OnzeVrcüwenrüIjriek
De strijd tegen de
eentonigheid.
Kleur in onze
costumes
Inktvlekken
Drie ochtendjaponnen.
Bewaren.
Kinderen en Muziek.
Patronen naar Maat
Onze
schoolkinderen
Rouge
Aj our-rand ver
siering.
TimiiijL min
limi
n.
Voor 'n ieder van ons heeft 't leven z'n
grauwe uren, waarin de onbeduidendste
bezigheid een last lijkt, 'n bijna bo-
venmenschelijke inspanning die boven
onze krachten en capaciteiten uitgaat,
waarin onze lievelings-droomen en ver
trouwdste gedachten kleurloos en onbe
vredigend schijnen, en waarin het ons
voorkomt of er nooit meer iets zal kun
nen gebeuren, dat bij mogelijkheid een
beetje fleur en opwekking langs ons af
getrapt, nauw levenspaadje zou kunnen
brengen.
Wanneer we aan zulke stemmingen,
die in t begin maar zeldzaam voorko
men, en weer heel gauw overdrijven,
gaan toe geven, kan dat eerst wel even
een verademing zijn na de lang volge
houden pogingen om onze opgewektheid
te bewaren, maar vroeg of laat (en dik
wijls te laat) zullen we er toch groote
spiit van krijgen. Want er is niets, dat
zich zóó spoedig in ons vastzet als de
gesteltenis van bewuste inne-lijke af
matting, vermengd met 'n vleugje zelf
beklag. Zuchten wordt al gauw een ge
woonte, even onuitroeibaar als onkruid;
en de kommer bouwt heel licht 'n nest
je in ons binnenste, zoodat we ons als
regel gedrukt en geremd voelen, ook al
hebben we geen duidelijk-omlijnd ver
driet. En niets is zoo bij uitstek geschikt
om ons op den duur alle belangstelling
in het leven te benemen als zoo'n chro
nische, onverklaarbare neerslachtigheid,
die we met nadenken en verstandig re
deneeren wel 'n oogenblik als 'n lastige
vlieg kunnen verjagen, maar die toch on
middellijk weer terugkeert, en dat. ter
wijl we ons heel goed bewust zijn, dat
er eigenlijk geen enkele werkelijke re
den voor bestaat. Ze is ook niets dan 'n
verzameling bijna onzichtbare overblijf
sels van kleine zorgjes en .zwaartillend-
heidjes, 'n soort aanslibsel, dat de schijn
baar onschadelijke vloedgolfjes van prut-
sige dagelijksche verdrietelijkheidjes af
zetten, en dat tenslotte al groeiend en
groeiend een sliklaag kan vormen, die
alle opgewektheid in ons verstikt. Wer
kelijk, die sprinkhanenlegers van nietig
heden, die verwaarloosde spinnewebben,
die we verzuimd hebben dadelijk één
voor één weg te ragen, eer ze onze zie-
lekamers overwoekerden, zijn schadelij
ker voor ons levensgeluk dan af en toe
een groote tegenslag, die, eenmaal over
wonnen, ons eer rijker dan schameler
achterlaat.
lederen dag zijn er dezelfde oude
plichtjes en taakjes te vervullen, dezelf
de vier oude muren om naar te kijken,
hetzelfde oude patroontje op het eet
servies, dezelfde oude stoelen en klee-
den, dezelfde oude maaltijden, die we al
honderden malen juist zóó genuttigd
hebben, om klaar te maken, en we vra
gen ons verwonderd af nu en dan, Koe-
veel seconden we 't vanmiddag nog vol
zullen houden, zonder dat iedereen aan
ons zien kan, de we er „schoon genoeg
van hebben".
Ons leven, ons mooie, korte leven, is
niet, zooals velen willen beweren, eer-
grillige avonturen-reis over hoogten en
laagten, 't is het bewerken van een rus
tig veld, dat we hier of daar op de groo
te wereld in eigendom bezitten. Het
wordt heelemaal aan ons overgelaten
wat we er willen verbouwen, kool of
rozen, dolle-kervel of heilzame kruiden.
Wanneer we willen, mogen we ook zoo
diep we kunnefl den grond omspitten
en naar verborgen schatten delven....
