Radio-Omroep NIEUWE HAXRLEMSC'HE CÖÖPANT Wat zal hij er mee doen? Derde Elad Vrijdag 3 Juni 1927 In het proces-Barmat is de oud-riikskansefier Dr. Luther gehoord. Zijne verklaringen omtrent wijlen minister Höfle. Een Poolsche nota inzake de kwestie Wilna. Onder de Radio-berichten: De debatten over de verpachting van het lucifers-monopolie in de Fransche Kamer. De Zuid-Afrikaansche vlaggenwet aangenomen in tweede lezing en naar een commissie van 'partijleiders verwezen. GEM. BUITENL. BERICHTEN. BINNENLANDSCH NIEUWS, Internationaal zeehavenregime Internationaal spoorwegregime. Comptabiliteitswet. De Indische begrooting 1925 De verlaging der paspoortkosten STATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. LUCHTVERKEER. Een stoutmoedig plan. RADIONIEUWS. Geen zendvergunning Ook in Holland werden de toespraken van H. M. de Koningin en Prinses Juliana door de radio gehoord. Zijn vrouw vermoord. De Portugeesche bankbiljetten' affaire. RECHTZAKEN. Het noodlottig einde van een vroolijken avond. FEUILLETON. Rusland's breuk met Engeland, De zaakgelastigde der U.S.S.R. Rosen- 'golz heeft aan Chamberlain medegedeeld, dat hij en het personeel van het gezant schap benevens Gintsjoek en het personeel der handelsdelegatie op 3 Juni uit Londen zullen vertrekken. In een manifest verklaart de Russische communistische partij, dat het afbreken •der Engelsch-Russische betrekkingen als een stap in de richting van den oorlog te gen de U.S.S.R. moet worden beschouwd. De partijleden en de arbeidrs worden der halve uitgenoodigd hun aandacht te wijden aan de quaesties van den economischen vooruitgang en de verdediging des lands. Tegen helt communisme in Frankrijk De commissie belast met het onderzoek 'der aanvragen tot machtiging voor de ver volging der communistische kamerleden Vallant-Couturier, Duclos, CLamamus en Doriot heeft de machtiging nopens de eer ste drie verworpen. Wat den laatste be treft zal zij een beslissing nemen na dezen bij zijn terugkeer uit China te hebben ge hoord. Helt noodweer in Duitschland. Woensdag tegen 10 uur werd volgens de B. Z. am M. het dorpje Streitzig bij Neu-Stettin door een geweldigen orkaan geteisterd. Twaalf huizen wrden totaal 250 meter verder neergeworpen. Oude hoo rnen knapten als lucifers af. De storm duurde slechts twee minuten en ging vergezeld van een hevige hagelbui, ten gevolge waarvan de oogst in de ge- heele omgeving vernietigd werd. Het noodwqer dat Woensdag het Oos telijk deel van ons land teisterde, heeft ook verwoestingen in West-Duitschland aangericht Blijkens een telegram van het W. B. cit Keulen, heeft de windhoos te Lugen a/d Ems (ten N.O. van Overijssel) duchtig huis gehouden, niet minder dan 250 huizen werden gedeeltelijk vernield. Twee per sonen werden gedood, 17 zwaargewond. Het dorp Essche (vlak bij de grens) is ge heel verwoest Het proces-Barmat. In het proces-Barmat werd de oud-rijks kanselier dr. Luther als getuige gehoord. Hij legde verklaringen af nopens de ge woonten en methoden welke tijdens het ministerschap van dr. Höfle bestonden ten lanzien van de credietverleening aan par ticuliere ondernemingen. De credietverlee ning door Höfle aan de Amexima was z.i. gesch.ed, zonder dat de voor zulke geval len bestaande bepalingen in acht waren genomen, en evenmin de overeenkomsten tusschen het rijksminisere van financiën, dat van verkeer, de rijkspost en de rijks bank. De oud-minister van verkeer Schmidt ■verklaarde in antwoord op een desbetref fende vraag, dat in 1924 uit rijksmiddelen aan particuliere bedrijven credieten zijn verleend. Op een vraag van den voorztter ant woordde getuige, dat de kamer van koop handel te Lubeck reeds in 1920 een actie tegen Barmat had ingesteld. Deze was ech ter van Nederlandsche concurrenten van Barmat uitgegaan. Het toen ingestelde onder zoek had echter niets opgeleverd, dat een maatregel tegen Barmat zou hebben ge rechtvaardigd. Poles en Litauen. De Poolsche regeering heeft aan de voormalige Entente-mogendheden een me morandum overhandigd, waarin zij als haar opvatting te kennen geeft, dat de kwestie van Wilna thans een afgedane zaak is. Duitsche films in Polen verboden. Het Poolsche ministerie van binnenland- sche zaken heeft een verordening uitge vaardigd, waarbij de vertooning van alle films der Duitsche maatschappij Deulig in Polen wordt vejboden. Dit is een revan chemaatregel tegen deze onderneming, die de bekende film „Land unterm Kreuz" heeft vervaardigd, tegen welker vertcfbning Opper-Silezië de Poolsche regeering tc vergeefs bij de Duitsche regeering heeft geprotesteerd. De toestand van den Roe- meenschen Koning. De gezondheidstoestand vap den koning, die reeds eenigen tijd buiten heeft ver toefd, is