De Zwarte Schoenmaker
NUMMER 1
ZEVENDE JAARGANG 1927
VERHAAL LIT HET ZWITSERSCHE VOLKSLEVEN.
en nadenkend «^«««te wenkbrauwen.
en enkelen Keet Keek hij naar zijn
vrouw en ondanks zijn verachting,
'kwa .1 er een gevoel van medelijden
in hem op
i was mooi en was het sen ttütte
n';t natuurlijk, dat se ook naar mooie
l.'eeren verlangde? Zij had geen kind
om daar haar zorgen aan te bestedet
en olotseling schoot hem te binnen,
dai de moeilijkheden suist na het
y'erven van hun baby waren begon
nen
Misschien had hij wel niet genoeg
ge '.aid met baar gebruikt en haar
juist door zijn houding tot deze luxu
euze uitgaven gebracht
Met deze gedachten vervuld, bleet
hij vo ir haar staan en Kitty keek hem
mei een zucht van verlichting aan,
toen zij zijn weifelende houding be
merkte
Hij zou wei v/eer over de zaak na
denken en evenals zoo vele vroegere
gevallen een uitweg probeeren te
vinden De schulden zouden betaald
worden, die haar zoovele slapelooze
nacnten hadden bezorgd
Maar Paul wist instinctmatig haar
gedachten te raden.
Nu of nooit Kitty moest eens een
goede es hebben
„Nu kan ik geen medelijden meer
met te hebben." begon hij met kalme
stem
„En oovendten kan ik je aan geen
geld helpen omdat ik het zelf niet heb
-Hoe tij het klaar wilt spelen om de
schulden te betalen, is jouw zaak, maar
ik weet wel. dat ik ie niet helpen
kan.
Hij wilde de kamer veriaten, maai
met een kreet sprong Kitty overeind
en versperde hem den weg
„O Paul.' riep zij, haar handen
smeekend opheffend „Spreek toch
zoo niet tegen mij 1 Help mij nu
maar dezen keer en ik beloof je,
dat ik nooit meer schulden zal ntaken."
Een medelijdend glimlachje speelde
om zijn mond
„Ik zou we) eens willen weten,"
merkte hij droog op, „hoeveel keer
je me dit al verteld hebt. Wat heb ik
aan ie woord, Kitty?''
an, toen zij ni:t antwoordde „We
kunnen er beter niet meer over praten.
Ik heb er genoeg van, om geld van
allerlei menschen te leenen, om de
gaten weer te stoppen. Ik kan er niet
langer mee door gaan
Die rekening van Blunt en Evans
kost me een week salaris Heb ie daar
wel eens aan gedacht
„Ik wist niet, wat ik deed 1" riep
Kitty „Maar nu begrijp ik alles. O
Paul, vergeef het me nog dezen keer."
„Daar gaat het hier niet om.
Het is alleen maar de vraag, hoe
je schulden te kunnen voldoen en ik
her.iaa! het daar ben ik niet toe in
staat
Hij zei dit zoo kalm en zeker, dat
zij alle hoop verloor. Zij keek hem
nog eens smeekend aan en verborg
met een snik haar gezicht in haar han
den
Een oogenbiik tater hoorde ze de
buiten-deur dicht slaan en zij besefte,
dar Paul was weggegaan en uren zou
wegolijven evenals in vroegere ge
vallen
t oen til} evenwel een uur later
thuis kwam. was ze tamelijk verwon
derd, en het zou haar nog meer ver
baasd hebben, als zij wist, dat het
grootste deel van dat uur bij Blunt
en Evans was doorgebracht, in een
onderhoud met den chef van de zaak.
II.
Wie is die man eigenlijk, die zoo
even hier was
Het was een maand later, op een
war nen Juli avond, dat Kitty deze
vraag aan haar echtgenoot stelde, en
met ongeduld op het antwoord wacht
te. Jat nogal lang uitbleef.
„Ach, ik moest liet ie eigenlijk toch
maar vertellen." antwoordde hij, „het
was een laatste aanmaning van Blunt
en Evans
Drie weken geleden zijn ze er al
geweest, maar toen heb ik ine er niets
van aan getrokken."
„Waarom niet?' vroeg Kitty.