Niets en niemand kan ons leven een
luister bijzetten, dien we er zelf niet we
ten in te brengen. Want 't zijn met de
omstandigheden, die ons leven maken,
maar de wijze waarop we die zelf weten
te verwerden.
't Zijn soms juist de menschen met 'n
levensloop als uit een sensatieroman, die
als levenskunstenaars het treurigste fi
guur slaan. Wat we ook verzinnen en
probeeren, wanneer we niet leeren ons
geluk te vinden vlak voOr onze voeten,
op de plek zelf waar we staan, zullen
we nooit een ander kennen dan dat uit
onze verbeelding, dat we ergens onbe
reikbaar ver weten te liggen, het niet
aan onszelf, maar aan het leven wijtend,
dat we het nooit vermogen te bereiken.
Natuurlijk is de dagelijksche rondgang
der dingen, die nu eenmaal een voorna
me plaats in ons bestaan inneemt, een
tonig. Alles wordt eentonig op den duur,
zelfs het bezit van zóóveel geld. dat we
niet weten, wat ermee te doen, al zou
niet iedereen dat willen gelooven. Dag
na dag, week na week, jaar na jaar
nauwkeurig dezelfde dingen te moeten
doen, is geesfdoodend. Maar ik zie niet
in, waarom elke vrouw met vaste huise
lijke plichten en bezigheden daarom
zoon leven moet hebben, wanneer ze
baar gezond verstand gebruikt!
Naast, of eigenlijk boven diepzinnige
beschouwingen en waarschuwingen te
gen sleur en „afstompen", staan ons nog
voldoende huismiddeltjes ten dienste, om
de doodende eentonigheid te bestrijden.
Sommige dingen in huis moeten abso
luut dagelijks gebeuren, maar er is nog
ruimte genoeg voor verandering en af
wisseling.
Wat we voor alles moeten vermijden
is: te vervallen in de gewoonte van on
veranderlijk hetzelfde ding precies op
denzelfden vastgestelden tijd te doen,
dag in dag uit, mooi weer of regen, lust
of geen lust. Daar moeten we ons tot
eiken prijs verre van houden!
Wat doet 't er toe, achteraf bezien, of
de eetkamer al of niet op haar eigen
vasten dag wordt „uitgehaald"? Nie
mand is er ongelukkig over of voelt er
zich minder op zijn gemak, als 't een of
twee dagen later gebeurt! En wanneer
we even nuchter verschillende andere
ingewortelde huiselijke gewoonten de
revue laten passeeren en aan een onder
zoek naar hun noodzakelijkheid onder
werpen, zullen onze oogen opengaan
voor ailerlei nieuwe mogelijkheden van
afwisseling en frissche verscheidenheid.
Het is gewoonweg misdadig, zonder
strikte noodzaak op een heerlijken zon
nedag binnenshuis meubels te zitten
wrijven, wanneer je buiten in de vrije
lucht kon loopen en met iederen stap
nieuwe kracht, gezondheid en opgewekt
heid opdoen!
Waarom niet de sombere, druilige da
gen voor „kamerdagen" bewaard? Waar
om ons laten ketenen Hoor een vaste
wet, die zegt; Maandag is eetkamerdag,
Dinsdag is slaapkamerdag. enzoovoort?
Doet bet er iets toe, op welken dagf zoo n
ongelukkige kamer „gedaan" wordt, zoo
lang ze maar wordt schoongehoudan?
Een zekere methode in onze huishou
delijke bezigheden is in ieder gezin nood
zakelijk, wil alles vlot van stapel loo
pen. Maar de meeste huismoeders bren
gen werkelijk al te veel van hun ener
gie, gezondheid en levensgenot ten of
fer op hef aliaar van een verkeerd en
bek-ompen-opgevat plichtsbesef
Een ruim gebruik te maken van onze
hersens en gezond verstand is bij huis
houdelijk werk evenzeer aan te bevolen
ah in eiken anderen werk'.ring
't Is voor de huisvrouw van even
veel belang, met vluggen en vasten blik
onderscheid te kunnen maken tusschen
strikt-noodzakelijke en overbodige be
zigheden, als voor den druk-ijverigen za
kenman!
