s ïf 5 S m P m E ;<5 tf rvi i i TWEEDE BLAD. Jubileumnummer Nieuwe Haart. Courant. VRIJDAG 18 FEBR. !92~ M T .T, Ons Jubileumnummer Een lang leven. Een terugblik. De waarde der locale Roomsche Pers. 1 mmm Het nieuwe gebouw van de N.V. Drukkerij „De Spaarnestad". K4 r r ék (Van de hoofdredactie). Het huis aan de Nassaulaan heeft vele wo ningen, zouden wij met een variant op een bekende Schriftuurplaats kunnen zeggen. In die woningen huizen nijvere families, wier vlijtige handen het immer groeiende werk maar ter nauwernood konden afdoen, zoodat het legertje werkers een leger werd, en de werk plaatsen overvol. Het hooge huis werd te klein en er is nu een modern paleis verrezen, een pa leis van den Arbeid. Toen hier een vijftien jaar geleden de goede, oude Katholieke Illustratie een onderdak vond' en in een nieuw kleed gestoken werd, kon nie mand vermoeden, dat zij op haar zestigsten ver jaardag onlangs gevierd het omvangrijkste weekblad met een voor ons land ongehoorde oplage zou worden. Thans dendert voor haar de eentonige melodie van een machtige roto- graphurepers dag en nacht in Haarlem's stille straten. En aan den anderen kant van den gevel, aan het nu al weer „oude" gedeelte, prijken nog onverbleekt op de eereplaats de letters van het dagblad, het Roomsche dagblad, hetwelk eens de inzet was voor heel deze nu zoo stout ge groeide onderneming. Nu de rijk gezegende periodieken, met haar uitgebreiden redactie- en administratiestaf, met haar chemi- en fototech- nische afdeelingen hoog boven en haar zwaar dreunende persen gelijk met den grond, heden officieel de deuren van haar nieuwe behuizing openen, nu viert het dagblad met zijn oudste rechten, de Nieuwe Haarlemsche Courant, zijn gouden feest. Of het noodlot dit alles zoo precies in elkaar gepast heeft? Neen, wij gelooven nu eenmaal niet aan een nodlot. Maar deze dag is uitgekozen om drie vóór de N.V. Drukkerij de Spaarnestad heugelijke feiten op één dag te herdenken. Onze Katholieke Illustratie heeft in het najaar haar zestigsten verjaardag gevierd. Het nieuwe gebouw aan de Nassaulaan wordt vandaag, 18 Februari 1927, officieel geopend en tevens her denken wij het gouden jubileum van de Nieuwe Haarlemsche Courant. Dit laatste is mogelijk, omdat ons dagblad al sinds April van 1926 zijn jubeljaar is ingegaan. Den Isten April 1876 werd namelijk in Haarlem voor het eerst een Katholiek Weekblad uitgegeven door de velen nog wel bekende heeren Küppers en Laurey. Dit Katholiek weekblad werd een jaar later verdoopt in Nieuwe Haarlemsche Courant van de geschiedenis wordt elders in dit jubileum nummer nog een en ander verteld zoodat de eerste steen voor de Roomsche dagbladpers in Haarlem is gelegd op 1 April 1876 en de naam „Nieuwe Haarlemsche Courant" een jaar later voor het eerst vermeld. De geboorte van de Nieuwe Haarlemsche Courant ligt dus tus- schen de lentes van 1876 en 1877, zoodat wij de herdenking van het gouden feest veilig op dezen voor „de Spaarnestad" zoo heuglijken dag konden stellen. Volgens goed gebruik hebben wij ter gelegen heid van dezen dag een jubileumnummer sa mengesteld. In afwijking echter van het tra- ditioneele feestnummer hebben wij anderen over ons laten spreken, in plaats van zelf van eigen werk, eigen groei en bloei te gewagen. Zeker, het ligt zoo voor de hand bij een gelegen heid als deze allen voor het voetlicht te brengen, de levenden zoowel als de dooden, die als stichter, als commissaris, als directeur, als intel- lectueele of technische samenstellers der uit gaven op het leven der onderneming invloed uitoefenden of nog uitoefenen. Wij hebben deze gewoonte echter niet gevolgd met één uitzon dering voor den Zaterdagschen Nar der N. Haarl. Ct. die zijn spotlust niet kon bedwingen en alle redactieleden van onzen staf in carrica- tuur vereeuwigd heeft. Een dergelijke portret- tenuitstalling zal aan de bescheidenheid der jubileerenden zeker geen schade doen Overigens hebben wij liever anderen over ons