Het verdrag Nederland-Belgie in de Eerste Kamer. ^uillêtonI Wat zal hij er mee doen? VOORTZETTING DER DEBATTEN. TWEEDE KAMER. GEMENGD NIEUWS. Na de ontploffing in de Hoofdstad. Wat gebeuren kan, wanneer je op een feest gaat. Een onaangename ontdekking. Professor-oplichter. Voor de veiligheid. De Niers alsnog bevaarbaar? Een ernstige ramp voorkomen. Door een spoorwagen overreden. De tweede nota van Coolidge aan Frankrijk. De nieuwe zaak-Rochette. Het Duitsche kabinet keurt de houding van de delegatie goed. Aanslag op een D-trein. De zaak-Delius. Eupen en Malmédv. Opheffing van het alcoholverbod. Litauen en Polen. Garantiepact PolenRusland? De gearresteerde Russen. De intergeallieerde oorlogs schulden. De infuenza in Engeland De Eerste Kamer zette gistermiddag de behandeling van het verdrag Nederland België voort, onder voorzitterschap van baron Van Voo'st tot Voorst. De heer KOSTER (V. B.) vervolgde zijn rede, waarbij hij er op wees, dat op het zijkanaal Smeermaes-Becrmgen-Antwerpen de Belgen voor Belgische schepen andere heffingen kunnen doen dan voor Neder- landsche. Hij licht het nadeel daarvhn met enkele voorbeelden toe. Nederland zal daaraan niets kunnen doen en het is een betreurenswaardige leemte in het verdrag dat die mogelijkheid niet is voorzien. Bovendien bestaat het gevaar, dat het gebied Maastricht-Smeermaes de zgn. en clave niet alleen economisch bij België wordt getrokken, maar bij België achter gesteld wordt, als ware het een schatplich tig gewest. Daarbij de manier, waarop Ned. schippers in België worden behandeld, doet vreezen, dat de Belgische vrijmoedigheid ten deze groote afmetingen zal aannemen. De moge lijkheid van deze ongelijkheid van behande ling der wederzijdsche belangen is een van spr. bezwaren tegen de Limburgsche kanaal plannen, Overeengekomen is, dat beide laaden bepalen, het kanaal Luik-Maastricht zcodanig te verruimen, dat het geschikt wordt voor schepen van meer dan 1000 ton. Daardoor is België er zeker van, dat het kanaal Luik-Maastricht en ook het gedeelte tot Smeermaes op elke gewenschte breedte en diepte zal worden gehouden. Daartegen heeft Nederland niet het recht ten aanzien van het Belgisch kanaalvak Lixché-Petit Lannoye. Dan een derde bezwaar tegen de kanaal plannen is het aftappen van de Maas. Meer water van de Maas is aan België toegewezen dan aan Nederland. Aan de hand van verschillende technische bereke ningen en tabellen, zet spr. dit nader uiteen De vraag dringt zich op of de minister wel voldoende rekening heeft gehouden met het verdrag van 1863 waarvan de bepalingen aanmerkelijk verzwakt zijn en of voldoende technische voorlichting niet heeft ontbro ken. Op geen enkele wijze heeft Nederland zijn rechten vastgelegd ten aanzien van af tapping van water voor zijn eigen kanalen. De watervoorziening van het Julianakanaal kan groote moeilijkheden meebrengen. Al deze bezwaren nopen spr. zijn stem tegen het verdrag uit te bréngen. De heer WESïERDlJK (V.D.) kan zich volkomen bij de woorden van den heer Polak aansluiten, waar deze zeide, dat hij niet door eenige animositeit jegens België geleid wordt. Maar dit wil niet zeggen, dat spr., ziel? zoo maar in vol vertrouwen in de armen van België zou willen werpen. Het is onbe grijpelijk, hoe de regeering tot zóó vergaan de concessies tegenover België bereid is gevonden. Spr. begrijpt niet hoe de regeering de belangen van ons land dermate heeft kun nen achterstellen bij de Belgische en die kunnen opofferen aan de ongehoorde eischen van een overmoedigen nabuur? Het Neder- landsche vclk is het Belgische niet ongene gen en wordt allerminst door jalousie ge leid, Het weet heel goed, dat het er beter aan toe is met een koopkrachtigen nabuur dan aan een verarmde. Antwerpen kome daarom tot bloei maar niet te onzen koste. Daarbij herinnert spr. aan de voor ons vernederende wijze, waarop in Februari 1919 door minister Hijmans de verdragsherzie ning werd ingeluid. En al heeft op territoriaal gebied de Ne- derlandsche regeering de overwinning be haald, op economisch gebied is zij volledig verslagen. En bij dat alles is zij geheimzin nig te werk gegaan. Spr. herinnert in dit verband aan het mvsterieus gedoe met de adviezen van Ged. Staten. Intusschen wil spr. de grieven, die België heeft tegen het oude verdrag, gaarne weg nemen, doch dan cp den voet van gelijkheid vrijheid en reciprociteit, niet ten koste van een der beide partijen. Spr. beziet voorts nog enkele onderdeden van het verdrag, in de eerste plaats de Schdde. Als er één punt is, waarop wij moeten toegeven, dan is het dit. Want de Schelde is voor België veel