Radio-Omroep Wat zal hij er mee doen? Een rede van den Nederlandschschen afgevaardigde Serrarrens op de Internationale Arbeidsconferentie te Genève. GEM. BUITENL. BERICHTEN. BINNENLANDSCH NIEUWS. H. M. de Koningin en Prinses Juliana naar Den Haag. Jhr. Van Karnebeek naar Indië? Op zoek naar markthallen. De ontginning van het mijnveld Vlodrop. Op bezoek in Keulen. Het diamanten jubilé van ,Jlet Roode Kruis". Het Internaionaal Koloniaal Instituut. De uitwijzing van vreemdelingen De Floresnaar Sjanghai. FEUILLETON. fl Défilé voor H. M. de Koningin. UIT ONZE OOST. Niet bepaald schitterend. De nachtelijke aanval in Atjeh. Kort aangebonden. De stranding van de „Tjileboet" Gratie verleend aan twee moordenaars. IS jaar gevangenisstraf wegens moord. Ter beteugeling van ongeregeld- heden. Zuid-Slavië en Albanië. Tbans is het tot een conflict gekomen tus schen Zuid-Slavië en Albanië, dat er welis waar zeer ernstig uitziet, maar waarom trent men zoowel te Parijs als te Londen een zeer ernstige opvatting toont te hebben. Omtrent het ontstaan van dit conflict hebben we reeds uitvoerige mededeelingen gedaan. De vorige week arresteerde de Al- baneesche politie te Durazzo een tolk van het Zuid-Slavische gezantschap, die zich aan spionnage zou hebben schuldig ge maakt. Deze arrestatie gaf den jeugdigen Zuid-Slavischen zaakgelastigde, die tijdens de afwezigheid van den gezant met de lei ding der legatie was belast, aanleiding tot een protest, waarin hij scherp het optreden van de Albaneesche autoriteiten laakte en de arrestatie een schending noemde van het volkenrecht, wijl de tolk als lid van de Zuid- Slavische legatie diplomatieke voorrechten genoot. De zaakgelastigde behield zich voor schadevergoeding van de Albaneesche regeering te eischen. Op dit protest antwoordde de Albanee sche regeering harerzijds met een note ver bale, waarin zij betwistte dat den tolk diplomatieke voorrechten toekwamen. Hij was een Albaneesch onderdaan, had nimmer vergunning verkregen in dienst te treden bij de Zuid-Slavische legatie en nooit ook was van zijn dienstverband bij deze legatie mededeeling gedaan. De Albaneesche regee ring meende dus volkomen in haar recht te zijn. Van Zuid-Slavische zijde kwam daarop de mededeeling, dat de invrijheidstelling van den tolk werd verlangd, anders zou men tot verbreking der diplomatieke betrekkingen moeten overgaan. Op aandringen van den Italiaanschen gezant, die bij Achmed Zogoe op gematigdheid aandrong, wendde de Al baneesche president zich nu persoonlijk tot den Zuid-Slavischen minister van buiten- landsche zaken, Marinkoyitsj, ten einde te trachten het incident bij te leggen. Hij be loofde daarbij de vrijlating van den gear resteerden tolk, indien men van Zuid-Slavi sche zijde de al te scherp gestelde protest- nota, waarin met het afbreken der diploma tieke betrekkingen werd gedreigd, zou wil len intrekken. Dit echter was, meende de Zuid-Slavische minister, onmogelijk, integen deel met nog meer nadruk eischte hij de in- vrijheidsstelling van den tolk en hernieuwde hij een eisch om schadevergoeding. Dit ant woord droeg den vorm van een ultimatum. jToen aan de eischen van Zuid-Slavië binnen den aangegeven termijn niet was voldaan, .vertrok het personeel van het Zuid-Slavi sche gezantschap. De Albaneesche regeering heeft daarop onmiddellijk in een uitvoerig telegram aan den secretaris-generaal van den Volkenbond een uiteenzetting van het gebeurde gegeven, waarbij zij deed uitkomen, hoezeer het haar streven is geweest om tot een minnelijke oplossing van het geschil te komen, maar waarin ze blijft volhouden, dat zij den tolk niet als een diplomatiek ambtenaar kan erkennen. Van dit telegram is door den secretaris generaal van den Volkenbond, sir Eric Drummond, aan de Zuid-Slavische regeering kennis gegeven. Naar aanleiding van door Zuid-Slavië verstrekte inlichtingen schijnt nu Sir Eric Drummond, aan de Albaneesche regeering te hebben doen weten, dat er nog geen reden is om de quaestie op de agenda der aanstaande zitting van den Vol kenbond te plaatsen en dat het dringend ge- .wenscht is, dat beide regeeringen trachten onderling tot een oplossing te komen. Op zulk een oplossing dringen blijkbaar ook de Fransche en Britsche regeeringen aan. Er schijnt weinig geneigdheid dit inci dent, dat wel wat te veel wordt opgeblazen, tot aanleiding te maken van besprekingen in den Raad van den Volkenbond, waar door uit den aard van dezaak heel de Albaneesche quaestie met die van de be trekkingen tusschen Italië en Zuid-Slavië •an de orde zou worden gesteld. Want achter dit