zelf laten spreken. En toen de bijdragen voor ons feestnummer met halve dozijnen per dag binnen kwamen, toen werd dit voor ons een doorloopende verrassing. Er is ons een spiegel voorgehouden, waarin wij een nooit gedroomd beeld zagen. In de drukke journalistiek van onzen modernen tijd brengt iedere dag zijn eigenaardige moeilijk heden, zijn wrij vingen en mee- ningsverschi llen zijn misver standen en door har den plicht afgedwon gen onaan gename Welke dagbladschrijverkan den invloed over zien, den indruk peilen van de duizenden woor den, die dagelijks, zwart op wit gedrukt, onder zijn verantwoordelijkheid, door tienduizenden gelezen worden. En dat niet één dag, maar weken, maanden, jaren achtereen. Er vormt zich bij een blad als het onze, dat een constan ten, steeds aangroeienden maar niet telkens wisselenden lezerskring telt, een vaste meening van de redactie over de lezers en van de lezers over de redactie. Beiden kennen elkaar de lezers kennen de samenstellers van hun lijfblad; niet persoonlijk meestal, maar, wat het voornaamste is, hun geest, hun opvattingen, hun mentaliteit. En de redactie, die vaak uit brieven en ingezon den stukken, uit mondelinge klachten, uit mededeelingen van derden de meening van haar lezers beluistert, waant ook dezen te kennen. En haar oordeel is dan de menschen zijn tegen woordig critisch aangelegd niet spoedig te vreden zij weten ons werk niet te waardeeren. Hoe hebben wij ons vergistWij hadden gelegenheid om anderen nu eens over ons te laten praten., Wij hebben menschen gevraagd uit alle rangen en standen niet gezocht naar speciale vrienden en vereerders neen, stelsel matig allen gevraagd, die als woordvoerder van' een bepaalde groep aangewezen schenen om* vandaag een oordeel over de Nieuwe Haarl. Courant uit te spreken. Over de antwoorden zijn wij verrast, omdat daaruit een waardeering voor ons werk spreekt, welke wij in de verste verte niet hadden ver wacht. Mannen en vrouwen, die een naam heb ben op te houden, een reputatie hebben te verliezen, hebben onbeschroomd onzen arbeid geprezen op een wijze, die moed geeft voor de toekomst. Het zijn geen gelegenheidsfrasen, geen ledige zinnen van een 'tafeltoast, maar gedegen, wel doordachte en in volle overtuiging gegeven beoordeelingen, waarbij hier en daar zelfs het critisch element niet ontbreekt en waaraan wij daarom zoo groote waarde hechten. Als er iets uit dit jubileumnummer blijkt dan is dit wel, dat de Nieuwe Haarlemsche Cou rant zich als plaatselijk en gewestelijk orgaan een vaste plaats onder de Katholieken van deze bloeiende streek veroverd heeftdat hare vrienden taltrijk zijn, haar dagelijksche komst in de Katholieke gezinnen niet te vergeefsch. Is er grooter vreugde voor een mensch denk baar dan"te weten, dat zijn arbeid niet vruchte loos is Dat wij daarvan vandaag zoo vele getuigenissen mochten ontvangen stemt ons tot verheugenis en tot dankbaarheid tot dank op de allereerste plaats aan God, die ons werk heeft willen zegenen, zonder Wien het niet had kunnen gedijen tot dank aan allen, die ons vandaag hun schoone getuigenis gaven maar ook aan de talrijke schare onzer vrienden, wier moreelen en daadwerkelijken steun wij voort durend ondervinden en onder wie wij de stille, maar ijverige propagandisten voor de Roomsche pers op de eerste plaats begrijpen. Het gouden feest van de Nieuwe Haarlem- schen Courant is als een feest van een groot gezin. Wij zien elkander over de versierde blad zijden van dit feestnummer even in de oogen en wenschen elkaar toe, dat wij door gezamen lijk streven gij, met Uw belangstelling, wij met onzen arbeid, dit gewestelijk Katholiek dagblad mogen zien worden het beste onder zijn gelijken, opdat onzer aller ideaal verwezenlijkt worde in ieder Roomsch gezin de Roomsche courantL. M. W. van waardeering voor de pioniers, die met o zoo gebrekkige middelen de eerste moeilijke jaren hebben doorgeworsteld. Van het „fort Chabrol" aan de Jansstraat hoek Nieuwe