OnzeVrcüwenrüIjriek De strijd tegen de eentonigheid. Kleur in onze costumes Inktvlekken Drie ochtendjaponnen. Bewaren. Kinderen en Muziek. Patronen naar Maat Onze schoolkinderen Rouge Aj our-rand ver siering. TimiiijL min limi n. Voor 'n ieder van ons heeft 't leven z'n grauwe uren, waarin de onbeduidendste bezigheid een last lijkt, 'n bijna bo- venmenschelijke inspanning die boven onze krachten en capaciteiten uitgaat, waarin onze lievelings-droomen en ver trouwdste gedachten kleurloos en onbe vredigend schijnen, en waarin het ons voorkomt of er nooit meer iets zal kun nen gebeuren, dat bij mogelijkheid een beetje fleur en opwekking langs ons af getrapt, nauw levenspaadje zou kunnen brengen. Wanneer we aan zulke stemmingen, die in t begin maar zeldzaam voorko men, en weer heel gauw overdrijven, gaan toe geven, kan dat eerst wel even een verademing zijn na de lang volge houden pogingen om onze opgewektheid te bewaren, maar vroeg of laat (en dik wijls te laat) zullen we er toch groote spiit van krijgen. Want er is niets, dat zich zóó spoedig in ons vastzet als de gesteltenis van bewuste inne-lijke af matting, vermengd met 'n vleugje zelf beklag. Zuchten wordt al gauw een ge woonte, even onuitroeibaar als onkruid; en de kommer bouwt heel licht 'n nest je in ons binnenste, zoodat we ons als regel gedrukt en geremd voelen, ook al hebben we geen duidelijk-omlijnd ver driet. En niets is zoo bij uitstek geschikt om ons op den duur alle belangstelling in het leven te benemen als zoo'n chro nische, onverklaarbare neerslachtigheid, die we met nadenken en verstandig re deneeren wel 'n oogenblik als 'n lastige vlieg kunnen verjagen, maar die toch on middellijk weer terugkeert, en dat. ter wijl we ons heel goed bewust zijn, dat er eigenlijk geen enkele werkelijke re den voor bestaat. Ze is ook niets dan 'n verzameling bijna onzichtbare overblijf sels van kleine zorgjes en .zwaartillend- heidjes, 'n soort aanslibsel, dat de schijn baar onschadelijke vloedgolfjes van prut- sige dagelijksche verdrietelijkheidjes af zetten, en dat tenslotte al groeiend en groeiend een sliklaag kan vormen, die alle opgewektheid in ons verstikt. Wer kelijk, die sprinkhanenlegers van nietig heden, die verwaarloosde spinnewebben, die we verzuimd hebben dadelijk één voor één weg te ragen, eer ze onze zie- lekamers overwoekerden, zijn schadelij ker voor ons levensgeluk dan af en toe een groote tegenslag, die, eenmaal over wonnen, ons eer rijker dan schameler achterlaat. lederen dag zijn er dezelfde oude plichtjes en taakjes te vervullen, dezelf de vier oude muren om naar te kijken, hetzelfde oude patroontje op het eet servies, dezelfde oude stoelen en klee- den, dezelfde oude maaltijden, die we al honderden malen juist zóó genuttigd hebben, om klaar te maken, en we vra gen ons verwonderd af nu en dan, Koe- veel seconden we 't vanmiddag nog vol zullen houden, zonder dat iedereen aan ons zien kan, de we er „schoon genoeg van hebben". Ons leven, ons mooie, korte leven, is niet, zooals velen willen beweren, eer- grillige avonturen-reis over hoogten en laagten, 't is het bewerken van een rus tig veld, dat we hier of daar op de groo te wereld in eigendom bezitten. Het wordt heelemaal aan ons overgelaten wat we er willen verbouwen, kool of rozen, dolle-kervel of heilzame kruiden. Wanneer we willen, mogen we ook zoo diep we kunnefl den grond omspitten en naar verborgen schatten delven.... Niets en niemand kan ons leven een luister bijzetten, dien we er zelf niet we ten in te brengen. Want 't zijn met de omstandigheden, die ons leven maken, maar de wijze waarop we die zelf weten te verwerden. 