UTTÈM
PUROL
Wat zal hij er mee doen?
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT.
Derde Blad Zaterdag 21 Mei 1927
Bij de behandeling van het Italiaansch-Hongaarsche verdrag hebben
in het Hongaarsche parlement stormachtige tooneelen plaats gehad.
Gruwelijke bijzonderheden over de ontploffing in een school te Batli
(Michigan). Bijzonderheden over de tramongelukken te Frankfort en
Kassei.
GEM. BUIT. BERICHTEN.
FEUILLETON.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De ellende in China.
In eenzijdigheid ligt
geen kracht.
Het ontwerp Kiesreglement de
R.-K. Staatspartij.
De wijziging der Zegelwet.
LUCHTVERKEER.
DE VLUCHT OVER
DEN OCEAAN.
EEN NIEUWE POGING
Doorzitten
Stukloopen
KERK EN SCHOOL.
Mgr. Rutten.
De Gouverneur van Indo-China,
Alexandre Varenne, de gouverneur-gene
raal van Indo-China, is in Saigon aangeko
men om zijn post te hervatten. Zijn verblijt
in Frankrijk viel, naar men zich herinnert,
samen met een heftig debat in de Kamer
over wantoestanden in de kolonie in ver
band met de aldaar verleende concessies.
Ofschoon de socialistische gouverneur door
zijn politieke tegenstanders krachtig werd
aangevallen en de regeering het noodig oor
deelde een commissie van onderzoek naar
Indo-China uit te zenden, werd hem het ver
trouwen niet opgezegd.
Talrijke autoriteiten waren aanwezig om
den gouverneur te begroeten, die in een
korte toespraak verklaarde dat hij zijn ver
blijf in Frankrijk had verlengd om in over
leg met de regeering de talrijke en delicate
quaesties te regelen, welker oplossing den
voorspoed en het leven zelf der kolonie be
treft. De tegenwoordige omstandigheden
vereischen van allen de grootste offers, wel
ke boven persoonlijke voorkeur en harts
tocht moeten gaan.
Briand over zijn reis naar Engeland.
In een interview verklaarde Briand dat
President Doumergue diep getroffen was
door de ontvangst, welke hem in Engeland
door de koninklijke familie, de autoriteiten
en de bevolking bereid was.
Hij wees er op dat het gepubliceerde com
muniqué omtrent zijn onderhoud met Cham
berlain, in tegenstelling tot zekere uitlatin
gen, terecht melding maakt van het feit, dat
de Entente Cordiale nog steeds levende
werkelijkheid is: Dit communiqué toont aan,
dat beide naties het op alle punten, welke
door de beide tninisters onder het oog wer
den gezien, eens zijn en bovenal dat zij be
sloten zijn zich te zullen keeren tegen alle
machten, welke zich de verstoring van de
orde in Europa ten doel stellen
Briand concludeerde, dat door deze reis
de gelegenheid geschapen was om de vroe
gere atmosfeer te herscheppen en om op
nieuw het verlangen van Frankrijk te be
vestigen, Engeland te toonen hoeveel waar
de het hecht aan versterking der entente
tusschen beide landen.
Een sensationeele onthulling.
De „Etoile Beige" komt met een „revela
tion sensationelle", die vooral niet zonder
belang is in verband met het amnestie-voor
stel.
Rudiger, alias Mullus is een paar jaar
geleden het archief van den Raad van
Vlaanderen, dat zich in Berlijn bevond en
in ongeveer vijftig koffers gepakt was,
machtig geworden en heeft het naar een
met België bevriend land laten overbrengen.
Rudiger had het beter gevonden om het
niet naar Brussel te sturen, omdat hij het
ministerie dat toen aan de regeering was,
dat van Poullet Vandervelde n.l., niet ver
trouwde. Hij heeft het afgestaan aan een
groep van geleerden, die het zal ordenen.
Volgens Rudiger bevat het archief de dos
siers der verschillende activistische depar
tementen, de correspondentie en rapports
gewisseld met de Duitsche autoriteiten.
Het dossier van het activistische ministerie
van oorlog is vooral belangwekkend. Het be
vat de lijsten van het ontworpen Vlaamsche
leger. Ook bevinden zich onder die docu
menten lijsten van de leden en leiders der
activistische partij en de processen-verbaal
van alle vergaderingen.
De amnestie.
De parlementaire commissie belast met
het onderzoek over het amnestievoorstel,
heeft dezer dagen vergaderd.
Men weet dat de commissie tot de regee
ring eenige vragen gericht had betreffende
het aantal der veroordeelde activisten, ook
van hen, die bij verstek werden veroor
deeld, het aantal van hen die nog in de
gevangenis zitten, over gevallen van ver
raad en het gevolg daarvan, b.v. of Bel
gen daardoor ter dood of tcf gevangenis
straf werden veroordeeld.
De regeering heeft verschillende docu
menten ter beschikking van de commissie
gesteld. Het aantal bij verstek veroordeel
den bedraagt 200. Het aantal van hen, die
nog in de gevangenis zitten is drie: Borms,
Hutt en Van Exterghem.
Uittreksels der gevelde vonnissen wer
den eveneens aan de commissie medege
deeld.
Onder de documenten, die aan de com
missie werden overgelegd, is een schrijven
van den Raad van Vlaanderen aan den
.Verwaltungschef" waarin een lijst van
Belgen werd bekend gemaakt die om het
gevaar, dat zij voor het activisme oplever
den, moesten gevangen genomen worden
en naar Duitschland overgebracht. Ook
werd gevraagd, om de leden van het Hof
van Beroep naar Duitschland ever te bren
gen. Ai deze Belgen zouden tot gijzelaars
kunnen gebruikt worden in het geval dat
er aanslagen zouden beraamd worden te
gen het leven van de activistische leiders.
