UTTÈM PUROL Wat zal hij er mee doen? NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT. Derde Blad Zaterdag 21 Mei 1927 Bij de behandeling van het Italiaansch-Hongaarsche verdrag hebben in het Hongaarsche parlement stormachtige tooneelen plaats gehad. Gruwelijke bijzonderheden over de ontploffing in een school te Batli (Michigan). Bijzonderheden over de tramongelukken te Frankfort en Kassei. GEM. BUIT. BERICHTEN. FEUILLETON. BINNENLANDSCH NIEUWS. De ellende in China. In eenzijdigheid ligt geen kracht. Het ontwerp Kiesreglement de R.-K. Staatspartij. De wijziging der Zegelwet. LUCHTVERKEER. DE VLUCHT OVER DEN OCEAAN. EEN NIEUWE POGING Doorzitten Stukloopen KERK EN SCHOOL. Mgr. Rutten. De Gouverneur van Indo-China, Alexandre Varenne, de gouverneur-gene raal van Indo-China, is in Saigon aangeko men om zijn post te hervatten. Zijn verblijt in Frankrijk viel, naar men zich herinnert, samen met een heftig debat in de Kamer over wantoestanden in de kolonie in ver band met de aldaar verleende concessies. Ofschoon de socialistische gouverneur door zijn politieke tegenstanders krachtig werd aangevallen en de regeering het noodig oor deelde een commissie van onderzoek naar Indo-China uit te zenden, werd hem het ver trouwen niet opgezegd. Talrijke autoriteiten waren aanwezig om den gouverneur te begroeten, die in een korte toespraak verklaarde dat hij zijn ver blijf in Frankrijk had verlengd om in over leg met de regeering de talrijke en delicate quaesties te regelen, welker oplossing den voorspoed en het leven zelf der kolonie be treft. De tegenwoordige omstandigheden vereischen van allen de grootste offers, wel ke boven persoonlijke voorkeur en harts tocht moeten gaan. Briand over zijn reis naar Engeland. In een interview verklaarde Briand dat President Doumergue diep getroffen was door de ontvangst, welke hem in Engeland door de koninklijke familie, de autoriteiten en de bevolking bereid was. Hij wees er op dat het gepubliceerde com muniqué omtrent zijn onderhoud met Cham berlain, in tegenstelling tot zekere uitlatin gen, terecht melding maakt van het feit, dat de Entente Cordiale nog steeds levende werkelijkheid is: Dit communiqué toont aan, dat beide naties het op alle punten, welke door de beide tninisters onder het oog wer den gezien, eens zijn en bovenal dat zij be sloten zijn zich te zullen keeren tegen alle machten, welke zich de verstoring van de orde in Europa ten doel stellen Briand concludeerde, dat door deze reis de gelegenheid geschapen was om de vroe gere atmosfeer te herscheppen en om op nieuw het verlangen van Frankrijk te be vestigen, Engeland te toonen hoeveel waar de het hecht aan versterking der entente tusschen beide landen. Een sensationeele onthulling. De „Etoile Beige" komt met een „revela tion sensationelle", die vooral niet zonder belang is in verband met het amnestie-voor stel. Rudiger, alias Mullus is een paar jaar geleden het archief van den Raad van Vlaanderen, dat zich in Berlijn bevond en in ongeveer vijftig koffers gepakt was, machtig geworden en heeft het naar een met België bevriend land laten overbrengen. Rudiger had het beter gevonden om het niet naar Brussel te sturen, omdat hij het ministerie dat toen aan de regeering was, dat van Poullet Vandervelde n.l., niet ver trouwde. Hij heeft het afgestaan aan een groep van geleerden, die het zal ordenen. Volgens Rudiger bevat het archief de dos siers der verschillende activistische depar tementen, de correspondentie en rapports gewisseld met de Duitsche autoriteiten. Het dossier van het activistische ministerie van oorlog is vooral belangwekkend. Het be vat de lijsten van het ontworpen Vlaamsche leger. Ook bevinden zich onder die docu menten lijsten van de leden en leiders der activistische partij en de processen-verbaal van alle vergaderingen. De amnestie. De parlementaire commissie belast met het onderzoek over het amnestievoorstel, heeft dezer dagen vergaderd. Men weet dat de commissie tot de regee ring eenige vragen gericht had betreffende het aantal der veroordeelde activisten, ook van hen, die bij verstek werden veroor deeld, het aantal van hen die nog in de gevangenis zitten, over gevallen van ver raad en het gevolg daarvan, b.v. of Bel gen daardoor ter dood of tcf gevangenis straf werden veroordeeld. De regeering heeft verschillende docu menten ter beschikking van de commissie gesteld. Het aantal bij verstek veroordeel den bedraagt 200. Het aantal van hen, die nog in de gevangenis zitten is drie: Borms, Hutt en Van Exterghem. Uittreksels der gevelde vonnissen wer den eveneens aan de commissie medege deeld. Onder de documenten, die aan de com missie werden overgelegd, is een schrijven van den Raad van Vlaanderen aan den .Verwaltungschef" waarin een lijst van Belgen werd bekend gemaakt die om het gevaar, dat zij voor het activisme oplever den, moesten gevangen genomen worden en naar Duitschland overgebracht. Ook werd gevraagd, om de leden van het Hof van Beroep naar Duitschland ever te bren gen. Ai deze Belgen zouden tot gijzelaars kunnen gebruikt worden in het geval dat er aanslagen zouden beraamd worden te gen het leven van de activistische leiders. Na kennis genomen te hebben van deze documenten, werd door de commissie be sloten een onderhoud met minister Jaspar aan te vragen, ten einde over de inzichten De Russen te Genève. Donderdag hebben de Russische gedele geerden ter economische conference te zamen met Oudegecst en Jouhaux den maaltijd gebruikt bij Albert Thomas, direc- eur van het Internationaal Arbeidsbureau. Daaruit worden thans te Genève talrijke conclusies getrokken, die echter mees al op weinig positieve informaties berusten. Sommigen zijn van meening. dat de samen komst door Albert Thomas is gearrangeerd, om de Russen met de organisatie van het arbeidsbureau vertrouwd te maken, ande ren meenen dat het de bedoeling was, de Tweede en de Derde Internationale tot el kaar te brengen, welke poging niet met welslagen zou zijn bekroond. Er schijnt over allerlei sociale kwesties van meening te zijn gewisseld, zonder dat de gasten echter voor het moeilijke geval werden geplaatst een oordeel te moeten vellen over elkaar, of zonder dat de Rus sen werden genoopt een meening uit te spreken over het Arbeidsbureau, dat zij tot dusver principieel hebben gemeden. Wat echter de toekomstige gevolgen van dit contact zullen zijn, kan nog niet wor den voorspeld. In elk geval zullen de Rus sen ook hier wel de ervaring hebben op gedaan, die ze met den Volkenbond op deden, namelijk dat het Arbeidsbureau en de Tweede Internationale er van dichtbij bekeken veel minder kwaadaardig uitzien, dan waneer ze worden bekeken uit den Moskouschen tempel van het zuivere com munisme. De ontploffing in een school. Uit het onderzoek naar de ontploffing in een school te Bath (Michigan), is gebleken, dat de penningmeester, alvorens de school in de lucht te laten vliegen, zijn zieke vrouw met een bijl heeft vermoord en het lijk vervolgens in een gebouw heeft ge plaatst dat hij in de lucht deed .vliegen voor hij naar de school toeging. Onderwij zers beschrijven de ontploffing als gelijkend op een aardbeving. De lucht was vol met kinderen, yprmengd roet lessenaars en andere meubelen. Tal van dooden en ge wonden werden hoog in de lucht gewor pen en als met een catapult door de ramen heengeschoten. De overstroomingen, Door de overstroomingen is een nieuwe rivier ontstaan van de bij Bayou des Glai ses bezweken dijken door de Mississippi delta tot aan de zee. De nieuwe rivier is breede dan de Atchafalaya of de Missis sippi. Op een laatste telefonische waar schuwing zijn 27 dorpen ontruimd, maar duizenden personen bevinden zich nog in het gebied waardoor de naderende vloed zal trekken. Wapensmokkelarij. Een draadloos bericht meldt, dat de voormalige voorloopige president van Me xico de la Huerta en vier anderen te Tuc son in Arizona door vertegenwoordigers van het departement van justitie der V. S. beschuldigd zijn van den uitvoer van wa pens en munitie in strijd met de proclama tie van den president en de wet. Moordaanslag. Op Rodolfo Calles, den zoon van den president van Mexico, is een moordaanslag gepleegd in een stadje over de grens, waar heen hij eenige dagen geleden was geko men ter bijwoning van het huwelijk zijner zuster roet een Amerikaansch zakenman. Twee van de drie op hem afgeschoten ko gels gingen door zijn kleeren, doch hij bleef ongedeerd. De paniek te Hankau. In berichten uit Hankau wordt er op ge wezen, dat de stad geleidelijk van alle kan ten omsingeld wordt behalve aan de N. W.- zijde, zoodat het voor de communisten ge biedend noodzakelijk zal zijn naar Tsjangts- jau (vermoedelijk wordt Dsjengdsjau, tus schen Honan-foe en Kaifeng, in Honan, be doeld) op te rukken. De autoriteiten van Hankau beweren Siping, op 160 K.M, ten Z. van bedoelde plaats genomen te hebben. Hun opmarsch verder noordelijk zou echter op grooten tegenstand stuiten. Tsjangtsjau moeten de communisten in handen houden voor het geval zij bij een nederlaag ge dwongen zijn haar Mongolië te vluchten. De Chineezen te Hankau bieden zooveel geld als men maar wil om naar Sjanghai te kunnen vluchten. Borodin moet zeer verstoord zijn over de snelheid waarmee de Chineesche generaals van parlij wisselen. Een V.D.