk gemaakt. Ten aanzien van Heem stede hadden gedeputeerden een paedago- gisch argument. Heemstede is het terrein, dat in de grenswijziging begrepen was, gaan verkavelen, zonder dat Ged. Staten het bouwterrein hadden goedgekeurd. Wat het sportterrein betreft merkt spr. op, dal hel terrein in Heemstede bespeeld wordt door de oudste club uit Haarlem, tevens van het geheele land en dat Haarlem er zeker prijs op stelt dat terrein binnen haar grenzen te hebben. De heer BEUMER repliceert. Het amendement der commissie van rap porteurs wordt verworpen met 5534 stem men. Het artikel wordt aangenomen met zitten en opstaan. Bij art. 36, 16c betreffende de wachtgeld regeling voor ambtenaren bepleit de heer GERHARD (S.D.A.P) een korteren dienst tijd dan 10 jaren om tijdelijke ambtenaren voor wachtgeld in aanmerking te doen komen op denzelfden, voet als vaste ambte naren. Spr. acht een termijn van drie jaren billijker en stelt voor het artikel in dien zin te wijzigen. De heer SURING (R.-K.), acht 10 jaren ook een zeer langen termijn, maar het arti kel is conform aan het artikel in het wacht- gelderbesluit voor alle ambtenaren. Spr. kan zich met het amendement dan ook niet ver eenigen, daar dit een incidenteele wijziging zou zijn. De MINISTER wijst er eveneens op, dat aanneming van het amendement een inci denteele wijziging zou zijn en meent, dat het beter is zich aan te sluiten bij het alge meene beginsel der wetgeving. De heer GERHARD repliceert en hand haaft zijn amendement. Het amendement wordt verworpen met 6126 stemmen. Het wetsontwerp wordt aangenomen met 5534 stemmen. Aan de orde is het wetsontwerp betref fende de uitbreiding van Breda. De heer v, RAPPARD (V.B.) gaat van 't standpunt uit, dat Breda uitbreiding noodig heeft. Het treft echer bijzonder, dat men veel verder is gegaan dan noodzakelijk is. Volgens spir. kan Breda volstaan met an nexatie van den Belcrumpolder, waar marktterrein te vinden is en genoeg arbei derswoningen kunnen worden gebouwd. Het schijnt niet noodig gedeelten van Prin- cenhage en Teteringen te annexeeren. Door de annexeering zal in Princenhage de be lasting 3Yi maal zoo groot worden als nu bet geval if. Dat het gros der inwoners van Princenhage zon wenschen. gean nexeerd te worden, is niet juist. De meesten, die een request teekenden, meen. den, hun handhaving voor wagverbetering te zetten, Spr. is er van overtuigd, dat dit ontwerp geen meerderheid zou vinden, als alle Ka merleden te Breda waren wezen kijken. Zoo wordt met het Oranjepark een grond ge annexeerd, die niet eens voor bouwgrond geschikt is. Spr. zal met een motie trachten, althans eenige complexen buiten de an nexatie te houden doch zal eerst het ant woord van den minister afwachten. De heer v .d. HEUVEL (A.-R.) meent, dat de regeering voor een algemeen belang in ziet, wat feitelijk alleen een belang van Breda is. Het is geen algemeen belang, dat een stad zich steeds uitbreidt. Het kan het land niet interesseeren, hoe. veel inwoners Breda heelt. De aanneming van dit ontwerp zal veel meer grensmoci- lijkheden opleveren dan er thans zijn. De minister zegt, dat adminis'ratief bijeenge bracht moet worden, wat maatschappelijk bij elkaar hoort. Maar wat moet onder dat „maatschappelijk" verstaan worden? Van alle argumenten, die de minister aanvoert, acht spr. het eenig juis'e, dat Breda een grooter politiekorps noodig heeft dan de bebouwde kom zou eischen. Doch hierte genover staat toch het voordeel, dat voor al de middenstand leeft van de omliggende landelijke gemeenten. De bestaansmogelijkheid van Princenhage wordt door dit ontwerp ten zeerste aange tast, daar het zijn bestbevolkte deel ver liest en niets zal overhouden