Radio-Omroep
Wat zal hij er mee doen?
Een rede van den Nederlandschschen afgevaardigde Serrarrens op de
Internationale Arbeidsconferentie te Genève.
GEM. BUITENL. BERICHTEN.
BINNENLANDSCH NIEUWS.
H. M. de Koningin en Prinses
Juliana naar Den Haag.
Jhr. Van Karnebeek naar Indië?
Op zoek naar markthallen.
De ontginning van het mijnveld
Vlodrop.
Op bezoek in Keulen.
Het diamanten jubilé van
,Jlet Roode Kruis".
Het Internaionaal Koloniaal
Instituut.
De uitwijzing van vreemdelingen
De Floresnaar Sjanghai.
FEUILLETON.
fl
Défilé voor H. M. de Koningin.
UIT ONZE OOST.
Niet bepaald schitterend.
De nachtelijke aanval in Atjeh.
Kort aangebonden.
De stranding van de „Tjileboet"
Gratie verleend aan twee
moordenaars.
IS jaar gevangenisstraf
wegens moord.
Ter beteugeling van ongeregeld-
heden.
Zuid-Slavië en Albanië.
Tbans is het tot een conflict gekomen tus
schen Zuid-Slavië en Albanië, dat er welis
waar zeer ernstig uitziet, maar waarom
trent men zoowel te Parijs als te Londen
een zeer ernstige opvatting toont te hebben.
Omtrent het ontstaan van dit conflict
hebben we reeds uitvoerige mededeelingen
gedaan. De vorige week arresteerde de Al-
baneesche politie te Durazzo een tolk van
het Zuid-Slavische gezantschap, die zich
aan spionnage zou hebben schuldig ge
maakt. Deze arrestatie gaf den jeugdigen
Zuid-Slavischen zaakgelastigde, die tijdens
de afwezigheid van den gezant met de lei
ding der legatie was belast, aanleiding tot
een protest, waarin hij scherp het optreden
van de Albaneesche autoriteiten laakte en
de arrestatie een schending noemde van het
volkenrecht, wijl de tolk als lid van de Zuid-
Slavische legatie diplomatieke voorrechten
genoot. De zaakgelastigde behield zich voor
schadevergoeding van de Albaneesche
regeering te eischen.
Op dit protest antwoordde de Albanee
sche regeering harerzijds met een note ver
bale, waarin zij betwistte dat den tolk
diplomatieke voorrechten toekwamen. Hij
was een Albaneesch onderdaan, had nimmer
vergunning verkregen in dienst te treden
bij de Zuid-Slavische legatie en nooit ook
was van zijn dienstverband bij deze legatie
mededeeling gedaan. De Albaneesche regee
ring meende dus volkomen in haar recht te
zijn.
Van Zuid-Slavische zijde kwam daarop de
mededeeling, dat de invrijheidstelling van
den tolk werd verlangd, anders zou men tot
verbreking der diplomatieke betrekkingen
moeten overgaan. Op aandringen van den
Italiaanschen gezant, die bij Achmed Zogoe
op gematigdheid aandrong, wendde de Al
baneesche president zich nu persoonlijk tot
den Zuid-Slavischen minister van buiten-
landsche zaken, Marinkoyitsj, ten einde te
trachten het incident bij te leggen. Hij be
loofde daarbij de vrijlating van den gear
resteerden tolk, indien men van Zuid-Slavi
sche zijde de al te scherp gestelde protest-
nota, waarin met het afbreken der diploma
tieke betrekkingen werd gedreigd, zou wil
len intrekken. Dit echter was, meende de
Zuid-Slavische minister, onmogelijk, integen
deel met nog meer nadruk eischte hij de in-
vrijheidsstelling van den tolk en hernieuwde
hij een eisch om schadevergoeding. Dit ant
woord droeg den vorm van een ultimatum.
jToen aan de eischen van Zuid-Slavië binnen
den aangegeven termijn niet was voldaan,
.vertrok het personeel van het Zuid-Slavi
sche gezantschap.
De Albaneesche regeering heeft daarop
onmiddellijk in een uitvoerig telegram aan
den secretaris-generaal van den Volkenbond
een uiteenzetting van het gebeurde gegeven,
waarbij zij deed uitkomen, hoezeer het haar
streven is geweest om tot een minnelijke
oplossing van het geschil te komen, maar
waarin ze blijft volhouden, dat zij den tolk
niet als een diplomatiek ambtenaar kan
erkennen.
Van dit telegram is door den secretaris
generaal van den Volkenbond, sir Eric
Drummond, aan de Zuid-Slavische regeering
kennis gegeven. Naar aanleiding van door
Zuid-Slavië verstrekte inlichtingen schijnt
nu Sir Eric Drummond, aan de Albaneesche
regeering te hebben doen weten, dat er
nog geen reden is om de quaestie op de
agenda der aanstaande zitting van den Vol
kenbond te plaatsen en dat het dringend ge-
.wenscht is, dat beide regeeringen trachten
onderling tot een oplossing te komen.
Op zulk een oplossing dringen blijkbaar
ook de Fransche en Britsche regeeringen
aan. Er schijnt weinig geneigdheid dit inci
dent, dat wel wat te veel wordt opgeblazen,
tot aanleiding te maken van besprekingen
in den Raad van den Volkenbond, waar
door uit den aard van dezaak heel de
Albaneesche quaestie met die van de be
trekkingen tusschen Italië en Zuid-Slavië
•an de orde zou worden gesteld.
