l
A
W
M
w
ALLE WANDEN EN PLAFONDS ZIJN BESCHILDERD MET DE SANITAIRE MUURVERF „UNEED1T'
5
ES
E
5
ll
<e«Ma> 1<g*B>l I4S*Sj>I4SflQ>I4S>Sfr
f
UK
m
üc
VAM DE EERSTE NEDERLAMDSCRE WATERVERFFAERIEK LEIDSCEEVAARTWEE IRA - HAAR1EN
>Z<
m
rv"
CPl
VIERDE BLAD.
Jubileumnummer Nieuwe Haarl. Courant.
VRIJDAG 18 FEBR. 1927.
"V"
<4
-«
"V"
Aan de gouden feestelinge.
Aan de
Nieuwe Haarlemsche
M
••f
De nieuwe 32-zijdige koperdiepdrukrotatiepers, waar o.m. de Katholieke Illustratie op gedrukt wordt.
Herinneringen.
Een beschouwing over onze
Roomsche courant, bij haar
Gouden Jubilee.
M
X
s
fe
I
I
I
i
1
I
1
f
i
I
i
1
(Door J. B. Vesters. voorzitter van de R.K.
Journalistenvereeniging.)
Den voorzitter der Nederlandsche R. K.
Journalistenvereeniging is een enkel woord ge
vraagd bij gelegenheid van het halve eeuwfeest
der „Nieuwe Haarlemsche Courant."
Dat woord worde, van hoe tijdelijken aard
de functie zij, waarop een beroep is gedaan,
voor anderen gegeven.
Een halve eeuw geleden, toen de „N. Haarl.
Ct." het licht zag, waren invloed en aanzien der
Katholieke pers bescheiden, meer nog, zoo
mogelijk, die der gewestelijke Katholieke bla
den.
De laatste halve eeuwjheeft op dit terrein een
even verblijdende als ongedachte ontwikkeling
en bloei gebracht.
De feestelinge te Haarlem heeft daaraan
ruimschoots haar aandeel gehad.
Dit was behalve om andere factoren, die
in dit feestnummer ongetwijfeld zullen worden
gewürdigf mede, en voor een aanzienlijk
deel, te danken aan de werkkracht en harmo-
het Katholieke nieuws, voor ons toch het meest
belangrijke, uit onverdachte bron, den lezers
het spoedigst bereikt. Zoo geeft het blad een
veilige leiding aan de Katholieken, die zij tegen
woordig zoo dringend noodig hebben. Het
beste bewijs voor zijn rustige kracht geeft het
blad door zijn propaganda te zoeken in zijn
degelijkheid, niet door een voortdurende luide
vermelding van den omvang zijner oplage.
Zulk een reclame heeft het niet noodig.
Wat zelfs andere roomsche bladen niet heb
ben, de Nieuwe Haarlemmer geeft geregeld een
interessante, duidelijk gedrukte illustratie-blad-
zijde, zooals alle groote, andersdenkende dag
bladen. Het Zondagsblad is steeds geestig en
oorspronkelijk. Daarbij zijn de financiëele, de
sport-, de kinder- en de vrouwenrubrieken
uitmuntend verzorgd, en is het blad ook litterair
van een hooge verdienste.
Al is het misschien geen gebruik, dat men
iemand in zijn eigen huis komt prijzen aan
een 50-jarige mag wel eens eerlijk gezegd wor
den, hoe zijn trouwe lezers over hem denken,
zonder dat hij er verlegen over behoeft te zijn.
Dat de gouden „Nieuwe Haarlemsche Cou
rant" nog in lengte van jaren moge voortgaan
haar gulden wijsheid en wijze leiding te geven
telijke richting, zonder haar algemeene taak uit
het oog te verliezen of deze te verwaarloozen.
Ook op Politiek en op Sociaal Economisch
gebied, geeft ze haar voorlichting en kent ze
haar taak.
Met groote dankbaarheid kunnen wij ge
tuigen dat de Nieuwe Haarlemsche Courant
als lokaal blad onder haar Collega's lang niet
de minste is. Wat heeft o.a. het Roomsche
Vereenigingsleven niet veel aan haar te danken.