belangrijker dan voor ons. Aan een beheerscommissie zal men moeilijk kunnen ontkomen, doch deze commissie zou geen bevoegdheid mo gen hebben onze oevers aan te tasten. Wanneer dit noodig geacht werd, zou nieuw overleg noodzakelijk zijn. De arbi trage zou veiliger thuis zijn bij het Perma nente Hof van Internationale Justitie. De reserve-bepaling omtrent de oorlogsschepen zal Eelgië moeten terugnemen. De verkla ringen van Vandervelde zeggen spr. niets, die staan niet in het verdrag en hebben niet de minste rechtskracht. België wenscht onze souvereiniteit op de Schelde uit te hollen, om zich die souvereiniteit later toe te eige nen als het er kans voor ziet. Achterdocht, zal men zeggen. Ja, helaas, gerechtvaardig de achterdocht, onvermijdelijk voortvloeien de uit de voorgeschiedenis van dit allcr- jammerlijkst oorlogskind. Waarschijnlijk zal alleen het kanaal Ant werpenMoerdijk worden aangelegd. Dit desideratum is eerst na den oorlog op den voorgrond gekemen. In 1912 is dit kanaal door België niet eens genoemd, toen onze regcering België vroeg, welke voorwaarden het stelde voor medewerking tot de gemeen schappelijke kanalisatie LuikMaastricht. Kan de minister hier licht ontsteken? Op zichzelf zou tegen dit kanaal, het greotste ter wereld voor de binnenvaart, geen be zwaar bestaan, als het ons maar geen na deel bezorgde. En spr. hecht meer aan het oordeel van alle zakenmenschen, die hebben geadresseerd, dan aan het advies van eeni ge adviseurs van de regeering. Vlij bewerkt naar EULLWER LYTTON'S „What will he do with it", door ]OS. P. H. HAMERS. 13 „Hij voedde u op, denk ik. Hebt ge geen rader of moeder?" „ïk heb niemand anders dan grootva- fcr." •Hebt ge altijd bij hem gewoond?" vroeg Jonel. „0 neen, ik was bij juffrouw Crane tot grootvader in Engeland kwam en mij af haalde en bij hecle vriendelijke menschen bracht. En toen grootvader dat ongeluk kreeg, ben ik bij hem gekomen en sedert dien tijd zijn we altijd bij elkaar geweest." „Was juffrouw Crane geen familie van U?" „Ik denk van n:et, want zij was niet lief voor mij en ik was zeer ongelukkig bij haar. Maar p-aat daar maar niet over. Dat is nu vergeten. Ik denk alléén graag aan den tijd, toen grootvader mij op zijn schot nam, en mij zeide, dat ik een goe^ kind moest zija en hem liefhebben. Sedert dien tijd ben ik altijd gelukkig geweest," De heer v. d. BERGH (V. B.) betoogt, dat hij uit zijn betoog zal laten vervallen het geen men reeds van andere sprekers heeft gehoord. Hij begint met waardeering te be tuigen voor het sverk van dezen minister te Parijs in 1919, toen de allerhoogste belangen van ons land op het spel stonden. Dien hem toekomenden lof wil spreker als tegenstan der van het verdrag, den minister niet ont houden. Dan begint spr. met te wijzen op de ge weldige actie, die ons volk tegen dit verdrag voert. Kamers van Koophandel, scheepvaart kringen hebben geadresseerd, 50.000 Zeeu wen hebben gepetitionneerd. Ons volk staat verbijsterd en het verzet bij de vlootwet is er slechts kinderspel bij. Het volk schijnt eerst nu tot het besef te zijn gekomen van de omvangrijke gevaren, die dat verdrag voor ons met zich brengt. De last, dien wij op ons nemen, zal voor onze kinderen en kindskinderen ondraaglijk zijn. De minister heeft een gevaarlijke methode gevolgd bij de totstandkoming van dit verdrag. De voorbe reiding heeft de betrokkenen uitgesloten. Ware de betrokkenen over de voornaamste onderdeden gehoord, het verdrag ware in dezen onaannemelijken vorm nooit tot stand gekomen. Indien het verdrag wordt verwor pen, zal de minister slachtoffer zijn van zijn eigen systeem, dat niet meer van dezen tijd is, In de 40 jaren, dat spr. als president directeur van een groote handelsonderne ming in aanraking komt met financieele en handelskringen in het buitenland, heeft hij nooit een geval ontmoet als dit, n.l., dat een minister van buitenlandsche zaken de ge- heele zakenwereld unaniem tegen zich vindt. Denkt de minister werkelijk de argumenten der kooplieden te kunnen weerleggen? De minister moet zoo verstandig zijn te erken nen, dat hij ongelijk heeft. Als men nagaat, hoe minister v. Karnebeek te Parijs het po litieke terrein meester bleef, dan is het een psychologisch raadsel, hoe dezelfde mi nister op economisch terrein zóó slap en zóó toegevend kon zijn. Zelfs het Moerdijk- kanaal, dat op het laatste oogenblik ontdekt werd, heeft hij toegestaan. De minister heeft aan de economische zij de van het verdrag niet voldoende aandacht geschonken en geheel ten onrechte. Want de economische belangen zijn onverbrekelijk aan de politieke verbenden. Hier breekt de heer v. d. BERGH zijn rede-af, waarna de vergadering verdaagd wordt tot Woensdagochtend 11 uur. De Tweede Kamer der Staten-Generaal vergaderde gistermiddag onder voo~zitter- schap van Jhr. mr, Ruys de Beerenbrouck. Door den voorzitter werd medegedeeld, dat een verzoek is ingekomen van den heer L.