„Wel," antwoordde hij schouder
ophalend. „Wat voor nut zou dat
hebben Ik heb het geld nu eenmaal
niet
„Maar kon ie ze dan niel afbeta
len
„Ja. tk heb wel zooiets voorgesteld,
maar ik zit op het oogenbiik zoo
krat, dat we het daarover niet eens
konden worden."
Kitty kleurde
„Wat zullen we doen itroeg ze,
angstig fluisterend.
„Ja, dat zullen we moeten afwachten.
Zij zullen wel beslag op onze meubels
komen leggen, of
Hij eindigde den zin met en Kitty
vroeg ook niet, wat tr wel behoorde
te volgen, want het is inderdaad geen
prettig idee te hooren.dat men )e man
den een of anderen dag gearresteerd
heeft.
Als dat het geval was, zou het ge et.
week meer duren en naderhand kon
Kitty Denvers zicli nog levendig
dien tijd herinneren.
Ze waren juist met het eten klaar
en Paul wilde wat in den tuin gaan
werken, toen er hard .op de deur ge
klopt werd, gevolgd een lang,
aanhoudend gerinkel van de bel,
Kitty werd wit van tchrik en Paul,
die juist zijn pijp aanstak, bleef stok
stijf staan en keek angstig naar de deur.
Er klonk een dof gemompel in de
gang, waarna het aienst-meisie de
kamer binnenkwam
„O meneer, er zijn juist twee man
nen de voorkamer binnen gegaan,
die net doen of ze hier de baas zijn."
„In orde Polly wees maar niet
bang. Zeg maar. dat ik direct kom,"
antwoordde hij, zoo vroolijk mogelijk.
„Ik ga eens kijken, wat ze zooal
te vertellen hebben," zei hij, zich tot
zijn vrouw wendend „Blijf üj maar
hier
Een oogenbiik later staarde Kitty
naar de verlaten deur, dan haar adem
inhoudend, begon zij de kamer op en
neer te loopen, nu en dan naar het ge
luid van stemmen luisterend, dat
onophoudelijk uit de voorkamer klonk
aan den anderen kant van de kleine
vestibule.
Ten slotte kon ze het niet langer
uithouden. Ze moest alles hooren,
want die onzekerheid was onver-
dragelijk. Ze moest weten, waar ze
over aan het praten waren en wat
zij van plan waren te doen. Angstig
opende ze de deur, en stapte brutaal
de voorkamer binnen.
Zij zag een grooten zwaren man
op het haardkleedje staan, met een
vel papier in zijn hand, terwijl een
ander met roode haren vlak bij het
venster stond Toen hij Kitty zag
binnenkomen, scheen hij zich te ver
slikken, en daarna een hoestbui te
krijgen. Verwoed zijn neus snuitende,
keek hij naar buiten.
Toen ze hem aankeek, bemerkte ze,
dat hij tranen in de oogen had.
„Kont maar binnen mevrouw en
sluit u de deur." zei de dikke, een
deftigen zwaai met zijn hand makend.
Toen, als zij met tegenzin aan zijn
verzoek voldeed, „Ik geloof, dat ik
al bizonder slecht nieuws voor u heb
heel slecht met een medelijdende
hoofdbeweging, waardoor zij hem
al direct onsympathiek vond.
„Waar is mijn man vroeg zij,
na de kamer eens rondgekeken te
hebben
„Ja," en de dikke man loosde
een diepen zucht „daar gaat het
nu eigenlijk niet om, n evrouw De
vraag is waar zal hij spcedig zijn
Hij sprak zoo koel cn afgemeten,
dat Kitty een koude rilling over haar
rug voelde gaan Wat kon die groote
vervelende man feitelijk bedoelen
Zij kreeg een flauw gevoel en zonk
hulpeloos in een stoel, hem wild en
gespannen aankijkend.
„Wat moet dat beteekenen hijgde
zij, en vroeg hem met angstige ge
laagdheid weer „Waar is mijn man
„Die is boven, om verschillende
kleinigheden in te pakken," sprak
de kleine bij het venster
„O I" zuchtte Kitty verlicht,
„Bedoeld u otn die schulden af te
betalen
De man gaapte, Kitty schrok er van.
Wat verschrikkelijk hatelijk was die
kerel. Heel wat anders dan zijn met
gezel.
