De Zwarte Schoenmaker NUMMER 1 ZEVENDE JAARGANG 1927 VERHAAL LIT HET ZWITSERSCHE VOLKSLEVEN. en nadenkend «^«««te wenkbrauwen. en enkelen Keet Keek hij naar zijn vrouw en ondanks zijn verachting, 'kwa .1 er een gevoel van medelijden in hem op i was mooi en was het sen ttütte n';t natuurlijk, dat se ook naar mooie l.'eeren verlangde? Zij had geen kind om daar haar zorgen aan te bestedet en olotseling schoot hem te binnen, dai de moeilijkheden suist na het y'erven van hun baby waren begon nen Misschien had hij wel niet genoeg ge '.aid met baar gebruikt en haar juist door zijn houding tot deze luxu euze uitgaven gebracht Met deze gedachten vervuld, bleet hij vo ir haar staan en Kitty keek hem mei een zucht van verlichting aan, toen zij zijn weifelende houding be merkte Hij zou wei v/eer over de zaak na denken en evenals zoo vele vroegere gevallen een uitweg probeeren te vinden De schulden zouden betaald worden, die haar zoovele slapelooze nacnten hadden bezorgd Maar Paul wist instinctmatig haar gedachten te raden. Nu of nooit Kitty moest eens een goede es hebben „Nu kan ik geen medelijden meer met te hebben." begon hij met kalme stem „En oovendten kan ik je aan geen geld helpen omdat ik het zelf niet heb -Hoe tij het klaar wilt spelen om de schulden te betalen, is jouw zaak, maar ik weet wel. dat ik ie niet helpen kan. Hij wilde de kamer veriaten, maai met een kreet sprong Kitty overeind en versperde hem den weg „O Paul.' riep zij, haar handen smeekend opheffend „Spreek toch zoo niet tegen mij 1 Help mij nu maar dezen keer en ik beloof je, dat ik nooit meer schulden zal ntaken." Een medelijdend glimlachje speelde om zijn mond „Ik zou we) eens willen weten," merkte hij droog op, „hoeveel keer je me dit al verteld hebt. Wat heb ik aan ie woord, Kitty?'' an, toen zij ni:t antwoordde „We kunnen er beter niet meer over praten. Ik heb er genoeg van, om geld van allerlei menschen te leenen, om de gaten weer te stoppen. Ik kan er niet langer mee door gaan Die rekening van Blunt en Evans kost me een week salaris Heb ie daar wel eens aan gedacht „Ik wist niet, wat ik deed 1" riep Kitty „Maar nu begrijp ik alles. O Paul, vergeef het me nog dezen keer." „Daar gaat het hier niet om. Het is alleen maar de vraag, hoe je schulden te kunnen voldoen en ik her.iaa! het daar ben ik niet toe in staat Hij zei dit zoo kalm en zeker, dat zij alle hoop verloor. Zij keek hem nog eens smeekend aan en verborg met een snik haar gezicht in haar han den Een oogenbiik tater hoorde ze de buiten-deur dicht slaan en zij besefte, dar Paul was weggegaan en uren zou wegolijven evenals in vroegere ge vallen t oen til} evenwel een uur later thuis kwam. was ze tamelijk verwon derd, en het zou haar nog meer ver baasd hebben, als zij wist, dat het grootste deel van dat uur bij Blunt en Evans was doorgebracht, in een onderhoud met den chef van de zaak. II. Wie is die man eigenlijk, die zoo even hier was Het was een maand later, op een war nen Juli avond, dat Kitty deze vraag aan haar echtgenoot stelde, en met ongeduld op het antwoord wacht te. Jat nogal lang uitbleef. „Ach, ik moest liet ie eigenlijk toch maar vertellen." antwoordde hij, „het was een laatste aanmaning van Blunt en Evans Drie weken geleden zijn ze er al geweest, maar toen heb ik ine er niets van aan getrokken." „Waarom niet?' vroeg Kitty. „Wel," antwoordde hij schouder ophalend. „Wat voor nut zou dat hebben Ik heb het geld nu eenmaal niet „Maar kon ie ze dan niel afbeta len „Ja. tk heb wel zooiets