GEMEENTERAAD VAN HAARLEM Langdurige besprekingen over de belastingvoorstellen. Die van B. en W. ten slotte aangenomen met 23—11 stemmen; handhaving van het even redig helfingspercentage op 1V2; verlaging van de opcenten der perso- neele belasting tot 50; voorlcopige opschorting der verlaging van de electriciteitstarieven. Geen aanvaarding van de ministerieele voorwaarden voor verkrijging der rijkssubsidie voor M. O. De grenswijziging; de geërfde schuld van Schoten; de uitkeering aan Heemstede. Het verzoek der H. O. V. Een bemiddelingsvoorstel naar B. en W. om prae-advies. Inkomstenbelasting, personeele belasting en electriciteits tarieven. AVONDVERGADERING De Belastingvoorstellen. B. en W. steden voor: het percentage be doeld bij art. 6 der verordening op de hef fing eener plaatselijke inkomstenbelasting voor het belastingjaar 1927-'28 te bepalen op iy2 en met ingang van 1 Januari 1928 de opcenten te heffen op de hoofdsom der per soneele belasting voor alle huurwaarden te bepalen op 50. Verder stellen zij voor, in te trekken het besluit van 25 November 1926 betreffende de verlaging der electriciteitstarieven, het winkeltarief vast te stellen op 5 cents per K. W. U., het voorstel van mevr; Van Looij in hun handen ter afdoening te stellen. De heeren Joosten c.s. bieden ter vast stelling aan een voorstel tot progressieve heffing van opcenten op de personeele be lasting, loopende van 50 tot 140 opcenten. De heer GERRITSZ wil niet de critiek herhalen, bij de verschillende begrootingen geuit. Er is een tactiek gevolgd van wachten op de grenswijzigingen, van handhaving van het heffingspercentage. Diezelfde finan- cieele politiek uit zich ook in de aanhangige voorstellen. Door de Financieele Commissie zijn ge gevens gevraagd en daaruit bleek, dat ver laging der inkomstenbelasting niet kon volgen. De verstrekte gegevens zijn onvol doende en konden ook niet anders zijn, omdat zij gebaseerd moesten zijn op de be grooting voor 1928. Maar dan is het ook te vroeg, om nu een besluit te nemen. Tal van bronnen van inkomsten worden hooger geraamd, zoowel bij de bedrijven als bijde belastingen. Doch ook de uitgaven staan niet vast, omdat bijv. niet bekend is, hoeveel Heemstede uitgekeerd moet worden. Spr. acht de voorstellen, betreffende de personeele belasting, niet volledig. De in druk kan worden gewekt, dat de verlaging uitsluitend te danken is aan de verlaging der gemeentelijke opcenten en niet aan de wets wijziging. Geen cijfers zijn verstrekt over de licht- tarieven. Een vergelijkend overzicht had ver strekt moeten worden, dan was nagegaan kunnen worden het voordeel voor de bewo ners van perceelen met lage huurwaarde. Als de cijfers wel verstrekt waren, had men betere conclusies kunnen trekken. Uit dit alles concludeert spr., dat thans geen besluit genomen kan worden. De laatste jaren is er een streven, de minder draagkrachtigen ook minder te be lasten. Uit de huidige voorstellen van B. en W. blijkt echter, dat die minder draagkrach tigen juist zwaarder belast worden en den meer draagkrachtigen de lasten verlicht wor den. Dat blijkt niet alleen uit het voorstel tot wijziging der personeele belasting, maar ook uit de aangekondigde wijziging der ver mogensbelasting. Ten slotte blijkt dit ook uit de bedrijven- tarieven. De winst uit de bedrijven wil men weer vergrooten, zoo o.m. voor het Gasbe drijf f 46.000. De heer VAN DE KAMP: „Jullie schuld." De heer GERRITSZ acht deze politiek verkeerd. Telkens is gebleken, dat bij ge meente-bedrijven niet voldoende gereser veerd en afgeschreven wordt en dit kan ook hier voorkomen. Het zou kunnen gebeuren, dat groote afnemers van de gasfabriek niet meer komen en dan zou spr. het betreuren als niet een voorzichtiger politiek gevolgd was. Spr. vraagt zich af, of niet een besluit ge nomen kan worden van langen duur. De annexatiewet brengt een anderen raad voor een andere gemeente. In een ander jaar zouden toch verkiezingen gehouden zijn moeten worden. Het kiezerscorps is straks veel grooter en het is mogelijk, dat de sa menstelling van den raad dusdanig gewijzigd zal worden, dat misschien een ander besluit zou genomen worden. Spr. acht den nieuwen raad moreel niet gebonden tegenover een thans te nemen be sluit. Dit besluit is dus slechts een mooi ge baar tegenover de geannexeerde Heemste denaren. Die nieuwe personeele belasting gaat eerst 1 Januari 1928 in, dus de zaak kan best uitgesteld worden tot September. De wijziging der electriciteitstarieven is genomen op een tijdstip, toen nog niet be kend was, wanneer de grenswijziging zou ingaan. Trekt men nu dat besluit in, dan doet de raad iets, wat hier gelukkig geen gebruik is, nl. terugtreden in een genomen besluit. Verder betoogt spr., dat de goede trouw medebrengt, dat besluit niet in te trekken. Spr. meent om dit alles, dat thans slechts het heffingspercentage voor de inkomsten belasting vastgesteld kan worden en de ver dere regeling der financieele