- de Visser, om in verband met., een lichte ongesteldheid van dit lid, zijn interpellatie over het zenden van den kruiser „Sumatra" naar Shanghai, tot een nader te bepalen datum uit te stellen. Spr, stelt voor de interpellatie thans van de agenda af te voeren teneinde haar op een nader te bepalen dag te houden. Verder deelt spr. mede, dat het zijn voor nemen is de Kamer in de gelegenheid le stellen zich neg eenige dagen voor te be reiden op de behandeling van het wetsont werp inzake de Naamlooze Vennootschap pen. Spr. wil daarom zoodra de Kamer aan dit punt van de agenda toe is, de vergade ring schorsen tot a.s. Dinsdag. Aldus werd besloten. Daarna we d voortgezet de behandeling van de wijziging der Land- en Tuinbouw- Ongevallenwet 1922. De heer VAN VOORST TOT VOORST (R.K.) betoogde, dat het bedrag van 25.000 voldoende moet worden geacht als vergoe ding voor administratiekosten. De Bcdrijfs- vereenigingen moeten den waarborg hebben dat zij niet meer dan de vastgestelde kosten zuilen behoeven te betalen. Op die voor waarde hebben zij medewerking toegezegd. De schatting van de administratiekosten was vijf jaren geleden het genoemde bedrag en spr. kan zich niet voorstellen, dat sinds dien de toestand zoodanig zou zijn veran derd, dat thans een bedrag van 125.COO noodig zou zijn. AI zegt de Minister dat dit als maximum is bedoeld. Bij krachtige door zetting van de bezuinigingsvoorstellen zal blijken, dat 25 mille voldoende is. Ook dc heer VAN RAPPARD (V.B.) had bezwaren. Sp-. acht geen reden aanwezig om de vergoeding voor administratiekosten te verhoogen. Met enkele voorbeelden toont spr. aan, dat de onkosten voor de eenvou dige bedrijven buitengewoon gering zijn. Spr. kan zijn stem aan dit we.soutwerp niet De heer EDELS (V.D.) dient daarna de volgende motie in: „De Kamer, van oordeel, dat de kosten van uilvoering en controle der landbouw- ongeval.enwet, bedoeld in art. 1 van het Kon. besl. van 8 Nov. 1924 behoeven ti worden gedragen door het Rijk, gaat over let de orde van den dag. Dc heer BfEREMA (V.B.) zet uiteen, da. de bedrijfsvereenigingen het voornaam ste werk van de uitvoering der landbouw- cngevallenwet hebben te verrichten. Zij hebben steeds gemeend, dat het bedrag van 25.900 als vergoeding voor admi- nis ratiekostcn een maximum was. Daarbij merkt spr. cp, dat bijna de helft van de opbrengst der premies van de land bouwers wordt opgeslokt aan administra- iiekos en. Ook spr. zal zijn stem aan dit wetsont werp niet kunnen geven. De heer nlEiviSl i<A {S.Dd acht de motic-Ebe's inconsequent en onjuist. Ook hij zal voor het ontwerp stemmen; slechts wil hij de rechtspraak niet ten las'c van de bedrijfsvereenigingen laten komen. De heer SNOECK HENKEMANS (C.H.) betoogt dat het niet gaat om kosten die nog gemaakt moeten worden, maar die reeds gemaakt zijn en die werden voorge schoten door de Rijksverzekeringsbank. De mo ie-Ebels is nauwelijks ingediend en kan hans nog niet ten volle worden be oordeeld. Het is gemakkelijk om te zeggen, dat de Staat de kosten maar moet beta len maar zoo eenvoudig s'aat de zaak niet. Spr. is dan ook tegen de motie. En wat het hooge bedrag der kosten be treft, merkt spr. op, da' althans per ver zekerde de kosten gering zijn. Daarom meent spr,. dat het ontwerp be hoort te worden aanvaard. De_ heer J. B. VAN DIJK (R.-K.) merkt op, dat niet voldoende in het oog is ge houden, dat de administratiekosten bekno ren te worden gedragen door de belang- hebben. Spr. is tegen de motie-Ebels. De heer KERSTEN (St. Ger.) herhaalt, clat hij verzekering in strijd acht met zijn beginsel. In geen geval zal hij ins emming betuigen met een verhooging van verzeke- rings'asten, als bij dit ontwerp wordt voor gesteld. De heer DECKERS (R.