Het verdrag Nederland—Belgie in de Eerste Kamer. VOORTZETTING DER DEBATTEN Om belastingontduiking tegen te gaan. AMSTERDAMSCH NIEUWS» GEMENGD NIEUWS, Een Russisch oordeel ever de ratificatie van het protocol inzake Bess-Arabië. TWfcEDE KAMER. ai Hij ïrok zijn jas uit en me man dee3 niks. Hij wou vechten en zijn meisje 'hield hem vast. „Geef me nou eris een klap op me...." riep hij tegen mijn man en duwde zijn meisje weg. En toen ben ik kwaad ge worden omdat hij zei dat we moordenaars waren...." Waarop de jonge vrouw, die heden terecht stond, den man de klap had gege ven, waar hij zoo op scheen aangedrongen te hebben. „Edelachtbare" zei de eerste getuige, die de klap op zijn wang had gekregen. „Zij lachten altijd als wij ze tegenkwamen. Die keer óók weer. Zij lachten maar en het is niet fatsoenlijk op straat altijd tegen iemand te lachen." En daarop volgde een omslachtige uit eenzetting over het karakter van den lach het was een lach voor eiken dag ge weest en de vele incidenten die vanaf de vroegste tijdrekening reeds hadden plaats gevonden. Daardoor bood getuige aan zóóveel getuigen mede te brengen, dat ons een oogenblik de vrees bekroop, dat deze zaak een soort van Drefusaffaire van den lach zou worden, wanneer niet de politierechter de heele dramatische voor geschiedenis samengevat had in de diepe 1 spreuk: „Enfin, daar was dus het een en ander ean voorafgegaan...." Werd alsnog medegedeeld, dat de klap was gegeven met de rechterhand op de linkerwang, hetwelk andersom geweest zou zijn wanneer de dame in kwestie linksch geweest ware, of wanneer de mishandelde met zijn rug naar haar toegestaan hadde. Verder bleek, dat de beide heeren hun ja: hadden uitgetrokken en dat de wederzijds sche familierelaties aan een minder vleiend» dan wel juiste en rechtvaardige criiieh onderworpen waren geweest. Vóór de klaf althans. „Ik had het idee om weg te gaan", zei de man van de verdachte nog, maar aange zien dat idéé te laat was opgekomen, had zijn idéé weinig vruchtbare resultaten kun nen afwerpen en het deed voor de beoor deeling van de misdaad dus niet ter zake of de man wel eens ideeën had. Het eenigc idéé dat de politierechter aan alle betrokkenen wenschte bij te brengen was, dat men, glimlachend of niet, beter deed elkander op straat te negeeren, welke les aan de verdachte op het specialisteh- tarief van tien gulden of vijf dagen hech tenis kwam te staan. plaats, dat het economisch gedeelte èn zijn uitwegen-regime niet buiten de grenzen der scheidingsregeling gaat. Het tegendeel van beide stellingen staat naar spr.'s inzien vast. De reserve, welke gemaakt wordt, acht men van onschuldigen aard, doch zij houdt feitelijk een gereserveerde pretentie van Belgische zijde in, want Nederland zal Bel gië evenals andere - mogendheden moeten behandelen. Het is niet juist, dat minister Vandervelde de pretentie ontkende. Doch heeft de minis ter gepoogd, de reserve uit het verdrag te doen verdwijnen en, zoo ja, welk antwoord heeft hij toen van de Belgische regeering ontvangen? Als er_ pcriculum in mora is heeft België steeds de reserve voor zich, die in ons nadeel kan worden uitgelegd. Verder vraagt spr, den minister in hoe ver Nederland is accoord gegaan met het oorspronkelijk ontwerp en of daarin iets heeft gestaan omtrent 'n recht van doorvaart van Belgische oorlogsschepen. En is niet in het antwoord van België, dat het zich niet kan vereenigen met een oplossing bin nen het kader van den Volkenbond een réserve van alle rechten van België opge nomen? Wil de minister het volledig ont werp overleggen? Ware het ontwerp aan genomen dan zou de regeering dus de zaak uit handen hebben gegeven. De MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN antwoordt, dat hem van het bestaan van een zoodanige documentatie nooit iets is gebleken. De heer DE SAVORNIN LOHMAN meent, dat ook economisch het verdrag buiten de scheidingsregeling valt. Volgens den Minister heeft gezegd, is het nieuwe Schelderegime in overeenstemming met het internationaal rivierenrecht. Dus blijft volgens den Minister onze souvereini- teit ongerept. Over al of niet strijdigheid met de grondwet wil de heer Lohman niet spreken. Hij erkent, dat deze kwestie dis- putabel is. Wel is een feit, dat wij ver schillende gewichtige bevoegdheden bezit ten, die door ons hier worden gemeen ge maakt of geheel geabandonneerd. Ten slotte concludeert spr. dat het ver drag onaannemelijk is om de onjuiste ver onderstelling, waarvan het uitgaat, n.l. dat Nederland aan België uitwegen moet bezor gen zonder contra-prestatie, die het bij tijd en wijle noodig acht, en voorts onaanne melijk door den onereusen eenzijdigen in houd. Wel wenscht spr. een volledige liquidatie