alles waart de schaduw Tan het Italiaansch-Albaneesche verdrag van Tirana en van uit de Italiaansch-Zuid- Slavische tegenstellingen voortvloeiende moeilijkheden. Nog altijd is het scherpe con flict dat tusschen Belgrado en Rome is ont staan, naar aanleiding van de beschuldigin gen van de Italiaansche regeering over Zuid-Slavische oorlogsvoorbereidingen, niet bijgelegd. In deze omstandigheden is nu dit nieuwe Balkan-incident gekomen, dat op het oogenblik helaas meer een quaestie van prestige is geworden, dan eene van zake lijke beteekenis, maar dat niettemin voor alsnog blijkbaar tot geen ongerustheid aan leiding geeft. Al blijft het Adriaprobleem, dat den ach tergrond van al deze Albaneesche moeilijk- he den vormt, dan ook nog steeds bijzonder gevaarlijke kanten houden. Dat is toch iets, wat men te Genève wel behoort te overwegen. De Sovjets en Polen. De te Warschau gepleegde moord op den Russischen gezant, die de Poolsche regee- zing onverwijld een betuiging van leedwe zen heeft doen uitspreken, heeft niettemin aan de Russische regeering aanleiding ge geven tot een nota aan de Poolsche regee ring, die beschuldigd wordt niet de noodige maatregelen te hebben genomen tegen de agitatie van contra-revolutionaire terroris tische organisaties. De Russische regeering belooft hierop na der te zullen terugkomen als zij van de volledige bijzonderheden van het gebeurde kennis zal hebben genomen. Intusschen zal de scherpe veroordeeling van deze misdaad in de Poolsche pers veel aan de kracht van het Russische protest moeten ontnemen. Een misdaad als te War schau gepleegd kan overal voorkomen, en er is zeker niet de minste reden er de Poolsche regeering voor verantwoordelijk te stellen. De Intern. Arbeidsconferentie. Onze Nederlandsche technische raads man ter internationale arbeidscotaferentie te Genève Serrarenj heeft gister bij de voortzetting der algemeene beschouwingen een belangwekkende redevoering gehouden. In de eerste plaats huldigde hij het In ternationaal Arbeidsbureau wegens den reeds verrichten arbeid inzake de bestu deering van de arbeidstoestanden in de Aziatische landen. Hij wees er op. dat deze enquête van buitengewoon belang is voor de Europeesche staten, die vele Aziatische volken onder hun beschermende vleugelen hebben en verantwoordelijk ziin voor de levensomstandigheden aldaar Hij verzeker de, dat de uitkomsten van het onderzoek en de opmerkingen vün het Arbeidsbureau inzake de arbeidstoestanden in Ned.-Indië stellig niet aan de .aandacht der Neder landsche arbeidende klasse zouden ontsnap pen. Na vervolgens nogmaals te hebben ge wezen evenals op de economische con ferentie op de gevaren van de nationa lisatie der productie, besprak hij de kwestie van de ratificatie der verschillende con venties, daarbij opmerkende, dat de direc teur van het Internationaal Arbeidsbureau Albert Thomas in zijn rapport verklaard had, in het afgeloopen jaar talrijke inlichtingen te hebben gegeven omtrent de beteekenis der verschillende conventies. De kwestie van de interpretatie der conventies, aldus Serrarens. is een zeer delicate. EEN NIEUWE ORKAAN. Een orkaan, die gepaard ging met hevige hagelbuien, richtte in het noordelijk ge deelte van het district Gross-Strehlitz groote schade aan. In een strook van 7 km. breedte en 20 km. lengte werd nagenoeg alles vernield. In het district Steine werd een vrouw door den orkaan weggeslingerd en gedood. Vele personen werden door ijs klompen getrofen en liepen daarbij min of meer zware verwondingen op. DE BUSKRUITONTPLOFFING. Voor zoover thans is vastgesteld be draagt de schade tengevolge van de mu nitie-ontploffing te Witkowitz bii Krakau in totaal 2% millioen zloty. Volgens de deskundigen staat het thans vast, dat zelfontbranding van het kruit de oorzaak der ontploffing was. KETELMUZIEK VOOR EEN PREDIKANT. Te Manuden in Essex heeft de bevolking de laatste dagen ketelmuziek gebracht aan haar predikant. De reden daarvan is, dat de predikant, een man op leeftijd, die in April zijn vrouw heeft verloren, reeds den 25en Mei getrouwd is met de verpleegster, die zijn vrouw in haar ziekte heeft bijgestaan. Vooral de vrouwen en de jeugd nemen aan de betoogingen deel, waar jok de politie al aan te pas is moeten komen. De predikant en ziin nieuwe vrouw den ken, dat het lawaai wel luwen zal. De pre dikant, die 65 jaar oud is. kan het niet zon der vrouwelijke hulp stellen en ziin inkomen is te gering om zich de weelde van een duur betaalde huishoudster te veroorloven. EEN VISSCHERSBOOT OP DE ROTSEN GESLAGEN. Vier dooden. Bij Toulinguet is een