Bij Anarcho-Communisten en Drie Concerten FRANS °MEIJER
2
TOÜWHANDEL
HOFFMANN
Spaarne 42-44 -Tel. 12127
EL CK WAT WSLS
TREKJES.
Derde Blad
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Zaïerdag 26 Februari 1927
De man, die zijn zuster
verhuurde.
Een handelsbrief uit België
in het Nederlandsch gesteld.
Een dood hondje met een
staartje.
KERK EN SCHOOL.
KUNST EN KENNIS.
No. 486.
GEMENGD NIEUWS.
Incident in Doetinchem's Raad.
Propaganda voor het lezen.
Is kanker gebonden aan 't ras?
Woensdagavond was er in „de Centrale'
op het Spaarne een vergadering van de
„B.R.A.C." de Brak.
Brak beteekent Bond van Religieuze Anar
cho-Communisten.
Of ik daar even heen wilde gaan, werd
mij gevraagd.
Men zal begrijpen dat ik dit allervriende
lijkst aanbod met eenige aarzeling aannam
en ernstig overdacht of het wel wenschelijk
was om reeds nu een einde te laten maken
aan mijn bloeiende jeugd. (Laat ik hier even
invoegen dat menschen die mij niet kennen,
mij voor een ouden kerel verslijten. Dat ben
ik heelemaal niet hoorIntegendeel....
kom maar eens op 1)
Het woord Anarcho-Communisten riep
in mij gedachten wakker aan bommen die
sissen als spiegeleieren, aan gebaarde mannen,
De spreker; de hr, de Jong.
met bliksemende oogen, sombere do'.ds-
koppen met hagelwitte beenderen ercnder
en donkere eeden met woorden erin als
„bloed" en „dood".
Woensdagavond half acht nam ik afscheid
van vrouw en kinderen.. Men heeft hen tot
in de Groote Houtstraat hooren schreien.
„Waar gaat pappa nou naartoe vroeg
mijn tweejarige spruit argeloos.
„Ze gaan pappa opblazen," verklaarde
mijn driejarige zoon, die daarbij aan ballonne
tjes van Gerzon dacht.
„Stil jongen," snikte mijn vrouw, „laten
wij hopen, dat de bom verkeerd barst."
„Laten wij hopen," stamelde ik aangedaan
en laveerde naar buiten,waar ik nog 'n laatsten
blik wierp op huis en hof, en begaf mij naar
de Centrale, met het voornemen om even-
tueele bommen te behandelen zooals ik dat
reeds zoo dikwijls op de film had zien doen
Mijn eerste ervaringen waren een kleine
teleurstelling. Het zaaltje, waar ik werd
heengeloodst droeg het karakter van de
gelagkamer van een volkskoffiehuis en er
waren nog maar een heel klein beetje men
schen een paar meisjes, frissche bloote-
hoofd-cluppertjes, die een krantje te koop
aanboden, een orgaan van de Brac, dat voor
buitenstaanders weinig belangrijks bevatte
en hoofdzakelijk vereenigingsmeuws bracht.
Zooals in iedere Patronaats-zaal of ver
gaderingslokaliteit stonden er Luther-stoelen
(hier sta ik.... ik kan niet anders. God
helpe mij) een piano, die ik niet geprobeerd
heb, maar die wel wat aftandsch zou zijn
en een groote tafel met een versteld kleed
erover en twee geweldige aschbakken erop.
Gedachtig aan het vrijheids-devies van
de Anarcho-Communisten ontstak ik een
ferme pijp en begon eens rond te kijken waar
de bommen-opslagplaats zich zou bevinden.
Deze bleek evenmin aanwezig te zijn als de
lage gewelfde berookte zoldering en de ge
baarde woeste mannen met hun Potem kin
koppen, die ik uit films en tooneelspelen
kende.
Langzamerhand stommelden meerdere
menschen het koele zaaltje binnen, gemoe
delijke oude heertjes met bakkebaarden en
dikke buikjes, oude dames met wolle mut
sen, die zóó weggeloopen konden zijn van
een bijeenkomst van het Leger des Heils,
een paar stevige kerels, o.a. de heer Visé,
gemeenteraadslid van Schoten, een zwart-
gekleede dame, met een fijn bleek gezicht,
diepe, sterklevende oogen en donker haar
als een romanfiguur van Hall Caine, een
jong bleek meisje met een gezichtje alsof
ze al veel geleden had, een meisje met een
soort padvindersnoed, met een jolige lachen
de, ietwat spotzieke snuit, een breede kerel,
'met breede schouders als een veekooper,
een paar jongens met lange haren en weinig
Zeggende koppen.
