LEEKENSPIEGEL Hoe een kellner het publiek ziet -
Dekkieeien, Touw
S
door
FRANS MEIJER
"#-*>..*..*..C<CCC<<<CCCCCCCCCC^^
EL C K WAT WILS
TREKJES.
Bewaar Uw goeden luim
ook op waschdag
Derde Blad
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Zaterdag 30 April 1927
Dc H. Bloed'processie te Brugge
Het Apostolaat voor de
hereeniging der Kerken.
No. 495
'tWas geen moedwil van Karei Doeders.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
Bescherming tegen aanvallen
uit de lucht.
Hoffmann - Spaarne 42-4,
KERK EN SCHOOL.
Pater J. van Rijckevorsel S.J.
Het Eeuwfeest der kruisvinding.
Secretariaat der Federatie-
examens.
UIT ONZE OOST.
Roofmoord.
Dank zij Rinso, het moderne
zeeppoeder, zijn waschdag en een
goede luim thans zeer goed ver-
eenigbaar. Het krachtige en toch
zoo zachte Rinso sopje maakt al
het vuil los als U het waschgoed
een paar uur erin laat weeken. Dan
een half uurtje koken en terdege
spoelen. Zonder moeite is de wasch
dan klaar. Koop nog heden een pak.
i#".."^véfrp#.4:r J^r p+rpfr rifrcfrpf.,ifrifrifc,.."^l.^., p+r,éfrt+r c+ri+r, l^r ifr.-$■. ifrJ#"..pfc".
in dien iijd dikwijls onder daar een schoon servet, de ander wordt aan een bc'kser deden denken, „de waard besturen den weg te wijzen, hoe zij in het afloop worden medegedeeld, of zij voor het
mondeing en schriftelijk examen van het
taalkundig gedeelte zullen worden opge
roepen:
b. mondeling en schriftelijk van het taal
kundig gedeelte voor Nederlandrche,
Fransche, Duitsche en Spaansche Handels
correspondentie op Woensdag 6 Juli.
c. dito voor Engelsche Handelscorres
pondentie op Zaterdag 9 Juli.
De definitieve uitslag der examens wordt
binnen 14 dagen na de sub b en c genoemde
data bekend gemaakt.
De heer Achiile E. V. Daled, conservator
van het Stedelijk Museum der Oude Mees-
Iers te Brugge, deelt mede, dat de bekende
Heilig Bloed-Processie te Brugge dit jaar
op Maandag 9 Mei om 11 uur plaais heeft.
De heer Daled is bereid Nederlanders, die
zich ten minste acht dagen van te voren
tot hem wenden, inl'chtingen te verschaffen
en hen behulpzaam te zijn.
De constltueerende vergadering.
Men zal zich herinneren, hoe in het jaar
1921, de Metropol'et van Lemberg, Z. D. H.
Mens. Graaf A. Szeptycki, ons vaderland
heeft bezocht, om te, onderzoeken wat Ne
derland zou kunnen doen, om Rusland en
de andere Slavische volkeren tot de een
heid der H. Kerk terug te brengen. Onder
goedkeurit van het Doorl. Episcopaat van
Nederland is toen opgericht het Apostolaat
der Rutheensche Missie. Dit Apostolaat
werd sindsdien bestuurd door den Wel-
erw. Pater H. van Keulen C.S.S.R. en heeft
afdeelingen gevormd op verschillende
plaatsen van ons vaderland.
Middelerwijl ontstonden in de laatste
jaren, in ons vaderland, meerdere vereeni-
gingen van personen, meest priesters, wien
de zaak van de Hereeniging der Kerken ter
harte ging, om in studie en lezingen dat
werk te steunen en te bevorderen. Den vo-
rigen zomer nu hebben verschillende vrien
den der Hereeniging, onder leiding van Pa
ter C. Kolfschoten S.J., eene vergadering
gehouden te Schotenhoef bij Antwerpen,
in het klooster van de Benedictijnen, de
zoogenaamde monniken der Hereeniging.