voorgesteld, maar ik zit op het oogenbiik zoo krat, dat we het daarover niet eens konden worden." Kitty kleurde „Wat zullen we doen itroeg ze, angstig fluisterend. „Ja, dat zullen we moeten afwachten. Zij zullen wel beslag op onze meubels komen leggen, of Hij eindigde den zin met en Kitty vroeg ook niet, wat tr wel behoorde te volgen, want het is inderdaad geen prettig idee te hooren.dat men )e man den een of anderen dag gearresteerd heeft. Als dat het geval was, zou het ge et. week meer duren en naderhand kon Kitty Denvers zicli nog levendig dien tijd herinneren. Ze waren juist met het eten klaar en Paul wilde wat in den tuin gaan werken, toen er hard .op de deur ge klopt werd, gevolgd een lang, aanhoudend gerinkel van de bel, Kitty werd wit van tchrik en Paul, die juist zijn pijp aanstak, bleef stok stijf staan en keek angstig naar de deur. Er klonk een dof gemompel in de gang, waarna het aienst-meisie de kamer binnenkwam „O meneer, er zijn juist twee man nen de voorkamer binnen gegaan, die net doen of ze hier de baas zijn." „In orde Polly wees maar niet bang. Zeg maar. dat ik direct kom," antwoordde hij, zoo vroolijk mogelijk. „Ik ga eens kijken, wat ze zooal te vertellen hebben," zei hij, zich tot zijn vrouw wendend „Blijf üj maar hier Een oogenbiik later staarde Kitty naar de verlaten deur, dan haar adem inhoudend, begon zij de kamer op en neer te loopen, nu en dan naar het ge luid van stemmen luisterend, dat onophoudelijk uit de voorkamer klonk aan den anderen kant van de kleine vestibule. Ten slotte kon ze het niet langer uithouden. Ze moest alles hooren, want die onzekerheid was onver- dragelijk. Ze moest weten, waar ze over aan het praten waren en wat zij van plan waren te doen. Angstig opende ze de deur, en stapte brutaal de voorkamer binnen. Zij zag een grooten zwaren man op het haardkleedje staan, met een vel papier in zijn hand, terwijl een ander met roode haren vlak bij het venster stond Toen hij Kitty zag binnenkomen, scheen hij zich te ver slikken, en daarna een hoestbui te krijgen. Verwoed zijn neus snuitende, keek hij naar buiten. Toen ze hem aankeek, bemerkte ze, dat hij tranen in de oogen had. „Kont maar binnen mevrouw en sluit u de deur." zei de dikke, een deftigen zwaai met zijn hand makend. Toen, als zij met tegenzin aan zijn verzoek voldeed, „Ik geloof, dat ik al bizonder slecht nieuws voor u heb heel slecht met een medelijdende hoofdbeweging, waardoor zij hem al direct onsympathiek vond. „Waar is mijn man vroeg zij, na de kamer eens rondgekeken te hebben „Ja," en de dikke man loosde een diepen zucht „daar gaat het nu eigenlijk niet om, n evrouw De vraag is waar zal hij spcedig zijn Hij sprak zoo koel cn afgemeten, dat Kitty een koude rilling over haar rug voelde gaan Wat kon die groote vervelende man feitelijk bedoelen Zij kreeg een flauw gevoel en zonk hulpeloos in een stoel, hem wild en gespannen aankijkend. „Wat moet dat beteekenen hijgde zij, en vroeg hem met angstige ge laagdheid weer „Waar is mijn man „Die is boven, om verschillende kleinigheden in te pakken," sprak de kleine bij het venster „O I" zuchtte Kitty verlicht, „Bedoeld u otn die schulden af te betalen De man gaapte, Kitty schrok er van. Wat verschrikkelijk hatelijk was die kerel. Heel wat anders dan zijn met gezel. Zij keek naar den man op het haardkleedje, die haar nieuwsgierig aanzag „Nee mevrouw," zei hij langzaam, „niet om de schulden af te betalen, Uw echtgenoot zoekt alleen wat toi letartikelen bij eikaar, otn in de ge vangenis mee te nemen." Kitty uitte een gil. Plotseling werd de deur geopend en Paul trad met een koffertje in zijn hand de kamer binnen. Kitty sprong op en sloeg haar armen hartstochtelijk om Paul's hals' „Jullie zult hem niet meenemen," riep ze heftig en stampte woedend op den prond. „Hoe durf je zooiets te zepven. iii groote, dwaze lafaard." Haar wangen gloeiden en haar oogen schitterden van verontwaardiging. 