Hef verdrag Nederland—Befgi Eerste Kamer. de in GROOTE BELANGSTELLING BIJ DE BEHANDELING. De eerste debatten. Er waren o.a. de Belgische gezant, de heer Nernry van de Belgische legatie en de heer Beelaerts van Blokland, chef van Di plomatieke Zaken, van het ministerie van Buitenlandsche Zaken. De Eerste-Kamerle- dan waren flink opgekomen. Aan de mi- nisterstafel zalen, behalve minister Van Karnebeek, de ministers De Geer, Donner en Lambooy. TWEEDE KAMER. EINNENLANDSCH NIEUWS. De aardbeving in Japan. Z. K. H. Prins Hendrik naar Zwitserland. De Ziektewet en het advies van den Hoogen Raad van Arbeid. Over het Nederlandsch Belgisch Tractaat. De Algemeene Rekenkamer en de Regeering. AMSTERDAMSCH NIEUWS. SOCIA AL LEVEN. Invaliditeits- en Ouderdomswet. RECHTZAKEN. De Amsterdamsche werkloozen naar Drente. LANDBOUW EN VISSCHERIJ Gratis logies, dat door eveneens gratis logies gevolgd zal worden. Het zoeken en rapen van eieren. MARKTNIEUWS. De ontwapening ter zee Uit den Volkenbond. Beperking der vloten in Scandinavië. Het Vatikaan en dè A. F. De aardbeving in Japan. Een incident op de Jangtse. De aanhouding der Russen. Het Haagsche Binnenhol "as gisterenmor gen het tooneel van een bijzondere drukte, van een algemeene belangstelling. Zoowel van de zijde van het kijkgrage publiek als van tallooze persfotografen, die de officieele personen, welke ter zitting van de Eerste Kamer kwamen, nog juist trachtten te „snappen". Het middelpunt der belangstelling was de komst van minister Van Karnebeek. De groote portefeuille van Zijne Excellentie werd door een bediende binnengedragen. „Daar zit nou het Belgische Verdrag in", merkte er een uit het publiek op. De behandeling van het verdrag Neder landBelgië had ook in de vergaderzaal de onverdeelde aandacht van tal van qf- ficieele personen; op de tribune was het stampvol. Ruim 11 uur opende de voorzitter, de heer <1. J. G. baron van Voorst tot Voorst de vergadering. Nadat mededeeling was ge daan van de ruim 50 adressen, die aan de Eerste Kamer waren gezonden, in verband met het te behandelen onderwerp, trad als eerste spreker op de heer POLAK (S. D.). De heer POLAK legde, alvorens hij het verdrag zelf besprak, een verklaring af, waarin hij vastlegde, dat als hij het verdrag, zou het worden aangenomen, noodlottig acht voor ons volk, hij daarbij niet wordt gedre ven door eenigerlei antipathie tegenover de Belgische regeering of het Belgische volk. Hij zou zoover mogelijk willen gaan in het doen van concessies aan België, doch hij meent, dat dit nooit mag leiden tot het in gevaar brengen van onze bestaansmogelijk heid. Spr. is tot de ervaring gekomen, dat de zaak geenszins moeilijk is en ook niet valt, zocals velen meenen, buiten het be gripsvermogen van de massa des volks. Hijl heeft den indruk, dat België geholpen moet worden aan oorlogsbuit en dat Nederland is aangewezen, het daaraan te helpen. Wie daaraan nog twijfelt, leze den bekenden brief van de Antwerpsche Kamer van Koophandel, waarin dit verdrag genoemd wordt de prijs der overwinning der gealli eerden, De waarschuwende stem, die sinds de indiening van het verdrag is vernomen, trag nog wel eeus worden herhaald. Het is allerminst een tijdelijk verdrag. indien de tegenpartij er niet voor te vin den is het te wijzigen, is alles, wat thans besloten wordt, geldend ten eeuwigen dage. Ook is er van de andere zijde gewezen op den nieuwen geest van internationalisme van G nèVe en Locarno. Dit zou ons er toe moe ien brengen het verdrag te aanvaarden. Van denzelfden kant is gezegd, dat de te genstanders van het verdrag zouden bestaan uit militairisten, activisten, fascisten en im perialisten. Maar spreker, die zich een fel tegenstander noemt, heeft er bezwaar tegen, bij één dezer groepen te worden ingedeeld. Hel internationalisme, dat met dit verdrag wordt bedeeld, vermag spr. niet te verstaan, wel het internationalisme^ dat samenwer king tusschen alle menschen bedoelt, tot heil van allen. Zoo moeten wij ook alles doen, de bestaansmogelijkheden van andere vol ken te verzekeren. Wanneer wij echter dit verdrag aannemen, dan bevorderen wij niet dit internationalisme, dcch het Belgisch na tionalisme en egoïsme, de Belgische preten tie om zich te verrijken ten koste van onze verkleining en van onzen ondergang. Indien goede nabuurschap en goede betrekkingen zijn geschaad, dan is daarvan de schuld aan België, dat ons allerlei onaangenaams heeft aangedaan. Hebben wij België iets in den weg gelegd? Ja, de vrede van Munster is op de proppen gekomen. Deze werd drie eeuwen geieden gesloten. Als men steeds