Nieuwe Haarlemsche Courant
VIE VAS CHIN1QUI
AAN ONZE LEZERS
Bijkantoren.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
De verplichtbaarstelling van
het zevende leerjaar.
LUCHTVERKEER.
Noodlanding van een Duitsch
vliegtuig
Handicap-wedstrijden met een
tragisch einde.
Het noodlottig einde van een
vliegtuigdemonstratie
ParijsSiberië mislukt.
UIT ONZE OOST.
Een berucht opruier achter slot.
De actie tegen het communisme
in Ned.-Indië.
SOCIAAL LEVEN.
De wettelijke regeling van den
Hoogen Raad van Arbeid.
De herclassificatie v. gemeenten
De instelling van een postraad.
Paradedag „St. Raphael".
KERK EN SCHOOL.
De Canisius-hulde te Nijmegen.
Aanbesteding kerk.
Nuyensfonds.
GEMENGD NIEUWS.
Door gasbedwelming gestikt.
De fatale achterband.
Paniek in een kerk.
Een motorontploffing in
een boot.
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Het Intern. Voetbalcongres.
Spoort al Uw kennissen aan
hun vraag- en aanbod-adver
tenties te plaatsen inonze eigen
LAATSTE NIEUWS.
Een brug over de
Eendracht.
Veel enthousiasme in
Amerika.
Naar Europa.
i
De Bijkantoren van de NIEUWE
HAARLEMSCHE COURANT zijn
als volgt gevestigd:
Haarlem: v I
Sigarenmagazijn 1
L. VAN BERKEL
Burgwal 115,
Boekhandel
FIRMA H. COEBERGH
Ged. Oude Gracht 74
F. W. A. BROM
Krocht 8.
W. P. VAN EEKHOUT
Breestraaf 30,
Voor Bavodorp en omgeving:
J. TH. ELLIGENS
Emostraat 1,
Assurantie-kantoor
W. MOLENKAMP
Overtonweg
Loterijkantoor
M. OVERTOOM
Assendelverstraat 40 a rood.
Sigarenmagazijn
C. J. PAAUW
Koningstraat lf.
Sigarenmagazijn
Boekhandel en Reiigieuse Artikelen
DAMES STAM, 4
Paul Krugerstraat 19.
L. P. F. VERHOOGD
Leidschevaart 144
Melkhandel
C. VAN DER VLUGT
Pieterkiesstraat 28.
Heemstede:
Sigarenmagazijn
P. VAN ODYK
Raadhuisstraat 30.
Beverwijk:
BIJKANTOOR VOOR BEVERWIJK
EN OMGEVING
Peperstraat 33 - Tel. 2213.
Voor abonnementen, advertentiën,
enz., wende men zich tot bovenge
noemde adressen.
DE ADMINISTRATIE.
Blijkens de Memorie van Antwoord in
zake het voorstel van wet van den heer Al-
barda c.s. tot invoering van de leerver
plichting voor het zevende leerjaar kunnen
de voorstellers de opmerking volgens het
Voorloopig Verslag door zeer vele leden
gemaakt, dat het tijdstip voor de indiening
van dit wetsvoorstel niet goed is gekozen,
niet juist achten.
Toen gebleken was, dat de Regeering niet
voornemens was voldoening te geven van
den tweede der wenschen, door de Kamer
in de motie-Suring, uitgesproken, rekenden
zij zich verplicht nog af te wachten, of de
eerste onderteekenaar dier motie het initia
tief zou nemen, dat zij voor zich overwogen.
Eers toen duidelijk was geworden, dat ge
noemd Kamerlid van den hem gegunden
voorrang geen gebruik wenschte te maken,
achtten de voorstellers den tijd voor de in
diening van hun voorstel gekomen.
Wanneer mocht blijken, dat de Regeering
bereid is geworden invoering van den ze
ven-jarigen leerplicht met 1 Januari a.s. te
bevorderen, dan zullen zij hun voorstep-in-
trekken.
Zoo groot achten de voorstellers het na
deel, hetwelk duizenden kinderen lijden, dat
zij dat niet willen bestendigen ten einde het
bereiken van een evenwicht der Staatsfi
nanciën op een lager peil dan het tegen
woordige te vergemakkelijken en belasting
verlaging mogelijk te maken. Voor hen
weegt het groote geestelijke belang, dat
door de invoering van den zevenjarigen
leerplicht gediend moet worden, zwaarder
dan het belang, waarvoor belastingverlaging
gewenscht wordt. Overigens moge worden
opgemerkt, dat reeds na de aanneming van
de motie-Suring ook de Regeering heeft
verklaard dat votum zoodanig te verstaan,
dat invoering van den zeven-jarigen leer
plicht nu aan verdere belastingverlaging
zou moeten voorafgaan.