Na kennis genomen te hebben van deze
documenten, werd door de commissie be
sloten een onderhoud met minister Jaspar
aan te vragen, ten einde over de inzichten
De Russen te Genève.
Donderdag hebben de Russische gedele
geerden ter economische conference te
zamen met Oudegecst en Jouhaux den
maaltijd gebruikt bij Albert Thomas, direc-
eur van het Internationaal Arbeidsbureau.
Daaruit worden thans te Genève talrijke
conclusies getrokken, die echter mees al
op weinig positieve informaties berusten.
Sommigen zijn van meening. dat de samen
komst door Albert Thomas is gearrangeerd,
om de Russen met de organisatie van het
arbeidsbureau vertrouwd te maken, ande
ren meenen dat het de bedoeling was, de
Tweede en de Derde Internationale tot el
kaar te brengen, welke poging niet met
welslagen zou zijn bekroond.
Er schijnt over allerlei sociale kwesties
van meening te zijn gewisseld, zonder dat
de gasten echter voor het moeilijke geval
werden geplaatst een oordeel te moeten
vellen over elkaar, of zonder dat de Rus
sen werden genoopt een meening uit te
spreken over het Arbeidsbureau, dat zij
tot dusver principieel hebben gemeden.
Wat echter de toekomstige gevolgen van
dit contact zullen zijn, kan nog niet wor
den voorspeld. In elk geval zullen de Rus
sen ook hier wel de ervaring hebben op
gedaan, die ze met den Volkenbond op
deden, namelijk dat het Arbeidsbureau en
de Tweede Internationale er van dichtbij
bekeken veel minder kwaadaardig uitzien,
dan waneer ze worden bekeken uit den
Moskouschen tempel van het zuivere com
munisme.
De ontploffing in een school.
Uit het onderzoek naar de ontploffing in
een school te Bath (Michigan), is gebleken,
dat de penningmeester, alvorens de school
in de lucht te laten vliegen, zijn zieke
vrouw met een bijl heeft vermoord en het
lijk vervolgens in een gebouw heeft ge
plaatst dat hij in de lucht deed .vliegen
voor hij naar de school toeging. Onderwij
zers beschrijven de ontploffing als gelijkend
op een aardbeving. De lucht was vol met
kinderen, yprmengd roet lessenaars en
andere meubelen. Tal van dooden en ge
wonden werden hoog in de lucht gewor
pen en als met een catapult door de ramen
heengeschoten.
De overstroomingen,
Door de overstroomingen is een nieuwe
rivier ontstaan van de bij Bayou des Glai
ses bezweken dijken door de Mississippi
delta tot aan de zee. De nieuwe rivier is
breede dan de Atchafalaya of de Missis
sippi. Op een laatste telefonische waar
schuwing zijn 27 dorpen ontruimd, maar
duizenden personen bevinden zich nog in
het gebied waardoor de naderende vloed
zal trekken.
Wapensmokkelarij.
Een draadloos bericht meldt, dat de
voormalige voorloopige president van Me
xico de la Huerta en vier anderen te Tuc
son in Arizona door vertegenwoordigers
van het departement van justitie der V. S.
beschuldigd zijn van den uitvoer van wa
pens en munitie in strijd met de proclama
tie van den president en de wet.
Moordaanslag.
Op Rodolfo Calles, den zoon van den
president van Mexico, is een moordaanslag
gepleegd in een stadje over de grens, waar
heen hij eenige dagen geleden was geko
men ter bijwoning van het huwelijk zijner
zuster roet een Amerikaansch zakenman.
Twee van de drie op hem afgeschoten ko
gels gingen door zijn kleeren, doch hij bleef
ongedeerd.
De paniek te Hankau.
In berichten uit Hankau wordt er op ge
wezen, dat de stad geleidelijk van alle kan
ten omsingeld wordt behalve aan de N. W.-
zijde, zoodat het voor de communisten ge
biedend noodzakelijk zal zijn naar Tsjangts-
jau (vermoedelijk wordt Dsjengdsjau, tus
schen Honan-foe en Kaifeng, in Honan, be
doeld) op te rukken. De autoriteiten van
Hankau beweren Siping, op 160 K.M, ten Z.
van bedoelde plaats genomen te hebben.
Hun opmarsch verder noordelijk zou echter
op grooten tegenstand stuiten. Tsjangtsjau
moeten de communisten in handen houden
voor het geval zij bij een nederlaag ge
dwongen zijn haar Mongolië te vluchten.
De Chineezen te Hankau bieden zooveel
geld als men maar wil om naar Sjanghai te
kunnen vluchten.
Borodin moet zeer verstoord zijn over de
snelheid waarmee de Chineesche generaals
van parlij wisselen.
Een V.D.-bericht uit Londen meldt nog
over de te Hankau en de aangrenzende
steden Woetsjang en Hanjang (die samen
den naam Wolhan dragen) heerschende
paniek wegens den snellen opmarsch der
anti-communistische troepen, dat de Chinee
zen hun bezittingen in veiligheid trachten te
brengen in de Fransche en de Japansche
concessie te Hankau. Zij vreezen bovendien
voor een massamoord. Borodin en Tsjen
hebben volgens dit bericht maatregelen ge
nomen om zoo noodig te vluchten; een
watervliegtuig ligt hiervoor op de rivier
gereed.
Een Britsch schip beschoten.