zoo ver moet teruggrijpen in de geschiede nis, dan moet wel iedere goede verstand houding tusschen de volken onmogelijk zijn. VC'at betreft de bepalingen van het verdrag van 1839 verder wil spr. niet teruggaan deze hebben zij nauwkeurig nageleeft. Bel gië heeft zich industrieel hoog ontwikkeld, Antwerpen is een wetcldhaven geworden. De oorlog kwam en tientallenmillioenen heeft ons volk uitgegeven om dén Belgischen vluchtelingen onderdak te verschaffen. Het aanbod van Engeland, om die kosten voor zijn rekening te nemen, sloegen wij af. Wij antwoordden, dat wij, die kosten zelf wenseaten te dragen, dat dit door ons werd beschouwd ais onze plicht en onze eer. In Maats van dank zij hadden dien niet gevraagd hebben ons van Belgische zijde slechts allerlei ongemotiveerde eischen be- reiki, levens is hel onjuist, dat wij moreel aan het verdrag gebonden zouden zijn, omdat Het in 1920 ter teekening was gelegd door ons. België Tveigerde, omdat de Wielingen kwestie niet was geregeld. Het is ook zeer de vraag ol de Kamers in 1920 het verdrag zouden hebben goedgekeurd. In het verdrag is een volkomen gebrek aan wederkeerigheid. Alles daarin is gericht op bev oordeeling van België. De beloodsing van de Wielingen wordt vrijwel geheel aan België toegewezen. De Schelde, een wispel turige rivier, moet zelfs voor de grootste schepen bevaarbaar blijven en daarvoor zul len zelfs onze polders ten offer moeten val len. Een tweetal nieuwe kanalen zal ten behoeve van België worden gegraven. Al deze punten zullen ons land ontzaglijk na deel bezorgen. Misschien is aan het kanaal door Limburg eenig voordeel verbonden voor die provincie, doch optimistische voor stellingen moet men zich niet maken. Klemmend is verder de vraag of niet de producten van Zuid-Limburg door dit ka naal naar Antwerpen zullen gaan. Dat zou het omgekeerde zijn van wat sommigen gelooven. De bedoeling van het Moerdijk- kanaal is geen andere dan Antwerpen te maken tot de eerste Rijnhaven van Europa, zoo niet lot de eerste wereldhaven. Het kan van ons toch niet gevorderd worden, daartoe mede te werken, ten nadeele van ons economisch leven? Spreker kan zich niet voorstellen, dat één Nederlander dat goed vindt. Antwerpen heeft alles wat het voor zijn economische ontwikkeling nopdig heeft. Wij moeten echter verarmen, opdat België's welvaart zoo hoog mogelijk kan slijgën. Het verzet uit Nederland is niet alleen van kapitalistischen kant gekomen, maar evenzeer van den kant der arbeiders. Het is een nationaal verzet. Met groote luchthartigheid stappen de voorstanders over de economische gevaren van 't Tractaat heen. De Rotterdamsche haven is zoo goed ge outilleerd, zegt men. Doch wat hier mogelijk is, is elders ook mogelijk, Antwerpen is evengoed geoutilleerd. Dit staat echter vast, als men elders goedkooper terecht kan dan nier, dan komt men hier niet. Energie kan hier niet haten Men bedenke, dat Antwer pen goedkooper is dan Rotterdam. De kor tere verbinding met den Rijn, waarvan Rotterdam profiteert, vervalt grootendcels als het kanaal naar Moerdijk er komt. De diamant-industrie geeft een duidelijk voor beeld van wat concurrentie vermag, fn verband met den lageren levensstandaard in Antwerpen was in 1923 de Amslerdamsche nijverheid op het punt van te verdwijnen. Van de 10.000 arbeiders, waren nog 540 aan het werk. De loonen werden met 40 pet. ver laagd en met buiengewone krachtsinspan ning is men nu gekomen tot 5000 arbeiders. De rest is werkloos. Zooiets dergelijks staat Rotterdam te wachten, op grobter schaal, als Antwerpen kunstmatig zal worden be voordeeld. Wij kunnen niets wagen, waar dóór de bestaansmogelijkheid van ons volk geschaad kan worden. Wij weten reeds geen raad met onze werkloosheid. Deze kost ons schatten gelds, waarmee de nood in de ge zinnen der werkloozen niet wordt gelenigd. Het zou een misdaad tegenover ons volk zijn, iets te ondernemen, waardoor de be staansmogelijkheden van ons volk zouden kunnen worden verkleind. Hierna werd gepauzeerd. Na de pauze zette de heer POLAK zijn rede voort* waarbij hij allereerst beslist ont kende dat het. verzet tegen dit verdrag zöu zijn uitgegaan van de Rotterdamsche haven- kapitalisten. Verwerping van het verdrag is geen kapitalistisch en allerminst een plaatselijk kapitalistisch, maar in de eerte plaats een nationaal belang. Doch zelfs al had spr. de keus tuschen de belangen der Rotterdamsche Sn der Antwerpsche haven kapitalisten dan zou hij nog voor de eerste groep partij kiezen, niet in haar belang, maar in dat van de tienduizenden, die in de Rot terdamsche haven hun