Nieuwe Haarlemsche Courant VIE VAS CHIN1QUI AAN ONZE LEZERS Bijkantoren. BINNENLANDSCH NIEUWS. De verplichtbaarstelling van het zevende leerjaar. LUCHTVERKEER. Noodlanding van een Duitsch vliegtuig Handicap-wedstrijden met een tragisch einde. Het noodlottig einde van een vliegtuigdemonstratie ParijsSiberië mislukt. UIT ONZE OOST. Een berucht opruier achter slot. De actie tegen het communisme in Ned.-Indië. SOCIAAL LEVEN. De wettelijke regeling van den Hoogen Raad van Arbeid. De herclassificatie v. gemeenten De instelling van een postraad. Paradedag „St. Raphael". KERK EN SCHOOL. De Canisius-hulde te Nijmegen. Aanbesteding kerk. Nuyensfonds. GEMENGD NIEUWS. Door gasbedwelming gestikt. De fatale achterband. Paniek in een kerk. Een motorontploffing in een boot. SPORT EN WEDSTRIJDEN. Het Intern. Voetbalcongres. Spoort al Uw kennissen aan hun vraag- en aanbod-adver tenties te plaatsen inonze eigen LAATSTE NIEUWS. Een brug over de Eendracht. Veel enthousiasme in Amerika. Naar Europa. i De Bijkantoren van de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT zijn als volgt gevestigd: Haarlem: v I Sigarenmagazijn 1 L. VAN BERKEL Burgwal 115, Boekhandel FIRMA H. COEBERGH Ged. Oude Gracht 74 F. W. A. BROM Krocht 8. W. P. VAN EEKHOUT Breestraaf 30, Voor Bavodorp en omgeving: J. TH. ELLIGENS Emostraat 1, Assurantie-kantoor W. MOLENKAMP Overtonweg Loterijkantoor M. OVERTOOM Assendelverstraat 40 a rood. Sigarenmagazijn C. J. PAAUW Koningstraat lf. Sigarenmagazijn Boekhandel en Reiigieuse Artikelen DAMES STAM, 4 Paul Krugerstraat 19. L. P. F. VERHOOGD Leidschevaart 144 Melkhandel C. VAN DER VLUGT Pieterkiesstraat 28. Heemstede: Sigarenmagazijn P. VAN ODYK Raadhuisstraat 30. Beverwijk: BIJKANTOOR VOOR BEVERWIJK EN OMGEVING Peperstraat 33 - Tel. 2213. Voor abonnementen, advertentiën, enz., wende men zich tot bovenge noemde adressen. DE ADMINISTRATIE. Blijkens de Memorie van Antwoord in zake het voorstel van wet van den heer Al- barda c.s. tot invoering van de leerver plichting voor het zevende leerjaar kunnen de voorstellers de opmerking volgens het Voorloopig Verslag door zeer vele leden gemaakt, dat het tijdstip voor de indiening van dit wetsvoorstel niet goed is gekozen, niet juist achten. Toen gebleken was, dat de Regeering niet voornemens was voldoening te geven van den tweede der wenschen, door de Kamer in de motie-Suring, uitgesproken, rekenden zij zich verplicht nog af te wachten, of de eerste onderteekenaar dier motie het initia tief zou nemen, dat zij voor zich overwogen. Eers toen duidelijk was geworden, dat ge noemd Kamerlid van den hem gegunden voorrang geen gebruik wenschte te maken, achtten de voorstellers den tijd voor de in diening van hun voorstel gekomen. Wanneer mocht blijken, dat de Regeering bereid is geworden invoering van den ze ven-jarigen leerplicht met 1 Januari a.s. te bevorderen, dan zullen zij hun voorstep-in- trekken. Zoo groot achten de voorstellers het na deel, hetwelk duizenden kinderen lijden, dat zij dat niet willen bestendigen ten einde het bereiken van een evenwicht der Staatsfi nanciën op een lager peil dan het tegen woordige te vergemakkelijken en belasting verlaging mogelijk te maken. Voor hen weegt het groote geestelijke belang, dat door de invoering van den zevenjarigen leerplicht gediend moet worden, zwaarder dan het belang, waarvoor belastingverlaging gewenscht wordt. Overigens moge worden opgemerkt, dat reeds na de aanneming van de motie-Suring ook de Regeering heeft verklaard dat votum zoodanig te verstaan, dat invoering van den zeven-jarigen leer plicht nu aan verdere belastingverlaging zou moeten voorafgaan. De vraag, of de voorstellers zich hebben vergewist van de meening der Regeering betreffende de financiëele gevolgen van de totstandkoming van hun wetsvoorstel, moe ten de voorstellers ontkennend beantwoor den. Het lag niet op hun weg met de Regee ring over hun initiatief-voorstel overleg te plegen en van haar gegevens te vragen, voor de toelichting daarvan bruikbaar. Zij mee- nen zich te moeten bepalen tot het gebruik van Regeeringsmededeelingen, die aan de geheele Kamer bekend kunnen zijn. De Re geering heeft meer dan eens medegedeeld, dat de invoering van den zeven-jarigen leer plicht zou leiden tot verhooging van de Staatsuitgaven met een bedrag van 40.000.000 per jaar. Verreweg het grootste deel van dat bedrag zal vereischt worden voor de invoering van het verplichtet zeven 'de leerjaar, waartoe de