Brieven uit België. Radio-Omroep, FEUILLETON. Wat zal hij er mee doen. In Parijs en Londen wordt het idee overwogen een permanente Com missie van militaire deskundigen te benoemen, die aan de Servisch-Alba- neesche grens zou verblijven, tot de toestand normaal is. Schrikbe wind der communisten te Hankau. De toestand, speciaal voor de Britten, ondragelijk. Opleving van den strijd in Marokko? Onder de Radio-berichten: De wet tot bescherming der Duitsche republiek verlengd, waardoor terugkeer van den ex-keizer oumogelijk wordt. Dreigende uitsluiting in de Duttsche sigaren-industrie. Drei gende mijnwerkersstaking in Illinois (V. S.) Twee mijnrampen in Penn sylvania. Het gebeurde te Nanking. De houding der mogendheden. GEM. BUITENL, BERICHTEN. KERK EN SCHOOL. Het klooster der Kruisheer en te Zoeterwoude. Het Vaticaansch archief. LourdesLisieuxP arijs. AMSTERDAMSCH NIEUWS. De vaste bespeler van den Stadsschouwburg. VERWERPING VAN HET VERDRAG EN VLAANDEREN. Met grooter spanning dan die der Walen werd door de Vlamingen de beslissende stemming over het gewichtig Ncderlandsch- Belgisch Verdrag tegemoet gezien. Met groo ter ontgoocheling dan die der Walen, werd door de Vlamingen dan ook de uitslag van dié stemming Vernomen: Over de economische en politieke gevol gen, welke die uitspraak, van de Eerste Kamer zal hebben, werd er reeds vooral door Nederlandsche en Belgische bevoegd heden waarschuwend gerept. En al hun be wijsvoeringen worden met de sobere vol maaktheid, welke den meester kenmerkt, samengevat in de zoo stevige, onaantast bare, en dan ook, spijt de verwerping, overeind blijvende pleidooien, ten gunste van de aanvaarding gehouden door diens grooten staatsman van internationale be- teekenis, die Nederland bezit in ZijnExc. Minister van Karnebeek. Van niet minder belang dan de bedoelde economische en politieke gevolgen, is de zedelijke uitwerking, welke het afwijzend gebaar van de Eerste Kamer bij de Bel gen, en inzonderheid bij de Vlamingen, heeft teweeg gebracht. Want hoe men t ook ke«re of draaie: de verstandhouding, dc een dracht, de broederlijkheid tusschen de vol ken, is nog meer een kwestie van onder linge sympathli, dan van economische en politieke overeenkomsten. Vooral zij, die de wereld niet aanzien als een ontzaglijk koopmanskantoor, waar het slechts zaak is, zooveel winst mogelijk te verwezenlijken, maar als een vereeniging van voelende en denkende menschen, die boven het hen soms verdeelend stoffelijke, toch immer el kaar zouden moeten terugvinden in de hcogere sferen van den geest vooral zij betreuren het, dat in het onderhavig geval het stoffelijke dien geest totaal verloochend en verslagen heeft, en dat de zoo innig ge- wenschte en zoo vast verhoopte toenade ring tusschen beide natiën voor lang ach teruit werd gesteld door de overheerschen- de opvatting van ,,zaken zijn zaken". Het is de ontgoocheling, het is de neder laag van allen, en ze zijn, Goddank, nog talrijk! die geloofden in de hoogerc waarde van het ideaal, die meer prijs hecht ten aan vriendschapsbetrekkingen dan aan handelsbetrekkingen, die de toekomst wil len grondvesten op eenheid van gedachten, veel steviger dan de eenheid van belangen. Dat de gedachten thans voor dc belangen moesten wijken, grieft hen èn als Belgische burgers èn als wereldburgers. Wij. Vlamingen, worden door Neder- lond's gebaar het pijnlijkst en het zwaarst gelrcffan. Getroffen in datgene, wat ons dierbaarder is, dan het nochtans naar onze meaning, zoo logisch, zoo billijk regelen der economische quaestie's: in ons stamgevoel. H-.t werk van vele tientallen jaren tot be vorderen van onderlinge toenadering, is daardoor zoo niet vernietigd, dan toch voor moeilijk afzienbaren tijd ontzenuwd. De reeds zoo bezwaarlijk voor een idealistisch streven warm te maken massa, zal thans minder dan ooit oor en hart hebben voor het woord van hen, die geestelijke aanslui ting bij het Noorden als onmisbaren factor beschouwen voor het volledig cultureel ont wikkelen van Vlaanderen. En wat we van Waalsche, erger nog van franskiljonsche zijde, voortaan te verwachten hebben, in zake erkenning van de ons nog altijd ont houden rechten op taalgebied, kunnen we reeds eenigszins gissen uit de bitsige, bij tende taal, welke in een groot deel der Belgische-Fransche pers thans tegenover Nederland gevoerd wordt. Gewis, dat bitsige en bijtende bewijst in zichzelf niets,, zal geen enkel Nederlander deren. Doch het laat ons, Vlamingen, maar al te goed vermoeden hoe verstokter en verblinder de voorheen reeds zoo onhandel bare Walen en franskiljons zich weer tegen alle rcchtvexleenen zullen kanten, wanneer de Vlamingen 't