politiek eerst later onder de oogen gezien kan worden. De heer JOOSTEN gelooft niet, dat de raad over de verstrekte cijfers over de in komsten van de opbrengst der inkomsten belasting tevreden kan zijn. Gevraagd was, hoe het mogelijk was, dat voor 1924-1925 het kohier geraamd was op f 1.400.000 en de opbrengst bedroeg f 1.500.000. Met welke factoren moest nog meer rekening gehouden worden dan alleen met het percentage Nu is het weer hetzelfde. Het kohier is wel op een bedrag van f 55 millioen geraamd, maar het kan meer of minder zijn. Het is niet mogelijk, een groote lijn bij de belas- tingpolitiek te volgen, omdat men de lusten en lasten van Groot-Haarlem niet kent. Geen rekening is gehouden met de 50 nieuwe Haarlemmers, die er bij gekomen zijn. Men wil de zaken regelen buiten hen om. De raad van klein-Haarlem wil nu vast stellen, wat straks voor Groot-Haarlem gel den zal. Dat noemt spr. het voeren van een dictatuur. Spr. onfkent, dat door de wetswijziging een gemeentelijke herziening der personeele belasting noodzakelijk is. Er is voor de ge meenten slechts gelegenheid geboden tot wij ziging der opcenten. Ook het bestaan van het „psychologisch moment" ontkent spr. Dat is reeds lang voorbij. Vóór de annexatie h<»eft men gezegd, dat het ging om de rijke Heemstedere en Bloemendalers. Maar dan had men in November reeds moeten 'Zeg gen, dat de electriciteits-tarieven niet ver laagd konden worden, omdat de personeele belasting verlaagd zou worden. Spr, gelooft trouwens niet, dat men de menschen, die in een buitengemeente wo nen en het doen kunnen, in de stad kan houden, door hun bij de personeele belas ting een cadeautje te offreercn. Vier jaar geleden, ook toevallig vóórde ver kiezingen, is er in'dezen raad ook 'n belangrijk belasting-debat geweest en wel om het nul- percentage. Dat had B. en W. moeten weer houden, thans vóór de raadsverkiezingen met deze belastingvoorstellen te komen. Spr. becritiseert evenei ns de door B. en W. gepubliceerde staatjes van de personeele belasting. De staatjes werden zelfs eerder gepubliceerd in de plaatselijke bladen en spr. heeft den indruk, dat daardoor de kie zers moesten overdonderd worden. Wethouder SLINGENBERG: „Als ik mij goed herinner, las ik ook uw voorstel het eerst in de couranten." De heer JOOSTEN is van oordeel, dat in de staatjes gesplitst hadden moeten worden, de verlaging, door de wetswijziging verkre gen en die, welke bij verlaging der gemeen telijke opcenten zou intreden. Voortgaande betoogt spr., dat het voor stel van B. en W. de voordeelen der wetswij ziging voor de lagere huurwaarden nivelleert en de grootere meer voordeel geeft. Door het niet-intreden der verlaging van de electriciteits-tarieven betalen enkele dui zenden menschen f 2.65 per jaar meer. Bij aanneming van sprekers voorstel betalen enkele groepen bij een betere progressie dan thans iets meer personeele belasting, maar de nadeelen daarvan zijn niet zoo groot als de voordeelen van verlaging der lichttarieven. Spr. meent, dat niet te lichtvaardig ge sproken moet worden over een paar centen meer betalen per week, want dat beteckent veel in een arbeidersgezin. Die paar centen meer drukken het budget in zoo'n gezin. De heer KEESEN: „Daemagogie eerste klasse." Geroep: „Ach, Joosten, maak toch geen gijn!" Aan de hand van cijfers zet spr. uiteen dat naar zijn meening nog best woningen ge bouwd kunnen worden met een huurwaarde van meer dan f 1000. Het aantal woningen is van 19211925 toegenomen met 12 de woningen met een huurwaarde beneden f 500 echter met slechts 7 boven f 500 met 42 en boven de f 10C0 met 30 Spr. betoogt, dat de verlaging der opcen ten de hoogere huurwaarden ontlast. De ver laging van 46 bij een huurwaarde van f 250 stijgt tot 72 bij f 1000 huurwaarde. De heer CASTRICUM wijst er op, dat het nulpercentage indertijd op 3 gebracht is moeten worden. Toen stelden de soc.-dem. een progressieve regeling voor, welke niet is aanvaard. In Haarlem zijn veel beter gesi tueerden komen wonen, dus het psycholo gisch moment van toen is goed gebleken te zijn. Door een -gezonde belastingpolitiek trekt men bewoners naar Haarlem, beter gesitueer den, en daardoor wordt belastingverlaging mogelijk, ook voor de arbeiders. Het heffingspercentage is weer tot 1 terug gebracht en thans krijgt men een ver laging der personeele belasting. De wetswij ziging is hierbij de voornaamste factor. Naar evenredigheid worden de arbeiders minder verlaagd, maar dat moet men toetsen aan het psychologisch moment. Wij moeten de betere inkomens in de gemeente trekken en daarom moeten de belastingen zoo laag mogelijk zijn. Er zijn veel arbeiders, die met een gering inkomen moeten rond komen. De groote lijn moet men echter in het oog houden en niet vallen over een paar centen bij het electrici- teits-tarief. Spr. begrijpt niet, waarom de S. D. A. P. zoo aan, de progressie hangt. Spr. is overtuigd, dat de verstrekte cijfers der belastingen een juist