visschersboot uit Camaret Maandag op de rotsen geworpen en gezonken. De schipper en drie matrozen kwamen om. De twee jongste leden van de bemanning wisten zich te redden, een knaap van, 14 in den mast en een jongen van 18 op een rotspunt. UIT WRAAK. Zondagmiddag heeft een Italiaan op den weg van Cannes naar Fréjus een dyna- mietpatroon geworpen. Een hunner pakte de patroon op om hem weg te slingeren, docht deze ontplofte en sloeg hem de vijf vingers van de rechterhand af. Men meent met een wraakneming te doen te hebben. EEN GEWELDIGE WINST MET BACCARAT. Te Le Touquet-Plage heeft met de Pink sterdagen een Engclsch bezoeker een be drag van 6.200.000 francs (50.000 pond ster ling) gewonnen met baccarat. Deze badplaats mag zich in een steeds toenemend bezoek verheugen. Het is er met de Pinksteren ongekend druk geweest. Be halve de noodige Parijzenaars brachten er ook vele Engelschen hun vacantiedagen door. EEN VROUWELIJKE BANDIET. Te Liverpool is een 25-jarige vrouw aan gehouden, van wie vermoed wordt, dat zij betrokken is bij een reeks diefstallen in juwelierswinkels, die op klaarlichten dag werden gepleegd en waarbij de daders zich met een auto uit de voeten maakten. Deze auto is onlangs te Soutport in beslag ge nomen. Ook moet zij betrokken zijn bij een in 1924 te Birmingham gepleegden roof- aanval, waarbij een vrouw werd gedood. BRAND BIJ DE STEAUA ROMANA. Zeventien dooden. Naar het agentschap Orient-Radio meldt brak gistermorgen in een boring der petro- leummaatschappij Steaua Romana te Mo- reni een geweldige brand uit. De vlammen sloegen over naar de naburige boringen. Zeventien personen zijn verbrand en als verkoolde lijken teruggevonden. DE BURGEROORLOG IN CHINA, Sis Percival Phillips heeft uit Tientsin aan de „Daily Mail" gemeld, dat het nog niet zeker is of de legaties te Peking verdedigd zullen worden; wel staat vast dat de Brit ten niet zullen heengaan als de anderen blijven. De Japanners hebben definitief be sloten niet heen te gaan. Er valt volgens den correspondent van het Britsche blad niet aan te twijfelen, dat Tientsin, tot eiken prijs zal verdedigd worden met het oog op de beteekenis dezer stad voor den han den in Noord-China, Het revolutionnaire studenten-element is zoowel in Peking als Tientsin nog zeer sterk, zoo meldt Sir Per cival Phillips voorts. Deze studenten heb ben in Peking een telling gehouden van de huizen der vreemdelingen en de bewoners er van, just zooals te Nankng is geschied vóór den intocht der Kantonneezen, DORSTIGE AMERIKANEN. Zondag hebben 10.000 auto's en ongeveer 50.000 mienschen de nieuwe brug tusschen de Vereenigde Staten en Canada overschre den, die Buffalo in den stant New-York verbindt met Fort Erie in Ontario. De groote attractie voor de Amerikanen aan den overkant van de brug is het genot van een glas alcohoudend vocht. Ontario, tot voor kort even droog als de Vereenigde Staten zelf, heeft juist bijtijds zijn drank verbod ingetrokken. Men verwacht den ge- heelen zomer door een druk bezoek in Fort Erie, 's Avonds stond er op den Canadee- schen oever een file auto's van ruim 3 K. M. lengte, die naar den overkant moes ten. EEN VAN DE WATERLEIDINGEN VAN LOS ANGELOS TEN VIJFDEN MALE VERNIELD. Voor den derden keer in twe weken tijds en ten vijfden male in drie jaren is Maan dag de Waterleiding van de Owens Valley naar Los Angelos vernield Zooals men weet, liggen de boeren in het dal van Owen al sinds jaren met Los Angeles overhoop over het recht van wateronttrekking. Van daar telkens de aanslagen. Evenals de vo rige maal heeft men met dynamiet een deel van de leiding in de lucht trachten te laten vliegen. Dit is slechts ten deele gelukt en slechts een van de zijwanden van het aqua duct is vernield. Men hoopt de schade bin nen tweemaal 24 uur hersteld te hebben. Bij de beide vorige aanslagen, één dag na elkander, is voor 50.000 dollar schade aan gericht. De ernstige vernieling heeft plaats gehad in 1924, toen de boeren een reeks van gaten in het aquaduct maakten om het omliggende land te besproeien. Zij dreigen voort te zullen gaan met hun aanslagen, tenzij Los Angelos zich bereid verklaart de gronden langs de leiding voor 20 miljoen dollar aan te koopen. De Koningin en Prinses Juliana worden hedenavond te 6.20 uur per Staatsspoor van het Loo te Den Haag verwacht. Het „Soer. Hbld." verneemt uit Neder land, dat de heer van Karnebeek plannen heeft gemaakt de afgetreden minister heeft daar zelf reden toe gegeven voor een voorgenomen reis door Nederlandsch- Indië. Zeker zal de gewezen minister daar door een ouden wensch