Gracht, waar ik mij straks twintig jaren geleden met de noodige deurwaarders-exploiten den toegang moest veroveren tot het statige gebouw aan de Nassaulaan, dat we vandaag na zijn aanzienlijke vergrooting in gebruik nemen, is nog al een heele afstand. En al kan ik mij, waarschijnlijk als gevolg van de snelle jacht van het leven vooral in een couranten-industrie, maar moeilijk denken dat ik reeds bijna tweemaal tien jaren te Haarlem ben, de vergelijking van wat was en wat is zegt toch wel dat er tijdens dezen groei een lange periode verloopen moet Zijn. Wie mij bij het aanvaarden van mijn ambt te Haarlem voorspeld zou hebben, dat het wel zeer bescheiden onderneminkje van de Juli- en Augustusdagen 1907 zij het dan ook pas na langen tijd zou uitgroeien tot een groot bedrijf als we vandaag voor ons zien, ik en velen met mij zouden zulk een profeet stellig niet ge loofd hebben. Ook bij een korten terugblik lijkt het tempo van den groei onzer zaken nog verbazingwek kend, en het is zeker behalve aan Gods buitenge- wonen zegen wél geheel aan de krachtige hulp en het nooit aarzelende vertrouwen van mach tige vrienden onzer onderneming te danken, dat we het zoovèr hebben kunnen brengen en, levenskrachtiger dan ooit, nog voortdurend nieuwe plannen ter verbetering en versterking der Katholieke pers kunnen uitvoeren. Om op deze plaats alleen van de Nieuwe Haarlemsche Courant te spreken een cou rant kan, anders dan wij menschen, een hoogeren leeftijd bereiken zonder oud en versleten te worden, ze kan zelfs met de jaren zich frisscher en sterker en levenskrachtiger gaan gevoelen. In die grootere groei- en bloeikracht hopen we dat onze Nieuwe Haarlemsche onze eerste en oudste uitgave, eigenlijk de oor spronkelijke reden van bestaan onzer onder neming en daardoor het blad dat het meest en het eerst recht heeft op onze zorgen zich ieder jaar mèèr moge verheugen. De tijden zijn geluk kig voorbij dat de Katholieke courant van een siad of streek als vanzelf- sprekend in vergelijking met hare pers-zusteren op de laatste plaats kwam in de schatting van het publiek. Intusschen, bij onze geslaagde po gingen om zoo ver te komen, hebben wij met onze oudste al Niet dat ze uit zichzelf zoo lastig en veel- eischend was, maar de vooral in de laatste jaren zoo krachtige groei van het blad in abonne menten en advertentiën beide dwong telkens weer tot verbetering der techniek, zoodat ik mij niet zonder een glimlach het kleine persje herinner, dat de eerste voorloopster was van de 32-zijdige rotatiemachine, in dit blad afgebeeld, waarop onze courant thans gedrukt wordt. Toén ieder uur duizend of elfhonderd velletjes ter grootte van zoowat 40 x 60 c.M. opengesla gen, thans zoo noodig in meer dan 10.000 ex. van 32 blz. per uur. En zoo is het op haast ieder gebied van onze couranten-techniek. Dan, die techniek moge voortdurend mach tiger en meer het terrein beheerschend wor den, zij is toch voor een Roomsche courant niet anders dan middel. Een machtig middel, maar toch een middel, om door de drukpers de goede katholieke denkbeelden zoo krachtig mogelijk in frisschen en geschikten vorm te verspreiden tot in de kleinste woning waar katholieken te vinden zijn, maar ook en niet het minst in de huizen der meer met aardsche goe deren gezegenden. Indien dit ons, naar het Bisschoppelijk woord dat wij aan het hoofd dezer courant mochten opnemen, gelukken mag, dan eerst kunnen wij rekenen het hoogtepunt van ons werken be reikt te hebben. Een mooie gevel en een uitgebreide techniek mogen een goeden indruk maken en dringend noodig zijn, wij hopen niet te vergeten dat dat slechts de buitenkant en de werktuigen zijn en dat de zorg voor het bewaren en verspreiden van het katholieke beginsel steeds het doel, het begin en het einde van al ons werken moet zijn. Daartoe schenke God ons ook verder Zijn rijken en onmisbaren zegen. F. H. M. VAN DE GRIENDT. (Door. Dr. Droog, Wethouder van Heemstede). Met dagbladen gaat 't als me1 