I
De aanwijzing van candldaUu geschiedde
HET ONTWERP KIESREGLEMENT.
HOOFDSTUK 1.
Art. 5. 1. voor zooveer niet anders
wordt bepaald, worden alle geschiHen be
treffende de toepassing van dit reglement in
hoogsten aanleg beslist door het Dagelijksch
Bestuur.
W
YlOOYDbtUYL NU.
De stemming over de deiinitleve
lijst.
p
ty
a
ff
Eclèeen onze paiViioiêamsntte op nez.»
organen als hooldpijlers opgebouwd, za\
ten goede kómen.
Deze decentralisatie van het personen-
advies is een gezonde en reeële versterking
van de kieskringorganen, en getuigt van
■werkelijkheidsbesef. Haar zal daarom in de
lagere partijorganen, naar de meening der
Commissie, een goede ontvangst te beurt
vallen, hetgeen er toe zal bijdragen, dat de
bezwaren, aan het in een bepaalde periode
veelvuldig vergaderen der kringvergaderin
gen ongetwijfeld verbonden, met lielde zul
len worden verdragen.
De aanwijzingen (de candidaatstellingen)
In de Kiesvereenigingen leiden tot ver-
zamellijsten.
De behandeling dezer lijsten (afgezien van
formaliteiten) geschiedt geheel in de Kring
organisaties.
Zij regelen de volgorde der door het Cen
traal College vastgestelde „speciale kwali
teiten".
Zij kunnen mei volstrekte meerderheid
van stemmen bepaalde candidaten tot ge
adviseerde candidaten der Kringvergadering
proclnmeeren, hetgeen op het stembiljet
enkel door plaatsing buiten de alfabetische
volgorde om, boven aan, tot uiting komt.
De uitslag der stemmingen in deze verga
deringen wordt medegedeeld in de pers. De
partijleden kunnen er dus kennis van
nemen.
Hiermede heeft de commissie in 't kort
uitgestippeld de procedure van „leiding",
die de door sommigen gewraakte centrale
Politiqk-Advies procedure vervangt.
Ook het tweede bezwaar tegen
het Politiek Advies ondervangen.
len slotte het bezwaar, wil men: de
grief, dat men, niet op het P. A. voorko
mend, als oppositioneel of dissident zou
worden gekwalificeerd: dit is ondervangen,
eenerzijds doordat een P.A, als onder het
Kiesreglement 1924 bedoeld, te weten
één vaste Advieslijst als één onverbreekbaar
geheel, niet wordt gegeven, en ander
zijds door de regeling der Kiescomite's,
waarbij actie voor de verkiezing van met
name genoemde candidaten reglementair
wordt erkend en in eenige hoofdlijnen bin
nen een reglementair kèder wordt opge
nomen.
Tegen de Kiescomite's-regeling kan wor
den aangevoerd, dat deze eene reactie is op
«en misverstand (dat men n.l. oppositioneel
of zelfs dissident zou zijn). De remedie te
gen dit misverstand is erger dan het misver
stand zelve. Men lokt oppositie tegen het
fcJvies. hierdoor uit.
Dit bezwaar is niet geheel juist.
Dat men oppositie zou uitlokken, is uit
gesloten. Er kan geen oppositie komen,
omdat actie voor een bepaald candidaat
geen oppositie is. Hoogstens kan men zeg
gen, dat men actie voor bepaalde candida
ten zou uitlokken. Oil nu lijkt met de prac-
tijk in strijd te zijn. Is er éénige belangstel
ling voor 'n bepaalde candidatuur, dan komt
deze tot uiting in den vorm van een groep
van personen, die zich voor die candidatuur
inspant. Of er een bepaling of regeling over
Kiescomité's al dan niet bestaat, deze actie
komt er toch!
Wat nu betreft het misverstand, inder
daad, ook de Commissie meent, dat het be
zwaar op een misverstand berust.
Maar het is er nu eenmaal. En het is er
zóó, dat men het met geen argumenten uit
de hoofden van sommigen gepraat krijgt.
Met deze werkelijkheid voor oogen
meende de Commissie gbed te doen, door
eene regeling als voorgesteld het misver
stand radicaal op te ruimen.
Het groote voordeel van een regeling is,
dat de actie bij de verkiezingen voortaan
Is te brengen binnen het reglementair kader
en onder de toeziende zorg der Kringbestu
ren. Men kan dus ingrijpen, men kan exces
sen wraken, men kan regelen stellen.
Is er niets op dit punt geregeld, dan ko
men de comité's er toch, doch zondes dat de
leiding er eenigen vat op heeft, wanneer dit
noodig is.
Daarnaast staat, zooals gezegd, de ophef-'
ling van een misverstand, welke opheffing
wederom zijn goede psychologische zijde
heeft, waardoor bevrediging wordt verkre
gen.
Hier is geen vorming van partijen of groe
pen in de partij. Zeker is misbruik van het
instituut mogelijk. Men kan van zoovele za
ken misbruik maken, ook van het kiessys
teem, met name van het verzamelen van
stemmen over het geheele land. Zijn er geen
erkende Kiescomité's, dan zijn er on-offici-
eele, Bij de eerste kan de leiding misbrui
ken tegengaan, bij de tweede staat zij vrij
wel machteloos.