thai* veel verbeterd. Hij heeft weer een wandeling gedaan. Een Zuid-AJrikaansch Dept. van Buitenlacdsche Zaken. Dr. H. D. F. Rodcnstein, ho-ogleeraar in bet Romemsch-Hollandsch recht aan de universiteit te Stellenbosch, voormalig re dacteur van „Die Burger", is benoemd tot secretaris van buitenl. zaken. Het nieuwe departement, dat onder den eersten minis ter komt te staan, zal op 1 Juli worden geopend. De a.s. Vlootconferentie. Coolidge heeft het gedetailleerde plan goedgekeurd, opgesteld door de delegatie der V. S. naar de vlootconferentie te Gc- niève. De burgeroorlog in China. Gemeld wordt, dat de marinetroepen der V.'S. in China, op een kleine wacht te Peking na, naar Tientsin worden gezon den. Ongeveer 3500 mariniers te Sjanghai worden met spoed derwaarts gebracht. Er zijn voorts 1700 man van de Philippijnen eveneens op weg naar Noord-China. De toestand te Hankau. Als gevolg van het verhoogen van de belasting voor den handel en het feit. dat de protesten der consuls zonder uitwer king blijven, overwegen de buitenlandsche firma's, banken en scheepvaartmaatschap pijen de algemeene stopzetting hunner za ken, als het eenige middel om de regeering te Hankau te ruïneuze gevolgen van haar politiek duidelijk te maken. De Amerikaansche troepen. Het Amerikaansche transportschip „Hen derson is met het zesde regiment marine troepen ten getale van 1500 man en een regiment artillerie ten getale van 400 man naar Tientsin vertrokken. De bevelhebber der Amerikaansche marinematrozen, gene raal Smedley Butler, is met den staf naar Tientsin vertrokken aan boord van den kruiser „Richmond". Een ander regiment marinematrozen is van de Philippijnen naar Sjanghai gezonden, om het zesde regiment te vervangen. HET LIJK IN DEN KOFFER. Gisteren heeft voor de politierechtbank van Westminster het openhaar verhoor plaas gehad van John Robinson, den zes endertigjarigen klerk, die beschuldigd wordt van moord op Minnie Bonati, de vrouw van een Italiaanschen kellner, wier verminkt lijk, zooals men zich herinnert, begin van de vorige maand in de garde robe van het station van Charing Cross in een koffer werd gevonden. Voorlezing werd gedaan van een op 23 Mei door Robinson afgelegde schriftelijke bekente nis, waarin hij een relaas gaf van de toe dracht van het gebeurde. Hij verklaarde, dat hij op 4 Mei zijn kantoor verliet, om postzegels te gaan koopen en bij het ver laten van het postkantoor werd aangespro ken door een vreemde vrouw, die hem vroeg, waar hij heen ging. Hij antwoordde: „Ik ga naar mijn kantoor terug om daar nog wat te werken." Zij stelde voor, dat zij met hem mee zou gaan, hetgeen ge schiedde, Zij deelde mede. dat.zij erg be rooid was en vroeg Robinson om een pond, waarop Robinson niet inging. Zij begon daarop te schelden en dreigde een scène te maken. Zij werd kwaad en kwam op den stoel af, waar Robinson zat. Ro binson duwde haar weg. stond vervolgens op en ging bij het raam staan. De vrouw boog voorover alsof zij wat van de haard plaat opnam en kwam in de richting van Robinson, die, driftig geworden, haar toen in het gelaat sloeg. De vrouw viel achter over tegen een stoel en kwam met het hoofd op den haard terecht. Robinson liet haar daar liggen en ging om ongeveer half zes naar buiten, de deur achter zich slui tend. Hij ging vervolgens naar huis. Den volgenden ochtend om tien uur ging hij terug naar zijn bureau, waar hij tot zijn ontsteltenis de vrouw dood vond. In wan hoop kwam hij ertoe, het lijk te verminken en het in een koffer te doen. De verdere geschiedenis, hoe de misdaad aan het licht kwam, is bekend. In de bekentenis van Robinson staat, dat hij haar geheel vrijwillig heeft gedaan. Robinson's rechterlijk raadsman, Lau rence, Vine, gaf bij de opening van het ver hoor echter te kennen, dat hij dit ten ernstigste in twijfel trok en citeerde ver scheidene intimideerende vragen, welke de rechercheurs, die Robinson arresteerden, zouden hebben gesteld om pressie op Ro binson uit te oefenen. Hetgeen de recher cheurs ten krachtigste ontkenden. Rechter Wollache. die het verhoor leidde, deelde mede, dat het medisch on derzoek had uitgewezen, dat de oorzaak van den dood verstikking was als gevolg van het dichthouden van mond en neus, nadat de vrouw een slag was toegebracht. BRIEVEN ONTDEKT. Volgens een bericht uit Moskou zijn in de voormalige werkkamer van ex-tsaar Ni- colaas te Tsarskoje Selo in een geheime kast brieven gevonden van ex-keizer Wil helm II, den tegenwoordigen koning van Engeland, en een briefwisseling van den tsaar met Stolipin. EEN TREIN IN EEN TROEP ARBEIDERS. In het station Zoologischer Garten te Berlijn is een trein in een groep arbeiders pgerecfen. Dc o'pzichfcr Zou, naar hèï -SeeT, geen sein hebben gegeven. Er werden twee personen gedood en twee zwaar gewond. EEN GEHEIME DRUKKERIJ. De Berlijnsche recherche heft een ge heime drukkerij ontdekt, waar communis tische pamfletten werden vervaardigd ot ondermijning van politie en rijksweer. Ver schillende personen zijn gearreseerd. HET PROCES TE KEULEN. Het hoogtepunt in de behandeling van het moordproces te Keulen werd bereikt toen do gebeurtenissen ter sprake kwa men die zich hebben afgespeeld in het ziekenhuis, war de heer Oberreuter ver pleegd werd. De behandelende assistent- arts dr. Grasz verklaarde, zich steeds e tegen verzet te hebben, dat ook dr, Brö- cher den patiënt behandelde. De jonge dok ter verklaarde hoe dr. Bröcher hem bij een onderhoud kort voor het overlijden van injecties te hebben gegeven. Waarop hij, dr, Grasz had uitgeroepen: „Dan rest u niets anders als u een kogel door het hoofd te jagen." De directeur-geneesheer dr. Frick ver klaarde, dat hij, de mededeeling inzake die bekentenis vernomen hebbende, tot dr. Bröcher gezegd heeft: „Als Oberreuter sterft, bent u zijn moordenaar." Waarop beklaagde geantwoord heeft. „Indien u wist, wat die vrouw geleden heeft, d,an zoudt u begrijpen, wat ik gedaan heb." Blijkbaar besefte dr. Bröcher toen niet den ernst van zijn daad. Beide beklaagden poogden na het over lijden van den architect den directeur geneesheer de sectie van het lijk alleen te laten verrichten, en een andere doodsoor zaak op te geven. Hetgeen mevrouw Oberreuter beslist ontkent. Vervolgens verklaarde dr. Frick, Brö cher te hebben afgeraden zich te dooden. Op een vraag van den officier waarom mevrouw Oberreuter na het overlijden niet naar de sterfkamer was geijld, antwoordde beklaagde, dat dr. Bröcher zoo opgewon den was geweest, da.t zij hem niet had dur ven verlaten, „mijn man was toch niet meer te helpen." Dr. Frick vertelt nog drie weken na het gebeurde een brief van Bröcher te hebben gekregen, waarin deze hem schreef dat hij, Frick, ook nog onaangenaamheden zou on dervinden door de geschiedenis. DAUDETS GEVANGENSCHAP. Léon Daudet geeft zich niet spoedig ge wonnen. Zooals men weet heeft hij, in ant woord op het verzoek van den procureur- generaal om zich den lOen Juni a.s, bij het parket te melden ten einde zijn gevange- uisstraf van vijf maanden te ondergaan, waar toe hij bij het proces wegens laster van den chauffeur Bajot werd veroordeeld, ver klaard, dat hij niet verschijnen zal. „Een vader, die de nagedachtenis van zijn kind heeft verdedigd", zoo heeft hij geschreven, „zou dit beleedigen door zich vrijwillig te leenen tot het verrichten van onrecht." Intusschen heeft Daudet, teneinde het uit zitten van zijn straf nogmaals uit te stellen, een aanklacht ingediend tegen den anarchis- tischen boekhandelaar L Flaouter en twee andere getuigen in het proces-Bajot, wier verklaringen, volgens Daudet, onwaar waren. De „Figaro" heeft intusschen een Open Brief aan den president der republiek ge publiceerd, waarin het blad er op wijst, dat het niet aangaat Léon Daudet tezamen met de communisten Doriot en Cachin ach ter slot en grendel te zetten. Daudet immers is wegens een persd^lict veroordeeld, dat hij pleegde bij het verdedigen van de na gedachtenis van zijn zoon bij zijn poging om te wreken wat naar zijn meening een moord is geweest. Doriot, Cachin c.s. echter werden veroordeeld wegens hoogverraad je gens het vaderland. Het zou daarom m mo reel opzicht een schandaal zijn en associ atie van gedachten te scheppen tusschen een persdelict, dat te verontschuldigen is en het smadelijkste misdrijf. Het zou in poli tiek opzicht schandelijk zijn de arrestatie van Daudet, die een goed vaderlander is, in de oogen van het volk voor te stellen als het losgeld voor de arrestaties van de vij anden van het vaderland. In den Open Brief wordt den president ge vraagd het nationale geweten dezen smaad en de Republiek deze onherstelbare fout te besparen. Indien Léon Daudet tegelijkertijd met de bezoldigden der Derde Internationale de gevangenis in zou gaan, zou hij den dag daarop door den drang der openbare mee ning zijn bevrijd. DIPLOMATIEKE DOCUMENTEN GESTOLEN. Uit een auto van den Engelschen gezant te Boedapest zijn op den weg van Weenen naar Boedapest eenige koffers met diplo matieke documenten gestolen. DE VERBINDING NOORDZUID. Een dezer dagen is de Commissie van Belgische Spoorwegen van den Senaat nog eens bijeengekomen. Staatsminister Leibart heeft een scher pen uitval gedaan tegen de ambtenaren, die hij beschuldigde in hun verslagen de cijfers over de mogelijke kosten van de voltooiing van de verbinding NoordZuid, schromelijk overdreven te hebben Zoo hebben ze voor de verbouwing van de Noord-statie