Het verdrag Nederland-Belgie in de
Eerste Kamer.
^uillêtonI
Wat zal hij er mee doen?
VOORTZETTING DER DEBATTEN.
TWEEDE KAMER.
GEMENGD NIEUWS.
Na de ontploffing in
de Hoofdstad.
Wat gebeuren kan, wanneer je
op een feest gaat.
Een onaangename ontdekking.
Professor-oplichter.
Voor de veiligheid.
De Niers alsnog bevaarbaar?
Een ernstige ramp voorkomen.
Door een spoorwagen
overreden.
De tweede nota van Coolidge
aan Frankrijk.
De nieuwe zaak-Rochette.
Het Duitsche kabinet keurt de
houding van de delegatie goed.
Aanslag op een D-trein.
De zaak-Delius.
Eupen en Malmédv.
Opheffing van het
alcoholverbod.
Litauen en Polen.
Garantiepact PolenRusland?
De gearresteerde Russen.
De intergeallieerde oorlogs
schulden.
De infuenza in Engeland
De Eerste Kamer zette gistermiddag de
behandeling van het verdrag Nederland
België voort, onder voorzitterschap van
baron Van Voo'st tot Voorst.
De heer KOSTER (V. B.) vervolgde zijn
rede, waarbij hij er op wees, dat op het
zijkanaal Smeermaes-Becrmgen-Antwerpen
de Belgen voor Belgische schepen andere
heffingen kunnen doen dan voor Neder-
landsche. Hij licht het nadeel daarvhn met
enkele voorbeelden toe. Nederland zal
daaraan niets kunnen doen en het is een
betreurenswaardige leemte in het verdrag
dat die mogelijkheid niet is voorzien.
Bovendien bestaat het gevaar, dat het
gebied Maastricht-Smeermaes de zgn. en
clave niet alleen economisch bij België
wordt getrokken, maar bij België achter
gesteld wordt, als ware het een schatplich
tig gewest.
Daarbij de manier, waarop Ned. schippers
in België worden behandeld, doet vreezen,
dat de Belgische vrijmoedigheid ten deze
groote afmetingen zal aannemen. De moge
lijkheid van deze ongelijkheid van behande
ling der wederzijdsche belangen is een van
spr. bezwaren tegen de Limburgsche kanaal
plannen, Overeengekomen is, dat beide
laaden bepalen, het kanaal Luik-Maastricht
zcodanig te verruimen, dat het geschikt
wordt voor schepen van meer dan 1000 ton.
Daardoor is België er zeker van, dat het
kanaal Luik-Maastricht en ook het gedeelte
tot Smeermaes op elke gewenschte breedte
en diepte zal worden gehouden. Daartegen
heeft Nederland niet het recht ten aanzien
van het Belgisch kanaalvak Lixché-Petit
Lannoye.
Dan een derde bezwaar tegen de kanaal
plannen is het aftappen van de Maas.
Meer water van de Maas is aan België
toegewezen dan aan Nederland. Aan de
hand van verschillende technische bereke
ningen en tabellen, zet spr. dit nader uiteen
De vraag dringt zich op of de minister wel
voldoende rekening heeft gehouden met het
verdrag van 1863 waarvan de bepalingen
aanmerkelijk verzwakt zijn en of voldoende
technische voorlichting niet heeft ontbro
ken. Op geen enkele wijze heeft Nederland
zijn rechten vastgelegd ten aanzien van af
tapping van water voor zijn eigen kanalen.
De watervoorziening van het Julianakanaal
kan groote moeilijkheden meebrengen. Al
deze bezwaren nopen spr. zijn stem tegen
het verdrag uit te bréngen.
De heer WESïERDlJK (V.D.) kan zich
volkomen bij de woorden van den heer
Polak aansluiten, waar deze zeide, dat hij
niet door eenige animositeit jegens België
geleid wordt.
Maar dit wil niet zeggen, dat spr., ziel?
zoo maar in vol vertrouwen in de armen
van België zou willen werpen. Het is onbe
grijpelijk, hoe de regeering tot zóó vergaan
de concessies tegenover België bereid is
gevonden.
Spr. begrijpt niet hoe de regeering de
belangen van ons land dermate heeft kun
nen achterstellen bij de Belgische en die
kunnen opofferen aan de ongehoorde eischen
van een overmoedigen nabuur? Het Neder-
landsche vclk is het Belgische niet ongene
gen en wordt allerminst door jalousie ge
leid, Het weet heel goed, dat het er beter
aan toe is met een koopkrachtigen nabuur
dan aan een verarmde. Antwerpen kome
daarom tot bloei maar niet te onzen koste.
Daarbij herinnert spr. aan de voor ons
vernederende wijze, waarop in Februari 1919
door minister Hijmans de verdragsherzie
ning werd ingeluid.
En al heeft op territoriaal gebied de Ne-
derlandsche regeering de overwinning be
haald, op economisch gebied is zij volledig
verslagen. En bij dat alles is zij geheimzin
nig te werk gegaan. Spr. herinnert in dit
verband aan het mvsterieus gedoe met de
adviezen van Ged. Staten.
Intusschen wil spr. de grieven, die België
heeft tegen het oude verdrag, gaarne weg
nemen, doch dan cp den voet van gelijkheid
vrijheid en reciprociteit, niet ten koste van
een der beide partijen.
Spr. beziet voorts nog enkele onderdeden
van het verdrag, in de eerste plaats de
Schdde. Als er één punt is, waarop wij
moeten toegeven, dan is het dit. Want de
Schelde is voor België veel belangrijker
dan voor ons. Aan een beheerscommissie
zal men moeilijk kunnen ontkomen, doch
deze commissie zou geen bevoegdheid mo
gen hebben onze oevers aan te tasten.