De gcheeie regeling berust op de tnoreele
sanctie, dat een door het Kringbestuur op
grond der gegeven bepalingen gedisqualifi-
eeerde actie evenzeer door de gezonde pu
blieke opinie zal worden gedisqtialificeerd,
Zoodauige disqualificalie, redelijk en strikt
serlijk toegepast, zal haar uitwerking niet
nissen,
Hti Mes- el SKKuyntem.
Vervolgens geeft de commissie nog eene
toelichting op het kiessysteem.
Uiteraard Ï9 men bij de regeling van het
kiessysteem eenigermate gebonden door
hetgeen in de eerste gedeelte der verkie-
zingsprocdure is neergelegd, met name de
vaststelling door het Centraal College van
„speciale kwaliteiten" voor bepaalde te
verwachten zetels, dus voor bepaalde vaste
plaatsen op de officieele lijst.
Deze gedachten eenmaal aanvaard heb
bende, heeft onze Commissie ook eene her
ziening of wijziging van het kiessysteem,
zooals dit in het Kiesreglement 1924 was
neergelegd, geheel laten varen. In dit regle
ment immers was het Politiek Advies de
spil, waarom het systeem draaide. Waar dit
Politiek Advies geheel werd losgelaten, was
daarmede tevens het kiessysteem verder
onmogelijk zelfs niet gewijzigd in toe
passing te brengen.
Na uitvoerige gedachtenwisseling heeft
de Commissie het in het ontwerp neerge
legde systeem gekozen en technisch uit
gewerkt.
Dit systeem is in wezen een meerder
heidssysteem. De Commissie meende daar
op een zeer belangrijke correctie te moeten
voorstellen door de mogelijkheid te openen
om stemmen te verzamelen over het gehee
le land. Toepassing van een meerderheids
systeem, strikt binnen de grenzen van de
rijkskieskring-gebieden gehouden, levert
het reeds door de Kiesreglement-commissie
1924 besproken bezwaar op. In de Toelich
ting op haar ontwerp zegt die Commissie
„Gebleken is van den wensch, bepaalde
kiezersgroepen, die over meer dan ééne
kiesvereeniging oi meer dan één kieskring
verspreid zijn, gelegenheid te geven geza
menlijk hunne stem reglementair invloed te
doen uitoefenen bij de voorbereiding der
verkiezingen, alsmede om candidaten, die
in één bepaalden kieskring niet op genoeg
stemmen kunnen rekenen om naar voren te
komen, doch die in ruimer territoriaal ver
band wèl voldoenden aanhang hebben, vrij
en volledig gelegenheid te geven zich bin
nen de partij gelijkwaardig te doen gelden."
Aan dit bezwaar wordt door het ontwerp
onzer Commissie geheel tegemoet gekomen.
De indeeling van het land in drie groepen
(Zuid, Oost en West), zooals het Kiesregle
ment 1924 kende, wordt niet gevolgd. Men
kan stemmen verkrijgen over het geheele
land, echter zóó, dat de vastgestelde „spe
ciale kwaliteits"-eischen van het Centraal
College worden gehandhaafd. Men kan dus
alléén stemmen verzamelen in een „speciale
kwaliteit", dan wel voor „vrije plaatsen".
In het kiessysteem van het ontwerp-re-
glement is tevens opgenomen een nieuw
plaatsvervangers-systeem. Hierbij worden
de plaatsvervangersplaatsen als zoodanig
geheel afzonderlijk behandeld, reeds bij de
aanwijzingen, en in het bijzonder bij de
stemming. Men stemt voor een bepaalde
plaats op één candidaat, uit de groslijst van
candidaten voor dien zetel, èn op één
plaatsvervanger uit de groslijst van plaats
vervangers Voor dien zetel.
Dit systeem ligt eenerzijds in de lijn van
het stelsel van „speciale kwaliteiten" voor
de te verwachten (vaste) zetels, en ander
zijds dringt het de kiezers er toe, zich te
interesse'eren voor en speciale aandacht te
wijden aan het plaatsvervangersschap, dat
tot nu toe niet die aandacht trok, welke
het instituut ongetwijfeld verdient. Als ne
vengevolg is daarbij te noemen, dat men er
aanstonds een schifting van de toevloeiende
candidaten mede verkrijgt in candidaten
voor vaste zetels en in candidaten voor
plaatsvervangende plaatsen op de lijst, ter
wijl in de stelsels als tot nu toegepast allen
candidaten, althans in 't systeem, gelijke
aspiratie werden toegekend.
Uien eveneens \n Januari. En Meina vOlg&e
het samenstellen van het politiek advies.
Welnu, in dit ontwerp komt de kiezer
óók eerst aan 't woord na 15 December.
Het werk van half October tot half De-
rember is voorbereidend werk, waar de
leden der kiesvereenigingen buiten staan.
Thans volgt het Ontwerp-Kiesreglement
waarbij op sommige artikelen nog een korte
toelichting ter verduidelijking van de be
doelde werking dier bepalingen wordt ge
geven.
Is het systeem te ingewikkeld?
De procedure te lang?
Ten slotte maakt de commissie eene op
merking over Jiet te verwachten bezwaar,
dat de voorgestelde procedure te ingewik
keld en te lang zoude zijn.
Ongetwijfeld is het systeem ingewikkeld.