van een oppervlakte van 3.500 M2. er een van 12.000 M2. gemaakt. De aanwezige ambtenaren brachten hier tegen in, dat volgens het ontwerp het Noord station drie verdiepingen moest hebben, zoo dat de onderste oppervlakte door drie moet vermenigvuldigd worden; waarop de gansche vergadering hartelijk lachte, tot groote er gernis van minister Anseele, schrijft de „Standaard", die zich kwaad maakte en zijn ambtenaars natuurlijk bijsprong. De discussie werd voortgezet en daar men geen uitweg zag, werd besloten de werk zaamheden te vereenvoudigen door aan vier leden van de Commissie op te dragen de' 'gejfevens Van' hef ministerie' fe orfdcY- zoeken. Binnen de vier weken zal deze commissie met haar verslag moeten klaar zijn. Op 7 Juni heeft de eerste vergadering plaats. Verschenen is het Voorloopig Verslag be treffende het wetsontwerp tot goedkeuring van het verdrag met bijbehoorend statuut en protocol van onderteekening nopens het internationale zeehavenregime van 9 Decem ber 1923. De vaste commissie juicht de totstandko ming van deze bepalingen toe, omdat zij strekken tot vergemakkelijking van het in ternationale verkeer. Verschenen is het Voorl. Verslag over het wetsontwerp tot goedkeuring van het Ver drag met bijbehoorend Statuut en Protocol van onderteekening nopens het internatio nale spoorwegregime van 9 December 1923. Verschenen is het verslag der bijzondere commissie in zake het ontwerp comptabili teitswet. Daarin wordt opgemerkt, dat de Minister de stof, die vroegere Ministers over meer ontwerpen verdeeld hadden, in één ontwerp samengevat heeft en daarenboven in dit ont werp ook eenige bepalingen opgenomen be treffende de inrichting van de begrooting. Deze laatste aangelegenheid was in een in 1916 door Minister van Gijn ingediend af zonderlijk wetsontwerp geregeld, welk wets ontwerp onlangs is ingetrokken. De voorge stelde regeling van deze materie wijkt in tusschen zeer sterk af van die van het inge trokken ontwerp. De thans voorgedragen bepalingen hebben een veel minder verre strekking; zij beperken zich tot een bepa ling omtrent de splitsing van den dienst in de begrooting zelve in gewonen en kapitaals- dienst, alsmede tot eenige bepalingen van meer formeelen aard. De commissie in haar geheel betreurt deze beperking .Zij had gaarne gezien, dat het hoofdbeginsel van het ontwerp 1916 in ten of anderen vorm ware opgenomen. In zijn antwoord verklaart de Minister van Financiën voor den algemeenen Staats dienst het stelsel van het ontwerp-1916 van twijfelachtige waarde te achten; dit neemt niet weg, dat hij dit stelsel zeer juis acht voor die takken van dienst, die min of meer op den commercieelen grondslag steunen. Het ligt dan ook geenszins in de bedoeling zonder meer de Bedrijvenwet af te schaffen en voortaan voor elk bedrijf een speciale wet te doen vaststellen. Hij is voornemens, ter vervanging van de wet van 1912, een nieuwe algemeene wet in te dienen, gelden de voor alle bij speciale wetten nader aan te wijzen takken van dienst, die behoefte hebben aan de inrichting van een meer com- mcrciesle boekhouding. In het Verslag over het wetsontwerp tot nadere wijziging van de begrooting van Ne- derlandsch Indië voor 1925 wordt o.m. op gemerkt: Blijkens de Memorie van Toelichting be dragen naar de voorloopige uitkomsten de ontvangsten voor den geheelen dienst 1925 96.675.550 meer dan geraamd was. Eenige leden zagen hierin een bevestiging van hun reeds vroeger uitgesproken meening, dat <f: inkomsten op de Indische begrootingen de laatste jaren te laag geraamd zijn en dat daarbij ten onrechte de uit achterstallige belastingen te verkrijgen middelen, die aan zienlijke bedragen in de schatkist hebben gebracht, niet in de raming zijn opgenomen. Men wist daardoor bij voorbaat, dat de opgemaakte begrooting geen juist beeld gaf van den staat der Indische financiën. Gevraagd werd, welke de som der bedra gen is, waarmede de verschillende posten voor ambtenaarssalarissen zijn verhoogd, waartegenover de aanvankelijk daarvoor ge raamde algemeene post van 18,000,000 is vervallen. Heden behandeling in de Tweede Kamer. Bij den aanvang der vergadering van de Tweede Kamer hedenmiddag, zou naast eenige andere kleine wetsontwerpen aan de orde worden gesteld de behandeling van het voorstel tot wijziging van de Zegelwet 1917 en van de wet op de kanselarijrechten (verlenging, van den geldigheidsduur der pas poorten tot twee jaren en verlaging van de kosten daarvan.) De leden der Eerste Kamer zijn in open bare vergadering bijeengeroepen op Woens dag 18 Juni a.s. des namiddags te 8'A uur, In de vergadering der Tweede Kamer heeft de voorzitter Jhr. mr. Ruys de Beeren- brouck woorden van deelneming gesproken