Wanneer dit noodig geacht werd, zou
nieuw overleg noodzakelijk zijn. De arbi
trage zou veiliger thuis zijn bij het Perma
nente Hof van Internationale Justitie. De
reserve-bepaling omtrent de oorlogsschepen
zal Eelgië moeten terugnemen. De verkla
ringen van Vandervelde zeggen spr. niets,
die staan niet in het verdrag en hebben niet
de minste rechtskracht. België wenscht onze
souvereiniteit op de Schelde uit te hollen,
om zich die souvereiniteit later toe te eige
nen als het er kans voor ziet. Achterdocht,
zal men zeggen. Ja, helaas, gerechtvaardig
de achterdocht, onvermijdelijk voortvloeien
de uit de voorgeschiedenis van dit allcr-
jammerlijkst oorlogskind.
Waarschijnlijk zal alleen het kanaal Ant
werpenMoerdijk worden aangelegd. Dit
desideratum is eerst na den oorlog op den
voorgrond gekemen. In 1912 is dit kanaal
door België niet eens genoemd, toen onze
regcering België vroeg, welke voorwaarden
het stelde voor medewerking tot de gemeen
schappelijke kanalisatie LuikMaastricht.
Kan de minister hier licht ontsteken? Op
zichzelf zou tegen dit kanaal, het greotste
ter wereld voor de binnenvaart, geen be
zwaar bestaan, als het ons maar geen na
deel bezorgde. En spr. hecht meer aan het
oordeel van alle zakenmenschen, die hebben
geadresseerd, dan aan het advies van eeni
ge adviseurs van de regeering.
Vlij bewerkt naar EULLWER LYTTON'S
„What will he do with it",
door ]OS. P. H. HAMERS.
13
„Hij voedde u op, denk ik. Hebt ge geen
rader of moeder?"
„ïk heb niemand anders dan grootva-
fcr."
•Hebt ge altijd bij hem gewoond?" vroeg
Jonel.
„0 neen, ik was bij juffrouw Crane tot
grootvader in Engeland kwam en mij af
haalde en bij hecle vriendelijke menschen
bracht. En toen grootvader dat ongeluk
kreeg, ben ik bij hem gekomen en sedert
dien tijd zijn we altijd bij elkaar geweest."
„Was juffrouw Crane geen familie
van U?"
„Ik denk van n:et, want zij was niet
lief voor mij en ik was zeer ongelukkig
bij haar. Maar p-aat daar maar niet over.
Dat is nu vergeten. Ik denk alléén graag
aan den tijd, toen grootvader mij op zijn
schot nam, en mij zeide, dat ik een goe^
kind moest zija en hem liefhebben. Sedert
dien tijd ben ik altijd gelukkig geweest,"
De heer v. d. BERGH (V. B.) betoogt, dat
hij uit zijn betoog zal laten vervallen het
geen men reeds van andere sprekers heeft
gehoord. Hij begint met waardeering te be
tuigen voor het sverk van dezen minister te
Parijs in 1919, toen de allerhoogste belangen
van ons land op het spel stonden. Dien hem
toekomenden lof wil spreker als tegenstan
der van het verdrag, den minister niet ont
houden.
Dan begint spr. met te wijzen op de ge
weldige actie, die ons volk tegen dit verdrag
voert. Kamers van Koophandel, scheepvaart
kringen hebben geadresseerd, 50.000 Zeeu
wen hebben gepetitionneerd. Ons volk staat
verbijsterd en het verzet bij de vlootwet is
er slechts kinderspel bij. Het volk schijnt
eerst nu tot het besef te zijn gekomen van
de omvangrijke gevaren, die dat verdrag
voor ons met zich brengt. De last, dien wij
op ons nemen, zal voor onze kinderen en
kindskinderen ondraaglijk zijn. De minister
heeft een gevaarlijke methode gevolgd bij de
totstandkoming van dit verdrag. De voorbe
reiding heeft de betrokkenen uitgesloten.
Ware de betrokkenen over de voornaamste
onderdeden gehoord, het verdrag ware in
dezen onaannemelijken vorm nooit tot stand
gekomen. Indien het verdrag wordt verwor
pen, zal de minister slachtoffer zijn van zijn
eigen systeem, dat niet meer van dezen tijd
is, In de 40 jaren, dat spr. als president
directeur van een groote handelsonderne
ming in aanraking komt met financieele en
handelskringen in het buitenland, heeft hij
nooit een geval ontmoet als dit, n.l., dat een
minister van buitenlandsche zaken de ge-
heele zakenwereld unaniem tegen zich vindt.
Denkt de minister werkelijk de argumenten
der kooplieden te kunnen weerleggen? De
minister moet zoo verstandig zijn te erken
nen, dat hij ongelijk heeft. Als men nagaat,
hoe minister v. Karnebeek te Parijs het po
litieke terrein meester bleef, dan is het
een psychologisch raadsel, hoe dezelfde mi
nister op economisch terrein zóó slap en
zóó toegevend kon zijn. Zelfs het Moerdijk-
kanaal, dat op het laatste oogenblik ontdekt
werd, heeft hij toegestaan.
De minister heeft aan de economische zij
de van het verdrag niet voldoende aandacht
geschonken en geheel ten onrechte. Want
de economische belangen zijn onverbrekelijk
aan de politieke verbenden.