Daarvan kunnen in het bijzonder de werkers
in onze Roomsche Orgamsatie's getuigen. En
zij zullen het doen, allen, zonder uitzondering.
En mocht er al een zijn, wien in al die lange jaren
de volle maat in dit opzicht niet is toegemeten,
dan zal dit kleine inconvenient, bezien in het
licht van het vele goede in die Vijftig lange jaren,
versmelten als een enkele sneeuwvlok op een
heerlijken lentemorgen.
De Roomsch Katholieken hebben aan de
Nieuwe Haarlemmer veel, zeer veel te danken.
Wat een gastvrijheid voor het aankondigen van
allerhande zaken die in het vereenigingsleven
voorkomen. Wat een meeleven van het Room
sche Blad bij feestelijke gelegenheden, bij blijd
schap en rouw, bij jubilea en andere gedenk
waardige gebeurtenissen.
(Door Ch. L. van de Bildt, lid der Tweede
Kamer der Staten-Generaal).
Een bijdrage voor 't feestnummer
Gaarne, 't Kan een gelukwensch zijn
,,'t Zijn tweemaal vijf en twintig jaren"
varieer ik op Da Costa.
Een heele tijd. En toch een mooie tijd
Dat opkomen uit den drang der omstandig
heden, dat groeien en zich ontwikkelen der
Roomsche pers 't is een proces, dat immer,
wanneer we bij een mijlpaal terugzien, ons
blijmoedig stemt.
Want 't is de geschiedenis van strijden
en werken en worstelen. En „werken en
denken en leeren is leven
Schuchter in den beginne, geduld wordend
van de andere zijde, maar toch een beetje scheef
aangezien om een durf, die men van die zijde
niet gewoon wasmet steeds meer kleur
en zelfbewustheid zijn plaatsje in de zon op-
eischend
-■-'-'V- 'v..
mmm-
X y
X "-.'x
nische samenwerking van directie en redactie.
Vele, zoo niet de meeste der redacteurem van
de „N. Haarl. Ct." heb ik persoonlijk gekend
geen beter dan den leider, die in het laatste
decennium zijn stempel op het blad heeft ge
drukt, den stempel van een frissche, krachtige,
altijd waardige persoonlijkheid.
Het „nog vele jaren" moge hem worden toe-
gewenscht, een „in lengte van dagen" voor het
blad, dat een vaste, stevig geheide plaats heeft
genomen in de Haarlemsche Bisschopstad en
het gewest Holland.
J. B. VESTERS.
Door Dr. J. F. M. Sterck,
Oud-Inspecteur v. h. Lager Onderwijs.
Bij het jubilé van de Nieuwe Haarlemsche
Courant wordt men onwillekeurig herinnerd
aan het kleine blaadje, dat in de Jansstraat door
de firma Küppers Laurey werd uitgegeven.
Ik las het toen reeds geregeld ofschoon ik al
leen de zomermaanden te Haarlem doorbracht,
ook te Amsterdam werd het met belangstelling
ingezien. Het had de groote verdienste toen
reeds interessant te zijn, en pittige hoofd
artikelen te geven. Er viel veel uit te leeren, en
nooit werd het onvoldaan ter zijde gelegd.
Dit zijn mijn oudste herinneringen aan het
„Haarlemsche krantje," zooals wij het noemden.
En thans, na vijftig jaar is het krantje gegroeid
tot een dagblad, dat er wezen mag, en gerust
de vergelijking met zijn beide Haarlemsche
collega's kan verdragen, ja, de voorkeur ver
dient omdat het een blad is met beginselen,
waarvoor het oprecht uitkomt en strijdt. De
hoofdartikelen zijn steeds juist en actueel,
zoowel over godsdienst als over politiek. In
nieuwsberichten staat het bij geen courant ten
achter en het heeft het groote voordeel, dat
aan de Katholieke enniet-Katholieke lezers
van Haarlem en omstreken, onder Gods rijksten
zegen 1
(Door J. G. van Kessel, Voorzitter der R.K.
Werkliedenvereeniging en lid van den
gemeenteraad te Bloemendaal.)