Regeering met wets ontwerp 290 zelf het initiatief bereids ge nomen. heeft. Dat de toestand van 's Rijke financiën nu niet zou gedoogen van dat ze vende leerjaar alle kinderen te doen ge nieten, kunnen de voorstellers, lettende op de ruime opbrengst der middelen, niet aan nemen. Wegens een defect aan den motor deed Maandagavond omstreeks zes uur het vlieg tuig D 565 van de Luft-Hansa, ->p een wei land van den heer D. J. Wassink, bij Al melo, een noodlanding. Het toestel kwam daarbij met een vleugel in aanraking met prikkeldraad, tengevolge waarvan hij brak. Ook de schroef knapte af.. Twee passa giers, bestemd voor Essen, hebben hun reis per trein vervolgd. Te Bournemouth, de bkende badplaats aan de Zuidkust v.an Engeland, werden Maandag handicap-wedstrijden voor vlieg tuigen gehouden, die, naar een telegram vit Londen meldt, door duizenden toeschouwers werden bijgewoond. Bij het maken van een scherpe vlucht vlogen twee vliegtuigen, bet eene bestuurd door een van de beste vliegers uit het Engelsche leger, Longton, het andere door majoor Openshaw, tegen elkaar. De machines vlogen zeer laag en bij het neerkomen op den grond ontplofte een benzinetank. Een geweldige vlam sloeg op, waardoor Longton zóó deerlijk werd verbrand, dat het aanvankelijk onmogelijk was zijn geheel verkoold lijk uit de puin- hoopen te bergen. De majoor kon nog levend uit zijn machine worden getrokken, doch gedurende het transport naar het zie kenhuis overleed hij eveneens. Zaterdag had op 'hetzelfde vliegveld ook reeds een ongeluk plaats gehad, waarbij een passagier het leven verloor. Kort na het opstijgen gleed de machine op den linkervleugel zijwaarts at en raakte het seinbord, waarop de nummers der aan den wedstrijd deelnemende machines zouden worden vermeld. Het toestel brak in twee- en en de passagier en de piloot geraakten onder de brokstukken. De bestuurder kwam er met een diepe snede over het gelaat af, doch de passagier had zulke zware verwon dingen opgeloopen, dat hij in het zieken huis overleed. Tijdens een groote vliegdemonstratie te Essen heeft een ernstig ongeluk plaats ge had, tengevolge waarvan êen menschenleven te betreuren valt. Tegen vijf uur 's-middags stortte een vliegtuig omlaag. Het kwam op de menigte terecht. Een dertienjarige jon gen, wiens schedel gekloofd werd. was on middellijk dood. Bovendien werden acht per sonen meer of minder ernstig gewond. On der hen bevindt zich een arbeider uit Essen, wiens wonden zoo ernstig zijn. dat men voor zijn leven vreest De vlieger zelf werd zwaar gewond van onder zijn vernield toe stel te voorschijn gehaald. Men veronderstelt, naar aan de „Tel" gemeld wordt, dat het ongeluk ontstaan is, doordat de motor op het kritieke oogenblik niet werkte. Twee Fransche vliegers Costes en Rignot hebben geprobeerd van Parijs naar Siberië te vliegen. Hun poging is mislukt/ De vliegers waren genoodzaakt na 29'A uur in de lucht te zijn geweest te Nizjny-Taglisk (gouvernement Perm) te da'en. Uit een door. het Fransche departement van Luchtvaart ontvangen telegram blijkt, dat zij na Zaterdagmorgen te zijn opgeste gen, Zondagmiddag om ongeveer twee uur, na ruim vijfduizend K.M. te hebben afge legd, bevonden, dat zij niet in staat waren over het Oeralgebergte te vliegen. Daarom werd besloten een geschikt landingsterrein te zoeken, doch nog drie uur moest worden rondgevlogen voor zij een klein stukje grond midden in een moeras vonden, dat eenigszins voor een landing geschikt was. Gedurende vijftien uur van hun vlucht on dervonden de aviateurs grooten last van regen, mist en storm. De veldpolitie te Labosan Roekoe arres teerde den beruchten communistischen op ruier Jatoea, die sedert jaren gezocht werd en op wiens hoofd door de zelfbestuurders een premie van 500 was gesteld. Wat is een der oorzaken van de onlusten- Verschenen is het afdeelingsverslag van de algemeene beschouwingen van den Volksraad. Vele leden zijn ingenomen met de passage in de openingsrede van den G.G., waarin gesproken wordt over het commu nisme. Zij achten het wenscheliik de rappor ten over de onlusten te Bantam en de Westkust af te wachten voor heb vaststel len van hun oordeel. Aangedrongen werd op het instellen van een commissie van on derzoek naar het gebeurde te Sanga-Sanga. Verschillende leden wijzen er op, dat 't vèr- loren contact tusschen bestuur en bevol king een der voornaamste oorzaken was, dat de communisten tegen het gezag sa menspanden. Zij gaven als hun oordeel