vervullen. De Amsterdamsche bouwcommissie, inge steld voor de uitvoering van het markthal plan te Amsterdam, is met haar voorzitter, den heer De Miranda naar Frankfort, Keu len en München vertrokken, om daar de verschillende markthallen in oogenschouw te nemen. De „wettelijke" termijn nog niet verstreken. Een bericht, dat dezer dagen uit het Lim- burgsche mijngebied ontvangen werd, vol- eens hetwelk de termijn zou zijn verstre ken, binnen welken het consortium voor de ontginning van het mijnveld Vlodrop de con cessie had moeten aanvragen, verdient naar het Hbld. verneemt, eenige correctie. De termijn, die gesteld was en verstreek, was onderhands gesteld. De termijn echter welken de wet stelt verstrijkt eerst veel later, zoodat het be doelde consortoriura krachtens de bepa lingen der wet nog 'steeds een concessie aanvrage kan doen, welke dan door de Re geering in overweging behoort te worden genomen. Te Keulen had gisteren een door die ge meente aangeboden dejeuner plaats ter eere van de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de Kamers van Koophandel van Am sterdam en Rotterdam. Daarna bracht men een bezoek aan de bezienswaardigheden van de stad. Des avonds gaf de K, van K. een diner, waaraan da meeste vooraan staande personen uit het openbaar econo misch leven deelnamen. Geen feest. In verband met de door de stormramp in het Oosten des lands te lenigen nooden is van de geheele feestviering ter eere van het 60-jarig bestaan der vereeniging „Het Nederlandsche Roode Kruis" afgezien. Op Vrijdag a.s. zal alleen de gewone alge meene jaarvergadering in den Dierentuin te 's Gravenhage gehouden worden; aan het eind der vergadering zal de heer P. J. Ph. Dietz, arts voorzitter der afdeeling 'sGra- venhage, voor het Nederlandsche Roode Kruis een rede ter herdenking van het 60- jarig bestaan uitspreken. Onder voorzitterschap van jhr. mr. van Karnebeek heeft het internationaal instituut zijn eerste werkvergadering gehouden. Het is in de eerste plaats overgegaan tot de aanwijzing van een opvolger van den heer Camille Janssen, als secretaris-gene raal. De vergadering heeft bekrachtigd de voor- loopige keuze reeds door het bestuur in October j.l. gedaan in den persoon van den heer O. Louwers, lid van den Kolonialen Raad van België. Voorts heeft het Instituut een belangrijk ontwerp tot reorganisatie van het Instituut onderzocht dat door het bestuur was inge diend in een rapprot, saamgesteld door de heeren Moresco (Nederland) en Speijer (België). Het Instituut zal zich de volgende dagen bezig houden met verschillende koloniale vraagstukken, die op de agenda geplaatst zijn. Is nadere voorziening noodig? Op de vragen van het lid der Eerste Ka mer den heer Van Embden: In de vergadering der Eerste Kamer van 6 April j.l. heeft de Minister t.a v. de uit zetting van vreemdelingen medegedeeld: „Wanneer uitleiding dreigt en er wordt op mij een beroep gedaan, zet ik steeds de uitleiding stop en zeg, die heeft niet plaats vooraleer ik volledig ben ingelicht en op grond der verkregen voorlichting een beslis sing heb genomen." 1. Heeft de minister den autoriteiten, die tot de uitleiding van vreemdeelingen be voegd zijn, voorgeschreven, dat zij degene tot wiens uitleiding zij besloten hebben, in kennis moeten stellen van zijn bevoegd heid, een beroep te doen op den minister van Justitie, gelijk bij een strafvervolging de verdachte o.m. moet herinnerd werden aan zijn bevoegdheid, zich rechtsbijstand le verzekeren, en bij een strafvonnis de ver oordeelde aan zijn bevoegdheid, in hooger beroep te gaan? 2. Zoo neen, is dan de geschetste praktijk en toezegde bescherming wel méér dan een toevallige bate voor den zeer enkelen vreemdeling, die er van vernomen heeft (en aangenomen, dat hem de afzending van zijn verzoek nimmer feitelijk onmogelijk wordt gemaakt)? 3. Zenden de autoriteiten, die, al of niet na tusschenkomst van den minister, tot uit leiding zijn overgegaan, Z. Ex. van elk ge val een gemotiveerd verslag? 4. Hoeveel vreemdelingen zijn in 1927 uitgeleid en hoevelen hunner hebben, onder- scheidelk vooraf en na April j.l. 'n beroep op den minister gedaan? Is Z.E. niet van meening, dat in afwochting van mogelijke verbeteringen in de geheele toepassing der Vreemdelingenwet, de maat regelen, sub i en 3 bedoelde in elk geval urgent zijn? Antwoordde de minister van Justitie: 1. Deze vraag wordt ontkennend be antwoord. 