Zij keek naar den man op het
haardkleedje, die haar nieuwsgierig
aanzag
„Nee mevrouw," zei hij langzaam,
„niet om de schulden af te betalen,
Uw echtgenoot zoekt alleen wat toi
letartikelen bij eikaar, otn in de ge
vangenis mee te nemen."
Kitty uitte een gil. Plotseling werd
de deur geopend en Paul trad met een
koffertje in zijn hand de kamer binnen.
Kitty sprong op en sloeg haar armen
hartstochtelijk om Paul's hals'
„Jullie zult hem niet meenemen,"
riep ze heftig en stampte woedend
op den prond. „Hoe durf je zooiets
te zepven. iii groote, dwaze lafaard."
Haar wangen gloeiden en haar oogen
schitterden van verontwaardiging.
7ii zou zoo tederen man wel ver
murwd kunnen hebben, maar niet
denpene op het haardkleedje, die haar
maar voortdurenü kalm aankeek.
„Ik ben hier niet verantwoordelijk
voor mevrouw," antwoordde hij on
verstoorbaar „De wet eischt, dat uw
man gearresteerd wordt en slechts
dan vrij komt, wanneer de schuld
betaald is. Ik ben hier alleen maar
Öjt evelen uit te voeren en ik en mijn
«"latent" met een hoofdbeweging
tl #r den man bij het venster, „moeten
hem zoo spoedig mogelijk binnen de
poort van de gevangenis brengen."
„Maar...." stamelde Kitty, haar
oogen vol tranen..eh..u zult
hem toch zeker wel een kans geven,
om dat geld bij elkaar te krijgen
„Ja, hij heeft nog een half uur den
tijd daarvoor, maar met een
minachtend schouderophalen „uw
echtgenoot schijni dien tijd niet te
willen benutten volgens zijn zeg
gen, zou hij, als hij een week den tijd
had, het geld nog niet bij elkaar kun
nen krijgen, zoodat op het oogenbiik
de zaken zoo staan.
Bent u zoover klaar, mijnheer
Paul knikte, maar Kitty, die bijna
scheen flauw tc vallen, klemde zich
aan hem vast.
„Onzin riep ze, „Jullie kunt hem
daarom nog niet gevangen nemen.
Geef mij den tijd maar, om naar
Blunt en Evans te gaan," pleitte ze.
„Geef me een uur den tijd,....een
uur maar 1" en ze begon heftig te
snikken.
„Het zijn_ juist Blunt en Evans,
die hem naar de gevangenis willen
hebben, mevrouw, in plaats van uw
meubelen in beslag te laten nemen.
Dat is nu eenmaal hun principe en
het zou daarom geen nut hebben,
naar hen toe te gaan."
„Maar kan er dan niets gedaan
worden Kunnen jullie dan niets
anders doen, dan me staan aan te
gapen?" en in laar opwinding pakte
ze het kleine kereitje beet en schudde
hem krachtig heen en weer.
„Nee, niets mevrouw." antwoordde
hij gedwee.
„Maar ik laat hem niet weg gaan,"
snikte ze. „Het is mijn schuld,
jullie moesten mij gevangen nemen.
Ik kan het niet verdragen, dat hij
voor mij zal moeten lijden."
„Dat is de verstandigste taal, die
ik tot nu toe van u gehoord heb, me
vrouw," antwoordde de man lomp.
„Maar wat u daar voorstelt, gaat on
mogelijk. U heeft iets verkeerds ge
daan, maar uw man zal de gevolgen
daarvan voor zijn rekening moeten
nemen. Het proces-verbaal is trouwens
al opgemaakt. Nu meneer
„Ja, nog een oogenbiik, om mijn
vrouw goeden dag te zeggen" zei
Paul. zich plotselinp omkeerend.
„Goed meneer, we wachten hier
wel in de hal," en zijn kamera adeen
wenk gevend, ging hij de kamer uit.
Het volgend oogenbiik nam Paul
Kitty in zijn armen, die dit echter
niet merkte, omdat zij voor den eersten
keer in h3ar leven flauw gevallen was.
Kitty Denvers opende een half
uurlater haar oogen en zag Paul zich
angstig over haar heen buigen.
„Gaat het nu wat beter vroeg hij.
„Och Paui. Laten ze je toch niet
meenemen. Het zal mijn dood zijn."