nogmaals zullen opeischen. Dwaze mentaliteit, zoo men wil, dit uitwer ken van door vreemden aangedane teleur stellingen op een deel van 't eigen volk. Inderdaad; doch een mentaliteit welke nu eenmaal bestaat, en waaraan noch de ge zonde rede, noch de afdoendste argumenten iets kunnen verandererf. In den geest van die lieden komt Vlaming en Nederlander nagenoeg op hetzelfde neer. Ze spreken immers een zelfde taal? Er. aangezien zij zich niet, óók wegens hun taal, min of meer en eerder meer dan min als verwant aan, als behoorend bij Frankrijk, dat zij in dikwijls laffe volgzaam heid huldigen als hun „secohde patrie", velen zelfs als hun „vraie patrie". Een verwoeder oplaaien van het anti- Vlamingentisme zal dan ook niet uitblijven. Voor dezen was het, op de taalgrens ~<-sds zoo moeilijk, bijna gewaagd, voor een lairing, zich van het Nederlandsch te be dienen in zijn betrekkingen met de menigte. Tct de ontvangers op de Brusselsche tram tóe, nochtans meestal Vlaamsche jongens, schamen zich er over, te antwoorden op een ir) t Nederlansch gestelde vraag, en de Waalsche vertikken het hartgrondig, ook maar liet minste gevolg te geven aan zulk verzoek, terwijl ze den onbeschaamde be kijken met oogen van: behoort gij ook tot die achterlijke bent? Bespottelijk? Jawel Doch n niet weg te redeneeren feit, waar van de dagelijks het ondervindende Vla mingen al het kwetsende, al het bittere te verduren hebben. Dat de heftige soms hate- u ke toon van ons Fransch-schrijvende pers de vooringenomenheid tegen al wat Neder landsch is, dus ook tegen de Nederlandsch sprekende Belgen, aanzienlijk zal doen aan groeien. hoeft geen betoog. En een der on- middellijkste en voor ons jammerlijkste ge volgen zal dan ook zijn, dat de ooenjbare Weening op de taalgrens en in Wallonië, evenals de Fransch-gézlnde in Vlaanderen, vhand'.ger dan ook zal staan tegenover de Vlaarosche ziel, tegenover het Vlaamsche recht, en in de verwerping van het Verdrag "en zii hel ongegronde reden zal vin den, om die Vlaamsche ziel nog smadelijker te miskennen en dit Vlaamsche recht nog hardnekkiger te bekampen. Een niet minder te duchten gevaar, dat de voor ons betreurenswaardige afstemming keef doen winnen in omvang en kracht, is de daardoor bevorderde Fransch gezind heid van Walen en franskikons. De heftig heid van hun wrevel om de opgeloopen ontgoocheling wordt slechts geëvenaard door de geestdriftigheid, met welke zii thans dc. naar velen meenen, onvermijdelijke tus- schenkomst van de groote mogendheden, en in 't bijzonder van Frankrijk, tegemoet zien, tegemoet loopen. Dat ze tc Parijs steun en hulo zullen vinden, tct bekoming door drukking van datgene, wat niet vrijwillig door Nederland verleend werd. is op zich zelf .-reeds een mmerlik iets, wegens het toenemen der Franschdolheid, welke daarvan het natuur lijk uitvloeisel zal zijn. En we bevinden ons waarachtig al nauw genoeg, ja veel te nauw aan Frankrük varbonden door onze geogra- phiscbe ligging en door onze hoedanigheid van bufferstaat tusschen onze Zuiderburen en Duitschland, dat die voor 't meerendeel ons duur te staan komende vriendschap nog niet nauwer moet toegehaald worden. Wc hadden derhalve zoo gaarne den overwegen den invloed der Fransche economische, en ook militaire politiek, hier een weinig zien dalen ten gunste van een gulle gezindheid ;egens het Noorden, dat zooveel levensbe langen met ons gemeen heeft, en zooveel uoor de natuur als door de omstandigheden aangewezen is om met België op velerlei gebied kameraadschappelrk samen te wer ken. Nu zal, integendeel de invloed van hrankriik buitengewoon versterkt worden ten nadeele van de gezindheid jegens het Noorden. En weer zijn 't de Vlamingen, die daarbij de bittere brokken zullen te slikken krijgen. Want waar de anderen, dc Walen en franskiljons, met vreugde hun neiging zul! -n involgen en zich steeds meer naar t Zuiden zullen keeren, tout hpmme a c*eux patnes: la* Franc** d'abord, et puis la sienne zullen de Vlamingen machteloos moeten toezien, hce de thans reeds alom heerschende Fransche geest dieper in alle geledingen der natie dringt, ten koste van onze persoonli:kheid. ten koste van onz? zelfstandigheid.Want- Frankriik, dat ondanks a'i zijn hoofschheid voor België daarbij steeds zorgvuldig zrn eigen belang op het oog houdt, zal zijn gebeurliike bemoeiing ter beslechtin van het twistpunt in ons voor- ceel, wis en zeker riikelijk doen vergoeden door allerlei concessies. En de grootste daarvan zal nog zijn de „concession de l'esprit". E. Dc Ontwapeningscon ferentie. Na verschillende opmerkingen van de ver tegenwoordigers van Frankrijk, Engeland, Italië, België, Japan