Hier breekt de heer v. d. BERGH zijn
rede-af, waarna de vergadering verdaagd
wordt tot Woensdagochtend 11 uur.
De Tweede Kamer der Staten-Generaal
vergaderde gistermiddag onder voo~zitter-
schap van Jhr. mr, Ruys de Beerenbrouck.
Door den voorzitter werd medegedeeld,
dat een verzoek is ingekomen van den heer
L.- de Visser, om in verband met., een lichte
ongesteldheid van dit lid, zijn interpellatie
over het zenden van den kruiser „Sumatra"
naar Shanghai, tot een nader te bepalen
datum uit te stellen.
Spr, stelt voor de interpellatie thans van
de agenda af te voeren teneinde haar op
een nader te bepalen dag te houden.
Verder deelt spr. mede, dat het zijn voor
nemen is de Kamer in de gelegenheid le
stellen zich neg eenige dagen voor te be
reiden op de behandeling van het wetsont
werp inzake de Naamlooze Vennootschap
pen. Spr. wil daarom zoodra de Kamer aan
dit punt van de agenda toe is, de vergade
ring schorsen tot a.s. Dinsdag.
Aldus werd besloten.
Daarna we d voortgezet de behandeling
van de wijziging der Land- en Tuinbouw-
Ongevallenwet 1922.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
(R.K.) betoogde, dat het bedrag van 25.000
voldoende moet worden geacht als vergoe
ding voor administratiekosten. De Bcdrijfs-
vereenigingen moeten den waarborg hebben
dat zij niet meer dan de vastgestelde kosten
zuilen behoeven te betalen. Op die voor
waarde hebben zij medewerking toegezegd.
De schatting van de administratiekosten
was vijf jaren geleden het genoemde bedrag
en spr. kan zich niet voorstellen, dat sinds
dien de toestand zoodanig zou zijn veran
derd, dat thans een bedrag van 125.COO
noodig zou zijn. AI zegt de Minister dat dit
als maximum is bedoeld. Bij krachtige door
zetting van de bezuinigingsvoorstellen zal
blijken, dat 25 mille voldoende is.
Ook dc heer VAN RAPPARD (V.B.) had
bezwaren. Sp-. acht geen reden aanwezig
om de vergoeding voor administratiekosten
te verhoogen. Met enkele voorbeelden toont
spr. aan, dat de onkosten voor de eenvou
dige bedrijven buitengewoon gering zijn.
Spr. kan zijn stem aan dit we.soutwerp niet
De heer EDELS (V.D.) dient daarna de
volgende motie in:
„De Kamer, van oordeel, dat de kosten
van uilvoering en controle der landbouw-
ongeval.enwet, bedoeld in art. 1 van het
Kon. besl. van 8 Nov. 1924 behoeven ti
worden gedragen door het Rijk, gaat over
let de orde van den dag.
Dc heer BfEREMA (V.B.) zet uiteen,
da. de bedrijfsvereenigingen het voornaam
ste werk van de uitvoering der landbouw-
cngevallenwet hebben te verrichten. Zij
hebben steeds gemeend, dat het bedrag
van 25.900 als vergoeding voor admi-
nis ratiekostcn een maximum was.
Daarbij merkt spr. cp, dat bijna de helft
van de opbrengst der premies van de land
bouwers wordt opgeslokt aan administra-
iiekos en.
Ook spr. zal zijn stem aan dit wetsont
werp niet kunnen geven.
De heer nlEiviSl i<A {S.Dd acht de
motic-Ebe's inconsequent en onjuist.
Ook hij zal voor het ontwerp stemmen;
slechts wil hij de rechtspraak niet ten las'c
van de bedrijfsvereenigingen laten komen.
De heer SNOECK HENKEMANS (C.H.)
betoogt dat het niet gaat om kosten die
nog gemaakt moeten worden, maar die
reeds gemaakt zijn en die werden voorge
schoten door de Rijksverzekeringsbank.
De mo ie-Ebels is nauwelijks ingediend en
kan hans nog niet ten volle worden be
oordeeld. Het is gemakkelijk om te zeggen,
dat de Staat de kosten maar moet beta
len maar zoo eenvoudig s'aat de zaak niet.
Spr. is dan ook tegen de motie.
En wat het hooge bedrag der kosten be
treft, merkt spr. op, da' althans per ver
zekerde de kosten gering zijn.
Daarom meent spr,. dat het ontwerp be
hoort te worden aanvaard.
De_ heer J. B. VAN DIJK (R.-K.) merkt
op, dat niet voldoende in het oog is ge
houden, dat de administratiekosten bekno
ren te worden gedragen door de belang-
hebben. Spr. is tegen de motie-Ebels.
De heer KERSTEN (St. Ger.) herhaalt,
clat hij verzekering in strijd acht met zijn
beginsel. In geen geval zal hij ins emming
betuigen met een verhooging van verzeke-
rings'asten, als bij dit ontwerp wordt voor
gesteld.
De heer DECKERS (R.-KJ meent, dat
niet volkomen is komen vast te staan, dat
hetgeen door do Rijksverzekeringsbank met
be'rekking tot de landbouwongevalienwet
werd verricht noodzakelijk was, en even
min, dat die verrichtingen niet goedkoo-
per kunnen geschieden. Slechts indien een
en ander werkelijk noodig is, kan spr. er
mee instemmen dat de kosten werden ver
haald op de bedrijfsvereenigingen,
Spr. geeft den heer Ebels in overweging,
diens motie in te trekken, daar zij niet is
voorbereid.