Doch dit bezwaar geldt voor alle systemen,
waarbij men in het verleden gebleken of
gevoelde bezwaren wil ondervangen. Het
„eenvoud is het kenmerk van het ware"
geldt hier niet.
Maar wanneer men het voorgedragen sys
teem in concrcten overzichtelijken vorm
voor zich ziet, ontdaan van alle abstracte
en onontbeerlijke reglementsbepalingen,
hiervoor wordt verwezen naar het over
zicht daartoe opgemaakt en als bijlage aan
dit verslag toegevoegd, dan zal het bezwaar
ongetwijfeld sterk verminderen.
De Commissie wijst er op, dat, met alléén
het reglement vóór zich, de procedure voor
de kringvergaderingen en daarnaast de
overeenkomstige procedure der z.g. „samen
gevoegde kringvergaderingen" een zeer in
gewikkeld aspect geeft.
In den grond der zaak is deze onontbeer
lijke regeling echter een aangelegenheid,
die het systeem op zich niet ingewikkeld
maakt, doch het ingewikkeld doet lijken.
Wat den langen duur der procedure be
treft, meent de Commissie dat het regle
ment 1924 bij den duur van het voorge
stelde systeem weinig verschilt. Immers d«
samenstelling van het Adviseerend Collegt
1925 had reeds plaats in September 1924!
Algemeene bepalingen.
Artikel 1. De R. K. Staatspartij, haar or
ganen en leden, volgen bij de voorbereiding
der verkiezing van leden van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal de regelen van
dit Kiesreglement, dat is vastgesteld inge
volge art. 22 van het Partijreglement.
Art. 2. In dit reglement wordt, versaan
onder:
Kringorganisatie: een Rijkskieskringorga-
nisatie" bedoeld in art. 7 van het Partij-
reglement;
Kringbestuur: het bestuur van een kring-
organisatie;
Kringvergadering: de algemeene vergade
ring van een Kringoïganisatie.
Art. 3. In bijzondere gevallen kan het
Partijbestuur besluiten van de termijnen, in
dit reglement genoemd, af te wijken.
Art. 4. Het Partijbestuur, alsmede de
besturen der Kringorganisaties en der
Kiesvereenigingen, dragen zorg, dat ten
minste één exemplaar van dit reglement in
hun archieven aanwezig zij, en de leden der
kiesvereeniging daarvan kennis kunnen
nemen.
2. In alle gevallen, waarin het reglement
niet voorziet, beslist het Dagelijksch Be
stuur.
HOOFDSTUK II.
Voorbereidende werkzaamheden.
Art, 6. 1. Het Partijbestuur vergadert
In de eerste helft der maand October, voor
afgaande aan de periodieke verkiezingen
van .de leden der Tweede Kamer van de
Staten-Generaal, en stelt dan vast:
a, in welke Rijkskieskringen een afzon-
delijke officieele lijst zal worden inge
diend en welke Rijkskieskringen voor een
zoodanige lijst zullen worden samenge
voegd, met dien verstande, dat elke lijst,
behoudens uitzonderingen, tenminste drie
en ten hoogste zes der te verwachten
zetels omvat;
b. het aantal der in eiken Rijkskieskring
of in elke samenvoeging van Rijkskies
kringen te verwachten zetels
2, Het aantal plaatvervangers, dat in
eiken Rijkskieskring of in elke samenvoe
ging van Rijkskieskringen op de officieele
lijst zal worden geplaatst, is gelijk aan hel
aantal te verwachten zetels.
3. De besluiten op deze punten genomen
worden zoo spoedig mogelijk aan de Kring-
besturen en aan de Katholieke Pers mede
gedeeld.
Toelichting. In het Overzicht van de
werking van het voorgedragen systeem
voor een Kiesreglement is bij wijze van
voorbeeld de volgende opstelling gemaakt:
te ver
wachten
zetels
1. Den Bosch: afzonderlijk 4
2. Tilburg-Zeeland: samengevoegd, 5
3. Maastricht: afzonderlijk, 5
4. Zuid-Holland: samenvoeging,
van Den Haag, Rotterdam, Leiden
en Dordrecht, 5
5. Noord-Holland: samenvoeging
van Amsterdam, Haarlem en Den
Helder, 4
6. Friesland, Groningen, Drenthe en
Overijsel: samengevoegd, 3
7. Gelderland-Utrecht: samengevoegd, 5
31
De bepaling in lid 2 l.a. der plaatsver
vangers houdt verband met het nieuwe
plaatsvervangerssysteem.
Wanneer een kieskring met één te ver
wachten zetel, bij wijze van uitzondering
door het P.B, afzonderlijk zou worden ge
steld, is het bezwaar van een officieele
lijst met slechts twee candidaten erop, te
ondervangen door het aantal te verwach
ten zetels op twee te stellen. Daardoor
verkrijgt men een lijst van vier candidaten.
•ROOFDStVSVL TO.
Het Centraal College
Art. 7.
Het Partijbestuur en de gekwalificeerde
personen, die adviseerende leden van den
Partijraad zijn, vormen tezamen een or
gaan, dat Centraal College genoemd wordt.
De voorzitter en secretaris van het Partij
bestuur treden op als voorzitter en secre
taris van het Centraal College.
Toelichting: Het te geven advies is,
zooals in de algemeene toelichting gezegd,
een onpersoonlijk kwaliteiten-schema.