dan arme zandboeren en tuinders. Bij een slecht tuin- bouwjaar zal deze gemeente haar finan- cieele huishouding niet in orde kunnen houden. Met Teteringen staat het nog veel slech ter. De gemeente wordt kunstmaig armlas tig gemaakt, Schadeloosstel'ing kan h;er niet helpen. Maar ook voor Breda zelf is de annexatie een gevaar. Het moeten beharti gen van allerlei belangen in de buitenge meenten wordt voor Breda een s'.rop. Vele belastingbetalers zullen uit Breda vertrek- naar Ginniken. Ten slotte ziet Spr. in de annexatie een nadeel voor de geheele s'.reek. Hij hoopt, dat de Kamer het ontwerp zal verwerpen. De heer ARTS (R.K. V.P.) geeft toe, dat Ereda uitbreiding noodig heeft, doch het komt hem voor, dat hier de juiste weg niet is gekozen. De cijfers toonen wel aan, dat na de annexa'ie Princenhage en Teteringen als gemeenten hun bestaansrecht zullen hebben verloren. Teteringen zal zelfs bijna 75 pet. van zijn inwoners verliezen. Dat het algemeen belang hier aanwezig is, moet wórden on kend. Deze anrfexatie, die rust zou moeten brengen, bevredijt Breda in 't geheel niet en wordt slechts als een eerste stap beschouwt tot een veel grootere an nexatie. De laatste jaren is het gewestelijk jiibreidingsplan voor de Baronie steeds meer op den voorgrond getreden. Waarom kan niet gewacht worden op het rapport van de Commissie voor de Gewestelijke plannen en nu zoo'n haast gemaakt? Voor het gewestelijk uitbreidingsplan gevoelt spr. veel meer dan voor deze annexatie waartoe hij niet zal meewerken. De heer v. RIJZEWIJK (R.-K.) zegt, dat in 't algemeen een annexatie slechts mag plaats hebben bij medewerking van de be trokken gemeenten. Hier is zelfs van een medewerking van Breda niets bekend. Dit ontwerp gaat spr. veel te ver en maakt het voortbes'aan van Teteringen en Princen hage vrijwel onmogelijk. Hoe denkt de mi nister over intrekking van dit ontwerp, ten' einde deze gemeenten beter in de gelegen heid te stellen, hun bezwaren kenbaar te maken, ten einde daarmede meer rekening te honden? De heer VOS (R.K.) is voorstander van het ontwerp, doch hoopt, dat Teteringen een flinke schadevergoeding zal ontvangen. De heer LANGMAN (C-H heeft ver scheidene bezwaren. Hij meent, dat, nu Te teringen en Princenhage zoo zijn uitgebreid, het niet aangaat, van deze gemeenten plot seling een stuk af te nemen en hen 40 4 50 iaren terug te zetten. Spr. vraagt of de minis'er zich niet te eenzijdig heeft laten voorlichten door het bestuur van Breda en daardoor verwaar loosd heeft de voorlichting der andere ge- me en'en. De heer DROP (S.-D.) wijst op de actie van het anti-annexatie-comité dat zich z. i. heeft druk gemaak! om belangen van kleine groepen der bevolking. Met de argu menten van dat comité dient men dan ook voorzichtig te zijn. Spr weerleg: die uit voerig en_ breekt tegen 6 uur zijn rede af, om die heden voort te zetten. ■""V Het anti-annexatie-comité te Breda lieert telegrafisch aan de Tweede Kamer ver zocht, de annexatie ten behoeve van Breda te beperken tot den Belcrumpolder. In verband met het besluit van de Cen trale afdee'ing der Tweede Kamer, om as. Vrijdagmiddag een aantal ontwerpen in de afdeelingen te doen onderzoeken, zal dien dag geven openbare vergadering worden gehouden. Begrooting van bet Staa'svisschershaven- bedrijf te IJmuiden voor 1927. Aanvulling en verhooging van hoofdstuk X der Staats- begrooting voor 1926 (o.a. opruiming ke ten en krotten Drentsche veenstreek); wo ningbouw Maas en Waai; Wettelijke rege- 'ing van den Hoogen Raad van Arbeid en Voorstel van Wet van den heer Braat tot afschaffing van den zomertijd. Heb bet nitstekendsfe aan te bieden, dal iemand wenschen kan, boe zal de wereld het