Er kwam een blond meisje naar mij toe
met kleine blauwe bonnetjes.
„Wilt u er een van mij koopen, mijnheer.
Vijf cent."
Niet wetende, wat deze bonnetjes betee-
kenden vroeg ik of het bonnen waren voor
een kop koffie of zoo iets.
„Neen mijnheer.... het is voor onze
dienstweigeraars te steunen.... Het is voor
een kop koffie voor de jongens." voegde ze
er met een zachte, gevoelige stem aan toe.
Toen voelde ik mijn opmerking bijna als
een grofheid.
Kort daarop kwam de spreker zijn plaats
innemen en noodigde de „vrienden" uit
om zich om de tafel te schat en, zoodat de
bijeenkomst ondanks het lugubere zaaltje
iets huiselijks zou krijgen.
Spreker de Jong was een kerel met een kop
gehakt uit eikenhout. Hij schijnt oprecht te
meenen wat hij zegt en ernstig te denken,
al verliest hij in zijn idealisme fundamenteele
waarheden uit het oog.
Zijn rede kan verdeeld worden in twee
deelen wat is religie, en wat is anarchie zoo
als het religieuze anarcho-communisrne zich
dat voorstelt.
Religie is volgens spr. het diepst besef van
mensch te zijn, het zich-groot-voelen te
midden van al het zijnde, het contact te be
seffen met het heelal wanneer men zijn her
sens voedt met het graan dat gegroeid is uit
dezelfde krachten als waaruit de mensch en
het heelal ontstaan zijn.
Maar de spreker vraagt niet naar de prin-
cipieele oorzaak van al het bestaande met
de Godsidée heeft de wetenschap allang af
gerekend zegt hij onwetenschappelijk, waar
mee hij zijn eigen woorden bewijst dat hier
in Nederland alle groote stroomingen van het
buitenland zoo'n beetje nabibberen.
Anarchie zegt spreker met mooie,
krachtige woorden is doorleefde vrijheid,
echte vrijheid die slechts kan voorkomen
uit gebondenheid. Evenals een locomotief
de rails behoeft en een vogel de lucht, is de
mensch gebonden aan moreele en maat
schappelijke wetten, die hij niet kan over
treden zonder zich te verlagen, zoodat
aldus spr. alle dwang onrechtvaardig en
overbodig is.
Dit is heel mooi wanneer we aannemen
een maatschappij van volmaakte of tenminste
naar volmaaktheid strevende menschen, maar
zoolang alle menschen niet bezield zijn met de
buur-dames elkaar op alle mogelijke ma
nieren trachten te overtreffen om daardoor
een zekere moreele alleenheerschaqpij te ver
krijgen.
Enkelen zijn er aan de „daghitjes" toe,
anderen hebben dien graad van deftigheid
nog niet weten te bereiken en worden dus
als minder „vol" beschouwdeen heel ver-
Publiek op de propagandavergadering
van de B.R.A.C.
klaarbaar verschijnsel, dat echter allerminst
aanpast aan het systeem dat Je heer de Jong
verkondigt en waarvan ik u vertelde in het
eerste gedeelte van deze redevoering.
Mijn huis ligt recht tegenover deze kouwe-
Publiek op de propagandavergadering
van de B.R.A.C.
Als een romanfiguurtje van Hall Caine.
nobele gevoelens van den heer de Jong en
hij bekent zelf, dat er maar weinig menschen
zullen zijn, die hem begrijpen dient er
wel degelijk leiding te zijn en een leiding die
zich moet kunnen handhaven. En omdat
er onder die leiders van tijd tot tijd menschen
voorkomen, die feitelijk leiding behoefden
inplaats van zelf de teugels te voeren, komt
het wel eens tot misbruiken, misbruiken ook
die een gewoonte worden en daartoe beter
als mistoestanden te betitelen zijn.
