0 0 k 0 0 k 0 0 0 ff I *z< I<S*Ö> 38EE-E< <3«3E«> 03E> '03E->:< ►A1 v r^n ZESDE BLAD. Jubileumnummer Nieuwe Haarl. Courant. VRIJDAG 18 FEBR. 1927. V" Van .alles en overal. 't Is toch wat te zeggen. I Onze adverentie-afdeeling. yfKHi L Adrriinistratie-zaal. De Pers en het Platteland. Huisvriend en raadgeefster. ►H 107 EEN GELUKWENSCH. Ik ben pas jarig geweest. Natuurlijk, ik weet wel, dat u, aan die mede- deeling achteraf, niets hebt, dat u me nu toch geen cadeautje meer kunt sturen, maar dat was dan ook eigenlijk de reden niet, waarom ik 't vertelde. Ik zeg het alleen maar, om u te doen voelen, hoe goed ik me er, zoo kort na mijn eigen verjaardag, kan indenken, hoe de krant zich vandaag wel moet voelen. Voor een krant, zoo goed als voor een mensch, is een verjaardag een mijlpaal, vooral als het, zooals hier, de beroemde Abraham-ziende verjaardag is. Maar toch, er is verschil, groot verschil zelfs, tusschen den verjaardag van den mensch en die van de krant. Een mensch toch wordt, telkens als hij jarig is, een jaar ouder en een krantneen, zoo bedoel ik het niet, een krant wordt óók ouder, natuurlijk. Maar als een mensch vijftig jaar ts, dan is voor hem de mogelijkheid van een verjongings kuur, zooals bijvoorbeeld de legendarische Faust onderging, uitgesloten, want aan die nog niet zoo heel lang geleden verkondigde apenklier- theorie blief ik voorloopig nog maar niet te gelooven. Met een krant en daarin zit het verschil is dat wèl het geval. Een mensch moet het maar zijn heele leven met zijn oude bloed doen en dat verdikt bij de meesten in den loop der jaren wel een beetje; een krant daarentegen krijgt zoo van tijd tot tijd weer eens nieuw toegevoerd. Zeker, er zijn kranten met een eerbiedwaar- digen leeftijd, die in hetgeen ze te vertellen hebben, veel op oude bakers gelijken, maar dat zijn uitzonderingen en zeker zal niemand dur ven beweren, dat de Nieuwe Haarlemsche Cou rant in haar uitingen doet denken aan een vijftig jarige. Waar het pas geeft, waar Katholieke belangen gevaar loopen in het gedrang te komen, daar staat zij steeds op de bres, strijdt ze, ondanks haar vijftig jaren, nog met jeugdig vuur, dank zij het nieuwe bloed, haar door den tegen- woordigen hoofdredacteur toegevoerd. We hebben in ons kleine land een eerbied waardig aantal Roomsche kranten, die alle er naar streven iets te zijn. En hoewel nu een oud gezegde wil, dat zelfs het streven schoon is, blijf ik toch maar liever de voorkeur geven aan het bereiken. Bereiken 1 Amsterdammers en Rotterdam mers en Hagenaars spreken nu eenmaal van kranten die buiten die irie grootste steden verschijnen, met een zekere geringschatting als van de „provinciale pers" en ze zullen er niet zoo gemakkelijk met waardeering van spreken wat zij zelf aan kfanten hebben is immers zoo veel beter, zoo veel grooter Dat ze dat van de Nieuwe Haarlemsche wèl doen, ik heb dat al bij zooveel verschillende gelegenheden ondervonden, is op zichzelf reeds een gelukwensch aan de feestelinge van dezen dag waard. Haarlem is nu eenmaal geen wereldstad en een Haarlemsche krant zal daardoor wel nooit een wereldkrant worden. Ma. dat hoeft ook niet; dat ze onder haars gelijken, onder de „pro vinciale pers" dus, een der eersten is geworden in de vijftig jaren van haar bestaan, is reeds een feit om trotsch op te zijn. Iedereen die geregeld mijn Van-AUes-en-van- Overalletjes leest, zal wel weten, dat ik niet van vleierijtjes houd, dat ik liever ronduit zeg waar het op staat, dan er omheen te draaien, of èn de kool, èn de geit te sparen. En juist daarom durf ik hier, zonder vrees verkeerd beoordeeld te worden, ronduit