beeld geven en hij kan medemededeelen, dat de geheele recht sche raadsfractie voor de belastingvoorstellen van B. en W. zal stemmen. Als de verlaging der personeele belasting zal geconsolideerd zijn, zal voortgegaan wor den, te trachten het heffingspercentage tot nul terug te brengen. De heer ROODENBURG is van meening, dat B. en W. met bekwamen spoed hun voor stellen hebben ingediend. Hoe is de verwach ting voor de komende jaren in vergelijking met het laatste jaar. Juist deze voorstellen maken spr. daaromtrent ongerust. In het najaar was men overtuigd, dat men er toch wel zou komen, ondanks de wetswij ziging op de personeele belasting. Wel wordt gewezen op de aflossing der cri- sisleening, maar spr. gelooft daar niet veel voordeel van. Toch gaat spr. met de ingediende voorstel len mee, omdat het juiste moment voor ver laging aangebroken is. Er zijn wel plaatsen, waar de belasting erger is, maar in Heemstede en Bloemendaal is de belasting buitengewoon laag. Men noemt die plaatsen oases, maar spr. noemt ze bloedzuigers, want zij tappen Haarlem het beste bloed af, dat het noodig heeft en die groote inkomens moet men terug krijgen in Haarlem. De soc. dem. achten den tijd voor wijziging der belasting nog niet aangebroken, maar dan hadden zij zelf ook geen voorstel moeten in dienen. Aan hun argument hebben zij dus de kracht ontnomen. Spr. gaat na, dat door de wetswijziging ook de lagere huurwaarden veel minder hebben te betalen,niet alleen aan rijks-, maar ook aan ge meentelijke personeele belasting. Er zijn dui zenden woningen zonder electrisch licht. Dat zijn meest kleine woningen. Die profiteeren niet zoozeer van de verlaging der personeele belasting, maar ook niet van de verlaging der lichttarieven. Spr. schetst verder, dat deze belasting nooit er een naar draagkracht kan worden, omdat zij o. m. ook drükt op winkels en kan toren en dus gedeeltelijk werkt als zakelijke belasting op het bedrijf. Deze belasting wordt meer opgebracht door de meer draagkrach tigen en den middenstand. De heer PEPER is het volmaakt eens met het door de heeren Gerritsz en Joosten ge sprokene, want zooals zij gesproken hebben, had zelfs spr. het met kunnen verbeteren. Spr. betoogt, dat de financieel minst draag krachtigen het meest van den belastingdruk te lijden hebben. Er is, volgens hem, geen enkel motief, dat de voorgestelde belasting wijziging wettigt. Spr. dient een voorstel in, om de personee le belasting eerst in werking te laten treden bij een huurwaarde van 450. Wethouder REINALDA kan zich niet vereenigen met de voorstellen der meerder heid van B. en W. Het zal voor den nieuwen raad weggelegd zijn, de groote lijnen vast te stellen van de financieele politiek van Haarlem. Het in gediende voorstel krijgt eerst beteekenis in Januari a. s. Men moet de gevolgen van de annexatie beschouwen. Spr. wil dit doen vol gens de voorloopige gegevens. Deze annexatie beteekent niet, dat de af stand in belastingdruk in Heemstede en Bloemendaal met Haarlem zal verminderen. Het gevaar van verhuizing door inwoners blijft evengoed als het er voor de annexatie was. De annexatie beteekent, dat de sociale taak door de groote gemeente Haarlem zal moeten worden vervuld, ook in Schoten, dat dit zelf niet kon doen. De lasten van Schoten en Haarlem zullen voorkómen op de begrooting van Haarlem, terwijl we ook een oude schuld van Schoten geërfd hebben. Wij kunnen er verheugd over zijn, dat door de grootere gemeente Haarlem bij de j ontwikkeling der stad de lasten verlegd j kunnen worden en er dus een verdeeling van de lasten komt. Dat is, volgens spr., het I groote voordeel der annexatie. Wat de schaderegeling van 2 millioen gul den betreft, wil spr. nu reeds zeggen, dat, jwaar Haarlem een taak krijgt te vervullen, veel grooter dan voorheen, en geen enkele reden is, ook maar één cent schadevergoe ding te geven aan Heemstede, zoolang de afstand tusschen de belastingen in Haarlem en Heemstede zoo groot blijft. Spr. meent, dat de belastingen in Haarlem voorloopig gehandhaalfd moeten worden, zooals zij in klein-Haarlem wzren. Spr. acht het onjuist, het voorstel tot tariefverlaging bij het electriciteitsbedrijf op te schorten, omdat dit opschortingsvoorstel niet zijn oorzaak vindt in het bedrijf zelf. Men zoekt daarin slechts een compensatie voor de mindere opbrengst der personeele belasting. Een dëgerlijke regeling acht spr. niet juist. Spr. acht de voorgestelde finantieele poli tiek geen reëele financieele. Wethouder SLINGERBERG begint, met op te merken, dat er scherpe critiek op de belastingvoorstellen zijn ingediend. Spr. bezit gelukkig stoïcijnsche kalmte. Er zijn invectieven aangevoerd, als zouden de inge diende belastingstaatjes slechts verkiezings reclame en misleidende propaganda zijn. Spr. had gaarne gezien, dat de heeren Joos ten en Gerritsz zich wat gematigd hadden bij die invectieven, want ook in verkiezings strijd moet men wat fijngevoelig zijn. Spr. wil uiteenzetten, hoe