Het besturen van een huishouden be
hoefde niet half zoo afmattend te zijn
voor ons zelf en onze omgeving, hoefde
ons niet half zooveel zuchten en rim
peltjes te kosten, wanneer we niet dat
idée-fixe hadden, dat we er onder ge
bukt hóóren te gaan, willen we niet in
onzen plicht tekort schieten en wan
neer we onze gezonde verstandelijke
vermogens eens mobiliseerden tegen
allerl ei naargeestige sleurtjes, die we van
oudsher als den aileen-zaligmakenden
leefregel hebben leeren beschouwen!
Niemand zou er aan denken, een
tocht van tien kilometer te ondernemen,
wanneer hij doodaf was, maar er zijn
wél menschen, die in zoo'n toestand
alle gordijnen van het huis omlaag halen
en gaan wasschen.
Weg dus met 't binnenhalen van alle
overbodige gewoonte: géén ding mag
gewoonte worden, zoolang 't met even
goede resultaten „in vrijheid te dres-
seeren" is! Het leven, dat ons gegeven
werd om 't blij en zonnig te houden,
behoeft niet eentoniger te worden dan
we 't zelf willen maken!
MACHTELD.
Nu we naar den zomer gaan, moeten
we bij 't samenstellen van onze nieuwste
garderobe eens terdege rekening houden
met 't komende jaargetijde. Bij een heer
lijken, zonnigen zomerdag kunnen we ge
rust japonnetjes, tintelend van kleur-
schakeerijig dragen.
Kleur is toch zoo veel!
'k Weet het wel, het monotone japon
netje kan ook prachtig zijn, mits de tint
maar zuiver is, doch.... daar ontbreekt
zoo dikwijls iets aan.
Vaak zijn onze modekleurtjes droog en
saai en hoewel we van b-uin en blauw
en rood en groen spreken, geven ze deze
tinten meestal vermengd met 't noodi-
ge wit, zoodat we bleekneuzige effecten
krijigen, die veel te weinig kleur beken
nen en je tusschen al dien flauwen
kost naar iets fel getints gaat verlangen,
naar iets, wat al dat fletse doodslaat en
warm rood of bruin een frissche kleur-
noot in de omgeving brengt.
Gelukkig nemen we tegenwoordig, in
de modezaken veel kleurige stoffen
waar.
Buiten de effen getinte, zijn ze ook
dikwijls van een licht fond, versierd
met streep, ruit, bloem of ander decora
tief element. Ze zijn bij lange na niet
altijd mooi, maar toch treffen we er soms'
fraaie kleurenlapjes onder, welke ik zoo
graag door velen zou zien dragen.
Ook in combinatie met een effen stof
doen ze 't zoo leuk.
Bijgaand costume b.v. van helderblauw,
omsluit een vest, waarin, op witten grond
verschillende kleuren rood, van vuur,
tot gelig, naar lichtrood toe, en 't hel
dere blauw der japonstof 7-ijn verwerkt.
Deze kleurencombinatie komt als een jo
lige driehoekige flap uit de ondermouw
te voorschijn en laat zich speelsch nog
even zien aan den smallen hals, en pols
boordjes, waarvan de eerste ook open
gedragen kan worden. Op onze teeke-
ning is de voorkant van 't boordje door
den achterkant heen gestoken. De slui
ting kan ook verkregen worden door de
uiteinden te strikken. Maar.... door
gehaald, gestrikt, geknoopt of desnoods
gespeld, 't geheel is en blijft een heer
lijk kleurenspel en wij, dames, mogen
heel dankbaar zijn, dat we het groote
voorrecht van een fleurige kleurenkeuze
in onze kleeren bezitten, boven de don
kergrijze, groene, blauwe, enz,, enz., van
de omhulsels der andere sekse,
Laten we van dit voorrecht dan ook
een ruim gebruik maken.
MIEP.
De inktvlekken in ons tafelkleed, van
hoeveel standjes getuigen ze niet. Stand
jes aan hoeveel huiswerk-makende jon
gens en meisjes, die, ol uit hun humeur,
dat de sommen en vertalingen niet luk
ken willen, of er in en met dob.innigen
ijver, als ze wèl lukken, altijd talrijke
inktmoppen maken! Maar gelukkig is er
een rcroediutn. Strooi keuketizou; op de
vlekken en wrijf er dan met citroensap
goed over heen. Wasch ze tenslotte uit
met water en zeep.