De heer BRAAT (PI. BJ ziet niet in,
waarom de kosten nu juist alleen op de
werkgevers moe en worden verhaald. Spr.
zegt, dat deze wet aan de Kamer is opge
drongen door minister Posthuma. Spr. heeft
haar niet gewild en hij zal ook stemmen te
gen de verhooging van het bedrag der ver
goeding.
De minister van Arbeid. H. en N„ dr.
SLOTEMAKER DE BRUINE, antwoordt
dat de Rijksverzekeringsbank bij het depar
tment fcii herhaling op verhooging van het
m-ximumbedrag der vermoeiing heeft aan
gedrongen, omdat de practijk heeft uitge
wezen, dat het onvoldoende was.
Inderdaad is er een zeker conflict tus-
rohen do betreffende wet en het K. B. van
Nov. 1924.
Voor het oogenblik hebben we echter het
feit 'e aanvaarden, dat er een lek is dat
gedicht moet worden. Hiertoe is de wets
wijziging voorgesteld.
De mot'e-FKUfi wordt met 59 tegen 5
stemmen VERWORPEN.
Bij art. 1 van het ontwerp verdedigt de
heer VAN GIJN (V.B.l een amendement
om hc' maximum te stellen oo 90.000 in
plaats van op 125.000. zulks op grond,
dat de Regeering zelf erkent, dat de be
drijfsvereenigingen volgens het K. B. van 8
Nov. 1924 met 35 mille te veel belast
werden.
De. heer LOVINK (C.H.) verdedigt een
amendement om te bepalen, dat alvorens
een nieuw K. B. ten aanzien van deze wet
uit te lokken, de Raad van Toezicht moe1
worden gehoord.
Mmistrr St OTEMAKER DE BRUWE zou
bereid zijn het amendement-van Giin over
te nemen, indien het bedrag op 110 mille
wo-d' gesteld. Hij licht n.l. toe, dat bij de
indiening wordt van het wetsontwerp de
'-osten nog riet zoo precies waren ingedeeld.
Nu an echter wel gezegd worden, dat de
administra'iekosten niet meer dan 100.000
hebben bedragen; voor de toekomst zou
snr echter de grens op 110 mille kunnen
stellen,
De amendement-Lovink wordt door spr.
overgenomen.
De heer VAN GIJN handhaaft het be
drag, genoemd in zijn amendement, dpt
daarop, met 57 tegen 10 stemmen wordt
aangenomen.
Art. 1 wordt z.h.st aanvaard.
Een amendement-Van den Heuvel om de
terugwerk°nde kracht van het ontwerp
niet to' 1025, doch tot 1°26 te laten gaan.
wordt, nadat de MINISTER het heeft ont-
-ad-m en nadat de heer SNOECK HENKE
MANS namens de comm'ssie van rappcr-
'eurs verklaard heeft. d-R deze is vóór
aanneming omdat de wijzi^in^ der wet
reeds zoo langen tijd hangende is, bij zit
ten en opstaan met algemeene stemmen
aangenomen.
He' geheele ontwerp wordt met 44 te-
gpn 23 stemmen aanvaard.
Eenige kleine-e wetsontwerpen worden
daarna zonder discussie aangenomen.
Daarna is aan de orde het wetsontwerp
houdende n'dere voorschriften ten aan
zien van de i>i oef'ning der geneeskunst.
De beer BEUMER (A.-RJ erkent, dat bet
wetsontwe-p eenige verbeteringen brengt,
p.m. doordat het maximum der boete is te-
"-u^gebraoht van f 3009 tot t 2000, Daaren
tegen acht spr. het een fout, da» het lid
maatschap van het tuchtco'lege wordt
co-mgesteld voor vrouwen, bet-teen in
strijd' is met de bes'aande uitsluiting van
vrouwen van de rechtspraak.
De hoofdzaak is evenwel de vraag of het
wetsontwerp noodig is en of er vo'do"udc
''rond is voer dit ingrüoen van den Staat
m de tucht in de me-'ische wereld. Spr.
die nog voldoende vertrouwen in dc me
dici heeft al zijn er ongunstige uitzon
deringen ach' dit inrt-ijt>en van den
Staat niet noodig en hij zal daarom tegen
het ontwerp stemmen.
Bil art, 3 verdedig' mevr. DE VRIES
BRUINS namens de büzon-dere commissie
een amendement om in te lassc'nen een art.
"bis, waarbij ook de t~n ■'heelkundigen be
doeld in de wet van 30 Dec. 1926, in deze
wet worden betrokken.
De heer BEUMER (A.-R.) be'oogt, dat
door dit amendement de wet nog minder
aanvaardbaar wordt.
De MINISTER ontraadt de aanneming
van het amendement.
De voorzi ter acht, mede met het oog op
het vergevorderd uur, aanhouding gc-
wenscht.
Daarna wordt de vergadering te half ze'
verdaagd tot Dinsdag 22 Maart te één. uir'
Twee huiszoekingen. Eenige boeken
worden in beslag genomen.
Het justitioneel onderzoek naar de oor
zaak van de geweldige ontploffing op de
Heerengracht te Amsterdam is thans in vol
len gang.
Gistermorgen heeft de Justitie bij de di
rectie van een veilinggebouw mitsgaders in
de particuliere woning van den directeur
huiszoeking gedaan en aldaar eenige boeken
de N V filmmaatschappij „Emelka" betref
fende, in beslag genomen.