7ii zou zoo tederen man wel ver murwd kunnen hebben, maar niet denpene op het haardkleedje, die haar maar voortdurenü kalm aankeek. „Ik ben hier niet verantwoordelijk voor mevrouw," antwoordde hij on verstoorbaar „De wet eischt, dat uw man gearresteerd wordt en slechts dan vrij komt, wanneer de schuld betaald is. Ik ben hier alleen maar Öjt evelen uit te voeren en ik en mijn «"latent" met een hoofdbeweging tl #r den man bij het venster, „moeten hem zoo spoedig mogelijk binnen de poort van de gevangenis brengen." „Maar...." stamelde Kitty, haar oogen vol tranen..eh..u zult hem toch zeker wel een kans geven, om dat geld bij elkaar te krijgen „Ja, hij heeft nog een half uur den tijd daarvoor, maar met een minachtend schouderophalen „uw echtgenoot schijni dien tijd niet te willen benutten volgens zijn zeg gen, zou hij, als hij een week den tijd had, het geld nog niet bij elkaar kun nen krijgen, zoodat op het oogenbiik de zaken zoo staan. Bent u zoover klaar, mijnheer Paul knikte, maar Kitty, die bijna scheen flauw tc vallen, klemde zich aan hem vast. „Onzin riep ze, „Jullie kunt hem daarom nog niet gevangen nemen. Geef mij den tijd maar, om naar Blunt en Evans te gaan," pleitte ze. „Geef me een uur den tijd,....een uur maar 1" en ze begon heftig te snikken. „Het zijn_ juist Blunt en Evans, die hem naar de gevangenis willen hebben, mevrouw, in plaats van uw meubelen in beslag te laten nemen. Dat is nu eenmaal hun principe en het zou daarom geen nut hebben, naar hen toe te gaan." „Maar kan er dan niets gedaan worden Kunnen jullie dan niets anders doen, dan me staan aan te gapen?" en in laar opwinding pakte ze het kleine kereitje beet en schudde hem krachtig heen en weer. „Nee, niets mevrouw." antwoordde hij gedwee. „Maar ik laat hem niet weg gaan," snikte ze. „Het is mijn schuld, jullie moesten mij gevangen nemen. Ik kan het niet verdragen, dat hij voor mij zal moeten lijden." „Dat is de verstandigste taal, die ik tot nu toe van u gehoord heb, me vrouw," antwoordde de man lomp. „Maar wat u daar voorstelt, gaat on mogelijk. U heeft iets verkeerds ge daan, maar uw man zal de gevolgen daarvan voor zijn rekening moeten nemen. Het proces-verbaal is trouwens al opgemaakt. Nu meneer „Ja, nog een oogenbiik, om mijn vrouw goeden dag te zeggen" zei Paul. zich plotselinp omkeerend. „Goed meneer, we wachten hier wel in de hal," en zijn kamera adeen wenk gevend, ging hij de kamer uit. Het volgend oogenbiik nam Paul Kitty in zijn armen, die dit echter niet merkte, omdat zij voor den eersten keer in h3ar leven flauw gevallen was. Kitty Denvers opende een half uurlater haar oogen en zag Paul zich angstig over haar heen buigen. „Gaat het nu wat beter vroeg hij. „Och Paui. Laten ze je toch niet meenemen. Het zal mijn dood zijn." „Nee, ik ga nu niet meer weg, lieveling," antwoordde hij vriende lijk, zich zachtjes uit haar omarming losmakende „Je broers zijn hier aangekomen Kitty, ze komen direct." „Ja," kwam een diepe basstem tusschen beide, die Kitty, als die die van haar broer Jim herkende „Kenneth en ik kwamen nog net op tijd, niet Kenneth En een