en Duitschland, is in zake de beperking der effectieven overeen stemming bereikt over vier punten: n.l. to taal aantal troepen in moederland en kolo niën moet worden beperkt, het totaal aantal in het moederland moet beperkt; daarente gen behoeven dc over verschillende deelen! der wereld verspreide koloniale troepen niet te worden beperkt. Ten slotte moet onder scheiden worden tusschen de tot het leger in het moederland behoorende troepen en troepen die behooren tot de formaties der koloniale legers. Brazilië en de Volken bond. Uit Rio de Janeiro wordt gemeld, dat de Braziliraische regeering de politiek volgt van haar voorgangsters en weigert toe te treden tot den Volkenbond zoolang niet ook de andere Amerikaansche landen toetreden. Zuid-Slavië en Italië. Volgens de „Politica", wordt in de nieuwe nota verklaard, dat, indien de Albaneesche mobilisatie niet wordt gestaakt, Zuid-Slavië zich genoodzaakt zal zien aan de Albaneesche grens voorzorgsmaatregelen te nemen. De Turksche gezant te Belgrado is naar Angora vertrokken. Volgens de „Prawda" wordt aan deze reis een bijzondere betee- kenis toegeschreven. De „Petit Parisien", zegt, dat de actie van Parijs en Londen er thans vooral op schijnt gericht te zijn een rechtstreeksche bespre king tusschen Rome en Belgrado tc bewerk stelligen over het geheel der Albaneesche kwestie. Het denkbeeld eener internationale enquête schijnt thans naar het tweede plan te zijn overgegaan, ongetwijfeld ten gevolge van den wensen van Belgrado om de enquête uitgebreid te zien tot de voorbereidselen, welke aan Italiaansche zijde zouden zijn ge schied. Volgens de „Matin" zouden Frankrijk en Engeland van oordeel zijn dat een commissie van militaire deskundigen dient te worden gevormd niet de bevoegdheden van een orgaan van permanente controle, welke aan de Servisch-Albaneesche grens zou verblij ven er een volledige ontspanning in de be trekkingen der betrokken landen is inge treden. De strijd in Marokko. Een detachement, dat in de streek van Ta- benat opereerde, slaagde er na een moord- dadigén strijd in om den rebellen den weg naar het inwendige der Spaansche zóne af te snijden. Twee Spaansche vliegers, die een expedi tie van opstandige stammen beschoten, moesten een noodlanding doen en werden door de stamleiders -"evangen genomen. De Franschen en Spanjaarden' treffen ge meenschappelijke schikkingen om den op stand der zuidelijke Rif-stammen te onder drukken. In den loop der jongste botsing tusschen Spanjaarden en dissidenten zouden 15 man zijn gedood en drie Spaansche posten ver loren zijn gegaan. Er zouden versterkingen zijn gezonden. De toestand te Hankru Dé positie der buitenlanders, in het bij zonder der Engelschen, is ondragelijk ge worden als gevtlg van het schrikbewind der communisten. De enkele Engelse.' en die nog te Hankau verblijf houden, vertoeven aan den oever der rivier, opdat zij in geval van gevaar snel kunnen worden geëvacueerd. Ook de Amerikaansche consul ziet zich ge dwongen, aan den oever te verblijven. De invloed der gematigden in de Koeomintang is volkomen teniet gedaan, ook die van Eugène Tsjen, den minister van Buiten- landsche Zaken van Kantor. De buitenland- sche banken moesten sluiten als gevolg van onmogelijke eischen van het personeel. Het politiek bureau verhindert de verschijning van alle bladen, die een meening voorstaan tegenovergesteld aan die der communisten. De verdediging van Kanton Een detachement van tien man van het Britsche oorlogsschip „Tarantula" en de Amerikaansche kannoneerboot „Helana" hebben een goed verdekt bolwerk van mi trailleurs gebouwd op een belangrijk punt van Sjamien. De Fransche verdedigings linies zijn geheel gereed. De plannen van Tsjang Tso Lin. Tsjang Tso Lin, de Moekdensche gene raal, die voor het oogenblik het pleit tegen de Zuidelijken verloren heeft, schijnt niet van plan, zich gewonnen te géven. Hij doet pogingen om Tsjajng Kai Sjek den leider der gematigden, tegen het bolsje wistisch drijven der communisten, die de overhand dreigen te krijgen, tegen dezen aan zijn zijde te krijgen. Thans lezen wij in een telegram uit Peking aan de „Daily Te legraph", dat hij verklaard heeft, dat naar zijn meening de oorlogspositie zich voor hem gunstig ontwikkelt. In Honan nl. be vond zich Kaifeng weer in handen zijner troepen, terwijl de verbinding tusschen dei bondgenooten uit Sjantoeng en Sjilhli nage- j noeg tot stand was gebracht langs den spoor-1 weg van Loenghai. Voorts had hij in Mands- joerije nog 140.000 man troepen, die nog: niet waren gemobiliseerd. In hoeverre deze verklaringen op juist heid berusten, valt moeilijk na te gaan, doch het heeft er allen