LEEKENSPIEGEL Hoe een kellner het publiek ziet - Dekkieeien, Touw S door FRANS MEIJER "#-*>..*..*..C<CCC<<<CCCCCCCCCC^^ EL C K WAT WILS TREKJES. Bewaar Uw goeden luim ook op waschdag Derde Blad NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Zaterdag 30 April 1927 Dc H. Bloed'processie te Brugge Het Apostolaat voor de hereeniging der Kerken. No. 495 'tWas geen moedwil van Karei Doeders. BINNENLANDSCH NIEUWS. Bescherming tegen aanvallen uit de lucht. Hoffmann - Spaarne 42-4, KERK EN SCHOOL. Pater J. van Rijckevorsel S.J. Het Eeuwfeest der kruisvinding. Secretariaat der Federatie- examens. UIT ONZE OOST. Roofmoord. Dank zij Rinso, het moderne zeeppoeder, zijn waschdag en een goede luim thans zeer goed ver- eenigbaar. Het krachtige en toch zoo zachte Rinso sopje maakt al het vuil los als U het waschgoed een paar uur erin laat weeken. Dan een half uurtje koken en terdege spoelen. Zonder moeite is de wasch dan klaar. Koop nog heden een pak. i#".."^véfrp#.4:r J^r p+rpfr rifrcfrpf.,ifrifrifc,.."^l.^., p+r,éfrt+r c+ri+r, l^r ifr.-$■. ifrJ#"..pfc". in dien iijd dikwijls onder daar een schoon servet, de ander wordt aan een bc'kser deden denken, „de waard besturen den weg te wijzen, hoe zij in het afloop worden medegedeeld, of zij voor het mondeing en schriftelijk examen van het taalkundig gedeelte zullen worden opge roepen: b. mondeling en schriftelijk van het taal kundig gedeelte voor Nederlandrche, Fransche, Duitsche en Spaansche Handels correspondentie op Woensdag 6 Juli. c. dito voor Engelsche Handelscorres pondentie op Zaterdag 9 Juli. De definitieve uitslag der examens wordt binnen 14 dagen na de sub b en c genoemde data bekend gemaakt. De heer Achiile E. V. Daled, conservator van het Stedelijk Museum der Oude Mees- Iers te Brugge, deelt mede, dat de bekende Heilig Bloed-Processie te Brugge dit jaar op Maandag 9 Mei om 11 uur plaais heeft. De heer Daled is bereid Nederlanders, die zich ten minste acht dagen van te voren tot hem wenden, inl'chtingen te verschaffen en hen behulpzaam te zijn. De constltueerende vergadering. Men zal zich herinneren, hoe in het jaar 1921, de Metropol'et van Lemberg, Z. D. H. Mens. Graaf A. Szeptycki, ons vaderland heeft bezocht, om te, onderzoeken wat Ne derland zou kunnen doen, om Rusland en de andere Slavische volkeren tot de een heid der H. Kerk terug te brengen. Onder goedkeurit van het Doorl. Episcopaat van Nederland is toen opgericht het Apostolaat der Rutheensche Missie. Dit Apostolaat werd sindsdien bestuurd door den Wel- erw. Pater H. van Keulen C.S.S.R. en heeft afdeelingen gevormd op verschillende plaatsen van ons vaderland. Middelerwijl ontstonden in de laatste jaren, in ons vaderland, meerdere vereeni- gingen van personen, meest priesters, wien de zaak van de Hereeniging der Kerken ter harte ging, om in studie en lezingen dat werk te steunen en te bevorderen. Den vo- rigen zomer nu hebben verschillende vrien den der Hereeniging, onder leiding van Pa ter C. Kolfschoten S.J., eene vergadering gehouden te Schotenhoef bij Antwerpen, in het klooster van de Benedictijnen, de zoogenaamde monniken der Hereeniging. In deze vergadering werd eenstemmig aan genomen, dat allen zich zouden aansluiten bij het Apostolaat van Mgr. Sceptycki. Te vens zou dit Apostloaat eene wijdere uit breiding krijgen, door zich uit te strekken n:et alleen tot de Oosterlingen, maar tot alle christelijke Kerken van Oost en West, die nog niet leven in vereeniging met Ro me. De