„Nee, ik ga nu niet meer weg,
lieveling," antwoordde hij vriende
lijk, zich zachtjes uit haar omarming
losmakende
„Je broers zijn hier aangekomen
Kitty, ze komen direct."
„Ja," kwam een diepe basstem
tusschen beide, die Kitty, als die
die van haar broer Jim herkende
„Kenneth en ik kwamen nog net
op tijd, niet Kenneth En een lange,
breed geschcuderde jongeman stapte
de kamer binnen, direct gevolgd door
zijn broer, die wat slanker en kleiner
was.
„0 Jim rtep Kitty, mei moeite
overeind komend. „Hoe zal ik ie
daarvoor kunnen bedanken En heb
je die twee beesten van kerels gezien 'i
De eene was erg lang, maar de andere,
die een stuk kleiner was, scheen wel
medelijden met ons te hebben. Ik zag
tenminste tranen in zijn oogen Heb
iij ze ook gezien, Jim
Kenneth verschool zich gauw
achter zijn broer en knipoogde naar
Paul die waarschuwend de wenk
brauwen fronste „Ja," antwoordde
Jim „Ik heb die kerels gezien, maar
niet Je tranen Er was eigenlijk aan
beiden niet veel te zien, wel
Kity huiverde „Ik heb een goede
les gehad," zei ze na een poosje, „maar
ik denk vm en zij zuchtte even
„dat ik hat wel eerlijk verdiend
tok*
En Paul's hand vastgrijpend, vleide
gij baai hoofd teeen hem aan
„Paul, fluisterde ze en er was een
wereld van berouw en smeeking in
haar stem „Vertrouw me maar weer,
zooa s je vroeger gedaan hebt en ik
Zal nooit meer schulden maken."
En ze maakte ook geen schulden
meer Maar of de les wel even doel
treffend was geweest, als zij de waar
heid had ontdekt en geweten had,
dat die twee mannen niet meer of
minder waren, dan haar broers Jim
en Kenneth, die op aanraden van
haai zoo lang beproefden echtgenoot
dit karweitje hadden opgeknapt, moet
nog uitgemaakt worden
Een ding is echter zeker, dat ei nu
in geheel Suburbia, geen gelukkiger
echtpaar dan Paul Denvers en Kitty
zijn te vinden.
„He.... wacht s ejje baas. M'n
broertje heit een hoestdroppie verloren."
LIJDEND VOORWERP.
Dokter „De zenuwachtigheid van
uw vrouw is wel heel onaangenaam,
maar niet gevaarlijk. Ze kan er wel hon
derd jaar mee worden."
De echtgenoot (verschrikt) „Ja
wel, dokter, maar ik
'T WAS NIET WAAR.
Een student krijgt bezoek van zijn
ouders, eenvoudige plattelands-be
woners. 'De reis is duur, klagen zij.
„Maar gij hadt een retour moeten
nemen in plaats van enkele reis", zegt
de jongen. „Dat is veel gcedkooper 1"
Eenige dagen later ontvangt de stu
dent een brief van zijn moeder, waar
in hij met verbazing leest
„Wij hebben op onze terugreis een
retour genomen, die bijna het dubbele
kostte van een biljet enkel. Ge ziet dus,
dat ge over zaken gesproken hebt,
waar ge geen verstand van hebt."
HIJ MISSCHIEN OOK WEL.
„De leeuw zal u met opeten," zei
dc temmer, „hij is groot gebracht met
melk."
Maar zijn nieuwe assistent schudde
het hoofd. „Ik ook," zei hij toen,
„maar ik eet nu vlcesch."
AMERIKAANSCHE.
RECLAME.
(Historisch) Op een kerkhof bi)
New York staat een grafzerk tnet het
volgende inschrift
„Hier zal* eenmaal James Jones
fusfen. Thans heeft hij evenwel nog
een groote schoenzaak en beveelt zien
beleefd aan voor reparatie-werk.
Franklinstraat 178
Ook een vraag„Zoo..,, co <e op
rei«?"
..Neen.... ih ea dll omruilen voor
een sneetie brood
r
VOOR DE HUISKAMER
„Zoo gaat het met schreeuwde de
roode Ludi, die dezen avond zijn oudsten
jongen de wacht bij de poort opgedragen
had. Terugdonder en weerlicht 1 11
Ge trapt waarachtig nog het groote vat
in elkander, ais ge zoo begeerig zijt.