lange, breed geschcuderde jongeman stapte de kamer binnen, direct gevolgd door zijn broer, die wat slanker en kleiner was. „0 Jim rtep Kitty, mei moeite overeind komend. „Hoe zal ik ie daarvoor kunnen bedanken En heb je die twee beesten van kerels gezien 'i De eene was erg lang, maar de andere, die een stuk kleiner was, scheen wel medelijden met ons te hebben. Ik zag tenminste tranen in zijn oogen Heb iij ze ook gezien, Jim Kenneth verschool zich gauw achter zijn broer en knipoogde naar Paul die waarschuwend de wenk brauwen fronste „Ja," antwoordde Jim „Ik heb die kerels gezien, maar niet Je tranen Er was eigenlijk aan beiden niet veel te zien, wel Kity huiverde „Ik heb een goede les gehad," zei ze na een poosje, „maar ik denk vm en zij zuchtte even „dat ik hat wel eerlijk verdiend tok* En Paul's hand vastgrijpend, vleide gij baai hoofd teeen hem aan „Paul, fluisterde ze en er was een wereld van berouw en smeeking in haar stem „Vertrouw me maar weer, zooa s je vroeger gedaan hebt en ik Zal nooit meer schulden maken." En ze maakte ook geen schulden meer Maar of de les wel even doel treffend was geweest, als zij de waar heid had ontdekt en geweten had, dat die twee mannen niet meer of minder waren, dan haar broers Jim en Kenneth, die op aanraden van haai zoo lang beproefden echtgenoot dit karweitje hadden opgeknapt, moet nog uitgemaakt worden Een ding is echter zeker, dat ei nu in geheel Suburbia, geen gelukkiger echtpaar dan Paul Denvers en Kitty zijn te vinden. „He.... wacht s ejje baas. M'n broertje heit een hoestdroppie verloren." LIJDEND VOORWERP. Dokter „De zenuwachtigheid van uw vrouw is wel heel onaangenaam, maar niet gevaarlijk. Ze kan er wel hon derd jaar mee worden." De echtgenoot (verschrikt) „Ja wel, dokter, maar ik 'T WAS NIET WAAR. Een student krijgt bezoek van zijn ouders, eenvoudige plattelands-be woners. 'De reis is duur, klagen zij. „Maar gij hadt een retour moeten nemen in plaats van enkele reis", zegt de jongen. „Dat is veel gcedkooper 1" Eenige dagen later ontvangt de stu dent een brief van zijn moeder, waar in hij met verbazing leest „Wij hebben op onze terugreis een retour genomen, die bijna het dubbele kostte van een biljet enkel. Ge ziet dus, dat ge over zaken gesproken hebt, waar ge geen verstand van hebt." HIJ MISSCHIEN OOK WEL. „De leeuw zal u met opeten," zei dc temmer, „hij is groot gebracht met melk." Maar zijn nieuwe assistent schudde het hoofd. „Ik ook," zei hij toen, „maar ik eet nu vlcesch." AMERIKAANSCHE. RECLAME. (Historisch) Op een kerkhof bi) New York staat een grafzerk tnet het volgende inschrift „Hier zal* eenmaal James Jones fusfen. Thans heeft hij evenwel nog een groote schoenzaak en beveelt zien beleefd aan voor reparatie-werk. Franklinstraat 178 Ook een vraag„Zoo..,, co <e op rei«?" ..Neen.... ih ea dll omruilen voor een sneetie brood r VOOR DE HUISKAMER „Zoo gaat het met schreeuwde de roode Ludi, die dezen avond zijn oudsten jongen de wacht bij de poort opgedragen had. Terugdonder en weerlicht 1 11 Ge trapt waarachtig nog het groote vat in elkander, ais ge zoo begeerig zijt. Terug, of er wordt geen druppel meer getapt 1 Al zijn we hier ook om feest te vieren, er kan toch orde heerschen 1 Allen in de rij, achter elkander. Verbeeld je maar, dat ge uw offer bij een uitvaart op de schaal legtBij mijn eed als poort wachter Ik zuip het heele vat leeg, als een het waagt tegen te pruttelen 1" Dit zeggende, liep de ijzersterke poort wachter, heel wel begrijpende, dat hij niet tot zijne