De Britsche consul-generaal heelt ver
van de regeering in zake de amnestie in- j toogen gericht tot de Chineesche autori-
gelicht te worden. teiten inzake een Maandag voorgevallen
mefdent toen cadetten revolverschoten los
ten op het Britsche stoomschip „Lungshanc",
dat langs het fort Whampoa voer. De con
sul-generaal vroeg schadeloosstelling, be
straffing van den verantwoordelijken offi
cier en verontschuldigingen van den fort
commandant.
DE TWEE TRAMONGELUKKEN TE
FRANKFORT EN KASSEL.
Het ongeluk te Frankfort heeft het klein
ste aantal slachtoffers geëischt: een con
ducteur en een 71-jarige passagier werden
hier gedood, terwijl vier personen zwaar en
eenigen licht gewond werden.
Het ongeluk had plaats door botsing van
de electriscne tram, die met twee aanhang
wagens reed. met een rangeertrein van de
havenlijn. Terwijl deze laatste passeerde
op een overweg, reed plotseling de stil
staande electrische tram op, niet het gevolg,
dat de twee aanhangwagens door den ran
geertrein in de flank gereden en omverge
worpen werden.
De catastrofe te Kassei was van ernstiger
aard. Zij dompelde de stad, die vol vreem
delingen was in verband met de „Kasseier
Maiwoche" in diepen rouw. Toen he: bericht
van het gruwelijk gebeuren zich in den loop
van den avond (de ramp geschiedde onge
veer half acht) door Kassei verspreidde,
werden dadelijk alle vlaggen, die in de
feestweek waren uitgestoken, ingehaald: de
strijkjes in de café's braken hun programma
af. Voor het gebouw van het Roode Kruis
en het stedelijke lijkenhuis liep een angstige
menigte te hoop; velen, wier verwanten dien
dag een uitstapje hadden gemaakt en die het
ergste vreesden, verlangden tot de gewon
den of dooden te worden toegelaten,
Vreeselijke tooneelen speelden zich af,
waardoor de algemeene ontsteltenis nog
vermeerderd werd.
De bladen geven de volgende bijzonder
heden:
In den ongelukswagen, die aan het eind
punt van lijn vijf voor vertrek gereed stond,
zaten in het geheel 32 personen. Van dezen
werden er negen gedood, 19 zwaar en vier
lichtgewond. Er hadden gedurende den kor
ten doodenrit, zoo vertelde een der licht
gewonden, ontzettende scènes plaats. Eerst
nadat de wagen een twintig M. ver gereden
had, bemerkten de passagiers pas, dat er
geen bestuurder op was. Oogenblikkelijk
ontstond een paniek onder de inzttenden.
Een vrouw wierp haar beide kinderen uit de
steeds benedenwaarts rollende tram en
sprong ze na, zonder ze hevig letsel be
kwam. Een jong meisje trachtte ook van
den wagen te springen, maar werd door haar
aanstaande met geweld van de treeplank af
getrokken. Wild drongen allen naar den
uitgang, tot plotseling de tram in een bocht
uit de rails vloog, nog even doorreed en toen
met een geweldigen smak tegen een ijzeren
paal opbotste en onderstboven viel, oud en
jong onder haar ruïmes berekkende.
Een koopman, die in een nabijgelegen tuin
het ongeluk zag gebeuren en de eerste was,
die op de plaats van de ramp verscheen,
om hulp te verleenen, kon door bet weg
rukken van eenige plankenresten en ver
bogen staven een paar gekwetsten uit het
kluwen van menschen halen, die in den
omgeworpen wagen luide om hulp riepen.
Nauwelijks tien minuten later waren brand
weer- en Roode Kruismannen op de plaats
des onheils.
Uit een officieel politierapport blijkt, dat
op het oogenblik, dat de tram zich onver
wachts in beweging zette, wagenbestuurder
en conducteur ter hoogte van het achter-
balcon op straat stonden.
Teen de passagiers tot de ontdekking
kwamen, van hetgeen er eigenlijk gebeurde,
was iedereen zoover buiten zinnen yan
angst, dat niemand er aan dacht de rem
in werking te brengen.
Volgens getuigenis van een der licht ge
wonden is het ongeluk het gevolg geweest
van het feit, dat een elfjarie knaap al spe
lend, zonder natuurlijk te weten wat hij
eigenlijk deed, de rem heeft losgemaakt,
zoodat de zwaargeladen wagen dadelijk in
beweging kwam.
De snelheid moet al dadelijk zoo groot
zijn geweest, dat bestuurder noch conduc
teur den wagen konden inhalen. Daar een
bepaling van het reglement zegt, dat het
wagenpersoneel een wagen niet onbewaakt
mag laten, worden zij verantwoordelijk ge
acht voor de ramp.
TEGEN „SCHMINKEN" EN POEDEREN.
Volgens den correspondent van de „Pra-
ger Presse", te Warschau, heeft het rabi-
naat aldaar een door eenige duizenden joden
onderteekende petitie gekregen, waarin ver
zocht wordt Joodsche meisjes, die zich te
veel „schminken" en poederen, een huwe
lijksvoltrekking te weigeren en het bezoe
ken van de Synagoge te verbieden.
Het rabinaat heeft volgens het bericht
besloten aan het verzoek te voldoen.
GODSDIENSTZIN VAN HET SPAANSCHE
KONINGSHUIS.
De dochters der Spaansche souvereinen
zijn onlangs opgenomen als lid van de Con
gregatie der kinderen van Maria.