in verband met de stormramp in het Ooste lijk deel van ons land, voor welke woorden wij verwijzen naar het verslag van de ramp elders in ons blad. Daarna werd voortgegaan met de behan deling van het wetsontwerp ter nadere rege ling der collectieve arbeidsovereenkomst. Na lange discussie werd aangenomen een amendement-Heemskerk op art. 1 van het beding, waarbij een werkgever verplicht wordt, arbeiders van een bepaalde godsdien stige of staatkundige overtuiging of leden van een bepaalde vereeniging, niet dan wel uitsluitend in dienst te nemen, nietig te verklaren. De artikelen 9 en 10 worden gezamenlijk behandeld. Bij art. 9 verdedig! de heer VAN Na'edn u i fvrfdVig gêfiiigëWérhoor, eischic SCHAIK (R. K.) een amendement, strek kende om in het eerste lid, waarin alleen, die tot een bij een overeenkomst betrokken vereeniging toetreden, door die overeen komst gebonden zijn, te schrappen de woorden „behoudens het bepaalde bij het volgende artikel"; in het tweede lid (om trent de gebondenheid) de woorden „te genover elk der partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomsten" en toe te voegen een derde lid waarin nietig verklaard wor den bepalingen in statuten enz., die afwij ken van het eerste en tweede lid. Voorts verdedigt spr. een amendement om art. 10 (betreffende het niet gebonden zijn van hen, die hun lidmaatschap opzeggen on der mededeeling, dat de reden van het op zeggen het sluiten der overeenkomst is) te doen vervallen. Spr. betoogt, dat art. 10 een desorganiseerende werking heeft; de regee ring wijst werkgevers en werknemers den weg om zich aan verplichtingen te onttrek ken. Bij de volgende discussie trekt de heer van Schaïk het tweede amendement op art. 9 en het derde amendement in. Daarna wordt aangenomen het amende ment van Schaïk op art. 9 met 3823 stemmen. Artikel 10 wordt bij zitten en opstaan verworpen. Hierna werd de vergadering tot heden middag 1 uur verdaagd. De Deensche ingenieur Jarfelt, die tegen woordig luitenant is in het Bolivaansche leger, en die thans op bezoek is bij zijn ouder te Kopenhagen onderzoekt, de moge lijkheden voor een vlucht van Kopenhagen naar de hoofdstad van Bollivia, La Paz, een afstand van 15000 K. M. Jarfelt is voorne mens den tocht te maken over Marseille Casablanca, Dakar (Senegal), Pernambuco, Rio de Janeiro, Buenos Aires of wel over Lissabon, de Canarische eilanden, de Kaap- verdische eilanden, Pernambuco, Jarfet is van meening dat de tocht over het hoogland van Bolivia het moeilijkste deel der reis zal zijn wegens de ijle lucht. Hij is naar aan de „Tel." gemeld wordt, uan plan, een water vliegtuig te gebruiken. Aan den minister van Waterstaat is na mens vijfhonderd luisteraars een telegram gezonden om hem te verzoeken aan de Ne derlandsche Omroep Vereeniging geen zend vergunningen te verleenen. De N.O.V, zegt de steller van dit telegram verklaart te willen zijn een neutrale orga nisatie en beweegt zich derhalve op hetzelf de terrein, waarop de Alg. Ned. Radio-om roep (de „gereorganiseerde H.D.O. Red. „Hbld.") werkzaam is. Daarom meent de steller van het telegram het volkomen over bodig en ten zeerste schadelijk te mogen noemen indien splitsing werd bevorderd door verleening van zendvergunning aan de Neder landsche Omroep Vereeniging. In verband met de redevoeringen, welke door H. M. de Koningin en Prinses Juliana Dinsdagavond voor den microfoon van den Philips kortegolfzender te Eindhoven tot West-Indië gehouden zijn, schrijft een abonné ons het volgende; „De lucht voorspelde niet veel goeds voor de Hollandsche luisteraars. Reeds Maandagavond waren de luchlstoringen in den luidspreker zeer hinderlijk, en toen Dinsdagmiddag 12.30 uur de Bilt het cijfer 9 in 'z tweede kolom liet seinen, konden we vermoeden dat het onweer zich ook hier zou ontlasten, om zes uur ontlastte zich een flinke bui, maar.... daar bleef het bij.... gelukkig, nu was er nog eenige kans van slagen. Om negen uur liet de Philips-zen- der de juiste tijd nog eens omroepen, wan neer begonnen zou worden. Tot twaalf unr was er nog tijd; genoeg dus om een rustig plekje op te zoeken. Daar de gebezigde antenne zeer lang was, n.l. 2 X 75 meter, waar de luchtstoringen naar evenredigheid van het gesproken woord zeer overheer- schend waren, werd naar een andere plaats uitgezien en gevonden bij den heer Bosse te Haarlem. Met dat al was het wat laat geworden, reeds 12.09 uur wees de klok uit, spoel No. 5 werd ingezet, het toestel vertoonde geen hinderlijk hand-effect, P.C.J.J. opgezocht, de luidspreker eenige meters van het toe stel verwijderd en om 12.10 werd het Wil helmus door aanwezigen gehoord. Hierna kondigde de omroeper Hare Majesteit aan, welke heeft gesproken tot 12.23 uur. Hier na werd onmiddellijk het Wien Neerl. Bloed gespeeld en Prinses Juliana aangekondigd om te spreken naar Curasao en Suriname; nam, zette verdachtte Marang nog eens uit haar rede aanheffende met (Een aardig, een, welk aandeel^ hij in de zaak zou heb- ZATERDAG 4 JUNI. HILVERSUM (A.N.R.O.) 1050 M. 12.00 Po. litieber. 