In deze vergadering werd eenstemmig aan
genomen, dat allen zich zouden aansluiten
bij het Apostolaat van Mgr. Sceptycki. Te
vens zou dit Apostloaat eene wijdere uit
breiding krijgen, door zich uit te strekken
n:et alleen tot de Oosterlingen, maar tot
alle christelijke Kerken van Oost en West,
die nog niet leven in vereeniging met Ro
me. De naam zou voortaan zijn: „Aposto
laat voor de Hereeniging der Kerken". Tot
Dnrecteur van het voorloopig bestuur werd
opnieuw gekozen de Weleerw. Pater van
Keulen. Deze verzekerde zich voor de re
organisatie van de goedkeuring van het
Nederlandsch Episcopaat, en riep daarna
verschillende personen bijeen te Nijmegen,
waar voor eenige weken, in het Piusconvict,
de constitueerende vergadering is1 gehouden
an het actieprogram is vastgesteld.
\Vie het publiek wil leeren kennen in
zijn verscheidenheid, zijn veeleischend-
heid en ook dikwijls in zijn grofheid, moet
het niet a'leen gadeslaan zooals het zich
naar buiten openbaart op straat, in zalen
en in voertuigen, maar moe. eens een
praatje gaan aar.knoopen met de mer-
schen, die door hun beroep dagelijks met
vele menschen te doen krijgen en langs
zich ziet passeeren.
Een van de beroepen, waarin het pu
bliek z:ch in al zijn leelijkheid zeer duide
lijk spiegelt, is wel dat van den kellner,
zoowel bij den kellner van het weeldeng-
'n Late gast.
ste etablissement als bij die van het dood
gewone volkskoffiehuis.
Onder de kcllners zelf bestaat een
groo'e verscheidenheid. Je hebt de kell-
■ners van de gemoedelijke uitspannings
plaatsen, die te m'dden de vroolijke om
geving, de juichende kinderen en de stra-
lene natuur, en indruk maken van norsche
bestelmachines, die je niet het minste in
den weg kunt leggen, of ze trekken een
zuur gezicht. Deze norschheid is een ge
volg van de wet der contras'en. Temid
den der vroolijke omgeving lijkt zelfs de
vriendelijkste kellner een stuursch en on
aangenaam mensch.
Daartegenover staat de kellner. dien je
ontmoet in gelegenheden zooals „Gbea
Gaston", de man met het s alen gezicht,
die bij het zatte der zoogenaamde heeren
en het schrille gegiechel der vrouwen
in zijn onaantastbare hoogheid en
correc beid wel een koningsmensch
lijkt, ie's wat ook al weer overdreven is.
Wanneer men zijn licht eens gaat opste
ken bij de kellners tot welke klasse ze ook
behooren, dan zal men een zeer eigenaar-
digen indruk krijgen van het publiek in
■bet algemeen en misschien zelfs eigen fou
ten leeren inzien en verbeteren.
WAT DE KELLNER VAN HET HOTEL
RESTAURANT EERSTE-KLASSE
VERTELDE.
«Tegerfwoordig komt hier weer het
goede, het allerbeste publiek," vertelde de
voorname, clean-shaven mijnheer, wiens rok
als gego en om het lichaam zat en wiens
ovenhemd zóó onberispelijk zat, dat het
duidelijk merkbaar was, dat men hier met
maatwerk te doen had. „Onder goed pu
bliek vers'a ik welopgevoede, gemanierde
menschen, die ook tegenover ons de be
leefdheid in acht nemen, die niet hardop(
„Ober" brullen, terwijl je juist aan een
andere tafel bezig bent, kor om, nette,
degelijke menschen. Met geld heeft dat
niets te maken. Ik heb een groot aantal
gasten, die ik iedere maand maar één keer
zie, omdat ze zich groote uitgaven «ie
kunnen veroorloven. Maar hef is werkelijk
ren genoegen deze menschen te mogen
bedienen en hen te helpen bij de keuze
van de wijn, die meestal tot de goedkoop
ste soorten behoor'.
De ellendigste tijd was die vap de oor-
logswinstmakers. Toen moest ik alle mo
gelijke soorten van prole'en bedienen, die
dc fijnste gerechten naar binnen speelden
of het soldatenkuch was en d:e dikke rin
gen met juweelen aan hun zwarte vinger;
droegen.
Wij zeiden
eikaar:
„Gelukkig maar, dat we ze alleen maar
bedienen moeten en niet met hen aan tafel
hoeven te zit en."