De bladen te Madrid maken gewag van
haar stichtende godsvrucht. Zij hebben die
voornamelijk den laatsten tijd getoond tij
dens de geestelijke oefeningen, gegeven
voor de aristocratische dames in het kloos
ter der Religieusen van 't H. Hart. De in
fanten begaven zich dadelijks vroegtijdig
naar het klooster en bleven er, zonder in
't paleis terug te keeren, tot 's avonds, om
zoodoende alle oefeningen dezer godvruch
tige dagen te kunnen meemaken.
Koningin Victoria, haar moeder, geeft haar
in dit opzicht het voorbeeld. Zij is lid van
de Congregatie der Katholieke moeders en
woont geregeld de gewone bijeenkomsten
bij en de Mis der maandelijksche communie,
die in de kapel der congregatie plaats vin
den.
Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S
„What will he do with it",
door JOS. P. H. HAMERS.
«7
„Ik zal mijn droom nog verwezenlijkt
zien! Ik krijg den grooten schouwburg van
Yorkl" riep Rugge. „En ik zou haar voor
honderd pond terng geven! Voor geen dui
zenden!"
Den volgenden morgen ontwaakte de
schouwburgdirecteur in zijn opgewonden
heid, vroeg. Hij had kamers op de eerste
verdieping van een klein logement, dicht
bij z'n tent. In hetzelfde huis sliepen ook
juffrouw Gormerick en Sofie. De juffrouw
die order had goed op het kind te passen
en het niet uit het oog te verliezen, sliep
met Sofie in één kamer op de bovenver
dieping van het huis. De oude vrouw was
zooveel als huishoudster bij Rugge, zij zette
z'n thee, bakte z'n biefstuk en at met hem
voor de gezelligheid.
Toen Rugge zich in de kleeren gestoken
had, stak hij z'n hoofd in den gang en de
meid ziende, die bezig was de voordeur te
ontsluiten, beval hij haar naar boven te
gaan- en <fe heks,' juffrouw Cormerick, te
wekken. Meteen reikte hij haar een sleutel
toe, want voor hij zich naar zijn slaapver
trek begaf, nam hij altijd de voorzorg van
de kamer, waar Sofie sliep, van buiten at
te sluiten en den sleutel tot den volgenden
morgen in zijn zak te houden.
De meid knikte en ging de traj^ op. Maar
in minder tijd dan hij gedacht had, stond
juffrouw Gormerick voor hem. Haar grijze
haren kwamen los uit haar nachtmuts te
voorschijn; zij had in de haast slechts een
oude peignoir om het lijf geslagen en haar
gezicht vertoonde een waar treurspel.
„Almachtige hemel! Wat is er gebeurd?"
riep Rugge.
„Zij is weg!" snikte juffrouw Gormerick
en den opgeheven arm en de gebalde vuist
ziende van den directeur, was zij zoo ver
standig in zwijm te vallen.
ZESDE HOOFDSTUK.
Het is klaarlichte dag, bijna 9 uur, als
Jasper Losely naar zijn logement terug
keert na het diner dat hij den vorigen dag
had bijgewoond.
Hij heeft den nacht onder spel en drank
doorgebracht, en ofschoon hij er verhit
uitziet, is er geen spoor van vermoeienis
aan hem te zien. Hij bezat een buitenge
woon sterk gestel, was nooit vermoeid,
dronk veel, maar was nooit dronken. Toen
Jasper thuis kwam, was hij niet alleen,
maar had iemand bij zich, met wien hij aan
tafel kennis had gemaakt en dien hij uitge-
HET VERDRAG VAN HONGARIJE
MET ITALIË.
Een stormachtige parlementszitting.
Het blijkt bij de bespreking in het parle
ment van het Hongaarsch-Italiaansche ver
drag aardig gestormd te hebben.
De correspondent te Boedapest van de
„Voss. Z." spreekt zelfs van groote schan
daalscènes, waaronder het verdrag is
goedgekeurd.
De regeeringspartij en ook de andere
burgjerlijlke partijen waren voor de rati
ficatie, maar de soc.-democraten protes
teerden heftig tegen het verdrag met
Mussolini.
De socialist Barnai pakte geducht uit
tegen Mussolini en het facisme. Hij ver
klaarde, dat Hongarije door het verdrag
een kolonie van Italië was geworden, waar
van dit land gebruik wilde maken voor
de ontworpen actie tegen Zuid-Slavië.
De regeeringspartij antwoordde op Bar-
nai's uitval met gejuich voor Mussolinie en
Italië. Deze las toen verschillende kranten
artikelen uit '15 voor, welke heftige aan
vallen tegen Italië bevatten, waarbij hij
erop wees, dat het Hongaarsche volk toen
ook niet vijandig stond tegen het Itaiiaan-
sche volk, maar alleen tegen oorlogszuch
tige leiders als d'Annunzio en Mussoilini.
Nu barstte pas goed het tumult los; een
oorverdoovend kabaal van rechts tegen
links, waartusschendoor Barnai schreeuw
de, dat het Hongaarsche volk elke toe
nadering tot het Italië van Mussolini afwijst
en protesteert tegen een vriendschapsver
drag met „de fascisten, deze rotgenooten
van moordenaars".
Met gebalde vuisten vlogen de tegen
standers nu op elkaar in, zoodat de voor
zitter slechts met de grotste moeite eenige
orde kon scheppen.
De premier, graaf Bethlen, nam daarop
het woord om er tegen te protesteeren,
dat op zulk een wijze gsproken werd over
Italië en den eersten staatsman van dat
land, „Door zijn woorden heeft Barnai
ver-aden, dat in zijn aderen geen drup
pel Hongaarsch bloed vloeit."