Jammer dat de heer de Jong van tijd tot
tijd zijn mooie lezing ontsierde door over
bodige en domme aanvallen op de Roomsche
Kerk dat geweldig machtsinstituut aldus
spr. dat zich sterk uitbreidt maar waar de
ideeën van den heer de Jong, gesterkt door
de Goddelijke genade, werkelijk uitgevoerd
worden. Want het is gemakkelijker lezingen
te houden hoe het zijn moet, dan zich ge
heel en al weg te geven aan zijn naasten zooals
we dat zien gebeuren door Liefdezusters en
Juliaantjes en mannen als Pater Damiaan.
Zeker, het zijn er maar enkelen, die zóó rijp
zijn geworden als het koren dat overvloedige
vruchten voortbrengt, maar het valt sterk te
betwijfelen of de relieieuze-anarcho-commu-
nisten in hun misschien wel verheven, maar
in ieder geval egoïstische bespiegelingen
op bosch 'en heide, ooit de kracht zullen
vinden om melaatschen en pestlijders te gaan
verplegen, inplaats van een opstand in Neder-
landsch Indië te bevorderen.
In de „kouwe-aardappelen buurt" waar ik
woon heerscht een zekere gemeenschapszin
die zich hierdoor uit, dat de ve schillende
Bij het hoempa-concert.
aardappelenstraat zoodat ik alles kan zien
wat zich daarin afspeelt.
Op zekeren dag, het is kort geleden en
de lucht was transparant zooals die dat alleen
zijn kan als de lente op komst is, tokkelden er
klanken door de straat van een banjo en een
viool. De zon stortte de dooie straat vol levend
licht en het leek of de parelende klanken van
die ordinaire „August waar zijn je haare"
muziek een bijzondere beteekenis kreeg en
de strakke wanden van de levenlooze en
geestelooze huizen deed springen en of daa?:
leuke meisjes en lollige jongens uitbundige
moesten dansen omdat de lente ondanks dé
donkere regenbuien die over de straten strij
ken, tóch lekker komen zou.
Maar in plaats daarvan kwamen Ier alleen
maar jongens uit de huizen lamme knullen
die de muzikanten het spelen zóó onmoge
lijk maakten dat ze midden in de zoenen van
August bleven steken.
Hieruit ontstond een kleine ruzie, waarbij
natuurlijk de papa's der diverse knapen te
pas kwamen en voor wie de schoreme muzi
kanten natuurlijk de eenige aanleiding tot
de twist waren. Een der heeren, een verwoed
radio-liefhebber, was zoo moedig een politie
agent te requireeren en daar het nu eenmaal
misdadig is op straat te durven musiceeren
moest het tweetal muzikanten onder het
juichend Indianen-gehuil van het stelletje
plebejers aftrekken.
Dien middag en dien avond en alle vol
gende dagen galmde voor een geopend ven
ster de luidspreker van den verwoeden
radioliefhebber.... en nu reeds een week
achtereen galmen Daventry en Hilversum,
Langenberg en Radio Paris over de roode
daken en kale tuinen en slaan 's avonds en
des nachts de stilte onder de sterren stuk.
Dat mag wèl
Kort daarop was ik in de gezegende om
standigheid een schetterend harmonie-corps
in de Gemeentelijke Concertzaal te moeten
aanhooren. Toevallig beland in het gezel
schap van recensenten redden we ons van
den vervelings-dood door elkaar moppen te
vertellen, tot groote verontwaardiging van
het omringende publiek, dat het noodig oor
deelde om sstte roepen, niettegenstaande
de muzikanten voldoende lawaai ontwikkel
den om een gevoelig oor een shell-shock te
bezorgen.
Er was reeds een nummer gespeeld en de
recensenten, die het welletjes vonden maak
ten zich al tot het vertrek vbereid, tot ik het
volgende gesprek hoorde tusschen een oude,
gezellige dame, die misschien voor alles
bruikbaar was, behalve voor schoonmoeder
en een dikachtige heer, die gezien zijn formi
dabele omvang niet voldoende altruïst was
om zich rijp te achten voor den Bond van
Religieus Anarcho-Communisten.
„Mooi hè murmelde het oudje, dat vóór
den aanvang van het concert alléén 't woord
had gevoerd en van de ergste kletskousen
misschien de minste was.
„Kom 1" mompelde de dikkerd, die allang
had aangewend zijn vrouw in alles gelijk te
geven."
'„Wat een meziek, wat een meziek 1" aldus
toonde het vrouwtje haar bewondering.