bestaan vinden. Dan beziet spr. de gevolgen. Als. spr. denkt wat gebeuren kan en zal als dit ver drag wordt goedgkeurd, dan huivert hij op zijn beurt. België is er veel beter aan toe dan wij; België heeft een bloeiende nijverheid en bij na gèen werkloosheid. VanSndustrieelen bloei is in ons land geen sprake. Nog in 1926 had Antwerpen 1.2 millioen ton scheepvaart meer dan Rotter dam. De minister heeft het voorgesteld als of de trits AntwerpenRotterdamAmster dam.een soort belangengemeenschap vormt. Antwerpen heeft echter heel andere belan gen dan Amsterdam en Rotterdam. Alleen zal het Moerdijkkanaal Antwerpen het grootste deel van het Rijnverkeer toewijzen, waardoor onze havens zullen worden droog gelegd. Antwerpen is een Schelde'naven en heeft zijn achterland in Noord- e:i Oost- Frankrijk, Elzas-Lotharingen en Zwitserland; Rotterdam is alleen een Rijnhaven. Waarom moet dit eene voordeel nog worden afgege ven aan een concurrent? Dat zou een roe- keiooze dwaasheid in plaats van internatio nalisme zijn. België is een rijk land cn be hoeft geen steun, Wanneer er in deze Kamer genoeg legen- standers zijn, die de totstandkoming van het verdrag weten te beletten, wat zal er dan gebeuren? Sommigen vreezen onbekende mogelijkheden. In het buitenland zijn hier en daar dreigementen geuit, maar daarvoor zal in de Kamer wel niemand wijken. De mogendheden hebben zich reeds genoeg' in voetangels en klemmen gestoken om ook «aar deze zaak de hand uit te steken. Zij zullen zich wachten opnieuw' in te grijpen in een kwestie, die hen niet raakt. Het oude tractaat geeft den mogendheden geen enkel recht daartoe. Spr. zou nog liever buigen voor een ge weld. dat men niet weerstaan kan dan vrij willig aanvaarden, wat hij beschouwt als een groot nadeel voor ons latid. De voorstanders van hel verdrag doen het voorkomen, alsof de tegenstanders hun positie niet zouden zien in de Volkenge meenschap. Er is echter niets van die Volkengemeen; schap te bemerken. Een embryo daarvan is nog niet eens te bespeuren. De pogingen van den Volkenbond houden zich met economische vragen niet bezig. Europa is nog steeds verbrokkeld en verdeeid. Ieder volk moet doen wat het kan, om zichzelf op de been te houden en zeker is het aan de Eerste Kamer om ons volk te behoeden voor de rampspoedige mogelijkheden, die dit verdrag met zich brengt. Hierna is het woord aan den heer DE MURALT (V.B.), die wijst op de nauwge zette behandeling van dit verdrag in het parlement en op hel ongunstig V. V., dat de Eerste Kamer daarover heeft uitgebracht. Hij kan zich ook niet voorstellen dat de Kamer thans het verdrag zal aanvaarden, waar het bovendien in de Tweede Kamer met een zeer toevallige kleine meerderheid is aangenomen. Vooral technische bezwaren heeft spr. tegen 't verdrag. De technische verplichtin gen, die het verdrag regelt, zijn voor ons onaanvaardbaar uit hoofde van de kosten. De Schelde is in geen enkel opzicht een rivier en kan niet genormaliseerd worden, zooals prof. Nelemans meende tenzij met kosten van 1 Vi millioen. Zelfs de bekwaamste waterbouwkundigen hebben zich tegen dit regime verklaard. Er komt een beheerscommissie en de Neder- Isndsche ingenieurs zullen aansprakelijk zijn voor den goeden toestand op de Schelde. En Nederland kan ook de kosten betalen. Het is duidelijk, dat het Schelde- rtgime aanleiding zal geven tot allerlei onaangenaamheden, eerst binnenskamers, dan naar builen. De parlementen en de pers zullen zich ermee gaan bemoeien en in plaats van vrede zal dit verdrag animositeit aanwakkeren. Dan verder wat de kanalen betreft, er :s in ons land nooit een kanaal tot stand gekomen, of het was te voren behoorlijk geprojecteerd. Dit is met het Moerdijk- kanaal niet het geval. Het zal ons millio- nen kosten en er is geen enkel behoorlijk project van bekend. Hoe staat het met den maatstaf van belangen, volgens welken de beide landen zullen bijdrgaen in de kosten? Voor wat het Moerdijkkanaal betreft, staat er niets in het tractaat. Wanneer de meerderheid der Kamer zich vóór hef verdrag bepaalt, zal hij ook tel kens de mill'ocnen moeten voteeren als de Regeering, die voor* het Moerdijkkanaal aanvraagt. Het Moerdijkkanaal is door zijn capaciteit in staat Rotterdam leeg te zuigen. Wie dit verdrag teekent, teekent een blancowissel, die later zat worden inge vuld. Wordt het aangenomen, dan kunnen we den fieren leeuw uit ons wapen weg halen en dien vervangen door een geit en een lam. De heer BLOMJOUS fR.K.) wijst erop, dat, als het tractaat zal blijken een fout te zijn, deze fout niet hersteld kan worden Welke beteekenis