Hetgeen natuurlijk weer voor de socia
listen aanleiding was voor het maken
van een nieuw tumult.
Zij sprongen op hun banken en riepen:
„Weg met de moordenaars en hun vrien
den."
Het antwoord van rechts was niet min
der hartstochtelijk.
De socialisten kwamen een weinig tot
bedaren, toen de voorzitter den premier
erop opmerkzaam maakte, dat het niet
aanging in twijfel te trekken of een afge
vaardigde tot de Hongaarsche natie be
hoorde.
Bethlen kon toen zijn rede vervolgen.
Te midden van voortdurende interrupties
pleitte hij voot Italië en Mussolini en
verzekerde, dat het verdrag geen oorlogs
voorbereiding beteekende. Het betrof geen
bondgenootschap, doch slechts een vriend
schapsverdrag.
Het verdrag werd tenslotte aangenomen
met de stemmen der socialisten tegen.
(Ingezonden.)
Op den 2 Febr. volgens onze tijdreke
ning, vierden de Ghineezen hun Nieuwjaar,
Al moet de armste drommel ook maan
den sparen, ook hij zal het nationale ge
recht van dezen da£ eten, namelijk kleine
stukjes vleesch, in wat deeg gewikkeld en
dan in het water gekookt. Gewoonlijk
heerscht minstens één volle week volsla-
gen rust. De boeren op het land vieren drie
a vier weken.
Dit jaar ec'hier was het heel anders.
Sinds dien dag kwam er een totale veran
dering. Den tweeden dag waren de straten
al weer vol bedelaars. Het was alsof zij
tot nu toe hun armoede nog verborgen
hadden kunnen houden, maar nu kwam als
met één slag een ijselijke hongersnood over
het volk.
De oogst was gering geweesl; wat er
was haalden de soldaten en roovers nog
weg; duizenden en duizenden verhuisden
naar andere streken, nadat ze hunne doch
ters vanaf twaalf jaren (of nog jonger)
veelal uitgehuwelijkt hadden, om ze niet
mee te moeten nemen. Velen lieten hun
kinderen ook zóó achter.
Waart ge, lezer, nu op de chineesche
wegen, ge zoudt niet veel anders zien dan
bedelaars; velen in lompen gehuld; velen
echter ook in goede kleeren. want ook de
anders rijken, moeten gaan bedelen; lijden
een onbegrijpelijk bestaan, want er is nau
welijks iemand die hun wat geeft. Ge zoudt
juist deze dagen zien, groote karavanen,
kleine kruiwagens, waarop meubelen, als:
prachtige stoelen, tafels, bedden, fijn-gesne"
den kostbare bruidskisien. dan nog eggen
en ploegen enz., alles wordt verkocht
als.... brandhout! Zóó willen ze het nog
probeeren uit te houden totdat de eerste
oogst komt. Arm volk! De eerste oogst is
een beetje grond. Heele landerijen konden
wegens de overs!roomingen niet bebouwd
worden. De oogst is op vele plaatsen
reeds voor de helft verwoest, wegens de
aanhoudende regens. Wat er te groenen
slaat, moet streng bewaakt worden, want
het wordt door armen groen afgeplukt en
gegeten. Ook de bladeren der bcomen
worden verorberd als een fijne groente!
Ouden van dagen en kinderen, waarom
zich niemand meer bekommert, sierven
langzaam den hongerdood.
Het missioneeren wordt ons zeer moei
lijk gemaakt. We worden soms omsipgcld
door heele scharen van bedelaressen, die
je de kleeren van het lijf rukken.
'n Paler moest zich dagen opsluiten om
niet gezien te worden. Een ander had geen
ander middel meer dan de hulp der politie
in te roepen, die het volk wegdreef. Hon
derdmaal zeggen: we hebben niets, ge
looft niemand. Dagelijks komen er hier tot
aan de 100 hun sapeke halen.
En door dit alles heen grijnst ons weer
als een spook tegen een vreeselijke door
braak van de Gele Rivier, die in enkele
dagen als het ware spion/, tot een onbe
grijpelijke hoogte! Het was alsof de rivier
een emmer was, die men plotseling vol
goot, zóó kon men de rivier zienderoogen
zien wassen. De generaal heeft het miliioen
gulden, die hij eigenlijk voor het repareeren
van den dijk had moeten besteden, uitge
geven om soldaatje te spelen!
Gij die dit leest, zeg mij. wat wij missio
narissen moeten doen? Geef mij een goeden
raad! De protestantsche zendelingen zijn
bijna allemaal gevlucht; wij blijven op onze
posten. De heidenen en christenen zien
alleen nog maar naar ons of wij misschien
nog wat kunnen doen. Wat moeten wij
doen? Door op het platteland velen van d'e
zoogenaamde hongerscholen op te richten,
konden we ongeveer 900 jongens en meisjes
van den hongerdood bevrijden. Nu is de
kas echter bijna leeg. Moet ik ze allen weer
wegsturen, zóó alsof ik ze bedrogen heb.
Ik heb het hun beloofd, vertrouwend op
O. L. Heer en op vele weldoeners. Een
catechumenaat van over de drie hondera
menschen is voorbij! Meer dan 100 kon ik
er van doopen; velen werden voorbereid
op biech: en H, Communie. Velen willen nog
komen. Zeg mij die dit leest: mag ik zwij
gen? Moet ik soms zwijgen? Mag ik dan
niet den ui.ersten nood van dit aan wan
hoop ten prooi zijnd volk bekend maken?