naam zou voortaan zijn: „Aposto laat voor de Hereeniging der Kerken". Tot Dnrecteur van het voorloopig bestuur werd opnieuw gekozen de Weleerw. Pater van Keulen. Deze verzekerde zich voor de re organisatie van de goedkeuring van het Nederlandsch Episcopaat, en riep daarna verschillende personen bijeen te Nijmegen, waar voor eenige weken, in het Piusconvict, de constitueerende vergadering is1 gehouden an het actieprogram is vastgesteld. \Vie het publiek wil leeren kennen in zijn verscheidenheid, zijn veeleischend- heid en ook dikwijls in zijn grofheid, moet het niet a'leen gadeslaan zooals het zich naar buiten openbaart op straat, in zalen en in voertuigen, maar moe. eens een praatje gaan aar.knoopen met de mer- schen, die door hun beroep dagelijks met vele menschen te doen krijgen en langs zich ziet passeeren. Een van de beroepen, waarin het pu bliek z:ch in al zijn leelijkheid zeer duide lijk spiegelt, is wel dat van den kellner, zoowel bij den kellner van het weeldeng- 'n Late gast. ste etablissement als bij die van het dood gewone volkskoffiehuis. Onder de kcllners zelf bestaat een groo'e verscheidenheid. Je hebt de kell- ■ners van de gemoedelijke uitspannings plaatsen, die te m'dden de vroolijke om geving, de juichende kinderen en de stra- lene natuur, en indruk maken van norsche bestelmachines, die je niet het minste in den weg kunt leggen, of ze trekken een zuur gezicht. Deze norschheid is een ge volg van de wet der contras'en. Temid den der vroolijke omgeving lijkt zelfs de vriendelijkste kellner een stuursch en on aangenaam mensch. Daartegenover staat de kellner. dien je ontmoet in gelegenheden zooals „Gbea Gaston", de man met het s alen gezicht, die bij het zatte der zoogenaamde heeren en het schrille gegiechel der vrouwen in zijn onaantastbare hoogheid en correc beid wel een koningsmensch lijkt, ie's wat ook al weer overdreven is. Wanneer men zijn licht eens gaat opste ken bij de kellners tot welke klasse ze ook behooren, dan zal men een zeer eigenaar- digen indruk krijgen van het publiek in ■bet algemeen en misschien zelfs eigen fou ten leeren inzien en verbeteren. WAT DE KELLNER VAN HET HOTEL RESTAURANT EERSTE-KLASSE VERTELDE. «Tegerfwoordig komt hier weer het goede, het allerbeste publiek," vertelde de voorname, clean-shaven mijnheer, wiens rok als gego en om het lichaam zat en wiens ovenhemd zóó onberispelijk zat, dat het duidelijk merkbaar was, dat men hier met maatwerk te doen had. „Onder goed pu bliek vers'a ik welopgevoede, gemanierde menschen, die ook tegenover ons de be leefdheid in acht nemen, die niet hardop( „Ober" brullen, terwijl je juist aan een andere tafel bezig bent, kor om, nette, degelijke menschen. Met geld heeft dat niets te maken. Ik heb een groot aantal gasten, die ik iedere maand maar één keer zie, omdat ze zich groote uitgaven «ie kunnen veroorloven. Maar hef is werkelijk ren genoegen deze menschen te mogen bedienen en hen te helpen bij de keuze van de wijn, die meestal tot de goedkoop ste soorten behoor'. De ellendigste tijd was die vap de oor- logswinstmakers. Toen moest ik alle mo gelijke soorten van prole'en bedienen, die dc fijnste gerechten naar binnen speelden of het soldatenkuch was en d:e dikke rin gen met juweelen aan hun zwarte vinger; droegen. Wij zeiden eikaar: „Gelukkig maar, dat we ze alleen maar bedienen moeten en niet met hen aan tafel hoeven te zit en." Maar die t'-l ligt gelukkig achter den rug: we hebben hier alleen nog maar be zoekers