als mijn meening neerschrijven, dat de Nieuwe Haarlemsche Courant, „onze" krant, nooit zou zijn geworden, wat ze werkelijk geworden is, wanneer ze niet het geluk had gehad, te worden geleid door een man als de tegenwoordige hoofdredacteur. Van zijn optreden toch dateert de groote vlucht die het blad heeft genomen door hem is het van een provinciaal blaadje geworden tot een krant waar rekening mee wordt gehouden; hij is de man die het nieuwe bloed heeft aange voerd en de apenklier-operatie met succes heeft verricht. En daarmee feliciteer ik ook hem. En nu zou die man, dat wat ik hier van hem schreef, maar het liefst willen schrappen, daar daar ben ik zeker van. „Zoo'n onzin," hoor ik hem al zeggen, „je in je eigen krant te laten ophemelen, laat dat er toch uit." Maar ik heb me vast voorgenomen niet toe te geven dit er uit, dan alles er uit. Trouwens, dwingen kan hij me moeilijk. Hij heeft me zelf gevraagd, ook iets voor zijn feestnummer te schrijven en kan me nu toch moeielijk achteraf de gastvrijheid die hij me aanbood ontzeggen. En zoo zal hij het nolens volens moeten toe staan, dat in zijn eigen blad eere gegeven wordt aan wien eere toekomt, ook al is die wien.... hij zelf 1 ARTHUR TERVOOREN. Sic****************#************#*****# (Door B. van Leeuwen, pastoor te Hillegom) Och Eerwaarde, het is toch wat te zeggen tegenwoordig, zoolang als de kinderen klein zijn, gaat het, maar als ze wat grooter worden.. En van wie hebben ze het. Me man zijn ouders waren echte beste Roomsche menschen; mijn moeder (met een geweldig drukken op „mijn") was een heilige, en me vader heeft U ook wel gekend.... en me man en ik zijn toch zeker ook goed De kapelaan luisterde naar de heiligverklaring, geduldig als een lam, tonder uiterlijk ook maar eenige bedenking te maken. En zij vervolgde haar man dit en zij daL tot zij eindelijk kwam aan de tegenstellinl „maar de kinderen Eerwaarde, ik weet er gi aad mee ze doen maar net wat ze willen is toch wat te zeggen tegenwoordig." En zij de komende verwording en zij zag de ruine van haar kinderen, tot ze als een Jeremias weende over de puinhoopen, die zij zag. En terwijl de tranen vloeiden als een regen bui, zat de kapelaan een en ander te schrijven in zijn huisbezoekboekje, wachtend tot de lucht weer helder werd. U begrijpt wel waar ik voor kom. O ja, Eerwaarde en ik heb ze beloofd, dat ik 't eens goed zou zeggen. Uw man heet Joannes.... Ja Eerwaarde en zijn Paschen gehouden, en ik ook. Dan is de oudste Gerrit. Maar die is het huis uit. want Kees grijpt er direct naar, en zoo'n smidje heeft altijd vuile handen.... maar wat ik nog wel weet, ze heeft gisteren nog een stuk uit de krant geknipt, dat boek moest ze zien te krijgen. De vrouw gaf het stukje den kapelaan in handen, en deze kon zijn oogen niet gelooven. Maar juffrouw, dat is een slecht boek. 't Is toch wat te zeggen Eerwaarde, en wat een geluk, dat U me dat zegt. Hoe komt ze aan dat stukje? Uit de krant. O.... En Willem Ja wat er van hem te recht moet komen. telkens weer terug keerde „het is toch wat te zeggen Maar om te luisteren naar de vermaning. toen de kapelaan weg was zuchtte zij diep „het is toch wat te zeggen, nu zal die krant de schuld wezen." Ja, ja 't is toch wat te zeggen. Wanneer zal die juffrouw eens wijs worden.' Wanneer zullen zoovelen met haar wijs wor den Ja ja, 't is toch wat te zeggen tegenwoordig; wij hebben Roomsche kranten bij de vleet; wij hebben model-gewestelijke en plaatselijke Roomsche bladen. En toch. fy:r- Getrouwd Nog niet, iraar zal wel gauw gaan trouwen. Die had een Protestantsch meisje, en wat we er ook aan deden of van