Zeer gaarne voldoe ik aan de beleefde, en
vriendelijke uitnoodiging van den Hoofdredac
teur van ons Roomsch Kath. Lokaal Blad, om
bij het gouden Jubilee een bijdrage te leveren
voor het Feestnummer.
Ik doe dit met des temeer genoegen, omdat
ik zoo dikwijls van nabij het groote nut van onze
Roomsche Courant en de waarde daarvan heb
leeren kennen. Maar niet in het minst, omdat
de groote toeschietelijkheid en de loyale gast
vrijheid der Nieuwe Haarlemsche Courant
voor ieder aanleiding geeft tot groote dank
baarheid.
Deze dankbaarheid moet bij een Jubilee
als heden door haar gevierd wordt, dan ook eens
op ondubbelzinnige wijze getoond worden.
Wordt de Pers in het algemeen wel eens ge
noemd het zout der aarde, de Roomsche pers
is voor ons meer dan dat. Ze is voor ons niet
alleen de goede huisvriend, die ons op de hoogte
houdt van de gebeurtenissen en voorvallen van
den dag, maar zij behoedt ons bovendien voor
veel kwaad van buiten, doordat zij oppervlakkig
heid uit hare kolommen weert.
Maar, en dit zegt nog meer, zij voedt hare
lezers op in het goede en zet ze aan in de gees-
Wij zouden eerst tot het volle besef komen,
wanneer wij vandaag aan den dag die mede
werking en gastvrijheid zouden moeten missen.
In verslagen, in mededeelingen, in aankon
digingen, in voorlichting, in polemiek, in woord
en beeld, ja wat niet al, kunnen wij ons altijd
op de Nieuwe Haarlemsche Courant verlaten.
En in spoedeischende gevallen, wanneer andere
middelen falen, of tot geen oplossing leiden,
wordt het eerst aan haar gedacht. En altijd hulp
vaardig en altijd bereid En dat ze trots dat alles
nog niet belangrijk uitgebreider en nog niet vol
lediger is, ligt zeker niet aan degenen, die haar
redigeeren, saamstellen en administreeren.
Dat ligt aan degenen, die bij al het goede hier
boven opgesomd en wat zeker niet op volledig
heid aanspraak mag maken, bewust of onbewust
haar den noodigen steun voor een volledige ont
plooiing blijven weigeren.
Het is toch zoo'n droevig verschijnsel, dat
ons Roomsche volk, enkele uitzonderingen
daargelaten, nog weinig waardeering heeft voor
haar eigen instellingen en haar eigen Pers. Och,
wanneer wij ons voor een en ander toch eens
beijverden zooals onze tegenstanders dat plegen
te doen, wat zouden wij in onze Roomsche Pers
nog een machtiger middel bezitten dan thans.
Die steun kunnen wij verleenen, door onze
medewerking, door ons te abonneeren door het
plaatsen van onze advertentie's, door propa
ganda en het lezen van onze Roomsche Courant.
Wanneer dat gebeurde, dan zou er op den
dag van het Gouden Jubilé een daad gesteld
worden, welke getuigde van den grootsten dank,
welken men opjdezen dag aan de Roomsche pers
in het algemeen en aan de Nieuwe Haarlemsche
Courant in het bijzonder zou kunnen bewijzen.
Een dank, welke zij in alle opzichten verdient,
maar die ons Roomsche volk in alle opzichten
verschuldigd is.
Moge het de volgende vijftig jaar spoedig in
die richting gaan
Aan ons Roomsche Dagblad voor Haarlem
en Omstreken, Proficiat
Overveen, 28 Januari 1927.
J. G. VAN KESSEL.
Ook zoo is de geschiedenis der Nieuwe Haar
lemsche 1
En nu is ze al vijftig jaar
Een heele tijdZe mag het zeggen met
prince Mooringh in Huijgens „Scheepspraat":
,,'k Heb al wat gesnor van buijen
Over deese muts sien ghaen."
't Is haar een eer, dat zij steeds pal stond,
waar het gold de verdediging der beginselen,
die zij voorstond.