-bericht uit Londen meldt nog over de te Hankau en de aangrenzende steden Woetsjang en Hanjang (die samen den naam Wolhan dragen) heerschende paniek wegens den snellen opmarsch der anti-communistische troepen, dat de Chinee zen hun bezittingen in veiligheid trachten te brengen in de Fransche en de Japansche concessie te Hankau. Zij vreezen bovendien voor een massamoord. Borodin en Tsjen hebben volgens dit bericht maatregelen ge nomen om zoo noodig te vluchten; een watervliegtuig ligt hiervoor op de rivier gereed. Een Britsch schip beschoten. De Britsche consul-generaal heelt ver van de regeering in zake de amnestie in- j toogen gericht tot de Chineesche autori- gelicht te worden. teiten inzake een Maandag voorgevallen mefdent toen cadetten revolverschoten los ten op het Britsche stoomschip „Lungshanc", dat langs het fort Whampoa voer. De con sul-generaal vroeg schadeloosstelling, be straffing van den verantwoordelijken offi cier en verontschuldigingen van den fort commandant. DE TWEE TRAMONGELUKKEN TE FRANKFORT EN KASSEL. Het ongeluk te Frankfort heeft het klein ste aantal slachtoffers geëischt: een con ducteur en een 71-jarige passagier werden hier gedood, terwijl vier personen zwaar en eenigen licht gewond werden. Het ongeluk had plaats door botsing van de electriscne tram, die met twee aanhang wagens reed. met een rangeertrein van de havenlijn. Terwijl deze laatste passeerde op een overweg, reed plotseling de stil staande electrische tram op, niet het gevolg, dat de twee aanhangwagens door den ran geertrein in de flank gereden en omverge worpen werden. De catastrofe te Kassei was van ernstiger aard. Zij dompelde de stad, die vol vreem delingen was in verband met de „Kasseier Maiwoche" in diepen rouw. Toen he: bericht van het gruwelijk gebeuren zich in den loop van den avond (de ramp geschiedde onge veer half acht) door Kassei verspreidde, werden dadelijk alle vlaggen, die in de feestweek waren uitgestoken, ingehaald: de strijkjes in de café's braken hun programma af. Voor het gebouw van het Roode Kruis en het stedelijke lijkenhuis liep een angstige menigte te hoop; velen, wier verwanten dien dag een uitstapje hadden gemaakt en die het ergste vreesden, verlangden tot de gewon den of dooden te worden toegelaten, Vreeselijke tooneelen speelden zich af, waardoor de algemeene ontsteltenis nog vermeerderd werd. De bladen geven de volgende bijzonder heden: In den ongelukswagen, die aan het eind punt van lijn vijf voor vertrek gereed stond, zaten in het geheel 32 personen. Van dezen werden er negen gedood, 19 zwaar en vier lichtgewond. Er hadden gedurende den kor ten doodenrit, zoo vertelde een der licht gewonden, ontzettende scènes plaats. Eerst nadat de wagen een twintig M. ver gereden had, bemerkten de passagiers pas, dat er geen bestuurder op was. Oogenblikkelijk ontstond een paniek onder de inzttenden. Een vrouw wierp haar beide kinderen uit de steeds benedenwaarts rollende tram en sprong ze na, zonder ze hevig letsel be kwam. Een jong meisje trachtte ook van den wagen te springen, maar werd door haar aanstaande met geweld van de treeplank af getrokken. Wild drongen allen naar den uitgang, tot plotseling de tram in een bocht uit de rails vloog, nog even doorreed en toen met een geweldigen smak tegen een ijzeren paal opbotste en onderstboven viel, oud en jong onder haar ruïmes berekkende. Een koopman, die in een nabijgelegen tuin het ongeluk zag gebeuren en de eerste was, die op de plaats van de ramp verscheen, om hulp te verleenen, kon door bet weg rukken van eenige plankenresten en ver bogen staven een paar gekwetsten uit het kluwen van menschen halen, die in den omgeworpen wagen luide om hulp riepen. Nauwelijks tien minuten later waren brand weer- en Roode Kruismannen op de plaats des onheils. Uit een officieel politierapport blijkt, dat op het oogenblik, dat de tram zich onver wachts in beweging zette, wagenbestuurder en conducteur ter hoogte van het achter- balcon op straat stonden. Teen de passagiers tot de ontdekking kwamen, van hetgeen er eigenlijk gebeurde, was iedereen zoover buiten zinnen yan angst, dat niemand er aan dacht de rem in werking te brengen. Volgens getuigenis van een der licht ge wonden is het ongeluk het gevolg geweest van het feit, dat een elfjarie knaap al spe lend, zonder natuurlijk te weten wat hij eigenlijk deed, de rem heeft losgemaakt, zoodat de zwaargeladen wagen dadelijk in beweging kwam. De snelheid moet al dadelijk zoo groot zijn geweest, dat bestuurder noch conduc teur den wagen konden inhalen. Daar een bepaling van het reglement zegt, dat het wagenpersoneel een wagen niet onbewaakt mag laten, worden zij verantwoordelijk ge acht voor de ramp. TEGEN „SCHMINKEN" EN POEDEREN. Volgens den correspondent van de „Pra- ger Presse", te Warschau, heeft het rabi- naat aldaar een door eenige duizenden joden onderteekende petitie gekregen, waarin ver zocht wordt Joodsche meisjes, die