Want achter dit alles waart de schaduw
Tan het Italiaansch-Albaneesche verdrag
van Tirana en van uit de Italiaansch-Zuid-
Slavische tegenstellingen voortvloeiende
moeilijkheden. Nog altijd is het scherpe con
flict dat tusschen Belgrado en Rome is ont
staan, naar aanleiding van de beschuldigin
gen van de Italiaansche regeering over
Zuid-Slavische oorlogsvoorbereidingen, niet
bijgelegd. In deze omstandigheden is nu dit
nieuwe Balkan-incident gekomen, dat op het
oogenblik helaas meer een quaestie van
prestige is geworden, dan eene van zake
lijke beteekenis, maar dat niettemin voor
alsnog blijkbaar tot geen ongerustheid aan
leiding geeft.
Al blijft het Adriaprobleem, dat den ach
tergrond van al deze Albaneesche moeilijk-
he den vormt, dan ook nog steeds bijzonder
gevaarlijke kanten houden.
Dat is toch iets, wat men te Genève wel
behoort te overwegen.
De Sovjets en Polen.
De te Warschau gepleegde moord op den
Russischen gezant, die de Poolsche regee-
zing onverwijld een betuiging van leedwe
zen heeft doen uitspreken, heeft niettemin
aan de Russische regeering aanleiding ge
geven tot een nota aan de Poolsche regee
ring, die beschuldigd wordt niet de noodige
maatregelen te hebben genomen tegen de
agitatie van contra-revolutionaire terroris
tische organisaties.
De Russische regeering belooft hierop na
der te zullen terugkomen als zij van de
volledige bijzonderheden van het gebeurde
kennis zal hebben genomen.
Intusschen zal de scherpe veroordeeling
van deze misdaad in de Poolsche pers veel
aan de kracht van het Russische protest
moeten ontnemen. Een misdaad als te War
schau gepleegd kan overal voorkomen, en
er is zeker niet de minste reden er de
Poolsche regeering voor verantwoordelijk
te stellen.
De Intern. Arbeidsconferentie.
Onze Nederlandsche technische raads
man ter internationale arbeidscotaferentie
te Genève Serrarenj heeft gister bij de
voortzetting der algemeene beschouwingen
een belangwekkende redevoering gehouden.
In de eerste plaats huldigde hij het In
ternationaal Arbeidsbureau wegens den
reeds verrichten arbeid inzake de bestu
deering van de arbeidstoestanden in de
Aziatische landen. Hij wees er op. dat deze
enquête van buitengewoon belang is voor
de Europeesche staten, die vele Aziatische
volken onder hun beschermende vleugelen
hebben en verantwoordelijk ziin voor de
levensomstandigheden aldaar Hij verzeker
de, dat de uitkomsten van het onderzoek
en de opmerkingen vün het Arbeidsbureau
inzake de arbeidstoestanden in Ned.-Indië
stellig niet aan de .aandacht der Neder
landsche arbeidende klasse zouden ontsnap
pen.
Na vervolgens nogmaals te hebben ge
wezen evenals op de economische con
ferentie op de gevaren van de nationa
lisatie der productie, besprak hij de kwestie
van de ratificatie der verschillende con
venties, daarbij opmerkende, dat de direc
teur van het Internationaal Arbeidsbureau
Albert Thomas in zijn rapport verklaard had,
in het afgeloopen jaar talrijke inlichtingen
te hebben gegeven omtrent de beteekenis
der verschillende conventies. De kwestie
van de interpretatie der conventies, aldus
Serrarens. is een zeer delicate.
EEN NIEUWE ORKAAN.
Een orkaan, die gepaard ging met hevige
hagelbuien, richtte in het noordelijk ge
deelte van het district Gross-Strehlitz
groote schade aan. In een strook van 7 km.
breedte en 20 km. lengte werd nagenoeg
alles vernield. In het district Steine werd
een vrouw door den orkaan weggeslingerd
en gedood. Vele personen werden door ijs
klompen getrofen en liepen daarbij min
of meer zware verwondingen op.
DE BUSKRUITONTPLOFFING.
Voor zoover thans is vastgesteld be
draagt de schade tengevolge van de mu
nitie-ontploffing te Witkowitz bii Krakau in
totaal 2% millioen zloty.
Volgens de deskundigen staat het thans
vast, dat zelfontbranding van het kruit de
oorzaak der ontploffing was.
KETELMUZIEK VOOR EEN PREDIKANT.
Te Manuden in Essex heeft de bevolking
de laatste dagen ketelmuziek gebracht aan
haar predikant. De reden daarvan is, dat de
predikant, een man op leeftijd, die in April
zijn vrouw heeft verloren, reeds den 25en
Mei getrouwd is met de verpleegster, die
zijn vrouw in haar ziekte heeft bijgestaan.
Vooral de vrouwen en de jeugd nemen aan
de betoogingen deel, waar jok de politie al
aan te pas is moeten komen.
De predikant en ziin nieuwe vrouw den
ken, dat het lawaai wel luwen zal. De pre
dikant, die 65 jaar oud is. kan het niet zon
der vrouwelijke hulp stellen en ziin inkomen
is te gering om zich de weelde van een duur
betaalde huishoudster te veroorloven.
EEN VISSCHERSBOOT OP DE
ROTSEN GESLAGEN.
Vier dooden.