hebben de offers, die wij moeten brengen en zijn wij tegenover België verplicht, feitelijk of moreel, die offers te brengen? Eerst behandelt spr, het afwaterings- vraagstuk„ Door verwerping van hel verdrag 'zat een betere regeling van de afwatering van Brabant niet worden belet. Waarloc is die permanente commissie noodig? Zij is een biijk van wantrouwen. Dan krijgt Antwerpen door het verdrag embarras du choix om met de grootste schepen door Nederland naar den Rijn te varen. Inzake het nieuwe Schelderegime staat spr. dichter bij den minister. Het be lang van Antwerpen eischt, dat de vaar geul in de Schelde dieper wordt. Maai de verplichtingen, die het verdrag aan Nederland te. dien opzichte oplegt, zijn wel zeer zwaar en voor een deel onvervulbaar. De verplichtingen zijn niet te overzien. De beloodsing is ook geheel ten gunste van België geregeld. De beide voorgestelde kanalen leggen op Noord-Brabant en Lim burg een servituut ten gunste van België. Daarbij komt, dat alle heffingen op die kanalen achterwege moeten blijven. Over de kosten zullen de beide landen zich nader móeten verstaan. Dit zal een bron zijn voor conflicten. De haven van Antwerpen is er een, bij uitstek gezocht door schepen met stukgoed. De haven behoeft op Rotterdam inderdaad niet afgunstig te zijn, want het stukgoed geeft aan de haven meer voordeel dan hét massaal vervoer van Rotterdam, Dwaasheid is het te veronderstellen, dat de Belgische en Noord-Fransche exporteurs hun stukgoederen door het Moerdijkkanaal naar Rotterdam zullen zenden. Geen kist en geen mand zal er te Rotterdam komen. Rotterdam daartegen zal een gedeelte van zijn Rijnvervoer aan Antwerpen moeten afstaan. Economisch noch politiek brengt het ver drag eenige toenadering tusschen beide lan den. In den oorlog is ons land een toe vluchtsoord geweest, speciaal voor het Belgische volk. Wij kunnen dus aanspraak maken op erkentelijkheid. In plaats daarvan is het Belgische annexionisme. Laten België en Nederland opnieuw aan de conferentietafel plaats nemen met andere gedachten dan in 1924. De heer VAN DER HOEVEN JC.H.) be toogt, dat wil een verdrag als dit worden aangenomen, het moet leven in het rechts gevoel en de sympathie van het Neder- landsche volk en het moet in de Tweede Kamer met groote meerderheid zijn aan genomen. De stemming in dc Tweede Kamer gaf het gevoelen van ons volk veel te onzuiver weer. Ware de verhouding geweest 70/30, dan zou spreker geneigd zijn, vóór te stem men. Dit verdrag is veel belangrijker dan menige grondwetswijziging, die P°k niet tot stand kan komen met een luttele stemmen- meerderheid. Sprekers geweten zegt dan ook, dat hij tegen moet stemmen. Een ver drag; dat niet samenbindt, maar afstoot, mag hij niet bevorderen. Hier breekt de heer v. d. Hoeven zijn rede af, waarna de vergadering tot Donder dagmorgen 11 uur verdaagd wordt. De Tweede Kamer der Staten Generaal vergaderde Woensdag onder voorzitterschap van Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beeren- brcuck. Dé VOORZITTER stelt voor aan de lijst der te behandelen wetsontwerpen toe te voegen het we sontwerp tot wijziging en aanvulling van de bepalingen in het wet boek van koophandel omtrent de naam- looze vennootschappen van koophandel en van daarmede samenhangende artikelen in da'; wetboek en in het wetboek van straf recht. Aan de orde is stemming over de con clusie van het verslag der commissie om trent de inlichtingen op het adres van de firma G. C. Kornaa', vischrookerij en ha- ringhandel te Vlaa.rdingen, houdende ver zoek een onderzoek te doen instellen naar de aanspraken van adressante om schade loosstelling naar voor het verlies door haar gelegen wegens het niet tijdig verleenen van consent voor uitvoer van Ncorsche haring. De conclusie wordt verworpen met 32 tegen 30 stemmen. Aan de orde zijn dc volgende conclusies en we sontwerpen: 1. Conclusie van het verslag der Commis sie omtrent de inlichtingen op het adres van H. J. Gorter, eervol ontslagen referen daris bij het Departement van Koloniën te 's-Gravenhage, houdende verzoek een on derzoek inde stellen naar het aan adressant wegens de opheffing zijner betrekking ge geven eervol ontslag en zijne opwachtgeld- s elling en om bevordering zijner herplaat sing in eene hem passende Rijksbetrekking. 2. Conclusie van het verslag der Com missie omtrent de Inlichtingen op het adres van het gemeen'.ebestuur van Haaren e.a en van B- en W. van Oisterwij'k, betref fende behoud van de overwegafsluiting op de spoorlijn BoxtelTilburg, nabij wacht post 29. 