„Ik heb ze eres in den Schouwburg aan
den Jansweg hooren spelen.... maar dat
had je eens moeten hoore
„Was dat dan nóg mooier
„Nou smakte de dikke, „de meziek was
daar nog véél harder dan hier
De muzikanten begonnen weer op hun
instrumenten te kreunen en het volgende
nummer nam.een aanvang.
Eenigen tijd daarna werd er een concert
gegeven door een strijkkwartet uit Utrecht
we hebben ze hier beter maar dat hindert
niet in Hotel den Hout. Het was voor een
intiemen kring „Kunstkring den Hout," een
publiek bestaande uit gepensioneerde offi
cieren en stroopfabri kanten, een paar men
schen met een ondefinieerbaar beroep, eeni
ge slankvingerige dames met mooie shawis.
en een stelletje jonge meisjes met artistieke
allures.
Boven de spelenden brandde een rose
schemerlamp, flikkerende kaarsen verspreid
den een zacht licht, overal voorkomende
buiginkjes, geestige gesprekjes, naïve ge-
wichtigdoenerijtjes. Gepensioneerde officie
ren en stroopfabri kanten, vroeger minnaars
van composities als hopfalderiere, hopfaldera
hadden zich opeens de muzikale ontwikke
ling eigen gemaakt noodig om Boccherini,
Mozart en Hans de Bock te kunnen aanhoo
ren. Van tijd tot tijd demonstreerden ze hun
muzikale kennis door bij eenige sterk ge
markeerde maten met de voeten te trappelen,
niettegenstaande ze liever in Gaité jnten en
Een recensent (Jos. de Klerk).
naar 'n huilenden Boston luisterden en naar
Variété keken.Wa t voor vele menschen is in -
mers iemand die met de teenen pianospeelt
een grooter kunstenaar dan iemand die het
gewoon met zijn handen doet.
Er werd door het jeugdige kwartet moe
dig gespeeld, en door het publiek h rd geap
plaudisseerd. Men is immers reeds teveel aan
déraillementen gewoon geraakt, nietwaar
Maar de koffie was er dien avond goed.
critiek toe te laten op het beleid der politie,
verklaarde de woordvoerder der S.D.A.P.
de heer Spykman, dat hij van deze weige
ring telegrafisch den, Commissaris der Ko
ningin op de hoogte zal stellen en ook den
Minister van het gebeurde kennis zal geven.
Nadat de ochtendvergadering was ge
schorst werd een telegram aan den Commis
saris'der Koningin verzonden, waarin van
het gebeurde kennis werd gegeven en het
treffen van maatregelen verzocht werd.
In de middagvergadering werd van Chr.-
Hist., Kath., Lib. en V. D.-zijde leedwezen
uitgesproken over de wijze waarop de voor
zitter door den woordvoerder der Soc.-Dem.
raadsfractie aangevallen was en deze aange
zocht zijn persoonlijke beleediging terug te
nemen in het belang van de samenwerking
in den Raad. Hieraan werd na uitvoerig de
bat en nadere toelichtingen niet voldaan.
De voorzitter heeft daarop afgezien van
repliek op de algemeene beschouwingen van
den heer Spvkman.
In het begin van het vorig jaar heeft
iemand in verschillende gemeenten van ons
land landbouwers opgelicht door af te ko
men op advertenties, waarin boerenmeiden
gevraagd werden. De man ging dan naar
het opgegeven adres en zeide, dat hij zijn
zuster wilde verhuren. Steeds wist hij dan
geld los te kloppen, o.a door het te laten
voorkomen of de zuster reisgeld noodig had
of nog enkele schikkingen moest treffen.
Wanneer de man vertrokken was zag men
hem nooit weer en ook de beloofde boeren
meid kwam niet opdagen. Dit heeft hij in
wel 20 plaatsen toegepast. O.a. in Lonneker
Voor de afwisseling ging hij ook zijn doch
ter verhuren! Nooit gelukte het de politie
den oplichter te vangen, daar de man na de
publicatie in de pers niet meer de gelegen
heid kreeg zijn truc in toepassing te bren
gen. De vorige week heeft hij echter op
nieuw getracht zijn zuster te verhuren, thans
in Lochem. De betrokken menschen, die een
en ander over het verhuren van zusters ge
lezen hadden waarschuwden de politie en
toen de man terug kwam zat de rijksveld
wachter op hem te wachten. De oplichter is
ter beschikking van de Justitie gesteld. Het
is de 43-jarige bakkersknecht D. J wonende
te Leeuwarden.