schijn van, dat Tsjang Tso Lin met deze verklaringen de bedoeling heeft de mogendhedert alsnog voor hem te gen het Zuiden te winnen. Dezer dagen heeft hij reeds te kennen gegeven, dat hij het voornemen koesterde, hem nog deze week te raadplegen omtrent het verbreken van de betrekkingen tusschen China en de Sovjetrepubliek. Dat wil dus zeggen, dat hij daartoe zou overgaan, indien de mogendheden het hem aanraadden niet alleen, dodh ook htm steun toezegden. Te' verwachten valt dit stellig niet, omdat de mogendheden er geen enkel belang bij heb ben, den sovjets een nieuw, doeltreffend voorwendsel te geven om bij de Zuidelijken de agitatie tegen de vreemdelingen tot het uiterste aan te wakkeren. Maar Tsjang Tso Lin speculeert er wel op. Daarom wijst ook een verklaring van een zijner diplomatieke agenten tegenover een vertegenwoordiger der „Daily Telegraph," nl. dat de kosten van de verdedigingsmacht te Sjanghai voor Groot-Brittanië grooter waren dan de kos ten, waarmede zij, op andere wijze, nl. het verleenen van steun aan de Noordelijken, hetzelfde resultaat zouden hebben bereikt, met minder kwaad voor Groot-Britannië. Tsjang Tso Lin heeft intusschen ver klaard, dat de vredesonderhandelingen tus schen de Noordelijken en Zuidelijken tot niets zouden leiden, „zoolang de Russen de haas bleven in het Zuiden." VERKEERSSLACHTOFFERS. Meer dan duizend personen werden in 1926 gedood door het verkeer in de straten van Londen en bijna 50.000 beliepen er kwetsuren. Het aantal ongevallen neemt nog sneller toe dan het aantal door motoren voort bewo'gen wagens. De bus is betrekkelijk nog de on schuldigste onder de verkeersmiddelen. De meeste slachtoffers werden overreden, als zij aarzelden bij het oversteken, of terug gingen. SLECHT WEER IN FRANKRIJK. In tal van deelen van Frankrijk is het weer allerbedroevendst. Voor de Bretonsche en Normandische kust staat een hooge zee en tal van schepen hebben het geducht te kwaad. Voor Douarnenez en bij Cherbourg moesten isscherschuiten haastig een schuilplaats zoeken. In het Marne-gebied heeft een orkaan gewoed, die het dorpje Poilly ernstig heeft geteisterd, de daken van de huizen heeft afgerukt, schuren heeft vernield en boomen ontworteld. In het Mauriennc-dal heeft de sneeuw het verkeer stopgezet. DE BELGISCHE LEEUW. Het wapen van de stad Havre zal voortaan ook de Belgische Leeuw voeren. Zools men weet is de Belgische regeering gedurende een groot gedeelte der oorlogsjaren in Havre gevestigd geweest. Als herinnering aan dit feit heeft de Belgische koning toestemming gegeven dat de Belgische Leeuw in het wapen van Havre zal worden opgenomen. HET 500-JARIG JUBILEUM VAN DE UNIVERSITEIT TE LEUVEN. Voor het 500-jarig jubileum van de ka tholieke LTniversiteit te Leuven, welk feest op den 28 en 29 Juni zal worden gevierd, bestaat reeds thans groote beiangstélling. Op 9 December 1425 onderteekende Paus Martin V de oprichtingsoorkonde, op 7 September 1426 werd de Universiteit door Johann IV, Hertog van Brabant plechtig ingewijd en op den 6en October hielden de professoren hunne eerste voorlezingen. Het feest heeft men tot in 1927 verschoven, aan gezien de „Amerikaansche bibliotheek", die tegelijkertijd zal worden ingewijd door gebrek aan geldmiddelen niet op tijd klaar kon zijn. Ook in het buitenland is de belang stelling zeer groot, daar vah vroegere tijden af, de studenten zich uit alle landen recru- teerden zoo telt de Universiteit heden on derdanen van 43 verschillende staten. Onder diegenen, die veel tot den roem der Univer siteit hebben bijgedragen moeten in de eerste plaats worden genoemd de humanist Eras mus en Justus Lipsius, de Hebreeuwsche scolastici Robert Wakefield en Robert Shir- wocd. de Botanicus Rembert Doedoens, de anatoom Andreas Vesalius, de natuurkundige Minckeleers, de ontdekker van hét kolengis, de neuroloog Van 'Gehuchten en tenslotte kardinaal Mercier. GENEZING VAN EEN PRIESTER NA EEN GEBED AAN KARDINAAL MERCIER. De kerkelijke autoriteiten van het Bisdom Tournay hebben een onderzoek gedaan naar de omstandigheden waaronder een priester van Basecles, op wiens genezing de doktoren niet meer hoopten, van zijne ziekte genas, nadat een gebed aan kardinaal Mercier was gericht en de zieke met eene reiiquie aange raakt was. Vele katholieken in België bidden tot kardinaal Mercier als tot een heilige. Eiken dag komen in.het ziekenhuis, waar hij overleed, tal van brieven aan met verzoeken om zijne hulp. Deze brieven worden onge opend onder de matras van zijn sterfbed gelegd. Eiken dag wordt deze kamer door bedevaartgangers bezocht en op zijn eersten sterfdag na het jaar, kwamen honderden I menschen om in de