Bij Toulinguet is een visschersboot uit
Camaret Maandag op de rotsen geworpen
en gezonken. De schipper en drie matrozen
kwamen om. De twee jongste leden van
de bemanning wisten zich te redden, een
knaap van, 14 in den mast en een jongen
van 18 op een rotspunt.
UIT WRAAK.
Zondagmiddag heeft een Italiaan op den
weg van Cannes naar Fréjus een dyna-
mietpatroon geworpen. Een hunner pakte
de patroon op om hem weg te slingeren,
docht deze ontplofte en sloeg hem de vijf
vingers van de rechterhand af. Men meent
met een wraakneming te doen te hebben.
EEN GEWELDIGE WINST MET
BACCARAT.
Te Le Touquet-Plage heeft met de Pink
sterdagen een Engclsch bezoeker een be
drag van 6.200.000 francs (50.000 pond ster
ling) gewonnen met baccarat.
Deze badplaats mag zich in een steeds
toenemend bezoek verheugen. Het is er met
de Pinksteren ongekend druk geweest. Be
halve de noodige Parijzenaars brachten er
ook vele Engelschen hun vacantiedagen
door.
EEN VROUWELIJKE BANDIET.
Te Liverpool is een 25-jarige vrouw aan
gehouden, van wie vermoed wordt, dat zij
betrokken is bij een reeks diefstallen in
juwelierswinkels, die op klaarlichten dag
werden gepleegd en waarbij de daders zich
met een auto uit de voeten maakten. Deze
auto is onlangs te Soutport in beslag ge
nomen. Ook moet zij betrokken zijn bij
een in 1924 te Birmingham gepleegden roof-
aanval, waarbij een vrouw werd gedood.
BRAND BIJ DE STEAUA ROMANA.
Zeventien dooden.
Naar het agentschap Orient-Radio meldt
brak gistermorgen in een boring der petro-
leummaatschappij Steaua Romana te Mo-
reni een geweldige brand uit. De vlammen
sloegen over naar de naburige boringen.
Zeventien personen zijn verbrand en als
verkoolde lijken teruggevonden.
DE BURGEROORLOG IN CHINA,
Sis Percival Phillips heeft uit Tientsin aan
de „Daily Mail" gemeld, dat het nog niet
zeker is of de legaties te Peking verdedigd
zullen worden; wel staat vast dat de Brit
ten niet zullen heengaan als de anderen
blijven. De Japanners hebben definitief be
sloten niet heen te gaan. Er valt volgens
den correspondent van het Britsche blad
niet aan te twijfelen, dat Tientsin, tot eiken
prijs zal verdedigd worden met het oog
op de beteekenis dezer stad voor den han
den in Noord-China, Het revolutionnaire
studenten-element is zoowel in Peking als
Tientsin nog zeer sterk, zoo meldt Sir Per
cival Phillips voorts. Deze studenten heb
ben in Peking een telling gehouden van de
huizen der vreemdelingen en de bewoners
er van, just zooals te Nankng is geschied
vóór den intocht der Kantonneezen,
DORSTIGE AMERIKANEN.
Zondag hebben 10.000 auto's en ongeveer
50.000 mienschen de nieuwe brug tusschen
de Vereenigde Staten en Canada overschre
den, die Buffalo in den stant New-York
verbindt met Fort Erie in Ontario. De
groote attractie voor de Amerikanen aan
den overkant van de brug is het genot van
een glas alcohoudend vocht. Ontario, tot
voor kort even droog als de Vereenigde
Staten zelf, heeft juist bijtijds zijn drank
verbod ingetrokken. Men verwacht den ge-
heelen zomer door een druk bezoek in Fort
Erie, 's Avonds stond er op den Canadee-
schen oever een file auto's van ruim 3
K. M. lengte, die naar den overkant moes
ten.
EEN VAN DE WATERLEIDINGEN
VAN LOS ANGELOS TEN
VIJFDEN MALE VERNIELD.
Voor den derden keer in twe weken tijds
en ten vijfden male in drie jaren is Maan
dag de Waterleiding van de Owens Valley
naar Los Angelos vernield Zooals men
weet, liggen de boeren in het dal van Owen
al sinds jaren met Los Angeles overhoop
over het recht van wateronttrekking. Van
daar telkens de aanslagen. Evenals de vo
rige maal heeft men met dynamiet een deel
van de leiding in de lucht trachten te laten
vliegen. Dit is slechts ten deele gelukt en
slechts een van de zijwanden van het aqua
duct is vernield. Men hoopt de schade bin
nen tweemaal 24 uur hersteld te hebben. Bij
de beide vorige aanslagen, één dag na
elkander, is voor 50.000 dollar schade aan
gericht. De ernstige vernieling heeft plaats
gehad in 1924, toen de boeren een reeks
van gaten in het aquaduct maakten om het
omliggende land te besproeien. Zij dreigen
voort te zullen gaan met hun aanslagen,
tenzij Los Angelos zich bereid verklaart de
gronden langs de leiding voor 20 miljoen
dollar aan te koopen.
De Koningin en Prinses Juliana worden
hedenavond te 6.20 uur per Staatsspoor van
het Loo te Den Haag verwacht.
Het „Soer. Hbld." verneemt uit Neder
land, dat de heer van Karnebeek plannen
heeft gemaakt de afgetreden minister
heeft daar zelf reden toe gegeven voor
een voorgenomen reis door Nederlandsch-
Indië. Zeker zal de gewezen minister daar
door een ouden wensch vervullen.