2. Het in de geciteerde woorden gerela teerde was door den minister enkel als feit medegedeeld; van de beperkte strekking van het gerelateerde is hij zich zeer goed bewust geweest zooals ook kan blijken blij ken uit de omstandigheid, dat hij in het ver volg van het debat bij het bespreken van le overwegen verbeteringen in andere rich ting heeft gewezen. 3. Deze vraag wordt ontkennend beant woord. 4. Blijkens de nummering in het „Alg. Politieblad" van 23 Mei 1927 naast de daarin vermelde namen van uit Nederland verwij derde vreemdelingen, zouden tot dusverre in 1927 negenhonderd en zeventig uitleidin gen hebben plaats gehad. In zeven gevallen is, voor zoover is nagegaan kunnen wor den, een beroep op den minister gedaan; deze gevallen dateere uit Me i 1927; zes daarvan viel nog niet een beslissing. 5. Toepassing van den maatregel sub 1 is reeds om practische bezwaren onmogelijk. Die sub 3 is de minister bereid onder oogen te zien bij het onderzoek, dat hij ingevolge de door hem gedane toezegging bezig is in te stellen omtrent de vraag, of de practijk der uitleiding eenige nadere voorziening eischt. Op de vragen van het lid der Tweede Kamer den heer Vliegen in verband met een voornemen tot het zenden van Hr. Ms. „Flores" naar Shanghai, antwoordde de minister van Buitenl. Zaken, mede namens den minister van Marine a.i.: Nu Hr. Ms. „Sumatra" uit Shanghai ver- Vrij bewerkt naar BULWER LYTTON'S „What will he do with it", door )OS. P. H- HAMERS. George rees verschrikt en verlegen over eind: Een oudachtig, maar frisch en krach tig man stond naast hem, in een licht bom bazijnen buis, een blauwe voorschoot, en «net biezen in z'n handen, welke hij vlug en ▼aardig door elkaar bleef vlechten, terwijl hij voor den verschrikten student een bui ging maakte. „Ik zat in het lommer van dat boschje 'daar ginds, mijnheer; vergeef mij, ik kon niet helpen dat ik Uw toehoorder was." De student wreef z'n oogen uit, en staar- 'dc den man aan met een onbestemd gevoel, dat hij hem meer gezien had. Maar wan neer? Waar? „Gij kunt mij genezen", stotterde hij; waarvan? Van de dwaasheid om in het pu bliek te willen spreken? Dank U, ik ben al genezen." „Neen mijnheer, gij ziet een man voor U, die een zeer goed spreker van U kan Baken. Gij hebt yan nature een schoone stem. Ik herhaal het, ik kan een gebrek genezen, dat niet organisch, maar slechts een aanwendsel is." „Wie en wat zijt ge dan?" „Een mandemaker, mijnheer; ik hoop op Uw klandizie." „Maar het is stellig niet voor het eerst dat ik U zie." „Gij hebt gelijk; gij waart eens zoo vrien delijk, mij een rustplaats op Uw vaders land te vergunnen. De eene dienst is de andere waard." Op dat oogenblik kwam Sir Izaak door de struiken heen kijken, en liep, weer even wit als vroeger, deftig naar het water, be- snoof den jongen Morley. kwispelde even met z'n staart en begroef zich toen in !t riet om een waterrat e zoeken die hij een week geleden opgejaagd had en nu altijd terug verwachtte. Het gezicht van den hond verdreef oogen- blikkelijk de wolk weg voor het geheugen van George; maar met de herkenning kwam een groote nieuwsgierigheid en tevens een bittere wroeging bij hem op. „En Uw kleine meid? vroeg hij, be schaamd voor zich ziende. „Die is beter dan toen wij. elkaar den vo- rigen keer ontmoet hebben. De Voorzienig heid was goed jegens ons." Die arme Waife; hij wist niet, dat hij aan den man, tegen wien hij zich zoo uitliet, hel verdriet van de wegvoering zijner Sofie, te wijlen had. Hij kon de oorzaak niet raden van den blos op de wangen van den jonge ling, noch van diens verlegen houding:, „Ja mijnheer," zoo vervolgde de oude man, „we zijn hier onlangs in deze streek komen wonen. Ik heb een lief huisje daar ginds aan het einde van het dorp, bij de grens van het park. Ik-herkende u daddelijk en toen ik U nu hoorde, herinnerde ik mij, dat ge mij bij onze vorige ontmoeting gezegd hadt, dat ge voor de kerk bestemd waart, als die moeilijkheid in Uw spraak het niet belette. Ik zeide zoo bij me zelf: geen kwaad ding die steentjes, als zijn spraak belem merd was, maar dat is het geval niet. Ik geloof vast, mijnheer, dat het eigenlijk ge brek van Demosthenes, hier in bestond, dat hij door den neus sprak!" „Wat!", antwoordde de jonge George Morley, „door zijn neus? Dat heb ik nooit geweten. En ik dan?" „Gij wilt zonder longen spreken. Ik be doel zonder lucht er in. Gij rookt zeker niet?" „Neen". „Dan moet ge het leeren, en spreken tus schen ieder langzaam haaltje uit Uw pijp. Al wat ge noodig hebt is tijd; tijd om uw zenuwen tot bedaren te brengen, tijd om te denken, tijd om adem te halen. Zoodra gij begint te stotteren, moe ge ophouden met spreken, Uw longen vullen en dan weer be ginnen. Schep moed, mijnheer!" „Als