zeiden, hij liet haar niet loopen, tot me man op het laatst hem d'r uit gezet heeft. Hoe kwam Gerrit aan dat meisje? Hoe hij er aan kwam.ja, eigenlijk heeft hij ze leeren kennen op de dans-club. Dans-club Als U eens wist, wat een last of ik heb, om hem Zondags naar de kerk te krijgen. En als hij aan het praten is, dan slaat hij zoo door, dat me man zegt, dat hij rood is als een biet. Zeker slechte kameraden. Natuurlijk.... en dan gaat hij naar die 'e ung en die voordra. ht. Zijn vrienden komen hem zeker halen. Dat niet, dat zou erbij moeten komen, ik zou ze. Blijven ze nog neutrale en liberale bladen lezen. Ze vinden er niets in Tot ze uit de vruchten den '-"om leeren kennen, en dan gaan de oogen ei w f nog niet open, 't is wat te zeggen. Och die dans-club uit de krant. Ja, we hadden het liever niet, dat hij er heenging, maar ja, hou ze eens thuis. Ze lezen zoo'n ad vertentie, en ze lezen 'm weer ze polsen eens even, wat je denkt, en als ze zien dat je er tegen bent, dan gaan ze stilletjes hun gang. Dus een gemengde dans-clubZoo, zoo, en die advertentie stond Ja in die krant. O.... Hoe weet hij het dan? Uit de krant. O.... Zoo ging het voort, de een na den ander werd beschouwd, en er tusschendoor klonk voort durend ,,'t is toch wat te zeggen," maar als slot kwam meerdere malen nog „uit de krant." En toen ging de rechter zijn uitspraak doen: „maar waarom houdt U dan toch die krant!" (Door P. H. L. J. Lommen, burgemeester van Castricum.) De pers Wie roemt haar niet des geestes eêlste (vinding, Maar, ongekende macht voor geest- en stofver- (binding, menschen hand, de schoonste Der hemelen, de aard betrad Nog drupte 't (vleugelenpa: Van liefde en geloof, nog vonkelde er om h ar Een stroom van zomerlicht, die, altijd hooter (zwellend En over berg en rots heel 't wereldrond door snellend, De nevelen henen dreef voor 't stralend aan gezicht En antwoordde op de bee: „Licht, altijd meerder (licht!" (De Pers. Dr. Schaepman). Als plattelandsch burgemeester vermag ik uit den aard der zaak, het beste de waarde van de R. K. Pers voor het platteland te becordee ea. Het platteland, vroegeè sterk door zijn isole ment, thans als het ware gelegen midden in het geroezemoes der wereldbeslommeringen. Alles dringt door tot de dorpen, het kwade zoowel als her goede,en gaat het soms moeilijker' dan wordt het den dorpelingen zoo gemakkelijk gemaakt, vooral het gevaarlijke te gaan opzoeken. Grenzen, afstanden bestaan niet meer. De autobus brengt den dorpsbewoner snel en ge makkelijk overal heen, de Radio brengt tot in de huiskamer nieuwe gedachten, de nieuwste, meest verlichte ideeën, couranten, pamfletten soms van zeer bedenkelijken inhoud vindt men ongevraagd thuis bezorgd. De plattelander in zijn eenvoud, met zijn druk bezetten dag in den strijd om het dagelijksch bestaan, is niet steeds bij machte de nieuwe ideeën te verwerken en het goede van het kwade of minder goede te onderscheiden. Daarom is het zoo'n zegen voor het platte land, dat de R. K. Pers in de R. K. huisgezinnen eene eereplaats heeft ingenomen en zich daar heeft opgeworpen, als de vriendin, de leidster, de verdedigster van de R. K. beginselen. Een Roomsch-Katholiek goed geredigeerd dagblad is van ontzettend veel belang voor het platteland. Het gaat niet meer aan te beweren, ze hebben op de dorpen niets te maken met al die nieuwig heden, de belangrijkste vragen van den dag, wij dorpelingen, trekken ons daar niets van aan. Zij komen van zelf, ongewild, onbegeerd en wat erger en gevaarlijker is, ongemerkt, onaan gediend onder de schoonste leuzen. Dorpe lingen tegen wil en dank hebt gij met al die