te kennen, dat aan bestaande ontevredenheid een economischen ondergrond niet ontzegd kon worden. Verder werden zij veroorzaakt door den belastingdruk en de miskenning van de be angen van de bevolking bij de uitgiften van erfpachtgronden. De bevolking, die 50 millioen opbrengt aan rente van den pandhuisdienst en het landbouwcrediet van de Dessa-banken. gaat onder schuld gebukt. Enkele leden huldigden de regeering voor haar maatregelen in zake interneeririgsbe- sluiten. Verschillende leden juichten de gratiëering. toe, anderen betreurden haar, daar ze op de bevolking den indruk zal maken, dat de regeering zwak is en bij het bestuur en de politie een gevoel van onze kerheid zal veroorzaken De noodzakelijk heid werd betoogd van de reorganisatie van het dessa-bestuur, voor vereenvoudiging van het systeem van het bestuur en aanpassing hiervan aan het Adatgezag. Verder is noo- dig afsnijding van het contact van de Russi sche en Nederlandsche communisten met In- dië, versterking van de machtsmiddelen, re organisatie van de gezagsorganisatie, ver spreiding van goede lectuur en toezicht op den invoer van wapenen. Stelling werd genomen tegen de rede van prof. De Savornin Lohman in de Eerste Ka mer, daar deze vergeet dat Indië thans een eigen staatkundige sfeer verworpen heeft, waardoor een strikt ambteliike verhouding tusschen minister en landvoogd onmogelijk is. Hulde werd gebracht aan den G.-G. voor zijn onvermoeide pogingen tot het win nen van vertrouwen. Sommige leden hebben bedenkingen tegen het financieel beleid. De gewone dienst is met 26% millioen gestegen cn laat 18 mil lioen aan nieuwe uitgaven, behalve de ver sterking van de machtsmiddelen. Het over schot van 1926 is voor een deel het ge volg van het niet-uitvoeren van werken en voorts een gevolg van meevallers op de producten. De verhooging van de raming van de belastingopbrengst en de prijzen van tin wordt speculatief genoemd. In de toe komst zullen leeningen en uitvoering van de bedrijfswetten millioenen eischen De verklaring van de regeering dat de economi sche toestand reden tot dankbaarheid geeft, wordt bestreden. Velen geven hun instemming te kennen met het voornemen tot wijziging van de samenstelling van den Volksraad. Enkelen vonden het wenscheliik het aantal inlanders op te voeren tot 35, terwijl zij dat van de Europeanen en Chineezen onveranderd wenschen te laten, op resp. 30 en 5. De huidige kiesrechtregeling werd onvol maakt genoemd. Anderen maakten bezwaar tegen de hanteering van het benoemings recht, speciaal wat betreft de 2 I.S.D.P.-ers. Het ambtenarencorps wordt te groot geacht en de bezetting bij de S.S. en P.T.T. overda dig genoemd. De uitgaven voor personeel zijn in de jaren 1924 tot 1928 gestegen met resp, 6, 6, 10 en 11 millioen. Het ministerieel antwoord aan de Tweede Kamer In een Mem. van Antwoord aan de Tweede Kamer nopens het wetsontwerp houdende wettelijke regeling van den Hoo- den Raad v. Arbeid, zegt de Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, dat hij het bezwaar, dat door eenige leden werd ge opperd in verband met de vertraging van den toch reeds niet zoo snellen gang der wetgeving, die van colleges van gelijken aard als den Hoogen Raad van Arbeid het gevolg zou zijn, niet gegrond acht. De Hooge Raad van Arbeid heeft steeds met bekwa men spoed gearbeid. Ook ten opzichte van de stagnatie bij de Ziekteverzekering treft den Raad geen blaam, zooals de Minister uitvoerig uiteenzet. Aan een bepaling in het ontwerp, waardoor stagnatie in de wetgeving ten gevolge van de werkzaam heid van den Hoogen Raad van Arbeid zou worden voorkomen, bestaat dan ook geen behoefte. Het is trouwens niet duide lijk, hoe zulk een algemeene bepaling zou moeten luiden. Uit het feit, dat aan den Raad niet de vrije beschikking over eigen financiën ge geven is, mag volgens den Minister niet worden afgeleid, dat den Raad de noodige geldmiddelen om zich behoorlijk van zijn taak te kwijten, zouden worden onthouden. Het toekennen van het recht van enquête acht de minister voor een behoorlijke ont wikkeling van den Hoogen Raad van Ar beid niet noodig. De Minister erkent het gevoel van vrijheidsbelemmering, dat voor den Raad uit een gedwongen samenkoppeling der functiën van Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid en voorzitter van den Raad kan voortvloeien. Hij acht het daarom ge wenscht 's Raads advies in deze aange legenheid te volgen en den Raad vrij te laten een ander