PALJAS.
Op verzoek van eenige lezeressen ont
wierpen wij de bovenstaande ochtend
japonnen.
No. 146. dachten we in bedrukte
crêpe marocain, gegarneerd met effen
kraag, ceintuur, mouw en zakga'neering
in de donkerste tint van het dessin,
No. 147. geheel rechte ochtendjapon
met effen kraag, welke op een grooten
knoop sluit. Ter vervaardiging van dit
model neme men wollen crêpe of ve-
Kinderen sorteeren graag. Er zijn sor-
teerdoozen in den handel behoorende bij
de nieuwere methode van onderwijs,
maar die zijn vrij duur en dus niet voor
ieder huisgezin bereikbaar. Maar ge kunt
alweer U zelf .helpen met leege bakjes
van lucifersdoosjes, of als ge een heel
net en stevig sorteerdoosie wilt maken,
met schriifmachinelintendoosjes. Tusschen
twee haakjes, wie er voelt voor raadsels,
probeere zijn kracht eens op dit woord.
Ge bewaart ze tot ge er 6 bij elkaar
hebt voor een groote sorteerdoos. Van
2, 3, 4, en 5 kunt ge kleinere doozen
maken. Als ge lucifersdoosjes genomen
hebt, passen ze somSi wonder goed in een
zeepdoosje. Ze worden daarin zoo ge
plaatst, dat er een leege ruimte over
blijft, en op den bodem van de zeep-
doos vast geplakt Voor 3,4,5 of
6 doosjes neemt ge een grootere doos en
zet ook daarin de doosjes vast or> den
bodem, terwijl ge ervoor zorgt draagt,
ook weer een open ruimte te houden.
De schrijifmachinelinten doosjes pas
sen dikwijls goed in een plat sigaren
kistje, ook 'n houten borstplaten doosje of
iets dergelijks; ze kunnen natuurlijk niet
op den bodem bevestigd worden en
loutine. Dit laatste is echter meer ge
schikt voor den winter.
Echt zomersch is no. 148, vooral wan
neer ze uitgevoerd wordt in gebloemde
katoenen crêpe, b.v. rose, blauwe of
groene crêpe met een wit dessin. De
sjaalkraag en de onderkant der mouwen
en zelfs de ceintuur zullen het aardigst
zijn in effen crêpe.
MARGUéRITE.
daarom timmert ge een klein dwarslatje
in het kistie, dat de open ruimte af
scheidt van de doosjes ruimte
De afmeting is bij de verschillende
merken zéér verschillend b.v. het merk
„National" is verpakt in een klein, vrij
hoog rood doosje, Gimborn daarentegen
is een grooter en platter wit doosje.
Als de doosjes hooger dan een. sigaren
kistje zijn, neemt ge 't deksel er af, an
ders kan het als sluiting dienst blijven
doen.
Maar nu wilt ge natuurlijk ook weten
hoe Uw kinderen het doosje gebruiken
zullen.
Kinderen tusschen 3 en 5 jsfar sortee
ren graag. Ge begint met een tweeledig
doosje en doet daarin b.v. witte en brui
ne boonen in de leege ruimte, als be
gin hoogstens tien van iedere soort. Het
kind mag nu eerst 'n keer kijken hoe ge
de boonen in de twee vakjes sorteert..
Wit bij wit, bruin bij bruin. Daarbij zegt
ge zoo min mogelijk, om de aandacht
niet van de handeling af te leiden. Dan
gaat het kind zelf aan den gang.
Voor een driedeelige doos kunnen er
capucijners bij komen, voor de vierdee-
lige spliterwten, voor de vijfdeeligc
gortkorrels, voor de zesdeelige maïskor
rels of rijstkorrels. De behandeling is na
tuurlijk het zelfde als bij het kleine doos
je.
J. F. JACOBS-ARRIENS.
Is het niet een kostelijk stelletje die
twee? Ze zijn samen een liedje aan het
voordragen. Zus is 't kleine morsepotje
en Broer leest haar de les! „Kijk je hand
jes en je. mond, alles even netjes!" zingt
hij. „Je moet toch met 't vorkje eten!"