d e gewend zijn zich in goed ge zelschap te bewegen. De menschen spre ken tegen ons op nie' te luiden toon, zc luisteren beleefd wanneer wij iets zeggen cn komt hier ooit een bezoeker, die er ande-e manieren op na pleegt te houden, aan b merk': hij al gauw, dat hij in deze om'cving niet thuis hoort." „Hebt u on banks het nette gezelschap wel eens moeilijkheden me', het afrekenen, verl ezen en zoo?" ,.U bedoe't zoogenaamde „stroppen' nietwaar? Neen, dat komt in onze 2aak bijna nooit v"or...De menschen zouden er trouwens weinig ple'zier vap hebben. Wie maar één keer zijn maag eens vol wil_s oppen, komt niet hierheen." ,,tn hoe gaat het met de buitenlanders?" „Goed gezelschap is internatir naai,zei de kellner met de zelfverzekerdheid van 'u jaren'ange ervaring, „voorname Engels'Iron zijn nel zu'ke beleefde menschen als Duit- schers en Franschen. Een uitzondering ma ken misschien de Amerikanen, die hier hun hart komen opiialen, alvorens ze naar hun droog Amerika terugkeëren. In ieder ge val zijn zij de beste afnemers van geest rijke dranken. Er was hier eenigen tijd ge leden een Amerikaan, die iederen avond twee halve fleschjes brandewijn moes hebben. Iederen keer, dat hij ze bij zich s ak, zei hij: „Boy's don 't get dry," (Jon gens, laat je niet droogleggen), Daa«na ging hij, naar zijn kamer en kwam nie meer beneden. Hij heeft hier veertien du- gen gewoond en toen hij heeng'ng, zagen we dat ér tranen in zijn oogen stonden.... laten we hopen van on roering," besloot de ober glimlachend. IN HET RESTAURANT VOOR DEN MIDDENSTAND. „In 'het groote bedrijf,, dat we hier heb ben," zei de kellner, die reeds twaalf ja ren dezelfde betrekking bekleedde, „gaat he' a'tijd heel rustig toe. De bezoekers be daar een schoon servet, de ander wordt verstoord als we zooveel werk van hem maken. He meeste pleizier heb ik altijd in jonge verliefde paar jes. Hij bestelt dubbele por ties van het al'erduurste, en zij gebruik er rauwelijks iets van, met het gevolg dat we alles weer bijna zóó kunnen opruimen. VCie geruim en tijd in het vak is, weet al, aan een bc'kser deden denken, „de waard is een zwager van me. Ik heb ook een cal. gehad, maar dat wou n'e\ Ik was veel tc gemakkelijk: allemaal pol-klanten en geen cent in kas. Maar het bevalt me hier best. We hebben hier zoon beetje onze vas c k'anton. Voor twee kwartjes heb ie al een aardige hap eten.... kijk, hier is het menu. De bezoekers? Allemaal kleine luitje-, Je hebt er onhebbelijke kellners. die zich niet van hun pleats bewegen. stellen, eten en verdwijnen. Slechts uiterst zelden komt het voor. daf er iets buiten gewoons gebeurt. Dat is dan meestal een querulant, een zenuwachtig en dr.f ig mensch, die denkt dat hij hier zijn ergernis eens kan luchten.... of het is iemand, die wat te veel gedronken heeft. Zooals ik echter zei, komt zooiets n'et dikwijls voor. Met den tijd word je zoo'n beetje een menschenkenner en je begin' al gauw te merken, wat de bezoekers graag hebben. De een wil geraden worden en eet wal we hem aanbevelen. De ander wil liever zelf kiezen: de een wil dat we veel werk van hem maken, hier een schoon bordje en „deftig" publiek. hce met de bezoekt om te springen, zoo dra deze zijn soep heeft besteld." „En hoe gaat het met 't afrekenen?" „Och, soms komt hei voor dat de bezoe ker zich vergist, maar dat heb ik liever dan dat hij een fout in zijn nadeel ontdekt, daf is het pijnlijkste dat een kellner kan overkomen." „En boe gaat het met de