't Zijn soms juist de menschen met 'n levensloop als uit een sensatieroman, die als levenskunstenaars het treurigste fi guur slaan. Wat we ook verzinnen en probeeren, wanneer we niet leeren ons geluk te vinden vlak voOr onze voeten, op de plek zelf waar we staan, zullen we nooit een ander kennen dan dat uit onze verbeelding, dat we ergens onbe reikbaar ver weten te liggen, het niet aan onszelf, maar aan het leven wijtend, dat we het nooit vermogen te bereiken. Natuurlijk is de dagelijksche rondgang der dingen, die nu eenmaal een voorna me plaats in ons bestaan inneemt, een tonig. Alles wordt eentonig op den duur, zelfs het bezit van zóóveel geld. dat we niet weten, wat ermee te doen, al zou niet iedereen dat willen gelooven. Dag na dag, week na week, jaar na jaar nauwkeurig dezelfde dingen te moeten doen, is geesfdoodend. Maar ik zie niet in, waarom elke vrouw met vaste huise lijke plichten en bezigheden daarom zoon leven moet hebben, wanneer ze baar gezond verstand gebruikt! Naast, of eigenlijk boven diepzinnige beschouwingen en waarschuwingen te gen sleur en „afstompen", staan ons nog voldoende huismiddeltjes ten dienste, om de doodende eentonigheid te bestrijden. Sommige dingen in huis moeten abso luut dagelijks gebeuren, maar er is nog ruimte genoeg voor verandering en af wisseling. Wat we voor alles moeten vermijden is: te vervallen in de gewoonte van on veranderlijk hetzelfde ding precies op denzelfden vastgestelden tijd te doen, dag in dag uit, mooi weer of regen, lust of geen lust. Daar moeten we ons tot eiken prijs verre van houden! Wat doet 't er toe, achteraf bezien, of de eetkamer al of niet op haar eigen vasten dag wordt „uitgehaald"? Nie mand is er ongelukkig over of voelt er zich minder op zijn gemak, als 't een of twee dagen later gebeurt! En wanneer we even nuchter verschillende andere ingewortelde huiselijke gewoonten de revue laten passeeren en aan een onder zoek naar hun noodzakelijkheid onder werpen, zullen onze oogen opengaan voor ailerlei nieuwe mogelijkheden van afwisseling en frissche verscheidenheid. Het is gewoonweg misdadig, zonder strikte noodzaak op een heerlijken zon nedag binnenshuis meubels te zitten wrijven, wanneer je buiten in de vrije lucht kon loopen en met iederen stap nieuwe kracht, gezondheid en opgewekt heid opdoen! Waarom niet de sombere, druilige da gen voor „kamerdagen" bewaard? Waar om ons laten ketenen Hoor een vaste wet, die zegt; Maandag is eetkamerdag, Dinsdag is slaapkamerdag. enzoovoort? Doet bet er iets toe, op welken dagf zoo n ongelukkige kamer „gedaan" wordt, zoo lang ze maar wordt schoongehoudan? Een zekere methode in onze huishou delijke bezigheden is in ieder gezin nood zakelijk, wil alles vlot van stapel loo pen. Maar de meeste huismoeders bren gen werkelijk al te veel van hun ener gie, gezondheid en levensgenot ten of fer op hef aliaar van een verkeerd en bek-ompen-opgevat plichtsbesef Een ruim gebruik te maken van onze hersens en gezond verstand is bij huis houdelijk werk evenzeer aan te bevolen ah in eiken anderen werk'.ring 't Is voor de huisvrouw van even veel belang, met vluggen en vasten blik onderscheid te kunnen maken tusschen strikt-noodzakelijke en overbodige be zigheden, als voor