Bezwaren van de gekwalificeerde advi
seerende leden van den Partijraad tegen het
mede uitbrengen van een personen-advies
zijn daardoor ondervangen.
Het Centraal College zal dan bestaan uit:
Leden van het Partijbestuur 21
Gekwalificeerde Adviseerende leden
van den Partijraad 39
Totaal 60
Art. 8, 1. Het Centraal College vergadert
in de eerste helft der maand November.
2. Het bepaalt vooropstellende, dat
vóór alles eene algemeene politieke en
maatschappelijke ontwikkeling voor iederen
candidaat noodig is, welke speciale kwa
liteiten bovendien in de Kamerfractie moe
ten worden vertegenwoordigd en op welke
lijsten deze candidaten moeten worden ge
plaatst, met dien verstande, dat:
a. deze vaststelling slechts geldt voor
twee derden der in totaal te verwachten
zetels;
b. deze kwaliteiten zooveel mogelijk even
redig worden verdeeld over de verschil
lende lijsten van Kieskringen of samenvoe
gingen van Kieskringen;
3. Ieder plaatsvervanger moet voldoen aan
dezelfde speciale kwaliteit als degene,
wiens plaats hij moet vervangen.
4. Onder een speciale kwaliteit, als hier
boven bedoeld, wordt verstaan een bijzon
dere bekendheid met een of een bijzondere
geschiktheid ter beoordeeling van bepaalde
door het Centraal College omschreven
vraagstukken of groepen van vraagstukken,
welke bij den wetgevenden arbeid der
Tweede Kamerfractie zich ter beoordeeling
voordoen, zoodat bij voorname onderdeelen
van Staatsbeleid de Kamerfractie hare des
kundige woordvoerders en werkers hebbe.
5, Het Centraal College geeft een duide
lijke en concrete, desnoods in bijzonder
heden afdalende omschrijving van de kwali
teit, welke bedoeld wordt.
6, De overblijvende te verwachten zetels
zijn „vrije plaatsen".
7. Wanneer leden van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal zitting hebben in het
Centraal College, werden door hen niet bij
gewoond de besprekingen voor zoover deze
de Kringorganisatie of de samengevoegde
Kringorganisaties betreffen, waardoor zij
zijn afgevaardigd.
Art. 9. Een beredeneerd verslag van de
in art. 8 genoemde werkzaamheden wordt
vóór 1 December aan de Kringbesturen en
aan de Katholieke Pers toegezonden.
HOOFDSTUK IV.
Aanwijzing van candidaten.
Art. 10. 1, Vóór 15 December noodigen
de Kringbesturen de Kiesvereenigingen in
hun ressort uit, aanwijzing van candidaten
te doen,
2, Daarbij wordt duidelijk aangegeven
voor hoeveel te verwachten zetels candi
daten moeten worden gesteld, welke spe
ciale kwaliteiten door het Centraal College
aan den betrokken Kieskring of samen
voeging van Kieskringen te vervullen zijn
aangewezen, en hoeveel vrije plaatsen over
blijven, Voorts wordt er op gewezen, dat
voor iederen candidaat een gelijksoortig
plaatsvervanger moet worden aangewezen.
Art. 11, 1. De Kiesvereenigingen verga
deren tot het doen der aanwijzingen in de
tweede helft der maand December of de
eerste helft der maand Januari.
2. De voorzitter stelt de aanwezigen in
de gelegenheid candidaten, met hun plaats
vervangers, te noemen en aan te bevelen,
onder positieve aanduiding van een speciale
kwaliteit, als door het Centraal College
voor de betrokken lijst aangegeven, waarin
de candidaat en zijn plaatsvervanger gesteld
worden, dan wel onder aanduiding, dat de
candidaat wordt gesteld voor een vrije
plaats.
3. Wanneer tenminste één tiende der
aanwezige leden, en indien er minder dan
100 aanwezig zijn, ten minste 10 aanwezige
leden, een genoemde candidaat en zijn
plaatsvervanger ondersteunen, zijn dezen
aangewezen.
4. Ook door het Bestuur als zoodanig
kunnen candidaten en plaatsvervangers
worden aangewezen.
5. Aanwijzing van een zelfden candidaat
doch met een anderen plaatsvervanger geldt
als eene afzonderlijke aanwijzing voor den
plaatsvervanger.
6. Het Bestuur der Kiesvereeniging deelt
na afloop der vergadering en uiterlijk 15
Januari aan het Kringbestuur mede, welke
aanwijzingen zijn gedaan, onder opgave
van naam, voornamen, beroep en woon
plaats der aangewezenen, en van de spe
ciale kwaliteiten waarin zij zijn gesteld,
dan wel dat zij voor vriie olaaUcu *iii) sa»
gewezen.
Kri. V2. De \eden iet TSAesNereeTA-
ftingen, behoorend tot dezelfde Kringorga
nisatie, kunnen, buiten de vergaderingen
der Kiesvereenigingen bedoeld in het voor
gaand artikel, eveneens aanwijzingen doen,
die moeten voldoen aan de eischen gesteld
In lid 2 en 6 van art. 11
2. Deze aanwijzingen moeten ondertee
kend zijn door tenminste 50 leden van Kies
vereenigingen, indien het één aanwijzing
betreft, en door tenminste 100 leden der
Kiesvereenigingen, indien het een aantal
(ten hoogste vijf) aanwijzingen betreft,
3. Aan elke aanwijzing wordt een opgave
gehecht, welke in alphabetische volgorde de
namen der onderteekenaars vermeldt, met
vermelding van voorletters, woonplaats en
Kiesvereeniging; waarvan zij lid zijn.