Moet ik dan s/til gaan zitten, cm geen
goed meer te kunnen doen aan de armen?
Neen we moeten hard werken, zoo hard als
het gaat; De gemoederen der heidenen zijn
juist heden meer dan anders week; meer
dan ooit rijp om in ie zien. dat er nog men
schen zijn, die tot hen komen niet met
mooie woorden, maar missionarissen, die
weten dat ook zij een onsterfelijke ziel
hebben, die juist heden meer dan vroeger
gered kunnen worden voor de eeuwigheid.
Onze H. Vader de Paus, Pius XI, heeft
het tot ons gezegd in zijne encycliek aan
de missionarissen in China: .„schaamt U
niet, bedelaars te worden voor Christus en
het heil der zielen"!
Ik zit hier op een klein kamertje. De
deur staat niet stil; ieder oogenblik komen
ze me storen en vragen om een aalmoes;
en ik denk aan velen in Holland die mij
misschien graag wilden helpen, als ze maar
wisten hoe of ik in nood zit. Ja. ik wil een
beielaar worden met den moed van een
Chineeschen bedelaar, die, als hij voor in
het huis weg wordt gesfuurd, van achte
ren er weer binnenkomt; die volhoudt en
niet eindigt zijn „erbarm U mijner" te roe
pen, al zou hij met een stok uit het huis
geslagen worden.
Ik schaam mij dan niet bedelaar te zijn
vcor Christus, die tot U gezegd heeft: ik
was hongerig en gij hebt mij gespijsd; ik
was naakt en gij hebt mij gekleed.
Ik schaam mij dan niet bedelaar te zijn
voor Christus, die zelfs een dronk water
in Zijnen naam gegeven, niet onbeloond
zal laten. Bedelaar wil ik zijn voor de
onsterfelijke zielen, die door Uwe goede
werken gebracht worden tot het H. Geloof
en zóó gered worden voor alle eeuwigheid.
Zóó wil ik bedelaar zijn, omdat de Op
perherder het Ons schreef: schaamt U niet
bedelaar te worden voor Christus en het
heil der zielen! De H. Vader zou zoo graag
helpen; hij weet hoeveel er noodig is, als
hij maar meer kón doen. Zoowel hij alsook
onze groote Kardinaal Van Rossum spoorden
ons aan, dat wij zelf zouden schrijven
en.... bedelen!
Zoo bedel ik dan weer tot U allen, die
dit leest, om een aalmoes ter liefde Gods!
Ook het pennikske der weduwe zal niet
versmaad worden! Hij, Christus, God, d'e
in het verborgene ziet, Hij voor Wien wij
bedelen. Hij is het. die U beloonen zal,
in den hemel en op aardel Bij voorbaat ook
mijnen hartelijk en dank!
P. HENRI VAN VREE,
Bbloken Paschen 1927.
N/B. Aalmoezen gelieve men te zenden
óf per post direct naar hier, ófwel langs
het missiehuis Steil aan mijn adres.
In de „R. K. Werkgever", officiéél orgaan
der algemeene R. K. Werkgeversvereni
ging en van het R. K. Verbond van Werk-
gevers-vakvereenigingen, levert Dr. L. G.
Kortenhorst critiek op de door Prof. Treub
op 5 Mei j.l. in de jaarvergadering van den
Ondernemersraad voor Nederlandsch-Indië
gehouden rede over de sociale beteekenis
der ondernemersorganisaties.
„Deze rede van Prof. Treub," meent dr.
Kortenhorst, „kreeg het karakter van een
program van actie, van een geloofsbelijde
nis, zoo ge wilt,"
En in dit verband zegt hij nog het volgen,
de als antwoord op den raad, die den werk
gevers gegeven werd, samen een dagblad te
stichten, om door middel daarvan de pu
blieke opinie te bewerken:
Wanneer „Het Volk" dat leest, zal zijn
redactie er als de kippen bij zijn om te
beweren dat de „burgerlijke" pers reeds
meer dan den arbeiders lief is den geest
der werkgevers ademt. Dat is natuurlijk
Wij voor ons onderschatten zeer zeker de
beteekenis van de dagbladpers allerminst,
maar, zooals in Nederland de toestanden
zijn, gelooven wij niet, dat een werkgevers
blad eenigen meerderen invloed zou oefe
nen dan de thans bestaande weekbladen.
Zoo'n dagblad zou eenzijdig moeten zijn
aldus Prof, Treub. Het is juist dat odium
van eenzijdigheid, dat maken zou, dat in
gezaghebbende kringen de uitingen van
zoo'n dagblad weer kiitisch en wantrou
wend zouden worden bekeken. Ongeveer
zooals men de uitingen van „Het Volk" „De
Morgen" e.d. opvat: niet voor vol.
Voor Katholieken staat het bovendien
vast, dat de scheidslijn niet loopt op de
grens der tegenstrijdige belangen. Op de ba
sis van eenzelfde levensbeschouwing zijn
meeningsverschillen zeer wel mogelijk. Doch
het kan nooit het doel zijn, die meenings
verschillen aan te wakkeren en toe te spit
sen, wat onvermijdelijk geschieden zou,
wanneer de werkgevers samen een dagbla
gingen stichten.
Wij zijn er van overtuigd, dat weldr
blijken zou, dat in eigen boezem de redac
tie van dat blad het in alle hoofdzake
oneens zou zijn."
En verder:
„Neen, Prof. Treubs raad om éénzijdig
zijn en éénzijdige propagande te voeren t
een éénzijdig dagblad, lijks ons radica:
verkeerd. Opvolging van dien raad zou h<
prestige van den werkgeversstand onben
kenbaar nadeel toebrengen, de samenwe:
king met de Regeering zou er door bemoe
lijkt worden en de invloed der werkgevei
zou er slechts door worden verminderd.