Omstreeks kwart over tien vervoegden
zich aan het bedoelde gebouw de substituut
officier van Justitie, mr. Wolfson, de rech
tercommissaris, mr. Swagerman, commissaris
Heeroma van het bureau St. Pietershal, in
specteur Joosten, benevens eenige recher
cheurs en verzochten eenige commercieele
boeken te mogen inzien. Aan dit verzoek
werd onmiddellijk gevolg gegeven, waarna
in beslagneming volgde
Dit optreden van de Justitie is het ge
volg van het feit, dat de N.V. Emelka den
directeur van 't veilinggebouw verzocht had
zich financieel in de fil nonderneming te wil
len interesseeren. De directeur stelde daar
tegenover het verzoek de boeken dan te
mogen inzien, wat toegestaan werd. Zoo
kwam het, dat de bedoelde boeken, o.a. een
groot boek, niet in het perceel Keizers
gracht waren, toen dit door de ontploffing
vernield werd.
In deze inbeslagneming, zoo verneemt de
Tel., ligt zeer zeker geenerlei aanwijzing,
voor eventueele kwade trouw. Zij heeft
slechts ten doel de gegevens van de Jus
titie omtrent den finantieelen toestand der
N.V. Emelka te completeeren. Deze onder
neming is een filiaal van een Duitsche film
fabriek en bestaat sinds eenige jaren te Am
sterdam. Ter sprake was gekomen de kan
toren en het magazijn op de Hcerengracht
385 te verplaatsen naar het veiling- en kan
toorgebouw, dat hierboven wordt bedoeld.
Voorts zijn nog meer trommels met films,
die in den kelder moeten hebben gelegen,
opgegraven. Verschillende films zijn niet
verbrand, doch verkeeren ten gevolge van
het water in een brei-achtigen toestand.
De deskundigen vinden het onbegrijpelijk,
dat, toen de familie te ongeveer kwart over
vier het huis had verlaten, niemand een
brand- of gaslucht heeft geroken. De heer
De Palbian Verster zelf vestigde de aan
dacht op een Salamanderkacheltje, dat in
het sousterrain stond, dus boven den kelder,
waarin de films lagen en waarin, volgens zijn
verklaring, gedurende vier en twintig uur
niemand geweest was. Hij achtte het niet
onmogelijk, dat het kacheltje door den
vloer was gebrand.
Dit nu wordt door de deskundigen niet
waarschijnlijk geacht, omdat het niet goed
denkbaar is, dat een kachel in een half uur
tijd door den vloer brandt. Deze was ander
half duim dik en van hard hout. De naden,
zoo is bij het ruimen van de ruïne gebleken,
zaten vast aaneen. Onder de kachel en over
den geheelen vloer was de grond met zeil
bedekt. Dit is op sommige plaatsen onver-
brand gevonden. Daarentegen is dc onder
kant van den vloer, dus de zoldering van
den kelder, aangebrand.
Nooit te voren was gaslucht geroken en
toch moet het huis vol gas gestaan hebben,
daar anders de explosie niet zoo hevig had
kunnen zijn. De brandweer verklaarde, dat
uit den linkerhoek van het huis. dat is het
gedeelte bij het gangetje, een stuk was
weggeslagen. Dat klopt met de verklaring
van den heer Kruse, die, voor het huis
staande, een onploffing waarnam, die zich
een uitweg baande via de luiken en rui
ten van het sousterrain. Vandaar, dat de lui
ken schuin omhoog werden gedreven en met
de gordijnen in de takken der boomen ble
ven hangen.
Niet onwaarschijnlijk is, dat de brand op
287 is ontstaan, doordat van dit dak dc
pannen werden weggeslagen en brandende
voorwerpen in de onbedekte vliering
terechtkwamen.
Ook is een onderzoek ingesteld naar de
brandbaarheid van de films, welke de
„Emelka" van haar fabriek betrok.
Maandagnacht heeft men zich te Amster
dam door opensluiting toegang verschaft tot
'n verlofzaak in de Commelinstraat aldaar
Dc houder er van was niet thuis en be
vond zich op een feest. Bij zijn thuiskomst
bemerkte hij, dat iemand zich een aantal
juweelen had toegeëigend. Hierbij waren
platina sieraden met briljanten bez.et, gou
den sieraden benevens een partij tafelzil
ver. Dc waarde bedraagt ongeveer 2000.
Teen de landbouwer G, v. d. D., te Som-
melsdijk, Maandagmorgen eenige betalingen
zou doen, kwam hij lot de ontdekking dat
zijn geld, dat in een porteieuille in een
kast opgeborgen was geweest, verdwenen
v/as. Aanvankelijk dacht hij het geld bij
zich gestoken en verloren te hebben, doch
bij nader onderzoek bleek, dat ongewensch-
te gasten gedurende zijn afwezigheid Za
terdag- of Zondagavond een bezoek aan
zijn woning hadden gebracht en het geld
hadden meegenomen. De dief of dc dieven
zijn achter de woning door een raam bin
nengedrongen en hebben vervolgens de kast
met een valschsn sleutel opengemaakt.
De vermiste som bedraagt bijna 900. Het
politie onderzoek is in vollen gang.
Veel geschrijf in de Italiaansche dagbla
den heeft, gelijk bekend, verwekt, de
,,1'uomo, che smarri se slesso", dc man, die
zichzelf verloor, 't Was, zooals men nog
weten zal, een man ïn het krankzinnigen
gesticht van Turijn, die zich niets meer van
z'n vroeger leven herinnerde en ook niet
wist, wie hif was.