Voorzichtig en omzichtig, zooals het in
wijsheid past, maar toch, als 't er op aan kwam,
fier voor den dag komend, ongezouten soms de
waarheid zeggend.... vrienden zacht verma
nend, maar toch ook streng terechtwijzend als
het moestzoo was haar houding in die vijftig
jaar.
O, zelfs wij, haar geloofs- en beginselgenooten,
Zullen het wel niet altijd met haar redactie
eens geweest zijn in vrije kwesties is dat zoo
natuurlijk maar dit zal ieder moeten toegeven:
dat onze Nieuwe Haarlemsche geen kamp gaf,
maar toch altijd ridderlijk streed.
Zooals het den waren Katholiek past
En zoo is ze geworden de huisvriend van
velen.
Zoo heeft ze het vertrouwen gewonnen
van Roomsch Haarlem en zijne omgeving
een, op wie men vertrouwde. En bij een of
andere kwestie was het „we moeten eens zien
wat de Nieuwe Haarlemsche er van zegt."
Dat is een testimonium, dat wat waard is.
Dat bewijst dat men haar vertrouwde, dat
men op haar voorlichting prijs stelde, dat zij
invloed had.
En wij mogen haar bij haar gouden jubileum
daarom gaarne begroeten als de fiere verdedig
ster ónzer schoone beginselen, als eene, die
mee telt, omdat zij mede helpt tot het vormen
onzer meening. Omdat zij de gronden voor die
meening naar voren brengt en ordent en rang
schikt en ons het overzien der questies gemak
kelijker maakt.
t Wat trouwens de roeping der pers is....
Ze is in zoo menig Roomsch gezin een
huisvriend geworden, die 's avonds met onge
duld verbeid wordt.
Ik zie het in mijn gezin als de krant bij mij op
tafel gelegd wordt en ik het hoofdartikel inkijk
vraagt mijn dochter „vader mag ik het tweede
blad hebben
Ik weet dat het zoo in de meeste gezinnen
gaat. Dat moeder de vrouw en de zoon en de
dochter ze ook lezen. Ze grijpen wel niet allen
eerst naar dezelfde rubriek mijn jongen
houdt van de ingezonden stukken 't meest
maar voor allen is ze geworden een aangename
huisvriend.
En daardoor is haar invloed zoo groot.
Noblesse oblige adel heeft verplichtingen.
Ze heeft haar blazoen onbevlekt bewaard
in 't verleden, ze was een kracht van
beteekenis, die waardig ons Roomsche open
bare leven vertegenwoordigde, onze beginselen
fier verdedigde, zij zal ook in de toekomst dat
blijven, daar spreekt haar verleden borg voor.
En daarom wenschen wij haar zoo gaarne geluk
en voorspoed toe en Gods zegen op al hare
wegen.
Moge zij in geen enkel Roomsch gezin in
Haarlem en omgeving ontbreken 1 Haar recht
en onze plicht opdat zij haar plicht vervul
lend, ons recht verdedigen kan.
De R.-K. Pers noodzakelijk
voor bevordering van het
godsdienstig en
maatschappelijk leven.
(Door J. Ph. H. Castricum, Voorzitter
van de R.K. Werkliedenvereeniging, afd.
Haarlem, lid van den Haarlemsche Ge
meenteraad.
De drang naar Wetenschap, Waarheid,
Rechtvaardigheid en Liefde, welke ons allen
aanspoort God zoo goed mogelijk te dienen om
daardoor ons einddoel te bereiken, is voor vele
menschen tevens „onbewust" een middel, om
tot dat doel te geraken. Wij Katholieken hebben
daarvoor de leer van onze Moeder de Heilige
Kerk en de genademiddelen, om ons te helpen,
dit aardsche leven zoo te doen zijn, dat het een
afspiegeling wordt van Gods Heiligen Wil.
Velen evenwel missen dit groote voorrecht, en
moeten langs andere wegen, den weg der ge
nade vinden.