4. De aanwijzing moet uiterlijk 15 Januari
bij den secretaris van het Kringbestuur zijn
ingediend.
5. Een lid van een Kiesvereeniging mag
niet meer dan één aanwijzing of groep van
aanwijzingen onderteekenen. m Onder de
handteekening mag niet voorkomen die van
«en candidaat, voor wien de aanwijzing
geldt.
Art. 13. i. Het Kringbestuur deelt aan de
aangewezen candidaten en de plaatsvervan
gers mede, dat, en in welke speciale kwali
teit zij zijn aangewezen, onder voorbehoud
van de toetsing door het Partijbestuur be
doeld in art. 15.
2. De aangewezenen, die binnen acht
dagen na deze kennisgeving geen bericht
hebben gezonden aan het Kringbestuur, dat
zij de aanwijzing wenschen gehandhaafd te
zien, worden geacht de aanwijzing niet te
aanvaarden. Deze aanwijzingen vervallen.
3. Candidaten, die slechts in een bepaal
den kieskring in aanmerking wenschen te
komen, deelen dit eveneens binnen acht
dagen na de kennisgeving van het Kringbe
stuur aan dit bestuur mede.
Art. 14. 1. Het Kringbestuur toetst, voor
zooveel wenschelijk of mogelijk, de gehand
haafde aanwijzingen aan de door het Cen
traal College gestelde speciale kwaliteiten
en teekent zijn eventueele opmerkingen
daarbij aan.
2. Het Kringbestuur maakt van de aanwij
zingen een verzamellijst op, die ingedeeld
is volgens de speciale kwaliteiten en de
vrije plaatsen, en in deze onderverdeeling
worden de candidaten alfabetisch gerang
schikt en evenzoo de plaatsvervangers.
3. Het Kringbestuur zendt vóór 1 Februari
een afschrift van de verzamellijst aan het
Partijbestuur met zijn opmerkingen in het
eerste lid van dit artikel bedoeld.
4. De afzonderlijke verzamellijsten van
Kringorganisaties, die met andere zijn
samengevoegd, worden door het Partijbe
stuur tot één verzamellijst vereenigd, zoo
dat aanwijzingen in één der Kringorganisa
ties gelden voor alle samengevoegde Kring
organisaties.
HOOFDSTUK V.
Van de controle der verzamellijsten door
het Partijbestuur.
Art. 15. 1. Onmiddellijk na het binnen
komen der verzamellijsten bij het Partijbe
stuur toetst het Dagelijksch Bestuur de aan
wijzingen aan de door het Centraal College
gestelde speciale kwaliteiten. Het brengt
daarover verslag uit aan het Partijbestuur.
2. Het Partijbestuur vergadert in de eerste
helft van Februari tot het nazien der ver
zamellijsten, en neemt een beslissing over
de aanwijzingen, aan de hand van het des
betreffend verslag door het Dagelijksch
Bestuur uitgebracht.
3. Niet goedgekeurde aanwijzingen worden
door het Partijbestuur geschrapt en hiervan
wordt onverwijld, in een met redenen om
kleed besluit, mcdedeeling gedaan aan de
betrokken Kringbesturen en de aange
wezenen.
4. Dezen worden beschouwd als te zijn
aangewezen voor een vrije plaats, tenzij zij
binnen acht dagen aan het Partijbestuur
berichten, dat zij daarvoor niet in aanmer
king wenschen te komen.
5. Aan candidaten, die voor verschillende
speciale kwaliteiten en vrije plaatsen zijn
gesteld, wordt verzocht binnen acht dagen
mede te deelen aan het Partijbestuur, voor
welke aanwijzing zij wenschen in aanmer
king te komen. Zij worden voor één, door
hen op te geven, speciale kwaliteit, dan
wel voor een vrije plaats gehandhaafd.
Wordt aan dit verzoek niet voldaan, dan
worden zij geschrapt.
6. Voorts wordt aan de candidaten mede-
deelingen gedaan, dat hun aanwijzing door
het Partijbestuur is gehandhaafd.
7. Het Partijbestuur herziet, voor zoover
noodig, de verzamellijsten.
8. In zéér bijzondere gevallen, wanneer
voor het goede verloop der stemming aan
vulling der verzamellijst nuttig lijkt, kan het
Partijbestuur daartoe overgaan, doch alléén
voor wat betreft de plaatsen waarvoor een
speciale kwaliteit is vastgesteld.
HOOFDSTUK VI.
Bctumuc'ing der verzamellijsten in de
Kringvergaderingen.
Art. 16, 1. In de tweede helft van Fe
bruari komen de Kringvergaderingen bijeen,
X Het Kringbestuur draagt zorg, dat
leder der aanwezigen \n bet bezit t> van
de verzamellijst, bedoeld in Art. 15, laat
ste lid,
3. Aan de beraadslagingen in de Kring»
vergaderingen en samengevoegde Kringver
gaderingen in dit Hoofdstuk bedoeld, wordt
geen deelgenomen door hen, wier namen
op de verzamellijst der betrokken Kring-
organisaties voorkomen.