De vraag, of de voorstellers zich hebben
vergewist van de meening der Regeering
betreffende de financiëele gevolgen van de
totstandkoming van hun wetsvoorstel, moe
ten de voorstellers ontkennend beantwoor
den. Het lag niet op hun weg met de Regee
ring over hun initiatief-voorstel overleg te
plegen en van haar gegevens te vragen, voor
de toelichting daarvan bruikbaar. Zij mee-
nen zich te moeten bepalen tot het gebruik
van Regeeringsmededeelingen, die aan de
geheele Kamer bekend kunnen zijn. De Re
geering heeft meer dan eens medegedeeld,
dat de invoering van den zeven-jarigen leer
plicht zou leiden tot verhooging van de
Staatsuitgaven met een bedrag van
40.000.000 per jaar. Verreweg het grootste
deel van dat bedrag zal vereischt worden
voor de invoering van het verplichtet zeven
'de leerjaar, waartoe de Regeering met wets
ontwerp 290 zelf het initiatief bereids ge
nomen. heeft. Dat de toestand van 's Rijke
financiën nu niet zou gedoogen van dat ze
vende leerjaar alle kinderen te doen ge
nieten, kunnen de voorstellers, lettende op
de ruime opbrengst der middelen, niet aan
nemen.
Wegens een defect aan den motor deed
Maandagavond omstreeks zes uur het vlieg
tuig D 565 van de Luft-Hansa, ->p een wei
land van den heer D. J. Wassink, bij Al
melo, een noodlanding. Het toestel kwam
daarbij met een vleugel in aanraking met
prikkeldraad, tengevolge waarvan hij brak.
Ook de schroef knapte af.. Twee passa
giers, bestemd voor Essen, hebben hun reis
per trein vervolgd.
Te Bournemouth, de bkende badplaats
aan de Zuidkust v.an Engeland, werden
Maandag handicap-wedstrijden voor vlieg
tuigen gehouden, die, naar een telegram vit
Londen meldt, door duizenden toeschouwers
werden bijgewoond. Bij het maken van een
scherpe vlucht vlogen twee vliegtuigen,
bet eene bestuurd door een van de beste
vliegers uit het Engelsche leger, Longton,
het andere door majoor Openshaw, tegen
elkaar. De machines vlogen zeer laag en
bij het neerkomen op den grond ontplofte
een benzinetank. Een geweldige vlam sloeg
op, waardoor Longton zóó deerlijk werd
verbrand, dat het aanvankelijk onmogelijk
was zijn geheel verkoold lijk uit de puin-
hoopen te bergen. De majoor kon nog
levend uit zijn machine worden getrokken,
doch gedurende het transport naar het zie
kenhuis overleed hij eveneens.
Zaterdag had op 'hetzelfde vliegveld ook
reeds een ongeluk plaats gehad, waarbij
een passagier het leven verloor. Kort na
het opstijgen gleed de machine op den
linkervleugel zijwaarts at en raakte het
seinbord, waarop de nummers der aan den
wedstrijd deelnemende machines zouden
worden vermeld. Het toestel brak in twee-
en en de passagier en de piloot geraakten
onder de brokstukken. De bestuurder kwam
er met een diepe snede over het gelaat af,
doch de passagier had zulke zware verwon
dingen opgeloopen, dat hij in het zieken
huis overleed.
Tijdens een groote vliegdemonstratie te
Essen heeft een ernstig ongeluk plaats ge
had, tengevolge waarvan êen menschenleven
te betreuren valt. Tegen vijf uur 's-middags
stortte een vliegtuig omlaag. Het kwam op
de menigte terecht. Een dertienjarige jon
gen, wiens schedel gekloofd werd. was on
middellijk dood. Bovendien werden acht per
sonen meer of minder ernstig gewond. On
der hen bevindt zich een arbeider uit Essen,
wiens wonden zoo ernstig zijn. dat men
voor zijn leven vreest De vlieger zelf werd
zwaar gewond van onder zijn vernield toe
stel te voorschijn gehaald.
Men veronderstelt, naar aan de „Tel"
gemeld wordt, dat het ongeluk ontstaan is,
doordat de motor op het kritieke oogenblik
niet werkte.
Twee Fransche vliegers Costes en Rignot
hebben geprobeerd van Parijs naar Siberië
te vliegen. Hun poging is mislukt/
De vliegers waren genoodzaakt na 29'A uur
in de lucht te zijn geweest te Nizjny-Taglisk
(gouvernement Perm) te da'en.
Uit een door. het Fransche departement
van Luchtvaart ontvangen telegram blijkt,
dat zij na Zaterdagmorgen te zijn opgeste
gen, Zondagmiddag om ongeveer twee uur,
na ruim vijfduizend K.M. te hebben afge
legd, bevonden, dat zij niet in staat waren
over het Oeralgebergte te vliegen. Daarom
werd besloten een geschikt landingsterrein
te zoeken, doch nog drie uur moest worden
rondgevlogen voor zij een klein stukje
grond midden in een moeras vonden, dat
eenigszins voor een landing geschikt was.
Gedurende vijftien uur van hun vlucht on
dervonden de aviateurs grooten last van
regen, mist en storm.
De veldpolitie te Labosan Roekoe arres
teerde den beruchten communistischen op
ruier Jatoea, die sedert jaren gezocht werd
en op wiens hoofd door de zelfbestuurders
een premie van 500 was gesteld.
Wat is een der oorzaken van de onlusten-
Verschenen is het afdeelingsverslag van
de algemeene beschouwingen van den
Volksraad. Vele leden zijn ingenomen met
de passage in de openingsrede van den G.G.,
waarin gesproken wordt over het commu
nisme. Zij achten het wenscheliik de rappor
ten over de onlusten te Bantam en de
Westkust af te wachten voor heb vaststel
len van hun oordeel. Aangedrongen werd
op het instellen van een commissie van on
derzoek naar het gebeurde te Sanga-Sanga.