De Amsterdamsche bouwcommissie, inge
steld voor de uitvoering van het markthal
plan te Amsterdam, is met haar voorzitter,
den heer De Miranda naar Frankfort, Keu
len en München vertrokken, om daar de
verschillende markthallen in oogenschouw
te nemen.
De „wettelijke" termijn nog niet verstreken.
Een bericht, dat dezer dagen uit het Lim-
burgsche mijngebied ontvangen werd, vol-
eens hetwelk de termijn zou zijn verstre
ken, binnen welken het consortium voor de
ontginning van het mijnveld Vlodrop de con
cessie had moeten aanvragen, verdient naar
het Hbld. verneemt, eenige correctie. De
termijn, die gesteld was en verstreek, was
onderhands gesteld.
De termijn echter welken de wet stelt
verstrijkt eerst veel later, zoodat het be
doelde consortoriura krachtens de bepa
lingen der wet nog 'steeds een concessie
aanvrage kan doen, welke dan door de Re
geering in overweging behoort te worden
genomen.
Te Keulen had gisteren een door die ge
meente aangeboden dejeuner plaats ter eere
van de aanwezigheid van vertegenwoordigers
van de Kamers van Koophandel van Am
sterdam en Rotterdam. Daarna bracht men
een bezoek aan de bezienswaardigheden
van de stad. Des avonds gaf de K, van K.
een diner, waaraan da meeste vooraan
staande personen uit het openbaar econo
misch leven deelnamen.
Geen feest.
In verband met de door de stormramp in
het Oosten des lands te lenigen nooden is
van de geheele feestviering ter eere
van het 60-jarig bestaan der vereeniging
„Het Nederlandsche Roode Kruis" afgezien.
Op Vrijdag a.s. zal alleen de gewone alge
meene jaarvergadering in den Dierentuin te
's Gravenhage gehouden worden; aan het
eind der vergadering zal de heer P. J. Ph.
Dietz, arts voorzitter der afdeeling 'sGra-
venhage, voor het Nederlandsche Roode
Kruis een rede ter herdenking van het 60-
jarig bestaan uitspreken.
Onder voorzitterschap van jhr. mr. van
Karnebeek heeft het internationaal instituut
zijn eerste werkvergadering gehouden.
Het is in de eerste plaats overgegaan
tot de aanwijzing van een opvolger van den
heer Camille Janssen, als secretaris-gene
raal.
De vergadering heeft bekrachtigd de voor-
loopige keuze reeds door het bestuur in
October j.l. gedaan in den persoon van den
heer O. Louwers, lid van den Kolonialen
Raad van België.
Voorts heeft het Instituut een belangrijk
ontwerp tot reorganisatie van het Instituut
onderzocht dat door het bestuur was inge
diend in een rapprot, saamgesteld door de
heeren Moresco (Nederland) en Speijer
(België).
Het Instituut zal zich de volgende dagen
bezig houden met verschillende koloniale
vraagstukken, die op de agenda geplaatst
zijn.
Is nadere voorziening noodig?
Op de vragen van het lid der Eerste Ka
mer den heer Van Embden:
In de vergadering der Eerste Kamer van
6 April j.l. heeft de Minister t.a v. de uit
zetting van vreemdelingen medegedeeld:
„Wanneer uitleiding dreigt en er wordt
op mij een beroep gedaan, zet ik steeds de
uitleiding stop en zeg, die heeft niet plaats
vooraleer ik volledig ben ingelicht en op
grond der verkregen voorlichting een beslis
sing heb genomen."
1. Heeft de minister den autoriteiten, die
tot de uitleiding van vreemdeelingen be
voegd zijn, voorgeschreven, dat zij degene
tot wiens uitleiding zij besloten hebben,
in kennis moeten stellen van zijn bevoegd
heid, een beroep te doen op den minister
van Justitie, gelijk bij een strafvervolging
de verdachte o.m. moet herinnerd werden
aan zijn bevoegdheid, zich rechtsbijstand le
verzekeren, en bij een strafvonnis de ver
oordeelde aan zijn bevoegdheid, in hooger
beroep te gaan?
2. Zoo neen, is dan de geschetste praktijk
en toezegde bescherming wel méér dan
een toevallige bate voor den zeer enkelen
vreemdeling, die er van vernomen heeft (en
aangenomen, dat hem de afzending van zijn
verzoek nimmer feitelijk onmogelijk wordt
gemaakt)?
3. Zenden de autoriteiten, die, al of niet
na tusschenkomst van den minister, tot uit
leiding zijn overgegaan, Z. Ex. van elk ge
val een gemotiveerd verslag?
4. Hoeveel vreemdelingen zijn in 1927
uitgeleid en hoevelen hunner hebben, onder-
scheidelk vooraf en na April j.l. 'n beroep
op den minister gedaan?
Is Z.E. niet van meening, dat in afwochting
van mogelijke verbeteringen in de geheele
toepassing der Vreemdelingenwet, de maat
regelen, sub i en 3 bedoelde in elk geval
urgent zijn?
Antwoordde de minister van Justitie:
1. Deze vraag wordt ontkennend be
antwoord.
2. Het in de geciteerde woorden gerela
teerde was door den minister enkel als feit
medegedeeld; van de beperkte strekking
van het gerelateerde is hij zich zeer goed
bewust geweest zooals ook kan blijken blij
ken uit de omstandigheid, dat hij in het ver
volg van het debat bij het bespreken van
le overwegen verbeteringen in andere rich
ting heeft gewezen.
3. Deze vraag wordt ontkennend beant
woord.