Art. 17. 1. In Rijkskieskringen, waarin
een afzonderlijke lijst zal worden ingediend,
bepaalt de Kringvergadering bij meerder
heid van stemmen, in welke volgorde de
door het Centraal College vastgestelde
speciale kwaliteiten op de officieele lijst
zullen komen te staan. De vrije plaatsen
moeten steeds achter de gekwalificeerde
plaatsen worden gesteld.
2. Daarna stelt de Voorzitter de aanwe
zigen in de gelegenheid, in overeenstem
ming met het genomen besluit bedoeld in
het voorgaande lid, en met de verzamel
lijst, namen te noemen voor de candidaten
en plaatsvervangers op de officieele lijst,
voor elke plaats afzonderlijk, te beginnen
met de eerste plaats.
3. Daarna wordt eene stemming gehouden
over al de in de Kringvergadering voor
die plaats opgegeven candidaten. Ver-
eenigt zich bij deze stemming een volstrek
te meerderheid op één bepaalden candi
daat, dan is deze voor die plaats de ge
adviseerde candidaat der Kringvergadering.
4. Op deze wijze worden alle plaatsen,
zoowel van te verwachten zetels als van
plaatsvervangers, door de Kringvergadering
behandeld.
5. De uitslag dezer stemmingen in de
Kringvergaderingen wordt aan de Kies
vereenigingen en aan de Katholieke Pers
toegezonden.
Toelichting: De Kringvergaderingen
bepalen dus: a. de, volgorde der kwaliteits
zetels. b: de geadviseerde candidaten.
Art. 18. In Rijkskieskringen, die voor de
indiening van een officieele lijst met ande
re zijn samengevoegd, stelt de Voorzitter
de Kringvergadering in de gelegenheid van
gedachten te wisselen over de volgorde,
waarin de door het Centraal College vastge
stelde speciale kwaliteiten op de offici
eele lijst zullen komen te staan. De Kring
vergadering mag zich daarover bij volstrek
te meerderheid van stemmen uitspreken,
zonder dat de- afgevaardigden naar de verga
dering der samengevoegde Kringorganisa
ties daardoor een bindend mandaat ont
vangen.
2. Daarna stelt de Voorzitter de aan
wezigen in de gelegenheid, rekening hou
dend met de verzamellijst der samenge-
voeegde Kringorganisaties, namen te noe
men voor candidaten en plaatsvervangers
op de lijst der samengevoegde Kringor
ganisaties.
Art. 19. Binnen twee weken na de ver
gaderingen bedoeld in het vorig artikel, en
uiterlijk 14 Maart, heeft de vergadering
plaats der samengevoegde Kringorganisa
ties, onder leiding yan den Voorzil^r der
Kringorganisatie, die de meeste leden telt.
Deze roept de vergadering op en bepaalt
de plaats der bijeenkomst.
2. Elke Kringorganisatie vaardigt naar
deze vergadering of den Voorzitter en vier
maal zooveel afgevaardigden als zij stemge
rechtigde leden in den Partijraad telt.
3. Zij worden door de Kringvergaderin
gen, al of niet uit haar midden, gekozen
op de wijze in de reglementen der Kring-
organisatic ten aanzien van de afgevaardig
den voor den Partijraad bepaald.
4. Deze vergadering heeft hetzelfde ver
loop als de Kringvergadering bedoeld in
art. 17, behoudens dat de stemmingen, be
halve die over de volgorde der speciale
kwaliteiten, door de Kringvergaderingen
moeten worden bekrachtigd als omschre
ven in het volgend artikel.
5. De uitslag der stemmingen in deze ver
gadering wordt aan de betrokken Kringver
gaderingen en aan de Katholieke Pers on
verwijld medegedeeld.
Art. 20. 1, Is op de vergadering der sa
mengevoegde Kringorganisaties, overeen
komstig het bepaalde in het vorig artikel,
voor cén of meer der plaatsen van de in
te dienen lijst bij meerderheid van stemmen
een geadviseerde candidaat aangewezen,
dan wordt deze uitslag aan de Kringver
gadering, te houden binnen twee weken
na de samengevoegde vergadering bedoeld
in het vorig artikel, en uiterlijk 30 Maart
medegedeeld. De Voorzitter doet een ern-
stige poging om de stemmingen van de ver
gadering der samengevoegde Kringorgani
saties te doen bekrachtigen.
2. Over alle stemmingen wordt afzonder
lijk beslist.
3. Indien de volstrekte meerderheid zich
verklaart vóór een beslissing over candi
daten in de vergadering der samengevoegde
Kringorganisaties genomen, is zoodanige
beslissing bekrachtigd. Wordt ip één Kring-
v. gadering géén bekrachtiging over zoo
danige beslissing verkregen, dan heeft dezs
niet-bekrachtiging slechts gevolg voor die
betreffende Kringorganisatie.
4. De uitslag der stemmingen in deze
Kringvergaderingen wordt aan de Kiesver
eenigingen en aan de Katholieke Pers toe
gezonden.