schade den bediende bij het schenken zijne hulp opdrong., voor de tafel op en neer en duwde de wat al te dorstige knapen met zijn krachtige vuist een armlengte achteruit, als het noodig was Schreeuwend en tierend, zingend en springend, gehoorzaamde het volk en stond in eene lange rij. „Wij gaan offeren 1 Wij gaan offeren 1" riepen ze vroolijk en eenieder verklaarde later nog nooit zoo'n ver nakelijken offergang gezien te hebben.' Toen de eerste dorst gestild was en men een tamelijk brok kaas en een of meer sneden brood verorberd had, liet de baron de muzikanten vlak bij de estrade kornen en gebood hun een vroolijk volks lied te spelen. De opgewekte muziek en de golvende melodie bracht de beenen in beweging. „Ruimte 1 Ruimte 1 Laat ons dansen riep men boven in de zaal en daar beneden in den hof. Haastig werden de tafels met het servies opzij geschoven, terwijl in den hof tallooze paren in het rond zwierden. In de zaal dansten de heeren en dames volgens de regelen der kunst, al stond meer dan een der oude heeren de pruik ook ietwat schuins op het hoofd in den hof hotsten de burgers met hunne vrouwen wild door elkander, en hadden moeite zich op de been te houden enkelen zelfs rolden omver, waaraan het oneffen terrein echter ook schuld had. Maar spoedig stond men weer overeind en danste voort, tot eindelijk de muziek- kanten ophielden met spelen. Doch toen sprongen nog vele paren lustig den hof op en neer en verving het lied de muziek. De gasten in de zaal begaven zich naar de baüustrade cn zagen met welgevallen naar de vroolijke burgers daar beneden. Dc dansende paren, de lachende gezichten, de rijen, die nog altijd den offergang maakten naar het groote vat, en dit alles bestraald door het walmende fakkellicht dat schouwspel was waard docr Teniers op het doek gebracht te worden. Atlante, die naast haren vader stond, merkte dit op en verklaarde, dat de vroolijke bewoners van Zug toch nog bewegelijker en luid ruchtiger waren dan Hollandsche boeren. Daar naderde de oud-burgemeester Weber en fluisterde den baron in het oor „Wij moeten bet ijzer smeden als het heet is. Ik zal daar beneden een burger trachten op te sporen, die een „lang leve dc baron Zurlauben" uitgalmt, en gij hebt dan een prachtige gelegenheid, het volk enkele nuttige wenken omtrent de aanstaande vergadering te geven. De baron boog ten teeken van instem ming en Weber stond enkele oogenblik- ken tater bij het groote vat. „Zeg man nen sprak hij tot degenen, die het dichtst bij hem waren, „hoe smaakt u dien drank „Uitstekend 1" riepen de vroolijke kna pen. „Vooruit, dan ter cere van den edelen gastheer geroepen „Leve de baron Zur lauben 1" Ras besloten sprong de ionge geweer maker Menteler op tafel. De roode Ludi., die meer dan genoeg gedronken had, sloeg een beteer tegen het vat stuk en brulde met een heeschc stem „Stilte of ik breek jullie den nek Dc geweer maker wi.l wat zeggen I Steek maar van •wal, mijn ionven En in een paar korte, krachtige uitdrukkingen prees Menteler dc familie Zurlauben. die geld en goed m het land gebracht had en door wie de Zugers de geheele wereld door beroemd waren en dat de taron hedenavond weer evenals bij verschillende andere gelegen heden toonde het volk ook een genoegen te gunnen. „Ja, ja," riep eene stem uit het volk, wat de jonge geweermaker zegt is waar. Respect voor den baron 1 Hij lijkt wel veel op den rijken brasser in het Evan gelie, maar hij laat toch ook den armen Lazerus van zijn tafel een bete broods een homp kaas en een