3. Conclusie van het verslag der Commis sie voor de Staatsuitgaven omtrent de re kening van inkomsten en uitgaven van he! Staatsvisschers-havenbedrijf te lJmuiden over 1925, 4 Goedkeuring van het op 23 Juli 1926 te 's-Gravenhage gesloten voorloopig lucht vaartverdrag tusschen Nederland cn Dene marken. 5. Goedkeuring van het op 20 Mei 1926 te 's-Gravenhage tusschen Nederland en Duitschland gesloten Arbi'rage- en Verzoe ningsverdrag met bijbehoorend sldtpro- tocol. 6. Wijziging van het Wetboek van Straf recht en van de Uitlevringswet in verband met de Verdragen ter bestrijding van den handel in vrouwen en kinderen en ter be teugeling van de verspreiding van en den handel in ontuchtige uitgaven. 7. Conclusie van het verslag der Com missie omtrent de Inlichtingen op het adres van C. A. Teunissen, hotelhouder te Hoog- Soeren, gemeente Apeldoorn, houdende verzoek wettelijke maa'regelen te nemen, opdat verschi.lende door de administratie van het Kroondomein voor het verkeer met mo orrijluigen gesloten grindwegen in die gemeente worden opengesteld voor het ver keer. 8. Wijziging van de artikelen 2 en 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorde ring. 9. Verleenen van steun, ift den vorm van een jaarlijksche uitkeering voor ééns, aan zoogenaamde mobilisatie-slachtoffers. 10. Regeling van de bereiding en het in het verkeer brengen van sera en vaccins bestemd voor gebruik bij den mensch. 11. Voorzieningen tegen besmettelijke ziekten. 12. Vaststelling van het rechtsgebied en de zetels der rech.banken en kantonge rechten, behoorende tot de gerechtshoven te 's-Hertogenbosch, Amsterdam. 's-Graven hage, Arnhem en Leeuwarden; wettelijke bepalingen in verband met de vaststelling opnieuw van het rechtgebied en de zetels der rechtbanken en kantongerechten. 13. Nadere wijziging van de wet van 5 Juli 1910 (Staatsblad no. 181. Classificatie van kantongerechten; formatie van gerech ten enz.j 14. Conclusie van het verslag der commis sie omtrent de inlichtingen op het adres van G. Leeuwenhaag en H. van Zu'dam, leden van dien raad der gemeente Hur- wenen, wonende aldaar, houdende verzoek om vervolging van h. i. in de administratie dier gemeente gepleegde strafbare feiten. 15. Conclusie van het verslag der com missie omtrent de inlich'iiigen op het adres van L. G. Lejeune, bouwkundige te Vught, houdende verzoek om vergoeding van de Jóo- adressant bij dén dóór 'n'em ui?£evCier- den woningbouw geieden schade. 16, W ijziging der Land- en t uinbouw on gevallenwet 1922. 17. Voorbehoud der bevoegdheid tot toe treding tot de ontwerp-verdragen van Was hington, betreffende den arbeid van vrou wen vóór en na hare bevalling en betref fende de werkloosheid. Naar aanleiding van punt 1 der agenda voerde de beer JOEKES het woord, Spr. acht het verslag der commissie niet geheel bevredigend en hij becritiseert 'het. Spr. is van meening. dat er slechls één weg is voor een rechtsherstel voor dezen bekwamen ambtenaar en dat is om hem zoo spcedig mogelijk in een hem passende be trekking te herplaatsen. Daarop stelt spr voor de conclusie in dien zin te wijzigen, tjat aan den adressant wordt medegedeeld, dat het hem gegeven ongevraagd eervol ontslag ten onrechte is geschied en dat de Regeering wordt uitgenoodigd, adressant zoc spoedig mogelijk in een vaste betrek king te herplaatsen. De heer HEEMSKERK (A.R.l vraagt of het wel op den weg der Kamer ligt, om een dergelijke uitnoodiging tot de regeering te richten. Indien de Kamer het noodig oor deelt zich er over uit te la'en hoe zij over het ontslag denkt, laat zij dan 'n uispraak doen, maar het ligt niet op haar weg om de regeering uit te noodigen. De minister van Koloniën, de heer Ko ningsberger, beantwoordt de sprekers, Hij Verklaart zich bereid om met zijn ambt genoot van Financiën overleg te plegen, of het mogelijk is, den heer Gorter weder een hem passende Rijksbetrekking te geven. Naar aanleiding van deze toezegging Irekt de heer Joekes zijn vcorstel in. Na eenige bespreking wordt de conclusie zonder hoofdelijke stemm ng aangenomen. Verschillende conclusies en wetsontwer pen werden daarna eveneens zonder hoof delijke stemming aangenomen. Discussie ontlokte het we sontwerp: Ver leenen van steun, in den vorm van een jaarlijksche uitkeering voor ééns, aan zoo- genaanfde mobilisatie-slachtoffers. Hierover voert de heer OUD (V.D.) het woord. Spr. zegt te behooren tot de velen, die door dit wetsontwerp zijn teleurge steld en wel, omdat dit óntwerp ten eenen- male miskent dc beteekenis van de motie- Ter Laan. Wanneer dit ontwerp wordt aangenomen, zal er praktisch voor de mo- biiisatieslachtoffers