4. Blijkens de nummering in het „Alg.
Politieblad" van 23 Mei 1927 naast de daarin
vermelde namen van uit Nederland verwij
derde vreemdelingen, zouden tot dusverre
in 1927 negenhonderd en zeventig uitleidin
gen hebben plaats gehad. In zeven gevallen
is, voor zoover is nagegaan kunnen wor
den, een beroep op den minister gedaan;
deze gevallen dateere uit Me i 1927;
zes daarvan viel nog niet een beslissing.
5. Toepassing van den maatregel sub 1 is
reeds om practische bezwaren onmogelijk.
Die sub 3 is de minister bereid onder oogen
te zien bij het onderzoek, dat hij ingevolge
de door hem gedane toezegging bezig is in
te stellen omtrent de vraag, of de practijk
der uitleiding eenige nadere voorziening
eischt.
Op de vragen van het lid der Tweede
Kamer den heer Vliegen in verband met
een voornemen tot het zenden van Hr. Ms.
„Flores" naar Shanghai, antwoordde de
minister van Buitenl. Zaken, mede namens
den minister van Marine a.i.:
Nu Hr. Ms. „Sumatra" uit Shanghai ver-
Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S
„What will he do with it",
door )OS. P. H- HAMERS.
George rees verschrikt en verlegen over
eind: Een oudachtig, maar frisch en krach
tig man stond naast hem, in een licht bom
bazijnen buis, een blauwe voorschoot, en
«net biezen in z'n handen, welke hij vlug en
▼aardig door elkaar bleef vlechten, terwijl
hij voor den verschrikten student een bui
ging maakte.
„Ik zat in het lommer van dat boschje
'daar ginds, mijnheer; vergeef mij, ik kon niet
helpen dat ik Uw toehoorder was."
De student wreef z'n oogen uit, en staar-
'dc den man aan met een onbestemd gevoel,
dat hij hem meer gezien had. Maar wan
neer? Waar?
„Gij kunt mij genezen", stotterde hij;
waarvan? Van de dwaasheid om in het pu
bliek te willen spreken? Dank U, ik ben
al genezen."
„Neen mijnheer, gij ziet een man voor
U, die een zeer goed spreker van U kan
Baken. Gij hebt yan nature een schoone
stem. Ik herhaal het, ik kan een gebrek
genezen, dat niet organisch, maar slechts
een aanwendsel is."
„Wie en wat zijt ge dan?"
„Een mandemaker, mijnheer; ik hoop op
Uw klandizie."
„Maar het is stellig niet voor het eerst
dat ik U zie."
„Gij hebt gelijk; gij waart eens zoo vrien
delijk, mij een rustplaats op Uw vaders land
te vergunnen. De eene dienst is de andere
waard."
Op dat oogenblik kwam Sir Izaak door
de struiken heen kijken, en liep, weer even
wit als vroeger, deftig naar het water, be-
snoof den jongen Morley. kwispelde even
met z'n staart en begroef zich toen in !t
riet om een waterrat e zoeken die hij een
week geleden opgejaagd had en nu altijd
terug verwachtte.
Het gezicht van den hond verdreef oogen-
blikkelijk de wolk weg voor het geheugen
van George; maar met de herkenning kwam
een groote nieuwsgierigheid en tevens een
bittere wroeging bij hem op.
„En Uw kleine meid? vroeg hij, be
schaamd voor zich ziende.
„Die is beter dan toen wij. elkaar den vo-
rigen keer ontmoet hebben. De Voorzienig
heid was goed jegens ons."
Die arme Waife; hij wist niet, dat hij aan
den man, tegen wien hij zich zoo uitliet, hel
verdriet van de wegvoering zijner Sofie, te
wijlen had. Hij kon de oorzaak niet raden
van den blos op de wangen van den jonge
ling, noch van diens verlegen houding:,
„Ja mijnheer," zoo vervolgde de oude
man, „we zijn hier onlangs in deze streek
komen wonen. Ik heb een lief huisje daar
ginds aan het einde van het dorp, bij de
grens van het park. Ik-herkende u daddelijk
en toen ik U nu hoorde, herinnerde ik mij,
dat ge mij bij onze vorige ontmoeting gezegd
hadt, dat ge voor de kerk bestemd waart,
als die moeilijkheid in Uw spraak het niet
belette. Ik zeide zoo bij me zelf: geen kwaad
ding die steentjes, als zijn spraak belem
merd was, maar dat is het geval niet. Ik
geloof vast, mijnheer, dat het eigenlijk ge
brek van Demosthenes, hier in bestond, dat
hij door den neus sprak!"
„Wat!", antwoordde de jonge George
Morley, „door zijn neus? Dat heb ik nooit
geweten. En ik dan?"
„Gij wilt zonder longen spreken. Ik be
doel zonder lucht er in. Gij rookt zeker
niet?"
„Neen".
„Dan moet ge het leeren, en spreken tus
schen ieder langzaam haaltje uit Uw pijp.
Al wat ge noodig hebt is tijd; tijd om uw
zenuwen tot bedaren te brengen, tijd om te
denken, tijd om adem te halen. Zoodra gij
begint te stotteren, moe ge ophouden met
spreken, Uw longen vullen en dan weer be
ginnen. Schep moed, mijnheer!"
„Als ge mij wezenlijk helpen kunt" riep
de jonge geleerde uit; „als ge mij leeren
kunt; als ik dat ge. .br..gebre.