tot voorzitter te benoemen Wenscht de Raad vrijwillig de leiding van den Minister te aanvaarden, dan bestaat daartegen geen enkel bezwaar. De meening, dat dezelfde reden, welke geleid heeft tot het doen vervallen van het voorzitterschap van den Minister van Ar beid, Handel en Nijverheid, behoort te lei den tot het ontnemen van het stemrecht aan de ambenaren, die ambtshalve lid van den Raad zijn, kan de Minister niet deelen. Een zeker persoonlijk verband tusschen de Staten-Generaal en den Hoogen Raad van Arbeid bestaat reeds. Tot het leggen van een zakelijk verband tusschen de Volksvertegenwoordiging en den Hoogen Raad van Arbeid, bestaat reeds. Tot het .leggen van een zakelijk verband tusschen de Volksvertegenwoordiging en den Hoogen Raad van Arbeid, zooals in het voorloopig verslag door sommige leden wordt in over weging gegeven kan de minister bij dit wetsvoorstel zijn medewerking niet ver- leenen. De Raad is een college van advies aan de Regeering. Deze heeft te beoor- deelen welk gevolg zij aan de adviezen van zoodanig college met betrekking tot haar wetsvoorstellen zal geven, Naar het Corr. Bur. van bevoegde zijde verneemt, heeft de regeering dezer dagen, na het rapport van de desbetreffende sub commissie uit de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg te hebben ontvan gen, beslóten, bij de a.s. herclassificatie geen gemeente te verlagen van de tweede naar de derde klasse en voorts ettelijke gemeenten te verhoogen resp. van de tweede tot de eerste en van de derde tot de tweede klasse. Zijn functie en samenstelling. In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer in zake het wetsontwerp tot instelling van een Postraad, zegt de Minister van Waterstaat, met voldoening te hebben vernomen, dat de voorgenomen instelling door veel leden werd toegejuicht. Voor de vrees, waaraan andere leden uiting gaven, dat de Postraad zou worden gebruikt om van door de leiding niet gewenschte maatregelen gemakkelijk af te komen, is naar zijn meening geen grond, noch in de formuleering, noch in de bedoeling, die bij de instelling van den Post raad voorzit. De functie van den Raad is in beginsel: voorlichting van den Minister, door zelfstan dige en hoogstaand mannen, die uit eigen ervaring bekend zijn met de belangen van publiek, handel, industrie en verkeer en met de eischen, die een zoo uitgebreide dienst aan de administratie stelt.- Zulk een voorlichting maakt het noodzakelijk, dat het orgaan, waarvan deze wordt verwacht, zelfstandig is en buiten allen invloed van het bestuur van 't bedrijf. De personen, die den Raad samenstellen, moeten niet wor den aangezien als vertegenwoordigers van bepaalde goepen van personen of belangen Daarom acht de Minister het even onjuist dat de leden in dezen Raad zitting zouden verkrijgen als rechtstreeksche vertegen woordigers van handelsbelangen, als zij ver tegenwoordigers zouden zijn van het perso neel en zijn organisaties. Wat dit laatste in het bijzonder betreft, de belangen van het personeel worden reeds in de Commissie voor Georganiseerd Overleg behartigd. Het spreekt van zelf, dat er bij deze be doeling geen sprake van kn zijn het gebied de voorlichting te beperken. Uitdrukkelijk vermeld art. 2, dat het dienen van raad alle zaken der P. T. T. betreft, zoowel uit eigen beweging als op verzoek. Een onder deel der voorlichting verdient afzonderlijke vermelding: dat, hetwelk betrekking heeft op de gestie van het bedrijf. Ter bereiking hiervan is voorgeschreven, dat de Raad een toezicht houdt op de gestie. Het gebied van dit toezicht is beperkt tot de wijze, waarop het Staatsbedrijf zijn maatschappelijke functie beantwoordt, dat wil dus zeggen tot die onderwerpen, welke het met dc maatschappij in aanraking brengen. Hierin evenwel is geenszins een beperking ge legen van de bevoegdheid van den Raad ter zake van zijn adviezen; deze is krach tens het eerste lid van aft. 2 onbegrensd. Invloed van het bedrijf als zoodanig is aan den Postraad niet toegekend: dit is en blijft uitsluitend onder de bevelen van den verantwoordelijken minister. Het is 's ministers voornemen te bevorde ren, dat in het Kon. besluit bedoeld in art. 4 worde bepaald, dat het aantal leden, den voorzitter inbegrepen, zal bedragen ten minste vijf en ten hoogste zeven. Nog zet de minister uiteen, dat zoo wel naar de letter als naar den geest het ont werp in overeenstemming is met art. 78 der Grondwet. Zondag 12 Juni houdt de R. K. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel ,St. Raphaël haar bondsdag te Venlo. Mochten vorige bondsdagen steeds een echten Roomschen wapenschouw te aan schouwen geven, mochten deze den buiten staander de echte roomsche eenheid too- nen, deze bondsdag zal een der schitterend ste worden: een voorproefje van het feest bij ons 25-jarig jubileum in het a.s. voorjaar. De Venlosche af deeling zal de Noorder- lijke broeders met de bekende Limburgsche gastvrijheid ontvangen, er worden minstens een 6000 mannen en vrouwen verwacht. Het programma luidt als volgt: Om 12 uur zal in de kerk van den H. Martinus een H Mis worden opgedragen voor het geeste lijk en tijdelijk welzijn der leden, waaronder korte toespraak door den Z.Eerw, Bonds- adviseur. Gedurende de H. Mis zullen de aanwezige vaandels en banieren (en dit zijn er ongeveer 94') worden opgesteld op het priesterkoor tot het brengen der vaandel- hulde. Na afloop der H. Mis vindt de op stelling van den stoet plaats. Een viertal muziekcorpsen zullen den optocht begelei den. In den stoet, voorafgegaan door het ge heele hoofdbestuur, zullen twee praalwagens medegaan, de eene voorstellende den H. Raphaël, begeleidende Tobias en op den andere alle rangen en 'groepen der leden uit de organisatie. Het hoofdbestuur wordt tijdens het trekken van den optocht langs het stadhuis officieel door het gemeente bestuur ontvangen. Vele Geestelijke zoowel als wereldautori- teilen zullen ter algemeene vergadering aanwezig zijn. De agenda voor de algemeene vergadering vermeldt o.m.: Openingrede van den voorzitter. Rede door pater Daim. van der Geest O.P, Kort woord van den Bondsadvi- seur. Slotwoord van den voorzitter, 's Mid dags wordt een concert gegeven aan de Keulsche poort, welk concert door het ge meentebestuur aan de bezoekers van den bondsdag wordt aangeboden. Onthulling van het standbeeld. Te Nijmegen heeft Maandag, tweeden Pinksterdag, een grootsche Canisiushulde plaats gehad. Den avond te voren, eersten Pinksterdag, werd in de groote zaal van de Vereeniging een feestelijke Canisiusvergadering gehou den waarop heel Katholiek Nijmegen ver tegenwoordigd was. Het woord werd gevoerd door prof, pa ter B. Mölkenboer O. P.. prof. dr. W. Mul der S. J., rector magnificus der R. K. Uni versiteit en door den heer J. v. Gilse, praeses der P.K- Studentenvereeniging „Carolus Magnus". Maandagmorgen droeg Z. D. H. Mgr. A. Diepen in de kerk van den H. Petrus Ca- nisius een pontificale Hoogmis op In den middag vond in de Vereeniging de plechtige academische zitting plaats der R.K. Universiteit, waarop drie professoren der Alma Mater. Prof, Dr. J. Franses O. F. M., Prof. Dr. Titus Brandsma O, Carin. en Prof. Dr. Gerard Brom spraken over den heiligen Petrus Canisius als Kerk leeraar en over diens in- en uitwendig le ven. Na afloop der academische zitting bega ven zich de hoogleeraren naar het Huner- park, waar inmiddels ook Z. D. H. Mgr. Arn. Diepen was aangekomen om de plech tige onthulling te verrichten. De professoren waren in vol ornaat. Te genover het monument was een overdekte tribune opgeslagen voor Z. D. H. Mgr. Arn. Diepen, de Hoogeerw. pater E. Beukels, provinciaal der E.E. P.P. Jesuieten, voor den senaat en professoren der R. K. Uh*— versiteit, voor de Eerste Kamerleden P. Dobbelman en v. d. Lande, het Tweede Ka merlid van Dijk uit Amsterdam, de loco- burgemeester, de wethouders en secretaris der gemeente Nijmegen, nabestaanden van den H. Petrus Canisius, die allen de plech tige onthulling bijwoonden. Toen alle gasten om het nog omhulde monument vereenigd waren, speelde de St. Canisiusharmonie koraalmuziek. Dan zette de harmonie St. Canisius onder leiding van den heer Pius Broeder, de St. Pieter fanfare in. Daarna onthulde mgr. Diepen het stand beeld. Toen het doek gevallen was, zette de Canisiusharmonie het St, Canisiuslied in, dat door de leerlingen van het St. Cani- sius-college werd medegezongen. Pater Borroroaeus de Greeve O. F. M. sprak de feestrede uit. Namens de nabestaanden van den heili gen Petrus Canisius werd nu het wcord gevoerd door Jhr. J. van der Heijden van .Doornenburg uit Amersfoort. Spr. dankte Katholiek Nijmegen en in het bijzonder het Canisiuscomité voor wat het gedaan had om de nagedachtenis van een van zijn grootste zonen te eeren. Mr. J. F. A, M. Wierdels droeg vervol gens namens het St Canisiuscomité het standbeeld aan de gemeente Nijmegen over, dat door den waarnemenden burgemeester, den wethouder, den