men tot deze voorstellen gekomen is. Het vorige jaar is een voorstel aangenomen tot verlaging der electriciteitstarieven. B. en W. willen het thans intrekken en de heer Gerritsz noemt dit schending van goede trouw. Dat is een erge beschuldiging, maar zij is niet juist. Er was geen sprake van een compromis. Er was een voorstel tot verlaging der tarieven en B. en W. wilden daarin op genomen zien den datum van 1 Juli. Dat wilde de heer Joosten niet en toen zijn B. en W. zelf gekomen met hetzelfde voorstel, maar met den datum van 1 Juli erin, en dat voorstel is zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De raad, die souverein is, kan toch een besluit intrekken. Daarna is in de Kamer gekomen de behande ling van het wetsontwerp inzake de grens wijziging. Van die grenswijziging wist men daarvoor niet af, of zij aangenomen zou worden, wanneer zij aangenomen werd, enz. Die grenswijziging noopt ons, den toestand opnieuw onder de oogen te zien. Men zou niet vlug genoeg gekomen zijn met voorstellen, volgens den heer Gerritsz en er zouden niet voldoende gegevens zijn verstrekt. Wat is er echter gebeurd? Zekerheid omtrent de grenswijziging be stond 16 Februari 1927, toen de Tweede Kamer de wet aangenomen had. 17 Februari heeft spr. zich aan de ernstige voorbereiding gezet en 28 Februari heeft hij een nota gezonden aan de leden der Financieele Commissie betreffende de denkbeelden, wel ke hij had over den fipancieelen toestand van vergroot Haarlem, In Maart heeft de Financieele Commissie daarover vergaderd. Het was de bedoeling, dat in die vergadering, algemeene beschouwingen over den finan- cieelen toestand gehouden zouden worden. De meerderheid der Commissie was genegen tot een verlagen der personeele belasting. Toen heeft spr. een geheele begrooting voor 1928 klaar gemaakt, welke slechts sprekers inzicht gaven. Dat was een onformeel stuk en heeft een week lang op sprekers kamer ter inzage gelegen. Het stuk kon echter niet gepubliceerd worden, omdat het geen offici- eele begrooting van B. en W. was. Er zijn echter dus wel voldoende inlichtingen ge geven. De grenswijzigingswet is een peuterige wet, maar de nood is Haarlem was zoo groot, dat het gebied .verruimd moest worden, ook al zou dit financieele offers kosten. Over genomen moesten worden Schoten en Spaarn- dam. Op de begrooting 1927 voor Schoten was f200 000 geraamd als bijdrage van rijk en gemeente, op die van 1926 is eenzelfde bedrag geraamd. Spr. gelooft niet, dat die bijdragen aan Haarlem gegeven zullen wor den. De rekening van 1926 en 1927 van Scho ten zullen wel met een nadeelig slot van f 200.000 sluiten en daar komt nog f 50.000 voor Spaarndam bij. Die schuld moet in een tempo van bijv. 10 jaren afgelost worden. Overigens bestaan de schulden van Schoten uit f 2 millioen, nl. f 1.200 000 geconsoli deerde schuld en f 800.000 kasgeld. Die schulden voor Haarlem bedragen resp. f 2% en f 4millioen. Daarom durft spr. dit bedrag van Schoten niet zoo groot noe men. De gasfabriek in Schoten, welke jarenlang verlies opleverde, gaf in 1926 onder de goede leiding van directeur Ochtman voor het eerst een winstsaldo. Ook wij zullen na moeten gaan, of wij de wenschelijke verbeteringen voor Schoten en Spaarndam kunnen doen. Dat behoeft echter niet la minute, maar moet geleidelijk geschieden. In Bloemendaal en Heemstede zullen een viertal vorderingen tegen Haarlem worden ingediend. Vooreerst de overneming van bezittingen. Die vorderingen zijn redelijk en zullen voldaan moeten worden. Door de bedrijven zullen vorderingen worden ingediend en wel voor overneming van goederen, welke voldaan moet worden, als zij reëel is opgemaakt. Tegen de 2 andere vorderingen zullen B. en W. zich verweren en wel tegen die, welke schade aan bedrijven aanbelangt en het bedrag der schadevergoeding, in het wetsont werp genoemd. In de wet is een bedrag van 2 millioen gulden als maximum genoemd, maar er moet een tegemoetkoming verleend worden. En die kan nooit het geheele bedrag omvatten. Het bedrag is maximum 2 millioen gulden genoemd, maar de tegemoetkoming kan evengoed 2.000 zijn. Zoolang Heem stede een draagkracht bezit, rijk en overvloe dig, en Haarlem een moeilijke draagkracht, zullen B. en W. en de raad zal hen daarbij wel steunen, zich tegen uitkeering aan Heemstede verzetten. Spr. verdedigt dan de door hem ingediende beraming tot vaststelling van het kohier en de door hem ontworpen begrooting. Wat de uitkeering uit de bedrijven betee kent, kan spr. den heer Gerritsz beloven, dat de uitkeering uit het electriciteits-bedrijf minder zal bedragen dan in Amsterdam. Na deze inleiding wil spr. tot de voorstellen van B. en W. komen. Hij deelt mede, dat de belastingvoorstellen zoo spoedig aan de pers zijn verstrekt, omdat De opcenten op de verschillende belastin-1 aan te nemen. Spr. ziet in behoud der pro- gen zijn geheven volgens den vorm en de progressie der betrekkelijke wetten. Wanneer nu de