zich te veel „schminken" en poederen, een huwe lijksvoltrekking te weigeren en het bezoe ken van de Synagoge te verbieden. Het rabinaat heeft volgens het bericht besloten aan het verzoek te voldoen. GODSDIENSTZIN VAN HET SPAANSCHE KONINGSHUIS. De dochters der Spaansche souvereinen zijn onlangs opgenomen als lid van de Con gregatie der kinderen van Maria. De bladen te Madrid maken gewag van haar stichtende godsvrucht. Zij hebben die voornamelijk den laatsten tijd getoond tij dens de geestelijke oefeningen, gegeven voor de aristocratische dames in het kloos ter der Religieusen van 't H. Hart. De in fanten begaven zich dadelijks vroegtijdig naar het klooster en bleven er, zonder in 't paleis terug te keeren, tot 's avonds, om zoodoende alle oefeningen dezer godvruch tige dagen te kunnen meemaken. Koningin Victoria, haar moeder, geeft haar in dit opzicht het voorbeeld. Zij is lid van de Congregatie der Katholieke moeders en woont geregeld de gewone bijeenkomsten bij en de Mis der maandelijksche communie, die in de kapel der congregatie plaats vin den. Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S „What will he do with it", door JOS. P. H. HAMERS. «7 „Ik zal mijn droom nog verwezenlijkt zien! Ik krijg den grooten schouwburg van Yorkl" riep Rugge. „En ik zou haar voor honderd pond terng geven! Voor geen dui zenden!" Den volgenden morgen ontwaakte de schouwburgdirecteur in zijn opgewonden heid, vroeg. Hij had kamers op de eerste verdieping van een klein logement, dicht bij z'n tent. In hetzelfde huis sliepen ook juffrouw Gormerick en Sofie. De juffrouw die order had goed op het kind te passen en het niet uit het oog te verliezen, sliep met Sofie in één kamer op de bovenver dieping van het huis. De oude vrouw was zooveel als huishoudster bij Rugge, zij zette z'n thee, bakte z'n biefstuk en at met hem voor de gezelligheid. Toen Rugge zich in de kleeren gestoken had, stak hij z'n hoofd in den gang en de meid ziende, die bezig was de voordeur te ontsluiten, beval hij haar naar boven te gaan- en <fe heks,' juffrouw Cormerick, te wekken. Meteen reikte hij haar een sleutel toe, want voor hij zich naar zijn slaapver trek begaf, nam hij altijd de voorzorg van de kamer, waar Sofie sliep, van buiten at te sluiten en den sleutel tot den volgenden morgen in zijn zak te houden. De meid knikte en ging de traj^ op. Maar in minder tijd dan hij gedacht had, stond juffrouw Gormerick voor hem. Haar grijze haren kwamen los uit haar nachtmuts te voorschijn; zij had in de haast slechts een oude peignoir om het lijf geslagen en haar gezicht vertoonde een waar treurspel. „Almachtige hemel! Wat is er gebeurd?" riep Rugge. „Zij is weg!" snikte juffrouw Gormerick en den opgeheven arm en de gebalde vuist ziende van den directeur, was zij zoo ver standig in zwijm te vallen. ZESDE HOOFDSTUK. Het is klaarlichte dag, bijna 9 uur, als Jasper Losely naar zijn logement terug keert na het diner dat hij den vorigen dag had bijgewoond. Hij heeft den nacht onder spel en drank doorgebracht, en ofschoon hij er verhit uitziet, is er geen spoor van vermoeienis aan hem te zien. Hij bezat een buitenge woon sterk gestel, was nooit vermoeid, dronk veel, maar was nooit dronken. Toen Jasper thuis kwam, was hij niet alleen, maar had iemand bij zich, met wien hij aan tafel kennis had gemaakt en dien hij uitge- HET VERDRAG VAN HONGARIJE MET ITALIË. Een stormachtige parlementszitting. Het blijkt bij de bespreking in het parle ment van het Hongaarsch-Italiaansche ver drag aardig gestormd te hebben. De correspondent te Boedapest van de „Voss. Z." spreekt zelfs van groote schan daalscènes, waaronder het verdrag is goedgekeurd. De regeeringspartij en ook de andere burgjerlijlke partijen waren voor de rati ficatie, maar de soc.-democraten protes teerden heftig tegen het verdrag met Mussolini. De socialist Barnai pakte geducht uit tegen Mussolini en het facisme. Hij ver klaarde, dat Hongarije door het verdrag een kolonie van Italië was geworden, waar van dit land gebruik wilde maken voor de ontworpen actie tegen Zuid-Slavië. De regeeringspartij antwoordde op Bar- nai's uitval met gejuich voor Mussolinie en Italië. Deze las toen verschillende kranten artikelen uit '15 voor, welke heftige aan vallen tegen Italië bevatten, waarbij hij erop wees, dat het Hongaarsche volk toen ook niet vijandig stond tegen het Itaiiaan- sche volk, maar alleen tegen oorlogszuch tige leiders als d'Annunzio en Mussoilini. Nu barstte pas goed het tumult los; een oorverdoovend kabaal van rechts tegen links, waartusschendoor Barnai schreeuw de, dat het Hongaarsche volk elke toe nadering tot het Italië van Mussolini afwijst en protesteert tegen een vriendschapsver drag met „de fascisten, deze rotgenooten