fooien?" „Die zijn meestal middelma ig. Soms ech ter is het bedrag wat hcoger en wordt er bij gezegd: „voor de gcede bediening." Dat is prettig omdat je' daaruit ziet da' de menschen je werk waardeeren." IN DE RESTAURATIEWAGEN. „Ons werk is heel moeilijk," zei de man in den zwarten rok, die bijna den indruk maakt van een uniform, „veel moeilijker dan in welk restaurant ook. De meeste be zoekers beseffen dat niet. Hebt u de keu ken wel eens gezien, dat kleine hokje, waarin de kok zich nauwelijks wenden kan? We zijn op de aanwezige voorraden aangewezen, ieder druppeltje wa er moe* in kannen werden meegenomen. En dan het bedienen. Op een gegeven oogenblik holt alles naar de restauratie-wagen, eerst om te e en, daarna om koffie te drinken. Als de reizigers zich beg'nnen te verve len, gaan ze bestellen. Daarbij vliegt ons klein restaurant met een snelheid van 70 kikme'er over de lijn, de wagen schudt en alles rammelt." De kellner van dezen restauratiewagen maakt dan ook den indruk van een ner veus mensch. „En hoe is bel publiek?" vroeg ik. „Och, dat is heel verschillend. Meestal zit van alles door elkaar en wij hebben geen tijd om ons met de menschen, die we bedienen bezig te houden. Eén e'genschap hebben ze allemaal gemeen: ze vragen on ophoudelijk naar tijden van vertrek en aankomst." „Trekken buitenlanders nogal de aan- dach „Op de lijn AmsterdamParijs hebben we nogal eens last van Amerikanen, die werklui en kan'oorbedienden." „Veel ergernis?" „Nee," zei de man gemoedelijk, „dat heb je bij ons niet. We kennen iederen bezoe ker bij den naam. Wie meer drinkt dan goed voor hem is, wordt met een za:h! lijntje naar buiten gewerkt, of we later De baas van het kroegje. de De stommerd. Als er in de tijd, dat Karei Doeders 'n jon jen was, 'n school had bestaan voor ach terlijk! kinderen.... dan zou de knaap on getwijfeld behoord hebben tot degenen, die daarvoor het allereerst in aanmerking zouden zijn gekomen. Want waarlijk, er was weinig of niets met *t ventje te beginnen. Het was er eentje van 't stumperige soort, zooals we er allicht allemaal 'n enkele hebben meege naakt in onze schooljaren.... zoo een die de onderwijzers wanhopig maakte en voortdurend bloot stond aan de spotlust van z'n kameraadjes. Ze noemden hem de stommerd. Het hoofd der school wist het met schier eindeloos geduld en veel aparte lessen nog zoo'n beetje bij te houden, n aar kon toch niet verhinderen, dat Karei met z'n elfde jaar nog tussehen de jongens van de derde klas zat, waar ie met z'n sloom lie! aam 'n mal eind uitstak boven de hoofden van z'n mede-scholieren, die niet nalieten hem dit zoo dikwijls mogelijk te laten „zien" en voelen. juist uit Amerika aankwamen en dus alcohol niet goed meer kunnen verdragen." „Komen er dikwijls klachten?" „Meer dan ens lief is. De directie onder zoekt iedere klacht en meestal blijkt dan, dat de reiziger zich vergist heeft en ons verantwoordelijk stelt voor dingen waar aan wij niets kunnen doen. Reizigers heb ben d kwijls den indruk, da' wij kellners van den restauratie-wag en bet met den dienst zoo nauw niet nemen, cmdat wij niet gecontroleerd kunnen worden. Dat is een vergissing, in iederen wagen is er één man verantwoordelijk voor alles wat er ge beurt en er zijn voortdurend controleurs op de lijn, die de keuken en restauratiewa gen vis' eeren." Hier lachte mijn zegsirnn even. ,Maar we helpen elkaar. Als we een controleur bij ons in den wagen hebben, geven we de andere sneltreinen een tec- ken