weten, indien gij niet adverteert. Op Maandag j.l. vergaderde het bestuur van het R.K. Werkliedenverbond. Medegedeeld werd. a. dat het Verbond direct na Paschen weer zal beschikken over een uitzendavond van den K. R. O. bij welke gelegenheid de heer Vesters zal spreken over de Arbeids- pers. b. dat het Verbond heeft verzocht iemand te mogen voordragen voor de Economische Wereldconferentie te Genève; c. dat Z.Ex de Minister van Arbeid heeft verzocht om een voordracht van een tech nisch adviseur voor d'e 10e Arbeidsconfe- rentie. Besloten werd daaromtrent overleg te plegen met andere Vakcentrales. Naar aanleiding van een schrijven om trent het instituut van „fabrieksartsen zal worden medegedeeld, dat het Verbondsbe- stuur dit instituut uitstekend acht, mits de betr. artsen zich bepalen tot het verleenen van eerste hulp en voor de verdere behan deling aan de arbeiders de vrije keuze van een arts wordt gelaten. Besloten werd: aan de Partido Laborista Mexicano (Mexicaansche Arbeiderspartij) nadere in lichtingen te vragen. Zulks in verband met een van de partij ontvangen schrijven naar aanleiding van het protest van het V erbond tegen de Kerkvervolging in Mexico; 2. in verband met de a.s. opheffing der Huurcommissiewet de Dioc, Besturen uit te noodigen in de plaatsen, waar thans de Huurcommissie reeds opgeheven is, het ver loop der huishuren te doen nagaan, ten einde aan de hand daarvan te kunnen vast stellen, welke maatregelen noodig zijn tegen het buiten werking treden der wet. Met de Federatie van Dioc. Woningbouwcentrales zal over deze aangelegenheid nog overleg worden gepleegd. Vastgesteld werden: a. het standpunt van het Verbondsbe- stuur ten opzichte van het bij den Hoogen Raad van Arbeid ingediende vóór-ontwerp van Wet tot wijziging der Ziektewet. Dit standpunt zal aan het oordeel van eene op 16 Maart a.s. ie houden extra-Verbondsver- gadering worden onderworpen; b. de wijzigingen, die door het Verbond zullen worden bepleit ten opzichte van het Wetsontwerp tot Burgerrechterlijke Rege ling der Coll. Arbeidsovereenkomst welke wijzigingen nader aan het oordeel eener vergadering van de vertegenwoordigers der Vakbonden zullen worden onderworpen. Op de agenda stond ook het uitstippelen der lijnen voor het organiseeren der meisjes in loondienst in de R. K. Arbeidersbewe ging. Zulks in verband met de laatste be slissing van het Doorl. Episcopaal op dit gebied. Tot het vaststellen van het werk plan kwam het nog niet. In de volgende ver gadering zal dit worden afgehandeld. Vrijdag j.l. waren op uitnoodiging van den R.K. Middenstands-bedrijfsraad de besturen van den Ned. R.K. Bond van Handelaren in Manufacturen en den Ned. R.K.Bond van Handels-, Kanfoor- en Winkelbedienden bij een ter bespreking van de vorming van een bedrijfsraad in het Manufacturenbedrijf. De leiding dier vergadering ïerastte ïn fiafidë* van den Zeereerw. Hooggel. heer Dr. va» Beurden, voorzitter van den Algemeene» R.K. Middenstandsbedrijfsraad. Besloten werd tot oprichting van den R.K. Bedrijfsraad voor het Manufacturenbedrijf. De beide organisaties kwamen overeen, om binnenkort de afgevaardigden aan te wijzen, die dan ter spoedigste zullen bijcenkome» tot het samenstellen van een Dagelijksch Be stuur en het ontwerpen van een program van actie. AMSTERDAM, 16 Febr. Vee. Ter vee markt waren heden aangevoerd 260 vette kalveren, le qual. 96108 ct., 2e qual. 8C— 94 ct., 3e qual. 68—78 ct. per kg levend gewicht; 86 nuchtere kalveren f 1218 per stuk; 500 varkens, Hollandsche, Overz. en Geldersche le qual. vleeschvarkens 77— 79 ct., Hollandsche 2e qual. 7577 ct., vette varkens 7476 ct. per kg. slachtgewicht. AMSTERDAM, 16 Febr. AardappeUn. (Bericht