slok zuren wijn. uitdeelen nota bene van de Bour gondische zoutcenten 1" Een storm van verontwaardiging steeg op De meesten schreeuwden, dat men den brutalen lasteraar de valsche tong, uit den mond moest rukken. Maar er waren ook die met heimelijk genoegen naar diens woorden geluisterd hadden en zelfs durfde een gespierd man als verde diger optreden door te beweren, dat er wel iets waar was in de vergelijking van den baron met den rijken vrek, en wat het zoutgeld betrof, die zaak zou spoedig onderzocht worden. Baron Fidel was bleek van toorn en moest zich aan het staketsel vasthouden, toen hij die stem herkende. „Mijn lieve neef Heinrich zuchtte hij en zag zijne dochter aan. „Kom, ga mee vader Gij zijt ziek sprak Atlante op medelijdenden toon en trachtte hem van de verlichte plaats, waar hij stond te verwijderen. Maar de baron bedwong zich cn bleet staan. Hij had de vuisten gebald en zag scherp naar de plaats, waar zijn neef moest staan. Intusschen schreeuwde de menigte tn den hof wild en woest dooreen en daar boven in de zaal vernam men een dof gemompel. Het duurde een poes eer het gelukte de rust in zooverre te herstellen, dat de geweermaker zijne aanspraak kon voleinden. Wel riep men hier en daar ter eere van den gastheer een luid „hoe zee 1" maar ook klonk steeds een spot tend gelach daartusschcn, ja, op de plek. waar Heinrich Zurlauben stonden waren, er velen die onvermoeid floten, zoodra iemand het waagde den lef van het ge slacht Zurlauben te verkondigen. „Spreek niet Gij zijt te opgewon den 1 Laat liever een paar raketten in dc lucht vliegen. Dat zal de lui bevallen en hen spoedig lastertaal en gefluit doen vergeten 1" Deze raad gat burgemeester Letter den baron. „Voort, laat vliegen de pijlen! Anders eindigt het heerlijke feest nog met een vechtpartij „Maar gij belooft mij, dat deze open lijke beleedieing van een lid van den raad streng gestraft wordt vroeg Zur lauben zijn vrierrd. „Morgen laat ik uwen neet in den timpis zetten. En ik heb er volstrekt niets op tegen, dat hij eer- en weerloos verklaard wordt," sprak de burgemees ter. Toen gat baron Fidel een wenk en sis send vloog het eerste raket in de donkere lucht omhoog knetterend sprong het uit elkaar en een regen van gele, roode en blauwe vonken verspreidde zich door het luchtruim. Een luid geroep weer klonk en vele klapten in de handen van blijdschap. En weer vlogen sissend vu rige slangen tiaar boven langs de galerijen werden gekleurde kaarsen aan gestoken en de fontein was in een licht- zee herschapen Twee vuurraderen snor den, een zon schitterde en eindelijk zag men opeens vijf, tien en nog meer sis sende, knetterende raketten door de lucht vliegen en springen, 't Was alles vuur waarheen men de oogen ook wendde.. Voor een oogenbiik tenminste vergat men de spotternijen van baron Fidel's grootsten vijand. De muzikanten namen hun speeltuig weer op en bliezen of speel den een menuet, waarop men in de zaal opnieuw begon te dansen. De Heden in den hof zagen een' tijdlang nieuwsgierig naar den nieuwen dans en bewonderden de voordansers, jonke; van Baldegg en zijne bruid. Doch spoedig waren, zij het toekijken moe en riepen „Geen Fransche dansenEen dans, dien we allemaal kennen 1 Nog één, een enkele en dan gaan we weer huiswaarts." De muziek speelde nu een der gelief koosde volksdeunen en onmiddellijk zwaaiden en zwie.clen de paren lustig door den hof. Baron Fidel echter was totaal op. De gasten bemerkten het en namen achtereenvolgens, onder het ma ken van tallooze