Terug, of er wordt geen druppel meer
getapt 1 Al zijn we hier ook om feest te
vieren, er kan toch orde heerschen 1
Allen in de rij, achter elkander. Verbeeld
je maar, dat ge uw offer bij een uitvaart
op de schaal legtBij mijn eed als poort
wachter Ik zuip het heele vat leeg,
als een het waagt tegen te pruttelen 1"
Dit zeggende, liep de ijzersterke poort
wachter, heel wel begrijpende, dat hij niet
tot zijne schade den bediende bij het
schenken zijne hulp opdrong., voor de
tafel op en neer en duwde de wat al te
dorstige knapen met zijn krachtige vuist
een armlengte achteruit, als het noodig
was
Schreeuwend en tierend, zingend en
springend, gehoorzaamde het volk en
stond in eene lange rij. „Wij gaan offeren 1
Wij gaan offeren 1" riepen ze vroolijk en
eenieder verklaarde later nog nooit zoo'n
ver nakelijken offergang gezien te hebben.'
Toen de eerste dorst gestild was en
men een tamelijk brok kaas en een of
meer sneden brood verorberd had, liet
de baron de muzikanten vlak bij de estrade
kornen en gebood hun een vroolijk volks
lied te spelen. De opgewekte muziek en de
golvende melodie bracht de beenen in
beweging. „Ruimte 1 Ruimte 1 Laat ons
dansen riep men boven in de zaal en
daar beneden in den hof. Haastig werden
de tafels met het servies opzij geschoven,
terwijl in den hof tallooze paren in het
rond zwierden. In de zaal dansten de
heeren en dames volgens de regelen der
kunst, al stond meer dan een der oude
heeren de pruik ook ietwat schuins op het
hoofd in den hof hotsten de burgers met
hunne vrouwen wild door elkander, en
hadden moeite zich op de been te houden
enkelen zelfs rolden omver, waaraan het
oneffen terrein echter ook schuld had.
Maar spoedig stond men weer overeind
en danste voort, tot eindelijk de muziek-
kanten ophielden met spelen. Doch toen
sprongen nog vele paren lustig den hof
op en neer en verving het lied de muziek.
De gasten in de zaal begaven zich naar
de baüustrade cn zagen met welgevallen
naar de vroolijke burgers daar beneden.
Dc dansende paren, de lachende gezichten,
de rijen, die nog altijd den offergang
maakten naar het groote vat, en dit alles
bestraald door het walmende fakkellicht
dat schouwspel was waard docr Teniers
op het doek gebracht te worden. Atlante,
die naast haren vader stond, merkte dit
op en verklaarde, dat de vroolijke bewoners
van Zug toch nog bewegelijker en luid
ruchtiger waren dan Hollandsche boeren.
Daar naderde de oud-burgemeester
Weber en fluisterde den baron in het
oor „Wij moeten bet ijzer smeden als
het heet is. Ik zal daar beneden een burger
trachten op te sporen, die een „lang leve
dc baron Zurlauben" uitgalmt, en gij
hebt dan een prachtige gelegenheid, het
volk enkele nuttige wenken omtrent de
aanstaande vergadering te geven.
De baron boog ten teeken van instem
ming en Weber stond enkele oogenblik-
ken tater bij het groote vat. „Zeg man
nen sprak hij tot degenen, die het dichtst
bij hem waren, „hoe smaakt u dien
drank
„Uitstekend 1" riepen de vroolijke kna
pen.
„Vooruit, dan ter cere van den edelen
gastheer geroepen „Leve de baron Zur
lauben 1"
Ras besloten sprong de ionge geweer
maker Menteler op tafel. De roode Ludi.,
die meer dan genoeg gedronken had,
sloeg een beteer tegen het vat stuk en
brulde met een heeschc stem „Stilte
of ik breek jullie den nek Dc geweer
maker wi.l wat zeggen I Steek maar van
•wal, mijn ionven En in een paar korte,
krachtige uitdrukkingen prees Menteler
dc familie Zurlauben. die geld en goed
m het land gebracht had en door wie de
Zugers de geheele wereld door beroemd
waren en dat de taron hedenavond weer
evenals bij verschillende andere gelegen
heden toonde het volk ook een genoegen
te gunnen.
„Ja, ja," riep eene stem uit het volk,
wat de jonge geweermaker zegt is waar.