dat alleen verstaan wordt dcor he personeel van den res auratiewagen: b.v. bij het eerstvolgende s ation hangen we een servet uit het keukenraam. IN EEN KLEIN VOLKS-RESTAURANT. „Ik ben hier de eenige kel'ner," zei pootige kerel woorden en zinnen, die de anderen hem nocit hoorden spreken. Z'n taal was dan nog wel gebrekkig.... maar ze werd verstaan.... o, zoo goed en zoo schrijnend verstaan door die moeder. En als hij haar dan met tranen in z'n suf fige oogen vertelde van 'n pas weer onder vonden striemende bejegening, om iets wat ie toch óók niet helpen kon.... dan huilde ze met hem mee.... en wist niet wat ze 1 doen moest, om 't maar weer een beetje te De man die de klappen krijgt. zijn vrouw komen om: hem af te halen. Dan worden ze gauw weer bedaard." „Heb je wel eens stroppen?" „Zoover ik weel is het maar één keer gebeurd, maar dat is alweer bijna een jaar want van luiheid of speelscbbeid was geen sprakehij deed genoeg z'n best, maar kon nou eenmaal niet méékomen. M'n lieve hemelwas dat zijn schuld En waarom moest ie dan zooveel verduren Waarom moest ie zoo gesard worden Waarom moest ie thuis altijd de verschop peling, de sloome, de stommerd zijn? Waarom kre-en z'n broers en zusters n inder straf, als ze iets n isdeden of braken of bedierven i O- dat we zoo vaak onbewust dom en verzachten. wreed zijnO k voor bloedverwanten,' Ja, rr.et moeder kon ie pratenmet an- die struikelend en hinkend de levensweg I deren niet.... want voor die anderen bleef moeten gaan.... en wier hartslag niet ge- ie de stommerd, die 't nooit tot iets zou bren- hoord wordt. J gen. Nee, van z'n vader, broers en zusters heeft j Karei Doeders nooit aardigheid gehad. Nu zul je dikwels zien dat dergelijk soort Of hun gebrekkige beschaving daar nouvan moeders tamelijk gauw dood gaan, óók in moest mee-tellen.'k weet 't niet. 't was zoo. Z'n moeder.... dat was de eenigste, die heelerraal voelde hoe Karei was Daar was ze nou weer mceder voor. Bij ha Ar zocht en vond ie altijd trocst en L escherr ing. Maar dat mocht niet te veel in de gaten loop en, want als 't werd gen er kt noerrden de broers en zusters hem plagend „moeders kindje" en de vader speelde op, verweet z'n vrouw, dat ze hem bedierf en maar maakte, dat ie 'n nog veel grootere stommeling werd. Als ie roet z'n moeder alléén wasja, dat was gek..., dan kon ie soms verstan' En toen dat dan ook gebeurd was bleef er voor Karei zoo heelemaal niks meer over. Nou werd ie echt de verschoppeling, die alleen met z'n eigen kon t aan zitten praten en phil scfeerenen standjes en scheld woorden en verwensel ingen opvreten als ie weer iets verkeerd had gedaan., of door z'n haas was weggestuurd wegens totale onge- scl iktheid. 't Vas dan ook wel een beroerde boel met die Karei.... daar kon niemand z'n vader en z'n broers en zusters ongelijk in geven. Hij deugde zelfs niet voor loopknecht want telkens vergiste hij zich met geld ont dige dingen zeggen.... dan gebruikte hij vangen, bracht boodschappen en bestel- De geroutineerde. geleden. Daar in den hoek kwam 's avond' iemand zit en die aldoor maar bleef eter en drinken. Toen het sluitingsuur gekorocr was, wilde ik afrekenen. Toen zei hij met een angs'ig gezicht: „Ik kan niet betalen. Roep de politic maar." „Ik riep mijn zwager erbij en mijn zuster zijn vrouw kwam ook. Ze praatten zoo n bee'je met hem en ten slotte zei mijn zwa ger, dat de man acht dagen lang 's mi b dags moch'. komen eten en betalen kon hij dan later wel, als