bewegingen afscheid. „Een heerlijk feest 1" sprak de oud burgemeester Andermatt bij het heen gaan. „Ik hoop dat wij nog menigmaal dergelijke feesten cp „Zurlauben" be leven 1" „Dat geroep van daar straks heeft mij het laatste gedeelte van het feest ver gald", sprak de baron openhartig. Het suist mij nog in de ooren 1 En zoo goed als ik de inwoners der goede stad Zug ken, geloof ik stellig, dat men morgen minstens evenveel van het Bourgondisch zoutgeld als over feest en vuurwerk spreekt. En daarbij nog dat gehaspel met dien akeligen neef. Van een vergelijk met hem is thans geen sprake meer. Nu heet het vogue la galère er op of er on der 1" Vermoeid, afgemat meer nog naar den geest dan naar het lichaam trok baron Zurlauben zich op zijne kamers terug, na nog met eene deftige buiging en een vriendelijk lachje afscheid van den laatsten gast genomen te hebben. De muziek zweeg, de hof werd langza merhand ontruimd en de burgers wan delden in het heldere maanlicht lachend en pratend, zingend cn joelend stad waarts. „Dat vuurwerk En al die pracht 1 Dat kost wel duizend gulden 1 Ja, misschien wel twee a drieduizend 1" sprak de eene „mevrouw nicht" tot de andere. „En hij heeft niet eens recht veel pleizier gehad. Hebt gij niet gezien, hoe akelig hij er uitzag, toen mijnheer Heinrich praatte van een rijken vrek en een armer, bede laar „Ja, die heeft hent daar duchtig 6t les gelezenMaar misschien wordt hij er ook zelf niet beter van 1 Ik vind het ook ongepast van hem, familiezaken in het openbaar aan te roeren 1" „Neen, maar zij hebben hem ook lang niet mooi behandeld 1 Doch laten die groote heeren die zaak maar uitvechten ons raakt het de koude kleeren niet", meende de kleermaker Roos. „Er hangt iets in de lucht en als er een paar maal honderd duizend gulden zoutgeld, dat zoo zoetjesaan binnengepalmd moet zijn, onder den burgers verdeeld wordt bij God 1- ik kan het gebruiken V. BIJ DEN ADVOCAAT SCHUMACHER. De woning van Joseph Anton Schu macher is nog altijd te vinden en is in de bijna twee eeuwen, verstreken sedert het oogenbiik waarop de advocaat haar be trad toen hij zoo plotseling feest en feest- genooten verliet, nog weinig of niet ver anderd. Het is het hoekhuis aan den lin kerhand, als men door de poort met het kiokketoren de oude stad binnenkomt. Het is een flink burgerhuis met vier ver- dief ragen De ramen zijn indertijd vernieuwd en door gro' tere, nieuwmodische vervangen toenmaals waren zij breed en van boven gewelfd, terwijl ze door twee dikke bal ken in drieën verdeeld werden. Het huis daartegenover, het raadhuis en nog en kele andere huizen in de oude stad, welke in de 15 e en 16e eeuw gebouwd werden, hebben dezen schildcrachtigen vorm van ratnen tot op den huidigen dag bewaard. Toen de raadsheer met zijn vrouw van het feest huiswaarts keerde, sloeg het juist acht uur. De nachtwacht stapte uit zijn woning, blies op den hoorn en zong zijn welbekend lied. -Onder de poort hield hij zijn lantaarn in de hoogte, vlak voor den heer Schumacher, maar zoodfi bemerkte hij niet, wie de wandelaar was, of hij week terzijde, maakte ten diepe buiging en richtte ziine schreden tiaar de Hooestraat. „De schoenmaker trekt een gezicht, of hij een levendige kat doorgeslikt heeft," meende Klaas en schudde het hoofd bij de gedachte Hoe zoo'n boutje wel smaken mocht. „Wel, wel 1 En nu komt hij nog wel van de feestpartij bij de Zur- lauben's, God zegene ons 1" Schumacher was inderdaad slecht ge luimd en zijne vrouw eveneens. Het ergerde Seppeii's