In „De Morgen" komt een afdruk voor van
een handelsbrief uit België gezonden aan een
handelaar in bouwmaterialen in Nederland.
Deze onderhoudende zakenbrief luidt als
volgt;
Mijnheer:
De verbetering dat ik in de fabrikatie van
mijne cement tegels aangebracEit heb, doet
dat ze grootelijks vermeerdert geworden is
Mijne voortbrengselen zijn vele gevraagde in
de geheele België, en in eene groote deel
der Frankrijck; ik denk, dat zij ook zeker
wel onthaalt in uw land zijn zullen.
De goede kwaliteit verbinden met de goed
koopste, hoop ik dat gij mijne waren zult in
achting nemen. Ik zend album en stalen op
vraag.
Hierna een overzicht op mijne tegenwoor
dige prijzen. Deze prijzen zijn zonder verbin
tenis wegens de onstandvastigheid der koers
van het Belgisches frank.
In de hoop U tusschen mijne talrijcke klan
ten te reken kunnen, groet ik U met achting.
En het postcriptum luidt;
Verscheidene menschen van het zelf naam
in de plaats wonende, beleefd verzoeken om
welke misslag of uitstel vermijden het op
schrift van de brieven zoo doen;
E. P. enz.
Prof. E. te Delft heeft tegen den redac
teur van het DelLsch Advertentieblad Je
Delft, den heer P. A. L., een klacht inge
diend wegens beleediging.
De heer L. had het feit, dat 's professors
doode hond in een met zijde gevoerd kistje
in diens tuin was begraven, in zijn blad
bestempeld als idiotisme en geweigerd
daarvoor excuus aan te bieden.
huizigheid en zucht naar vermaak bijna over
al regeeren en de enkele hopeloos ouderwet-
sche types, die nog een huiskamer hebben,
toch eigenlijk niet voor vol gelden.
Een centrum van rust bestaat niet meer
Wat kan school en huisgezin hier tegen
doen Zou, vraag ik mij af, een champagne,
een gezamenlijk optrekken der simpelen,
der ouderwetsch-gezinden, of hoe ge ze
noemen wilt, niet mogelijk zijn?
Laat ik mij, om niet zelf in de fout der
oppervlakkigheid te vervallen, nu maar
eens even tot een onderdeel, het lezen, be
perken.
Zou het verwerpelijk zijn, wanneer de
leer van het Lezen geregeld en systematisch
op onze middelbare scholen gepredikt werd,
wanneer diverse leeraren, in de eerste plaats
die der talen, propaganda makten voor
het lezen en eerbied aankweekten voor het
boek Niet door lectuurdwang natuurlijk,
maar door te vertellen en met voorbeelden
te illustreeren, wat voor een ieder in zijn
leven het boek beteekent en beteekend heeft
Zou een geliefde docent niet eens nu en dan
met een groepje leerlingen bijeen kunnen
komen, om, gelijk wij als gymnasiasten
deden, elkander treffende fragmenten uit
pasgelezen boeken zonder mooidoenerij voor
te dragen, ten einde andéren te laten deelen
in het genot, wat onze eigen ziel trof? En
zou dan naast de school ook het gezin niet
eens grondig den strijd gaan aanbinden tegen
de verderfelijke aandachtsverstrooiing en
oppervlakkige belangstellingszucht onder
kinderen en onze jeugd redden van verdrin
king in de veelheid van afleiding Wij,
ouders, zullen dan ook wel eens de hand in
eigen boezem moeten steken, maar het gaat
om groote belangen, het geldt de menschen
van de toekomst.
Naast den strijd voor geestelijke concen
tratie, den strijd om het boek leert, ouders
uw kinderen lezen, leest zelf of schept een
sfeer, waarin het lezen wordt opgewekt-
Weert op Zondag- en vacantieavonden
zooveel mogelijk den vreemde uit uwe wo
ning, houd tuwe kinderen thuis, leert hen
genieten van de zuivere stilte eener huis-
kamerrust. Ge doet dan meer voor hen dan
door allerlei stumperige pogingen hun .al
gemeene ontwikkeling" te willen bevorderen.