Verschillende leden wijzen er op, dat 't vèr-
loren contact tusschen bestuur en bevol
king een der voornaamste oorzaken was,
dat de communisten tegen het gezag sa
menspanden. Zij gaven als hun oordeel te
kennen, dat aan bestaande ontevredenheid
een economischen ondergrond niet ontzegd
kon worden. Verder werden zij veroorzaakt
door den belastingdruk en de miskenning
van de be angen van de bevolking bij de
uitgiften van erfpachtgronden. De bevolking,
die 50 millioen opbrengt aan rente van den
pandhuisdienst en het landbouwcrediet van
de Dessa-banken. gaat onder schuld gebukt.
Enkele leden huldigden de regeering voor
haar maatregelen in zake interneeririgsbe-
sluiten. Verschillende leden juichten de
gratiëering. toe, anderen betreurden haar,
daar ze op de bevolking den indruk zal
maken, dat de regeering zwak is en bij het
bestuur en de politie een gevoel van onze
kerheid zal veroorzaken De noodzakelijk
heid werd betoogd van de reorganisatie van
het dessa-bestuur, voor vereenvoudiging van
het systeem van het bestuur en aanpassing
hiervan aan het Adatgezag. Verder is noo-
dig afsnijding van het contact van de Russi
sche en Nederlandsche communisten met In-
dië, versterking van de machtsmiddelen, re
organisatie van de gezagsorganisatie, ver
spreiding van goede lectuur en toezicht op
den invoer van wapenen.
Stelling werd genomen tegen de rede van
prof. De Savornin Lohman in de Eerste Ka
mer, daar deze vergeet dat Indië thans een
eigen staatkundige sfeer verworpen heeft,
waardoor een strikt ambteliike verhouding
tusschen minister en landvoogd onmogelijk
is. Hulde werd gebracht aan den G.-G.
voor zijn onvermoeide pogingen tot het win
nen van vertrouwen.
Sommige leden hebben bedenkingen tegen
het financieel beleid. De gewone dienst is
met 26% millioen gestegen cn laat 18 mil
lioen aan nieuwe uitgaven, behalve de ver
sterking van de machtsmiddelen. Het over
schot van 1926 is voor een deel het ge
volg van het niet-uitvoeren van werken en
voorts een gevolg van meevallers op de
producten. De verhooging van de raming
van de belastingopbrengst en de prijzen van
tin wordt speculatief genoemd. In de toe
komst zullen leeningen en uitvoering van
de bedrijfswetten millioenen eischen De
verklaring van de regeering dat de economi
sche toestand reden tot dankbaarheid geeft,
wordt bestreden.
Velen geven hun instemming te kennen
met het voornemen tot wijziging van de
samenstelling van den Volksraad. Enkelen
vonden het wenscheliik het aantal inlanders
op te voeren tot 35, terwijl zij dat van de
Europeanen en Chineezen onveranderd
wenschen te laten, op resp. 30 en 5.
De huidige kiesrechtregeling werd onvol
maakt genoemd. Anderen maakten bezwaar
tegen de hanteering van het benoemings
recht, speciaal wat betreft de 2 I.S.D.P.-ers.
Het ambtenarencorps wordt te groot geacht
en de bezetting bij de S.S. en P.T.T. overda
dig genoemd. De uitgaven voor personeel
zijn in de jaren 1924 tot 1928 gestegen met
resp, 6, 6, 10 en 11 millioen.
Het ministerieel antwoord
aan de Tweede Kamer
In een Mem. van Antwoord aan de
Tweede Kamer nopens het wetsontwerp
houdende wettelijke regeling van den Hoo-
den Raad v. Arbeid, zegt de Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid, dat hij het
bezwaar, dat door eenige leden werd ge
opperd in verband met de vertraging van
den toch reeds niet zoo snellen gang der
wetgeving, die van colleges van gelijken
aard als den Hoogen Raad van Arbeid het
gevolg zou zijn, niet gegrond acht. De Hooge
Raad van Arbeid heeft steeds met bekwa
men spoed gearbeid. Ook ten opzichte van
de stagnatie bij de Ziekteverzekering treft
den Raad geen blaam, zooals de Minister
uitvoerig uiteenzet. Aan een bepaling in
het ontwerp, waardoor stagnatie in de
wetgeving ten gevolge van de werkzaam
heid van den Hoogen Raad van Arbeid
zou worden voorkomen, bestaat dan ook
geen behoefte. Het is trouwens niet duide
lijk, hoe zulk een algemeene bepaling zou
moeten luiden.
Uit het feit, dat aan den Raad niet de
vrije beschikking over eigen financiën ge
geven is, mag volgens den Minister niet
worden afgeleid, dat den Raad de noodige
geldmiddelen om zich behoorlijk van zijn
taak te kwijten, zouden worden onthouden.
Het toekennen van het recht van enquête
acht de minister voor een behoorlijke ont
wikkeling van den Hoogen Raad van Ar
beid niet noodig.