De pers blijve onafhankelijk, veelzijdi
niemands slaaf en niemands meester.
Voor den Katholiek is deze sfellir
Een motie.
Bij de R. K. Kamer-Centrale te Leide
welke Woensdag 8 Juni vergadert ter b
handeling van het nieuwe Kiesreglement,
een motie ingekomen van de R. K, Kiesve
eeniging te Warmond, overwegende:
lo. dat in het reglement van de R.
Kamer-Centrale Leiden, niet is bepaald, d
een vergadering van de afgevaardigden d
plaatselijke Kiesvereenigingen zal wordi
gehouden, telkens, wanneer de Partijraad
algemeene vergadering bijeenkomt;
2o. dat het toch wenschelijk is, dat 1
afgevaardigden naar den Partijraad, van g
noemde Kamer-Centrale, de inzichten d
kiezers kunnen vernemen omtrent de in d'
Partijraad te behandelen onderwerpen, aa
gezien de personen, die voor genoem;
Centrale zitting in den Partijraad hebbe
niet voor zich zelf aldaar zetelen, maar g
acht moeten worden de kiezers, in genoei 1
de Centrale georganiseerd, te vertege
woordigen;
de wenschelijkheid uitspreekt, dat in h
reglement van de Kamer-Centrale voc
noemd, een zoodanige bepaling alsnog 2
worden opgenomen of dat het bestuur d
Kamer-Centrale voornoemd een zoodani
toezegging zal doen
Dit bestuur wenscht evenwel, blijkens z:
advies nopens deze motie, niet de verpiic
ting te aanvaarden om telkens wanneer
Partijraad in algemeene vergadering bijee
komt, de afgevaardigden van de plaatseliji
kiesvereenigingen iD vergadering bijeen
roepen, doch is wel bereid zooveel mogeli 1
en voor zoover noodig aan hetgeen de mot 1
betoogt, tegemoet te komen.
Verlaging van de paspcort-onkosten.
Het ligt in het voornemen, naar de „Te
uit parlementaire kringen verneemt, om
wetsontwerpen tot wijziging van de zeg',
wet en van de wet cp de kanselarijrechte
welke strekken tot verlaging der kost
van het paspoort tot 1 en verleng'
van den geldigheidsduur tot twee jaar, z<
spoedig mogelijk te behandelen.
Ook zou de regeering het op prijs st<
len als deze wetsontwerpen spoedig do
de beide Kamers der Staten-Generaal wt 1
den afgedaan, zoodat de genoemde bep
lingen met hei *og op het a.s. reisseizo
zoo spoedig mogelijk in werking kunn
'reden.
Alle hoop op terugvinding van Nungess
en Co!i is opgegeven. .Reuter" seint m
dat, wijl alle nasporingen die het gouverc
mentswatervliegtuig heeft gedaan langs
kusten van de St. Laurens-Golf. Labrad
en het Anticosti-eiland vruchteloos zijn f
bleven, het vliegtuig zijn pogingen zal o f
geven en naar zijn basis zal terugkeeren. i
Weer een nieuwe poging om den Ocea
veilig over te vliegen wordt thans gedaj
Gisterochtend nl. om 7 uur 50 v.m. (An: I
rikaansche tijd) is Lindbergh voor zijn no
stopvlucht New YorkParijs opgestegen.
United Press meldt nog, dat Lindherj
die aanvankelijk reeds in den nacht had w
len opstijgen, zijn vertrek ten gevolge v
den plotseüngen hevigen regenval tot
aanbreken van den dag moest uitstelh
Tege het krieken van den dag klaarde h
weer evenwel op en ofschoon het zicht n
geenszins ideaal was, besloot de aviatei
het waagstuk te ondernemen.
Naar Indië.
Naar Reuter uit Londen meldt, zijn
Engelsche militaire vliegers Carr en Gi 1
man uit Engeland vertrokken voor de no
stopvlucht naar Indië.
Weer een wrt
Een snelvarende boot van de kustw.-c
te Connecticut is naar Nehawa gezond,
waar zii een kotter van de kustwacht tc£
moet zal varen. Deze kotter h"eft bij Mc
auk Point een vleugel gevonden van f
nog niet geïdentificeerd vliegtuig. De aut
riteiten weigeren de mogelijkheid te bcsor
ken. of dit wellicht een vleugel is van Nu
gesser's vliegtuig.
Mgr. Rutten, Bisschop van Luik, vier. 1
Donderdag zijn 60-jarig priesterfeest 1
25-jarig bisschopsjubileum.
De regeering heeft de groote verdienst'
van den jubileerenden bisschop beloon 1
door hem het grootlint der Orde v;
Leopold II te verleenen.
noodigd had om met hem in zijn logement
te gaan ontbijten. Zij liepen vertrouwelijk
arm in arm.
Deze nieuwe kennis was het tegenbeeld
van den schitterenden Jasper Losely. Hij
was een jonge man van nog geen dertig
jaar, die al de kleuren der jeugd in morsig
water scheen te hebben uitgewasschen. Zijn
oogen stonden dof, bet wit dier oogen was
geel en zijn gelaat bol bleek. Hij had een
ineengedrongen en zwaarlijvige figuur en
was gekleed op de winderige manier van
lieden, die men bij de Engelsche wedrennen
bokspartijen en hanengevechten aantrett,
Samuel Adolf Poole is een wees van fat
soenlijke familie, zijn verwachtingen voot
de toekomst bouwt hij hoofdzakelijk op
een peetoom, naar wien hij den door hem
gehaten naam van Samuel draagt.