Bij het deftig concert.
'n Prachtfiguur,
(Pendant van „De mismaakte".)
'n Gezonde, stevige boy was Leo Ander
mans
In de gymnastiek-vereenigmg was hij de
voorwerker; nummer één in alles....
„Ah, was 'if prachtfiguur?" zeiden de
toeschouwers ais ze hem bezig zagen aan de
toestellen. „Zie eens, die borst, die ge
spierde armen en beenen... dat wordt n
athleet eerste klas.... die brengt het ver,
dat voerspel i k je!"
„Ja, natuurlijk brengt die het ver.... na
tuurlijk.... nog 'n paar jaartjes en hij pikt
overal de eerste prijzen weg.... en haalt
kampioenstitels bij de vleet!"
Er waren lui, dis expres naar de gymnas-
tiek-uitvoeringen van ,De Bataaf" gingen,
om Leo Andermans te zien werkendat
waren meest leden van andere clubs, die
van hem konden afkijken hoe mooi en cor
rect alles kor worden uitgevoerd.
Na elk zoo'n gymnastiekfeest roemden de
kranten Leo als 'n kranig gymnast, die veel
voor de toekomst beloofde en zeer waar
schijnlijk de eer en de roem-van de Holland-
sche athletiek zou hoog houden.
Leo werd bekend in de stad, zoo jong als
hij nog was.."..
Op straat stootte men elkaar aan als ie
daar liep met z'n stevige, veerkrachtige stap
„Daai hèb je 'm" werd er dan ge
zegd „Leo Andermans.... ken je 'm
niet? Reuze-gymnast.... dat wordt er
eentje, hoor!"
En als Leo voelde, dat ie werd bespro
ken en nagekeken, liep ie nog 'n beetje
mooier en zwieriger. hij vond 't maar wat
fijn, dat ie nou al 'n soort persoonlijkheid
was.
Z'n jongensjaren waren nauwelijks voorbij,
of hij deed natuurlijk na duchtige trai
ning mee in de athletiek-wedstrijden.
en het duurde niet lang, of hij was haantje
de voorste in 't springen en loopen....
Z'n portret kwam in alle kranten en wéér
werd er van hem gezegd, dat hij 'n gevaar
lijke concurrent zou worden voor de kam
pioenen.
't Was dan ook 'n lust hem te zien rennen
over het groene kampveld.... en met open
monden stond men te kijken naar z'n prach
tige, stijlvolle sprongen met de polstok....
Jandon, wat 'n figuur.... wat 'n lijf! Eén
brok elastiek!
Ook door de meisjes werd Leo bewon
derd en in stilte bemind.
Ze bewaarden z'n portretten uit de sport
bladen en keken smachtend naar z'n mooi
gevormd gelaat met de frissche, levendige
oog-opslag en de dikke, zwarte krullekop.
En die honderd meisjes wenschten het
ieder voor zich zóó ver, dat ze nog es naast
a-
'm zouden loopen, als z'n verloofde.... be
nijd door de negen en negentig anderen.
Toen Leo Andermans de eerste kampi
oenstitel op z'n naam had staan en ste
vig óók werd ie natuurlijk als de weerga
geïnterviewd door 'n stuk of zes sport-re-
porters.
Die schreven, dat ze hem hadden bezocht
op z'n „buitengewoon gezellig ingerichte ka
mer, smaakvol versierd met teekeningen en
foto's, de athletiek betreffende...."
Ze schreven van z'n „bekende", levendige
blik; van de ionge, stoere kracht, die uit
die blik straaldevan z'n mooie, forsche
gestalte, die „sprak" van 'n gewaarborgde
toekomstvan z'n prettige, losse, aange
name manier van redeneeren over z'n plan
nen, die tot ver over de grenzen „reikten"
over...- afijn over alles wat er in 'n
interview te pas en te onpas wordt bijge
sleept.
En bij die interviews werden vanzelf weer
z'n „jongste foto's" afgedrukt.
Leo Andermans werd 'n wereldfiguur....
hij kwam in de voornaamste landen en vier
de overal triumfen.
Hij werd gehuldigd met kransen, diners,
soupers.... en toegesproken door booge
oomes, waaronder gezanten, ministers en
presidentenzelfs vorstelijke personen
verwaardigden zich een onderhoud te heb
ben met de grootste onder de -portmannen
z'n gezicht en z'n prachtfiguur kwamen
in de wereldbladen. en de film-maatschap
pijen betaalden goud om hem levend op het
doek te krijgen.