De Minister erkent het gevoel van
vrijheidsbelemmering, dat voor den Raad
uit een gedwongen samenkoppeling der
functiën van Minister van Arbeid, Handel
en Nijverheid en voorzitter van den Raad
kan voortvloeien. Hij acht het daarom ge
wenscht 's Raads advies in deze aange
legenheid te volgen en den Raad vrij te
laten een ander tot voorzitter te benoemen
Wenscht de Raad vrijwillig de leiding van
den Minister te aanvaarden, dan bestaat
daartegen geen enkel bezwaar.
De meening, dat dezelfde reden, welke
geleid heeft tot het doen vervallen van het
voorzitterschap van den Minister van Ar
beid, Handel en Nijverheid, behoort te lei
den tot het ontnemen van het stemrecht
aan de ambenaren, die ambtshalve lid van
den Raad zijn, kan de Minister niet deelen.
Een zeker persoonlijk verband tusschen
de Staten-Generaal en den Hoogen Raad
van Arbeid bestaat reeds. Tot het leggen
van een zakelijk verband tusschen de
Volksvertegenwoordiging en den Hoogen
Raad van Arbeid, bestaat reeds. Tot het
.leggen van een zakelijk verband tusschen
de Volksvertegenwoordiging en den Hoogen
Raad van Arbeid, zooals in het voorloopig
verslag door sommige leden wordt in over
weging gegeven kan de minister bij dit
wetsvoorstel zijn medewerking niet ver-
leenen. De Raad is een college van advies
aan de Regeering. Deze heeft te beoor-
deelen welk gevolg zij aan de adviezen van
zoodanig college met betrekking tot haar
wetsvoorstellen zal geven,
Naar het Corr. Bur. van bevoegde zijde
verneemt, heeft de regeering dezer dagen,
na het rapport van de desbetreffende sub
commissie uit de Centrale Commissie voor
Georganiseerd Overleg te hebben ontvan
gen, beslóten, bij de a.s. herclassificatie
geen gemeente te verlagen van de tweede
naar de derde klasse en voorts ettelijke
gemeenten te verhoogen resp. van de
tweede tot de eerste en van de derde tot
de tweede klasse.
Zijn functie en samenstelling.
In de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer in
zake het wetsontwerp tot instelling van een
Postraad, zegt de Minister van Waterstaat,
met voldoening te hebben vernomen, dat de
voorgenomen instelling door veel leden werd
toegejuicht. Voor de vrees, waaraan andere
leden uiting gaven, dat de Postraad zou
worden gebruikt om van door de leiding
niet gewenschte maatregelen gemakkelijk
af te komen, is naar zijn meening geen
grond, noch in de formuleering, noch in de
bedoeling, die bij de instelling van den Post
raad voorzit.
De functie van den Raad is in beginsel:
voorlichting van den Minister, door zelfstan
dige en hoogstaand mannen, die uit eigen
ervaring bekend zijn met de belangen van
publiek, handel, industrie en verkeer en
met de eischen, die een zoo uitgebreide
dienst aan de administratie stelt.- Zulk een
voorlichting maakt het noodzakelijk, dat het
orgaan, waarvan deze wordt verwacht,
zelfstandig is en buiten allen invloed van
het bestuur van 't bedrijf. De personen, die
den Raad samenstellen, moeten niet wor
den aangezien als vertegenwoordigers van
bepaalde goepen van personen of belangen
Daarom acht de Minister het even onjuist
dat de leden in dezen Raad zitting zouden
verkrijgen als rechtstreeksche vertegen
woordigers van handelsbelangen, als zij ver
tegenwoordigers zouden zijn van het perso
neel en zijn organisaties. Wat dit laatste in
het bijzonder betreft, de belangen van het
personeel worden reeds in de Commissie
voor Georganiseerd Overleg behartigd.
Het spreekt van zelf, dat er bij deze be
doeling geen sprake van kn zijn het gebied
de voorlichting te beperken. Uitdrukkelijk
vermeld art. 2, dat het dienen van raad
alle zaken der P. T. T. betreft, zoowel uit
eigen beweging als op verzoek. Een onder
deel der voorlichting verdient afzonderlijke
vermelding: dat, hetwelk betrekking heeft
op de gestie van het bedrijf. Ter bereiking
hiervan is voorgeschreven, dat de Raad een
toezicht houdt op de gestie. Het gebied van
dit toezicht is beperkt tot de wijze, waarop
het Staatsbedrijf zijn maatschappelijke
functie beantwoordt, dat wil dus zeggen
tot die onderwerpen, welke het met dc
maatschappij in aanraking brengen. Hierin
evenwel is geenszins een beperking ge
legen van de bevoegdheid van den Raad
ter zake van zijn adviezen; deze is krach
tens het eerste lid van aft. 2 onbegrensd.
Invloed van het bedrijf als zoodanig is
aan den Postraad niet toegekend: dit is
en blijft uitsluitend onder de bevelen van
den verantwoordelijken minister.
Het is 's ministers voornemen te bevorde
ren, dat in het Kon. besluit bedoeld in art.
4 worde bepaald, dat het aantal leden, den
voorzitter inbegrepen, zal bedragen ten
minste vijf en ten hoogste zeven.
Nog zet de minister uiteen, dat zoo wel
naar de letter als naar den geest het ont
werp in overeenstemming is met art. 78
der Grondwet.
Zondag 12 Juni houdt de R. K. Vereeniging
van Spoor- en Tramwegpersoneel ,St.