Zus was eigenlijk nog al netjes van
natuur en knoeide eigenlijk nooit zoo
erg met 't eten. Maar nu ze wist dat er
een kiekje van gemaakt zou worden had
ze de chocoladevla maar eens een extra
langen omweg laten maken.
chine uitgevoerd, donkerblauw met
roode of blauwe ajourrandjes, zal buiten
gewoon voldoen als namiddagjapon.
Lezeressen, wien het aan tijd ot aan ge
duld ontbreekt, kunnen vooral op een
voile japonnetje de ajour-randen vevan-
gen door een kleurigen flanelsteek. Het
eerste is echter oneindig veel aardiger
en is werkelijk niet zoo bewerkelijk als
het wel lijkt. Zij, die van het hierbij af
gebeelde japonnetje een knippatroon a
0.75 wenschen te ontvangen, raadplegen
onze rubriek „Patronen naar maat.
MARGUéRITE.
Ons kind gaat voor 't eerst naar school
en nu is de tijd gekomen om extra goed
op verschillende dingen te letten, nu
we niet meer den gebeelen dag om en
bij onze peuter zijn, In de allereerste
plaats moeten wij, Moeders, volkomen
op de hoogte zijn van doelmatige school-
kleeding voor de verschillende weers
gesteldheid en jaargetijden. We moe
ten op de hoogte zijn van goede, doel
matige voeding voor ons schoolkind,
en 't samenstellen der maaltijden op de
geregelde tijden.
Ook met ejschen voor het opstaan en
naar bedgaan en het zorg dragen
voor voldoende en ruime ontspanning en
de noodige frissche buitenlucht, voldoen
de op de hoogte zijn ook van baden en
reinigen van tanden en hoofdhuid. Ik zal
nu beknopt trachten uit een te zetten in
de allereerste plaats: De kleeding.
De kleeding moet gekozen worden van
goed waschbare stoffen, alles gemerkt,
ook bovenkleeding. mantels, muts- en jas,
De eerste bedekking van wol, poreus en
warm, daarna hemdje, opknooplijfje met
opknoopbroekje, hicroverheen directoi
re pantalon voor de meisjes in de kleur
van hun schooljurk, voor de jongens over
't onderbroekje de bovenbroek van man
chester of andere stc ke stof, de trui
of de schooiblouse' of manchester flu
weel jasje, De meisjes in den winter
lange wollen kousen, de jongens knie-
of lange kousen, naar keuze, van ge-
Bovenwijdte. De geheele bovenwijdt*
wordt genomen over het breedst van
den rug. (volg. voorb.)
Taillewijdte. De taillewijdte wordt
genomen strak om de taille
Heupwijdte. De heupwijdte wordt
genomen 15 c.M onder de taille, vooral
niet te strak.
Voorlengte. De voorlengte wordt geno
men vanuit den hals tot het bandje.
Zijlengte De zijlengte wordt genomen
vanuit het oksel tot het bandje.
Ruglengte. De ruglengte wordt geno
men vanuit den rugwervel tot het bandje.
Schouder-, Elleboog- en Polslengte,
waarbij men steeds den centimeter bij
den hals laat liggen (volg. voorb.)
Elleboogwijdte, Hierbij houdt men den
arm gebogen, daar anders de mouw te
nauw zou worden.
Polswijdte Vuistwijdte. Armsgatwijdte.
Heele lengte. De geheele lengte van
japon of mantel wordt vanuit den hals
gemeten.
Met het maatnemen gelieve mnn
nauwkeurig op het voorbeeld te letten
De maten gelieve men bij bestelling
van een patroon met het nummer van
het gewenschte model duidelijk op te
geven aan: „Het Patronen Kantoor" Post
bus no. 1, Haarlem, onder bijvoeging v«n
het bepaalde bedrag in postzegels. Men
verwijze daarbij naar den naam van dit
blad. Binnen enkele dagen volgt dan
franco toezending van bet patroon.
PRIJZEN DER PATRONEN.
No. 146 f 0.90.
No. 147 0.90.