Hij laat zich bij voorkeur Adolf noemen
en wordt meestal door zijn kennissen Dolt
genoemd. Op het tijdstip van ons verhaal,
was hij bediende in een voornamen winkel
te Londen. De heer Latham zijn patroon,
had een aanzienlijk fortuin verworven, niet
zoozeer door zijn winkelverkoop als wei
door het disconto op de rekening zijnet
klanten of andere debiteuren Hie door 'n lee
ning in zijn netten werden gelokt. Deze
heer liet oogluikend toe dat Dolf zich met
wedrennen en andere zaken van dien aard
inliet. Op die wijze was Dolf meermalen
in de gelegenheid geweest om nuttige be
richten in te winnen aangaande den naam.,
-en de reputatie van vele burgers uit de
wereld der wedrennen die zich bij den heer
Latham zouden kunnen vervoegen om een
tijdelijke leening. Dolf Poole had veel
vrienden onder die soort van lieden en bo
vendien veel schulden. Vroeger was hij een
sul nu is hij een deugniet maar hij heeft
geen vastheid van karakter geen doorzet
tingsvermogen genoeg om al de denkbeel
den in practijk te brengen, die zijn erva
ring als deugniet aan zijn eerzucht voor
spiegelen.
Hij heeft een verbazende bewondering
opgevat voor Jasper Losely en dat is zóó
gekomen.
Bij de eerste verschijning van Losely aari
het drinkgelag, dat zooevcn eerst was af-
geloopen, had hij twist met hem gezocht,
daar hij zich ergerde aan de airs van meer
derheid, welke die pocher aannam. Dolt
Poole had de zorg, die Jasper aan zijn tiolet
besteedde, voor verwijfdheid aangezien en
daar in de tijgerkracht van dezen woeste
ling miskend, waarvoor de lenigheid waar
mede deze zich bewoog, hem had moeten
waarschuwen, Poole, zelf een forsche kerel
en niet ongewoon aan lichamelijke kracht
oefeningen lokte derhalve twist en een ge
vecht uit. Maar het volgende oogenblik lag
hij aan het andere einde van 't vertrek op
den grond te spartelen. En toen een paar
minuten later de twist werd bijgelegd door
de meer vredelievende feestvierders, ter
wijl elk been in zijn door Jasper's reuzen
kracht neergesmakt lichaam nog scheen te
"kraken kreunde hij edelmoedig, dat hij niet.
wraakzuchtig was en schudde Losely, alsof
die zijn weldoener was, hartelijk de hand.
Beide waardige vrienden waren nu op
weg naar huis en liejen arm in arm.
„Ja, Poole", zei Losely ,daar die kerel
mijn hoogste klaver aftroefde verloor ik
mijn laafste robber. Men heeft met wihs-
ten volstrekt geen zekerheid als men een
ezel tot partner heeft z
„Niet in eiken robber", antwoordde
Poole „maar op den duur toch bijna zeker,
als men zoo gauw speelt als gij. Ge moet
heden avond vrij wat gewonnen hebben,
ofschoon gij bijna altijd een slechten partner
hadt."
„Niet de moeite waard om over te spre
ken; een paar dozijn pond ongeveer.
„Neen, vrij wat meer; ik dien dit toch te
weten."
„Waarom Poole? Gij hebt na den eersten
robber niet meer gespeeld."
„Neen maar ik heb daarna op u gewed;
maar ge zoudt nog meer winnen, als ge een
partner hadt, die uw spel begreep."
De slimme Adolf zweeg hier even en Lo
sely veelbeteekend met den arm aanstoo
tend, voegde hij er half fluisterend bij: „ik
begrijp het wel; gij speelt op de Fransche
manier."
Jasper veranderde niet van kleur, maar
een snelle beweging van zijn fraai getee-
kende wenkbrauwen en een haast on
merkbaar draaien van zijn hals, vertoonde
een weinig verbazing of onrust.
Hij antwoordde echter zonder aarzelïngv
„Fransch, ja! De Franschen slaan
troeven beter uit dan de Engelschen."
„En met een speler als gij, zeide Pool
nog altijd half fluisterend, „zijn er me
troeven."
Losely keek een oogenblik scherp na
hem om; de harde, wreede uitdrukking o
zijn mond. die zich in den laatsten li
weinig vertoond had, kwam nu terug. Poo
week verschrikt achteruit en zijn beend
ren begonnen al weer zeer te doen.
„Ik wilde u niet beleedigen mijnheer L
sely", zeide hij angstig, „alleen maar waa
schuwen."
„W aarschuwen!"
„Er waren twee slimmelingen, die als
niet zoo dronken waren geweest ht
geld zoo maar niet zouden verloren he
ben, of ze hadden willen zien hoe ze h
verloren. Het zijn een paar bedriegers,
kregen hun verdiende loon; wees er ni
boos om. Gij hebt een partner noodig;
ook; gij speelt beter dan ik, maar ik spe
ook goed; gij zult twee derden van on;
winst hebben, en wanneer gij in de st<
komt, zal ik u voorstellen aan een preti
troepje jonge lui, nog groen."
Jasper dacht een oogenblik na.
Gif weet er zoo wat van, zie ik, mijnhe,1
Poole, en we zullen de geheele zaak r
het ontbijt bespreken. Hebt gij geen hoi I
ger? Niet? Ik wel. Maar wie drommel
dat?"
"'.Wordt .vervolgd