In de Donderdag gehouden vergadering
van den Raad dezer gemeente werd een be
gin gemaakt met de behandeling der Ge-
meentebegrooting. Bij de algemeene be
schouwingen ontstond een ernstig incident
tusschen den voorzitter en de Soc.-Dem.
Raadsfractie. Toen de voorzitter weigerde
In de zuivere stilte van huis-
kamerrust.
In „Gezin en School" verteltdr. C. Spoel-
der van zijn eigen jongen tijd yBij het stille
suizen van de petroleumlamp in de huiska
mer op de heerlijke Zondagavonden en' in
de Kerstvacantie dan schiep je met je boek
je eigen gedachtenwereld, afgesloten van
alles, zoodat 't rammelen van de theelepel
tjes op de kopjes nauwelijks tot je doordrong
en een vtaag van een belangstellend of een
plagend huisgenoot „Of 't mooi was
je deed opschrikken en kriebelig maakte".
Hij weet dat het thans anders is en uit-
Het Noorsche ras heeft het hoogste per
centage.
Prof. E. Pittard van de Universiteit te Ge-
nève heeft in een openbare voordracht een
overzicht gegeven van de aardrijkskundige
en volkenkundige verspreiding van den kan
ker in Europa. Zooals nieuwere onderzoekin
gen duidelijk aan het licht gebracht hebben,
heeft ieder ras, evengoed als zijn lichamelijke
kenmerKen, zijn ziektekundige eigenaardig
heden, wat ook in de kankerstatistieken tot
uiting komt. Van de drie voornaamste Euro-
peesche menschenrassen, geeft het Noorsche
ras het hoogste kankerpercentage, terwijl de
zuidelijke volken om de Middellandsche Zee
het minst aan die ziekte lijden. Hef daartus-
schen staande Keltische ras neemt ook de
middenplaats in met zijn kankercijfer. Dat dit
niet toe te schrijven is aan de landstreken,
waarin ieder dier rassen woont, m.a.w. dat dit
geen geografisch verschijnsel is, blijkt dat on
der de vertegenwoordigers der drie genoemde
rassen in Amerika dezelfde verhoudingen Z/n
vast te stellen. In België vallen onder de Vla
mingen, die tot de Noorsche rassen gerekend
worden, meer slachtoffers aan kanker dan
onder de Walen in Scandinavië meer dan in
de landen om de Middellandsche Zee. Jaar
lijks sterven meer dhn 700.000 menschen aan
kwaadaardige nieuwvormingen in Frankrijk
alleen gaan er ongeveer 3Ï.000 aan kanke
ten gronde. Onder de Normandiërs en Pi-
cardiërs sterft 30.6 pCt van de bevolking er
aan in de Keltische streken ongeveer 16 oCt.
en in de Zuidelijke deelen 13 pCt. Die eigen
aardige verdeeling is afhankelijk van de ethno-
grafische verhoudingen en derhalve niet ge
bonden aan de politiek-aardrijkskundige in-
deeling.
CATH. VAN RENNES.
Begin April zal het veertig jaar bestaan
worden gevierd van de Zangschool van
Catharine van Rennes te Utrecht. Te dier
gelegenheid wordt een feestavond gearran
geerd in den Utrcchtschen Schouwburg,
welke zal worden bijgewoond door Prinses
Juliana, als oud-leerlinge van Ca h. van
Rennes. Na afloop van den Schouwburg
ave nd zal de jubilaresse in het daartoe
door het Utr. Stud. Corps aangeboden
Senaatsrijtuig in fakkelstoet naar het Jaar
beurs-restaurant worden gereden, waar te
harer eere een souper wordt aangericht.
En nóg was hij r.iet op het toppunt van
z'n roem.
Want er zou nog véél meer gebeuren.
Maar tot dat „véél meer" kwam het niet.
Bij 'n wedstrijd om 'n wereldkampioen
schap deed ie 'n smak, die de grond deed
dreunen.... en de heele sportwereld deed
sidderen, vooral bat vrouweliike halfrond
van die wereld.