Respect voor den baron 1 Hij lijkt wel
veel op den rijken brasser in het Evan
gelie, maar hij laat toch ook den armen
Lazerus van zijn tafel een bete broods
een homp kaas en een slok zuren wijn.
uitdeelen nota bene van de Bour
gondische zoutcenten 1"
Een storm van verontwaardiging steeg
op De meesten schreeuwden, dat men
den brutalen lasteraar de valsche tong,
uit den mond moest rukken. Maar er
waren ook die met heimelijk genoegen
naar diens woorden geluisterd hadden en
zelfs durfde een gespierd man als verde
diger optreden door te beweren, dat er
wel iets waar was in de vergelijking van
den baron met den rijken vrek, en wat
het zoutgeld betrof, die zaak zou spoedig
onderzocht worden.
Baron Fidel was bleek van toorn en
moest zich aan het staketsel vasthouden,
toen hij die stem herkende.
„Mijn lieve neef Heinrich zuchtte
hij en zag zijne dochter aan.
„Kom, ga mee vader Gij zijt ziek
sprak Atlante op medelijdenden toon en
trachtte hem van de verlichte plaats,
waar hij stond te verwijderen.
Maar de baron bedwong zich cn bleet
staan. Hij had de vuisten gebald en zag
scherp naar de plaats, waar zijn neef
moest staan.
Intusschen schreeuwde de menigte tn
den hof wild en woest dooreen en daar
boven in de zaal vernam men een dof
gemompel. Het duurde een poes eer het
gelukte de rust in zooverre te herstellen,
dat de geweermaker zijne aanspraak kon
voleinden. Wel riep men hier en daar ter
eere van den gastheer een luid „hoe
zee 1" maar ook klonk steeds een spot
tend gelach daartusschcn, ja, op de plek.
waar Heinrich Zurlauben stonden waren,
er velen die onvermoeid floten, zoodra
iemand het waagde den lef van het ge
slacht Zurlauben te verkondigen.
„Spreek niet Gij zijt te opgewon
den 1 Laat liever een paar raketten in dc
lucht vliegen. Dat zal de lui bevallen en
hen spoedig lastertaal en gefluit doen
vergeten 1"
Deze raad gat burgemeester Letter
den baron. „Voort, laat vliegen de pijlen!
Anders eindigt het heerlijke feest nog
met een vechtpartij
„Maar gij belooft mij, dat deze open
lijke beleedieing van een lid van den
raad streng gestraft wordt vroeg Zur
lauben zijn vrierrd.
„Morgen laat ik uwen neet in den
timpis zetten. En ik heb er volstrekt
niets op tegen, dat hij eer- en weerloos
verklaard wordt," sprak de burgemees
ter.
Toen gat baron Fidel een wenk en sis
send vloog het eerste raket in de donkere
lucht omhoog knetterend sprong het
uit elkaar en een regen van gele, roode
en blauwe vonken verspreidde zich door
het luchtruim. Een luid geroep weer
klonk en vele klapten in de handen van
blijdschap. En weer vlogen sissend vu
rige slangen tiaar boven langs de
galerijen werden gekleurde kaarsen aan
gestoken en de fontein was in een licht-
zee herschapen Twee vuurraderen snor
den, een zon schitterde en eindelijk zag
men opeens vijf, tien en nog meer sis
sende, knetterende raketten door de
lucht vliegen en springen, 't Was alles
vuur waarheen men de oogen ook
wendde..
Voor een oogenbiik tenminste vergat
men de spotternijen van baron Fidel's
grootsten vijand. De muzikanten namen
hun speeltuig weer op en bliezen of speel
den een menuet, waarop men in de zaal
opnieuw begon te dansen. De Heden in
den hof zagen een' tijdlang nieuwsgierig
naar den nieuwen dans en bewonderden
de voordansers, jonke; van Baldegg en
zijne bruid. Doch spoedig waren, zij
het toekijken moe en riepen „Geen
Fransche dansenEen dans, dien we
allemaal kennen 1 Nog één, een enkele
en dan gaan we weer huiswaarts."
De muziek speelde nu een der gelief
koosde volksdeunen en onmiddellijk
zwaaiden en zwie.clen de paren lustig
door den hof. Baron Fidel echter was
totaal op. De gasten bemerkten het en
namen achtereenvolgens, onder het ma
ken van tallooze bewegingen afscheid.