grondslag der wet gewijzigd wordt, is het toch begrijpelijk, dat ook het gemeente- bestuur de regeling opnieuw onder de oogen ziet. Volgens de wetswijziging behoeft bij een woning van een huur van 4 en minder geen personeele belasting betaald te worden. Bij een huurwaarde van 400 is de hkinderaftrek j 14% en bij 600 12%. Groote gezinnen heb- ben daar voordeel van. Bij de stijging der pro gressie moet men overwegen, of dezelfde op- centen geheven kunnen worden. Spr. zou bereid zijn, alle opcenten direct af te schaffen, j als de stand der gemeentekas het slechts toe- I liet. Als er een 250.000 over is, kan men het i heffingspercentage verlagen tot 1. Daar profi- j teeren ook de Heemstedenaren van, die hier i hun bedrijf hebben. Die profiteeren niet van verlaging der personeele belasting, evenmin als ongehuwden. Spr. komt dan tot het voorstel-Joosten. Het verlies voor de gemeente door dit voor stel wordt geschat op 150.000. Hoe wil de j heer Joosten, die geen opschorting der ver daging van de electriciteitstarieven wenscht, dit tekort dekken Hoe komt de heer Joosten 1 er verder l ij, hen, die een huur van 5,25 be- j talen, reeds meer belasting te laten betalen dan volgens het voorstel van B. en W. Het gaat ook hier om de paar centen van arbeiders. Spr. noemt de bewoners van de woningen van Centraal Woningbeheer, van „Eigen Woning" van de Haarlemsche Stichting tot Woning verbetering, Spaamoog, St. Bavo, enz. Honderden bewoners van arbeiderswonin gen moeten meer betalen volgens het systeem- Joosten dan volgens het systeem van B. en W. In 1928 betaalt een gezin met 3 kinderen over de geheele linie 50% minder personeele belasting dan thans. Spr. komt dan tot de bedrijvenpolitiek en wil er op wijzen, wat de soc.-dem. Wibaut uit de bedrijven haalt. Spr. citeert het ge meenteblad van Amsterdam van 15 April 1927, waaruit blijkt, dat gunstige uitkomsten zijn bereikt door verhooging van winstuit- keering, welke verhooging noodig was voor niet-verhooging van het heffingspercentage. In Amsterdam is de winstuitkeering, totaal geraamd op 5% millioen gulden, verhoogd met 658.000. De winstuitkeering uit het Gasbedrijf is met 269.000 verhoogd en voor het Waterleidingbedrijf (wel de grootste zon de) met 170.000. In Rotterdam, waar wethouder De Zeeuw wethouder van financiën en de lichtfabrieken is, worden ook de winstuitkeeringen uit de bedrijven verhoogd en de Vrijheidsbond heeft daar een voorstel ingediend, om die uitkee- ringen met 8% te verminderen. Spr, verdedigt vervolgens uitvoerig de gevoerde tarievenpolitiek en besluit zijn rede, met er op te wijzen, dat hier steeds ge voerd is een politiek, belasting naar draag kracht te heffen en dat door aanneming van de belastingvoorstellen van B. en W. het belang der gemeente gediend is. (Teekenen van instemming bij een gedeelte van den raad). Een verzoek van den VOORZITTER, geen replieken te houden, wordt niet inge willigd. Besloten wordt, avondvergadering te houden. De heer GERRITSZ opent dan de replieken. Spr. merkt op, dat op de begrooting van wethouder Slingenberg niets aan te merken was, maar zij kan toch niet als de eigenlijke begrooting aangenomen worden. Spr. is niet overtuigd, dat de belastingen nu reeds gewijzigd moeten worden. De heer Castri- cum betoogde, dat aanneming der voorstel len van B. en W. een arbeidersbelang was, maar spr. kan dat niet inzien, wat hij nader uiteenzet. Het advies van de Financieele Commissie heeft slechts betrekkelijke waarde, omdat 2 leden zich voor de voorstellen van B.enW. verklaarden, 1 er tegen, terwijl 1 lid afwezig was. De bedrijvenpolitiek besprekende, wijst hij er op, dat de electriciteitstarieven in Amster dam verlaagd zijn. Amsterdam is ons nog een cent voor, Spr. kan niet instemmen met dat nog meer halen uit de bedrijven, dan thans reeds het geval is. Er kan wel naar Amsterdam verwezen worden, maar die gemeente hebben wij niet te volgen. Spr. wijst er nogmaals op, dat z.i. niet beslist mag worden over de nieuwe bewoners, Zonder dat deze gelegenheid gehad hebben, in den raad vertegenwoordigd te zijn. De vergadering wordt verdaagd tot 's avonds 8 uur. giessie niet zco'n belang dan wel in i et hou den der groote inkomens in Haarlem. De S. D. A. P. doet met haar voorstel, alsof zij alleen het voor den kleinen man opgenomen heeft. En dat bestrijdt spr. ten sterkste. Men blaast een kikker cp tot een olifant. Wethouder REINALDA ontkent, dat de huurprijs in aanmerking genomen wordt voer de huurwaardebepaling. De practijk leert anders, wat spr. met eenige voorbeelden toe licht. Herziening van de geheele financieele gestie is thans niet noodig. Die zaak komt pas 1 Januari 1928 ter sprake. Spr. waardeert het, dat de heeren Keesen en Castricum het voorstel van B. en W. fout vinden. Zij willen echter voorloopig het voor stel aanvaarden, om de groote inkomens naar Haarlem te trekken. Geroep „Neen, om de groote inkomens te houden." Wethouder REINALDA gelooft, dat wie