Art. 21, De Voorzitters der Kringver
gaderingen, en die der vergaderingen van
samengevoegde Kingorganisaties, deelen na
afloop der gehouden vergaderingen, uiter
lijk vóór 1 April, aan het Partijbestuur «nc»
de den uitslag di«r vergaderingen,
Art. 22 1. In de maand Mei wordt een
stemming gehouden in de Kiesvereenigin
gen.
2. Aan deze stemming mogen uitsluitend
deelnemen dc leden der R. K. Staatspartij,
die het lidmaatschap reeds bezaten op 31
December van het voorafgaand jaar.
3. Ieder lid van een Kiesvereeniging
wordt op een door het Partijbestuur te be
palen dag, op door het Kringbestuur te be
palen wijze ten minste drie dagen te voren
tot deze stemming opgeroepen en op een
door het Kringbestuur te regelen tijd en
plaats toegelaten.
4. Het lid van de Kiesvereeniging ont
vangt ter plaatse der stemming voor elke
plaats, waarvoor een speciale kwaliteit is
vastgesteld volgens art. 8 lid 2 en voor de
vrije plaats een stembiljet. Het bestuur der
R. K. Staatspartij verstrekt de stembiljetten
naar den grondslag der contributieafdracht
volgens art. 20 van het Partijreglement.
5. Wordt over meer dan één vrije plaats
gestemd, dan wordt voor die vrije plaatsen
toch slechts één stembiljet uitgereik,
6. Op elk stembiljet zijn geplaatst:
1. het nummer (of bij meerdere vrije
plaatsen de nummers) der plaats, waarover
op het stembiljet gestemd wordt;
2. onder de nummers wordt vermeld de
kwaliteit, vastgesteld door het Centraal
College en door de Kringvergadering voor
dat rangnummer aangewezen; dan wel
het woord „vrije plaats", of indien er meer
dan één te vervullen is „twee, enz. vrije
plaatsen";
3. hieronder wordt geplaatst dat deel der
verzamellijst van candidaten voor een te
verwachten zetel, dat op ieder rangnummer
betrekking heeft, in alfabetische volgorde
dus, met uitzondring van den geadviseerden
candidaat der Kringvergadering, als bedoeld
in art. 17, lid 3. Deze wordt bovenaan ge
steld:
4. hierna volgt onder ieder rangnummer
het woord ^Plaatsvervangers" waaronder
geplaatst wordt dat deel der verzamellijst
van plaatsvervangers, dat op ieder rang
nummer betrekking heeft, in alfabetische
volgorde dus, met gelijke uitzondering als
sub 3 bedoeld;
5. vóór iederen candidaat staat een stem-
vak.
7. De stembiljetten hebben voor elke
plaats een afzonderlijke kleur. Zoo mogelijk
is voor elke kleur in het stemlokaal een
stembus aanwezig; zijn meerdere bussen
aanwezig dan is daarop de kleur aangeduid
en worden zij gerangschikt in de volgorde
van de plaats op de lijst.
Toelichting: Dc beste toelichting op
dit artikel is een verwijzing naar de model
stembiljetten, als bijlagen V aan dit '-erslag
toegevoegd.
Art. 23. 1. Ieder lid der Kiesvereeniging
maakt op elk stembiljet een witte stip in
het stemvak zwart (of rood) voor één der
candidaten en voor één der plaatsvervan
gers.
2. Op elke stembiljet moet één candidaat
worden gestemd, die daarop voorkomt, be
nevens één plaatsvervanger. Is er meer dan
één vrije plaats dan moeten op het stem
biljet der vrije plaatsen zooveel candidaten
worden gestemd als er vrije plaatsen te ver
vuilen zijn, benevens evenveel plaatsver
vangers.
3. Stembiljetten, waarop meer stemmes
zijn uitgebracht dan in het vorig lid om
schreven, zijn ongeldig.
4. De uitslag der stemming wordt door het
bestuur der Kiesvereeniging opgezonden
aan het Kringbestuur. Dit verzamelt de
stemmen op één lijst en zendt die op aan 't
Partijbestuur.
Art, 24. 1. Het Partijbestuur maakt den
uitslag der stemming op.
2. Het onderzoek allereerst of er candi
daten of plaatsvervangers zijn, dfe in méér
dan één kieskring zijn gesteld.
3. Het maakt voor iederen zoodanigen
candidaat o£ plaatsvervanger op het aantal
door hem in eiken kieskring verkregen
stemmen.
4. Hij wordt gehandhaafd op de lijst van
dien kieskring, waarin hij procentsgewijze
het grootste aantal stemmen heeft behaald
fn de andere kieskringen wordt zijn naam
van de lijsten afgevoerd.
5. In den Kieskring, waarin hij wordt ge
handhaafd, wordt hij op de lijst en onder 't
rangnummer, waaronder hij geplaatst is, in
aanmerking gebracht met het aantal stem
men, dat hij in alle kieskringen, waarin hij
candidaat was, op zich heeft vereenigd.
6. Bij de toepassing van dit artikel wordt
een samenvoeging van kieskringen gelijk
gesteld met één kieskring,
7. De aldus definitie! opgemaakte offici
eele lijsten worden onverwijld in de Katho
lieke pers bekend gemaakt.
HOOFDSTUK VIII.
Van Kiescomité's.