Hij werd na veel confrontaties door zijn
vrouw, familieleden en vrienden herkend
als een vroegere filosofie-professor Canella
van Verona,
Nu blijkt echter, naar de „Msb." ver
neemt, dat hii niets anders is dan een
oplichter, zekere typograaf Bruner, die
reeds lang, n.l. sinds 1922, door de politie
gezocht werd. Hij heeft een opvallende ge-
li'kenis met prof. Canella, die in 1916 een
slag in Macedonië als Italiaansch officier
meemaakte en van wien men sindsdien
riets meer vernam.
De vrouw van Canella, die buiten zich
zelf was van vreugde over het terugvinden
van haar man, heeft een vreeselijke ont
goocheling beleefd.
De wachtpostwoning die, bij den beken
den or.bewaakten overweg van den Rijks
straatweg naar Heerenveen, het uitzicht be
lemmert, zal afgebroken worden. Verschil
lende gemeenteraden hadden dit aan de
Ned. Spoorwegen verzocht.
Naar de „Limb. Koerier" verneemt, zijn
de plannen tot bevaarbaarmaking van ds
rivier de Niers nog niet van de baan. Des
kundigen hebben omtrent de werkzaamhe
den tot bevaarbaarmaking ervan een rap
port opgesteld dat. wanneer ook van Duit
sche zijde een dergelijk rapport is versche-
„Gij zijt een lief, goed kind," zei Lionel
en ik wenschte wel, dat gij mijn zusje
waart."
„Wanneer uw grootvader," zoo liet de
schilder zich weer hoo~en, „die verbazende
som niet dat ik er berouw over heb
van mij gekregen heelt, dan zou ik toch
wel eens willen vragen: wat zal hij er mee
desn? Maar, omdat hij zeide, dat het een
geheim was, mag ik u niet uithooren."
„Wat hij er mee doen zal?" riep Sofie,
,dat zou ik ook wel willen weten. Maar
het is mij onverschillig wat het is, zoolang
grootvader en ik bij elkaar blijven."
Op dit oogenblik kwam Waife thuis er.
vroeg vroolijk: „wei, hoe gaat het met de
schilderij?"
„Dat gaat nog al voor een eerste
séance," antwoordde Vance; „zij moet nog
twee maal poseeren."
„Heel goed, maar.... maar,"hier trok de
acteur den schilder ter zijde en fluisterde;
,,lk vrees dat ik overmorgen werkelijk het
geld noodig zal hebben; het is een gelegen
heid, die nooit terugkomt; ik zou die gaar-
.le aangrijpen,"
„Ik zal u nu het geld geven," zei Vance.
„Ik dank u, mijnheer; ge zijt nu toch wel
iverluigd, dat wij niet zullen wegloipen
vletv/aar? Ik maak van uw vriendelijkheid
gebruik; ik ben dan zeker van mijn zaak."
Met verbazende vlugheid liet de schilder
drie goudstukken ia de hand van den
ouden man glijden, want, hoewel spaar
zaam, was hij op zijn tijd vrijgevig. Hij was
een voorzichtig man, maar niet gierig. Bo
vendien was hij, op oogenblikken dat zijn
gemoed geheel van zijn kunst vervuld v/as,
minder gehecht aan de waarde van het
geld. Daarop keerde hij naar zijn ezel te
rug en joeg lachend Lionel en Sofic weg,
die de gelegenheid hadden waargenomen
om naar het doek te kijken.
„Gij hebt haar in 't geheel geen recht
laten wedervaren; alle trekken zijn over
dreven," verzekerde Lionel, op verwijten
den toon.
„En gij verbeeldt U nog wel te kunnen
schilderen," antwoordde Vance minach
tend, terwijl hij een kleed over het doek
wierp. „Morgen, op hetzelfde uur, mijn
heer Waife. Lionel, krijg uw hoed en ga
meel"
Vance nam het doek weg en Lionel
volgde langzaam. Sofie zag hen door het
open venster na, terwijl de jongelieden
langzamerhand uit haar gezicht verdwenen.
Waife strompelde door de kamer en wreef
zich in de handen.
„Het zal met hem gaan," mompelde hij
vergenoegd; „ik heb het altijd wel ge.
dacht."
Sofie keerde zich snel om. „Met wlen zal
het gaan, grootpa? Met den jongeheer? Wat
zal met hem gaan?"
„Den jongenheer? Alsof ik aan hem
dacht! Neen, met onzen metgezel; ik ben
al dien tijd bij hem geweest. Een verwon
derlijke aanleg!
„Leeft het dan?," vroeg Sofic droevig.
„Oi het leeft? Dat zou ik denken."
„Dat spijt me erg; ik weet dal ik er niet
van houden zal."
„Tut, tut lieveling, ge weet niet wat ge
zegt; geef me mijn pijp. Ik ben gelukkig."
„Dan hen ik het ook grootpa en ik zal
er wél van houden."
TIENDE HOOFDSTUK.
Den volgenden dag werd de zitting her
vat, maar Waife ging niet weder uit. Wan
neer de looneelspeler wilde, dan kon hij
Zeer onderhoudend zijn, niet zoozeer door
hetgeen hij zeide, als door de wijze waarop.