-KJ meent, dat niet volkomen is komen vast te staan, dat hetgeen door do Rijksverzekeringsbank met be'rekking tot de landbouwongevalienwet werd verricht noodzakelijk was, en even min, dat die verrichtingen niet goedkoo- per kunnen geschieden. Slechts indien een en ander werkelijk noodig is, kan spr. er mee instemmen dat de kosten werden ver haald op de bedrijfsvereenigingen, Spr. geeft den heer Ebels in overweging, diens motie in te trekken, daar zij niet is voorbereid. De heer BRAAT (PI. BJ ziet niet in, waarom de kosten nu juist alleen op de werkgevers moe en worden verhaald. Spr. zegt, dat deze wet aan de Kamer is opge drongen door minister Posthuma. Spr. heeft haar niet gewild en hij zal ook stemmen te gen de verhooging van het bedrag der ver goeding. De minister van Arbeid. H. en N„ dr. SLOTEMAKER DE BRUINE, antwoordt dat de Rijksverzekeringsbank bij het depar tment fcii herhaling op verhooging van het m-ximumbedrag der vermoeiing heeft aan gedrongen, omdat de practijk heeft uitge wezen, dat het onvoldoende was. Inderdaad is er een zeker conflict tus- rohen do betreffende wet en het K. B. van Nov. 1924. Voor het oogenblik hebben we echter het feit 'e aanvaarden, dat er een lek is dat gedicht moet worden. Hiertoe is de wets wijziging voorgesteld. De mot'e-FKUfi wordt met 59 tegen 5 stemmen VERWORPEN. Bij art. 1 van het ontwerp verdedigt de heer VAN GIJN (V.B.l een amendement om hc' maximum te stellen oo 90.000 in plaats van op 125.000. zulks op grond, dat de Regeering zelf erkent, dat de be drijfsvereenigingen volgens het K. B. van 8 Nov. 1924 met 35 mille te veel belast werden. De. heer LOVINK (C.H.) verdedigt een amendement om te bepalen, dat alvorens een nieuw K. B. ten aanzien van deze wet uit te lokken, de Raad van Toezicht moe1 worden gehoord. Mmistrr St OTEMAKER DE BRUWE zou bereid zijn het amendement-van Giin over te nemen, indien het bedrag op 110 mille wo-d' gesteld. Hij licht n.l. toe, dat bij de indiening wordt van het wetsontwerp de '-osten nog riet zoo precies waren ingedeeld. Nu an echter wel gezegd worden, dat de administra'iekosten niet meer dan 100.000 hebben bedragen; voor de toekomst zou snr echter de grens op 110 mille kunnen stellen, De amendement-Lovink wordt door spr. overgenomen. De heer VAN GIJN handhaaft het be drag, genoemd in zijn amendement, dpt daarop, met 57 tegen 10 stemmen wordt aangenomen. Art. 1 wordt z.h.st aanvaard. Een amendement-Van den Heuvel om de terugwerk°nde kracht van het ontwerp niet to' 1025, doch tot 1°26 te laten gaan. wordt, nadat de MINISTER het heeft ont- -ad-m en nadat de heer SNOECK HENKE MANS namens de comm'ssie van rappcr- 'eurs verklaard heeft. d-R deze is vóór aanneming omdat de wijzi^in^ der wet reeds zoo langen tijd hangende is, bij zit ten en opstaan met algemeene stemmen aangenomen. He' geheele ontwerp wordt met 44 te- gpn 23 stemmen aanvaard. Eenige kleine-e wetsontwerpen worden daarna zonder discussie aangenomen. Daarna is aan de orde het wetsontwerp houdende n'dere voorschriften ten aan zien van de i>i oef'ning der geneeskunst. De beer BEUMER (A.-RJ erkent, dat bet wetsontwe-p eenige verbeteringen brengt, p.m. doordat het maximum der boete is te- "-u^gebraoht van f 3009 tot t 2000, Daaren tegen acht spr. het een fout, da» het lid maatschap van het tuchtco'lege wordt co-mgesteld voor vrouwen, bet-teen in strijd' is met de bes'aande uitsluiting van vrouwen van de rechtspraak. De hoofdzaak is evenwel de vraag of het wetsontwerp noodig is en of er vo'do"udc ''rond is voer dit ingrüoen van den Staat m de tucht in de me-'ische wereld. Spr. die nog voldoende vertrouwen in dc me dici heeft al zijn er ongunstige uitzon deringen ach' dit inrt-ijt>en van den Staat niet noodig en hij zal daarom tegen het ontwerp stemmen. Bil art, 3 verdedig' mevr. DE VRIES BRUINS namens de büzon-dere commissie een amendement om in te lassc'nen een art. "bis, waarbij ook de t~n ■'heelkundigen be doeld in de wet van 30 Dec. 1926, in deze wet worden betrokken. De heer BEUMER (A.-R.) be'oogt, dat door dit amendement de wet nog minder aanvaardbaar wordt. De MINISTER ontraadt de aanneming van het amendement. De voorzi ter acht, mede met het oog op het vergevorderd uur, aanhouding gc- wenscht. Daarna wordt de vergadering te half ze' verdaagd tot Dinsdag 22 Maart te één. uir' Twee huiszoekingen. Eenige boeken worden in beslag genomen. Het justitioneel onderzoek naar de oor zaak van de geweldige ontploffing op de Heerengracht te Amsterdam is thans in vol len gang. Gistermorgen heeft de Justitie bij de di rectie van een veilinggebouw mitsgaders in de particuliere woning van den directeur huiszoeking gedaan en aldaar eenige boeken de N V filmmaatschappij „Emelka" betref fende, in beslag genomen. Omstreeks kwart over tien vervoegden zich aan het bedoelde gebouw de substituut officier van Justitie, mr. Wolfson, de rech tercommissaris, mr. Swagerman, commissaris Heeroma van het bureau St. Pietershal, in specteur Joosten, benevens eenige recher cheurs en verzochten eenige commercieele boeken te mogen inzien. Aan dit verzoek werd onmiddellijk gevolg gegeven, waarna in beslagneming volgde Dit optreden van de Justitie