12.352.00 Lunchmuziek door het Trio J. Castrelli. 2.304.30 Con cert door het Blaas-orkest „Excelsior" te Hilversum. 5.006.445 Vooravondcon. eert door het A. N. R, O.-orkest, o, 1. van Nico Treep 6.457.45 Lezing. 7.45 Politieber. 8.10 V.A.R.A.-avond, aangeb. door de Ned. Ver tot afschaffing van alcoholhoudende dranken. A. K. Kla ren, spreker; Mevr, M. EmeisVan Buu- ren. declamatie. Het ..Amsiel strijkkwartet best. uit de heeren H. J. Paris, viool; W. Lanfermeyer, 2e viool; J. Sluis, alt-viool; L. J. Jordaan. cello. 1. Opening door H. Ploeg Jr. 2. Declamaties van Adama v, Scheltema; a. Kindergedachten; b. De Sterren; c. Peinzerij; d. Mtiverbeelding. 3. Kwartet op. 12, Mendelssohn (strijkkwar tet). 4. Rede van A. K. Klaren, over: Le vensvreugde. 5. Declamatie: a. Van Vrou wenleven, Swarth; b. Het Nachtelijk Uur, F. Timmermans; c. Zaadpluisjes. Emeis. 6. Kwartet Es-dur, Haydn (strijkkwartet). 7. Declamatie: a. Machteld, Polgieter; b. De verovering der gouden vloot. Adama v. Scheltema; c. 'n Oarig Misverstand, v. Meurs. 8. Sluiting door H. Ploeg Jr. 10.30 c.a. Persber. 10.3511.35 Aan sluiting van de Cinema Royal te Amster dam. Een uurtje filmmuziek, o, 1. van Hu- go de Groot. DAVENTRY, 1600 M. 11.20 Parade vaa de bereden troepen in bijzijn van den En gelschen Koning. Muziek va de bads. 3.05 Concert. De hand van H. M. Scots Guards. De Roosters concert party, K. Macklin, tenor. Imperial Stadium koor. 4.15 Causerie. 4.35 Concert. De band van H. M. Scots guards. G. Hall. sopraan. De Roosters concert party. Stadium man nenkoor. Daarna mil. taptoe. Grootsch militair schouwspel. 5.50 Kinderuurtje. 6.35 Dansmuziek. 6.50 Tiids., weer bericht, nieuws. 7.05 Dansmuziek. 7.20 Lezing: The month's reviews. 7.35 De werken van Bach. Pianomuziek. 7.45 Sportcauserie. 8.05 Variété. 9.05 Voorlezing uit eigen werken door I. A. Seymour. - 9.20 Weerbr.. nieuws. 9.40 Victor Clof sextet. Cathedral man- nenkwartet en J. Goss. 10.5012.23 Dansmuziek van het Savov-Hotel. PARIJS „RADIO-PARIS", 1750 M. 10.50— 11,20 Concert. 12.502.10 Orkest-con cert. 5.055.55 Concert door de Jazz Symphonie. 8.5011.20 Gala-concert. Mile. Rousset, piano; Hr. Piarrade, zang; V. Chispa, zang. LANGENBERG, 469 M. 1.25—2.25 Orkest concert. 5.506.50 Mandoline-concert, Orkest „Ma Ko Ge". 9.20—11.20 Vroo. lijke avond. Orkest, vocale en instrument, solisten. Daarna tot 1.20 's nachts dansmu ziek. KONIGSWUSTERHAUSEN, 1250 M. 3.10 8.05 Lezingen en lessen, 8.20 Gevari eerd concert; H, Tack, viool; H. Ritter, cello; H. Bauer fluit; F. Peters, trompet; G. Zippel, saxophoon; F. Hörterich, hobo; W. Krüger, harp. Daarna dansmuziek. HAMBURG. 394,7 M. 12.50—3.10 Orkest, concert; 4.35 Vroolijke liederen tot 5.20; 6,207.10 vroolijk concert: 8.20 Geva rieerd concert. Zie Königswusterhausen. BRUSSEL, 509 M. 5-20—6.20 Dansmuziek, 6.20 Engelsche les. 8.20 Orkestconcert. 9.5010.50 Dansmuziek. zoodanig met een mes werd gtvond, dat hij zeer kort daarna is overleden, de Officier van Justitie vier jaar gevangenis straf, thans met aftrek der preventieve hechtenis. De verdediger, Mr. Ltvie, vroeg vrijspraak en directe invrijheidstelling, hetgeen de rechtbank weigerde. Zeven jaar gevangenisstraf geëischt De procureur-generaal bij het Gerechtshof te Amsterdam, eischte tegen den Rotterdam mer O., die op 20 Januari in zijn woning aan de Rozestraat aldaar zijn vrouw, Cornelia Jacoba Maas, dusdanig met een scheermes toetakelde, dat zij aan de bekomen verwon dingen overleed, een gevangenisstraf vooe den tijd van zeven jaar. Verdachte was indertijd door de recht bank te Rotterdam veroordeeld tot 4 jaa^ en door het Haagsche Hof tot 10 jaar. t Zes jaar gevangenisstraf tegen verdachte geëischt. Reeds hebben wij gisteren in een deel on zer oplage kunnen melden, dat de procu reur-generaal bij het Haagsch gerechtshof* mr. Brants in de Portugeesche bankbiljet-- ten-afïaire tegen verdachte Marang zes jaaff gevangenisstraf eischte met bevel tot on middellijke inhechtenisneming. De belangstelling van de zijde van hef publiek was slechts matig. Voordat de procureur-generaal requisrtoic .6 denkbeeld dat ik vandaag tot u allen mag spreken, enz.) en eindigde precies 12.30, waarna het Wilhelmus en Al is ons Prin sesje nog zoo klein werd gespeeld tot be sluit." Voor de rechtbank te Winschoten stond voor de tweede maal terecht U. D., 24 jaar, koopman te