kamer een gebed te ver-l richten. De kamer heeft men in onverander- den toestand gelaten, met uitzondering van een afoeelding van den kardinaal, hetwelk thans boven het bed hangt. NACHTMERRIES VAN FRANSCHE JOURNALISTEN. Het is bijna niet te gelooven, hoe licht ontvlambaar thans de fantasie van sommige Fransche schrijvers is en vol met denkbeel dige gevaren is. In samenhang met de ver oordeeling van Rome der Action Franfaise worden thans „onthullingen" over de Pause lijke diplomatie gepubliceerd en wel zal men te Rome van plan zijn het heilige Roomsche Rijk der Duitsche Natie in den vorm van Midden-Europa te laten ontstaan! Deswege 1 was het Vaticaan een groot voorstander van idee van aansluiting tusschen Oostenrijk- Hongarije het Vlaamsche gedeelte van België en Duitschland, zoomede van het te ruggeven der destijds aan Frankrijk en Po len afgestane gebieden. Aangezien in Duitschland momenteel het Centrum bo venstaat en de macht der Katholieken door verdere aaneensluiting van andere katholieke landen of landstreken belangrijk vergroot zoude worden, ware thans het goede oogen blik aangebroken een katholiek geregeefd Midden-Europa te laten ontstaan! Om deze reden ook is Rome der. Fran schen Minister Briand goed gezind, aange zien deze tegenover Duitschland geene on overkomelijke moeilijkheden in den weg wilde leggen. Deze vermeende politiek van het Vaticaan is dan op slot van zaken de werkelijke reden waaróm het streven der chauvinistisëh-royalistische partij in den ban werd gedaan. Wat moet men op deze kinderachtighe den antwoorden? Waar het toch algemeen als een vaststaand feit bekend is, dat Paus Pius XI wars is van elke inmenging in de „hooge politiek," moet men eigenlijk de enorm rijke fantasie van sommige Fransche journalisten bewonderen, die dergelijke „waarheden" uit hun journaiistieken duim zuigen. Daarbij zijn wij nog niet eens in den komkommertijd! DE LAATSTE PAUSELIJKE OFFICIER Voor eenige dagen is te Vinsebeck, in Duitschland, de Reichsgraaf Frits von Woiff-Metternich in den hoogen ouderdom van 85 jaar gestorven. Met hem is een man heengegaan, aan wien talrijke herinneringen waren verbonden; een der meest interes sante herinneringen baseert zich op het feit, dat hij voor ongeveer 65 jaar geleden offi cier in het Pauselijk leger was. Op 16 Sep tember I860 nam hij deel aan den slag bij Castelfidarde, in welken slag de pauselijke troepen met waren leeuwenmoed tegen het Sardinische leger vochten. Hij werd zwaar gewond en verliet later als luitenant bij de pauselijke zouaven den dienst. Zijn dienst tijd bij het pauselijk leger, zoomede de slag bij Castelfidarde herinnerde zich de oude gtaaf tot op het laatst. Met"hem is thans de laatste officier uit het voormalig Pauselijke leger in den Kerkstaat gestorven. Drie jaar na de nederlaag van het Pauselijk leger in het jaar 1863, begeleidde graaf Metternich den ongelukkigen keizer Maximiliaan naar Mexico en was een der vertrouwden van den keizer. Toen de beklagenswaardige mo narch later door zijne tegenstanders bij Guerataró doodgeschoten werd, gelukte het Graaf Metternich, Mexico te ontvluchten. Later vonden wij hem weer als majoor bij het 8e Duitsche Ulanen Regiment. Vervolgens ging hij aan het Luxemburg- sche hof en was gedurende lange jaren opper stalmeester bij den Groot-Hertog von Lu xemburg en wel tot 1900. Twee jaar later stierf zijn ongehuwde broeder Giesbert en nam hii het goed van den overledene in be heer. In zijn leven heeft hij menig hooge ridderorde gekregen. Toen de wereldoorlog uitbrak, was zijn neef, Graaf Paul Wolft' Metternich Duitsch Gezant in Londen. Hij is evenals zijn broeder ongehuwd gebleven. NOGMAALS DE „ACTION FRAN9AISE". De gravin Francoise de la Tour heeft met eenige andere dames der Fransche aristo- kratie den Aartsbisschop van Parijs, Mgr. Kardinaal Dubois, eene petitie overhandigd, waarin zij verzoekt het besluit het tijdschrift „Action Franpaise" op den index te plaat sen weer op te heffen. In zijn schriftelijk antwoord geeft kardinaal Dubois blijk dat hij ten volle de „onverdiende gewetenskwa len" van vele Franschen begrijpt, die thans door het verbod bedoeld tijdschrift te lezen voor de keus worden gesteld, of door eene ongehoorzaamheid tegenover de kerk hunnen plicht als katholieken niet na te komen, óf door het vercordeelen van een orgaan, het welk hunne politieke denkbeelden belichaam de, te kort schieten als vaderlandsch lievende Franschen. De kardinaal heeft aan verzoek ster nogmaals het gevaarlijke van bedoeld tijdschrift uiteengezet het verbod spruitte dan ook absoluut niet voort uit een politiek oogpunt en had in gcenen deele eene ten- dentieuse strekking tegen Frankrijk, doch was het verbod alleen uit een zuiver moreel en disciplinair oogpunt geschied de poli tieke overtuiging der Franschen was in geenen deele daardoor aangetast. Gehoorzaam zijn aan de H. Kerk wil niet zeggen de belangen van Frankrijk in den weg te staan. Binnenkort zal worden begonnen met den bouw van het tweede gedeelte van l et klooster der Pa ers Kruisheeren aan den Vrouwenweg te Zoeterwonde. Van dc hand van Mgr. Mercati is de eerste aflevering verschenen van een nieu we catalogiseering van de schatten >an het Vaticaansch archief.