Hij was een wonderlijk mengsel van de
grootste contrasten. Van hel cene uiterste
tot het andere overgaande, sprak hij nu
eens op een vertrouwelijken, gemcenzamen
toon en niet zonder waardigheid, als hun
gelijke in stand, hun meerdere in jaren, dan
weder op eens nederig, alsof hij de vrijheid
bijna niet durfde nemen om hen aan te
spreken. Nu eens sloeg hij over tot trotsch-
lieid, om een oogenblik later, als werd
ïem die inspanning ondragelijk, in den toon
van zachtmoedige neerslacht'ghcid te ver
vallen. Meestal echter waren zijn stem
ming en zijn gesprekken gezellig, levendig
en vroolijk. Zijn oorspronkelijk karakter
was ongetwijfeld dat van een vroolijken
humorist, wiens geest in hoogc mate vat
baar was voor indrukken van buiten, en
die tevens bijwijlen een kinderlijken een
voud verried, even als sommige geleerden.
nen, openbaar zal worden gemaakt. Men
wil hier de zaak niet vooruitloopen.
Het van Nederlacdsche zijde opgemaakte
rapport spreekt voorhands alleen van be
vaarbaarmaking der Niers van Goch tot
aan de monding van de rivier te Gennep.
Door deze voorgestelde verbinding te water
verwacht men, dat kanaliseering over dit
gedeelte reeds loonend zal zijn. Later zal
dan nog het bovengedeelte der Niers on»
derhanden genomen kunnen worden.
Het nut van automatische sprenkelaar»
Arbeiders in de mik- en duivelszaal der
textielfabriek Gerb. Jannink en Zn. te En
schede, ontdekten gistermorgen een klein
vlammetje in de daar aanwezige ruwe ka
toen. Met een paar emmers water trachtte
men het vuur te blusschen, doch het had
zich in een ommezien reeds over de afdee-
ling voortgeplant. Door de warmte begon
nen de automatische sprenkelaars te wer
ken, zoodat gevaar voor uitbreiding reeds
direct geweken was. De brandweer, die met
groot materiaal spoedig ter plaatse was, be
hoefde slechts de losse brandende katoen,
die in groote hoeveelheden naar buiten
werd gehaald, te doven.
De brandschade is gering, doch het ge
bouw staat beneden geheel onder water.
Op het goederen-emplacement te Deven
ter is een rangeerder door een spoorwagen
overreden. Hij werd ernstig gewond; een
zijner voeten moest worden afgezet.
Briand heeft den ministerraad het tweede
memor-ndiun nopens de ontwapening ter
zee voorgelegd.
De Raad zal zijn onderzoek in de vol
gende zitting voortzetten en zijn stanipun'
vaststellen ten opzichte van het ontwerp
en t woord van Briand.
Het socialistische Fransche Kamerlid
voor de Isère, Ghastanet, heeft naar aan
leiding van de nieuwe zaak Roche'te een
verzoek ingediend om de regeering te in-
ternelleeren over de maatregelen welke zij
denkt te nemen om, de spaargelden van het
publiek en het crediet van den Staat te
beschermen tegen een zwerm verdachte fi
nanciers en bankiers. Hij is van plan, de
regeering denkbeelden en zelfs co-ncre e
voorstellen aan de hand te doen.
De slachtoffers van Rochet e behben een
vereenUing gevormd om hun belangen te
verdedigen.
Gisterenmiddag heeft dr. Stresemann in
den kabinetsraad, die onder presidium van
von Hindenburg stond en om 5 uur begon,
een uitvoerig exposé gegeven van de bui-
ten'andschc politieke situatie.
Na ampele bespreking keurde het kabi
net de houding van de Duitsche delegatie
e Genève goed.
Het seniorenconvent van den rijksdag
heeft gisteren bepaald, dat de commissie
voor buitenlandsche aangelegenheden mor
gen' zal bijeenkomen om kennis te nemen
van de mededeelingen van dr. Stresemann
over de conference te Genève. Waarschijn
lijk zal deze kwestie reeds Maandag a.s. in
de plenaire zitting van den rijksdag ter
sprake komen.
Vo'gens een mededeeling van de spoor
wegdirectie te Oldenburg is tusschen de
sta ions Rastreme en Ofenerdik een aan
slag gepleegd op den D-trein No. 103. On
bekenden hadden een zware kar dwars
over de rails geplaatst. Een ziekenver
pleegster liep den trein tegemoet, waar
door een ongeluk werd voorkomen.
Uit Milaan wordt gemeld, dat de recht
bank te Genua gisteren den Duitschen pers
fotograaf Dclius, die eenigen tijd geleden
werd beschuldigd, Mussolini te hebben be-
leedigd en de eer van de Italiaansche natie
te hebben aangetast en die daarom was ge
arresteerd, veroordeeld tot een gevangenis
straf van dertig dagen. Hem was thans ten-
laste gelegd, dat hij in Duitsche bladen ver-
valschte foto's uit Italië zou hebben gepu
bliceerd.
De Duitsche radiodienst meldt nog, dat de
Duitsche regcering te Rome stappen heeft
gedaan om een opheffing of althans een
vermindering der aan Delius opgelegde straf
te verkrijgen.
In antwoord op een interpellatie van den
socialist Somerhausen verklaarde de minis
ter-president Jaspar uit naam der regeering
in de Kamer, dat de cantons Eupen en Mal-
médy in hun geheel deiinitief Belgisch ge
bied zijn en blijven. „Onze wensch", aldus
Jaspar, „is in overeenstemming met de be
slissing van den Volkenbond. Het accoord
van Locarno, dat Duitschland volkomen vrij-
willig heeft geteekend, stelt voor altijd vast,
dat de tegenwoordige toestand aan onze
oostgrens blijvend zal zijn."
De meerderheid der commissie uit het
Storting, welke een onderzoek instelt ten
aanzien van de quaestie, welke bepalingen
na de opheffing van het alcoholverbod hier
voor in de plaats moeten treden, bepleit een
verbod van verkoopen of schenken van
brandewijn aan personen beneden 21 jaar.