Blijham, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring. Na afloop van het bal in het danshuis van Van Dam in den nacht va 22 op 23 Jan. j.l. ontstond er ruzie, waarbij J. B. Boelman ben. Hij zou de Portugeesche bankbiljetten, in ontvangst nemen, daarvoor Engelsch© ponden koopen. De bedoeling was om voor de omgezette bedragen producten in de ko lonie Angola te koopen, teneinde haar tot ontwikkeling te brengen. Voor de enorme bedragen, welke Marang onder zich zon krijgen, zou hij aanvankelijk een bankgaran tie hebben gedeponeerd. Later kreeg hij een telegram van den Portugeeschen ge zant, Antonia Bandeira, dat een bankgaran tie niet meer noodig was. Een nader plan was, dat Reiss voor den gouverneur van Angola de biljetten zou doen drukken, waarmee de kolonie tot bloei zou worden gebracht. De biljetten heeft M. rechtstreeks naar Lissabon vervoerd, waar de douane geen moeilijkheden gaf. De eisch, welke de procureur-generaal stelde, verwekte groote beroering in de zaal. Verdachte was ontsteld. Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S „What will he do with at", door JOS. P. H. HAMERS. 77 De oude heer Latham hield onder de wis sels welke hij disconteerde, ook die van klanten, die bedongen hadden, dat hun toe vlucht tot tijdelijke redding uit den geldnood een diep geheim moest blijven, altijd in eigen bewaring. Poole nu wist, dat onder deze wissels er een was van 1000 pond, afgege ven door een jongmensch, dat aanzienlijke vaste goederen bezat, welke zóó bezwaard waren, dat hij er niet van verkoopen kon of er hypotheek, op nemen en die daarom dikwijls een honderd pond of wat noodig had voor zakgeld. De naam van dezen jongen man stond in groot aanzien; iedereen was met z'n bezit tingen bekend en zijn eer- en eerlijkheid was boven allen twijfel verheven. Een wis sel van hem zou door een ieder gehonoreerd worden. Als Poole daar eens bij kon komen. De wissel moest, meende hij, nog slechts enkele weken loopen. Jasper of mevrouw Caumartin zouden hem zelfs bij lord X's eigen bankier laten disconteeren, en als dat te gewaagd was, bij eiken wisselaar van beroep, en zoo konden zij alle drie Londen uit zijn, eer er achterdocht kon ontstaan. Maar om zoo ver te komen, moest er een valschen sleutel zijn Poole stelde een al- druk in was van het slot voor. Jasper zond hem een gemakkelijker middel, een vreemd werktuig dat er uitzag alsof het bij de pijn bank behoorde. Al wat er nu nog aan ontbrak, was, dat Poole zoover herstelde dat hij weer aan zijn werk kon komen en zich van oom Sam kon ontslaan, door de belofte van naar bui ten te komen, zoodra hij de knaging van z'n geweten gestild zou hebben door het ach terstallige werk in te halen. Tijdens deze drukke correspondentie tusschen de heeren Losely en Poole, vermeed eerstgénoemde juffrouw Crane en at en dronk bij mevrouw Caumartin, waar hij al zijn ledigen tijd door bracht. Mevrouw Caumartin had een deftig huis gehuurd in een aanzienlijke buurt. Haar uiterlijk was ten hoogste wat de Franschen „distinucée noemen; van top tot teen was zij in de uitgezochtste kleeding. Haar ge laat, in vorm gelijk aam een echten slangen kop, was laag en glad van voorhoofd, van boven breed uitloopend; een spitse kin, maar forsche kaken en hagelwitte tanden, met even scherpe punten als die in de kaak van den visch, die „Zeeduivel" heet. Haar oogen waren als donkere smaragden; zij trok de pupillen naar boven wanneer zij boos was of plannen beraamde, en dan gaven zij een groenachtig licht van zich, even als een lichtstraal uit een dievenlantaarn. Haar ge laatskleur was die, welke soms, maar bij uitzondering, aan enkele vrouwen eigen is-, niet bleek, maar wit, alsof zij van geschilde amandelen, perzikpitten en rattenkruid leef de. Haar handen waren fijn en bloedloos, met zulke spits toeloopende vingers, dat er stekels aan de toppen schenen te zijn Haar manieren waren als van iemand, die alle rangen der maatschappij heeft doorloopen, van den hoogsten tot den laagsten, en de slimsten overal bedragen had. Indien zij wilde, zou zij een prins in den waan bren gen, dat zij haar jeugd in marmeren zalen doorleefd had; een oud soldaat daarentegen zou gezworen hebben, dat het schepsel een marketenster was geweest. Zij kon ongeveer veertig jaar zijn. Ze zag er jonger uit, maar al ware zij honderd twintig Jaren oud ge weest, zij kon niet slechter geweest zijn. O, duizend maal gelukkig voor Sofie, dat de kreupele zwerver haar ontvoerd had aan de minder wreede behandeling van Arabella Crane, als hij daardoor haar jeugd had be hoed van ooit te worden opgevoed in sier lijke boudoirs door die bloedelooze handen! Dan nog veel liever op het dorpstooneel van Rugge, of langs geheime zijpaden, onder