- v Dc huidige cataloog, in handschrift, om vat niet minder dan 658 deelen. De nieuwe ca'alcog wordt op zuiver wetenschappelijke basis bewerkt en zal voor de studeerenden een groote vergemakkelijking beteekenen bij het zoeken. De H. Vader zelf heeft op grond van zijn eigen langdurige ervaring VRIJDAG 1 APRIL. HILVERSUM, 1050 M. 12.00 Politicber. 5.006.45 Concert door het H. D, O.- orkest. Lotti Muskcns-Sleurs. sopraan. -- 6.457,45 Fransche les voor beginners en meergevorderden. 7.45 Politieber. 8.10 Uitzending van het Belgisch Muziek feest, afd. Kamermuziek, in de concert zaal van het Nutsgebouw te Rotterdam. Het Concertgebouw strijkkwartet. Aan de vleugel; Jaap Spaanderman. Compositie- van Joseph Jongen, Godefroid de Vreeze. 10.00 Persber. DAVENTRY, 1600 M. 11.20—12.50 Hel Daventry-kwartet en solisten (sopraan, bariton, piano). 12.50 Orgelconcert. 1.202.20 Lunchmuziek. 3.35 Voorle zing: Emma. 3.40 Fransche les. 4 05 Concert, D. D. Orsay, contra-alt. F. Woodhouse, bariton; H. Fairhurst. viool- Oude Engelsche muziek. 5.05 Piano- en vioolconcert. 5.20 Uitslag literaire wed-' strijd. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Or kestconcert. 6.50 Tijds., weerb., nieuws. 7.05 Örkestconcert. 7.20 Muziek- critiek. 7.35 De sonates van Mozart. 7.45 Lezing: Poetry and the plain man 8.05 Variété. N. Long, humorist; M. Fulton, soubrette; W. Wynne, come dienne; L. Weston, humorist, 9.20 Tijds., weerb., nieuws. 9.40 Debat over; Is Chivalery dead? 10.20 „II Trova- tore" 4e acte, (Troubadour]. 10.50— 1.50 's nachts Dansmuziek. PARIJS „RADIO PARIS", 1750 M. 10.50—11.20 Concert. 12.50—2.10 Con cert. Orkest en Mme. Daumas. zang. 5.05—5.55 Concert. Mme. Huberval en M. I.andeau, declamatie; Hr. Sandrey, zang. Piano en vioolmuziek. 8.5010.50 Concert. Orkest en solisten. LANGENBERG. 469 M. 10.20-11.20 Concert. 12.50—1.50 Kamermuziek (guitaar, viala, fluit). 4.205.20 Or kestconcert. 8.059.35 Vocaal cért. Kolner dubbelkwartet 1908. 9.50 —11.20 Dansmuziek. KONIGSWUSTERHAUSEN. 1250 M. 11.20 —7.05 Lezingen en lessen. 7.50—11.10 April-April", een vroolijke dag, met ver- rassingen. Daarna tot 11.10 Dansmuziek, in café Waloff, Hamburg. HAMBURG, 394,7 M. 1.25—2.05 Kamermu ziek. 3.35—4 20 Zang ,en declamatie. 5.20—6.10 Vroolijk concert. 7.50— II.10 „April-April", zie Konigswuster- hausen. BRUSSEL, 509 M. 4.20—6.20 Orkestcon cert. 7.50—8.20 Orgelbespeling.^— 8.50 10 50 ,St. Franciscus van Assisië". Ora» toriug van Faure. Koor, orkest en so listen. als bibliothecaris en archivaris de nieuwe methode nagezien en gecorrigeerd. Men schrijft ons: Voor den achtsten keer gaat Roomsen Nederland" dit jaar naar Lourdes—Lisieux- De data "hijn vastgesteld, Dinsdag 12 Juli vertrek en Woensdag 20 Juli terugkeer. We hebben dit jaar de pelgrimsreis eenigs zins verandert met het oog op Lisieux. Telken jare zijn we reeds opgegaan naar het graf van het kleine heilige Treesje; ter wijl een gedeelte te Parijs bleef, ging ee i an der gedeelte naar Lisieux. Toch was dit een bezwaarlijke reis. Vroeg in den morgen moesten we vertrekken en kwamen dan eerst tegen half elf in Lisieux. De tijd in Lisieux was te kort voor de lange reis Parijs—Lisieux en terug. Gemakkelijker en beter geregeld en min der vermoeiend zal het zijn met eenen trein recht naar Lisieux te gaan en daar te over nachten. We vertrekken dan circa 11 uur naar Parijs, waar we dan nog een groot geaeeltc van dén middag en heel den avond kunnen doorbrengen. Montmartre met de schitterende basiliek, toegewijd aan het H. Hart van Jezus staat eerst op het program. In den laten avond vertrekken we dan, als naar gewoonte naar Bordeaux en ziju omstreeks den middag in Lourdes. In Lisieux zelf hebben we slechts voor 260 personen een onderdak naar behooren kunnen vinden. Meer dan 260 peigrims kunnen er dus niet mee. Wel hebben we gezorgd voor een tweeden trein, die recht streeks naar Lourdes gaat en waarvan de prijs dus ook billijker is. Om inlichtingen wende men Zich tót den geestelijken leider en bisschoppelijk gedele geerde, den ZeerEerw. Heer Chr. Verbunt, pastoor te Rijsbergen, bij Breda voorheen te Z.