„Een heerlijk feest 1" sprak de oud
burgemeester Andermatt bij het heen
gaan. „Ik hoop dat wij nog menigmaal
dergelijke feesten cp „Zurlauben" be
leven 1"
„Dat geroep van daar straks heeft mij
het laatste gedeelte van het feest ver
gald", sprak de baron openhartig. Het
suist mij nog in de ooren 1 En zoo goed
als ik de inwoners der goede stad Zug
ken, geloof ik stellig, dat men morgen
minstens evenveel van het Bourgondisch
zoutgeld als over feest en vuurwerk
spreekt. En daarbij nog dat gehaspel met
dien akeligen neef. Van een vergelijk
met hem is thans geen sprake meer. Nu
heet het vogue la galère er op of er on
der 1"
Vermoeid, afgemat meer nog naar
den geest dan naar het lichaam trok
baron Zurlauben zich op zijne kamers
terug, na nog met eene deftige buiging
en een vriendelijk lachje afscheid van
den laatsten gast genomen te hebben.
De muziek zweeg, de hof werd langza
merhand ontruimd en de burgers wan
delden in het heldere maanlicht lachend
en pratend, zingend cn joelend stad
waarts.
„Dat vuurwerk En al die pracht 1 Dat
kost wel duizend gulden 1 Ja, misschien
wel twee a drieduizend 1" sprak de eene
„mevrouw nicht" tot de andere. „En hij
heeft niet eens recht veel pleizier gehad.
Hebt gij niet gezien, hoe akelig hij er
uitzag, toen mijnheer Heinrich praatte
van een rijken vrek en een armer, bede
laar
„Ja, die heeft hent daar duchtig 6t les
gelezenMaar misschien wordt hij
er ook zelf niet beter van 1 Ik vind het
ook ongepast van hem, familiezaken in
het openbaar aan te roeren 1"
„Neen, maar zij hebben hem ook lang
niet mooi behandeld 1 Doch laten die
groote heeren die zaak maar uitvechten
ons raakt het de koude kleeren niet",
meende de kleermaker Roos. „Er hangt
iets in de lucht en als er een paar maal
honderd duizend gulden zoutgeld, dat
zoo zoetjesaan binnengepalmd moet zijn,
onder den burgers verdeeld wordt
bij God 1- ik kan het gebruiken
V. BIJ DEN ADVOCAAT
SCHUMACHER.
De woning van Joseph Anton Schu
macher is nog altijd te vinden en is in de
bijna twee eeuwen, verstreken sedert het
oogenbiik waarop de advocaat haar be
trad toen hij zoo plotseling feest en feest-
genooten verliet, nog weinig of niet ver
anderd. Het is het hoekhuis aan den lin
kerhand, als men door de poort met het
kiokketoren de oude stad binnenkomt.
Het is een flink burgerhuis met vier ver-
dief ragen
De ramen zijn indertijd vernieuwd en door
gro' tere, nieuwmodische vervangen
toenmaals waren zij breed en van boven
gewelfd, terwijl ze door twee dikke bal
ken in drieën verdeeld werden. Het huis
daartegenover, het raadhuis en nog en
kele andere huizen in de oude stad, welke
in de 15 e en 16e eeuw gebouwd werden,
hebben dezen schildcrachtigen vorm van
ratnen tot op den huidigen dag bewaard.
Toen de raadsheer met zijn vrouw van
het feest huiswaarts keerde, sloeg het
juist acht uur. De nachtwacht stapte uit
zijn woning, blies op den hoorn en zong
zijn welbekend lied. -Onder de poort
hield hij zijn lantaarn in de hoogte, vlak
voor den heer Schumacher, maar zoodfi
bemerkte hij niet, wie de wandelaar was,
of hij week terzijde, maakte ten diepe
buiging en richtte ziine schreden tiaar
de Hooestraat.
„De schoenmaker trekt een gezicht,
of hij een levendige kat doorgeslikt heeft,"
meende Klaas en schudde het hoofd
bij de gedachte Hoe zoo'n boutje wel
smaken mocht. „Wel, wel 1 En nu komt
hij nog wel van de feestpartij bij de Zur-
lauben's, God zegene ons 1"
Schumacher was inderdaad slecht ge
luimd en zijne vrouw eveneens. Het
ergerde Seppeii's moeder vreeselijk, dat
haar man haar zoo plotseling, voor zij
nog de heerlijke koffie geproefd had,
dwong het hooge gezelschap te verlaten.