is het ge volg van het feit, dat de N.V. Emelka den directeur van 't veilinggebouw verzocht had zich financieel in de fil nonderneming te wil len interesseeren. De directeur stelde daar tegenover het verzoek de boeken dan te mogen inzien, wat toegestaan werd. Zoo kwam het, dat de bedoelde boeken, o.a. een groot boek, niet in het perceel Keizers gracht waren, toen dit door de ontploffing vernield werd. In deze inbeslagneming, zoo verneemt de Tel., ligt zeer zeker geenerlei aanwijzing, voor eventueele kwade trouw. Zij heeft slechts ten doel de gegevens van de Jus titie omtrent den finantieelen toestand der N.V. Emelka te completeeren. Deze onder neming is een filiaal van een Duitsche film fabriek en bestaat sinds eenige jaren te Am sterdam. Ter sprake was gekomen de kan toren en het magazijn op de Hcerengracht 385 te verplaatsen naar het veiling- en kan toorgebouw, dat hierboven wordt bedoeld. Voorts zijn nog meer trommels met films, die in den kelder moeten hebben gelegen, opgegraven. Verschillende films zijn niet verbrand, doch verkeeren ten gevolge van het water in een brei-achtigen toestand. De deskundigen vinden het onbegrijpelijk, dat, toen de familie te ongeveer kwart over vier het huis had verlaten, niemand een brand- of gaslucht heeft geroken. De heer De Palbian Verster zelf vestigde de aan dacht op een Salamanderkacheltje, dat in het sousterrain stond, dus boven den kelder, waarin de films lagen en waarin, volgens zijn verklaring, gedurende vier en twintig uur niemand geweest was. Hij achtte het niet onmogelijk, dat het kacheltje door den vloer was gebrand. Dit nu wordt door de deskundigen niet waarschijnlijk geacht, omdat het niet goed denkbaar is, dat een kachel in een half uur tijd door den vloer brandt. Deze was ander half duim dik en van hard hout. De naden, zoo is bij het ruimen van de ruïne gebleken, zaten vast aaneen. Onder de kachel en over den geheelen vloer was de grond met zeil bedekt. Dit is op sommige plaatsen onver- brand gevonden. Daarentegen is dc onder kant van den vloer, dus de zoldering van den kelder, aangebrand. Nooit te voren was gaslucht geroken en toch moet het huis vol gas gestaan hebben, daar anders de explosie niet zoo hevig had kunnen zijn. De brandweer verklaarde, dat uit den linkerhoek van het huis. dat is het gedeelte bij het gangetje, een stuk was weggeslagen. Dat klopt met de verklaring van den heer Kruse, die, voor het huis staande, een onploffing waarnam, die zich een uitweg baande via de luiken en rui ten van het sousterrain. Vandaar, dat de lui ken schuin omhoog werden gedreven en met de gordijnen in de takken der boomen ble ven hangen. Niet onwaarschijnlijk is, dat de brand op 287 is ontstaan, doordat van dit dak dc pannen werden weggeslagen en brandende voorwerpen in de onbedekte vliering terechtkwamen. Ook is een onderzoek ingesteld naar de brandbaarheid van de films, welke de „Emelka" van haar fabriek betrok. Maandagnacht heeft men zich te Amster dam door opensluiting toegang verschaft tot 'n verlofzaak in de Commelinstraat aldaar Dc houder er van was niet thuis en be vond zich op een feest. Bij zijn thuiskomst bemerkte hij, dat iemand zich een aantal juweelen had toegeëigend. Hierbij waren platina sieraden met briljanten bez.et, gou den sieraden benevens een partij tafelzil ver. Dc waarde bedraagt ongeveer 2000. Teen de landbouwer G, v. d. D., te Som- melsdijk, Maandagmorgen eenige betalingen zou doen, kwam hij lot de ontdekking dat zijn geld, dat in een porteieuille in een kast opgeborgen was geweest, verdwenen v/as. Aanvankelijk dacht hij het geld bij zich gestoken en verloren te hebben, doch bij nader onderzoek bleek, dat ongewensch- te gasten gedurende zijn afwezigheid Za terdag- of Zondagavond een bezoek aan zijn woning hadden gebracht en het geld hadden meegenomen. De dief of dc dieven zijn achter de woning door een raam bin nengedrongen en hebben vervolgens de kast met een valschsn sleutel opengemaakt. De vermiste som bedraagt bijna 900. Het politie onderzoek is in vollen gang. Veel geschrijf in de Italiaansche dagbla den heeft, gelijk bekend, verwekt, de ,,1'uomo, che smarri se slesso", dc man, die zichzelf verloor, 't Was, zooals men nog weten zal, een man ïn het krankzinnigen gesticht van Turijn, die zich niets meer van z'n vroeger leven herinnerde en ook niet wist, wie hif was. Hij werd na veel confrontaties door zijn vrouw, familieleden en vrienden herkend als een vroegere filosofie-professor Canella van Verona, Nu blijkt echter, naar de „Msb." ver neemt, dat hii niets anders is dan een oplichter, zekere typograaf Bruner, die