ge mij wezenlijk helpen kunt" riep de jonge geleerde uit; „als ge mij leeren kunt; als ik dat ge. .br..gebre. „Langzaam, langzaam; adem en tijd mijn heer: Neem een trek uit mijn pijp. Zoo is het goed. Ja, ge kunt dat gebrek te boven trekken Is, ligt het In Set voornemen 3er regeering, indien dit ter bescherming van Nederlandsche onderdanen en hun belangen noodig zou blijken, een schip van het char ter van Hr. Ms. „Flores" naar de Chinee- sche wateren te zenden. Met het oog op de eventualiteit zijn de noodige orders gegeven. Het ernstig karakter der ongeregeldheden die in den laatsten tijd in China plaats hadden, en de nog bestaande onzekerheid ten aanzien van de vraag, of aan de lands- overheid de genoemde bescherming kan worden overgelaten, doen de regeering vreezen, dat in het gesteld geval van een ander schip geen oorlogsschip onvoldoen de zou kunnen blijken. Het detachement militairen van het Indische leger, dat naar Nederland is gekomen in verband met de plechtigheid van de be grafenis van luitenant-generaal Van Heutsz, zal Dinsdag 14 dezer op het Voorplein van het paleis in Het Bosch voor de Koninklijke familie een défilé houden en daarna door de Koningin in dat paleis ontvangen worden. Aan het toelatingsexamen voor de gou- vernements-Muloscbool te Djokja, zoo schreef men aan de „Loc" werd door acht tien candidaten deel genomen, van wie er slechts één slaagde; de rest der candidaten moest worden afgewezen. De „Loc." doet dan verder een boekje open over de resultaten van de H. B. S.- examens te Semarang. Van de 225250, die meedoen aan het admissie-examen, komen er om allerlei re denen gemiddeld maar een goede 70 in de eerste klasse. De percentages der gezakten op de school zelf zijn: 1ste kl. 37 2e kl. 42%, 3e kl. 45 4e kl. A. 28 B. 20 Luitenant Harting ontsnapte tweemaal een wissen dood. In aansluiting op het reed» gepubliceerde aan het „Nwsbld. v, Atjeh" nog de volgende bijzonderheden over den aanval op de 5de brigade marechaussee in de Mengamat val lei, ontleend worden. In den nacht van 2 op 3 Mei j.l. had lui tenant Harting zijn marschbivak opgeslagen in de Mengamatvallei toen zich omstreeks halfvier in den nacht drie Atjehers met fak kels in hun handen aan de wacht meldden, met de mededeeling, dat zij den luitenant persoonlijk wilden spreken in verband met bij den „kapalla kampong" binnengekomen berichten. De schildwacht, blijkbaar het zaakje niet vertrouwende, weigerde hen drieën binnen te laten, stelde eebter voor, dat een hunner naar binnen mocht gaan om de berichten over te brengen en dat de twee anderen bui ten op hem zouden wachten. De Atjeher, eenmaal binnen het bivak, stormde direct op de tent van luitenant Harting, die nog lag te slapen, af en wierp zich met een rentjong in de hand op den luitenant. Door de duisterrfls misleid heeft de Atjeher vermoedelijk een naast luitenant Harting liggenden zakdoek voor een lichaamsdeel aangezien en hij stak de rentjong dwars door den zakdoek heen, aan welke misrekening luitenant Harting dan ook zijn leven te danken heeft. De oppasser, inmiddels wakker geworden zijnde, wierp zich direct op den djahat, ter- wel ook luitenant Hartling door het lawaai gewekt werd. In de tent ontstond een wor steling op leven en dood, waarbij eerstge. noemde zwaar gewond werd. Nog meerdere bendeleden, die .vermoede lijk de drie fakkeldragende djahats ver dekt gevolgd waren, deden intusschen een aanval op het bivak, bij welk gevecht lui tenant Harting wederom ternauwernood aan den dood ontsnapte, doordat hij tijdens het gevecht kwam te struikelen, waarop een Atjeher hem een rentjong in het lichaam w. de boren. Echter werd de Atjeher op hetzelfde moment door een toegesnelden soldaat door een kogel in het hoofd getrof fen, waarop hij dood neerstortte. Na een kort gevecht was de brigade den toestand heel spoedig meester en vluchtte de vijand met achterlating van zes dooden terwijl later buiten het bivak nog een aan zijn wonden overleden Atjeher werd gevon den. Onzerzijds zijn een Manadoneesch ser geant, een Menadoneesch fuselier en twee Javaansche fuseliers zwaar gewond, de welke inmiddels in het militair hospitaal te Koela Radja zijn opgenomen. Vier soldaten zijn licht gewond. De brigade moet zich buitengewoon goed gehouden hebben, terwijl de o^oasser van luitenant Harting met waren leeuwenmoed zijn luitenant heeft verdedigd. Luitenant Harting werd, toen hij struikel de, hcht gewond, doordat hij op zijn, kle wang viel, en dus niet ten gevolge van een steek der djahats. Van den korpscommandant vva Bakon- gan is inmiddels