den druk-ijverigen za kenman! Het besturen van een huishouden be hoefde niet half zoo afmattend te zijn voor ons zelf en onze omgeving, hoefde ons niet half zooveel zuchten en rim peltjes te kosten, wanneer we niet dat idée-fixe hadden, dat we er onder ge bukt hóóren te gaan, willen we niet in onzen plicht tekort schieten en wan neer we onze gezonde verstandelijke vermogens eens mobiliseerden tegen allerl ei naargeestige sleurtjes, die we van oudsher als den aileen-zaligmakenden leefregel hebben leeren beschouwen! Niemand zou er aan denken, een tocht van tien kilometer te ondernemen, wanneer hij doodaf was, maar er zijn wél menschen, die in zoo'n toestand alle gordijnen van het huis omlaag halen en gaan wasschen. Weg dus met 't binnenhalen van alle overbodige gewoonte: géén ding mag gewoonte worden, zoolang 't met even goede resultaten „in vrijheid te dres- seeren" is! Het leven, dat ons gegeven werd om 't blij en zonnig te houden, behoeft niet eentoniger te worden dan we 't zelf willen maken! MACHTELD. Nu we naar den zomer gaan, moeten we bij 't samenstellen van onze nieuwste garderobe eens terdege rekening houden met 't komende jaargetijde. Bij een heer lijken, zonnigen zomerdag kunnen we ge rust japonnetjes, tintelend van kleur- schakeerijig dragen. Kleur is toch zoo veel! 'k Weet het wel, het monotone japon netje kan ook prachtig zijn, mits de tint maar zuiver is, doch.... daar ontbreekt zoo dikwijls iets aan. Vaak zijn onze modekleurtjes droog en saai en hoewel we van b-uin en blauw en rood en groen spreken, geven ze deze tinten meestal vermengd met 't noodi- ge wit, zoodat we bleekneuzige effecten krijigen, die veel te weinig kleur beken nen en je tusschen al dien flauwen kost naar iets fel getints gaat verlangen, naar iets, wat al dat fletse doodslaat en warm rood of bruin een frissche kleur- noot in de omgeving brengt. Gelukkig nemen we tegenwoordig, in de modezaken veel kleurige stoffen waar. Buiten de effen getinte, zijn ze ook dikwijls van een licht fond, versierd met streep, ruit, bloem of ander decora tief element. Ze zijn bij lange na niet altijd mooi, maar toch treffen we er soms' fraaie kleurenlapjes onder, welke ik zoo graag door velen zou zien dragen. Ook in combinatie met een effen stof doen ze 't zoo leuk. Bijgaand costume b.v. van helderblauw, omsluit een vest, waarin, op witten grond verschillende kleuren rood, van vuur, tot gelig, naar lichtrood toe, en 't hel dere blauw der japonstof 7-ijn verwerkt. Deze kleurencombinatie komt als een jo lige driehoekige flap uit de ondermouw te voorschijn en laat zich speelsch nog even zien aan den smallen hals, en pols boordjes, waarvan de eerste ook open gedragen kan worden. Op onze teeke- ning is de voorkant van 't boordje door den achterkant heen gestoken. De slui ting kan ook verkregen worden door de uiteinden te strikken. Maar.... door gehaald, gestrikt, geknoopt of desnoods gespeld, 't geheel is en blijft een heer lijk kleurenspel en wij, dames, mogen heel dankbaar zijn, dat we het groote voorrecht van een fleurige kleurenkeuze in onze kleeren bezitten, boven de don kergrijze, groene, blauwe, enz,, enz., van de omhulsels der andere sekse, Laten we van dit voorrecht dan ook een ruim gebruik maken. MIEP. De inktvlekken in ons tafelkleed, van hoeveel standjes getuigen ze niet. Stand jes aan hoeveel huiswerk-makende jon gens en meisjes, die, ol uit hun humeur, dat de sommen en vertalingen