hij een betrekking had.' „Nou, en?" „Hij heeft acht dagen lang bij ons gege ten en toen hij een betrekking had, heel' hij al'es betaald. Ik zeg altijd maar: „Als je je nie'; opwindt, komt alles wel op zijr. pootjes terecht.' De minister van Oorlog heeft aan de burgemeesters toegezonden aanwijzingen nopens de dcór burgerautoriteiten te nemen maatregelen ter bescherming van dc be volking tegen de gevolgen van aanvallen uit de lucht. De minister merkt daarbij op, dat hier geen nieuwe veeleischende taak aan de ge meentebesturen wordt opgedragen ten bate van de weermacht, doch dat de bedoeling, waarmede de „Aanwijzingen' verstrekt re is, dan dei lingen verkeerd over en moest er zoo rr.aar bij staan, dat de klanten zich over hem kwa men beklagen. Hij zag hoe z'n broers en zusters flinke betrekkingen kregen op kantoren en fabrie ken, hoe ze vooruit gingen en steeds n aar meer geld inbrachten.... en meest zelf de narigheid ondergaan van meestentijds n.aar zender-verdienste-zijn.met al de ver nederingen, die daar dan natuurlijk bijkwa men. 't Werd nog al erg op 't laatstze gin gen hem t' eten en 't beetje kleeren misgun nen. noemden hem de opvreter van hun verdiende centen. 't Was 'm al meer gezegd, maar nog nooit zóó hard en zóó bloot.... en nog nooit terwijl ie zooals die laatste keer met allen te eten zat en volgens de meening van z'n óudste zuster, die 't huishouden waarnam, te veel saus op z'n bord nam. Hij schoof z'n bord weg, stond op en ging naar boven. Daar pakte hij wat ie bezat, veel was 't niet, tot 'n bundeltje,stak 't portret van z'n moeder in z'n zak, na l et eerst 'n paar keer te hebben gezoend roet de woorden „Moeder, jij helpt me.en pms zon der groet en zonder zich nog 'n keer te hebben laten zien de deur uit. De vader zat, toen ie 's avonds niet terug kwam, toch wel 'n beetje raar te kijken. Maar de anderen zeiden „Ben je mal Maak geen zorg over die stijfkop 1 Je zal es zien hoe gauw ie terug is.... als ie maar besturen den weg te wijzen, hoe zij in het belang der gemeente-zelve mceten hande len om de gevaren van luchtaanvallen zoo '"Jein mogelijk te doen zijn. Hoewel het volgens het volkenrecht niet :s geoorloofd, aanvallen tegen de burgerbe volking te ondernemen, is het bl'jkens de ervaring in vroegere oorlogen niet geheel uitgesloten, dat dergelijke aanvall-n uit dc lucht voorkomen, b.v. door vergissingen van le vliegers. In hoever deze vergissingen thans zullen voorkomen, moet nog blijken, terwijl de aard der projectielen, welke de vijandelijke vliegtuigen gebruiken (n.l. of deze een ver nielende, brandstichtende, een verslikken de of een blaartrekkende werking uitoefe nen) ook nog niet vast staat. Zoodra moge lijk zal omtrent een en ander een mededee- ling wordt gedaan. Daar het, wanneer een luchtaanval zij het bij vergissing wordt uitgevoerd, te laat is om dan nog regelingen te reffsn, werden reeds voorloopig gedragregels voor geschreven met het oog cp alle gebeurlijk heden, zonder dat daarom aanvallen op de burgerbevolking als eenigermate normaal of rechtmatig worden beschouwd. Telef. 12127 De zeereerw. pater J. van Rijckevorsel S. J., moderator der R.