bericht binnengekomen, dat deze kwaadwilligen geen nieuwe bende vormden, zooals oorspronkelijk werd ver ondersteld doch deel uitmaken van bekende oude oenden. Na een tweedaagsche behandeling door den Raad van Justitie te Soerabaja, is de strafzaak beëindigd tegen den administra teur van een cultuuronderneming in het Kedirische, beschuldigd van beleediging en mishandeling van twee ambtenaren in functie, meldt het „A. I. D." Op de onderneming was nl. geij kapok, diefstal gepleegd, die naar de meening van den administrateur door het Inlandsen be stuur niet met de noodige voortvarendheid VRIJDAG, 10 JUNI. HILVERSUM, 1050 M. 12 uur Politie- ber. 12.352 Lunchmuziek door het Trianon trio. 56 Dinermuziek door het Kling-trio uit hotel „Hof van Hol land", te Hilversum. 6.15—6.45 Optre den van het Eerste Hilversumsche Mond Accordeon gezelschap. 6.457.15 En- gelsche les voor beginners, 7.157.45 Engelsche les voor iets gevorderden. 7.45 Politieber. 8.10 Lezing vanwege het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart. Spreker de heer R. C. van Ree, over Mo toren. De tegenwoordige gebruikelijke ontstekingsinrichtingen, le De electrische ontsteking. 2e. De ontsteking door een heet gehouden deel van de verbrandings- ka'mer. 3e. De ontsteking door de com- pressie-warmte. Om 8.35 Avondconcert door het A.N.R.O. orkest, o.l. van Nico Treep, Louis Con- tran, humorist. Daarna „Goeden Nacht buurtje," opera-comique van Brunswick en A. de Beauplan in 1 acte. Muziek van Poise, Paul Meister, een jong schrijnwer ker, Ed. v. d. Ploeg (tenor), Charlotte een jonge modiste, Keanne Bacilec (sopraan). 10.30 Persberichten. DAVENTRY, 1600 M. 11.20 Daventry- kwartet en solisten (sopraan, tenor, piano), 12.50 Orgelconcert. 1.202.20 Lunchmuziek. 3.20 Callender's band en solisten (sopraan, bariton, piano). 5.20 Lezing: How milk is made into but tons. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Orkest concert. 6.50 Tijds, weerb., nieuws. 7.05 Orkestconcert. 7.20 B.B.C. mu- ziek-critiek. 7.35 De sonates van Beet hoven. 7.45 Lezing: Mm. Trollope's aiutobiography. 8.05 Kamermuziek H. Eisdell, tenor Spencer Dijke, strijkkwartet. 9.05 Mr. Flotsam en Jetsam. 9.20 Weerber. nieuws. 9.40 Proza en poësie-wedstrijd. 9.55 Pianoconcert. 10 uur „A sea symphony". Vaughan Wil liams. 10.45 Vocaal concert. 11.20 12.20 Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS" 1750 M. 10.50—11.20 Concert. 12.50—2.10 Or kestconcert. 5.055.55 Concert Decla matie, piano- en vioolsolo's. 9.0511 Concert „Stefano," Boucheron-Delmas. LANGENBERG 469 M. 1.25—2.25 Trioconcert (piano, viool, cello). 4.50— 5.50 Werken van Weber voor zang met pianobegel.. 5.506.50 Orkestconcert. 8.50 „Minna von Barnhelm" of „Das Sol- datenglück", klucht in 5 acten van Les sing. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. KONIGSWUSTERHAUSEN, 1250 M. en BERLIJN 484 en 566 M. 3.20—8.05 Le zingen en lessen. 8.50 Symphoniecon- cert van Berlijn. Daarna walsmuziek tot 11.50. HAMBURG, 394.7 M. 12.50—3.05 Or- kestconcert. 4.355.20. Oude dans muziek, Pianomuziek. 5.206.15 Dans muziek. 7.207.45 Vroolijke muziek. 8.2011.10 Volksconcert. Daarna dansmuziek. BRUSSEL, 509 M. 5.20—6.20 Orkest concert. 8.20 Orgelconcert. 9.35— 9.50 Gramofoonmuziek, Moderne Dansen 9.50 Vlaamsche literatuur. 10.20 Sluiten. werd onderzocht. In een woordenwisseling, hierover op het kantoor van den betrokken assistent-wedono ontstaan, schold hij dezen ambtenaar uit. Een politie-agent kreeg bij die gelegenheid een paar vuistslagen in hjet gezicht. Het O. M. achtte de schuld van beklaagde wettig en overtuigend bewezen en eischte zeven dagen gevangenisstraf, plus betaling van de kosten van het geding. De kapitein ontslagen? Het Algemeen Indisch dagblad de „Prean- ger Bode", weet te melden, dat de kapitein van de „Tjileboet", Timmerman, wegens de stranding van dat schip bij China ontslagen is en naar Holland zal vertrekken. Naar het Haagsch Aneta-kantoor ver neemt is hieromtrent hier te lande niets naders mede te deelen. Den twee communisten, die door den Landraad te Bandoeng op 19 Januari, wegens den moord te Nagrek ter dood veroordeeld waren, welke straf door den Raad van Justitie te Batavia op 1 April j.l. werd be vestigd, is door den G. G. gratie verleend, waarbij hun straf gewijzigd werd tot levens lange gevangenissttraf. De Landraad te Sawaloento veroordeeld» den hoofdbeklaagde in de zaak van den moord op het Negari-hoofd te Siloenkang tot 15 jaar gevangenisstraf. De commissie, Ingesteld om de oorzaken van en de te nemen maatregelen tegen de ongeregeldheden in