meent, dat de geannexeerden in Haarlem zullen blijven wonen als zij een 100 minder personeele belasting moeten betalen, hen voor minder snugger aan ziet, dan zij in werkelijkheid zijn. Wethouder SLINGENBERG geeft den heer Gerritsz toe, dat zuiver theoretisch de zaken van Grcct-Haarlem door den nieuwen raad behand ld moeten worden practisch moeten besluiten genomen worden vóór dien tijd. Daar heeft de heer Joh. Visser reeds op gewezen. Spr. heeft hooren mompelen, dat voorstel len zullen ingediend worden tot instelling van een gemeentelijke huurverordening. Moet daarmede dan niet gewacht worden tot den nieuwen raad Men noemt deze kwestie ge bonden aan den termijn van 19 Juli. Maar de voorstellen van B. en W. zijn gebonden aan den datum van 1 Juli. Zou de tariefsverlaging De rijkssubsidie voor M. O. en voorbereidend H. O. B. en W. stellen voor, niet in te gaan op de voorwaarden van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, onder welke subsidie van het Rijk zou kunnen worden verkregen voor de gemeentelijke inrichtingen voor M. O. en voorbereidend H. O. De heer WOLZAK betreurt het, dat men niet tot overeenstemming is kunnen komen met den minister. Het is toch niet uitgemaakt, dat door aanneming der voorwaarden van den minister, bet peil van het onderwijs zal dalen. Spr. acht het beter, toch de voorwaarden te I aanvaarden. De keer MIEZéRUS merkt op, dat B. en W. van te voren wisten, dat de rijksregeering niet zou goedkeuren de salarieering door de gemeente Haarlem. Het komt spr. alleszins gewenscht voor, in te gaan op de voorwaarden van den minister. Wethouder BRUCH zet uiteen, dat B. en W. zich gewend hebben tot de regeering, om dat het geheel in de lijn ligt, dat liet rijk sub sidie verleent. In Haarlem kan iedereen mid delbaar en gymnasiaal onderwijs genieten. De schoolgelden zijn heel laag en voor de zeer armen staan zelfs de beursen open. Die vrij heid voor het onderwijs bestaat nog slechts 4 jaar. Spr. maakt een vergelijking tusschen de bijzondere en openbate inrichtingen voor middelbaar enderwijs, waarbij hij concludeert dat niet de slotsom getrokken mag worden, dat de resultaten van het bijzonder M. O. beter zijn dan die van het openbaar M. O. Vroeger gaf het rijk 1.00Cf 1.800 per klas. Volgens de nieuwe regeling is het maximum 1.CC0 per klas. Men krijgt dus in Haarlem niet meer 140.000, doch hoogstens 55.000, De bezwaren van dubbele salariee ring zenden misschien te overkomen zijn ge er onjuiste berichten liepen. Eenige verkie- zingrmateriaal zat aan die verstrekking aan de pérs echter niet. De heer JOOSTEN merkt op, dat, als de S.D.A.P. voorstellen indient, deze niet veel trans hebben, aangenomen te worden. Er schijnt een nieuwe antithese ontstaan te zijn en wel tusschen de rechtsche fracties en de S.D.A.P. En dan niet de rechtsche fractie KeesenWolzak, maar BoesWol zak. De rechtsche fracties vinden het voorstel van B. en W. goed: je kunt je gang gaan! Spr. vindt het geen argument, de gebeur tenissen in andere plaatsen uit te spelen hier in den raad. Spr. doelt op het geval Amster dam, waarbij de boeman Wibaut voor den dag gehaald is. Spr. betoogt, dat men den geannexeerden Heemstedenaren te gemoet wil komen door verlaging der personeele belasting, maar anderzijds moeten zij 5 cent per K. W.U. voor electrisch licht meer betalen, dan in Heemstede het tarief was. Spr. merkt op, dat de arbeiders slechter af zijn bij het voorstel der soc.-dem. dan bij dat van B. en W. Arbeiders, met perceelen van resp. f 300 en f 400, betalen resp. 46 cent en f 1.62 meer personeele belasting vol gens het voorstel der S.D.A.P. Maar bij aanneming van het voorstel van B. en W. zullen die arbeiders meer moeten betalen voor verbruik van electrisch licht. De heer JOH. VISSER (C.H) bestrijdt de meening der S.D.A.P., als zou dit voor stel thans niet behandeld kunnen worden. Want straks gaat de raad ook be spreken de subsidie-verleening voor het i M.O. en voorbereidend H. O. en de hoogere subsidie-verleening voor de H.O.V. Die kwesties gelden ook Groot-Haarlem. Verder betoogt spr., dat het voorstel van B. en W. voordeeliger is dan dat der S.D.A.P. Daarenboven worden de electriciteits tarieven niet verhoogd, dé verlaging was nog niet in werking getreden, dus men kan nu niet gaan zeggen, dat door verhooging van de tarieven de menschen meer moeten gaan betalen. De heer PEPER trekt zijn amendement in en vervangt dit door een ander van dezelfde strekking, waarbij de huurwaarden loopen van f 450 tot f 1850. De heer ROODENBURG is van oordeel, dat de wethouder had moeten aangeven, hoe hij de nieuwe lasten, ontstaan door ae annexa tie, wil dekken. Spr. gaat voorts het voorstel inzake de per soneele belasting na en wijst er op, dat de ge meente niet de verplichting heeft, een gelijke I verlaging toe te passen als volgens de wets wijziging geschiedt. De heer KEESEN is van oordeel, dat de minst draagkrachtigen niet getroffen worden door het voorstel