Raphaël haar bondsdag te Venlo.
Mochten vorige bondsdagen steeds een
echten Roomschen wapenschouw te aan
schouwen geven, mochten deze den buiten
staander de echte roomsche eenheid too-
nen, deze bondsdag zal een der schitterend
ste worden: een voorproefje van het feest bij
ons 25-jarig jubileum in het a.s. voorjaar.
De Venlosche af deeling zal de Noorder-
lijke broeders met de bekende Limburgsche
gastvrijheid ontvangen, er worden minstens
een 6000 mannen en vrouwen verwacht.
Het programma luidt als volgt: Om 12 uur
zal in de kerk van den H. Martinus een
H Mis worden opgedragen voor het geeste
lijk en tijdelijk welzijn der leden, waaronder
korte toespraak door den Z.Eerw, Bonds-
adviseur. Gedurende de H. Mis zullen de
aanwezige vaandels en banieren (en dit zijn
er ongeveer 94') worden opgesteld op het
priesterkoor tot het brengen der vaandel-
hulde. Na afloop der H. Mis vindt de op
stelling van den stoet plaats. Een viertal
muziekcorpsen zullen den optocht begelei
den. In den stoet, voorafgegaan door het ge
heele hoofdbestuur, zullen twee praalwagens
medegaan, de eene voorstellende den H.
Raphaël, begeleidende Tobias en op den
andere alle rangen en 'groepen der leden uit
de organisatie. Het hoofdbestuur wordt
tijdens het trekken van den optocht langs
het stadhuis officieel door het gemeente
bestuur ontvangen.
Vele Geestelijke zoowel als wereldautori-
teilen zullen ter algemeene vergadering
aanwezig zijn.
De agenda voor de algemeene vergadering
vermeldt o.m.: Openingrede van den
voorzitter. Rede door pater Daim. van der
Geest O.P, Kort woord van den Bondsadvi-
seur. Slotwoord van den voorzitter, 's Mid
dags wordt een concert gegeven aan de
Keulsche poort, welk concert door het ge
meentebestuur aan de bezoekers van den
bondsdag wordt aangeboden.
Onthulling van het standbeeld.
Te Nijmegen heeft Maandag, tweeden
Pinksterdag, een grootsche Canisiushulde
plaats gehad.
Den avond te voren, eersten Pinksterdag,
werd in de groote zaal van de Vereeniging
een feestelijke Canisiusvergadering gehou
den waarop heel Katholiek Nijmegen ver
tegenwoordigd was.
Het woord werd gevoerd door prof, pa
ter B. Mölkenboer O. P.. prof. dr. W. Mul
der S. J., rector magnificus der R. K. Uni
versiteit en door den heer J. v. Gilse,
praeses der P.K- Studentenvereeniging
„Carolus Magnus".
Maandagmorgen droeg Z. D. H. Mgr. A.
Diepen in de kerk van den H. Petrus Ca-
nisius een pontificale Hoogmis op
In den middag vond in de Vereeniging
de plechtige academische zitting plaats der
R.K. Universiteit, waarop drie professoren
der Alma Mater. Prof, Dr. J. Franses O.
F. M., Prof. Dr. Titus Brandsma O, Carin.
en Prof. Dr. Gerard Brom spraken over
den heiligen Petrus Canisius als Kerk
leeraar en over diens in- en uitwendig le
ven.
Na afloop der academische zitting bega
ven zich de hoogleeraren naar het Huner-
park, waar inmiddels ook Z. D. H. Mgr.
Arn. Diepen was aangekomen om de plech
tige onthulling te verrichten.
De professoren waren in vol ornaat. Te
genover het monument was een overdekte
tribune opgeslagen voor Z. D. H. Mgr. Arn.
Diepen, de Hoogeerw. pater E. Beukels,
provinciaal der E.E. P.P. Jesuieten, voor
den senaat en professoren der R. K. Uh*—
versiteit, voor de Eerste Kamerleden P.
Dobbelman en v. d. Lande, het Tweede Ka
merlid van Dijk uit Amsterdam, de loco-
burgemeester, de wethouders en secretaris
der gemeente Nijmegen, nabestaanden van
den H. Petrus Canisius, die allen de plech
tige onthulling bijwoonden.
Toen alle gasten om het nog omhulde
monument vereenigd waren, speelde de St.
Canisiusharmonie koraalmuziek. Dan zette
de harmonie St. Canisius onder leiding
van den heer Pius Broeder, de St. Pieter
fanfare in.
Daarna onthulde mgr. Diepen het stand
beeld.
Toen het doek gevallen was, zette de
Canisiusharmonie het St, Canisiuslied in,
dat door de leerlingen van het St. Cani-
sius-college werd medegezongen.
Pater Borroroaeus de Greeve O. F. M.
sprak de feestrede uit.
Namens de nabestaanden van den heili
gen Petrus Canisius werd nu het wcord
gevoerd door Jhr. J. van der Heijden van
.Doornenburg uit Amersfoort.
Spr. dankte Katholiek Nijmegen en in
het bijzonder het Canisiuscomité voor wat
het gedaan had om de nagedachtenis van
een van zijn grootste zonen te eeren.