En Marianne had zoo heel graag den
vreemden drank genoten 1 En als Schu
macher nog maar zei, waarom hij het
kasteel zoo haastig moest verlaten Maar
neen 1 Op den weg van Zurlauben naar
huis liad de ernstige, strenge man, in
plaats van eene duidelijke verklaring te
geven, alleen maar die enkele woorden
gezegd „Baron Zurlauben heeft mij
beleedigd 1"
„Zijne dochter, de genadige vrouwe
van Wartensee, is zeer vriendelijk jegens
mij geweesttang zoo niet op een afstand
als de andere Zuger raadsvrouwen, die
altijd den neus optrekken, als ze mij
aanzien. Ik ben bang, dat ge vanmorgen
weer met het verkeerde been uit het bed
gestapt zijt 1 Wat zou de baron voor !ee-
lijks gezegd hebben? Ik zag toch, dat hij
arm aan arm met u in den tuin wandelde."
Maar dc vrouw van den raadsheer
mocht vr3gen en praten en morren, zoo
veel het haar beliefde, de heer Schumacher
gaf geen nadere verklaring.
Zoo bereikten zij zwijgend het stille
huis naast den toren in de oude stad.
Schumacher opende de deur en liep met
zijne vrouw naar het gewelfde woon
vertrek, na eerst voorzichtig de deur
gegrendeld en van een zwaren ketting
voorzien te hebben.
Bij de trap brandde een licht voor een
beeld. Schumacher groette de smart
volle Moeder des Heeren, door den hoed
af te nemen en het hoofd even te buigen.
Daarna liep hij de trap op, nog aitijd
geen woord zeggende.
Haastig werd boven eene deur geopend
at Seppcli, met een licht in de hand,
hep naar de leuning van de trap.
Vader 1 Moeder Nu al thuis riep
zij verwonderd uit. „Zoo vroeg had ik
u stellig niet verwacht 1"
Schumacher keek zijne dochter aan
en er- viel eene verwarmende straal in
zijn vergramd gemoed,
Nauwelijks had Seppeli haren vader
echter aangezien, en den kouden trek
om zijne bleeke lippen, alsmede den
donkeren oogopslag bemerkt, of zij sprak
op angstigen toon
„Mijn God Vader 1 Wat scheelt u
Men heeft u diep gekrenkt
„Ja, kind 1" antwoordde Schumacher.
„Zijn de andere kinderen naar bed?
Dat is goed. Laat mij thans alleen en ga
ook spoedig slapen. Steek eerst even
een kaars op mijn kamer aan."
Seppeli gehoorzaamde. Zij kende haren
vader en wist, dat hij van geen troost
woorden wilde weten, a's hem eene be-
leediging aangedaan werd. Hij verkropte
iiever de smart, dan ze anderen te laten
blijken hoewel Jozepha daaromtrent
niet onkundig bleef.
Het meisje plaatste dus eene kaars
op de schrijftafel, die met allerlei papie
ren bedekt was, trok haren vader de
schoenen uit, hielp hem eene gemakke
lijke huisjas aantrekken en reikte hem,
in plaats van de statige pruik, zijn zwart
zijden calotjc over Toen sprak zij
„Op het buffet staat een flescli vol
frisch water uit dc bron. Ik weet, det
vader daarvan houdt. Of zal ik u dezen
avond eens bij uitzondering een beker
wijn uit den kelder halen? Ik ben m
een oogenbiik terugNeen Kan ik
anders nog iets voor u doen, vader?
Nu, de goede God trooste u dan in uwe
smart 1 Ik wou, dat vader de zaken niet
zoo erg opnam ntaar wij, Schumachers,
zijn nu eenmaal zoo. In elk geval wensch
tk, dat Onze Lieve Peer en de Heilige
Moeder Gods u een verkwikkenden
sraao schenken."
Seppeli verliet haar vader.
De raadsheer zat geruime» tijd in
zijnen leuningstoel. Hij had de handen
op de knieën gevouwen, boog het zware'
ho"ifd voorover en staarde met zijne
groote oogen somber voor zich uit. Nog