reeds lang, n.l. sinds 1922, door de politie gezocht werd. Hij heeft een opvallende ge- li'kenis met prof. Canella, die in 1916 een slag in Macedonië als Italiaansch officier meemaakte en van wien men sindsdien riets meer vernam. De vrouw van Canella, die buiten zich zelf was van vreugde over het terugvinden van haar man, heeft een vreeselijke ont goocheling beleefd. De wachtpostwoning die, bij den beken den or.bewaakten overweg van den Rijks straatweg naar Heerenveen, het uitzicht be lemmert, zal afgebroken worden. Verschil lende gemeenteraden hadden dit aan de Ned. Spoorwegen verzocht. Naar de „Limb. Koerier" verneemt, zijn de plannen tot bevaarbaarmaking van ds rivier de Niers nog niet van de baan. Des kundigen hebben omtrent de werkzaamhe den tot bevaarbaarmaking ervan een rap port opgesteld dat. wanneer ook van Duit sche zijde een dergelijk rapport is versche- „Gij zijt een lief, goed kind," zei Lionel en ik wenschte wel, dat gij mijn zusje waart." „Wanneer uw grootvader," zoo liet de schilder zich weer hoo~en, „die verbazende som niet dat ik er berouw over heb van mij gekregen heelt, dan zou ik toch wel eens willen vragen: wat zal hij er mee desn? Maar, omdat hij zeide, dat het een geheim was, mag ik u niet uithooren." „Wat hij er mee doen zal?" riep Sofie, ,dat zou ik ook wel willen weten. Maar het is mij onverschillig wat het is, zoolang grootvader en ik bij elkaar blijven." Op dit oogenblik kwam Waife thuis er. vroeg vroolijk: „wei, hoe gaat het met de schilderij?" „Dat gaat nog al voor een eerste séance," antwoordde Vance; „zij moet nog twee maal poseeren." „Heel goed, maar.... maar,"hier trok de acteur den schilder ter zijde en fluisterde; ,,lk vrees dat ik overmorgen werkelijk het geld noodig zal hebben; het is een gelegen heid, die nooit terugkomt; ik zou die gaar- .le aangrijpen," „Ik zal u nu het geld geven," zei Vance. „Ik dank u, mijnheer; ge zijt nu toch wel iverluigd, dat wij niet zullen wegloipen vletv/aar? Ik maak van uw vriendelijkheid gebruik; ik ben dan zeker van mijn zaak." Met verbazende vlugheid liet de schilder drie goudstukken ia de hand van den ouden man glijden, want, hoewel spaar zaam, was hij op zijn tijd vrijgevig. Hij was een voorzichtig man, maar niet gierig. Bo vendien was hij, op oogenblikken dat zijn gemoed geheel van zijn kunst vervuld v/as, minder gehecht aan de waarde van het geld. Daarop keerde hij naar zijn ezel te rug en joeg lachend Lionel en Sofic weg, die de gelegenheid hadden waargenomen om naar het doek te kijken. „Gij hebt haar in 't geheel geen recht laten wedervaren; alle trekken zijn over dreven," verzekerde Lionel, op verwijten den toon. „En gij verbeeldt U nog wel te kunnen schilderen," antwoordde Vance minach tend, terwijl hij een kleed over het doek wierp. „Morgen, op hetzelfde uur, mijn heer Waife. Lionel, krijg uw hoed en ga meel" Vance nam het doek weg en Lionel volgde langzaam. Sofie zag hen door het open venster na, terwijl de jongelieden langzamerhand uit haar gezicht verdwenen. Waife strompelde door de kamer en wreef zich in de handen. „Het zal met hem gaan," mompelde hij vergenoegd; „ik heb het altijd wel ge. dacht." Sofie keerde zich snel om. „Met wlen zal het gaan, grootpa? Met den jongeheer? Wat zal met hem gaan?" „Den jongenheer? Alsof ik aan hem dacht! Neen, met onzen metgezel; ik ben al dien tijd bij hem geweest. Een verwon derlijke aanleg! „Leeft het dan?," vroeg Sofic droevig. „Oi het leeft? Dat zou ik denken." „Dat spijt me erg; ik weet dal ik er niet van houden zal." „Tut, tut lieveling, ge weet niet wat ge zegt; geef me mijn pijp. Ik ben gelukkig." „Dan hen ik het ook grootpa en ik zal er wél van houden." TIENDE HOOFDSTUK. Den volgenden dag werd de zitting her vat, maar Waife ging niet weder uit. Wan neer de looneelspeler wilde, dan kon hij Zeer onderhoudend zijn, niet zoozeer door hetgeen hij zeide, als door de wijze waarop. Hij was een wonderlijk mengsel van de grootste contrasten. Van hel cene uiterste tot het andere overgaande, sprak hij nu eens op een vertrouwelijken, gemcenzamen toon en niet zonder waardigheid, als hun gelijke in stand, hun meerdere in jaren, dan weder op eens nederig, alsof hij de vrijheid bijna niet durfde nemen om hen aan te spreken. Nu eens sloeg hij over tot trotsch- lieid, om een oogenblik later, als werd ïem die inspanning ondragelijk, in den toon van zachtmoedige neerslacht'ghcid te ver vallen. Meestal echter waren zijn stem ming en zijn gesprekken gezellig, levendig en vroolijk. Zijn oorspronkelijk karakter was ongetwijfeld dat van een vroolijken humorist, wiens geest in hoogc mate vat