Mr. J. F. A, M. Wierdels droeg vervol
gens namens het St Canisiuscomité het
standbeeld aan de gemeente Nijmegen over,
dat door den waarnemenden burgemeester,
den wethouder, den heer W. v. d. Waarden,
werd aanvaard.
Na deze officieele overdracht volgde het
défilé van de deputaties van ruim veertig
R.K. Vereenigingen op religieus gebied uit
Nijmegen.
In het klooster der Paters Capucijnen te
'sBosch had de aanbesteding plaats van den
bovenbouw van de te bouwen kerk met rec
toraat te Rotterdam aan den Dorpsweg 25,
Charlois. Laagste inschrijvers waren: Gebr.
van Crey te Rosmalen N.B. voor 157.800.
Z. D. H. Mgr. Van de Wetering heeft, op
voordracht van het Bestuur, bekrachtigd de
benoeming tot bestuurslid van Professor
Mr. E. J. J. van der Heijden, hoogleeraar
aan de Keizer Karei Universiteit te Nij
megen.
Te Amsterdam is op de Mauritskade, al
daar, een vrouw van 96 iaar de volgende
maand zou zij 97 worden op treurige
wijze om het leven gekomen. Men vond
haar dood in haar keukentje liggen, terwijl
de gaskraan open stond. Vermoedelijk heeft
zij bij het poetsen van een gasstel het
kraantje opfengestooten, waarna zii den ver
stikkingsdood is gestorven.
Doodelijk ongeluk op den Amersfoorlschen
straatweg.
Op den Amersfoortschen straatweg is een
ernstig motorongeval gebeurd. Door 'het
springen van den achterband van een motor
rijwiel. werden de bestuurder en een dame,
die als duo-rijdster meereed, er af geslin
gerd. De bestuurder kwam er ongedeerd af,
maar de dame werd zoodanig aan het hoofd
gewond, dat zij in een passeerende auto
opgenomen en naar de Maiella-stichting
vervoerd moest worden. Thans :s de
ongelukkige aan de bekomen wonden over
leden.
Terwijl er een dienst plaats had sloeg
tijdens een kort hevig onweder de bliksem
in het kerkgebouw der Ned. Herv. te Hui
zen. De bliksem trof de electrische gelei
ding van het orgel, terwiji enkele ruiten
rinkelend op den grond vielen Vele toe
hoorders schrokken zeer en verlieten gil
lend het kerkgebouw.
Verdere onheilen kwamen niet voor. Door
het gedrang bij het verlaten van het ge
bouw vielen enkele personen flauw.
Zaterdag, toen de heer K H., beambte van
den Waterstaat te Kampen met zijn motor
boot naar Schokland voer. ontplofte plotse
ling vlak bij de haven de motor,, met het
ongelukkig gevolg, dat de man hevige
brandwonden kreeg aan hoofd en bovenlijf.
Onmiddellijk was hulp bij de 4iand en werd
de gewonde voorloopig behandeld door een
militair verpleger, om daarna in bedenkelij-
ken toestand naar het Ziekenhuis te wor
den vervoerd
De beteekenis ervan voor Nederland.
Over de afgevaardigden. De eerste
zitting.
Helsingfors, Vrijdagavond
Er is een liedje „It's a long, long way to
Tipperrary Nu ben ik nooit in Tipperrary
geweest en ik weet ergo niet hoever het is,
maar de hemel gbve, dat het wat meer in
de buprt ligt dan Helsingfors. Het is altijd
penibel als er voor een kwaal ettelijke ge
neesmiddelen zijn, omdat daarmee in stilte
bewezen is, dat geen een volmaakt is, want
andeers waren die andere niet noodig. Even
zeer is het penibel als men ergens op zooveel
verschillende wijzen kan komen en dit geldt
voor Helsingfors. Daar hebben we allereerst
de route over Stockholm, dan over Stettin,
dan over Lubeck, dan over Reval en nu tel
ik alle andere booten en bootjes nog niets
eens mee en evenmin de weg over Lieningrad.
Maar van welke kant we de zaak ook be
kijken, een reis van Warmond naar Helsing
fors duurt precies drie volle dagen en ik heb
ervan kunnen genieten.
Nu werd de reis tot Stockholm aanmerke
lijk bekort door het gezelschap van de heeren
Fischer en Hirschman en met zijn drietjes
hebben we er tenslotte van moeten maken
wat ervan te maken viel. In Stockholm ging
Hirschman meteen door om in Helsingfors
vast de preperatieven te maken voor het
Congres. Ons schuitje schommelde eerst
een dag later tusschen de Zweedsche hoofd
stad en het Finsche plaatsje Abö, en het gros
der gedelegeerden was aan boord We hebben
eigenlijk op deze „Birger Jarl" meer ver
gaderd dan straks op de vergaderingen mo
gelijk is. Tot diep in den nacht bleef het
gansche gezelschap verdiept in probleemen
van velerlei aard.
Voor Nederland heeft dit Congres zooals
U weet bijzondere beteekenis omdat er zal
worden uitgemaakt of de voetballers ter
Olympiade zullen verschijnen, ja of neen.
Er liggen namelijk voetangels en klemmen.
Immers het Comité Internationale Olympique
heeft bepaald dat vergoeding voor loonder
ving verboden is en de F.I.F.A. de inter
nationale voetbalfcderatie -— wil die ver
goeding toegestaan hebben. Er dient ergo
een oplossing gevonden te worden voor
deze twee-strijdigheid.