van moordenaars". Met gebalde vuisten vlogen de tegen standers nu op elkaar in, zoodat de voor zitter slechts met de grotste moeite eenige orde kon scheppen. De premier, graaf Bethlen, nam daarop het woord om er tegen te protesteeren, dat op zulk een wijze gsproken werd over Italië en den eersten staatsman van dat land, „Door zijn woorden heeft Barnai ver-aden, dat in zijn aderen geen drup pel Hongaarsch bloed vloeit." Hetgeen natuurlijk weer voor de socia listen aanleiding was voor het maken van een nieuw tumult. Zij sprongen op hun banken en riepen: „Weg met de moordenaars en hun vrien den." Het antwoord van rechts was niet min der hartstochtelijk. De socialisten kwamen een weinig tot bedaren, toen de voorzitter den premier erop opmerkzaam maakte, dat het niet aanging in twijfel te trekken of een afge vaardigde tot de Hongaarsche natie be hoorde. Bethlen kon toen zijn rede vervolgen. Te midden van voortdurende interrupties pleitte hij voot Italië en Mussolini en verzekerde, dat het verdrag geen oorlogs voorbereiding beteekende. Het betrof geen bondgenootschap, doch slechts een vriend schapsverdrag. Het verdrag werd tenslotte aangenomen met de stemmen der socialisten tegen. (Ingezonden.) Op den 2 Febr. volgens onze tijdreke ning, vierden de Ghineezen hun Nieuwjaar, Al moet de armste drommel ook maan den sparen, ook hij zal het nationale ge recht van dezen da£ eten, namelijk kleine stukjes vleesch, in wat deeg gewikkeld en dan in het water gekookt. Gewoonlijk heerscht minstens één volle week volsla- gen rust. De boeren op het land vieren drie a vier weken. Dit jaar ec'hier was het heel anders. Sinds dien dag kwam er een totale veran dering. Den tweeden dag waren de straten al weer vol bedelaars. Het was alsof zij tot nu toe hun armoede nog verborgen hadden kunnen houden, maar nu kwam als met één slag een ijselijke hongersnood over het volk. De oogst was gering geweesl; wat er was haalden de soldaten en roovers nog weg; duizenden en duizenden verhuisden naar andere streken, nadat ze hunne doch ters vanaf twaalf jaren (of nog jonger) veelal uitgehuwelijkt hadden, om ze niet mee te moeten nemen. Velen lieten hun kinderen ook zóó achter. Waart ge, lezer, nu op de chineesche wegen, ge zoudt niet veel anders zien dan bedelaars; velen in lompen gehuld; velen echter ook in goede kleeren. want ook de anders rijken, moeten gaan bedelen; lijden een onbegrijpelijk bestaan, want er is nau welijks iemand die hun wat geeft. Ge zoudt juist deze dagen zien, groote karavanen, kleine kruiwagens, waarop meubelen, als: prachtige stoelen, tafels, bedden, fijn-gesne" den kostbare bruidskisien. dan nog eggen en ploegen enz., alles wordt verkocht als.... brandhout! Zóó willen ze het nog probeeren uit te houden totdat de eerste oogst komt. Arm volk! De eerste oogst is een beetje grond. Heele landerijen konden wegens de overs!roomingen niet bebouwd worden. De oogst is op vele plaatsen reeds voor de helft verwoest, wegens de aanhoudende regens. Wat er te groenen slaat, moet streng bewaakt worden, want het wordt door armen groen afgeplukt en gegeten. Ook de bladeren der bcomen worden verorberd als een fijne groente! Ouden van dagen en kinderen, waarom zich niemand meer bekommert, sierven langzaam den hongerdood. Het missioneeren wordt ons zeer moei lijk gemaakt. We worden soms omsipgcld door heele scharen van bedelaressen, die je de kleeren van het lijf rukken. 'n Paler moest zich dagen opsluiten om niet gezien te worden. Een ander had geen ander middel meer dan de hulp der politie in te roepen, die het volk wegdreef. Hon derdmaal zeggen: we hebben niets, ge looft niemand. Dagelijks komen er hier tot aan de 100 hun sapeke halen. En door dit alles heen grijnst ons weer als een spook tegen een vreeselijke door braak van de Gele Rivier, die in enkele dagen als het ware spion/, tot een onbe grijpelijke hoogte! Het was alsof de rivier een emmer was, die men plotseling vol goot, zóó kon men de rivier zienderoogen zien wassen. De generaal heeft het miliioen gulden, die hij eigenlijk voor het repareeren van den dijk had moeten besteden, uitge geven om soldaatje te spelen! Gij die dit leest, zeg mij. wat wij missio narissen moeten doen? Geef mij een goeden raad! De protestantsche zendelingen zijn bijna allemaal gevlucht; wij blijven op onze posten. De heidenen en christenen zien alleen nog maar naar ons of wij misschien nog wat kunnen doen. Wat moeten wij doen? Door op het platteland velen van d'e zoogenaamde hongerscholen op te richten, konden we ongeveer 900 jongens en meisjes van den hongerdood bevrijden. Nu is de kas echter bijna leeg. Moet ik ze allen weer wegsturen, zóó alsof ik ze bedrogen heb. Ik heb het hun beloofd, vertrouwend op O. L. Heer