van B. en W. Zoowel bij aanneming van de voorstellen van B. en W. als van dat van de soc. dem. zullen enkele groepen nadeel ondervinden. Maar veel beter (is het voor hen, de voorstellen van B. en W. eenmaal ingegaan zijn, dan kunnen B. en WjJ weest, als er veel geld mee gemoeid was ge- de mindere inkomsten der belastingverlaging niet dekken. De S. D. A. P. geeft geen dekking voor vermindering der inkomsten bij aanneming van haar voorstel aan. Dat doet zij natuurlijk, omdat dit slechts kan door verhooging der inkomstenbelasting. De heer JOOSTEN „Daar spreken wij bij de begrooting over." Wethouder SLINGENBERG houdt zich aanbevolen voor een andere wijze van dek king der mindere inkomsten. De heer JOOSTEN „Met pleizier 1" De heer DE BOER „Het einde is er nog met." Wethouder SLINGENBERG gaat verder na, dat na 19 Juli wel de huurprijs bij de vast stelling der huurwaarde in aanmerking moet worden genomen, omdat de bijzondere om standigheden dan vervallen zijn. Spr. verdedigt ten slotte uitvoerig de ge voerde bedrijvenpolitiek. De heer GERRITSZ stelt voor, de voor stellen betreffende de personeele belasting en de electriciteitstarieven aan te houden. De heer JOOSTEN legt uit, dat het verlies op de personeele belasting volgens ht voorstel der S. D. A. P. gedekt kan worden door ver meerdering der inkomstenbelasting (door de annexatie) en de grootere winst op het electri citeitsbedrijf, door de levering aan de gean nexeerde bewoners van Heemstede. Overi gens is thans niet precies aan te geven, hoe de dekking kan zijn, omdat alles te veel op losse schroeven staat. De discussies worden gesloten. Z. h. s. wordt aangenomen het voorstel van B. en W. tot vaststelling van het heffings percentage op 1 y2. Het voorstel-Gerritsz tot uitstel van behan deling der andere voorstellen wordt verworpen met 2311. Voor de S. D. A. P. en de heer Peper. De voorstellen van B. en W. betreffende de verlaging der personeele belasting en de opschorting van de verlaging der electrici teitstarieven worden aangenomen, met 2311 stemmen. Tegen de S. D. A. P. en de heer Peper, weest. Hét voorstel van B. en W. wordt aangeno men met 295 stemmen. Tegen de heeren Wolzak, Rccdenburg, Miezérus, Joh. Visser (C. H.) en Klein. HET VERZOEK DER H. O. V. OM VER HOOGING VAN SUBSIDIE. B. en W. stellen voor, afwijzend te beschik ken cp het verzoek van de H. O. V., om over het tijdvak 1 Januari1 October 1927 een aanvullend subsidie van 11.CC0, ever het tijdvak 1 October31 December 1927 een aanvullend subsidie van 2.500 teverleenen en met ingang van 1 Januari 1928 het jaar- lijksch subsidie te verhoogen van 30X00 tot f 4C.CC0. De heer LOOSJES wijst er op, dat de di recteur misschien niet de nccdige tacticus is geweest en de H. O. V. misschien toch meer vraagt later. Toch acht hij het een fout, de H. O. V. los te laten. Het is echter een moei lijke zaak meer steun te verleenen. Vooreerst omdat dat een kostbare zaak is en tweedens omdat steun allereerst op den weg van parti culieren ligt. Spr. meent, dat thans niet be sloten moet worden, de subsidie voor 1928 te verhoogen. Daarmede moet gewacht worden tot de behandeling van de begrooting voor 1928. Namens zijn fractie stelt spr. voor, aan de H. O. V. te berichten, dat de raad bereid is, bijdrage te verleenen tot de helft van het ge vraagde tekort, wanneer de andere helft eerst is bijeengebracht van particuliere zijde. Ver der zal dan, volgens het voorstel, bericht wor den, dat het verzoek om subsidieverheoging voor volgende jaren aangehouden wordt tot behandeling van de begrooting voor 1928. De heer PEPER deelt mede, dat men zoo pas vrijgevig is geweest tegenover de kapitaal krachtigen. Dit verzoek van de H. O. V. be treft echter in hoofdzaak een cultureel belang voor de arbeiders. Spr. meent, dat nu ook te genover hen dezelfde vrijgevigheid betracht moet worden. Spr. gelooft ook niet, dat het bij de aange vraagde verhooging zal blijven, maar dat be hoeft ook niet. Het is een belang voer de ar beiders. Het gaat 6m een goed van cqltureele waarde en daar moet ook iets voor gedaan worden. Met subsidie-verhooging moet niet gewacht worden tot de behandeling van de begrooting voor 1928, nu de vereeniging staat voor de benoeming van een nieuwen direc teur. Men moet haar bestaan cok niet afhan kelijk stellen van welwillendheid van parti culieren. Dat is eenige jaren geleden met veel tam-tam gelukt, maar men mag het bestaan niet nogmaals daarvan afhankelijk stellen. Spr. dient een voorstel in, het verzoek van de H. O. V. in te willigen. De heer GERRITSZ deelt mede, dat de S.D.A.P. het voorstel-Loosjes wel wil steu nen. Maar dan is men er nog niet. Men weet niet, hoe de H.O.V. in haar benarden toe stand is gekomen. De vereeniging moet dit eerst eens aan B. en W. uitleggen. Een tweede voorwaarde voor verdere steunverleening moet zijn, dat waarborgen worden gegeven, dat het beheer der H.O.V. voortaan beter zal zijn. De gemeenteraad zou bijv. vertegen