moeder vreeselijk, dat haar man haar zoo plotseling, voor zij nog de heerlijke koffie geproefd had, dwong het hooge gezelschap te verlaten. En Marianne had zoo heel graag den vreemden drank genoten 1 En als Schu macher nog maar zei, waarom hij het kasteel zoo haastig moest verlaten Maar neen 1 Op den weg van Zurlauben naar huis liad de ernstige, strenge man, in plaats van eene duidelijke verklaring te geven, alleen maar die enkele woorden gezegd „Baron Zurlauben heeft mij beleedigd 1" „Zijne dochter, de genadige vrouwe van Wartensee, is zeer vriendelijk jegens mij geweesttang zoo niet op een afstand als de andere Zuger raadsvrouwen, die altijd den neus optrekken, als ze mij aanzien. Ik ben bang, dat ge vanmorgen weer met het verkeerde been uit het bed gestapt zijt 1 Wat zou de baron voor !ee- lijks gezegd hebben? Ik zag toch, dat hij arm aan arm met u in den tuin wandelde." Maar dc vrouw van den raadsheer mocht vr3gen en praten en morren, zoo veel het haar beliefde, de heer Schumacher gaf geen nadere verklaring. Zoo bereikten zij zwijgend het stille huis naast den toren in de oude stad. Schumacher opende de deur en liep met zijne vrouw naar het gewelfde woon vertrek, na eerst voorzichtig de deur gegrendeld en van een zwaren ketting voorzien te hebben. Bij de trap brandde een licht voor een beeld. Schumacher groette de smart volle Moeder des Heeren, door den hoed af te nemen en het hoofd even te buigen. Daarna liep hij de trap op, nog aitijd geen woord zeggende. Haastig werd boven eene deur geopend at Seppcli, met een licht in de hand, hep naar de leuning van de trap. Vader 1 Moeder Nu al thuis riep zij verwonderd uit. „Zoo vroeg had ik u stellig niet verwacht 1" Schumacher keek zijne dochter aan en er- viel eene verwarmende straal in zijn vergramd gemoed, Nauwelijks had Seppeli haren vader echter aangezien, en den kouden trek om zijne bleeke lippen, alsmede den donkeren oogopslag bemerkt, of zij sprak op angstigen toon „Mijn God Vader 1 Wat scheelt u Men heeft u diep gekrenkt „Ja, kind 1" antwoordde Schumacher. „Zijn de andere kinderen naar bed? Dat is goed. Laat mij thans alleen en ga ook spoedig slapen. Steek eerst even een kaars op mijn kamer aan." Seppeli gehoorzaamde. Zij kende haren vader en wist, dat hij van geen troost woorden wilde weten, a's hem eene be- leediging aangedaan werd. Hij verkropte iiever de smart, dan ze anderen te laten blijken hoewel Jozepha daaromtrent niet onkundig bleef. Het meisje plaatste dus eene kaars op de schrijftafel, die met allerlei papie ren bedekt was, trok haren vader de schoenen uit, hielp hem eene gemakke lijke huisjas aantrekken en reikte hem, in plaats van de statige pruik, zijn zwart zijden calotjc over Toen sprak zij „Op het buffet staat een flescli vol frisch water uit dc bron. Ik weet, det vader daarvan houdt. Of zal ik u dezen avond eens bij uitzondering een beker wijn uit den kelder halen? Ik ben m een oogenbiik terugNeen Kan ik anders nog iets voor u doen, vader? Nu, de goede God trooste u dan in uwe smart 1 Ik wou, dat vader de zaken niet zoo erg opnam ntaar wij, Schumachers, zijn nu eenmaal zoo. In elk geval wensch tk, dat Onze Lieve Peer en de Heilige Moeder Gods u een verkwikkenden sraao schenken." Seppeli verliet haar vader. De raadsheer zat geruime» tijd in zijnen leuningstoel. Hij had de handen op de knieën gevouwen, boog het zware' ho"ifd voorover en staarde met zijne groote oogen somber voor zich uit. Nog

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 15