niet luk ken willen, of er in en met dob.innigen ijver, als ze wèl lukken, altijd talrijke inktmoppen maken! Maar gelukkig is er een rcroediutn. Strooi keuketizou; op de vlekken en wrijf er dan met citroensap goed over heen. Wasch ze tenslotte uit met water en zeep. PALJAS. Op verzoek van eenige lezeressen ont wierpen wij de bovenstaande ochtend japonnen. No. 146. dachten we in bedrukte crêpe marocain, gegarneerd met effen kraag, ceintuur, mouw en zakga'neering in de donkerste tint van het dessin, No. 147. geheel rechte ochtendjapon met effen kraag, welke op een grooten knoop sluit. Ter vervaardiging van dit model neme men wollen crêpe of ve- Kinderen sorteeren graag. Er zijn sor- teerdoozen in den handel behoorende bij de nieuwere methode van onderwijs, maar die zijn vrij duur en dus niet voor ieder huisgezin bereikbaar. Maar ge kunt alweer U zelf .helpen met leege bakjes van lucifersdoosjes, of als ge een heel net en stevig sorteerdoosie wilt maken, met schriifmachinelintendoosjes. Tusschen twee haakjes, wie er voelt voor raadsels, probeere zijn kracht eens op dit woord. Ge bewaart ze tot ge er 6 bij elkaar hebt voor een groote sorteerdoos. Van 2, 3, 4, en 5 kunt ge kleinere doozen maken. Als ge lucifersdoosjes genomen hebt, passen ze somSi wonder goed in een zeepdoosje. Ze worden daarin zoo ge plaatst, dat er een leege ruimte over blijft, en op den bodem van de zeep- doos vast geplakt Voor 3,4,5 of 6 doosjes neemt ge een grootere doos en zet ook daarin de doosjes vast or> den bodem, terwijl ge ervoor zorgt draagt, ook weer een open ruimte te houden. De schrijifmachinelinten doosjes pas sen dikwijls goed in een plat sigaren kistje, ook 'n houten borstplaten doosje of iets dergelijks; ze kunnen natuurlijk niet op den bodem bevestigd worden en loutine. Dit laatste is echter meer ge schikt voor den winter. Echt zomersch is no. 148, vooral wan neer ze uitgevoerd wordt in gebloemde katoenen crêpe, b.v. rose, blauwe of groene crêpe met een wit dessin. De sjaalkraag en de onderkant der mouwen en zelfs de ceintuur zullen het aardigst zijn in effen crêpe. MARGUéRITE. daarom timmert ge een klein dwarslatje in het kistie, dat de open ruimte af scheidt van de doosjes ruimte De afmeting is bij de verschillende merken zéér verschillend b.v. het merk „National" is verpakt in een klein, vrij hoog rood doosje, Gimborn daarentegen is een grooter en platter wit doosje. Als de doosjes hooger dan een. sigaren kistje zijn, neemt ge 't deksel er af, an ders kan het als sluiting dienst blijven doen. Maar nu wilt ge natuurlijk ook weten hoe Uw kinderen het doosje gebruiken zullen. Kinderen tusschen 3 en 5 jsfar sortee ren graag. Ge begint met een tweeledig doosje en doet daarin b.v. witte en brui ne boonen in de leege ruimte, als be gin hoogstens tien van iedere soort. Het kind mag nu eerst 'n keer kijken hoe ge de boonen in de twee vakjes sorteert.. Wit bij wit, bruin bij bruin. Daarbij zegt ge zoo min mogelijk, om de aandacht niet van de handeling af te leiden. Dan gaat het kind zelf aan den gang. Voor een driedeelige doos kunnen er capucijners bij komen, voor de vierdee- lige spliterwten, voor de vijfdeeligc gortkorrels, voor de zesdeelige maïskor rels of rijstkorrels. De behandeling is na tuurlijk het zelfde als bij het kleine doos je. J. F. JACOBS-ARRIENS. Is het niet een kostelijk stelletje die twee? Ze zijn samen een liedje aan het voordragen. Zus is 't kleine