Maar die t'-l ligt gelukkig achter den
rug: we hebben hier alleen nog maar be
zoekers d e gewend zijn zich in goed ge
zelschap te bewegen. De menschen spre
ken tegen ons op nie' te luiden toon, zc
luisteren beleefd wanneer wij iets zeggen
cn komt hier ooit een bezoeker, die er
ande-e manieren op na pleegt te houden,
aan b merk': hij al gauw, dat hij in deze
om'cving niet thuis hoort."
„Hebt u on banks het nette gezelschap
wel eens moeilijkheden me', het afrekenen,
verl ezen en zoo?"
,.U bedoe't zoogenaamde „stroppen'
nietwaar? Neen, dat komt in onze 2aak
bijna nooit v"or...De menschen zouden
er trouwens weinig ple'zier vap hebben.
Wie maar één keer zijn maag eens vol
wil_s oppen, komt niet hierheen."
,,tn hoe gaat het met de buitenlanders?"
„Goed gezelschap is internatir naai,zei
de kellner met de zelfverzekerdheid van 'u
jaren'ange ervaring, „voorname Engels'Iron
zijn nel zu'ke beleefde menschen als Duit-
schers en Franschen. Een uitzondering ma
ken misschien de Amerikanen, die hier hun
hart komen opiialen, alvorens ze naar hun
droog Amerika terugkeëren. In ieder ge
val zijn zij de beste afnemers van geest
rijke dranken. Er was hier eenigen tijd ge
leden een Amerikaan, die iederen avond
twee halve fleschjes brandewijn moes
hebben. Iederen keer, dat hij ze bij zich
s ak, zei hij: „Boy's don 't get dry," (Jon
gens, laat je niet droogleggen), Daa«na
ging hij, naar zijn kamer en kwam nie
meer beneden. Hij heeft hier veertien du-
gen gewoond en toen hij heeng'ng, zagen
we dat ér tranen in zijn oogen stonden....
laten we hopen van on roering," besloot
de ober glimlachend.
IN HET RESTAURANT VOOR
DEN MIDDENSTAND.
„In 'het groote bedrijf,, dat we hier heb
ben," zei de kellner, die reeds twaalf ja
ren dezelfde betrekking bekleedde, „gaat
he' a'tijd heel rustig toe. De bezoekers be
daar een schoon servet, de ander wordt
verstoord als we zooveel werk van hem
maken.
He meeste pleizier heb ik altijd in jonge
verliefde paar jes. Hij bestelt dubbele por
ties van het al'erduurste, en zij gebruik er
rauwelijks iets van, met het gevolg dat we
alles weer bijna zóó kunnen opruimen.
VCie geruim en tijd in het vak is, weet al,
aan een bc'kser deden denken, „de waard
is een zwager van me. Ik heb ook een cal.
gehad, maar dat wou n'e\ Ik was veel tc
gemakkelijk: allemaal pol-klanten en geen
cent in kas. Maar het bevalt me hier best.
We hebben hier zoon beetje onze vas c
k'anton. Voor twee kwartjes heb ie al een
aardige hap eten.... kijk, hier is het menu.
De bezoekers? Allemaal kleine luitje-,
Je hebt er onhebbelijke kellners. die zich
niet van hun pleats bewegen.
stellen, eten en verdwijnen. Slechts uiterst
zelden komt het voor. daf er iets buiten
gewoons gebeurt. Dat is dan meestal een
querulant, een zenuwachtig en dr.f ig
mensch, die denkt dat hij hier zijn ergernis
eens kan luchten.... of het is iemand, die
wat te veel gedronken heeft. Zooals ik
echter zei, komt zooiets n'et dikwijls voor.
Met den tijd word je zoo'n beetje een
menschenkenner en je begin' al gauw te
merken, wat de bezoekers graag hebben.
De een wil geraden worden en eet wal we
hem aanbevelen. De ander wil liever zelf
kiezen: de een wil dat we veel werk van
hem maken, hier een schoon bordje en
„deftig" publiek.
hce met de bezoekt om te springen, zoo
dra deze zijn soep heeft besteld."
„En hoe gaat het met 't afrekenen?"
„Och, soms komt hei voor dat de bezoe
ker zich vergist, maar dat heb ik liever
dan dat hij een fout in zijn nadeel ontdekt,
daf is het pijnlijkste dat een kellner kan
overkomen."