De grootste oppositie komt uit Centraal-
Europeeschen hoek. De andere landen willen
er gaarne een mouw aan passen, maar die
landen die het professionalisme officieel
hebben ingevoerd, te weten Oostenrijk,
Tsjecho-Slowakije en Hongarije, staan op
het standpunt, dat zij met hun zwakke
amateur-ploeg niet ter Olympiade kunnen
verschijnen, daar zij een reputatie te ver
liezen hebben. Ik heb met Hugo Meisl deze
zaak uit den treure besproken en daarbij ver
nomen dat Oostenrijk slechts wil deelnemen
met een gemengde ploeg of met een zuivere
professional-ploeg, hetgeen bqide volgens
Olympische reglementen uitgesloten is. De
eenige oplossing die Meisl aangaf was een
internationaal voetbal-tournooi te Amster
dam buiten de Olympiade om, onder con
trole der F.I.F.A.
Met alle respect voor den Oostenrijkschen
afgevaardigde het moet al heel raar loopen
wil de F.I.F.A. op dat voorstel ingaan. Voor
zoover ik het op het oogenblik beschouwen
kan telegrafische resultaten hebben moge
lijk de juistheid van het bovenstaande reeds
bevestigd zijn de neuzen allang geteld
en wordt er wel degelijk op de Olympiade
gevoetbald. Men zal daarbij de uitlating van
Graaf de Baillet-Latour, den» voorzitter
van het C.I.O., die immers verklaard heeft
dzt de vergoeding wel mocht worden ge
geven aan de familie, maar niet aan den
speler, beschouwen als een officieele uit
lating van het C.I.O. en de verschillende lan
den zullen hun inschrijving gestand doen,
ook al blijven Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije
en Hongarije weg. Meisl cum suis gaan vrij
wel zeker de nederlaag tegemoet.
Maar niet op dit eene punt zal het centraal-
Europeesche blok aan het kortste eind
trekken. Immers de heeren hebben voor
gesteld Amerika als lid der F.I.F.A. te schrap
pen omdat men in Amerika niet scherp toe-
ziet.dat spelers uit de centrale landen worden
weggekocht. Inderdaad is het voor vereeni
gingen als Hakoah en dergelijke zeer on
aangenaam dat men er aan de overzijde een
Zeer eigenaardige interpretatie op na houdt
van de reglementen der F.I.F.A.,maar er zijn
andere maatregelen om de Yankees dat aan
het verstand te brengen dan boycotten.
Enfin, we zullen zien.
En zoo hebben we dan heden de eerste
zitting van het congres gehad. Het begon
met de gebruikelijke officieele opening. Een
minister sprak in vloeiend Finsch een ope
nings-speech af waar uit den aard der zaak
geen sterveling wat van verstond, maar die
niettemin met krachtig applaus beantwoord
werd. Daarna hield Rimet een rede over
het huidige voetbal en hij khoopte dat het
Congres de verschillende kwesties tot een
algemeene oplossing zou kunnen brengen.
Met zijn welbespraaktheid en diplomatiek
talent gaf hij hier en daar een aanwijzing,
en ook deze rede werd door de vergadering
met luid geklap onderstreept. Er was verder
geen eerewijn of sherry omdat Finland, on
danks zijn vele water, een droog land is. Net
zoo droog als Amerika. Met andere woorden
van alles te krijgen. Maar niet bij officieele
openingen.
Ik zal u een soort notulen van het congres
besparen. Het is nu eenmaal gruwelijk ver
velend om naar eindeloos gepraat over aller
lei kleinigheden te luisteren en nog wel
in drie talen en evenmin moet het vreese-
lijk saai worden om woord voor woord te
lezen wat meneer Seeldrayers en me eer
Meisl nu eigenlijk te vertellen hadden over ee
wedstrijd in Valparaiso, zooals vanmiddag
geschiedde.
De zaak is hier anders keurig ingericht
dank zij de goede zorgen van von Fraenkell,
de Finsche praeses. We zijn ondergebracht
in het vroeger parlements-huis, waaf" een
groote vergaderzaal voor het congres nog
eens opnieuw is ingericht. Heel hoog troont
Rimet en wat lager Hirschman en zijn
bestuurs-confreres, te weten Bonnet (Zwit
serland), Mario Ferretti (Italië) en Oestrup
(Denemarken).
nadat Seeldrayers enkele finesses, waarover
hij een heel jaar heeft nagedacht, naar voren
had geschoven Charivarius, weer iets voor
de Groene Daarna dook het congres als
gebrijuikelijk in de eindeloos diepe zee van
discussies over alles en nog wat. Heel handig
riet Rimet het gepraat begaan om zooals
het bij cricket heet „den tijd uit te spelen".
Immers Rimet vermeed hierdoor dat de
„Amerikaansche kwestie", vandaag nog ter
sprake kon worden gebracht. In de avond
uren heeft men dan nog niet om onderling
uren heeft men dan nog tijd om onderling
tot een vergelijk te komen wat het geheel
slechts ten goede komen kan.
We kunnen voor heden hiermee volstaan.