-Clinge. Nieuw® sollicitanten? In verband met de bespeling vat leu Stadsschouwburg te Amsterdam en de han gende kwes'ies in den gemeei^eraad zal, naar de „Tel." verneemt, aangenomen wor den, een sollicitatie van Het Nieuwe Neder landsch Tocneel, directeur Louis Saa'born, worden ingediend. Het Nieuwe Nederlandsche Tooneel acht door de laa'ste gebeurtenissen zijn situatie zoodanig gewijzigd, dat een sollicitatie, die aanvankelijk niet gewensclrt geacht werd, mogelijk is. Het Nieuwe Nederlandsch Too neel s'.elt zich op bet standpunt, dat het Cahier des Charges door de verhoog'ng van, 10.000. subsidie gewijzigd is, waerdoor de {inancieele omstandigheden gunstiger zijn: geworden. Verder is sedertdien mevrouw Magda Janssens tot Het Nieuwe Nederl. Tooneel teoge'reden en de medewerking van den heer dr. Willem Royaurds als re gisseur-acteur verkregen, zoodat het gezel schap artistiek beduidend sterker is gewor den. Plet Nieuwe Nederlandsch Tooneel omvat de oude kern van „Het Nederlapdsch Too neel", dat den Stadsschouwburg bespeelde, en zal eventueel met andere artistieke krachten worden aangevuld. Vrij bewerkt naar BULLWER LYTTON S „What will he do witü it", door JOS. P. H. HAMERS. 25 „Wispelturig! God beware mij! Gebruik dit woord toch nooit, als ik u bidden mag, of het dak zou boven ons instorten. Kom er nu van daan. Ge hebt alles gezien wat er tc zien is. Ge moet maar vooraan gaan; denk om dien lossen steen daar. Er werd niet meer gesproken voor zij uit het gebouw en op den beganen grond wa ren. Lionel gevoelde zich als een ridder uit den ouden lijd, die door een toovenaar in een grafkelder was rondgeleid. Het was nu midden op den dag. Dc jonge Haughton en zijn nieuwe vriend stonden op eenigen afstand van elkaar, zooals het hen gelaars voegt, aan de oevers eener zacht stroomende beek, die door de groene wei den liep, een halve mijl van het huis ver wijderd. De lucht was bewolkt, zooals Dar rell voorspeld bad maar er viel nog geen regen. Het duurde niet lang of de twee ben gelaars hadden een mandje vol kleine forel len. Lionel, die niet van visscheu hieid, legde gen?. zijn hengel op het gras en liep naar zijn metgezel.. .,Èr zal zoo dadelijk regen komen", zeide hij; „laat mij van den tijd; dien we nog heb; ben, gebruik maken om uw fluit te hooren, terwijl we nog in de vrije lucht kunnen ge nieten. Neen, niet aan den kant van de beek, anders kijkt ge steeds naar de forellen uit; maar op den heuvel daar, onder dien ouden Meidoorn. Laat ons daar onder gaan zitten, men heeft er een goed gezicht op het nieuwe gebouw. Wat zou dat een paleis geworden zijn! Ik mag u misschien niet vragen, waar om het onvolooid gebleven is. Wellicht zou het te veel gekost hebben of niet bij het landschap hebben gepast. „Dat nu juist niet en wat de kosten be treft, Darrell zou nooit iets ondernomen heb ben, wat hij niet had kunnen bekostigen en nooit zou de gedachte aan de kosten hem hebben afgeschrikt om te voltooien wat hij eenmaal begonnen was. Een wonderbaar man, een man van graniet is hij! En zoo rijk!", voegde Fairthorn er met trots bij. „Ik dien het wel te weten; ik schrijf al zijn brie ven over geldzaken. Hoeveel denkt ge dat hij heeft, zonder het land mee te rekenen? Bijna een half millioen pond. Binnen twee aren zal het meer dan een half miljoen -ijn. En hij had geen drie honderd pond in Y jaar toen hij zijn carrière begon, want Fairley was op een treurige wijze be zwaard." „Is het mogelijk? Zoii een advocaat een lf millioen bij de balie kunnen overleg- „Als ooit iemand het kon, dan zou hij het gedaan hebben, als hij liet gewild had. Maar hij heeft niet alles bij de balie verdiend, of schoon toch voor een groot gedeelte. Een Indisch planter van den zelfden naam. maar van wien niemand ooit gehoord had, eer hij uit Calcutta' aan mijnheer Darcll schreef, liet hem al zijn geld na, nadat hij gevraagd had of zij bloedverwanten waren. Darrell verwees hem naar den Raad van Adel, die uitmaakte, dat zij eeuwen geleden, uit den zelfden stam gesproten waren. Mijnheer Dar rell behoefde niet van zijn beroep te leven toen hij in 't Parlement kwam. En wat is er een geld overgelegd, sinds we hier wonen! Niet dat uw gastheer gierig is, maar hoe zou hij hier veel geld kunnen verteren? Ge hadt den stoet van bedienden eens moeten zien, dien wij te Carlton-Gardens 'hielden! Een kok, een Franschman, die er als eer- markies uitzag! Dat waren gelukkige en heerlijke dagen! Ik heb hier, wel is waar, het opzicht over de tafel, maar ik kan het hier niet zoo goed maken als het vroeger was. Houdt ge van kaltsschijf? We krijgen er vandaag een." „We aten op