„En boe gaat het met de fooien?"
„Die zijn meestal middelma ig. Soms ech
ter is het bedrag wat hcoger en wordt er
bij gezegd: „voor de gcede bediening."
Dat is prettig omdat je' daaruit ziet da'
de menschen je werk waardeeren."
IN DE RESTAURATIEWAGEN.
„Ons werk is heel moeilijk," zei de man
in den zwarten rok, die bijna den indruk
maakt van een uniform, „veel moeilijker
dan in welk restaurant ook. De meeste be
zoekers beseffen dat niet. Hebt u de keu
ken wel eens gezien, dat kleine hokje,
waarin de kok zich nauwelijks wenden
kan? We zijn op de aanwezige voorraden
aangewezen, ieder druppeltje wa er moe*
in kannen werden meegenomen. En dan
het bedienen. Op een gegeven oogenblik
holt alles naar de restauratie-wagen, eerst
om te e en, daarna om koffie te drinken.
Als de reizigers zich beg'nnen te verve
len, gaan ze bestellen. Daarbij vliegt ons
klein restaurant met een snelheid van 70
kikme'er over de lijn, de wagen schudt en
alles rammelt."
De kellner van dezen restauratiewagen
maakt dan ook den indruk van een ner
veus mensch.
„En hoe is bel publiek?" vroeg ik.
„Och, dat is heel verschillend. Meestal
zit van alles door elkaar en wij hebben
geen tijd om ons met de menschen, die we
bedienen bezig te houden. Eén e'genschap
hebben ze allemaal gemeen: ze vragen on
ophoudelijk naar tijden van vertrek en
aankomst."
„Trekken buitenlanders nogal de aan-
dach
„Op de lijn AmsterdamParijs hebben
we nogal eens last van Amerikanen, die
werklui en kan'oorbedienden."
„Veel ergernis?"
„Nee," zei de man gemoedelijk, „dat heb
je bij ons niet. We kennen iederen bezoe
ker bij den naam. Wie meer drinkt dan
goed voor hem is, wordt met een za:h!
lijntje naar buiten gewerkt, of we later
De baas van het kroegje.
de
De stommerd.
Als er in de tijd, dat Karei Doeders 'n
jon jen was, 'n school had bestaan voor ach
terlijk! kinderen.... dan zou de knaap on
getwijfeld behoord hebben tot degenen,
die daarvoor het allereerst in aanmerking
zouden zijn gekomen.
Want waarlijk, er was weinig of niets met
*t ventje te beginnen.
Het was er eentje van 't stumperige soort,
zooals we er allicht allemaal 'n enkele hebben
meege naakt in onze schooljaren.... zoo
een die de onderwijzers wanhopig maakte
en voortdurend bloot stond aan de spotlust
van z'n kameraadjes.
Ze noemden hem de stommerd.
Het hoofd der school wist het met schier
eindeloos geduld en veel aparte lessen nog
zoo'n beetje bij te houden, n aar kon toch
niet verhinderen, dat Karei met z'n elfde
jaar nog tussehen de jongens van de derde
klas zat, waar ie met z'n sloom lie! aam 'n
mal eind uitstak boven de hoofden van z'n
mede-scholieren, die niet nalieten hem dit
zoo dikwijls mogelijk te laten „zien" en
voelen.
juist uit Amerika aankwamen en dus
alcohol niet goed meer kunnen verdragen."
„Komen er dikwijls klachten?"
„Meer dan ens lief is. De directie onder
zoekt iedere klacht en meestal blijkt dan,
dat de reiziger zich vergist heeft en ons
verantwoordelijk stelt voor dingen waar
aan wij niets kunnen doen. Reizigers heb
ben d kwijls den indruk, da' wij kellners
van den restauratie-wag en bet met den
dienst zoo nauw niet nemen, cmdat wij
niet gecontroleerd kunnen worden. Dat is
een vergissing, in iederen wagen is er één
man verantwoordelijk voor alles wat er ge
beurt en er zijn voortdurend controleurs
op de lijn, die de keuken en restauratiewa
gen vis' eeren."
Hier lachte mijn zegsirnn even.