van alle politieke kwesties en daarnaast een verdrag, dat het geheele verkeerspro bleem oplost en op de basis van volledige wederkeerigheid en met afdoening van de kosten-kwestie. Verwerping van dit tractaat is dan aller eerst noodig ook met het oog op de groot- Nederlandsche gedachte, waaraan dit ver drag niet ten goede komt. Of moet het ver drag desondanks worden aanvaard omdat men „Europeesch" moet denken? Een staatsman in ruste heeft het den Minister per telegram verzekerd, doch spr. zou Bis marck willen nazeggen: „Qui parle de l'Europe, a tort". Hierna komt de heer BRIÊT {A. R.) aan het woord, die critiek levert op den vorm van het verdrag. Verder betoogt hij, dat in Nederland steeds zeer weinig belangstelling heeft geheerscht voor de buitenlandsche politiek. Toen de coalitie uiteenspatte, wekte dat groote be langstelling, doch toen Minister Van Karne- beek het verdrag met België onderteekende, bemerkte men in het land niets. Spr. toont met verschillende voorbeelden aan, dat in de buitenlandsche politiek van alle landon de geschiedenis zich steeds herhaalt, in nieuwen vorm. Zoo is de neutraliteit van België in 1839 ingesteld om Nederland te waarborgen tegen een aanval van Frankrijk. België verbond zich tegenover Nederland tot eeuwigdurende neutraliteit. Die neutraliteit geeft voor Nederland on betwistbaar voordeel, Zeer ernstige moei lijkheden heeft Nederland met België nooit gehad. Het territoir van Nederland was met het verdrag door de mogendheden gegaran deerd. Reeds in 1916 heeft België stappen gedaan om de verplichte neutraliteit te doen vervallen. Ook in ons belang was die neu traliteit vastgelegd. Die garantie komt nu voor ons te vervallen. Onze diplomaten hebben, toen België met het verzoek om herziening kwam, niet alles in het werk ge steld cm een remplapant te verkrijgen voor het vervallen der garantie. Daarmee heb ben zij de hoogste troeven uit handen ge geven. Wij zijn niet verplicht de opheffing van die neutraliteit te erkennen. Het schijnt, alsof dé^Nederlandsche pers een wenk heeft gekregen om over de politieke zijde van het v,erdrag zoo weinig mogelijk te spreken, wel ke onderstelling spr. afleidt uit een polemiek tusschen eenige dagbladen, waarin wordt opgemerkt, dat er geen gelegenheid is tot vrije gedachtenwisseling. Hier werd de vergadering verdaagd tot Vrijdagmorgen 11 uur. Ingediend is een wetsontwerp, dat, blijkens de M. van T. ten doel heeft, een einde te maken aan de in den iaatsten tijd hand over hand toenemende parktijken van belastingplichtigen, die door het toekennen- van lijfrenten of andere periodieke uitkee- ringen aan hun minderjarige kinderen be langrijke bedragen aan inkomstenbelasting, vermogenbelasting en verdedigingsbelas ting weten te ontgaan. Het komt voor, dat een belastingplichtige op die wijze meer dan de helft van zijn inkomen aan de Rijksinkomstenbelasting, de Verdedigingsbelasting 11 en de gemeente lijke inkomstenbelasting onttrekt. Zoo schonk in een recent geval iemand met een inkomen van 12.4U0 aan elk zijner vijl minderjarige kinderen een lijfrente 'van 165 per maand, gedurende 12 achtereen- volgenqe maanden waardoor hij kon aftrek ken 9900 en als belastbaar inkomen slechts 2500 overhield. Bij de regeling van zijn aanslag werd de aftrek niet toe gestaan, maar de zaak werd door den be lastingplichtige doorgezet ende Hooge Raad heeft hem in het gelijk gesteld. Na dit arrest acht de regeering het thans noodzakelijk door een wetswijziging aan het hierboven gesignaleerde ergerlijke mis bruik een einde te maken. Door de voor gestelde wijzigingen zal komen vast te staan dat Voortaan ter bepaling van het zuiver inkomen of het vermogen geen aftrek zal zijn toegelaten ter zake van lijfrenten of andere periodieke uitkeeringen door ouders aan hun minderjarige kinderen toe gekend, waar tegenover staat, dat de noodige voorzieningen zijn getroffen om die uitkeer ingen bij het vaststellen van het inkomen en het vermogen van de minder jarigen zelve buiten aanmerking te doen blijven. naast de groote idealen van cultureefen erf humanitairen aard, bovenal ook practische vraagstukken te dienen heeft. Ik hecht er aan als president van deze zitting allen, die aan het hulpwerk en den reconstruc tie-arbeid hebben medegewerkt, mijn op rechten dank tc betuigen De „Izwestja" schrijft over de ratificatie door Italië van het protocol Inzake Bessa- rabië, dat de Sovjet-regcering zich tegen iedere oplossing van een quaestie, die haar rechtmatige belangen raakt, buiten haar om of tegen haar wensch, besjlist zal verzetten. De Sovjet-regeering beschouwt den stap van Italië als een onvriendschappelijke handeling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 7