v/d. mak. Jac. Knoop.) Zeeuwsche Bonten f 4.805.20, id. Blauwen f 4.80 5.10, id. Bravo's f 4—4.50, id. BI. Eigen heimers f 4 4.20, id. Roodstar f 4.25, id. Eigenheimers f 4.304.40, id. Eigenheimer poters f 3.25, id. Blauwe poters f 2.502.60, id. Bonte poters f 2.502.60, id. Roodstaj poters f 2.702.60 p. hl; Drentsche Winter Malta f 13—14 per 100 kg; Anna Paulowna Zand f 55.50, id. Roodstar f 4.25, Hille- gommer Zandaardappelen f 55.50, Flak- keesche Eigenheimers f 4.40430, id. Roodstar f 4.25, id. BI. Eigenheimers f 4— 4.20, id. Juin (60 kilo) f 2.40—230, Frie- scHe Borgers f 4.30—4.90 p. hl. 's-GRAVENHAGE, 15 Febr. Eieren, lo de afgeloopen week werden uit Nederland 4.174.800 eieren naar Engeland verzonden, ASSEN, 16 Febr. Eieren. Op de heden ge houden eiermarkt van de V. P. P. waren aangevoerd 102.000 stuks. Prijs f 58.50, MAASTRICHT, 16 Febr. Botermijn. Aanvoer 124375 kg. Hoogste prijs_f 2.24, middenprijs f 2.17, laagste f 2.10. -M. MARKTWEZEN GOUDA. V Markbericht van Donderdag 17 Febr. 1927. Veemarkt: Aangevoerd in totaal 2946 stuks, waarvan: 285 vette varkens. Prijzen van 30 ct. tot 32Yt ct, per K.G. 2 1318 magere varkens. Prijzen van 30 tot 45 per stuk. Londensche van 25 ct. tot 30 ct. per pond, levend met 2 korting. Zouters van 30 ct. tot 32 ct. per pond, levend met 2 korting. 915 biggen, prijzen van 12 tot 18 per stuk; 11 runderen, 250 400 per stuk; 362 nuchtere kalveren 7—11 per stuk; 51 schapen en lammeren 1828 per stuk; 1 paard; 3 bokken en geiten 4— 10 per stuk. Handel: Vette varkens vlug; magere var kens matig; Londensche vlug; Zouters vlug; biggen matg; runderen matig; nuchtere kal veren matig; schapen en lammeren matig; bokken en geiten maig. Algemeene Markt: 56 partijen kaas- Prijzen le kwa. met Rijksmerk van 49 tot 52; 2e kwal. met Rijksmerk van 45 tot 58: le kwaL zonder Rijksmerk van 46 tot 48: 2e kwal. zonder Rijksmerk van 42 tot 45. Hande matig. In den rijksdag begon het debat over de begrooting voor 1927, dat men een groote rede van den nieuwen minister van finan ciën dr. Kohier werd geopend. Spr. wees er op, dat met de begonnen verbetering in den economischen toestand reeds ten opzichte van de posten aan de zijde der inkomsten in hooge mate rekening was gehouden. Wat de algemeene verhooging der amb tenaarssalarissen en der ondersteuning van de oorlogsinvaliden betreft, zullen de her haaldelijk gedane toezeggingen te gelege ner tijd binnen de grenzen van het finan cieel mogelijke natuurlijk worden verwe zenlijkt. De ünancieele en belastingpolitiek zal in overeenstemming met de economi sche en sociale denkbeelden worden uit gevoerd. Nieuwe belastingen moeten wor den vermeden, verlagingen moeten worden tot stand gebracht, vooral bij de verbruiks. en bedrijfsbelastingen. De begrooting voor 1927 Is. in weerwil van het feit, dat daarin veel is geschrapt, toch nog buitengewoon hoog. Het op te brengen bedrag aan belastingen, douanegel- den enz, bedraagt voor het Rijk 7.8 mil liard, voor de landen 1.2 milliard, voor de gemeenten 2 milliard. De be'alingen van het Rijk aan oorlogs- en herstellasten bedragen in totaal 3.3 mil liard. Op de buitengewone begrooting van het rijksdept. van arbeid kómt een post voor van 130 millioen voor het scheppen van werkgelegenheid voor de werkloozen. Een kwestie van speciaal gewicht achtte de minister de vereffening der schade door de liquidatie van Dui sche eigendom men aan Duitschers berokkend. De moei lijkheden waarmee de staathuishouding heeft te kampen, noodzaakten tot het in acht nemen eener pijnlijke reserve. De op neming dezer lasten in de annuiteiten, die in het Londensche accoord zijn vastgesteld, welke de Duitsche regeering als haar goed