niets veranderen. Ook voigens het on werp zal de toestand elk jaar opnieuw moeten worden beoordeeld. Spr, dient een motie in, waarbij de Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat het aan hangige welsontwerp geen rekening houdt met de door de Kamer aangenomen motie- Ter Laan en waarbij dc regeering wordt uitgenoodigd onafhankelijk van de aanne ming van dit ontwerp een andere wette lijke regeling voor te bereiden, op zooda- nigen grondslag, dat aan de mob lisatie- slachtoffers rechtsaanspraken worden ge geven op een uitkeering waarvan de nor men bij de wet worden geregeld. De heer K. TER LAAN (S. D. A, Pd sluit zich bij den heer Oud aan en gaat na hoe het met de mobilisatieslachtoffcrs is ge gaan. Spr, zal een amendement indienen, vol gens hetwelk de uitkeering voor de slacht offers zelf zal bedragen ten minste 300 en ten hoogste 700; voor de weduwen ten minste 150 en ten hoogste 350; voor elk der weezen ten hoogste 200, en voor weduwen en weezen samen niet meer dan 700 en voor weezen alleen niet meer dan f 400. De minister van Oorlog, de heer LAM BOOY antwoordt, dat het vanzelf spreek*, dit ook de minister deernis gevoelt met de ongelukkigen, die als slachoffers van de mobilisatie rondloopen. De regeermg dient echter de zaak van een ander standpunt te beschouwen dan de heeren Oud en Ter Laan hebben gedaan. Eenerzijds moet de regeering rekening houden met een billijke regeling in het algemeen en anderzijds met de belangen van de schatkist. Spr. betreurt ook, dat de indiening van het onderhavige ontwerp rret zoo spoedig is geschied ais ook hij had gehoopt, doch men dient niet te vergeten, dat ook de Minister van ri- nanciën hierover iels had te zeggen. De minister handhaaft zijn stelling, dat een recht op een uitkeering niet vasts aat, en dat in het ontwerp billijkheids-overwe gingen moesen worden opgenomen. Het opnemen van een recht voor allen is niet te verantwoorden tegenover de be lastingbetalers. Bij het verleenen van een ui keering dient volgens den Minister uiterst voor zichtig tc werk te worden gegaan, bpr. noemt een aantal voorbeelden, waaruit blijkt, dat steun wordt aangevraagd door menschen, die het absoluut niet noodig hebben. Een amendement als dat van den heer ter Laan, is voor de regeering onaanvaard baar. Het om'keeren van den bewijs,ast acht spr. een eisch, dien men niet mag Aanneming van de motie-Oud wordt door den Minister ten sterkste ontraden, omdat zij zou leiden tot ongewenschte consequen- h°Na re- en dupliek wordt de vergadering verdaagd lot Donderdagmiddag 1 uur. Een telegram van deelneming van H, M, de Koningin. Naar het Corr. Bur. verneemt, heeft H. M. de Koningin aan den keizer van Japan een telegram van deelneming toegezonden in verband met de nieuwe ramp, welke Japan dooir dc jongste aardbeving heeft getroffen. Z. K. H. de Prins is voornemens zich Vrij dag 11 Maart voor korten tijd naar Zwit serland te begeven. De Hooge" Raad van Arbeid is bijeenge roepen op Zaterdag 9 April a.s. te s-Gra- venhage, ter vaststelling van zijn adres over het voorontwerp en wel tot wijziging van de Ziektewet. Dinsdagavond heeft minister \andervelde te Genèvc een langdurig onderhoud gehad met Austen Chamberlain, waarin, naar de Tel. verneemt, hel Nederlandsch-Belgisch verdrag werd besproken en dc mogelijk heid van verwerping daarvan door de Eerste Kamer. Ingediend is een wetsontwep strekkende om de Algemeene Rekenkamer te machti gen tot verevening ten laste van artikel 16 van het zesde hoofdstuk der Staatsbegroo- ting 1926, van de in 1926 reeds betaalde sum van 115.756 08, strekkende tot ge deeltelijke voldoening der eindafrekening met Friedrich Krupp A. G. Germania Werf te Kiel-G'aardcn, wegéns 3e Teveri'ng van ontwerp en wegens licensekosten voor den bouw der kruisers „Java" en „Sumaria' zoomede fot verevening van het nog niet betaalde restant dier afrekening ad 50.403.22, met rente ad 6 van het be drag van 1 October 1923 af tot aan het tijdstip van betaling. Naar uit de memorie van toelichting blijkt, heeft de Rekenkamer haar mede werking tot de verevening van het eind bedrag geweigerde Naar haar meening het verleenen van een schadevergoeding, waarover tevoren haar advies had moe ten zijn ingewonnen. De opvatting van de achtereenvolgens in deze zaak opgetreden ministers van Marine was, en ook de opvating van den huidig minister is, dat het hier niet betreft een zaak van schadevergoeding, doch de afwikkeling bij wijze van compromis, van een overeenkomst, waarin door omstandig heden buiten den wil van de Germaniawerf wijziging is tot stand