morsepotje en Broer leest haar de les! „Kijk je hand jes en je. mond, alles even netjes!" zingt hij. „Je moet toch met 't vorkje eten!" Zus was eigenlijk nog al netjes van natuur en knoeide eigenlijk nooit zoo erg met 't eten. Maar nu ze wist dat er een kiekje van gemaakt zou worden had ze de chocoladevla maar eens een extra langen omweg laten maken. chine uitgevoerd, donkerblauw met roode of blauwe ajourrandjes, zal buiten gewoon voldoen als namiddagjapon. Lezeressen, wien het aan tijd ot aan ge duld ontbreekt, kunnen vooral op een voile japonnetje de ajour-randen vevan- gen door een kleurigen flanelsteek. Het eerste is echter oneindig veel aardiger en is werkelijk niet zoo bewerkelijk als het wel lijkt. Zij, die van het hierbij af gebeelde japonnetje een knippatroon a 0.75 wenschen te ontvangen, raadplegen onze rubriek „Patronen naar maat. MARGUéRITE. Ons kind gaat voor 't eerst naar school en nu is de tijd gekomen om extra goed op verschillende dingen te letten, nu we niet meer den gebeelen dag om en bij onze peuter zijn, In de allereerste plaats moeten wij, Moeders, volkomen op de hoogte zijn van doelmatige school- kleeding voor de verschillende weers gesteldheid en jaargetijden. We moe ten op de hoogte zijn van goede, doel matige voeding voor ons schoolkind, en 't samenstellen der maaltijden op de geregelde tijden. Ook met ejschen voor het opstaan en naar bedgaan en het zorg dragen voor voldoende en ruime ontspanning en de noodige frissche buitenlucht, voldoen de op de hoogte zijn ook van baden en reinigen van tanden en hoofdhuid. Ik zal nu beknopt trachten uit een te zetten in de allereerste plaats: De kleeding. De kleeding moet gekozen worden van goed waschbare stoffen, alles gemerkt, ook bovenkleeding. mantels, muts- en jas, De eerste bedekking van wol, poreus en warm, daarna hemdje, opknooplijfje met opknoopbroekje, hicroverheen directoi re pantalon voor de meisjes in de kleur van hun schooljurk, voor de jongens over 't onderbroekje de bovenbroek van man chester of andere stc ke stof, de trui of de schooiblouse' of manchester flu weel jasje, De meisjes in den winter lange wollen kousen, de jongens knie- of lange kousen, naar keuze, van ge- Bovenwijdte. De geheele bovenwijdt* wordt genomen over het breedst van den rug. (volg. voorb.) Taillewijdte. De taillewijdte wordt genomen strak om de taille Heupwijdte. De heupwijdte wordt genomen 15 c.M onder de taille, vooral niet te strak. Voorlengte. De voorlengte wordt geno men vanuit den hals tot het bandje. Zijlengte De zijlengte wordt genomen vanuit het oksel tot het bandje. Ruglengte. De ruglengte wordt geno men vanuit den rugwervel tot het bandje. Schouder-, Elleboog- en Polslengte, waarbij men steeds den centimeter bij den hals laat liggen (volg. voorb.) Elleboogwijdte, Hierbij houdt men den arm gebogen, daar anders de mouw te nauw zou worden. Polswijdte Vuistwijdte. Armsgatwijdte. Heele lengte. De geheele lengte van japon of mantel wordt vanuit den hals gemeten. Met het maatnemen gelieve mnn nauwkeurig op het voorbeeld te letten De maten gelieve men bij bestelling van een patroon met het nummer van het gewenschte model duidelijk op te geven aan: „Het Patronen Kantoor" Post bus no. 1, Haarlem, onder bijvoeging v«n het bepaalde bedrag in postzegels. Men verwijze daarbij naar den naam van dit blad. Binnen enkele dagen volgt dan franco toezending van bet patroon. PRIJZEN DER PATRONEN. No. 146 