het Solosche na te gaan, is door den Rijksbestuurder geïnstalleerd, meldt de „Loc.". Kort daarop belegde de commissie een openingsvergadering. In zijn openingswoord wees de voorzitter, een zoon van den soenan, de leden op het feit, dat het zelfbestuur in deze belangrijke commis sie ook menschen uit het volk heeft op nemen. Dit is wel een bewijs, dat het zelf bestuur den democratischen kant op wiL komen." „Dan zal ik de beste vriend voor n zijn, die ooit bestond. Ziedaar mijn hand er op." „Ik neem haar aan", antwoordde Waife „maar vergun mij, de partijen in 't contract te verwisselen, Ik heb geen vriend noodig; ik verdien er geen, maar gij zult een vriend wezen voor mijn kleine meid in plaats van voor mij, en als ik u ooit vraag, mij ergens in bij te staan voor haar welzijn en haar geluk. „Dan zal ik helpen, met hart en ziel. Iedere dienst, die ik u of haar zou kunnen bewijzen, is gering, vergeleken bij den dienst, welke gij mij bewijst. Ontsla die el- lendigen tong van stotteren en mijn gedach ten en mijn ijver zullen nooit stotteren, als als gij zegt: houdt uw beloften. Ik ben zoo blij, dat uw kleine meid nog bij u is." Waife keek verwonderd. „Nog bij mij? Waarom niet?" De jonge man beet zich op de lippen. Het was nu de tijd niet om iets te bekennen. Dit zou het vertrouwen van Waife in hem kun nen vernietigen. Later zou hij alles zeggen. „Wanneer zal ik met mijn lessen begin nen?" vroeg de oude tooneelspeler. „Direct als ge wilt. Hebt ge een boek bij U?" „Dat heb ik altijd." „Geen Grieksch, hoop ik mijnheer." „Neen, een deel der werken van Walter Scott." „Goed, geef het mij dan zoo lang. Nu aan den gang. Luister naar mij. één volzin tege lijk. Gij moet adem halen als ik het doe." De drie eksters splitsen hun ooren en warenu verbaasd over deze les in de open lucht. TWEEDE HOOFDSTUK. Reeds bij het einde der eerste les zag George Morley, dat al de meesters in de welsprekendheid, aan wier bekwaamheid hij toevertrouwd was geworden, knoeiers waren geweest, vergeleken bij den mandenmaker. Waife kwelde hem niet met wetenschap pelijke theoriën. Al wat de acteur van hem vergde, was te merken en na te volgen. Bij het einde der eerste les gevoelde George Morley dat zijn genezing mogelijk was. Na verloop van een week, was hij van zijn ge nezing verzekerd Zenuwachtige overhaasting snelheid in het handelen, hevige aandoening brachten nog altijd in onbewaakte oogon- blikken dat hijgen naar lucht, die ledige longen die stotterende taal te weeg. Maar dit zou, nu hij bij élke proef zeldzamer in z'n gebrek verviel, ten laatste nauwelijks meer een gebrek blijven. „Wordt slechts een groot redenaar, zeide Waife, „en gij zult dat gebrek in een aanwinst doen verfeeren." Aldus vol hoop op de verwezenlijking van zijn levensdoel, gevoelde George een onuit sprekelijke dankbaarheid jegens Waife. En toen hij hem later dagelijks in zijn woning bezocht en Sofie met van gezondheid blo zende wangen en een glimlach op de lieve lippen aanschouwde, zooals zij daar naast den leuningsstoel van haar grootvader haar lichten arbeid verrichtte, mengde zich in de dankbaarheid van den jongeling, een won derlijk teederen eerbied. Hij wist niets van het verleden van den zwerver. Zijn verstand zeide h^-n wel, dat er in den maatschappelijken toestand van den zonderlingen mandenmaker, zoo weinig in overeenstemming met zijn aangeboren en verkregen talenten, iets geheimzinnigs, tets verdachts was. Maar hij schaamde zich wan neer hij bedacht, dat hij de uitspattingen van dien schitterenden humor aan een dwalend verstand had toegeschreven en 'n poging in de hand had gewerkt, om zulk een onschul dige en geniale ouderdom en zulk een koes terende en gekoesterde jeugd van elkander te scheiden. George Morley had zijn verblijf genomen in een hoek van het groote kasteel der Montforts, z'n bloedverwanten, en kon, wan neer hij wilde, gemakkelijk en onopgemerkt het eenzame park oversteken, den water kant bereiken, of van daar door het dichte kreupelhout heen, zich een weg banen naar het huisje van Waife dat aan 't uieinde van het park lag, eenzaam en huiten het gezicht van het naburige dorp, Van den hulppredikant in dit dorp vernam Morley, dat Waife eenige maanden geleden het dorp bezocht had en den rentmeester van 't kas teel had voorslagen om het huisje e.. het biezcomocras te mogen huren. Waife had verklaard, vroeger mandenmaker ge kend te hebben, die sinds lang overleden, daar velen jaren gewoond had. Bij dezen man had hij het handwerk geleerd. (Wordt yervoigdi

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 6