Toen ie na 'n maand of vijf uit de eerste-
rangs-ziekeninrichting met de eerste-rangs-
behandeling werd o.itslagen, was ie voor z'n
heele leven geknoeid... - en moest voorloo-
pig nog in 'n wagentje worden voortgeduwd.
Dat was verschrikkelijk én hardmaar
't was nou eenmaal jzoo.... en op de
heele wereld w'as er geen chirurgische be
roemdheid te vinden, die de sportberoemd-
heid aan 'n nieuwe ruggegraat kon helpen
In de sportwereld maakte de schrik-sid-
dering plaats voor diepe verslagennheid.
Er kwamen groote droefbeidsartikelen in
de bladen, en de foto's werden lang en innig
bekeken.... en bedruppeld met heete da-
mestranen, groot in getal.
Dat duurde zoo'n week of .vat, la-we zeg
gen 'n maand.
Toen was Leo Andermans heelemaal dood
voor de sportwereld
Natuurlijker werd zoo hier en daar
de wereld nogal groot nog wel es
over 'm gesproken.... Dan werd er bij
voorbeeld tijdens 'n athletiek-wedstrijd of
sportfeest gezegd: „Heb jt die Leo Ander
mans nog meegemaakt?"
„Jada1 was 'n kra.an, hè?"
„Nou' Jammer, dat die vent zoo'n ge-
meene val heeft gedaan.... 't wordt niks
meer met 'm't Zou beter voor 'm ge
weest zijn als ie er meteen maar mee heen
was gegaan.... want zóó te moeten voort
leven.
„Ja.... iada's ook niks.... maar
zèg, wie is dat daar? Kijk die yent es 'n
polstok-sprong nemen! Kolossaal!
„Ja, dat wordt 'n tweede Leo Andermans,
zeggen ze... wat 'n figuur, hè?
„Ja, 'n prachtfiguur! Wat n lenig lichaam!
Eén brok elastiek! Mooie stijl van springen
heeft die vent!"
„Ja.... hij maakt kans op de kampioens
titelah, hij wordt gefeliciteerdze
ker 'n recordje
„Kijk, 'n heele troep dames óók al
ze omhelzen 'm zoowat!'
,,„0, man schei uit.... hij is de lieveling
van 't damespubliek.ze dragen z'n por
tretten in hun taschjes!"
Ergens in 'n heel duur sanatorium want
hij is rijk leeft Leo Andermansstun-
teliger dan 'n afgesjouwde tachtigjarige
Zoo nu en dan krijgt ie es bezoek van
'n eerlijke sportvriend.... die 'm óók niet
helpen kan.... niet eens met woorden.
....Want geen van beiden hebben ze zich
ooit bekommerd om de vraag, of er nog
zoo iets als 'n Onze-Lieve-Heer bestond....
Die met één klap van 'n pracht-figuur 'n
hoopje menschelijk overblijfsel kan maken
En natuurlijk nóg minder om de vraag,
of zoo iets met 'n bedoeling gebeurd kan
zijn
Zoodat de stakker voorloopig nog niets
anders doet, dan zich uiten in bittere, leege
jammerklachten.
Hij vloekt z'n lot.... iedere dag wéér.-..
En zoo heelemaal zonder 'n griezeltje vol
doening.
'n Ander kan z'n gemoed nog es luchten
op degenen, die 't hem hebben aangedaan.,
of es flink uitpakken tegen „die zoogenaam
de God van liefde"....
Maar hij
Niemand kan ie de schuld geven.... nie
mand aansprakelijk stellen....
Hij vraagt soms, waaraan ie z'n levens
lange invaliditeit heeft verdiend
Maar aan wie hij dat vraagt weet is niet..
En z'n honderdduizend vereerders van
vroeger geven hem óók geen antwoord. Die
dragen 'n andere sportheld door de dichte,
jubelende drommen....
Wiens portret stilletjes wordt gezoend
door dezelfde honderd lieve meisjes, die
eens zulke heerlijke, zoete wenschjes koes
terden
Zoo is de mooie, zalige wereld.... mei
'r schimmetjes van roem en geluk.... Zoo
is 't leven, waarvan de eerste stap al aan
't aftellen gaat.
t Is te hopen, dat de ongelukkige kereL
die zoo rijk is, och arm zoo rijk is, de goede
vraag van dat leven nog es krijgt toege
stuurd; met wat genade er bij, om haar ook
goed te beantwoorden.
G -N.
(Auteursrecht]