gekomen. De minister geeft een uitvoerige uiteen zetting van de zaak en van het verloop der met de Germaniawerf gevoerde onderhan delingen. Hieruit blijkt dat de kwestie ver band houdt met de oorlogsomstandigheden en wat daaruit is voortgevloeid, zooals de sterke daling van het Duitsche betaalmid del. De minister doet daarbij uitkomen, dat afgescheiden van elk vraagstuk van bil lijkheid of recht, vasthouden aan de letter der oorspronkelijke overeenkomst met de Germaniawerf ook voor de Marine aan teer ernstige bezwaren onderhevig was. Dit laatste zou toch tot wanprestatie heb ben moeten leiden. Na de in 1923 aangebrachte wijziging der overeenkomst, welker tot standkoming de Rekenkamer niet heeft ontkend, was een schikking, waarmede ook de Germaniawerf accoord ging, onvermijdelijk geworden. Het schijnt het eenvoudigst, zoo wordt ten slotte gezegd, de geheele eindafrekening op den begrooingsd'enst 1926 aan te wijzen. De beschikbare begrootingsfondsen laten de betaling lof. sfelten naar zijn "geestvermogens. Dat bil niet normaal was. vond volgens verdachte zijn oorzaak in het feit, dat hij meerdere jaren gedurende den oorlog in de Duitsche gelederen te Verdun had gevochten. Het O. M., waargenomen door mr. dr. P- Rieter, achtte dc feiten bewezen en eischle tegen elk hunner een gevangenisstraf van drie jaren. Mr. P. Tripels pleitte clementie. Uitspraak over 14 dagen. Op 1 Februari 1927 werdén 7499 wedu- wenrenten en 8717 weezenrenten krachtens de Invaliditeitswet genoten, terwijl op ge noemden datum k-achts art. 373 dier wet 56.843 personen in het genot verkeerden van een als vrucht hunner verzekering ver kregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Voorts genoten 15.791 personen een in- vaiiditeitsrente als bedoeld in art. 71 dier wet. Krachtens de vrijwillige verzekering, ge regeld in de Ouderdomswet 1919, waren op vorengenoemden datum 110.187 personen in het genot van een als vrucht hunner ver zekering verkregen ouderdomsrente van drie gulden per week. Tot dusver hebben zich te Amsterdam een kleine honderd werkloozen opgegeven, die als vrijwilligers naar de Drentsche werk verschaffing willen gaan. Eiken dag komen er nog eenigen bij. De vrijwilligers komen zoowel uit de groote groep cTisis-werkloo- zen, als uit de door het Burgerlijk Armbe stuur ondersteunden. Met wie de proef ge nomen wordt, is nog niet vastgesteld. Eerst zal nagegaan worden, wie geschikt is. Ook het overleg met de vakcentrales moet nog plaats hebben. Voor de Roermondsche reebthnnk stond terecht de in het Huis van Bewaring gede tineerden J. de H., geboren te Heer'en en G. R., een Duitscher. Omstreeks het begin van Februari had den beiden, terwijl de bewoners uitstedig waren, zich in een villa te Venlo gratis logies verschaft. Beiden waren aldaar bin nengedrongen en hadden er eenige prettige dagen doorgebracht. Er werd goed gegeten en gedronken, terwijl men ook nog gebruik had gemaakt van de garderobe van den heer des huizes. Thans verschenen beiden voor de recht bank. Zij bekenden het hun ten laste gelegde. Verdachte De H. meende dat hij niet toerekeningsvatbaar was en verzocht aan de rechtbank, een onderzoek te wijlen xh- De Minister van Binneniandsche Zaken en Landbouw heeft bepaald, dat in het geheele Rijk; a. het zoeken, rapen en builen openbare wegen en voetpaden vervoeren van eieren van kemphanen, wulpen, scholeksters, grutto's, tureluurs, meerkoeten en water hoentjes, is toegestaan tot en met 28 April 1927; b. het ten verkoop in voorraad hebben, te koop aanbieden, verkoopen, afleveren en langs openbare wegen en voetpaden ver voeren van eieren van het onder a genoemde waterwild, is toegestaan tot en met 30 Apri! 1927; c. hel zoeken, rapen, ten verkoop in voor raad hebben. Jen verkoop aanbieden, ver koopen, afleveren of vervoeren van eieren van wilde eenden en ander waterwild dan genoemd onder a. niet is toegestaan. AMSTERDAM, 9 Maart Vee 1 er vee markt waren heden aangevoerd 285 vette kalveren, le soort f 0 90100, 2e soort f 0 70 0 90, 3e soort f 0 550 70 per kg lev gew 164 nuchtere kalveren, f 612 p.st 420 Hollandsche, overz en Geldersche var kens, le soort 7778 ct, 2e soort 7677 ctvette varkens 7074 ct per kg slacht- gewicht AMSTERDAM, 9 Maart Aardappelen (Bericht v/d mak Jac KnoopZeeuwsche Bonten f 5 255 50, id blauwen f 5 20 5 50, id Bravo's f 55 25, id Roodstar f 4 75—4 80, id Eigenh f 55 25, id Eigen heimer poters f 3 503 75, id blauwe poters f 3 253 50, id bonte peters f 3 253 50, IJpolder bravo's f 5 255 40, Noord-Koll Eigenh f 4 504 75, oid Rcode Star f 4 50 4 75, Anna Pauwlowna