school altijd kalfsschijt op Zondag; ik hield er toen wel van." „Er komt zulk heerlijk gehakt van", zet Fairthorn, met de lippen smakkend. „Men moet wel over het eten denken, wanneer men buiten woont, er is anders zoo weinig waarover men zijn gedachten kan laten gaan. Niet dat mijnheer Darrell het doet, maar die is ook van graniet.." Lionel glimlachte, „lic heb nog altijd geen antwoord gekregen op mijn vraag: waarom bleef het huis onvoltooid? En waarom ont trok mijnheer Darrell zich aan het open bare leven?" „Beide zaken kwamen hem in 't hoofd en wanneer daarin iets in komt dan is het noodeloos te vragen, waarom. Maar", ver volgde Fairthorn en zijn eenvoudig, leelijk gezicht nam 'n uitdrukking van diepe droef heid aan, „hij had er zeker zijn redenen voor. iiij heeft een reden voor alles wat hij doet, maar die ligt altijd ver af van wat men oppervlakkig ziet, even ver als die beek van haar bron verwijderd ligt. Mijn beste jonge heer, Darrell heeft verdriet on dervonden, waarover het u noch mij voegt te spreken. Hij spreekt er nooit over. Hef minste wat ik voor mijn weldoener doen kan, is, zijn geheimen niet uit te vorschen en ze daarna uit te kramen. Hij is zoo vrien delijk, zoo goed! Hij wordt nooit driftig, maar het is een akelig iets om hem te kwet sen. Dat doet hem pijn. Daarom maakt hij me angstig, vreeselijk angstig en dat zal met u ook zoo worden, als ge hem hebt leeren kennen. Een wonderbaar man, een man van graniet! Ja, een beetje muziek zal ons beiden goetl doen." Fairthorn schroeide zijn fluit in elkander; het was een buitengewoon fraaie fluit. Hij wees er Lionel al de schoonheden van aan. „Een geschenk van den heer Darrell op het laatste Kerstfeest",en toen begon hij. Zonder zijn kunst kan een man zóó alle- daagsch wezer, da ze hem voor onnoozel, op z'n best voor een volwassen kind zoudl kunnen houden. Maar laat hij zich in zijn kunst verdiepen en in hoeveel hooger steer zweeft hij dan boven zijn toehoorders. Fairthorn was een meester in zijn kunst en het stuk, dat hij speelde, was bij uitne mendheid zacht en klagend. Het paste bij die bewolkte en toch kalme lucht; bij het eenzame maar zomersche landschap, 'bij Lionel's weemoedigen, maar niet tfeurigen gedachtenloop. Toen de muziek tangzaam weggestorven was, mompelde de knaap: „hoe schoon." „Het is een oud air" zei Fairthorn, „ik geloof niet dat het zeer bekend is." „Vertel me eens iets van die familie; ik weet er zoo weinig van; niet eens hoe de Haughtons en Darrells zoo lang aan elkan der aijn verwant. Ik heb door de portret ten gezien, dat vroegere Darrells den naam van Haughton hebben gedragen, die zij later klaarblijkelijk hebben laten varen en die door mijn neet Darrell weer aangenomen is." „Hij draagt hem alleen als doopnaam. Uw grootvader was zijn peet. Maar hij is niet temin het hoofd uwer familie." „Dat zegt hij. Hoe komt dat? Fairhorn dook ineen, met zijn knieën tot aan zijn kin en begon op den toon van een gids, die zijn les van buiten kent. Maar het duurde niet lang of zijn onderwerp bracht hem in vuur. „Men neemt aan 'dat de Darrells hun naam danken aan een ridder uit den tijd van koning Eduard III, die in een steekspel zegevierend het veld behield legen iederen kampvechter en John Darrell 2) genoemd werd of zich zelf dien naam gaf. Zij be hoorden tot de machtigste geslachten van 't land en waren door huwelijken verbonden met de Montfichets, de Nevilles, de Mow- brayc, enz. Door die huwelijken stammen zij af van de oude Plantagenets. Ge kunt hun na men vinden in de kronieken der vroegere oorlogen met Frankrijk. Ongelukkig voor hen waren zij partijgangers van den graaf van Warivick, den koning-maker, aan wien zij vermaagschapt waren. Het hoefd i an hun gedacht sneuvelde in den noodlottigen slag van Barnet; hun goederen werden, na tuurlijk verbeurd verklagrd. De eenige zoon en erfgenaam vertrok naar de Nederlanden waar hij in dienst trad. Zijn zoon en zijn kleinzoon volgden het zelfde beroep onder vreemde vaandels. Maar zij moeten hun liefde voor het land hunner voorouders be waard hebben, want in de laatste dagen der regeering van Hendrik VIII keerde de eenige mannelijke afstammeling der Darrells naar Engeland terug, met een aantal zware goudstukken, door hem of zijn verbannen 'aderen bespaard. Hij kocht eenig goed in dit graafschap, waar de voorvaderlijke be zittingen eenmaal zoo aanzienlijk geweest waren en bouwde het tegenwoordige huls, in overeenstemming met de veranderde fortuin van een geslacht, dat in vroeger eeuwen in 't bezit was geweest van meerdere trotschs kasteelen. 2) Duri-al. (Wordt vervolgd.]'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 6