-K. Studentenver- eeniging te Nijmegen, die reeds eenige maanden op „Dekkerswald" werd ver pleegd, is thans, naar de Msb. verneemt, uit dit sanatorium naar het St. Canisius- riekenhuis te Nijmegen overgebracht. De plechtige viering te Rome, In de kerk ven Santa Croce te Rome zijn de plechtigheden voor de sluiting van het eeuwfeest der kruisvinding begonnen. Prelaat Noots ce'ebreerde een pontifi cale H. Mis, waarna de groote rel kwic van 't H. Kruis door Z.H.E. in processie werd rondgedragen. De relikwieën van de doornenkroon en cén der nagels, waarmee Christus aan het kruis gehecht was, wer den door andere priesters gedragen onder bet zingen der hymne „Vexilla Regis', De relikwieën werden daarna op het 'oofdaltaar tentoonges eld en zul'en daar blijven tot het einde der plechtigheden op 3 Mei. Voor eenige dagen heeft prins Po'cn- -ian.i, de gouverneur, den abt van San a Croce ontvangen en daarna order gegevcr dat de gevel en de klokkentoren der kerk op stadskosten schi terend verlicht zullen worden en dat de straten, waarlangs dc slot-processie op 3 Mei zal trekken, rijk versierd zullen worden. Het Leeraars-examen voor 1927 zal wor den gehouden te 's-Gravenhage als volgt: a. mondeling examen in Algemeene Handelskennis voor alle candidaten op Zaterdag 25 of op Woensdag 29 Juni. Aan de deelnemers zal onmiddellijk na Voor den Landraad te Batavia hebben terecht gestaan dc hoofdbeklaagden inzake den moord op en de berooving van een Britsch-Indiër Vishra op 9 Februari 1926, die zijn intrek genomen bad in een hotel letje op Molenvliet. Hij we-d vermoord en van zijn juweelen beroofd. De Lancraad veroordeelde één beklaagde ter dood. één tot 'twintig en één tot zes jaar gevangenis» straf. EEN PRODUCT DER SUViUOHT ZEEP FABRIEKEN Hij kwam niet terug. Tenminrte.de eerste dertig jaar niet. En on.dat ie nocit schreef hij kon trou wens geen fatsoenlijke zin op par ier zetten en men niet zoo erg veel moeite deed, om hem te doen opsporen 't was immers 'n niksnut, die geld kestte kwamen ze niet te hooren waar ie zat, wat ie deed, cf ie nog leefde of al lang docd was. Toen z'n vader tegen de zeventig liep en z'n broers en zusters zelf al huwbare kin deren hadden, en, omdat ze met zulke stom merds waren, 'n flinke boterham verdien den.... toen kwam ie terug.... heel uit Canada vandaan, waar ie zich, na 'n flink zoodje wederwaardigheden, had rijk ge zwoegd. Dat schijnen in Amerika wel meer men schen, die hier nergens voor deugden, te hebben klaargespeeld. Hij ging niet zoo direct z'n familie opzoe ken. Op z'n gemak informeerde hij 1 ier en daa es, en kwam aan de weet, dat z'n vader nou niet bepaald in rocskleuri e on standi ;l.eden verkeerde.dat z'n broers en zusters onder tr.ekaar nopal ruzie hadden, over de vraag wie 't meest en wie Jt n.inst per week moest bijdragen, om de oude man aan 't eten te houden.... dat ze allemaal 'n verduiveld best uitvluchie hadden gemaakt, om vader niet bij hun in huis te hoeven nemen.en dat de oudste al druk aan 't uitkijken was naar 't goedkoopste gesticht voor ouden van dagen.o, zoo 1 Ze waren vast geen stom merds En toen „de stommerd" dat gemier en geruzie en gereken, dat gekneei bij 't hard vochtige af, 'n week of wat ongezien 1 ad aangekeken dat was heel gemakkelijk, want niemand kende hem teen kwam. ie heel onverwachts en doodleuk in een van hun dillebereerende fan ilie-raadjes vallen.... n.aakte zich bekend en deelde tr.ee, dat ze om vader geen pijn in hun buik hoefden te hebben.... Meteen draaide hij zich om en ging flui tend weg. Ze zaten paf. Maar toen ze van hun eerste verrassing waren bekomen, begon er één te lachen er zei „Wat 'n stommerd En de anderen lachten toen mee.... ea zeiden óók „Wat 'n stommerd G. N. 'Auteursrecht). ft

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 9