en op vele weldoeners. Een catechumenaat van over de drie hondera menschen is voorbij! Meer dan 100 kon ik er van doopen; velen werden voorbereid op biech: en H, Communie. Velen willen nog komen. Zeg mij die dit leest: mag ik zwij gen? Moet ik soms zwijgen? Mag ik dan niet den ui.ersten nood van dit aan wan hoop ten prooi zijnd volk bekend maken? Moet ik dan s/til gaan zitten, cm geen goed meer te kunnen doen aan de armen? Neen we moeten hard werken, zoo hard als het gaat; De gemoederen der heidenen zijn juist heden meer dan anders week; meer dan ooit rijp om in ie zien. dat er nog men schen zijn, die tot hen komen niet met mooie woorden, maar missionarissen, die weten dat ook zij een onsterfelijke ziel hebben, die juist heden meer dan vroeger gered kunnen worden voor de eeuwigheid. Onze H. Vader de Paus, Pius XI, heeft het tot ons gezegd in zijne encycliek aan de missionarissen in China: .„schaamt U niet, bedelaars te worden voor Christus en het heil der zielen"! Ik zit hier op een klein kamertje. De deur staat niet stil; ieder oogenblik komen ze me storen en vragen om een aalmoes; en ik denk aan velen in Holland die mij misschien graag wilden helpen, als ze maar wisten hoe of ik in nood zit. Ja. ik wil een beielaar worden met den moed van een Chineeschen bedelaar, die, als hij voor in het huis weg wordt gesfuurd, van achte ren er weer binnenkomt; die volhoudt en niet eindigt zijn „erbarm U mijner" te roe pen, al zou hij met een stok uit het huis geslagen worden. Ik schaam mij dan niet bedelaar te zijn vcor Christus, die tot U gezegd heeft: ik was hongerig en gij hebt mij gespijsd; ik was naakt en gij hebt mij gekleed. Ik schaam mij dan niet bedelaar te zijn voor Christus, die zelfs een dronk water in Zijnen naam gegeven, niet onbeloond zal laten. Bedelaar wil ik zijn voor de onsterfelijke zielen, die door Uwe goede werken gebracht worden tot het H. Geloof en zóó gered worden voor alle eeuwigheid. Zóó wil ik bedelaar zijn, omdat de Op perherder het Ons schreef: schaamt U niet bedelaar te worden voor Christus en het heil der zielen! De H. Vader zou zoo graag helpen; hij weet hoeveel er noodig is, als hij maar meer kón doen. Zoowel hij alsook onze groote Kardinaal Van Rossum spoorden ons aan, dat wij zelf zouden schrijven en.... bedelen! Zoo bedel ik dan weer tot U allen, die dit leest, om een aalmoes ter liefde Gods! Ook het pennikske der weduwe zal niet versmaad worden! Hij, Christus, God, d'e in het verborgene ziet, Hij voor Wien wij bedelen. Hij is het. die U beloonen zal, in den hemel en op aardel Bij voorbaat ook mijnen hartelijk en dank! P. HENRI VAN VREE, Bbloken Paschen 1927. N/B. Aalmoezen gelieve men te zenden óf per post direct naar hier, ófwel langs het missiehuis Steil aan mijn adres. In de „R. K. Werkgever", officiéél orgaan der algemeene R. K. Werkgeversvereni ging en van het R. K. Verbond van Werk- gevers-vakvereenigingen, levert Dr. L. G. Kortenhorst critiek op de door Prof. Treub op 5 Mei j.l. in de jaarvergadering van den Ondernemersraad voor Nederlandsch-Indië gehouden rede over de sociale beteekenis der ondernemersorganisaties. „Deze rede van Prof. Treub," meent dr. Kortenhorst, „kreeg het karakter van een program van actie, van een geloofsbelijde nis, zoo ge wilt," En in dit verband zegt hij nog het volgen, de als antwoord op den raad, die den werk gevers gegeven werd, samen een dagblad te stichten, om door middel daarvan de pu blieke opinie te bewerken: Wanneer „Het Volk" dat leest, zal zijn redactie er als de kippen bij zijn om te beweren dat de „burgerlijke" pers reeds meer dan den arbeiders lief is den geest der werkgevers ademt. Dat is natuurlijk Wij voor ons onderschatten zeer zeker de beteekenis van de dagbladpers allerminst, maar, zooals in Nederland de toestanden zijn, gelooven wij niet, dat een werkgevers blad eenigen meerderen invloed zou oefe nen dan de thans bestaande weekbladen. Zoo'n dagblad zou eenzijdig moeten zijn aldus Prof, Treub. Het is juist dat odium van eenzijdigheid, dat maken zou, dat in gezaghebbende kringen de uitingen van zoo'n dagblad weer kiitisch en wantrou wend zouden worden bekeken. Ongeveer zooals men de uitingen van „Het Volk" „De Morgen" e.d. opvat: niet voor vol. Voor Katholieken staat het bovendien vast, dat de scheidslijn niet loopt op de grens der tegenstrijdige belangen. Op de ba sis van eenzelfde levensbeschouwing zijn meeningsverschillen zeer wel mogelijk. Doch het kan nooit het doel zijn, die meenings verschillen aan te wakkeren en toe te spit sen, wat onvermijdelijk geschieden zou, wanneer de werkgevers samen een dagbla gingen stichten. Wij zijn er van overtuigd, dat weldr blijken zou, dat in eigen boezem de redac tie van dat blad het in alle