„Langzaam, langzaam; adem en tijd mijn
heer: Neem een trek uit mijn pijp. Zoo is
het goed. Ja, ge kunt dat gebrek te boven
trekken Is, ligt het In Set voornemen 3er
regeering, indien dit ter bescherming van
Nederlandsche onderdanen en hun belangen
noodig zou blijken, een schip van het char
ter van Hr. Ms. „Flores" naar de Chinee-
sche wateren te zenden.
Met het oog op de eventualiteit zijn de
noodige orders gegeven.
Het ernstig karakter der ongeregeldheden
die in den laatsten tijd in China plaats
hadden, en de nog bestaande onzekerheid
ten aanzien van de vraag, of aan de lands-
overheid de genoemde bescherming kan
worden overgelaten, doen de regeering
vreezen, dat in het gesteld geval van een
ander schip geen oorlogsschip onvoldoen
de zou kunnen blijken.
Het detachement militairen van het Indische
leger, dat naar Nederland is gekomen in
verband met de plechtigheid van de be
grafenis van luitenant-generaal Van Heutsz,
zal Dinsdag 14 dezer op het Voorplein van
het paleis in Het Bosch voor de Koninklijke
familie een défilé houden en daarna door
de Koningin in dat paleis ontvangen worden.
Aan het toelatingsexamen voor de gou-
vernements-Muloscbool te Djokja, zoo
schreef men aan de „Loc" werd door acht
tien candidaten deel genomen, van wie er
slechts één slaagde; de rest der candidaten
moest worden afgewezen.
De „Loc." doet dan verder een boekje
open over de resultaten van de H. B. S.-
examens te Semarang.
Van de 225250, die meedoen aan het
admissie-examen, komen er om allerlei re
denen gemiddeld maar een goede 70 in de
eerste klasse.
De percentages der gezakten op de school
zelf zijn: 1ste kl. 37 2e kl. 42%, 3e kl.
45 4e kl. A. 28 B. 20
Luitenant Harting ontsnapte tweemaal
een wissen dood.
In aansluiting op het reed» gepubliceerde
aan het „Nwsbld. v, Atjeh" nog de volgende
bijzonderheden over den aanval op de 5de
brigade marechaussee in de Mengamat val
lei, ontleend worden.
In den nacht van 2 op 3 Mei j.l. had lui
tenant Harting zijn marschbivak opgeslagen
in de Mengamatvallei toen zich omstreeks
halfvier in den nacht drie Atjehers met fak
kels in hun handen aan de wacht meldden,
met de mededeeling, dat zij den luitenant
persoonlijk wilden spreken in verband met
bij den „kapalla kampong" binnengekomen
berichten.
De schildwacht, blijkbaar het zaakje niet
vertrouwende, weigerde hen drieën binnen
te laten, stelde eebter voor, dat een hunner
naar binnen mocht gaan om de berichten
over te brengen en dat de twee anderen bui
ten op hem zouden wachten.
De Atjeher, eenmaal binnen het bivak,
stormde direct op de tent van luitenant
Harting, die nog lag te slapen, af en wierp
zich met een rentjong in de hand op den
luitenant. Door de duisterrfls misleid heeft
de Atjeher vermoedelijk een naast luitenant
Harting liggenden zakdoek voor een
lichaamsdeel aangezien en hij stak de
rentjong dwars door den zakdoek heen,
aan welke misrekening luitenant Harting
dan ook zijn leven te danken heeft.
De oppasser, inmiddels wakker geworden
zijnde, wierp zich direct op den djahat, ter-
wel ook luitenant Hartling door het lawaai
gewekt werd. In de tent ontstond een wor
steling op leven en dood, waarbij eerstge.
noemde zwaar gewond werd.
Nog meerdere bendeleden, die .vermoede
lijk de drie fakkeldragende djahats ver
dekt gevolgd waren, deden intusschen een
aanval op het bivak, bij welk gevecht lui
tenant Harting wederom ternauwernood aan
den dood ontsnapte, doordat hij tijdens het
gevecht kwam te struikelen, waarop een
Atjeher hem een rentjong in het lichaam
w. de boren. Echter werd de Atjeher op
hetzelfde moment door een toegesnelden
soldaat door een kogel in het hoofd getrof
fen, waarop hij dood neerstortte.
Na een kort gevecht was de brigade den
toestand heel spoedig meester en vluchtte
de vijand met achterlating van zes dooden
terwijl later buiten het bivak nog een aan
zijn wonden overleden Atjeher werd gevon
den.
Onzerzijds zijn een Manadoneesch ser
geant, een Menadoneesch fuselier en twee
Javaansche fuseliers zwaar gewond, de
welke inmiddels in het militair hospitaal te
Koela Radja zijn opgenomen. Vier soldaten
zijn licht gewond.
De brigade moet zich buitengewoon goed
gehouden hebben, terwijl de o^oasser van
luitenant Harting met waren leeuwenmoed
zijn luitenant heeft verdedigd.
Luitenant Harting werd, toen hij struikel
de, hcht gewond, doordat hij op zijn, kle
wang viel, en dus niet ten gevolge van een
steek der djahats.
Van den korpscommandant vva Bakon-
gan is inmiddels bericht binnengekomen,
dat deze kwaadwilligen geen nieuwe bende
vormden, zooals oorspronkelijk werd ver
ondersteld doch deel uitmaken van bekende
oude oenden.