heer W. v. d. Waarden, werd aanvaard. Na deze officieele overdracht volgde het défilé van de deputaties van ruim veertig R.K. Vereenigingen op religieus gebied uit Nijmegen. In het klooster der Paters Capucijnen te 'sBosch had de aanbesteding plaats van den bovenbouw van de te bouwen kerk met rec toraat te Rotterdam aan den Dorpsweg 25, Charlois. Laagste inschrijvers waren: Gebr. van Crey te Rosmalen N.B. voor 157.800. Z. D. H. Mgr. Van de Wetering heeft, op voordracht van het Bestuur, bekrachtigd de benoeming tot bestuurslid van Professor Mr. E. J. J. van der Heijden, hoogleeraar aan de Keizer Karei Universiteit te Nij megen. Te Amsterdam is op de Mauritskade, al daar, een vrouw van 96 iaar de volgende maand zou zij 97 worden op treurige wijze om het leven gekomen. Men vond haar dood in haar keukentje liggen, terwijl de gaskraan open stond. Vermoedelijk heeft zij bij het poetsen van een gasstel het kraantje opfengestooten, waarna zii den ver stikkingsdood is gestorven. Doodelijk ongeluk op den Amersfoorlschen straatweg. Op den Amersfoortschen straatweg is een ernstig motorongeval gebeurd. Door 'het springen van den achterband van een motor rijwiel. werden de bestuurder en een dame, die als duo-rijdster meereed, er af geslin gerd. De bestuurder kwam er ongedeerd af, maar de dame werd zoodanig aan het hoofd gewond, dat zij in een passeerende auto opgenomen en naar de Maiella-stichting vervoerd moest worden. Thans :s de ongelukkige aan de bekomen wonden over leden. Terwijl er een dienst plaats had sloeg tijdens een kort hevig onweder de bliksem in het kerkgebouw der Ned. Herv. te Hui zen. De bliksem trof de electrische gelei ding van het orgel, terwiji enkele ruiten rinkelend op den grond vielen Vele toe hoorders schrokken zeer en verlieten gil lend het kerkgebouw. Verdere onheilen kwamen niet voor. Door het gedrang bij het verlaten van het ge bouw vielen enkele personen flauw. Zaterdag, toen de heer K H., beambte van den Waterstaat te Kampen met zijn motor boot naar Schokland voer. ontplofte plotse ling vlak bij de haven de motor,, met het ongelukkig gevolg, dat de man hevige brandwonden kreeg aan hoofd en bovenlijf. Onmiddellijk was hulp bij de 4iand en werd de gewonde voorloopig behandeld door een militair verpleger, om daarna in bedenkelij- ken toestand naar het Ziekenhuis te wor den vervoerd De beteekenis ervan voor Nederland. Over de afgevaardigden. De eerste zitting. Helsingfors, Vrijdagavond Er is een liedje „It's a long, long way to Tipperrary Nu ben ik nooit in Tipperrary geweest en ik weet ergo niet hoever het is, maar de hemel gbve, dat het wat meer in de buprt ligt dan Helsingfors. Het is altijd penibel als er voor een kwaal ettelijke ge neesmiddelen zijn, omdat daarmee in stilte bewezen is, dat geen een volmaakt is, want andeers waren die andere niet noodig. Even zeer is het penibel als men ergens op zooveel verschillende wijzen kan komen en dit geldt voor Helsingfors. Daar hebben we allereerst de route over Stockholm, dan over Stettin, dan over Lubeck, dan over Reval en nu tel ik alle andere booten en bootjes nog niets eens mee en evenmin de weg over Lieningrad. Maar van welke kant we de zaak ook be kijken, een reis van Warmond naar Helsing fors duurt precies drie volle dagen en ik heb ervan kunnen genieten. Nu werd de reis tot Stockholm aanmerke lijk bekort door het gezelschap van de heeren Fischer en Hirschman en met zijn drietjes hebben we er tenslotte van moeten maken wat ervan te maken viel. In Stockholm ging Hirschman meteen door om in Helsingfors vast de preperatieven te maken voor het Congres. Ons schuitje schommelde eerst een dag later tusschen de Zweedsche hoofd stad en het Finsche plaatsje Abö, en het gros der gedelegeerden was aan boord We hebben eigenlijk op deze „Birger Jarl" meer ver gaderd dan straks op de vergaderingen mo gelijk is. Tot diep in den nacht bleef het gansche gezelschap verdiept in probleemen van velerlei aard. Voor Nederland heeft dit Congres zooals U weet bijzondere beteekenis omdat er zal worden uitgemaakt of de voetballers ter Olympiade zullen verschijnen, ja of neen. Er liggen namelijk voetangels en klemmen. Immers het Comité Internationale Olympique heeft bepaald dat vergoeding voor loonder ving verboden is en de F.I.F.A. de inter nationale voetbalfcderatie -— wil die ver goeding toegestaan hebben. Er dient ergo een oplossing gevonden te worden voor deze twee-strijdigheid. De grootste oppositie