baar was voor indrukken van buiten, en die tevens bijwijlen een kinderlijken een voud verried, even als sommige geleerden. nen, openbaar zal worden gemaakt. Men wil hier de zaak niet vooruitloopen. Het van Nederlacdsche zijde opgemaakte rapport spreekt voorhands alleen van be vaarbaarmaking der Niers van Goch tot aan de monding van de rivier te Gennep. Door deze voorgestelde verbinding te water verwacht men, dat kanaliseering over dit gedeelte reeds loonend zal zijn. Later zal dan nog het bovengedeelte der Niers on» derhanden genomen kunnen worden. Het nut van automatische sprenkelaar» Arbeiders in de mik- en duivelszaal der textielfabriek Gerb. Jannink en Zn. te En schede, ontdekten gistermorgen een klein vlammetje in de daar aanwezige ruwe ka toen. Met een paar emmers water trachtte men het vuur te blusschen, doch het had zich in een ommezien reeds over de afdee- ling voortgeplant. Door de warmte begon nen de automatische sprenkelaars te wer ken, zoodat gevaar voor uitbreiding reeds direct geweken was. De brandweer, die met groot materiaal spoedig ter plaatse was, be hoefde slechts de losse brandende katoen, die in groote hoeveelheden naar buiten werd gehaald, te doven. De brandschade is gering, doch het ge bouw staat beneden geheel onder water. Op het goederen-emplacement te Deven ter is een rangeerder door een spoorwagen overreden. Hij werd ernstig gewond; een zijner voeten moest worden afgezet. Briand heeft den ministerraad het tweede memor-ndiun nopens de ontwapening ter zee voorgelegd. De Raad zal zijn onderzoek in de vol gende zitting voortzetten en zijn stanipun' vaststellen ten opzichte van het ontwerp en t woord van Briand. Het socialistische Fransche Kamerlid voor de Isère, Ghastanet, heeft naar aan leiding van de nieuwe zaak Roche'te een verzoek ingediend om de regeering te in- ternelleeren over de maatregelen welke zij denkt te nemen om, de spaargelden van het publiek en het crediet van den Staat te beschermen tegen een zwerm verdachte fi nanciers en bankiers. Hij is van plan, de regeering denkbeelden en zelfs co-ncre e voorstellen aan de hand te doen. De slachtoffers van Rochet e behben een vereenUing gevormd om hun belangen te verdedigen. Gisterenmiddag heeft dr. Stresemann in den kabinetsraad, die onder presidium van von Hindenburg stond en om 5 uur begon, een uitvoerig exposé gegeven van de bui- ten'andschc politieke situatie. Na ampele bespreking keurde het kabi net de houding van de Duitsche delegatie e Genève goed. Het seniorenconvent van den rijksdag heeft gisteren bepaald, dat de commissie voor buitenlandsche aangelegenheden mor gen' zal bijeenkomen om kennis te nemen van de mededeelingen van dr. Stresemann over de conference te Genève. Waarschijn lijk zal deze kwestie reeds Maandag a.s. in de plenaire zitting van den rijksdag ter sprake komen. Vo'gens een mededeeling van de spoor wegdirectie te Oldenburg is tusschen de sta ions Rastreme en Ofenerdik een aan slag gepleegd op den D-trein No. 103. On bekenden hadden een zware kar dwars over de rails geplaatst. Een ziekenver pleegster liep den trein tegemoet, waar door een ongeluk werd voorkomen. Uit Milaan wordt gemeld, dat de recht bank te Genua gisteren den Duitschen pers fotograaf Dclius, die eenigen tijd geleden werd beschuldigd, Mussolini te hebben be- leedigd en de eer van de Italiaansche natie te hebben aangetast en die daarom was ge arresteerd, veroordeeld tot een gevangenis straf van dertig dagen. Hem was thans ten- laste gelegd, dat hij in Duitsche bladen ver- valschte foto's uit Italië zou hebben gepu bliceerd. De Duitsche radiodienst meldt nog, dat de Duitsche regcering te Rome stappen heeft gedaan om een opheffing of althans een vermindering der aan Delius opgelegde straf te verkrijgen. In antwoord op een interpellatie van den socialist Somerhausen verklaarde de minis ter-president Jaspar uit naam der regeering in de Kamer, dat de cantons Eupen en Mal- médy in hun geheel deiinitief Belgisch ge bied zijn en blijven. „Onze wensch", aldus Jaspar, „is in overeenstemming met de be slissing van den Volkenbond. Het accoord van Locarno, dat Duitschland volkomen vrij- willig heeft geteekend, stelt voor altijd vast, dat de tegenwoordige toestand aan onze oostgrens blijvend zal zijn." De meerderheid der commissie uit het Storting, welke een onderzoek instelt ten aanzien van de quaestie, welke bepalingen na de opheffing van het alcoholverbod hier voor in de plaats moeten treden, bepleit een verbod van verkoopen of schenken van brandewijn aan personen beneden 21 jaar. Zij wenscht verder, dat de verkoop van spi ritualiën