Toegerust met de noodige school- en gods
dienstkennis zijn er duizenden, die op 12 a 13-
jarigen leeftijd voor een groot deel onttrokken
worden aan het directe toezicht der ouders
en verder hun leven moeten slijten, te midden
van allerlei soort van menschen, op fabrieken,
werkplaatsen en kantoren. Waar thuis, door
Vader en Moeder, in woord en voorbeeld, de
christelijke levensopvatting dagelijks werd inge
prent, komen zij thans met zoovele „schijn
bare" tegenstrijdigheden in botsing, dat het
voor het jeugdig gemoed dikwijls zeer moeilijk
is, het onderscheidingsvermogen zoo te plaat
sen, dat de waarheid in haar juisten vorm weder
naar voren kpmt.
Daar is het niet meer zooals thuis, dat men
hoort wat goed en noodig is voor de ontwikke
ling der nog jeugdige kinderziel, maar daar
wordt, behoudens loffelijke uitzonderingen,
geen rekening gehouden met de jeugdige kinder
ziel, doch rijp en groen, op de soms meest grove
wijze naar voren gebracht. Daar komt de mee
ning en het zieleleven van alle soorten en men
schen naar voren, daar hoort men alle berichten
en meeningen „welke gemeengoed zijn gewor
den door de pers" van alle levensbeschouwingen,
religieuse overwegingen en politieke meemngen*
Van hoe groot belang is het dan niet, voor het
geestelijk en maatschappelijk leven dier jonge
menschen, wanneer zij telkens voorgelicht wor
den door hun eigen lijfblad, hetwelk hen iederen
dag weer opnieuw op de hoogte houdt, van
datgene, wat hun zieleleven kan versterken en
hun eindbestemming kan bevestigen.
En eenmaal man of vrouw geworden, zal
de goede invloed in de jeugdige jaren opge
daan, zich blijven doen gelden en de Roomsche
krant een trouwe vriend blijven.
De drang naar Wetenschap, Waarheid, Recht
vaardigheid en Liefde is voor velen, die God
niet kennen, een bron, om Hem dichter te
kunnen naderen.
Daarom moet de Katholieke Pers, en vooral
het Katholieke Dagblad, de ware Wetenschap
hoog houden en uitdragen in hare kolommen.
Dit moet zich niet beperken tot alledaagsche
bekendheden, maar het bijbrengen van ele
mentaire begrippen, omtrent natuurwetenschap
pen, Literatuur, Muziek-geschiedenis, Sociaal-
Economische en Staatkundige vragen enz. is
noodzakelijk.
„Waarheid," is ook een van de belangrijkste
factoren, welke de Katholieke Pers moet sieren.
Geen sensatie, geen persoonlijke ideeën, maar
het algemeen welzijn bevorderen door de
„Waarheid" in al haar vormen te dienen.
Hoevele malen komt het niet voor, dat per
soonlijke voorliefde voor het een of ander
stelsel óf anti-phatie tegen den persoon die een
bepaald stelsel aanhangt, den geest van den
Redacteur beinvloedt, en diezelfde geest aan
duizenden lezers en lezeressen wordt voorgezet,
welke opgedrongen geest „waar zij de waarheid
liefhebben" een teleurstelling teweeg kan bren
gen, welke de Katholieke Pers niet ten goede
zal komen. Daarom voor alles „Waarheid."
Rechtvaardigheid, de derde voorwaarde die
m.i. in het geding komt, betreft vooral „de in
nerlijke organisatie" van het instituut, waar ons
lijfblad het levenslicht aanschouwt. Daar vooral
moeten de sociale verhoudingen op de meest
rechtvaardige wijze geregeld en onder het oog
gezien worden. Daar mag geen misbruik ge
maakt worden van bepaalde overeenkomsten
of contracten, welke een aanleiding kunnen
zijn om den arbeid niet behoorlijk te salarieëren.
Daar vooral moet, wanneer de uitkomsten
van het bedrijf het mogelijk maken, de rechts
positie van het personeel zoo zijn, dat ook voor
hun ouden dag wordt gezorgd en zij niet, wan
neer de winter des levens nadert, van een scha
mele drie gulden per week moeten leven.
(Adv.)
V—N
f
I®
s
I
i
1
I
i
I
1
I