komt uit Centraal- Europeeschen hoek. De andere landen willen er gaarne een mouw aan passen, maar die landen die het professionalisme officieel hebben ingevoerd, te weten Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Hongarije, staan op het standpunt, dat zij met hun zwakke amateur-ploeg niet ter Olympiade kunnen verschijnen, daar zij een reputatie te ver liezen hebben. Ik heb met Hugo Meisl deze zaak uit den treure besproken en daarbij ver nomen dat Oostenrijk slechts wil deelnemen met een gemengde ploeg of met een zuivere professional-ploeg, hetgeen bqide volgens Olympische reglementen uitgesloten is. De eenige oplossing die Meisl aangaf was een internationaal voetbal-tournooi te Amster dam buiten de Olympiade om, onder con trole der F.I.F.A. Met alle respect voor den Oostenrijkschen afgevaardigde het moet al heel raar loopen wil de F.I.F.A. op dat voorstel ingaan. Voor zoover ik het op het oogenblik beschouwen kan telegrafische resultaten hebben moge lijk de juistheid van het bovenstaande reeds bevestigd zijn de neuzen allang geteld en wordt er wel degelijk op de Olympiade gevoetbald. Men zal daarbij de uitlating van Graaf de Baillet-Latour, den» voorzitter van het C.I.O., die immers verklaard heeft dzt de vergoeding wel mocht worden ge geven aan de familie, maar niet aan den speler, beschouwen als een officieele uit lating van het C.I.O. en de verschillende lan den zullen hun inschrijving gestand doen, ook al blijven Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije en Hongarije weg. Meisl cum suis gaan vrij wel zeker de nederlaag tegemoet. Maar niet op dit eene punt zal het centraal- Europeesche blok aan het kortste eind trekken. Immers de heeren hebben voor gesteld Amerika als lid der F.I.F.A. te schrap pen omdat men in Amerika niet scherp toe- ziet.dat spelers uit de centrale landen worden weggekocht. Inderdaad is het voor vereeni gingen als Hakoah en dergelijke zeer on aangenaam dat men er aan de overzijde een Zeer eigenaardige interpretatie op na houdt van de reglementen der F.I.F.A.,maar er zijn andere maatregelen om de Yankees dat aan het verstand te brengen dan boycotten. Enfin, we zullen zien. En zoo hebben we dan heden de eerste zitting van het congres gehad. Het begon met de gebruikelijke officieele opening. Een minister sprak in vloeiend Finsch een ope nings-speech af waar uit den aard der zaak geen sterveling wat van verstond, maar die niettemin met krachtig applaus beantwoord werd. Daarna hield Rimet een rede over het huidige voetbal en hij khoopte dat het Congres de verschillende kwesties tot een algemeene oplossing zou kunnen brengen. Met zijn welbespraaktheid en diplomatiek talent gaf hij hier en daar een aanwijzing, en ook deze rede werd door de vergadering met luid geklap onderstreept. Er was verder geen eerewijn of sherry omdat Finland, on danks zijn vele water, een droog land is. Net zoo droog als Amerika. Met andere woorden van alles te krijgen. Maar niet bij officieele openingen. Ik zal u een soort notulen van het congres besparen. Het is nu eenmaal gruwelijk ver velend om naar eindeloos gepraat over aller lei kleinigheden te luisteren en nog wel in drie talen en evenmin moet het vreese- lijk saai worden om woord voor woord te lezen wat meneer Seeldrayers en me eer Meisl nu eigenlijk te vertellen hadden over ee wedstrijd in Valparaiso, zooals vanmiddag geschiedde. De zaak is hier anders keurig ingericht dank zij de goede zorgen van von Fraenkell, de Finsche praeses. We zijn ondergebracht in het vroeger parlements-huis, waaf" een groote vergaderzaal voor het congres nog eens opnieuw is ingericht. Heel hoog troont Rimet en wat lager Hirschman en zijn bestuurs-confreres, te weten Bonnet (Zwit serland), Mario Ferretti (Italië) en Oestrup (Denemarken). nadat Seeldrayers enkele finesses, waarover hij een heel jaar heeft nagedacht, naar voren had geschoven Charivarius, weer iets voor de Groene Daarna dook het congres als gebrijuikelijk in de eindeloos diepe zee van discussies over alles en nog wat. Heel handig riet Rimet het gepraat begaan om zooals het bij cricket heet „den tijd uit te spelen". Immers Rimet vermeed hierdoor dat de „Amerikaansche kwestie", vandaag nog ter sprake kon worden gebracht. In de avond uren heeft men dan nog niet om onderling uren heeft men dan nog tijd om onderling tot een vergelijk te komen wat het geheel slechts ten goede komen kan. We kunnen voor heden hiermee volstaan. Morgen begint