Morgen begint het pas goed. Dan .komen
achter elkaar ter tafel het Yankee-vraagstuk
de Europa-Cup, en de Olympiade van Am
sterdam. Als de teekenen niet bedriegen zal
de Meisl-ploeg worden geslagen met drie
nul.
Wat voor de Majesteit een hard gelag
zou zijn.
Hoe de wind gewaaid is deel ik u dan mede
in een volgend artikel.
H. ROOZEN
Het gemeentebestuur van Tholen zal op
20 Juni aanbesteden het maken van een brug
over de Eendracht met bijbehoorende wer
ken.
NEW YORK, 7 Juni. In Amerika
heerscht veel enthousiasme over het slagen
van de vlucht van Chamberlin over den
Oceaan. Er is meer geestdrift, dan men na
d entocht van Lindbergh had verwacht.
NEW YORK, 7 Juni. De echtgenootcn
van Chamberlin en Levine hebben zich te
middernacht ingescheept voor haar reis naar
Europa. Zij reizen op uitnoodiging van de
Duitsche regeering.
Ni et-katholieken gaan nogal gaarne hun
licht opsteken in de smaadschriften van den
afgevallen priester (geen Pater) Chiniqui,
wanneer zij iets willen weten over katho
lieke zaken, vooral over de Biecht.
't Kan daarom voor hen van belang zijn
te vernemen, wat Pater F. Otten, O. P. in
..Het Schild" over dezen ongelukkige en
zijn werken weet te vertellen. De eerwaarde
schrijver zegt:
„De boeken van Chiniqui zijn absoluut on
betrouwbaar, hij legt het er overal zoo dik
°P. generaliseert zoo onwetenschappelijk,
zet alles en alles in zoo donkere kleuren,
dat het werkelijk wonder is, dat een ernstig
mensch er een uur aan verknoeit. Van zulk
een mensch kan ook moeilijk iets anders
verwacht worden.
Want ik moet en wil nu eens een boekje
opendoen over het persoonlijk leven van
dien ongelukkige. Onlangs is er in het
„Zoeklicht" over gedisputeerd of de man
wel bestaan heeft. Een dispuut daarover
was dom, want hij heeft zeer zeker be
staan. Ik heb in Amerika zelf mijn licht op
gestoken over hem en het volgende werd
mij door een geleerd en absoluut vertrouwd
persoon medegedeeld. ÜWat Pater Otten
gaat zeggen is voor onze katholieke kringen
geen nieuws meer):
Chiniqui is of liever was Amerikaan, want
hij is nu dood. Hij werd geboren in Kama-
rouska in Canada, studeerde aan het Semi
narie van Quebec en werd priester gewijd
in 1843. Al spoedig verwaarloosde hij zijn
plichten, bedreef zooveel excessen en on
gerechtigheden, dat hij 23 September 1851
door zijn geestelijke overheid werd ver
oordeeld, in zijn priesterlijk werk geschorst
en afgezet. Deze straf wordt in de Katho
lieke Kerk hoogst zelden toegepast en ver
onderstelt groote misdrijven. Hij verliet
Canada, verbleef in verschillende plaatsen
van Illinois (Vereenigde Staten), totdat de
bisschop van Chicago er achter kwam wie
hij was en hem opnieuw afzette in Novem
ber 1856. Toen trok hij naar Europa on»
geld in te zamelen voor een gefingeerd
Seminarie met 30 hoopgevende jonge man
nen. Daar was niets van waar. In 1862 ont
dekte men het bedrog en de oplichterij; hij
had noch seminarie, noch seminaristen. Toen
werd hij Protestant, ging over tot de Pres
byterianen. Al spoedig werd hij door de
Presbyteriaansche Synode beschuldigd van
fraude en oplichterij. Hij bleef echter nog
in de Presbyteriaansche kerk. Na eenigen
tijd werd hij opnieuw aangeklaagd en ver
oordeeld om de verduisteirng en verkwis
ting van aanzienlijke sommen gelds. Hij
•werd toen door de Presbyterianen uit de
kerk gezet. Hij zwierf toen nog eenige jaren
rond en schreef eenige lasterende boekjes
tegen de Katholieke Kerk. Dat is de per
soon van „Vadertje" Chiniqui. Wel een
ridder van 'de droevige figuur. En dat zou
dan de man moeten zijn, die de protestan
ten, die hem ia Amerika wegjoegen uit
hun Kerk, moeten inlichten over de Katho
lieke leer en ebruiken. Niets zou me liever
zijn, dat dat de Protestanten en speciaal
Johan de Heer in het Zoeklicht eens gingen
onderzoeken naar de waarheid van hetgeen
ik hier gezegd heb. Ik vrees geen onder,
zoek en vertrouw dat door een ernstigonder.
zoek naar zijn persoon en werken Chmiqto
van zijn voetstuk wordt gestooten, waarop
een kleingeestige en eenzijdige partijzucht
en bekrompen anti-papisme hem geplaatst
hebben." -j
Wij hebben aan deze woorden maar we*
nig toe te voegen.
Slechts dit! Zou het voor niet-kathoheken,
vooral voor redacties van niet-katholieke
bladen en blaadjes, nu geen tijd worden
om hun oordeel over katholieke zaken,
welke zij alleen maar uit troebele bronnen
van dergelijke schrijvers schijnen te ketmea,
eens grondig te herzien? ai
F. C,