Art. 25. In Kringorganisaties, ol in samen
gevoegde Kringorganisatie8, hebben leden
der Kiesvereeniging het recht Kiescomité's
te vormen, uitsluitend ter bevordering van
4e verkiezing van met name aas te duiden
personen "in die tAiingoTganisutles «t «Mkeni
gevoegde K-ringorganisaViea.
2. Vóór 15 April moeten de. namen det
Kiescomité's aan de Besturen der Kringi
organisaties worden meegedeeld, Het aantal
leden van een Kiescomité is ten hoogst*
vijftien per Kringorganisatie of per samenz
voeging van Kringorganisaties.
3. Lid van een Kiescomité kan alleen zijn
hij, die lid is der R. K. Staatspartij en diei
dat lidmaatschap reeds bezat op 31 Decem»
ber van het voorafgaand jaar.
4. De namen der Kiescomité's mogen geen
andere zijn dan de namen der candidaten
en plaatsvervangers, wier verkiezing het
Kiescomité in het bijzonder wil bevorderen
zonder eenige bijvoeging.
5. De candidaten, wier verkiezing Kies»
comité's willen bevorderen, kunnen uitslul»
tend genomen worden uit de verzamellijsten
bedoeld in art. 15 lid 7.
6. Voor iederen candidaat kan slechts één
Kiescomité per Kieskring, of samenvoeging
van Kieskringen, worden gevormd.
7. Actie ten bate van candidaten buiten
den vorm van Kiescomité's is ontoelaatbaar,
8. Het is verboden in den vorm van een
Landelijk Kiescom'té samen te werken.
9. Het Partijbestuur en de Kringbesturen
zijn bevoegd regelen vast te stellen ten aan.
zien van de werking van Kiescomité's.
10. De Kringbesturen, en derzelver leden,
blijven buiten de Kiescomité's.
11. Het toezicht op de Kiescomité's ia
opgedragen aan de Kringbesturen. De be»
sturen der Kiescomité's zijn verantwoorde»
lijk voor de handelingen door of namens
de leden der Kiescomité's verricht.
12. Het Partijbestuur kan Kiescomité's
wegens overtredingvan gestelde regelen
opheffen.
13. De Kiescomité's houden op te bestaan
na afloop der stemming.
HOOFDSTUK IX.
Van de verplichtingen der verkozenen,
Art. 26. Hij, die krachtens zijn verkiezing
op eenige, volgens dit Kiesreglement samen
gestelde officieele lijst zitting neemt in dej
Tweede Kamer der Staten-Generaal, zal,
behoudens bijzondere omstandigheden ter'
beoordeeling van het Partijbestuur, niet
voor het lidmaatschap van de Tweede^
Kamer bedanken, dan na gepleegd overleg-
met het Partijbestuur.
Art. 27. Hij, die krachtens zijn verkiezing
op eenige, volgens dit Kiesreglement samen
gestelde oificiëele lijst, tengevolge van het
openvallen van een plaats, zitting zou moe
ten nemen in de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, zal het lidmaatschap van da
Tweede Kamer niet aanvaarden, dan na ge-
pleegd overleg met het Partijbestuur,
Hij zal onmiddellijk voor het lidmaatschap
bedanken, indien, naar het oordeel van het
Partijbestuur, de reden, waarom hij zitting
heeft genomen, heeft opgehouden te be
staan.
Art. 28. Hij, die een aanwijzing als candi»
daat-plaatsvervanger aanvaardt volgens art.'
13 lid 2, wordt geacht daarmede te onder
schrijven het te dien tijde geldende pro
gram der R. K. Staatspartij, zich te zullen
gedragen volgens en zich te zullen houden
aan de bepalingen van dit Kiesreglement en
geen plaats in de Tweede Kamer te zullen
aanvaarden, indien hij bij de officieele ver
kiezing door voorkeurstemmen zou worden
gekozen.
OVERZICHT VAN DE WERKING VAN HET
VOORGEDRAGEN SYSTEEM VOOR EEN
KIESREGLEMENT.
Om een concreet overzicht le geven van
de werking van het door de Commissie voor
gedragen systeem, volgt hieronder een ge
fantaseerde opzet.
Stel het aantal te verwachten zetels, de
combinatie van Kieskringen, het aantal „spe
ciale kwaliteiten" en vrije plaatsen door het
Centraal College vastgesteld, als volgt:
te ver- Kwali. Vrij#
wachten teiten plaat*
zetels
sen
1.
4
3
2.
Tilburg-Zeeland
5
3
3.
5
3
2j'
4.
Zuid-Holland
5
3
5.
Noord-Holland
4
3
6.
Friesland Groningen
Overijsel-Drenthe
3
2
7.
Gelderl and-U trech t
5
3
j
—4
31
20
IV
Het Centraal College heeft dus aan te wij
zen (althans kan aanwijzen) de „speciale
kwaliteit" voor 20 plaatsen.
Neem als voorbeeld: Den Bosch.
Art. 7. L Het Partijbestuur heeit den Bosch
aangewezen voor een afzonderlijke lijst met
4 te verwachten zetels.
Art. 8, II. Het C. C. wijst voor den Bqschi,
aan, als speciale kwaliteiten waarvoor Don
Bosch te zorgen heeft, b.v.i
a, een persoon geschikt voor de beoqr&'ijij
Bog van de algemeen cultureel*, ear «wiMfirh