het pas goed. Dan .komen achter elkaar ter tafel het Yankee-vraagstuk de Europa-Cup, en de Olympiade van Am sterdam. Als de teekenen niet bedriegen zal de Meisl-ploeg worden geslagen met drie nul. Wat voor de Majesteit een hard gelag zou zijn. Hoe de wind gewaaid is deel ik u dan mede in een volgend artikel. H. ROOZEN Het gemeentebestuur van Tholen zal op 20 Juni aanbesteden het maken van een brug over de Eendracht met bijbehoorende wer ken. NEW YORK, 7 Juni. In Amerika heerscht veel enthousiasme over het slagen van de vlucht van Chamberlin over den Oceaan. Er is meer geestdrift, dan men na d entocht van Lindbergh had verwacht. NEW YORK, 7 Juni. De echtgenootcn van Chamberlin en Levine hebben zich te middernacht ingescheept voor haar reis naar Europa. Zij reizen op uitnoodiging van de Duitsche regeering. Ni et-katholieken gaan nogal gaarne hun licht opsteken in de smaadschriften van den afgevallen priester (geen Pater) Chiniqui, wanneer zij iets willen weten over katho lieke zaken, vooral over de Biecht. 't Kan daarom voor hen van belang zijn te vernemen, wat Pater F. Otten, O. P. in ..Het Schild" over dezen ongelukkige en zijn werken weet te vertellen. De eerwaarde schrijver zegt: „De boeken van Chiniqui zijn absoluut on betrouwbaar, hij legt het er overal zoo dik °P. generaliseert zoo onwetenschappelijk, zet alles en alles in zoo donkere kleuren, dat het werkelijk wonder is, dat een ernstig mensch er een uur aan verknoeit. Van zulk een mensch kan ook moeilijk iets anders verwacht worden. Want ik moet en wil nu eens een boekje opendoen over het persoonlijk leven van dien ongelukkige. Onlangs is er in het „Zoeklicht" over gedisputeerd of de man wel bestaan heeft. Een dispuut daarover was dom, want hij heeft zeer zeker be staan. Ik heb in Amerika zelf mijn licht op gestoken over hem en het volgende werd mij door een geleerd en absoluut vertrouwd persoon medegedeeld. ÜWat Pater Otten gaat zeggen is voor onze katholieke kringen geen nieuws meer): Chiniqui is of liever was Amerikaan, want hij is nu dood. Hij werd geboren in Kama- rouska in Canada, studeerde aan het Semi narie van Quebec en werd priester gewijd in 1843. Al spoedig verwaarloosde hij zijn plichten, bedreef zooveel excessen en on gerechtigheden, dat hij 23 September 1851 door zijn geestelijke overheid werd ver oordeeld, in zijn priesterlijk werk geschorst en afgezet. Deze straf wordt in de Katho lieke Kerk hoogst zelden toegepast en ver onderstelt groote misdrijven. Hij verliet Canada, verbleef in verschillende plaatsen van Illinois (Vereenigde Staten), totdat de bisschop van Chicago er achter kwam wie hij was en hem opnieuw afzette in Novem ber 1856. Toen trok hij naar Europa on» geld in te zamelen voor een gefingeerd Seminarie met 30 hoopgevende jonge man nen. Daar was niets van waar. In 1862 ont dekte men het bedrog en de oplichterij; hij had noch seminarie, noch seminaristen. Toen werd hij Protestant, ging over tot de Pres byterianen. Al spoedig werd hij door de Presbyteriaansche Synode beschuldigd van fraude en oplichterij. Hij bleef echter nog in de Presbyteriaansche kerk. Na eenigen tijd werd hij opnieuw aangeklaagd en ver oordeeld om de verduisteirng en verkwis ting van aanzienlijke sommen gelds. Hij •werd toen door de Presbyterianen uit de kerk gezet. Hij zwierf toen nog eenige jaren rond en schreef eenige lasterende boekjes tegen de Katholieke Kerk. Dat is de per soon van „Vadertje" Chiniqui. Wel een ridder van 'de droevige figuur. En dat zou dan de man moeten zijn, die de protestan ten, die hem ia Amerika wegjoegen uit hun Kerk, moeten inlichten over de Katho lieke leer en ebruiken. Niets zou me liever zijn, dat dat de Protestanten en speciaal Johan de Heer in het Zoeklicht eens gingen onderzoeken naar de waarheid van hetgeen ik hier gezegd heb. Ik vrees geen onder, zoek en vertrouw dat door een ernstigonder. zoek naar zijn persoon en werken Chmiqto van zijn voetstuk wordt gestooten, waarop een kleingeestige en eenzijdige partijzucht en bekrompen anti-papisme hem geplaatst hebben." -j Wij hebben aan deze woorden maar we* nig toe te voegen. Slechts dit! Zou het voor niet-kathoheken, vooral voor redacties van niet-katholieke bladen en blaadjes, nu geen tijd worden om hun oordeel over katholieke zaken, welke zij alleen maar uit troebele bronnen van dergelijke schrijvers schijnen te ketmea, eens grondig te herzien? ai F. C,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 10