f 0.90. No. 147 0.90. No. 148 0.90. breide wol. Een paar stevige school- iaarzen voor de jongens, de meisjes lage of hooge schoentjes. In den winter bij strenge koude kan men zoowel voor de jongens als voor de meisjes wollen combinations breien, die ze over hun ondergoed, dat ze altijd dragen, aan krijgen of men vervangt het poreuze wollen lijfje, dat als eerste be dekking diende, door een dikker gebreid wollen camisole of combination Een doelmatig schooljasje of mantel en dito muts zal 't geheel voltooien. Bij regenweer zal een cape of regenjas, b.v. loden jasje met kap goede diensten be wijzen. Ook moeten er steeds overschoe nen bij de hand staan, 't Spreekt van zelf, dat de onderkleeding geregeld en waar dit noodig is meermalen voor schoone verwisseld dient te worden. Ook is 't zeer aan te raden een stel dag- en aparte nachtkleeding er op na te hou den, zoodat 't kind warm en bezweet zijnde, na een heerlijke reiniging met water en zeep van 't geheele lichaam in frisch ondergoed en nachtjaponnetje of pyama te slapen wordt gelegd. De klee ren mogen nergens drukken, geen nauwe schoenen, stijve broeksbanden, ronde elastieken om de beenen. Geen nauwe en stijve hooge halssluitingen, omdat die de ontwikkeling en den groei der lichaams- deelen belemmeren. Ook de stijve boord jes, die nog wel eens door kleine jon gens worden gedragen, belemmeren den bloedsomloop in 't hoofd en kunnen oor zaak zijn van veel voorkomende hoofd pijnen en neusbloedingen. Over 't cor- setje voor jonge kinderen behoef ik, ge loof ik, niet te spreken, 'k Meen, dat bij na iedere Moeder er van doordrongen is, dat zoo'n nauwsluitend samenstel van baleinen en veters geheel overbodig en Ongezond voor haar kind is. Ook is noodig goed gekozen schoeisel, waarin de voet voldoende rust en ruimte heeft. De schoen van voren breed, van achteren smal. Voldoende ruimte moet er zijn, dat groote teen en het voorste deel van den voet zich naar binnen kunnen bewegen. Het loopen op den binnenrand van den voet kan men tegengaan door 't aanbrengen van een zooltje, dat ong. 2 tot 3 mM. van den binnenkant van de zool geleidelijk schuin afloopt naar 't midden. Een vak man heeft dit soort dingetjes meer bij de hand gehad en zal dit keurig voor u in orde kunnen brengen. Ook moet ik wijzen op 't dragen van sieraden, armbandjes, kettingen en rin getjes bij 't naar school gaan, ook 't dra gen van mooie pakjes en mooie jurkjes, die hen ook al bij 't spelen in den weg zit ten, kunnen uit een paedagogisch oogpunt gezien zeer verkeerd werken op de mede leerlingen en zijn dus uit den booze. Nu wil ik U een en ander vertellen over 't samenstellen der maaltijden, 't kiezen van de juiste voeding met hooge voedingswaarde en 't gebruiken van He maaltijden op de juiste en vaste tijden. De voedingen. Wanneer 't eenigszins kan, stelt uw warm middagmaal in 't middaguur, 't Woord zegt 't reeds en de kleuters zul len meer trek hebben om 1 uur, dan om 6 of 7 uur, 't uur waarop de kinders vooral als ze nog zoo pas op school zijn en er geestelijk veel van hen wordt gevergd, naar bed behooren te gaan. 't Ontbijt, om 8 uur 's morgens genut tigd, bestaat uit 'n warm bordje pap, in 't gure jaargetijde met 1 of 2 boter hammen toe, een kopje slappe „kinder thee", zal dan voldoende zijn tot 12 of 1 uur. 