hoofdzake oneens zou zijn." En verder: „Neen, Prof. Treubs raad om éénzijdig zijn en éénzijdige propagande te voeren t een éénzijdig dagblad, lijks ons radica: verkeerd. Opvolging van dien raad zou h< prestige van den werkgeversstand onben kenbaar nadeel toebrengen, de samenwe: king met de Regeering zou er door bemoe lijkt worden en de invloed der werkgevei zou er slechts door worden verminderd. De pers blijve onafhankelijk, veelzijdi niemands slaaf en niemands meester. Voor den Katholiek is deze sfellir Een motie. Bij de R. K. Kamer-Centrale te Leide welke Woensdag 8 Juni vergadert ter b handeling van het nieuwe Kiesreglement, een motie ingekomen van de R. K, Kiesve eeniging te Warmond, overwegende: lo. dat in het reglement van de R. Kamer-Centrale Leiden, niet is bepaald, d een vergadering van de afgevaardigden d plaatselijke Kiesvereenigingen zal wordi gehouden, telkens, wanneer de Partijraad algemeene vergadering bijeenkomt; 2o. dat het toch wenschelijk is, dat 1 afgevaardigden naar den Partijraad, van g noemde Kamer-Centrale, de inzichten d kiezers kunnen vernemen omtrent de in d' Partijraad te behandelen onderwerpen, aa gezien de personen, die voor genoem; Centrale zitting in den Partijraad hebbe niet voor zich zelf aldaar zetelen, maar g acht moeten worden de kiezers, in genoei 1 de Centrale georganiseerd, te vertege woordigen; de wenschelijkheid uitspreekt, dat in h reglement van de Kamer-Centrale voc noemd, een zoodanige bepaling alsnog 2 worden opgenomen of dat het bestuur d Kamer-Centrale voornoemd een zoodani toezegging zal doen Dit bestuur wenscht evenwel, blijkens z: advies nopens deze motie, niet de verpiic ting te aanvaarden om telkens wanneer Partijraad in algemeene vergadering bijee komt, de afgevaardigden van de plaatseliji kiesvereenigingen iD vergadering bijeen roepen, doch is wel bereid zooveel mogeli 1 en voor zoover noodig aan hetgeen de mot 1 betoogt, tegemoet te komen. Verlaging van de paspcort-onkosten. Het ligt in het voornemen, naar de „Te uit parlementaire kringen verneemt, om wetsontwerpen tot wijziging van de zeg', wet en van de wet cp de kanselarijrechte welke strekken tot verlaging der kost van het paspoort tot 1 en verleng' van den geldigheidsduur tot twee jaar, z< spoedig mogelijk te behandelen. Ook zou de regeering het op prijs st< len als deze wetsontwerpen spoedig do de beide Kamers der Staten-Generaal wt 1 den afgedaan, zoodat de genoemde bep lingen met hei *og op het a.s. reisseizo zoo spoedig mogelijk in werking kunn 'reden. Alle hoop op terugvinding van Nungess en Co!i is opgegeven. .Reuter" seint m dat, wijl alle nasporingen die het gouverc mentswatervliegtuig heeft gedaan langs kusten van de St. Laurens-Golf. Labrad en het Anticosti-eiland vruchteloos zijn f bleven, het vliegtuig zijn pogingen zal o f geven en naar zijn basis zal terugkeeren. i Weer een nieuwe poging om den Ocea veilig over te vliegen wordt thans gedaj Gisterochtend nl. om 7 uur 50 v.m. (An: I rikaansche tijd) is Lindbergh voor zijn no stopvlucht New YorkParijs opgestegen. United Press meldt nog, dat Lindherj die aanvankelijk reeds in den nacht had w len opstijgen, zijn vertrek ten gevolge v den plotseüngen hevigen regenval tot aanbreken van den dag moest uitstelh Tege het krieken van den dag klaarde h weer evenwel op en ofschoon het zicht n geenszins ideaal was, besloot de aviatei het waagstuk te ondernemen. Naar Indië. Naar Reuter uit Londen meldt, zijn Engelsche militaire vliegers Carr en Gi 1 man uit Engeland vertrokken voor de no stopvlucht naar Indië. Weer een wrt Een snelvarende boot van de kustw.-c te Connecticut is naar Nehawa gezond, waar zii een kotter van de kustwacht tc£ moet zal varen. Deze kotter h"eft bij Mc auk Point een vleugel gevonden van f nog niet geïdentificeerd vliegtuig. De aut riteiten weigeren de mogelijkheid te bcsor ken. of dit wellicht een vleugel is van Nu gesser's vliegtuig. Mgr. Rutten, Bisschop van Luik, vier. 1 Donderdag zijn 60-jarig priesterfeest 1 25-jarig bisschopsjubileum. De regeering heeft de groote verdienst' van den jubileerenden bisschop beloon 1 door hem het grootlint der Orde v; Leopold II te verleenen. noodigd had om met hem in zijn logement te gaan ontbijten. Zij liepen vertrouwelijk arm in arm. Deze nieuwe kennis was het tegenbeeld van den schitterenden Jasper Losely. Hij was een jonge man van nog geen dertig jaar, die al de kleuren der jeugd in morsig water scheen te hebben uitgewasschen. Zijn oogen stonden dof, bet wit dier oogen was geel en zijn gelaat bol bleek. Hij had een ineengedrongen en zwaarlijvige figuur en was gekleed op de winderige manier van lieden, die men bij de Engelsche wedrennen bokspartijen en hanengevechten aantrett, Samuel Adolf Poole is