nieuwigheden zooals gij het uitdrukt te maken, zonder dat gij het zelf bemerkt en eer dan gij het weet. Al dat nieuwe en vooral het minder goede daaruit, komt niet ruw tor U, maar zucht, lieflijk, vleiend, gij zijt er door overwonnen voor gij het zelf beseft. Daarom weest waakzaam, Uw godsdienst loopt gevaar zoo gij niet waakt, zoo gij U zelf niet in de goede richting ont wikkelt en zoo U niet wordt voorgehouden welke gevaren gij loopt. De R. K. Pers wijst U de klippen aan, waarop gij kunt stranden, zij weerlegt de drogredenen, waarschuwt U, strijdt voor U. De R. K. Pers is de verdedigster Uwer dier baarste gevoelens. Zonder haar steun en voor lichting staan de R. K. huisgezinnen er aan bloot, den heiligen band verbroken te zien, om te worden opgenomen in den kring waar enkel heerscht het koude materialisme. Roomsch Katholieke dorpelingen Gij hebt plichten te vervullen tegenover de R. K. Pers, plichten welke niet alleen bestaan in het betalen van een luttelen abonnementsprijs. De R. K. Pers heeft recht op meer, gij moet haar beschou wen als Uwe leidsvrouwe en haar als zoodanig waardeeren. Doet gij dit, dan zal èn de R. K. Pers èn het R. K. volk één sterk ondeelbaar ge heel vormen, dat de strijd met succes zal kunnen aanbinden tegen de machten der duisternis. Aan de „Hoofdredactie" van de Nieuwe Haarlemsche Courant worden mijn beste wen- schen aangeboden met haar gouden feest. Moge de Nieuwe Haarlemsche Courant „Licht, altijd meerder licht" brengen in de Roomsch Katholieke gezinnen van ons Diocees. Caatricum. P. H. L. J. LOMMEN. (Door P. Warmerdam, Wethouder van Lisse.) Daartoe uitgenoodigd, ben ik gaarne bereid eene kleine bijdrage te schrijven voor het feest nummer der „Nieuwe Haarlemsche Courant," welk dagblad dit jaar zijn gouden feest viert. Sinds ongeveer 25 jaren toch is dit blad mijn huisvriend en zijne hoofdartikelen hebben mij in 't algemeen mede den weg gewezen, welken ik in het openbaar leven heb gemeend te moeten bewandelen. Ongeschoold werd ik 25 jaren geleden met zoovele anderen in de leiding der R. K Werkliedenvereeniging geplaatst en moesten wij de rechten der arbeiders op R. K. politiek terrein verdedigen. Hebben wij op dit gebied iets bereikt, dan is dit succes voor een groot deel te danken aan het goed geredigeerde dagblad de Nieuwe Haarlemsche Courant, waaruit wij dagelijks konden putten. Meer malen hadden wij gaarne gezien, dat de redactie in haar leiding verder ging. Maar dat was mid den in den strijd. Was het heetste van den strijd gestreden, dan moesten wij vaak eerlijk erken nen, dat het standpunt van de Nieuwe Haarlem sche Courant breeder en juister was geweest en in het belang van de geheele R. K. partij. Het nut, hetwelk door de R. K. pers in het algemeen en door de Nieuwe Haarlemsche Courant voor onze streek in het bijzonder ge sticht is, is m.i. niet genoeg te waardeeren. Het nut van de „Katholieke Illustratie," als tegenhanger van voor ons katholieken minder gewenschte en soms zeer gevaarlijke lectuur, zal wel niemand ontkennen. Steeds wordt ver langend naar het eerstvolgend exemplaar uit gezien en de graagte, waarmede naar de inge bonden jaargangen in den winter gegrepen wordt, bewijzen de interessantheid van hun in houd. Voor de redactie van beide organen moge de gelukkige omstandigheid, dat de voltooiing van het nieuwe gebouw der N. V. Drukkerij „de Spaarnestad" met deze jubilea samen /alt een spoorslag zijn in de door haar gekoze i ing voort te arbeiden tot voorlichting tn [van onze katholieke zaak. P. WARMERDAM. bsen Jan. 1927. I I I I I I 1 1 a 0 (Adv.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 21