,Maar we helpen elkaar. Als we een
controleur bij ons in den wagen hebben,
geven we de andere sneltreinen een tec-
ken dat alleen verstaan wordt dcor he
personeel van den res auratiewagen: b.v. bij
het eerstvolgende s ation hangen we een
servet uit het keukenraam.
IN EEN KLEIN VOLKS-RESTAURANT.
„Ik ben hier de eenige kel'ner," zei
pootige kerel
woorden en zinnen, die de anderen hem nocit
hoorden spreken. Z'n taal was dan nog wel
gebrekkig.... maar ze werd verstaan....
o, zoo goed en zoo schrijnend verstaan door
die moeder.
En als hij haar dan met tranen in z'n suf
fige oogen vertelde van 'n pas weer onder
vonden striemende bejegening, om iets wat
ie toch óók niet helpen kon.... dan huilde
ze met hem mee.... en wist niet wat ze
1 doen moest, om 't maar weer een beetje te
De man die de klappen krijgt.
zijn vrouw komen om: hem af te halen. Dan
worden ze gauw weer bedaard."
„Heb je wel eens stroppen?"
„Zoover ik weel is het maar één keer
gebeurd, maar dat is alweer bijna een jaar
want van luiheid of speelscbbeid was geen
sprakehij deed genoeg z'n best, maar
kon nou eenmaal niet méékomen.
M'n lieve hemelwas dat zijn schuld
En waarom moest ie dan zooveel verduren
Waarom moest ie zoo gesard worden
Waarom moest ie thuis altijd de verschop
peling, de sloome, de stommerd zijn?
Waarom kre-en z'n broers en zusters
n inder straf, als ze iets n isdeden of braken
of bedierven i
O- dat we zoo vaak onbewust dom en verzachten.
wreed zijnO k voor bloedverwanten,' Ja, rr.et moeder kon ie pratenmet an-
die struikelend en hinkend de levensweg I deren niet.... want voor die anderen bleef
moeten gaan.... en wier hartslag niet ge- ie de stommerd, die 't nooit tot iets zou bren-
hoord wordt. J gen.
Nee, van z'n vader, broers en zusters heeft j
Karei Doeders nooit aardigheid gehad. Nu zul je dikwels zien dat dergelijk soort
Of hun gebrekkige beschaving daar nouvan moeders tamelijk gauw dood gaan,
óók in moest mee-tellen.'k weet 't niet.
't was zoo.
Z'n moeder.... dat was de eenigste, die
heelerraal voelde hoe Karei was
Daar was ze nou weer mceder voor.
Bij ha Ar zocht en vond ie altijd trocst en
L escherr ing.
Maar dat mocht niet te veel in de gaten
loop en, want als 't werd gen er kt noerrden
de broers en zusters hem plagend „moeders
kindje" en de vader speelde op, verweet z'n
vrouw, dat ze hem bedierf en maar maakte,
dat ie 'n nog veel grootere stommeling werd.
Als ie roet z'n moeder alléén wasja,
dat was gek..., dan kon ie soms verstan'
En toen dat dan ook gebeurd was bleef
er voor Karei zoo heelemaal niks meer over.
Nou werd ie echt de verschoppeling, die
alleen met z'n eigen kon t aan zitten praten
en phil scfeerenen standjes en scheld
woorden en verwensel ingen opvreten als ie
weer iets verkeerd had gedaan., of door z'n
haas was weggestuurd wegens totale onge-
scl iktheid.
't Vas dan ook wel een beroerde boel
met die Karei.... daar kon niemand z'n
vader en z'n broers en zusters ongelijk in
geven.
Hij deugde zelfs niet voor loopknecht
want telkens vergiste hij zich met geld ont
dige dingen zeggen.... dan gebruikte hij vangen, bracht boodschappen en bestel-
De geroutineerde.
geleden. Daar in den hoek kwam 's avond'
iemand zit en die aldoor maar bleef eter
en drinken. Toen het sluitingsuur gekorocr
was, wilde ik afrekenen.
Toen zei hij met een angs'ig gezicht:
„Ik kan niet betalen. Roep de politic
maar."
„Ik riep mijn zwager erbij en mijn zuster
zijn vrouw kwam ook. Ze praatten zoo n
bee'je met hem en ten slotte zei mijn zwa
ger, dat de man acht dagen lang 's mi b
dags moch'. komen eten en betalen kon hij
dan later wel, als hij een betrekking had.'