recht had beschouwd, is door het Haagsche Hof van Arbitrage van de hand gewezen. De rijksregeering is echter niet voorne mens, deze kwestie te laten rusten. Na ingrijpende maatregelen op admi nistratief gebied te hebben aangekondigd eindigde de minister met het uitspreken der overtuiging, dat er, in weerwil van de zwaarte der taak, geen reden is tot pessi misme. Bij het debat zeide afg. dr. Hötzsch (soc- dem.) dat de verbetering in den economi schen toestand wel den werkgevers, maar niet en arbeiders ten goede was gekomen, waarom de belastingwetgeving meer dan tot dusverre het bezit moest treffen. Naar de bladen vernemen, is het voor- loopige Duitsch-Fransche handelsverdrag met drie maanden verlengd. De Duitsche delegatie zal 22 Februari te Parijs aankomen voor de voortzetting van de onderhandelingen. Grondslag der bespre kingen zal' het nieuwe Fr&nsche toltarief vormen» Een draadloos bericht uit Londen meldt, dat de Engelsche regeering ten aanzien van het voorstel van president Coolidge tot het bijeenroepen van een nieuwe conferentie itt- zake de bewapeningen ter zee haar Domi nions raadpleegt. In verband hiermede, en ook in verband met bet raadplegen var de daarvoor in aanmerking komende ministe ries, zal het nog eenigen tijd duren alvorens de Engelsche regeering kan overgaan tot het opstellen van haar antwoord. De sneltrein ran Cambridge naar Londen botste gisteren bij een spoorwegovergang op een zwaarbeladen vrachtauto. De locomotief liep uit het spoor terwijl de trein een snel heid bad van honderd K.M. per uur. Onder de passagiers en het personeel van den snel trein zijn geen slachtoffers, doch de be stuurder van den vrachtauto werd gedood. Een voorstel der regeering om tusachen- beide te komen in de werkstaking van ha venarbeiders is door alle partijen aanvaard. De arbeid zal waarschijnlijk morgen worde» hervat. Tengevolge van een lawine, die gisteren een mijnkampement te Big Creek (California) verwoestte, werden elf personen gedood en een twintig gewond. Drie slachtoffers wor den nog vermist, Het seismografisch observatorium signa leerde een hevige aardbeving bij Kamsjatka- welke omstreeks 10.30 voorm. begon en i}4' uur duurde. Zij schijnt even ernstig te zijn geweest als de groote aardbeving in Japan in 1923. De schok werd niet gevoeld te Tokio, maar wel lichtelijk in Noord-Japan. Van slachtoffers of schade werd nog geen melding gemaakt. In welingelichte kringen gelooft men. dat rich een off^feief der Kantonr.eezen in dc buurt van Tsjoetsjau, op 70 K.M. van Z.W. van Hankau, ontwikkelt. Tsjoetsjau zou door de Kantonneesche troepen bezet zijn. Sir Austen Chamberlain zeide in antwoord op in het Lagerhuis gestelde vragen, dat hij er zich ten volle van bewust was dat d« beide partijen, die in den Chineeschen bur geroorlog waren gewikkeld, van verschei dene Europeesche landen militaire vlieg machines en viiegtuigbe wapening kregen! en dat zij gebruik maakten van Europee sche vliegers. Wanneer mogelijk werden pro testen ingebracht tegen het schenden van dö overeenkomst tot verbod van het invoeren van wapens in China, die in Mei 1919 namens de Engelsche regeering was aangegaan, doch wegens de omzichtigheid, waarmede deze transacties werden omgeven, was het niet mogelijk het juiste en categorische bewijs materiaal aan te voeren, dat noodig was voor een doeltreffend protest. Verder leverde moeilijkheden op het feit, dat enkele der voornaamste landen die wapens leverden, de overeenkomst niet hadden geteekend, en eveneens het feit, dal onder de mogendhe den, die ze wel geteekend hadden, verschil van meening bestond wat haar interpretatie; betreft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 7