val- sche namen en met de geleerde kunsten van Sir Izaak. Rechtvaardigheidshalve moeten wij hier verklaren, dat Losely in zijn plan om Sofie aan de zorg van Waife te onttrekken en die aan Mevrouw Caumartin op te dragen, niet die verfoeilijke schanddaad op het oog had, van welke Arabella Crane, afgaande op haar oordeel over het karakter der Pari- sienne, den bedrieger verdacht. Zijn wezen lijk doel, toen hij het kind nogmaals in zijn macht trachtte te krijgen van welken aard die ook mocht zijn was onschuldig in ver gelijking met de zachtste der donkere ver moedens van Arabella Crane. Maar als Sofie werkelijk weer in de macht van haar vader gekomen was en hij zijn doel met haar niet bereikte, wat zou er dan van haar geworden zijn? Met deze vraag zou Losely even weinig zijn hoofd breken als met de vraag, wat er eens van hem zelf moest worden! Juffrouw Crane hield intusschen een waak zaam oog op Losely. De geheime politie agent kon haar de inlichtingen die Rugge had verlangd, niet bezorgen, en zij had die ook niet meer noodig. Zij gaf den agent een wenk ten opzichte van mevrouw Caumartin. Een tegen den avond werd zij verrast door een bezoek van Oom Sam. Hij kwam naar het scheen, om haar te bedanken voor de vriendelijkheid, door haar aan zijn neef en peetekind bewezen en zich te verontschul digen over zijn lompheid tegen Losely die, zooals hij van Dolf vernomen had,, zeer met haar bevriend was. „Ziet ge juffrouw zei heel gemoedelijk de slimme, oude heer „Samuel Dolf is een zwak mensch die zich heel gemakkelijk laat meesleepen maar gelukkig voor hem heeft hij noch een goede beurs, noch een goede maag. Hij kan dus nog bijtijds tot inkeer ko men, als ik een vrouw voor hem vinden kon, die hem wist te leiden. Hij heeft een goeden kop en kan een practisch man worden. Ik zou hem veilig buiten op het land willen hebben, maar daar heelt hij geen zin in. Ik ben dus in de noodzakelijkheid van hem te zeggen: Mijn optrekje buiten, Samuel Doll met eigen gebrouwen bier en lamsvleesch of de Londensche gevangenis met gevangenis kost. Men moet aan de jongelieden hun keus geven. Mijn waarde juffrouw." Juffrouw Crane zeide dat ze dit alles zeer verstandig vond en daardoor werd oom Sam nog vertrouwelijker. „Ik dacht", zoo vervolgde hij z'n relaas dat ik hem gewonnen had, tot ik den heer Losely in zijn kamer vond. Maar sinds dien dag, ik weet niet waardoor, heeft de jongen iets op het hart, dat mij niet aanstaat. Het scheelt hem nu en dan in 't hoofd juf frouw! Ik geloof, dat die oude ziekenver pleegster brieven overbrengt. Ik verweet 't haar. Zij wilde direct op haar bijbel zweren en rook naar jenever; twee dingen die te za- men van niet veel goeds getuigen." „Maar", zei juffrouw Crane met groeiende belangstelling, „al correspondeeren Losely en Poole met elkaar, wat kwaad steekt daar in?" „Dat wilde ik juist weten juffrouw. Ik wil den heer Losely niet beschuldigen. Hij schijnt een blufferig heer, iets ergers zal ik maar niet van hem denken; maar één ding is zeker, dat hij Samuel Dolf iets in 't hoofd gebracht heeft, waar hij over maalt! Daar zit de jongen nu op en gekleed, terwijl hij in z'n bed behoorde te liggen, en zweert dat hij morgen naar den ouden Latham moe/ om al het achterstallige werk in te halen, dat zwaar op zijn geweten ligt. Ik heb hem vroeger nooit over z'n geweten hooren pra ten, en het klinkt mij verdacht. Ook kan ik hem niet meer bang maken, wanneer ik hem zeg, dat hij om schulden naar de gevangenis zal gaan en hij verlangt, dat ik Londen ver laat. Toen ik een woord over den heer Lose ly repte, werd hij zoo wit als papier; daarna werd hij driftig en zeide dat Losely een groot man zal worden en dat hij niets om mijn geld gaf; dat hij zoo veel geld kon krijgen als hij wilde. Dat klinkt verdacht, waarde juffrouw. Ik ben bang dat hij iets ergers in den zin heeft dan hij ^rroeger ooit heeft uitgevoerd en zijn hoofd is er niet te gen bestand. Hij heeft veel achlVig voor tl juffrouw, en gij zijt Losely's vriendin. Ver onderstel nu dat deze iets in zijn schild voert, wat die luchtige heeren van zijn soort een onschuldige grap heeten en dat mijn zuster's zoon, die niet wel bij 't hoofd is, er iets misdadigers van maakt. Och juffrouw, ga toch eens naar den heer Losely en zeg hem dat het met Samuel Dolf niet goed is!" „Het is beter dat ik naar uw neef ga," antwoordde juffrouw Crane. „Ik zal het di rect doen. Laat mij hem alleen spreken. Waar kan ik u later vinden? „In het Gloucester-Koffiehuis. O lieve juf frouw; hoe zal ik u genoeg danken! De jon gen is voor u niets, maar voor mij, hij is zoon van m'n zuster, die schobbejak!" (Wordt vervolgd.^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 9