Zij wenscht verder, dat de verkoop van spi
ritualiën zoodanig wordt geregeld, dat mis
bruik is buitengesloten. Een minderheid
stelt voor de leeftijdsgrens op 18 jaar tc
stellen.
Volgens berichten uit Kowno is in de gis
teren gehouden vergadering van de Litau-
sche kamercommissie voor buitenlandsche
aangelegenheden mededeeling gedaan, dat de
internationale positie van Litauen de laatste
dagen veel ongunstiger is geworden. Men
heeft betrouwbare informaties ontvangen,
die er op wijzen, dat Polen een offensief te
gen Litauen voorbereidt.
Met het oog hierop zal er bij den staats
president een buitengewone conferentie ge
houden worden, Waaraan de leiders van all»
partijen zullen deelnemen.
Pafek, de Poolsche gezant te Moskou, is
door de Poolsche regecring naar Warschau
geroepen, teneinde Zaleski rapport uit te
brengen over de onderhandsche besprekin
gen, die hij met de Russische regeering over
een' Russisch-Poolsch .garantiepact heeft ge
voerd.
Zahski. die van Genève eerst naar Parije
was gereisd, is gisteren op de terugreis Ber
lijn gepasseerd. Daar hij onderweg ongesteld
is geworden, heeft hij de reis te Berlijn nicl
onderbroken.
In haar antwoord op de nota van den
zaakgelastigde der Sovjets deelt de regee
ring te Peking mede, dat de drie Sovjets
koeriers en de echtgenoote van Borodin, die
door de autoriteiten van Siantoeng werden
gearresteerd, zich in Tsjin-san bevinden er
buiten gevaar zijn.
LONDEN, 15 Maart. Dc Italiaansche
ïegeering heeft heden aan de Britsche regee
ring een bedrag van twee millioen pond
sterling doen toekomen, zijnde de derde ter
mijn der stortingen op grond van de Fun-
deeringsovereenkomst inzake dc oorlogs
schulden.
De Fransche regeering stortte eveneens
een bedrag van twee millioen als tweed»
termijn der Fransche oorlogsschuld.
LONDEN, 15 Maart. (V.D.) Het aantal
influenza-gevallen met doodelijken afloop
verminderd. Te Londen kwamen verleden
week 49 sterfgevallen voor, tegen 69 in de
daaraan voorafgaande week. In 105 groote
steden kwamen 572 sterfgevallen voor, tegen
098 in de week daarvocr.
die nooit de wereld leeren kennen en
daarom altijd bedrogen worden.
Een .op zich zelf weinig beteekenend
feit, dat echter aanleiding kon geven tot
min cf meer zekere vermoedens omtrent
de vroegere omstandigheden van Waife ont
snapte niet aan de scherpzinn'gheid van
Vance. Sedert Waifc's betrekking lot Rugge
verbroken was, had er een aanmerkelijke
verbetering plaats gehad in de aandoening
van de luchtpijp, waaraan eerstgenoemde
lijdend was. Zoolang hij aan Rugge verbon
den was geweest, had deze aandoening zijn
talent als tooneelspelcr vrijwel onvrucht
baar gemaakt. Eenmaal los van den theater
directeur, drukte hij zich uit, zonder die
hecschheid of die holle stem. Vance echter
trok geen voor Wai.'e ongunstige gevolg
trekkingen uit de veinzerij, die door deze
verandering aan den dag scheen te komen.
Daar Waife altijd één-oogig en kreupel
bleef, was het wel verklaarbaar, dat hij er
een afkeer van had, om op het tooncel le
verschijnen en dat hij dus geveinsd had
een derde gebrek te hebben, om zijn hoog
moed te sparen voor de vertoon'ng zijner
twee werkelijk bestaande lichaamsge-
ircken.
Hetgeen Vance het meest' benieuwde, was
het zeilde waarover de schoenlapper vruch
teloos gepeinsd had, te weien wat ds man
ce.-.s geweest was ca hoe hij zoo diep kon
gevallen zijn, want een val was het, dat was
duidelijk te zien. De schilder, ofschoon zei.
1 niet van de adellijke afkomst, had veel in de
hoogere kringen verkeerd. Hij was een
welkome gast in de aanzienlijke huizen
geweest; hij had gereisd, de wereld gezien
cn menschenkennis opgedaan en zich de
gewoonten der groote wereld eigen ge
maakt. Nu en dan scheen er in de wijze
van spreken van Waife iets te zijn, dat
bewees, dat ook hij in de groote wereld
verkeerd had; op andere oongenblikkeu
verdween die indruk echter geheel en al, en
Vance dacht weifelend: hij is er in toe
gelaten, maar hij heeft er niet toe be
hoord.
De schilder was er echter niet zeker
van; in ten acteur kan men zich licht ver
gissen. Maar was de man in zijn jeugd een
looneelspeler van beroep geweest? Vance
besloot met eenige behendigheid daar ach
ter te komen.
„Gij moet al jong bij het tooneel geweest
zijn, mijnheer," zeide hij.
„Het tooneel?" antwoordde Waife; „als
gij het beroepstoone'el bedoelt, neen. Ik
heb nog al eens dikwijls gespeeld in mijn
jeugd, zelfs toen ik nog een kind was, om
ar.deren te vermaken, maar nooit om in
mijn onderhoud te voorzien als beroep, tot
dat Rrg'e zoo vriendelijk was, mij vier
aar geleden, aan zijn tooneel te verbin-
"en."
«werrft vervolgd^.