Na een tweedaagsche behandeling door
den Raad van Justitie te Soerabaja, is de
strafzaak beëindigd tegen den administra
teur van een cultuuronderneming in het
Kedirische, beschuldigd van beleediging en
mishandeling van twee ambtenaren in functie,
meldt het „A. I. D."
Op de onderneming was nl. geij kapok,
diefstal gepleegd, die naar de meening van
den administrateur door het Inlandsen be
stuur niet met de noodige voortvarendheid
VRIJDAG, 10 JUNI.
HILVERSUM, 1050 M. 12 uur Politie-
ber. 12.352 Lunchmuziek door het
Trianon trio. 56 Dinermuziek door
het Kling-trio uit hotel „Hof van Hol
land", te Hilversum. 6.15—6.45 Optre
den van het Eerste Hilversumsche Mond
Accordeon gezelschap. 6.457.15 En-
gelsche les voor beginners, 7.157.45
Engelsche les voor iets gevorderden.
7.45 Politieber. 8.10 Lezing vanwege
het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart.
Spreker de heer R. C. van Ree, over Mo
toren. De tegenwoordige gebruikelijke
ontstekingsinrichtingen, le De electrische
ontsteking. 2e. De ontsteking door een
heet gehouden deel van de verbrandings-
ka'mer. 3e. De ontsteking door de com-
pressie-warmte.
Om 8.35 Avondconcert door het A.N.R.O.
orkest, o.l. van Nico Treep, Louis Con-
tran, humorist. Daarna „Goeden Nacht
buurtje," opera-comique van Brunswick
en A. de Beauplan in 1 acte. Muziek van
Poise, Paul Meister, een jong schrijnwer
ker, Ed. v. d. Ploeg (tenor), Charlotte een
jonge modiste, Keanne Bacilec (sopraan).
10.30 Persberichten.
DAVENTRY, 1600 M. 11.20 Daventry-
kwartet en solisten (sopraan, tenor, piano),
12.50 Orgelconcert. 1.202.20
Lunchmuziek. 3.20 Callender's band
en solisten (sopraan, bariton, piano).
5.20 Lezing: How milk is made into but
tons. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Orkest
concert. 6.50 Tijds, weerb., nieuws.
7.05 Orkestconcert. 7.20 B.B.C. mu-
ziek-critiek. 7.35 De sonates van Beet
hoven. 7.45 Lezing: Mm. Trollope's
aiutobiography. 8.05 Kamermuziek H.
Eisdell, tenor Spencer Dijke, strijkkwartet.
9.05 Mr. Flotsam en Jetsam. 9.20
Weerber. nieuws. 9.40 Proza en
poësie-wedstrijd. 9.55 Pianoconcert.
10 uur „A sea symphony". Vaughan Wil
liams. 10.45 Vocaal concert. 11.20
12.20 Dansmuziek.
PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M.
10.50—11.20 Concert. 12.50—2.10 Or
kestconcert. 5.055.55 Concert Decla
matie, piano- en vioolsolo's. 9.0511
Concert „Stefano," Boucheron-Delmas.
LANGENBERG 469 M. 1.25—2.25
Trioconcert (piano, viool, cello). 4.50—
5.50 Werken van Weber voor zang met
pianobegel.. 5.506.50 Orkestconcert.
8.50 „Minna von Barnhelm" of „Das Sol-
datenglück", klucht in 5 acten van Les
sing. Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
KONIGSWUSTERHAUSEN, 1250 M. en
BERLIJN 484 en 566 M. 3.20—8.05 Le
zingen en lessen. 8.50 Symphoniecon-
cert van Berlijn. Daarna walsmuziek tot
11.50.
HAMBURG, 394.7 M. 12.50—3.05 Or-
kestconcert. 4.355.20. Oude dans
muziek, Pianomuziek. 5.206.15 Dans
muziek. 7.207.45 Vroolijke muziek.
8.2011.10 Volksconcert. Daarna
dansmuziek.
BRUSSEL, 509 M. 5.20—6.20 Orkest
concert. 8.20 Orgelconcert. 9.35—
9.50 Gramofoonmuziek, Moderne Dansen
9.50 Vlaamsche literatuur. 10.20
Sluiten.
werd onderzocht. In een woordenwisseling,
hierover op het kantoor van den betrokken
assistent-wedono ontstaan, schold hij dezen
ambtenaar uit. Een politie-agent kreeg bij
die gelegenheid een paar vuistslagen in hjet
gezicht.
Het O. M. achtte de schuld van beklaagde
wettig en overtuigend bewezen en eischte
zeven dagen gevangenisstraf, plus betaling
van de kosten van het geding.
De kapitein ontslagen?
Het Algemeen Indisch dagblad de „Prean-
ger Bode", weet te melden, dat de kapitein
van de „Tjileboet", Timmerman, wegens de
stranding van dat schip bij China ontslagen
is en naar Holland zal vertrekken.
Naar het Haagsch Aneta-kantoor ver
neemt is hieromtrent hier te lande niets
naders mede te deelen.
Den twee communisten, die door den
Landraad te Bandoeng op 19 Januari, wegens
den moord te Nagrek ter dood veroordeeld
waren, welke straf door den Raad van
Justitie te Batavia op 1 April j.l. werd be
vestigd, is door den G. G. gratie verleend,
waarbij hun straf gewijzigd werd tot levens
lange gevangenissttraf.
De Landraad te Sawaloento veroordeeld»
den hoofdbeklaagde in de zaak van den
moord op het Negari-hoofd te Siloenkang
tot 15 jaar gevangenisstraf.