menschen. t Is altijd moeilijk te voorspellen, of ze een lang en gelukkig leven of een kort en zwaar bestaan zullen lijden. Maar er is één verschil. Wie als mensch de verkeerde zijde van de 50 heeft bereikt, kan er zeker van zijn, dat hij in de richting van het dal van Josaphat wandeltmaar een dagblad, dat zijn vijftigjarig jubileumviert, en nog groeikracht blijkt te bezitten, heeft wel kans Methusalem in ouderdom nabij te streven" Van harte wensch ik de Nieuwe Haarlem- scheCou- rant de zen ou derdom toe. Ik heb nog steeds een aangename herinnering aan de oude relaties met Uw blad en aan de gastvrijheid, die mij meermalen in Uw ko lommen geboden werd. Vivat, floreat, cres- catleve, bloeie en groeie de Nieuwe Haar lemsche Courant, tot in lengte van dagen Men vraagt mij eenige regelen voor het feestnummer van de Nieuwe Haar lemsche Courant. Ik völdoe gaarne aan dit verzoek, al moet ik uiteraard van de eerste dertig jaren dat de courant bestond, mij beperken tot een woord (Door mr. F. Vorstman, Voorzitter van „Geloof en Wetenschap" en der Alg. R. K. Propagandaclub te Haarlem). U vraagt mij de waarde der R. K. Pers te belichten. Deze vraag is teekenend voor den toestand, waarin wij leven. Immers waarom is het noodig deze vraag te stellen en niet bijvoorbeeld: welke waarde hebben warme kleeren in den winter? Als ik antwoordde, dat materieele zaken nu eenmaal meer de belangstelling hebben dan geestelijke, dan zou ik wel de waarheid spreken, maar niet de geheele waarheid. Want het is duidelijk voor wie om zich heen ziet, dat zelfs zij, die anders aan geestelijke zaken den voor rang plegen te geven, op het punt der R. K. Pers het spoor soms bijster zijn, daar zij het verschil tusschen deze en de neutrale pers niet vermogen te zien. Het is vreemd, want onder hen zijn er velen, die, als wij nog te strijden hadden voor de vrij heid van godsdienst, van drukpers en van onder wijs, in de eerste gelederen zouden worden gevonden om dien goeden strijd te strijden. Toch is er een verzachtende omstandigheid, waarvan de eerlijkheid gebiedt te gewagen er was een tijd, dat de R K. Pers te kort schoot in haar taak om, naast het voedsel voor ons geestelijk leven ook dat voor ons materieele leven te verstrekken. De berichtgeving n.l. was achterlijk en concurrentie dwong van de beter geoutilleerde niet-Katholieke pers gebruik te maken. Die tijd ligt nu weliswaar achter ons, en ten deele zelfs ver achter ons, maar een slechte naam is niet spoedig gerehabiliteerd en de sleur, die kanker van het menschdom en van het Hollandsche menschdom vooral, deed de rest. Die tijd ligt achter ons, want de R. K. Pers heeft haar achterstand ingehaald. Dit is geen getuigenis, door zelfgenoegzaamheid bedacht maar een realiteit. Het is alleen jammer, dat zoovelen onder ons, die anders een s«herp oog hebben voor wijzigingen in allerlei conjuncturen van de financieele tot de politieke toe dit nog niet ontdekt hebben. Maar die vermeende achterlijkheid, welke de R. K. Pers nog steeds als een drukkend servituut met zich mee sleept, is niet de eenige oorzaak van de mindere waardeering. Er is, geachte Redactie, nog een andere, die van ernstiger aard is de meening, welke tot zelfs in ont wikkelde kringen heeft post gevat, dat het een onverschillige zaak is een zoogenaamde neutrale courant le lezen. Om meer dan één reden is deze meening een dwaling. In de eerste plaats, omdat een dusgenaamde „neutrale" pers, dat wil zeggen een pers zonder kleur, zonder smaak en zonder geur, een pers, die niet goed is en niet slecht, niet bestaat en niet bestaanbaar is. Wat zich als zoodanig aandient men vindt ze bij de vleet natuurlijk is niet- Katholiek, wat zeggen wil anti- Katholiek, omdat nie mand minder dan de Heiland zelf gezegd heeft, dat tegen Hem is wie niet vóór Hem is. Er is dus geen middenweg er is dus geen neu traliteit. heel wat overge bracht. m m beslis sin- mmmm N 5 V w:X'V..

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 5