„Nou, en?"
„Hij heeft acht dagen lang bij ons gege
ten en toen hij een betrekking had, heel'
hij al'es betaald. Ik zeg altijd maar: „Als
je je nie'; opwindt, komt alles wel op zijr.
pootjes terecht.'
De minister van Oorlog heeft aan de
burgemeesters toegezonden aanwijzingen
nopens de dcór burgerautoriteiten te nemen
maatregelen ter bescherming van dc be
volking tegen de gevolgen van aanvallen
uit de lucht.
De minister merkt daarbij op, dat hier
geen nieuwe veeleischende taak aan de ge
meentebesturen wordt opgedragen ten bate
van de weermacht, doch dat de bedoeling,
waarmede de „Aanwijzingen' verstrekt
re is, dan dei
lingen verkeerd over en moest er zoo rr.aar
bij staan, dat de klanten zich over hem kwa
men beklagen.
Hij zag hoe z'n broers en zusters flinke
betrekkingen kregen op kantoren en fabrie
ken, hoe ze vooruit gingen en steeds n aar
meer geld inbrachten.... en meest zelf de
narigheid ondergaan van meestentijds n.aar
zender-verdienste-zijn.met al de ver
nederingen, die daar dan natuurlijk bijkwa
men.
't Werd nog al erg op 't laatstze gin
gen hem t' eten en 't beetje kleeren misgun
nen. noemden hem de opvreter van hun
verdiende centen.
't Was 'm al meer gezegd, maar nog nooit
zóó hard en zóó bloot.... en nog nooit
terwijl ie zooals die laatste keer met
allen te eten zat en volgens de meening van
z'n óudste zuster, die 't huishouden
waarnam, te veel saus op z'n bord nam.
Hij schoof z'n bord weg, stond op en ging
naar boven.
Daar pakte hij wat ie bezat, veel was 't
niet, tot 'n bundeltje,stak 't portret
van z'n moeder in z'n zak, na l et eerst 'n paar
keer te hebben gezoend roet de woorden
„Moeder, jij helpt me.en pms zon
der groet en zonder zich nog 'n keer te hebben
laten zien de deur uit.
De vader zat, toen ie 's avonds niet terug
kwam, toch wel 'n beetje raar te kijken.
Maar de anderen zeiden „Ben je mal
Maak geen zorg over die stijfkop 1 Je zal es
zien hoe gauw ie terug is.... als ie maar
besturen den weg te wijzen, hoe zij in het
belang der gemeente-zelve mceten hande
len om de gevaren van luchtaanvallen zoo
'"Jein mogelijk te doen zijn.
Hoewel het volgens het volkenrecht niet
:s geoorloofd, aanvallen tegen de burgerbe
volking te ondernemen, is het bl'jkens de
ervaring in vroegere oorlogen niet geheel
uitgesloten, dat dergelijke aanvall-n uit dc
lucht voorkomen, b.v. door vergissingen van
le vliegers.
In hoever deze vergissingen thans zullen
voorkomen, moet nog blijken, terwijl de
aard der projectielen, welke de vijandelijke
vliegtuigen gebruiken (n.l. of deze een ver
nielende, brandstichtende, een verslikken
de of een blaartrekkende werking uitoefe
nen) ook nog niet vast staat. Zoodra moge
lijk zal omtrent een en ander een mededee-
ling wordt gedaan.
Daar het, wanneer een luchtaanval zij
het bij vergissing wordt uitgevoerd, te
laat is om dan nog regelingen te reffsn,
werden reeds voorloopig gedragregels voor
geschreven met het oog cp alle gebeurlijk
heden, zonder dat daarom aanvallen op de
burgerbevolking als eenigermate normaal
of rechtmatig worden beschouwd.
Telef. 12127
De zeereerw. pater J. van Rijckevorsel
S. J., moderator der R.-K. Studentenver-
eeniging te Nijmegen, die reeds eenige
maanden op „Dekkerswald" werd ver
pleegd, is thans, naar de Msb. verneemt,
uit dit sanatorium naar het St. Canisius-
riekenhuis te Nijmegen overgebracht.
De plechtige viering te Rome,
In de kerk ven Santa Croce te Rome
zijn de plechtigheden voor de sluiting van
het eeuwfeest der kruisvinding begonnen.