No. 148 0.90.
breide wol. Een paar stevige school-
iaarzen voor de jongens, de meisjes lage
of hooge schoentjes.
In den winter bij strenge koude kan
men zoowel voor de jongens als voor de
meisjes wollen combinations breien, die
ze over hun ondergoed, dat ze altijd
dragen, aan krijgen of men vervangt het
poreuze wollen lijfje, dat als eerste be
dekking diende, door een dikker gebreid
wollen camisole of combination
Een doelmatig schooljasje of mantel
en dito muts zal 't geheel voltooien. Bij
regenweer zal een cape of regenjas, b.v.
loden jasje met kap goede diensten be
wijzen. Ook moeten er steeds overschoe
nen bij de hand staan, 't Spreekt van
zelf, dat de onderkleeding geregeld en
waar dit noodig is meermalen voor
schoone verwisseld dient te worden. Ook
is 't zeer aan te raden een stel dag- en
aparte nachtkleeding er op na te hou
den, zoodat 't kind warm en bezweet
zijnde, na een heerlijke reiniging met
water en zeep van 't geheele lichaam in
frisch ondergoed en nachtjaponnetje of
pyama te slapen wordt gelegd. De klee
ren mogen nergens drukken, geen nauwe
schoenen, stijve broeksbanden, ronde
elastieken om de beenen. Geen nauwe en
stijve hooge halssluitingen, omdat die de
ontwikkeling en den groei der lichaams-
deelen belemmeren. Ook de stijve boord
jes, die nog wel eens door kleine jon
gens worden gedragen, belemmeren den
bloedsomloop in 't hoofd en kunnen oor
zaak zijn van veel voorkomende hoofd
pijnen en neusbloedingen. Over 't cor-
setje voor jonge kinderen behoef ik, ge
loof ik, niet te spreken, 'k Meen, dat bij
na iedere Moeder er van doordrongen is,
dat zoo'n nauwsluitend samenstel van
baleinen en veters geheel overbodig en
Ongezond voor haar kind is.
Ook is noodig goed gekozen schoeisel,
waarin de voet voldoende rust en ruimte
heeft. De schoen van voren breed,
van achteren smal. Voldoende ruimte
moet er zijn, dat groote teen en
het voorste deel van den voet
zich naar binnen kunnen bewegen. Het
loopen op den binnenrand van den voet
kan men tegengaan door 't aanbrengen
van een zooltje, dat ong. 2 tot 3 mM. van
den binnenkant van de zool geleidelijk
schuin afloopt naar 't midden. Een vak
man heeft dit soort dingetjes meer bij
de hand gehad en zal dit keurig voor u
in orde kunnen brengen.
Ook moet ik wijzen op 't dragen van
sieraden, armbandjes, kettingen en rin
getjes bij 't naar school gaan, ook 't dra
gen van mooie pakjes en mooie jurkjes,
die hen ook al bij 't spelen in den weg zit
ten, kunnen uit een paedagogisch oogpunt
gezien zeer verkeerd werken op de mede
leerlingen en zijn dus uit den booze.
Nu wil ik U een en ander vertellen
over 't samenstellen der maaltijden, 't
kiezen van de juiste voeding met hooge
voedingswaarde en 't gebruiken van He
maaltijden op de juiste en vaste tijden.
De voedingen.
Wanneer 't eenigszins kan, stelt uw
warm middagmaal in 't middaguur, 't
Woord zegt 't reeds en de kleuters zul
len meer trek hebben om 1 uur, dan om
6 of 7 uur, 't uur waarop de kinders
vooral als ze nog zoo pas op school
zijn en er geestelijk veel van hen wordt
gevergd, naar bed behooren te gaan.
't Ontbijt, om 8 uur 's morgens genut
tigd, bestaat uit 'n warm bordje pap,
in 't gure jaargetijde met 1 of 2 boter
hammen toe, een kopje slappe „kinder
thee", zal dan voldoende zijn tot 12 of
1 uur.