woordigd kunnen zijn in het bestuur, opdat men van diens gesties op de hoogte is. Vast gesteld zou kunnen worden de wijze van de muziek, de prijzen voor de volksconcerten, kortom, er moeten andere voorwaarden ge steld worden. De heer VAN LIEMT heeft veel waardee ring voor de H.O.V., maar acht verderen steun thans verkeerd. Spr. acht den tegen- woordigen toestand hopeloos en daarom moet geen enkele gulden méér verleentd worden. Er zijn alle mogelijke lapmiddelen gebruikt,, om de H.O.V. in het leven te houden. Alles was echter zonder resultaat. De Haarlemmers worden geen lid en waar- deeren dus een muziekkorps niet. Een muziekkorps is van belang voor Haar lem, maar dan moeten er ingrijpende wijzi gingen aangebracht worden. De tegenwoordige toestand is veroorzaakt door de niet-kaufmannische leiding van de opvolgende besturen en door de houding van den tegenwoordigen dirigent. Men heeft nagelaten, bedragen van f 3.000 en f 9.000 voor de H.O.V. te verdienen. Men wenschte geen contract aan te gaan voor de uitvoering van Anna Pawlowa, om- Toepasselijkverklaring straf- deze optrad in den vacantietijd der verordeningen. orkestleden. Dat deed het bestuur, doch de B. en W. bieden ter vaststelling aan een orkestleden zouden gaarne hun vacantie er verordening betreffende toepasselijkverkla- voor opgeofferd hebben. Er zit iets scheefs ring op het geannexeerde gebied en intrek- 'n dat met-kennen der leden in het optreden Instelling functie. B. en W. stellen voor, hen uit te noodigen, te benoemen een serolqog-patholoog-ana- toom op eene jaarwedde van f 7.000.met 5 een-jaarlijksche verhoogingen van f 200. stijgende tot f 8.000.en hen te machtigen met de besturen van het St. Elisabeth's of Groote Gasthuis, de Maria-Stichting en het Diaconessenhuis eene overeenkomst aan te gaan, waarin worden geregeld de bijdragen door genoemde besturen aan de gemeente te betalen in de jaarwedde van den te be noemen specialist, benevens de verhouding tusschen de gemeente en de genoemde zieken- inrichtingen met betrekking tot de taak van den benoemde. Aangehouden. Goedkeuring balansen, enz. B. en W. stellen voor goed te keuren de balans en winst- en verliesrekening over 1926 van de woningbouwvereenigingen „De Voorzorg," „Tuinwijk-Noord," „Onze Wo ning" en „Huis ter Cleeff." Goedgekeurd. Afwijking Bouwverordening B. en W. stellen voor aan de fa. Gebr. van Rijswijk ontheffing te verleenen van art. 10, 2a der Bouwverordening ten behoeve van den bouw van 13 woonhuizen aan de Zonnebloemstraat. De afwijking wordt verleend. Bijdrage school. B. en W. stellen voor te hunner beschik king te stellen een bedrag van f 7.133,72 als bijdrage over het jaar 1927 in de on kosten der school voor Bouwkunde, Ver sierende Kunsten en Kunstambachten in liquidatie. Aldus besloten. Aanwijzing stemlokalen B. en W. bieden ter vaststelling aan de verordening tot aanwijzing van de stemlo kalen in de gemeente Haarlem, voor de ver kiezing van den Gemeenteraad. Aldus vastgesteld. der H.O.V. Aan spr. is verzekerd door deskundigen, dat de uitvoeringen gegeven kunnen worden met 4 strijkinstrumenten minder. Er wordt getracht, het allerbeste te berei ken en dat is voor Haarlem niet noodig. Men kan het hier wel met wat minder strijk instrumenten doen. Het contract met de Italiaansche Opera is afgewezen op verschillende belachelijke gron den. Het Utrechtsche Orkest achtte zich Bediening seininrichting. niet te hoog, een contract aan te gaan en trok B. en W. stellen voor, met de directie van aldus de winst in haar kas. de E.S.M. een wijzigingsovereenkomst aan j De heer JOOSTEN merkt op, dat er veel te gaan voor de bediening van de seininrich- geruchten loopen, welke eerst onderzocht king van eenige strafverordeningen. Aldus vastgesteld. Verordening krachtens de Hinderwet. B. en W. bieden ter vaststelling aan een verordening krachtens art. 4 sub. 2e en 3e der Hinderwet met betrekking tot het open baar slachthuis. Aldus vastgesteld. ting aan de Langebrug. i moeten worden. Nauwkeurig moet nagegaan De heer JOOSTEN vraagt, wat B. en W. worden, of een voordeeliger beheer mogelijk drijft tot gemoedelijkheid tegenover de direc- is en eventueele fouten vermeden kunnen tie der tram. De correspondentie over deze worden. zaak loopt reeds een jaar of 10 en op een brief Het subsidie-bedrag is indertijd verhoogd van B. en W. van 1921 heeft de tramdirectie van f 15.000 tot f 30.000, maar de salarissen niet eens geantwoord. j zijn verhoogd van f32.000 tot f64 000. Daarin Wethouder REINALDA antwoordt, dat kan dus reeds de oorzaak van het tekort de verhouding wederkeerig is. B. en W. liggen. Het corps is sinds 1921 met 4 leden antwoorden ook wel eens niet. j uitgebreid; dat is dus geen belangrijke uit- Besloten wordt tot het aangaan der over- breiding. Het gemiddeld salaris van f 95 eenkomst. I per maand is gestegen tot f 142. Zoo'n salaris is toch niet te veel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 2