De commissie, Ingesteld om de oorzaken
van en de te nemen maatregelen tegen de
ongeregeldheden in het Solosche na te gaan,
is door den Rijksbestuurder geïnstalleerd,
meldt de „Loc.". Kort daarop belegde de
commissie een openingsvergadering. In zijn
openingswoord wees de voorzitter, een zoon
van den soenan, de leden op het feit, dat
het zelfbestuur in deze belangrijke commis
sie ook menschen uit het volk heeft op
nemen. Dit is wel een bewijs, dat het zelf
bestuur den democratischen kant op wiL
komen."
„Dan zal ik de beste vriend voor n zijn,
die ooit bestond. Ziedaar mijn hand er op."
„Ik neem haar aan", antwoordde Waife
„maar vergun mij, de partijen in 't contract
te verwisselen, Ik heb geen vriend noodig;
ik verdien er geen, maar gij zult een vriend
wezen voor mijn kleine meid in plaats van
voor mij, en als ik u ooit vraag, mij ergens
in bij te staan voor haar welzijn en haar
geluk.
„Dan zal ik helpen, met hart en ziel.
Iedere dienst, die ik u of haar zou kunnen
bewijzen, is gering, vergeleken bij den
dienst, welke gij mij bewijst. Ontsla die el-
lendigen tong van stotteren en mijn gedach
ten en mijn ijver zullen nooit stotteren, als
als gij zegt: houdt uw beloften. Ik ben zoo
blij, dat uw kleine meid nog bij u is."
Waife keek verwonderd.
„Nog bij mij? Waarom niet?"
De jonge man beet zich op de lippen. Het
was nu de tijd niet om iets te bekennen. Dit
zou het vertrouwen van Waife in hem kun
nen vernietigen. Later zou hij alles zeggen.
„Wanneer zal ik met mijn lessen begin
nen?" vroeg de oude tooneelspeler.
„Direct als ge wilt. Hebt ge een boek bij
U?"
„Dat heb ik altijd."
„Geen Grieksch, hoop ik mijnheer."
„Neen, een deel der werken van Walter
Scott."
„Goed, geef het mij dan zoo lang. Nu aan
den gang. Luister naar mij. één volzin tege
lijk. Gij moet adem halen als ik het doe."
De drie eksters splitsen hun ooren en
warenu verbaasd over deze les in de open
lucht.
TWEEDE HOOFDSTUK.
Reeds bij het einde der eerste les zag
George Morley, dat al de meesters in de
welsprekendheid, aan wier bekwaamheid hij
toevertrouwd was geworden, knoeiers waren
geweest, vergeleken bij den mandenmaker.
Waife kwelde hem niet met wetenschap
pelijke theoriën. Al wat de acteur van hem
vergde, was te merken en na te volgen. Bij
het einde der eerste les gevoelde George
Morley dat zijn genezing mogelijk was. Na
verloop van een week, was hij van zijn ge
nezing verzekerd Zenuwachtige overhaasting
snelheid in het handelen, hevige aandoening
brachten nog altijd in onbewaakte oogon-
blikken dat hijgen naar lucht, die ledige
longen die stotterende taal te weeg. Maar
dit zou, nu hij bij élke proef zeldzamer in z'n
gebrek verviel, ten laatste nauwelijks meer
een gebrek blijven. „Wordt slechts een
groot redenaar, zeide Waife, „en gij zult
dat gebrek in een aanwinst doen verfeeren."
Aldus vol hoop op de verwezenlijking van
zijn levensdoel, gevoelde George een onuit
sprekelijke dankbaarheid jegens Waife. En
toen hij hem later dagelijks in zijn woning
bezocht en Sofie met van gezondheid blo
zende wangen en een glimlach op de lieve
lippen aanschouwde, zooals zij daar naast
den leuningsstoel van haar grootvader haar
lichten arbeid verrichtte, mengde zich in de
dankbaarheid van den jongeling, een won
derlijk teederen eerbied.
Hij wist niets van het verleden van den
zwerver. Zijn verstand zeide h^-n wel, dat
er in den maatschappelijken toestand van
den zonderlingen mandenmaker, zoo weinig
in overeenstemming met zijn aangeboren en
verkregen talenten, iets geheimzinnigs, tets
verdachts was. Maar hij schaamde zich wan
neer hij bedacht, dat hij de uitspattingen van
dien schitterenden humor aan een dwalend
verstand had toegeschreven en 'n poging in
de hand had gewerkt, om zulk een onschul
dige en geniale ouderdom en zulk een koes
terende en gekoesterde jeugd van elkander
te scheiden.
George Morley had zijn verblijf genomen
in een hoek van het groote kasteel der
Montforts, z'n bloedverwanten, en kon, wan
neer hij wilde, gemakkelijk en onopgemerkt
het eenzame park oversteken, den water
kant bereiken, of van daar door het dichte
kreupelhout heen, zich een weg banen naar
het huisje van Waife dat aan 't uieinde
van het park lag, eenzaam en huiten het
gezicht van het naburige dorp, Van den
hulppredikant in dit dorp vernam Morley,
dat Waife eenige maanden geleden het dorp
bezocht had en den rentmeester van 't kas
teel had voorslagen om het huisje e.. het
biezcomocras te mogen huren. Waife had
verklaard, vroeger mandenmaker ge
kend te hebben, die sinds lang overleden,
daar velen jaren gewoond had. Bij dezen
man had hij het handwerk geleerd.
(Wordt yervoigdi