't Koffiedrinken om 12 uur (in de ge
vallen, dat middagmalen om 12 of 1 uur
tot de onmogelijkheden behoort) kan
voor de schoolgaande jeugd worden aan
gevuld met een warm „hapje" van wat
Opgewarmde groenten met 'n oaar aard
appels gestoofd, wat rijst met fijn gesneden
vleesch met jus, wat bruine boonen met
spek, een paar boterhammen toe; een
klein bekertje melk, 'n lekkere appel of
wat pinda's en een kleuter zal 't best
tot half vijf rekken, om bij thuiskomst
een lekker kopje thee met biscuits
te krijgen als „welkom" uit school.
't Middagmaal.
Niet te veel soep, 'n beker is voldoende
of klein bordje, niet te veel vleesch, maar
goed lijn gesneden, flink groenten en twee
of drie aardappeltjes, matig jus en niet te
vet, geen prikkelende dingen als: pe
per, mosterd, enz., en niet te veel drin
ken onder 't eten, 't liefst in 't geheel
niet, hoewel 'n klein slokje af en toe
geen afbreuk zal doen aan de goede
spijsvertering.
Een volgenden keer hoop ik U over
andere belangrijke punten in te lichten.
Zooals: ontspanning, rusttijden, baden ea
reinigen, enz. enz.
CORMA.
En dat andere spannetje, is dal ook
niet echt „erin"? Hans was eigenüik al
een hertje te g-oot voor zoo'n echt klein
kinde-bedje, maar bij vond 't toch wat
I leuk om zie" door Mieke in slaap te la-
ten zingen met: „Kindje, jij' moet slaper
i gaan, buiten wanR de win.'', en de lamo-
jes zijn al aan. Slaap nu zoet, mijn kind".
Met een beetje goeden wil zijn heel
veel aardige kinderliedjes zóó weer te
geven. En een groot voordeel is, dat de
kinderen dan den inhoud van de liedjes
zooveel beter verwerken. Ze leven ze
mee, dus ze begrijpen ze.
J. F. JACOBS-ARRIENS.
„Zegf wrijf die rommel van je gezicht!"
ried Bob gemoedelijk zijn zusje, Elly, die
thuis altijd plagend „Bleekneus" ge
noemd werd, omdat ze bijna nooit een
kleur had, „als je denkt dat ik je zoo
mee uitneem, heb je 't mis! Maar 't staat
je toch niet kwaad," liet hij er inconse
quent op volgen.
Elly trok een mondje en haar wenk-
brouwen op: „Waar heb je 't over,
schaat? Natuurlijk ven ik er aan gewoon
jou onzin te hoo.." Verder kwam ze
niet. Bob pakte haar als antwoord bij 'r
schouders en wreef broederlijk hard met
zijn zakdoek over Elly's wangen, waar
na tih dien aandachtig vekeek, of er
roode vlekken te zien waren.
„He, he, wat heb ik toch een pientere
broer! Nee jochie, daar heb ik een heel
ander middeltje voor dan verf!"
„Wat dan?" vroeg hij nieuwsgierig.
„Dat wou je wel weten, niet? Maar
ik moest 't je eigenlijk niet vertellen,
omdat je me daarnet zoo ruw behandeld
hebt,"
„Toe nu? Elly dan zal ik je voortaar.
Rczewang inplaats van bleekneus noe
men?"
„Ja goed, op die voorwaarde! Weet
je wat ik gedaan heb? Mijn gezicht bo
ven warme gort gehouden en wat war
me pap in een doekje tegen mijn wang
geduwd, en ziehier het resultaat!". Elly
draaide rond op haar hooggehakte dans
schoenen.
,,'t Is een prachtmiddel," erkende Bob
en hielp zijn zuster in haar avondjas.
PALJAS.
Zoo tusschen de uren, dat men zich op
'n zonnig plekje in de duinen, aan zee of
in bosschen „laat-leven" hebben de
meeste vrouwen graag een nuttig hand
werkje omhanden, waardoor zij aan
stonds 't „dolce far niente" nog meer zul
len waardeeren. Voor zulke momentjes
raden wij de bijgaande ajour-versiering,
welke alleraardigst is ter garneering van
blouses, kinderjurken en japonnen. On
ze illustratite geeft U een voorbeeld van
een wit voile japonnetje, waarop deze
ganeerin.g in hard groen werd toege-
pa-t. F-1'e'f.de modelletje in crêne de