Zand f 56, id Roodstar f 4 504 75, Hillegommer Zand f 56, Friesche Borgers f 4 804, alles per hl Winter Malta f 1314 per 100 kg 's-GRAVENHAGE, 8 Maart. Na;r Enfe- land werden in de afgeloopen week uit Neder land verzonden 5.666.400 eieren. MAASTRICHT, 9 Maart. Botermijn. Aanvoer 129.300 kg. Hoogste prijs f 2.13, middenprijs f 2.07, laagste f 1.97. WOERDEN, 9 Maart. Kaas. Ter markt waren 40 partijen. Prijzen Goudsche f 44— 48, rijksmerk le s. f 4951, s. f 46—48. Handel matig. Ofschoon de Britsche regeering hel met ingenomenheid zou begroeten, als Frankrijk en Italië, indien dit nog mogelijk was, wer den betrokken in de vlootbeperkingen, door Washington voorgesteld, zal Brittannië, blij kens bericht van den Britschen draadloozen dienst, deelnemen aan de drie mogendheden bijeenkomst, zoodra er een den drie mogend heden schikkenden datum kan worden vast gesteld. De Britsche minister van Marine, heeft gistermiddag een belangrijke verklaring afge legd in het Lagerhuis met betrekking tot de uitnoodiging, de president Coolidge heeft gezonden voor een conferentie omtrent de bewapening ter zee. Hij zeide, dat de regee ring geen schepen voor het Britsche pro gram 1927 op stapel zal zetten, althans niet vóór de laatste maanden van het jaar, wan neer de Uitslag van de conferentie bekend zal zijn. De schépen, die thans in aanbouw zijn, zullen echter worden afgebouwd. Japan is voornemens de uitnoodiging van Coolidge aan te nemen tot het houden eener drie mogendheden-conferentie over dc be perking der bewapening, ning, Stresemann gn Zaliski bespraken de tus schen beide landen hangende commercieele en economische quaesties en stelden, ter goedkeuring door.de beide regeeringen, een plan van actie vast. Waarschijnlijk zullen dc economische onderhandelingen binnenkort worden hervat. Stresemann ontving Briand, Naar verluidt, zou Stresemann gemachtigd worden om, in overleg met de overige Raadsleden, een an deren Canadees lol opvolger van Stephens als lid der regeeringscommissie voor het Saargebied te benoemen. Nopens de instel ling van een internationaal bewakingscorps voor de Saar-spoorwegen zijn beide stand punten dichter tot elkaar gekomen, De Stockholmsche burgemeester Lindha- gen heeft bij den Zweedschen Rijksdag een voorstel ingediend om inplaats van de voor gestelde uitbreiding der vloot met de andere Scandinaafsche staten onderhandelingen te openen over een vermindering der vloten in aansluiting met de totstandgekomen ont wapening van Duitschland, Kardinaal Gasparri heeft een brief geschre ven aan de Fransche bisschoppen, waarin hij mededeeling doet van de voldoening van den Heiligen Vader nopens hun instemming met de leerstellingen van den Heiligen Stoel ten aanzien der Action Franqaise. Volgens de jongste officiëele cijfers zifn er door de aardbeving 2275 personen gedood en 3441 gewond. Er zijn 3606 huizen geheel door brand vernield en 3113 door de aard beving. De keizer en de keizerin hebben 51.000 yen geschonken als steun voor de slacht» otters. Een afdeeling Chineesche soldaten heeft te Woehsuc, ongeveer 20 mijlen boven Kioe- kiang, een Britsch stoomschip genomen. Eeh Britsche destroyer heeft het schip later beneden Hankau aangehouden en het naar die haven teruggebracht, waar de Chince- zen onder escorte in de concessie werden aan wal gezet. Mevrouw Borodin, de vrouw van den sovjetraadsman der regeering van Kanton, 19 (zooals reeds gemeld) te Pockau gevan gen genomen door aanhangers van Tsjang Tsjoeng Tsjang, den gouverneur van Sjan- loeng. Op de sovjetambassado te Peking maakt men zich ongerust, omdat Tsjang Tsjoeng Tsjang weigert met de sovjet-ver tegenwoordigers te spreken en niet toestaat, dat de sovjet-consul in zijn provincie blijft. Men meent te welen, dat den Britschen autoriteiten verzocht is haar bemiddeling le verleenen om de invrijheidsstelling van mevr. Borodin te verkrijgen. In kringen der Noordelijken wordt het bericht tegengesproken, djat Tsjang Tso Lin de executie zou gelast hebben der drie sovjet-afgezanten, die met mevrouw Boro din aan boord van het Russische stoomschip „Pamiat Lenia" gearresteerd zijn. In deze kringen wordt uiteengezet, dat Tsjang Tsjoeng Tsjang, wiens vertegenwoordigers de betrokken Kussen aanhielden, volledige bevoegdheid heeft om in deze quaestie een beslissing te nemen zonder Tsjang Tso Lin te raadplegen. In Chineesche kringen wordt gezegd, dat Tsjang Tsjoeng Tsjang deze drie Russen reeds heeft doen ter dood bren gen als spionnen, die in het bezit waren van zijn militaire plannen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 7