een wees van fat soenlijke familie, zijn verwachtingen voot de toekomst bouwt hij hoofdzakelijk op een peetoom, naar wien hij den door hem gehaten naam van Samuel draagt. Hij laat zich bij voorkeur Adolf noemen en wordt meestal door zijn kennissen Dolt genoemd. Op het tijdstip van ons verhaal, was hij bediende in een voornamen winkel te Londen. De heer Latham zijn patroon, had een aanzienlijk fortuin verworven, niet zoozeer door zijn winkelverkoop als wei door het disconto op de rekening zijnet klanten of andere debiteuren Hie door 'n lee ning in zijn netten werden gelokt. Deze heer liet oogluikend toe dat Dolf zich met wedrennen en andere zaken van dien aard inliet. Op die wijze was Dolf meermalen in de gelegenheid geweest om nuttige be richten in te winnen aangaande den naam., -en de reputatie van vele burgers uit de wereld der wedrennen die zich bij den heer Latham zouden kunnen vervoegen om een tijdelijke leening. Dolf Poole had veel vrienden onder die soort van lieden en bo vendien veel schulden. Vroeger was hij een sul nu is hij een deugniet maar hij heeft geen vastheid van karakter geen doorzet tingsvermogen genoeg om al de denkbeel den in practijk te brengen, die zijn erva ring als deugniet aan zijn eerzucht voor spiegelen. Hij heeft een verbazende bewondering opgevat voor Jasper Losely en dat is zóó gekomen. Bij de eerste verschijning van Losely aari het drinkgelag, dat zooevcn eerst was af- geloopen, had hij twist met hem gezocht, daar hij zich ergerde aan de airs van meer derheid, welke die pocher aannam. Dolt Poole had de zorg, die Jasper aan zijn tiolet besteedde, voor verwijfdheid aangezien en daar in de tijgerkracht van dezen woeste ling miskend, waarvoor de lenigheid waar mede deze zich bewoog, hem had moeten waarschuwen, Poole, zelf een forsche kerel en niet ongewoon aan lichamelijke kracht oefeningen lokte derhalve twist en een ge vecht uit. Maar het volgende oogenblik lag hij aan het andere einde van 't vertrek op den grond te spartelen. En toen een paar minuten later de twist werd bijgelegd door de meer vredelievende feestvierders, ter wijl elk been in zijn door Jasper's reuzen kracht neergesmakt lichaam nog scheen te "kraken kreunde hij edelmoedig, dat hij niet. wraakzuchtig was en schudde Losely, alsof die zijn weldoener was, hartelijk de hand. Beide waardige vrienden waren nu op weg naar huis en liejen arm in arm. „Ja, Poole", zei Losely ,daar die kerel mijn hoogste klaver aftroefde verloor ik mijn laafste robber. Men heeft met wihs- ten volstrekt geen zekerheid als men een ezel tot partner heeft z „Niet in eiken robber", antwoordde Poole „maar op den duur toch bijna zeker, als men zoo gauw speelt als gij. Ge moet heden avond vrij wat gewonnen hebben, ofschoon gij bijna altijd een slechten partner hadt." „Niet de moeite waard om over te spre ken; een paar dozijn pond ongeveer. „Neen, vrij wat meer; ik dien dit toch te weten." „Waarom Poole? Gij hebt na den eersten robber niet meer gespeeld." „Neen maar ik heb daarna op u gewed; maar ge zoudt nog meer winnen, als ge een partner hadt, die uw spel begreep." De slimme Adolf zweeg hier even en Lo sely veelbeteekend met den arm aanstoo tend, voegde hij er half fluisterend bij: „ik begrijp het wel; gij speelt op de Fransche manier." Jasper veranderde niet van kleur, maar een snelle beweging van zijn fraai getee- kende wenkbrauwen en een haast on merkbaar draaien van zijn hals, vertoonde een weinig verbazing of onrust. Hij antwoordde echter zonder aarzelïngv „Fransch, ja! De Franschen slaan troeven beter uit dan de Engelschen." „En met een speler als gij, zeide Pool nog altijd half fluisterend, „zijn er me troeven." Losely keek een oogenblik scherp na hem om; de harde, wreede uitdrukking o zijn mond. die zich in den laatsten li weinig vertoond had, kwam nu terug. Poo week verschrikt achteruit en zijn beend ren begonnen al weer zeer te doen. „Ik wilde u niet beleedigen mijnheer L sely", zeide hij angstig, „alleen maar waa schuwen." „W aarschuwen!" „Er waren twee slimmelingen, die als niet zoo dronken waren geweest ht geld zoo maar niet zouden verloren he ben, of ze hadden willen zien hoe ze h verloren. Het zijn een paar bedriegers, kregen hun verdiende loon; wees er ni boos om. Gij hebt een partner noodig; ook; gij speelt beter dan ik, maar ik spe ook goed; gij zult twee derden van on; winst hebben, en wanneer gij in de st< komt, zal ik u voorstellen aan een preti troepje jonge lui, nog groen." Jasper dacht een oogenblik na. Gif weet er zoo wat van, zie ik, mijnhe,1 Poole, en we zullen de geheele zaak r het ontbijt bespreken. Hebt gij geen hoi I ger? Niet? Ik wel. Maar wie drommel dat?" "'.Wordt .vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 9