Prelaat Noots ce'ebreerde een pontifi
cale H. Mis, waarna de groote rel kwic
van 't H. Kruis door Z.H.E. in processie
werd rondgedragen. De relikwieën van de
doornenkroon en cén der nagels, waarmee
Christus aan het kruis gehecht was, wer
den door andere priesters gedragen onder
bet zingen der hymne „Vexilla Regis',
De relikwieën werden daarna op het
'oofdaltaar tentoonges eld en zul'en daar
blijven tot het einde der plechtigheden op
3 Mei.
Voor eenige dagen heeft prins Po'cn-
-ian.i, de gouverneur, den abt van San a
Croce ontvangen en daarna order gegevcr
dat de gevel en de klokkentoren der kerk
op stadskosten schi terend verlicht zullen
worden en dat de straten, waarlangs dc
slot-processie op 3 Mei zal trekken, rijk
versierd zullen worden.
Het Leeraars-examen voor 1927 zal wor
den gehouden te 's-Gravenhage als volgt:
a. mondeling examen in Algemeene
Handelskennis voor alle candidaten op
Zaterdag 25 of op Woensdag 29 Juni.
Aan de deelnemers zal onmiddellijk na
Voor den Landraad te Batavia hebben
terecht gestaan dc hoofdbeklaagden inzake
den moord op en de berooving van een
Britsch-Indiër Vishra op 9 Februari 1926,
die zijn intrek genomen bad in een hotel
letje op Molenvliet. Hij we-d vermoord en
van zijn juweelen beroofd. De Lancraad
veroordeelde één beklaagde ter dood. één
tot 'twintig en één tot zes jaar gevangenis»
straf.
EEN PRODUCT DER
SUViUOHT ZEEP FABRIEKEN
Hij kwam niet terug.
Tenminrte.de eerste dertig jaar niet.
En on.dat ie nocit schreef hij kon trou
wens geen fatsoenlijke zin op par ier zetten
en men niet zoo erg veel moeite deed, om
hem te doen opsporen 't was immers
'n niksnut, die geld kestte kwamen ze
niet te hooren waar ie zat, wat ie deed, cf
ie nog leefde of al lang docd was.
Toen z'n vader tegen de zeventig liep en
z'n broers en zusters zelf al huwbare kin
deren hadden, en, omdat ze met zulke stom
merds waren, 'n flinke boterham verdien
den.... toen kwam ie terug.... heel uit
Canada vandaan, waar ie zich, na 'n flink
zoodje wederwaardigheden, had rijk ge
zwoegd.
Dat schijnen in Amerika wel meer men
schen, die hier nergens voor deugden, te
hebben klaargespeeld.
Hij ging niet zoo direct z'n familie opzoe
ken.
Op z'n gemak informeerde hij 1 ier en daa
es, en kwam aan de weet, dat z'n vader nou
niet bepaald in rocskleuri e on standi ;l.eden
verkeerde.dat z'n broers en zusters onder
tr.ekaar nopal ruzie hadden, over de vraag
wie 't meest en wie Jt n.inst per week moest
bijdragen, om de oude man aan 't eten te
houden.... dat ze allemaal 'n verduiveld
best uitvluchie hadden gemaakt, om vader
niet bij hun in huis te hoeven nemen.en
dat de oudste al druk aan 't uitkijken was
naar 't goedkoopste gesticht voor ouden van
dagen.o, zoo 1 Ze waren vast geen stom
merds
En toen „de stommerd" dat gemier en
geruzie en gereken, dat gekneei bij 't hard
vochtige af, 'n week of wat ongezien 1 ad
aangekeken dat was heel gemakkelijk,
want niemand kende hem teen kwam. ie
heel onverwachts en doodleuk in een van
hun dillebereerende fan ilie-raadjes vallen....
n.aakte zich bekend en deelde tr.ee, dat ze
om vader geen pijn in hun buik hoefden te
hebben....
Meteen draaide hij zich om en ging flui
tend weg.
Ze zaten paf.
Maar toen ze van hun eerste verrassing
waren bekomen, begon er één te lachen er
zei „Wat 'n stommerd
En de anderen lachten toen mee.... ea
zeiden óók „Wat 'n stommerd
G. N.
'Auteursrecht).
ft