't Koffiedrinken om 12 uur (in de ge vallen, dat middagmalen om 12 of 1 uur tot de onmogelijkheden behoort) kan voor de schoolgaande jeugd worden aan gevuld met een warm „hapje" van wat Opgewarmde groenten met 'n oaar aard appels gestoofd, wat rijst met fijn gesneden vleesch met jus, wat bruine boonen met spek, een paar boterhammen toe; een klein bekertje melk, 'n lekkere appel of wat pinda's en een kleuter zal 't best tot half vijf rekken, om bij thuiskomst een lekker kopje thee met biscuits te krijgen als „welkom" uit school. 't Middagmaal. Niet te veel soep, 'n beker is voldoende of klein bordje, niet te veel vleesch, maar goed lijn gesneden, flink groenten en twee of drie aardappeltjes, matig jus en niet te vet, geen prikkelende dingen als: pe per, mosterd, enz., en niet te veel drin ken onder 't eten, 't liefst in 't geheel niet, hoewel 'n klein slokje af en toe geen afbreuk zal doen aan de goede spijsvertering. Een volgenden keer hoop ik U over andere belangrijke punten in te lichten. Zooals: ontspanning, rusttijden, baden ea reinigen, enz. enz. CORMA. En dat andere spannetje, is dal ook niet echt „erin"? Hans was eigenüik al een hertje te g-oot voor zoo'n echt klein kinde-bedje, maar bij vond 't toch wat I leuk om zie" door Mieke in slaap te la- ten zingen met: „Kindje, jij' moet slaper i gaan, buiten wanR de win.'', en de lamo- jes zijn al aan. Slaap nu zoet, mijn kind". Met een beetje goeden wil zijn heel veel aardige kinderliedjes zóó weer te geven. En een groot voordeel is, dat de kinderen dan den inhoud van de liedjes zooveel beter verwerken. Ze leven ze mee, dus ze begrijpen ze. J. F. JACOBS-ARRIENS. „Zegf wrijf die rommel van je gezicht!" ried Bob gemoedelijk zijn zusje, Elly, die thuis altijd plagend „Bleekneus" ge noemd werd, omdat ze bijna nooit een kleur had, „als je denkt dat ik je zoo mee uitneem, heb je 't mis! Maar 't staat je toch niet kwaad," liet hij er inconse quent op volgen. Elly trok een mondje en haar wenk- brouwen op: „Waar heb je 't over, schaat? Natuurlijk ven ik er aan gewoon jou onzin te hoo.." Verder kwam ze niet. Bob pakte haar als antwoord bij 'r schouders en wreef broederlijk hard met zijn zakdoek over Elly's wangen, waar na tih dien aandachtig vekeek, of er roode vlekken te zien waren. „He, he, wat heb ik toch een pientere broer! Nee jochie, daar heb ik een heel ander middeltje voor dan verf!" „Wat dan?" vroeg hij nieuwsgierig. „Dat wou je wel weten, niet? Maar ik moest 't je eigenlijk niet vertellen, omdat je me daarnet zoo ruw behandeld hebt," „Toe nu? Elly dan zal ik je voortaar. Rczewang inplaats van bleekneus noe men?" „Ja goed, op die voorwaarde! Weet je wat ik gedaan heb? Mijn gezicht bo ven warme gort gehouden en wat war me pap in een doekje tegen mijn wang geduwd, en ziehier het resultaat!". Elly draaide rond op haar hooggehakte dans schoenen. ,,'t Is een prachtmiddel," erkende Bob en hielp zijn zuster in haar avondjas. PALJAS. Zoo tusschen de uren, dat men zich op 'n zonnig plekje in de duinen, aan zee of in bosschen „laat-leven" hebben de meeste vrouwen graag een nuttig hand werkje omhanden, waardoor zij aan stonds 't „dolce far niente" nog meer zul len waardeeren. Voor zulke momentjes raden wij de bijgaande ajour-versiering, welke alleraardigst is ter garneering van blouses, kinderjurken en japonnen. On ze illustratite geeft U een voorbeeld van een wit voile japonnetje, waarop deze ganeerin.g in hard groen werd toege- pa-t. F-1'e'f.de modelletje in crêne de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1927 | | pagina 10