zoodanig wordt geregeld, dat mis bruik is buitengesloten. Een minderheid stelt voor de leeftijdsgrens op 18 jaar tc stellen. Volgens berichten uit Kowno is in de gis teren gehouden vergadering van de Litau- sche kamercommissie voor buitenlandsche aangelegenheden mededeeling gedaan, dat de internationale positie van Litauen de laatste dagen veel ongunstiger is geworden. Men heeft betrouwbare informaties ontvangen, die er op wijzen, dat Polen een offensief te gen Litauen voorbereidt. Met het oog hierop zal er bij den staats president een buitengewone conferentie ge houden worden, Waaraan de leiders van all» partijen zullen deelnemen. Pafek, de Poolsche gezant te Moskou, is door de Poolsche regecring naar Warschau geroepen, teneinde Zaleski rapport uit te brengen over de onderhandsche besprekin gen, die hij met de Russische regeering over een' Russisch-Poolsch .garantiepact heeft ge voerd. Zahski. die van Genève eerst naar Parije was gereisd, is gisteren op de terugreis Ber lijn gepasseerd. Daar hij onderweg ongesteld is geworden, heeft hij de reis te Berlijn nicl onderbroken. In haar antwoord op de nota van den zaakgelastigde der Sovjets deelt de regee ring te Peking mede, dat de drie Sovjets koeriers en de echtgenoote van Borodin, die door de autoriteiten van Siantoeng werden gearresteerd, zich in Tsjin-san bevinden er buiten gevaar zijn. LONDEN, 15 Maart. Dc Italiaansche ïegeering heeft heden aan de Britsche regee ring een bedrag van twee millioen pond sterling doen toekomen, zijnde de derde ter mijn der stortingen op grond van de Fun- deeringsovereenkomst inzake dc oorlogs schulden. De Fransche regeering stortte eveneens een bedrag van twee millioen als tweed» termijn der Fransche oorlogsschuld. LONDEN, 15 Maart. (V.D.) Het aantal influenza-gevallen met doodelijken afloop verminderd. Te Londen kwamen verleden week 49 sterfgevallen voor, tegen 69 in de daaraan voorafgaande week. In 105 groote steden kwamen 572 sterfgevallen voor, tegen 098 in de week daarvocr. die nooit de wereld leeren kennen en daarom altijd bedrogen worden. Een .op zich zelf weinig beteekenend feit, dat echter aanleiding kon geven tot min cf meer zekere vermoedens omtrent de vroegere omstandigheden van Waife ont snapte niet aan de scherpzinn'gheid van Vance. Sedert Waifc's betrekking lot Rugge verbroken was, had er een aanmerkelijke verbetering plaats gehad in de aandoening van de luchtpijp, waaraan eerstgenoemde lijdend was. Zoolang hij aan Rugge verbon den was geweest, had deze aandoening zijn talent als tooneelspelcr vrijwel onvrucht baar gemaakt. Eenmaal los van den theater directeur, drukte hij zich uit, zonder die hecschheid of die holle stem. Vance echter trok geen voor Wai.'e ongunstige gevolg trekkingen uit de veinzerij, die door deze verandering aan den dag scheen te komen. Daar Waife altijd één-oogig en kreupel bleef, was het wel verklaarbaar, dat hij er een afkeer van had, om op het tooncel le verschijnen en dat hij dus geveinsd had een derde gebrek te hebben, om zijn hoog moed te sparen voor de vertoon'ng zijner twee werkelijk bestaande lichaamsge- ircken. Hetgeen Vance het meest' benieuwde, was het zeilde waarover de schoenlapper vruch teloos gepeinsd had, te weien wat ds man ce.-.s geweest was ca hoe hij zoo diep kon gevallen zijn, want een val was het, dat was duidelijk te zien. De schilder, ofschoon zei. 1 niet van de adellijke afkomst, had veel in de hoogere kringen verkeerd. Hij was een welkome gast in de aanzienlijke huizen geweest; hij had gereisd, de wereld gezien cn menschenkennis opgedaan en zich de gewoonten der groote wereld eigen ge maakt. Nu en dan scheen er in de wijze van spreken van Waife iets te zijn, dat bewees, dat ook hij in de groote wereld verkeerd had; op andere oongenblikkeu verdween die indruk echter geheel en al, en Vance dacht weifelend: hij is er in toe gelaten, maar hij heeft er niet toe be hoord. De schilder was er echter niet zeker van; in ten acteur kan men zich licht ver gissen. Maar was de man in zijn jeugd een looneelspeler van beroep geweest? Vance besloot met eenige behendigheid daar ach ter te komen. „Gij moet al jong bij het tooneel geweest zijn, mijnheer," zeide hij. „Het tooneel?" antwoordde Waife; „als gij het beroepstoone'el bedoelt, neen. Ik heb nog al eens dikwijls gespeeld in mijn jeugd, zelfs toen ik nog een kind was, om ar.deren te vermaken, maar nooit om in mijn onderhoud te voorzien als beroep, tot dat Rrg'e zoo vriendelijk was, mij vier aar geleden, aan zijn tooneel te verbin- "en." «werrft vervolgd^.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 7